BE1027759B1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking Download PDFInfo
- Publication number
- BE1027759B1 BE1027759B1 BE20195795A BE201905795A BE1027759B1 BE 1027759 B1 BE1027759 B1 BE 1027759B1 BE 20195795 A BE20195795 A BE 20195795A BE 201905795 A BE201905795 A BE 201905795A BE 1027759 B1 BE1027759 B1 BE 1027759B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- window
- paper
- bag
- cuts
- sheet
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D33/00—Details of, or accessories for, sacks or bags
- B65D33/04—Windows or other apertures, e.g. for viewing contents
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B—MAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B70/00—Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
- B31B70/14—Cutting, e.g. perforating, punching, slitting or trimming
- B31B70/16—Cutting webs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B—MAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B70/00—Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
- B31B70/60—Uniting opposed surfaces or edges; Taping
- B31B70/62—Uniting opposed surfaces or edges; Taping by adhesives
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B—MAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B70/00—Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
- B31B70/74—Auxiliary operations
- B31B70/81—Forming or attaching accessories, e.g. opening devices, closures or tear strings
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D21—PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
- D21H—PULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- D21H27/00—Special paper not otherwise provided for, e.g. made by multi-step processes
- D21H27/10—Packing paper
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B—MAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31B70/00—Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
- B31B70/26—Folding sheets, blanks or webs
- B31B70/262—Folding sheets, blanks or webs involving longitudinally folding, i.e. along a line parallel to the direction of movement
- B31B70/266—Folding sheets, blanks or webs involving longitudinally folding, i.e. along a line parallel to the direction of movement involving gusset-forming
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D31/00—Bags or like containers made of paper and having structural provision for thickness of contents
- B65D31/08—Bags or like containers made of paper and having structural provision for thickness of contents with block bottoms
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D31/00—Bags or like containers made of paper and having structural provision for thickness of contents
- B65D31/10—Bags or like containers made of paper and having structural provision for thickness of contents with gusseted sides
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D33/00—Details of, or accessories for, sacks or bags
- B65D33/14—Suspension means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D65/00—Wrappers or flexible covers; Packaging materials of special type or form
- B65D65/38—Packaging materials of special type or form
- B65D65/46—Applications of disintegrable, dissolvable or edible materials
- B65D65/466—Bio- or photodegradable packaging materials
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Packages (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking, omvattende: het verschaffen van een substraat dat gedeeltelijk van papier is en een venster van een venstermateriaal omvat; het opdelen van het substraat in vellen; het vouwen van het in vellen opgedeelde substraat onder vorming van een voorblad, een achterblad en zijdelen; het vormen van een huls uit een vel, en het afdichten van een uiteinde van de huls, waardoor de zakvormige verpakking gevormd wordt, waarbij het vormen van een vel omvat: het aanbrengen van een eerste en een tweede snede in het venster, welke sneden gelegen zijn op een separatielijn, waarbij er ten minste één hechtpunt behouden blijft tussen de eerste en de tweede snede; het voorbehandelen van het papier waardoor het papier langs de separatielijn mechanisch verzwakt wordt, en het separeren van het vel onder invloed van een trekkracht, waarbij het hechtpunt in het venster gesepareerd wordt.
Description
Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking
VELD VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft betrekking op een zakvormige verpakking met een opening aan een eerste uiteinde en een afdichting aan een tegenoverliggende tweede uiteinde. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zo’n zakvormige verpakking.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Zakvormige verpakkingen die van een venster voorzien zijn en verder papier omvatten, worden onder meer toegepast voor brood, deegwaar, groenten en fruit. Het venster is doorgaans doorzichtig en is ervoor bedoeld, dat klanten en winkelpersoneel kunnen zien wat er verpakt is in de zakvormige verpakking. Bij verdere voorkeur is het venster een doorlopend venster, i.e. het loopt door van een eerste uiteinde tot een tweede uiteinde van de verpakking. Het venster vormt een strook die aan weerszijden gehecht is aan het papier. Dergelijke verpakkingen hebben behalve cen voorblad en een achterblad zijdelen die zich uitstrekken tussen het voorblad en het achterblad. De verpakking is open aan een eerste zijde, en kan daar gesloten worden, bijvoorbeeld met een label voorzien van lijm. De verpakking is gesloten aan een tegenoverliggende tweede zijde. Bij voorkeur wordt de verpakking gesloten door die om te vouwen en daarna voor- en achterblad aan elkaar te verbinden. De verpakking onderscheid zich daarmee van zakken met een vierkante bodem, waarbij de gehele bodem verlijmd is. Dergelijke zakken worden toegepast voor suiker, meel en dergelijke. Bij het vervaardigen van de zakvormige verpakking wordt uitgegaan van een substraat omvattende een strook papier en een strook venstermateriaal, welke stroken langs de verbindende rand onderling gehecht zijn met een lijmverbinding. Indien gewenst, kan gebruik gemaakt worden van cen eerste en cen tweede strook papier waartussen de strook venstermateriaal zich bevindt. Na het omvouwen van de stroken voor het vormen van de verpakking wordt een extra lijmverbinding aangebracht. Daarna worden de verpakkingen onderling gescheiden. De afdichting aan het tweede uiteinde wordt daarbij gevormd met een vouwklep. Een werkwijze voor het maken van zo’n verpakking en cen resulterende verpakking zijn bekend uit EP1894714B1 en uit EP3095723A1, laatstgenoemde in de naam van de aanvrager. Gebleken is in verdere onderzoeken aan de zakvormige verpakking met een doorlopend venster, dat het venster de neiging heeft om snel te scheuren. Dat is ongewenst bij het gebruik van de verpakking. Weliswaar kan het probleem verminderd worden door een dik, stijf en relatief sterk venstermateriaal te gebruiken. Zo’n dik materiaal verhoogt echter de kostprijs van de zakvormige verpakking en doet daarmee snel de winstmarge verdampen. Daarbij komt, dat het uit oogpunt van duurzaamheid en recycling gewenst is om plastic materiaal toe te passen dat eenvoudig gerecycleerd kan worden, dan wel biologisch afbreekbaar is. De sterkte en stijfheid van dergelijk plastic materiaal, bijvoorbeeld polymelkzuur, is echter lager dan dat van traditioneel plastic venstermateriaal, zoals polypropeen (PP) of polyethyleenterefthalaat (PET), of eventueel een ander polyester.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Het is zodoende een doel van de uitvinding om een zakvormige verpakking te verschaffen, die van een doorlopend venster voorzien is, die een voldoende hoge weerstand heeft tegen scheurvorming. Het is een verder doel van de uitvinding om een werkwijze voor de vervaardiging van dergelijke zakvormige verpakking te verschaffen.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt dit doel bereikt in een werkwijze met volgende stappen: (1) het verschaffen van een substraat dat gedeeltelijk van papier is en voorzien is van een in een hoofdrichting doorlopend venster van een venstermateriaal; (2) het opdelen van het substraat in vellen langs éénvormige separatielijnen die zich op een vooraf bepaalde afstand, in de hoofdrichting, van elkaar bevinden; (3) het vouwen van het optioneel in vellen opgedeelde substraat langs vouwlijnen onder vorming van een voorblad, een achterblad en zijdelen; (4) het vormen van een huls uit een vel, en (5) het afdichten van een uiteinde van de huls met een afdichting, waardoor de zakvormige verpakking gevormd wordt. Hierbij omvat volgens de uitvinding het opdelen van het substraat de stappen van: - Het aanbrengen van ten minste een eerste en een tweede snede in het venster, welke sneden gelegen zijn op een separatielijn, waarbij er ten minste één hechtpunt behouden blijft tussen de eerste en de tweede snede; - Het voorbehandelen van het papier waardoor het papier langs de separatielijn mechanisch verzwakt wordt, en - Het separeren van het vel onder invloed van een trekkracht, waarbij ook het hechtpunt in het venster gesepareerd wordt.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een zakvormige verpakking verschaft, die voorzien is van een opening aan een eerste uiteinde en een afdichting aan een tegenoverliggende tweede uiteinde, waarbij de verpakking papier en een venster van een venstermateriaal omvat, welk venster zich van het eerste uiteinde tot aan het tweede uiteinde van de verpakking uitstrekt, waarbij het venster aan het eerste uiteinde eindigt op een separatielijn, die een eerste en cen tweede snede omvat, verkregen door het venster te snijden, waarbij een uitsteeksel tussen de eerste en de tweede snede aanwezig is, welk uitsteeksel uitsteekt ten opzichte van de eerste en tweede snede.
Gebleken is dat het gebruik van een combinatie van separatietechnieken zeer goed werkt om de kwetsbaarheid van het venster voor scheurvorming te verminderen en tegelijkertijd op een industrieel efficiënte manier een zakvormige verpakking te maken. Gebleken is dat de separatietechniek van het venster, waarbij eerst sneden worden aangebracht en daarna resterende hechtpunten door middel van trekkracht worden doorgescheurd, leidt tot een verhoogde sterkte in de hoofdrichting. Dit gaat op zich gepaard met een verlaagde sterkte in de tegenovergestelde richting en dus aan het tweede uiteinde. Echter, de separatielijn aan het tweede uiteinde wordt verborgen in de afdichting.
Het aantal sneden en hechtpunten kan nader bepaald worden en is vanzelfsprekend afhankelijk van de breedte van het venster en het venstermateriaal. Doorgaans heeft een zakvormige verpakking cen voorblad, een achterblad en zijdelen. Wanneer de zakvormige verpakking doorloopt in de zijdelen vanuit voor- en/of achterblad, lijkt het gunstig om het aantal hechtpunten per eenheid van breedte te verhogen. Het aantal sneden is bijvoorbeeld ten minste twee, omdat er dan een hechtpunt tussen de sneden aanwezig is. Bij verdere voorkeur is het aantal sneden ten minste vier, of ten minste zes of ten minste tien. In een gunstige uitvoeringsvorm is een even aantal van telkens even grote sneden aanwezig, omdat er dan een hechtpunt tussen de sneden aan het midden van het venster aanwezig is.
Er is een zekere mate van vrijheid bij het bepalen van de breedte van een hechtpunt. In dat opzicht is het mogelijk dat de breedte van het hechtpunt ten hoogste gelijk is aan de breedte van een snede. Bij voorkeur hebben het hechtpunt en de eerste en tweede snede elk een breedte in een richting loodrecht op de hoofdrichting, waarbij de breedte van het hechtpunt ten hoogste 20%, bij voorkeur ten hoogste 12% van de breedte van de snede is. Bij verdere voorkeur heeft het hechtpunt een breedte die verhoudingsgewijs gering is ten opzichte van een breedte van een snede. Een verhouding van ten minste 1:5, bij voorkeur ten minste 1:8 of zelfs 1:10 of meer kan toegepast worden. In een verdere uitvoeringsvorm is de verhouding kleiner dan 1:20 of zelfs kleiner dan 1:15. Een hechtpunt heeft bij voorkeur een breedte die ten hoogste 5 mm is, zoals ten hoogste 4 mm, bij verdere voorkeur ten hoogste 2 mm of zelfs 0,5-1,5 mm. Bij verdere voorkeur is de snede gekromd. De snede is bijvoorbeeld concaaf, zoals U-vormig. In cen bijzonder gunstige uitvoeringsvorm is de kromming zodanig dat het hechtpunt zich in de hoofdrichting (corresponderend met de lengte van de verpakking) aan het hoogste punt bevindt. Op die wijze vormt het hechtpunt het meest effectief een barrière tegen scheurvorming. Het hechtpunt heeft daarbij bij voorkeur een hoogte ten opzichte van een laagste punt of lijnstuk van de snede van
* BE2019/5795 0,5-3mm, zoals 0,7-1,5 mm. Het laagste punt of lijnstuk van de snede is doorgaans een lijnstuk van cen aantal millimeter breed. Door de trekkracht is het niet uitgesloten dat de hoogte van het uitsteeksel groter is dan die van het hechtpunt.
Ineen gunstige uitvoeringsvorm bevinden de sneden zich op een separatielijn door het venstermateriaal die op een bolschil ligt. Dit blijkt gunstig voor de levensduur van het mes dat voor het aanbrengen van de sneden toegepast wordt. De bolschil is bij voorkeur bol in de hoofdrichting, Le. zodanig dat het midden van de bolschil uitsteekt of naar voren ligt ten opzichte van de zijkanten van het venster. De omgekeerde richting, dus een holle bolschil, is echter niet uitgesloten.
Een gunstige hoek van de bolschil, gemeten als de hoek tussen een horizontaal dwars op de hoofdrichting en de bolschil is ten hoogste 20 graden, bij voorkeur ten hoogste 15 graden, bij verdere voorkeur 4-12 graden, zoals 7-10 graden. Alternatieven op een bolschil zijn eveneens mogelijk, zoals een separatielijn door het venster die S-vormig, sinusoïdaal of anders gekromd is. Zo’n S-vormige schil is in wezen een separatielijn met een eerste bolschil en een tweede bolschil.
In plaats van een bolschil die overal dezelfde kromming heeft, kan de bolschil ook afgeplat zijn of kunnen aan de bolschil eindstukken voorzien zijn, die bijvoorbeeld recht lopen.
Tijdens de voorbehandeling van het papier worden bij voorkeur perforaties aangebracht in het papier op de separatielijn. Dit is een op zich bekende techniek in de papierwereld. Andere technieken zijn op zich niet uitgesloten, zoals het aanbrengen van een kerflijn. Met perforaties kan ervoor gezorgd worden dat de benodigde trekkracht die wordt uitgeoefend op het papier gelijk of van dezelfde orde van grootte kan zijn als de benodigde trekkracht door het venster. In een gunstige uitvoeringsvorm wordt een strook papier die grenst aan het venster en/of een overlap heeft met het venster voorbehandeld door het aanbrengen van één of meer sneden en blijft vrij van perforaties. Het is daarbij niet uitgesloten dat sneden vanuit het venster doorlopen in het papier. Met behulp van de strook wordt voorkomen dat er per ongeluk toch perforaties worden aangebracht in het venster tijdens de productie. Het is niet uitgesloten dat de genoemde strook vrij is van perforaties en eveneens vrij van sneden, ten minste in het gebied dat grenst aan het venster. De voorbehandeling van het papier kan plaatsvinden vooraf, achteraf of zelfs gelijktijdig met het aanbrengen van de sneden.
In een verdere uitvoeringsvorm wordt de perforatie van het papier uitgevoerd met een perforatie- cenheid die voorzien is van perforatiemiddelen. De perforatiemiddelen zijn bij voorkeur messen die voorzien zijn van tanden. Dankzij de tanden wordt een perforatie verkregen in plaats dat het papier geheel doorsneden wordt. Anderszins kan gebruik gemaakt worden van een middel voor het aanbrengen van een kerflijn. Een dergelijk middel is meer in het bijzonder cen mes met een vooraf bepaalde scherpte en een slagkracht richting het papier. In een verdere uitvoeringsvorm kan de separatielijn uitgevoerd zijn als combinatie van perforaties en kerflijnen. Meer in het bijzonder wordt voor het aanbrengen van de sneden gebruik gemaakt van een mes dat 5 zich op een rol bevindt. In een gunstige implementatie wordt gebruik gemaakt van een mes dat zich hecht op een rol dankzij cen magnetische kracht. Het mes is daarbij zo gevormd dat het met de vorm van de rol meebuigt. De perforatie-eenheid is bij voorkeur ingericht voor plaatsing in een holte van een rol. Dit heeft het voordeel dat de perforatiemiddelen tijdens het draaien van de rol in contact zijn met het papier, en niet slechts een enkel moment. De langere contactduur draagt ertoe bij, dat de perforatie langs de gehele separatielijn op de gewenste wijze gerealiseerd wordt. Een tweede roller kan gepositioneerd zijn tegenover de genoemde roller, op een wijze waarbij het papier tussen de twee rollers door beweegt. De eerste en de tweede roller roteren hierbij, in onderling tegengestelde draairichtingen.
De tweede roller omvat daarbij aan diens oppervlak bij voorkeur een materiaal met voldoende clasticiteit, zoals een rubberachtig materiaal. Een verder voordeel van een dergelijke plaatsing is dat de perforatie-eenheid op relatief eenvoudige wijze in de rol te bevestigen valt. Wanneer achtereenvolgens verschillende typen verpakkingen vervaardigd dienen te worden, kan de perforatie-eenheid dus losgemaakt worden uit de holte en vervangen door een andere perforatie- eenheid. Vervanging van de perforatie-eenheid is eveneens mogelijk, zonder veel tijdverlies, bij slijtage van de perforatiemiddelen, i.e. getande messen. De holte en de perforatie-eenheid zijn daarbij in het algemeen voorzien van bevestigingsmiddelen, om te voorkomen dat de perforatie- cenheid uit de rol valt of gaat vibreren bij rotatie van de rol. Het is namelijk gewenst dat de rol op hoge snelheid gaat ronddraaien, om zo voldoende perforaties per minuut door te voeren.
Uiteenlopende bevestigingsmiddelen zijn mogelijk en op zich bekend aan een vakman. Voorbeelden zijn magneten, één of meer uitsteeksels die in complementaire holten passen (“lock & key”), en indien gewenst mechanisch of elektronisch vergrendelbaar of verankerbaar zijn, mechanische verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld één of meer schroefverbindingen, et cetera.
Het is gunstig, wanneer het opdelen van het papier in vellen plaats heeft in een eerste en een tweede stap, waarbij de cerste stap plaats heeft voor het vouwen van het substraat en de tweede stap erna. In de eerste stap wordt de separatielijn gedefinieerd, door het aanbrengen van de sneden en het voorbehandelen van het papier. Bij voorkeur wordt de separatielijn uitgevoerd door perforatie van het papier. In de tweede stap worden de vellen papier gescheiden langs de separatielijn.
° BE2019/5795 Het scheiden van de vellen gebeurt bij voorkeur door het gelijktijdig tegenhouden van het papier en eraan trekken. Het trekken vindt plaats aan de ene zijde van de separatielijn, en met name aan het vel dat losgetrokken dient te worden. Het vasthouden van het papier vindt plaats aan de andere zijde van de separatielijn. In een gunstige uitvoeringsvorm is het tegenhouden een stap waarin het voortdurend bewegende papier, dat van een rol afkomstig is, wordt vertraagd. In een verdere uitvoeringsvorm wordt het trekken uitgevoerd met een trekmiddel, waarbij het voortdurend bewegende papier versneld wordt. Bij verdere voorkeur wordt hierin gebruikt gemaakt van een apparaat dat voorzien is van een eerste en een tweede roteerbare as, waarbij het papier geleid wordt tussen een drager en de assen. De assen zijn opgesteld in de breedterichting van het papier. De tweede as bevindt zich daarbij op een positie stroomafwaarts van de eerste as. Een geleiderband kan daarbij aanwezig zijn, die contact maakt met een bovenkant van het papier en ook met de tweede as. De trekkracht wordt daarbij verschaft doordat de rotatiesnelheid van de tweede as tijdelijk wordt verhoogd, en waarbij de rotatiesnelheid van de eerste as tijdelijk wordt verlaagd.
Het afdichten van de huls gebeurt bijvoorbeeld door het omvouwen van een uiteinde van een vel onder vorming van een vouwklep en het hechten van de vouwklep aan het tegenoverliggende blad met een hechtverbinding. Hierbij wort ervoor gezorgd dat het tweede uiteinde verborgen is in de vouwklep. De hechtverbinding is bij voorkeur lijm, maar er kan ook gebruik gemaakt worden van andere technieken, zoals het lassen. Het is evenmin uitgesloten dat een apart stuk papier wordt verschaft om de afdichting te versterken. Het is gebruikelijk dat de separatielijn zo ontworpen dat er een trede in gedefinieerd is. De zijkanten van zo’n trede bevinden zich bij voorkeur in het papier, hoewel één - of zelfs beide - ook in het venster kan bevinden. In een gunstige uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van cen dubbele trede. Een vensterzak met een dubbele trede is op zich bekend uit EP3095723A1, waarvan de beschrijving hier wordt ingevoegd bij referentie voor wat het aspect van de dubbele trede. Deze dubbele trede voorkomt dat kruimels via openingen in de afdichting uit de verpakking kunnen verdwijnen. Bij verdere voorkeur wordt de dubbele trede toegepast in combinatie met lijmverbindingen die op verschillende hoogten in de vouwklep zijn aangebracht, zoals twee hoogten.
Bij voorkeur omvat het venstermateriaal een plastic materiaal en is het doorzichtig. Onder een plastic materiaal wordt hier een synthetisch polymeer materiaal verstaan, dat verkregen is met behulp van industriële polymerisatie (i.t.t. tot een natuurlijk polymeer zoals zetmeel of cellulose). Ook een materiaal verkregen door een industriële chemische modificatie van een natuurlijk polymeer kan een plastic zijn, bijvoorbeeld cellofaan. Bekende doorzichtige synthetisch polymere Materialen zijn onder meer polypropeen (PP), polyethyleentereftalaat (PET), nylon. Bijzonder gunstig is de toepassing van biologisch afbreekbare synthetisch polymere materialen. Voorbeelden
/ BE2019/5795 daarvan zijn polymelkzuur (bekend als polylactic acid, PLA), polybutylene terephthalate (PBT), polycyclohexylenedimethylene-2,5-furandicarboxylate (PCF), polybutylene adipate-co- terephthalate (PBAT), polybutylene sebacate-co-terephthalate (PBSeT), polybutylene succinate-co terephthalate (PBST), polybutylene 2,5 furandicarboxylate-co-succinate (PBSF), polybutylene 2,5- firandicarboxylate-co-adipate (PBAF), polybutylene 2,5-furandicarboxylate-co-azelate (PBAZF), polybutylene 2,5 furandicarboxylate-co-sebacate (PBSeF), polybutylene 2,5-furandicarboxylate- co-brassylate (PBBrF), polybutylene 2,5-furandicarboxylate (PBF) , polybutylene succinate (PBS), polybutylene adipate (PBA), polybutylne succinate-co-adipate (PBSA), polybutylene succinate-co- sebacate (PBSSe), polybutylene sebacate (PBSe), copolymeren daarvan met polylactic acid. Ook mengsels (i.e. blends) van dergelijke polymeren zijn toepasbaar, alsmede blends met conventionele polymeren zoals PET. Dergelijk plastic materiaal, dat bij voorkeur op een rol leverbaar is en toegelaten is als verpakkingsmateriaal voor voedingswaar, is op zichzelf commercieel leverbaar. De term ‘biologisch afbreekbaar plastic’ wordt hierin gebruikt op de conventionele manier, als een materiaal dat afbreekbaar is door micro-organismen (bacteriën of schimmels). Het is daarbij ook bekend dat de effectieve biodegradeerbaarheid sterk afhangt van de omgevingsomstandigheden: temperatuur, aanwezigheid van micro-organismen, aanwezigheid van zuurstof en water. Bij voorkeur wordt een materiaal toegepast dat industrieel composteerbaar is, in overeenstemming met de standaard EN 13432.
De term ‘papier’ als materiaal waaruit de verpakking gefabriceerd wordt, is hierboven gebruikt in brede zin. Het is verder mogelijk dat het papier voorzien is van cen plastic laag aan de binnenkant van de verpakking. In weer een verdere uitvoeringsvorm is het papier voorzien van een coating aan de buitenzijde waarmee de doorlaatbaarheid voor vocht ingesteld wordt. Dit laatste is gewenst voor brood met een harde korst en zeer gebruikelijk in onder meer de Belgische markt. Bij voorkeur is een dergelijke coating gebaseerd op een plantaardige olie, hoewel paraffine ook geschikt is. Bij verdere voorkeur wordt de deklaag toegepast in combinatie met een maskerlaag, zoals bekend uit EP3396065A1 van aanvrager. Het aanbrengen van deklaag en een eventuele maskerlaag vindt bij voorkeur plaats voorafgaand aan de combinatie van het papier met het venstermateriaal. Dit kan plaatsvinden als onderdeel van het vervaardigingsproces. Anderszins kan de bewerking van het papier vooraf gebeuren op een aparte machine of zelfs op een andere locatie. Het is gunstig om een deklaag gebaseerd op plantaardige ingrediënten toe te passen, in het bijzonder een plantaardige olie, zoals palmolie, zonnebloemolie et cetera. Op die wijze, in het bijzonder met een bioafbreekbaar plastic venstermateriaal wordt een zakvormige verpakking verkregen die in zijn geheel te recycleren valt, of anderszins composteerbaar is.
In een gunstige uitvoeringsvorm 1s het venster aanwezig in het voorblad en/of in het achterblad. Anderszins kan het venster zich bevinden in een zijdeel, zonder door te lopen naar voorblad en/of achterblad. Aanwezigheid in het voorblad heeft de voorkeur. Naar wens kan het venster doorlopen vanaf voor- of achterblad tot in een zijdeel. Doorgaans omvat een zijdeel ten minste twee stukken In zo’n uitvoeringsvorm strekt het doorzichtige venster bij voorkeur zich uit tot in het naastgelegen zijdeel. Dit maakt dat het venstermateriaal niet driemaal, maar slechts één of tweemaal gevouwen hoeft te worden langs de vouwlijnen. Gebleken is dat venstermateriaal, zoals polypropyleen, te veel geheugen heeft (gaat terug naar de oorspronkelijke vorm ). Dat wil zeggen dat een eenmaal aangebrachte vouw de neiging heeft om uit zichzelf weer te verdwijnen. Dit proces is ongewenst, omdat broodzakken zonder scherpe vouwen er niet goed uitzien en omdat bij het afrapen van zakken, voorafgaand aan het vullen met brood, irritatie en ongemak kan ontstaan. Een vensterzak waarin het venster geen drie vouwen maar slechts één of twee omvat, blijkt een verbetering.
In een verdere uitvoeringsvorm wordt het doorzichtige venster tweemaal omgevouwen is langs vouwlijnen, en loopt het papier aan weerszijde van de vensterrand tot nagenoeg aan één van de vouwlijnen door. Hiermee wordt bereikt dat de vouwen in het venster goed behouden blijven. In het bijzonder is de constructie zodanig, dat het venster nog doorloopt tot onder het papier. Het papier bevindt zich dus tussen twee ‘lagen’ venster, hetgeen kennelijk de tweede vouw in het venstermateriaal stabiliseert.
In weer een verdere uitvoeringsvorm heeft het zijdeel in opengevouwen toestand cen breedte die ten minste 40% en bij voorkeur ten minste 50% uitmaakt van een breedte van het achterblad. Gebleken is dat een breder zijdeel nog beter werkt om de vouwen in het venster goed te behouden. De effectieve minimale breedte van het zijdeel wordt bepaald door zowel de breedte als door de lengte van de zak. Voor broodzakken met een lengte van bijvoorbeeld 30 cm en een breedte van ongeveer 18 cm, is een zijdeel met een opengevouwen breedte van ongeveer 6 cm een minimum, maar gebleken is dat een breedte van ten minste 40% een beter resultaat geeft. Een breedte van 50% of meer werkt nog beter.
Bij voorkeur is de hechtverbinding die de vouwklep aan voor- of achterblad verbindt, een lijmverbinding. Andere verbindingsprocessen, zoals in het bijzonder het thermisch verbinden (‘sealen’ of lassen), worden echter niet uitgesloten. Het is niet noodzakelijk dat de lijm is aangebracht als een lijmstrook of —lijn die zich over nagenoeg de gehele breedte van de verpakking uitstrekt. Het is op zich voldoende als hechting ontstaat tussen de zijdelen en het tegenoverliggende blad. Desalniettemin zorgt een lijmstrook of lijn, die ook aanwezig is op de uitstekende trede, voor cen extra hechting.
) BE2019/5795 In een gunstige uitvoeringsvorm wordt een tweede lijmverbinding aangebracht tussen de vouwklep en het tegenoverliggende blad, waarbij de tweede lijmverbinding zo gepositioneerd is, dat die de stroken van de zijdelen hecht aan het tegenoverliggende blad.
Hiermee wordt de verpakking aanzienlijk versterkt en daarmee geschikt gemaakt voor groter en/of zwaarder brood.
Het is daarbij cen voordeel van deze uitvoeringsvorm dat de twee lijmverbindingen tussen vouwklep en tegenoverliggend blad in een enkele hechtstap verkregen kunnen worden.
Die enkele hechtstap kan bestaan uit het aanbrengen van lijm, en meteen erna het aandrukken.
Het heeft echter de voorkeur dat de lijm reeds eerder op de verpakking zijn aangebracht, en na het omvouwen van de vouwklep met druk en/of temperatuur geactiveerd worden, waarbij de gewenste verbinding ontstaat.
In weer een verdere uitvoeringsvorm wordt tijdens het vouwen van het papier een zijflank verschaft.
Deze bevindt zich aan de eerste zijrand van het papier.
De zijflank vertoont een overlap met het papier bij een tweede zijrand, die voorafgaand aan het vouwen tegenover de eerste zijrand gelegen was.
Vervolgens wordt de zijflank gehecht aan het vel bij de tweede zijrand, waarmee er cen overlap is.
De definitie van een zijflank is een geschikte methode om een stevige zak te vormen.
De zijflank wordt bij voorkeur gehecht aan het voor- of het achterblad.
De zakvormige verpakking volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor gebruik als verpakking voor voedingswaar, zoals brood, fruit, groente en dergelijke.
De zakvormige verpakking kan in dat opzicht gezien worden als een broodzak.
Een broodzak is in het bijzonder herkenbaar eraan dat de verpakking het formaat heeft om een brood te verpakken.
Doorgaans is het papier vervaardigd uit een wat grovere papiersoort, bijvoorbeeld ongebleekt papier met een hoger percentage langvezel en minder kortvezel.
Ook is veelal een coating aanwezig waarbij de vochtdoorlaatbaarheid beperkt wordt.
Dergelijke papiersoorten hebben aan de eerste zijde typisch een oppervlakte-ruwheid van 100-250 ml/min (ISO 8791-2), zoals 150-200 ml/min.
De hoeveelheid langvezel in het papier is bij voorkeur minstens 40%. Bij verdere voorkeur is de hoeveelheid langvezel ten minste 50%, met nog verdere voorkeur ten minste 70%. In de context van de uitvinding verwijst ‘kortvezel’ naar cellulose dat bijvoorbeeld afkomstig is van loofhout of gerecycled papier, en een lengte heeft in de orde van 0,5-3 mm, meer specifiek 0,7-2,5 mm en een diameter van bijvoorbeeld 20-30 um. ‘Langvezel’ verwijst naar cellulose dat primair afkomstig is uit naaldhout en meer in het bijzonder een lengte heeft in de orde van 2,5-5,0 mm, meer specifiek 2,7-4,5 mm en een diameter van bijvoorbeeld 30-45 um.
Dergelijke keuze van papiersoorten zijn ook geschikt voor groente en fruit, waarbij het percentage langvezel daarbij bij voorkeur nog hoger ligt, bijvoorbeeld ten minste 50%, vanwege de gewenste stijfheid en sterkte.
Niettemin kan de zakvormige verpakking ook toegepast worden voor de verpakking van non-food artikelen. Voorbeelden van dergelijke artikelen zijn onder meer artikelen die in een supermarkt of warenhuis verkrijgbaar zijn of die bij een internetwinkel te bestellen zijn. Te denken valt aan textiel voor gebruik bij schoonmaken, metalen en plastic voorwerpen zoals gereedschappen, kleding en dergelijke. Het is een voordeel dat de verpakking enerzijds composteerbaar en/of recycleerbaar is, en anderszins licht zijn en weinig plaats innemen in vergelijking met karton. Dankzij het venster kan bovendien de inhoud bekeken worden, zonder dat de verpakking geopend hoeft te worden.
KORTE INTRODUCTIE VAN DE FIGUREN Deze en andere aspecten van de uitvinding worden verder toegelicht aan de hand van bijgevoegde figuren, die schematisch van aard zijn en niet op schaal zijn weergegeven en waarin dezelfde referentiecijfers verwijzen naar dezelfde of overeenkomstige onderdelen. Hierin, Fig. 1 toont een zakvormige verpakking volgens de uitvinding; Fig. 2 toont in een schematisch bovenaanzicht een vel dat toegepast wordt voor een zakvormige verpakking die op zichzelf bekend is Fig. 3 toont schematisch een substraat omvattende een venster en papier, waarbij sneden zijn aangebracht in het venster die liggen op een separatielijn Fig. 4a-c tonen drie voorbeelden van ontwerpen van separatielijnen bestaande uit sneden en hechtpunten; Fig. 5a-e tonen voorbeelden van separatielijnen in de vorm van bolschillen met onderling verschillende kromming
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN Fig. 1 toont een zakvormige verpakking 100 volgens de uitvinding in een schematisch aanzicht. De zakvormige verpakking 100 heeft een voorblad 1, een achterblad 2 en zijdelen 3. Een venster 30 bevindt zich in het voorblad 1 en strekt zich uit van een eerste uiteinde 11 tot een tweede uiteinde. Het tweede uiteinde is niet zichtbaar, want verborgen in de vouwklep 20. Een hechtverbinding, typisch van lijm, is aanwezig tussen de vouwklep 20 en het voorblad 1. Lijmverbindingen zijn voorts gebruikt om het venster 30 vast te maken aan het papier. Het venster 30 eindigt aan het eerste uiteinde 11 in een separatielijn 31 waarlangs een separatie heeft plaatsgevonden tijdens de productie van de verpakking 100. Zichtbaar is dat de separatielijn 31 de vorm heeft van een bolschil. Zichtbaar is verder dat er op de bolschil uitsteeksels 32 aanwezig zijn. Deze uitsteeksels 32 zijn het resultaat van het separatieproces, en zorgen voor een verhoogde sterkte van het venster tegen scheurvorming.
' BE2019/5795 Fig. 2 toont een vel 10 dat leidt tot een broodverpakking die op zich bekend is. Het vel is voorzien van een eerste uiteinde 11 en een tweede uiteinde 12 in een eerste richting (tevens hoofdrichting genoemd), en een eerste zijrand 13 en een tweede zijrand 14 in een tweede richting. De hoofdrichting is tevens de richting waarin de rol papier uitgerold wordt. Het papier wordt zodoende onderverdeeld in vellen 10 langs het eerste en het tweede uiteinde 11, 12. Daartoe kan het eerste en het tweede uiteinde 11, 12 voorbewerkt zijn, om een efficiënte en nagenoeg foutloze onderverdeling mogelijk te maken. Het vel wordt omgevouwen nabij het tweede uiteinde 12, zodat de verpakking aan het eerste uiteinde 11 een opening omvat en aan het tweede uiteinde 12 een afdichting.
Getoond in Fig. 2 zijn de delen van het vel 10 die na omvouwen specifieke onderdelen van de broodverpakking vormen. Ze worden hier aangeduid met de naam van het onderdeel van de broodverpakking, zoals voorblad 1, achterblad 2 en een eerste en een tweede zijdeel 3. Deze onderdelen worden gedefinieerd door vouwlijnen 15. Het vel zoals getoond in Fig. 2 is verder voorzien van een zijflank 4. Na omvouwen langs de vouwlijnen 15, is deze zijflank 4 gelegen tegenover het achterblad 2. Daarmee kunnen zijflank 4 en achterblad 2 aan elkaar gehecht worden, bijvoorbeeld met een lijmverbinding. Deze zijflank 4 is gunstig maar niet strikt noodzakelijk kan eventueel ook op een andere positie geplaatst zijn, bijvoorbeeld tegenover van de zijdelen 3.
Het vel 10 heeft in de hoofdrichting, die in de tekening omhoog staat, een basistrede 16, een tussentrede 17 en een uitstekende trede 18. Door de wijze van snijden van het vel correspondeert de uitstekende trede 18 aan het eerste uiteinde 11 met een basistrede 16 aan het tweede uiteinde 12; Le. het vel verspringt. De uitstekende trede 18 heeft een hoogte h1 ten opzichte van de basistrede
16. De uitstekende trede 18 aan het achterblad 2, die zich in aan het eerste uiteinde 11 bevindt, is in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van hangmiddelen 26. Dit is op zich niet noodzakelijk, maar gewenst voor het gebruik van de broodverpakking bij industriële bereiding en verpakking van brood. Het is daarbij gebruikelijk dat een broodverpakking wordt opgehangen aan de hangmiddelen 26 aan één of meer haken of anderszins corresponderende middelen van een verpakkingsapparaat. De broodverpakking wordt daarna doorgaans open geblazen met behulp van perslucht, waarna een veelal gesneden brood in de broodverpakking geleid wordt. In de praktijk valt het brood in de broodverpakking, maar een andere opzet wordt niet uitgesloten. De tussentrede 17 heeft hier een tweede hoogte h2 ten opzichte van de basistrede 16 aan het eerste uiteinde 11. De uitstekende trede 18 heeft, aan het eerste uiteinde 11, een eerste hoogte hl ten opzichte van de basistrede 16 en een derde hoogte h3 ten opzichte van de tussentrede 17. De derde hoogte h3 is bij voorkeur voldoende groot gekozen om te zorgen voor een stabiele lijmverbinding tussen de uitstekende trede 18 (gedefinieerd in het voorblad 1) en het achterblad 2, na het omvouwen van de vouwklep 20. Meer in het bijzonder is deze stabiele lijmverbinding een tweede lijmstrook 24, die is aangebracht op het achterblad 2 en/of op de uitstekende trede 18 in het voorblad 1, op een dusdanige hoogte waar de uitstekende trede 18 uitsteekt boven de tussentrede
17. Op die wijze wordt het voorblad 1 aan het achterblad 2 gehecht. In plaats van een tweede lijmstrook kan gekozen worden voor een ander patroon, zoals een veelheid aan individuele lijmdotten (in plaats van een ononderbroken lijn). Ook is het mogelijk dat de tweede lijmverbinding is vormgegeven als een eerste blok en een tweede blok, en wel op posities die overeenkomen met de door omvouwen van de zijdelen gevormde stroken 25. Dit aanbrengen heeft meer in het bijzonder plaats op het achterblad 2. Bij voorkeur wordt daarbij gebruikt gemaakt van cen enkel apparaat voorzien van een stempel voor het bedrukken van het vel (in casu het achterblad 2) met de eerste en de tweede lijmverbindingen. Op deze wijze wordt het aantal stappen zoveel mogelijk beperkt.
De trede 18, die van hangmiddelen 26 voorzien is, kan na het vullen van de broodverpakking met brood verwijderd worden. Het is zelfs mogelijk dat dit verwijderen — met name afscheuren — plaats heeft onder invloed van het gewicht van het brood in de broodverpakking.
Voor het fabriceren van de broodverpakking is het gewenst dat de onderzijde van de verpakking stevig en dicht is. Daartoe wordt een vouwklep 20 van het vel 10 omgevouwen langs een vouwlijn 21, nadat het vel 10 eerder reeds gevouwen is langs de vouwlijnen 15. De vouwlijn 21 bevindt zich nabij het eerste uiteinde 11, en is zo gelegen dat tenminste de uitstekende trede 18 geheel wordt omgevouwen. In het voorbeeld van Fig. 1 bevindt zich de vouwlijn, bezien in de eerste richting, voorbij de basistrede 16, zodat ook het achterblad 2 gedeeltelijk wordt omgevouwen.
De locatie van de vouwklep 20 na het omvouwen is getoond in Fig. 1 als het gearceerd gebied met verwijzingscijfer 20°. Er zijn hier twee gedeelten zichtbaar: de vouwklep 20’ op zich, en stroken
25. Deze stroken 25 zijn in feite de omgevouwen stroken van de zijdelen. De vouwklep 20 omvat op die plekken drie lagen papier. Voor zover het achterblad 2 wordt omgevouwen, komt daar nog de extra laag van de omgevouwen strook van het achterblad 2 bij. De vouwklep wordt vastgemaakt aan het achterblad 2 met behulp van een lijmverbinding 23, in dit voorbeeld in de vorm van een lijn. In de getoonde uitvoeringsvorm hierbij gebruik gemaakt van een eerste en een tweede lijmverbinding 23, 24, die in dit geval lijmstroken zijn. Met de eerste lijmverbinding 23 worden de stroken 25 vastgezet op het achterblad 2. Het doorlopen van de lijmverbinding van de stroken 25 tot de vouwklep 20 zorgt er extra voor, dat ook de zijkanten van de stroken 25 dichtgedrukt worden.
Fig. 3 toont schematisch een substraat 180 voorafgaand aan het separeren tot individuele vellen. Getoond is een venster 30 en een papier 40. In het venster 30 zijn reeds sneden 150 aangebracht, die liggen op een bolschil. Tussen de sneden 150 bevinden zich hechtpunten 321, die uiteindelijk na volledige separatie de uitsteeksels gaan vormen. Dankzij de hechtpunten blijven twee door de sneden 150 onderling gescheiden venstergedeelten 38A, 38B, 38C, 38D met elkaar verbonden. De pijl duidt de hoofdrichting aan waarin het substraat 180 voortbewogen wordt. Enige voorbehandeling van het papier 40, zoals het aanbrengen van vouwen is in deze figuur niet aangegeven. Zoals de vakman zal begrijpen, is het papier 40 doorgaans voorzien van een celluloselaag, een deklaag voor het instellen van de vochtdoorlaatbaarheid en eventueel verdere lagen, bijvoorbeeld een maskerlaag. Er is voorts — niet weergegeven — een verbinding, zoals een lijmverbinding, tussen het venster 30 en het papier 40.
Fig. 4a-c tonen elk een voorbeeld van een ontwerp van een separatielijn 31 door het venster.
Volgens de uitvinding worden een eerste snede en een tweede snede 150 aangebracht, bij voorkeur ten minste vier, of zelfs ten minste 10. Fig. 4a toont een ontwerp met vier sneden 150. Fig. 4b toont een ontwerp met zes sneden 150. Fig. 4c toont een ontwerp met twaalf sneden 150. De sneden 150 hebben in de getoonde uitvoeringsvorm allemaal dezelfde vorm. Deze vorm is concaaf, meer in het bijzonder in de vorm van een U, waarbij de benen of uiteinden 151 van de U een beperkte hoogte hebben en eerder van elkaar weg lopen in plaats van volledig evenwijdig te zijn. Als resultaat daarvan is tussen twee sneden 150 telkens een hechtpunt 321 aanwezig, waarin het venstermateriaal ononderbroken is. Na de voorbehandeling blijven twee door de sneden 150 onderling gescheiden venstergedeelten 38A, 38B met elkaar verbonden.
Inde Fig. 4a-c verwijst ‘wl’ naar de breedte van het venster. ‘b2’ verwijst naar de breedte van twee sneden 150 plus een hechtpunt 321. ‘b4’ verwijst naar de breedte van vier sneden 150 en tussenliggende hechtpunten 321. ‘b8’ verwijst naar de breedte van acht sneden 150 en tussenliggende hechtpunten 321. ‘hl’ verwijst naar de hoogte van de bolling van de bolschil van de separatielijn 31. ‘h2’ verwijst naar de hoogte van het hechtpunt 321 ten opzichte van de sneden 150, voorafgaand aan het separeren. ‘sl’ is de breedte van een hechtpunt. Wanneer de breedte ‘w1’ 120 mm is, is ‘b2’ in Fig. 4a 60 mm, in Fig. 4b 40 mm en in Fig. 4c 20 mm. ‘b4’ is daarbij tweemaal ‘b2’, en de breedte van een snede de helft van b2. ‘h2’en ‘s1’ zijn bijvoorbeeld 1 mm. ‘“h2’ kan bijvoorbeeld gevarieerd worden van 0,3 mm tot 3 mm. ‘sl’ kan bijvoorbeeld gevarieerd worden van 0,5 mm tot 5 mm. De hoogte h1 is bijvoorbeeld van 0,3 mm tot 10 mm, bij voorkeur 0,5 mm tot 6 mm.
In de getoonde uitvoeringsvormen bevinden de sneden 150, met uitzondering van de genoemde benen of uiteinden 151, op een gekromde separatielijn of bolschil 31 die convex is.
Dat wil zeggen dat de separatielijn 31 zich naar voren uitstrekt in de hoofdrichting.
Deze hoofdrichting wijst naar het eerste uiteinde 11, waar zich in de uiteindelijke verpakking (100, zie Fig. 1) de opening bevindt.
Het venster wordt aan dit eerste uiteinde 11 versterkt dankzij de uitvinding.
Hierbij is de hoek a tussen de separatielijn 31 en een horizontale lijn bij voorkeur tussen 5 en 15 graden.
In het getoonde voorbeeld is de hoek a tussen 9 en 10 graden.
Fig. 5a-e tonen vijf vormen van de separatielijn 31 met verschillende krommingen.
Het is daarin zichtbaar dat de kromming gevarieerd kan worden in richting, en in de krommingshoek.
Bovendien, zoals Fig. 5(e) laat zien, is het niet noodzakelijk dat de separatielijn 31 de vorm heeft van een bolschil, of dat het noodzakelijk zou zijn, dat de separatielijn 31 aan weerzijden van het venster op zich gelijke hoogte bevindt (gedefinieerd in de hoofdrichting). Hoewel hier in Fig. 5a-e niet getoond, kan de separatielijn 31 ook geheel vlak zijn.
Niettemin heeft een separatielijn zoals getoond in Fig. 4a-c en Fig. 5a-5b of eventueel 5d wel de voorkeur met het oog op vervaardigbaarheid.
Claims (21)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking met een opening aan cen eerste uiteinde en een afdichting aan een tegenoverliggende tweede uiteinde, welke werkwijze de stappen omvat van: - het verschaffen van een substraat dat gedeeltelijk van papier is en voorzien is van een in een hoofdrichting doorlopend venster van een venstermateriaal; - het opdelen van het substraat in vellen langs éénvormige separatielijnen die zich op cen vooraf bepaalde afstand, in de hoofdrichting, van elkaar bevinden; - het vouwen van het optioneel in vellen opgedeelde substraat langs vouwlijnen onder vorming van een voorblad, een achterblad en zijdelen; - het vormen van een huls uit een vel, en - het afdichten van een uiteinde van de huls met een afdichting, waardoor de zakvormige verpakking gevormd wordt, waarbij het vormen van een vel de stappen omvat van: - het aanbrengen van ten minste een eerste en een tweede snede in het venster, welke sneden gelegen zijn op een separatielijn, waarbij er ten minste één hechtpunt behouden blijft tussen de eerste en de tweede snede; - het voorbehandelen van het papier waardoor het papier langs de separatielijn mechanisch verzwakt wordt, en - het separeren van het vel onder invloed van een trekkracht, waarbij ook het hechtpunt in het venster gesepareerd wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk de eerste en tweede snede zodanig gevormd zijn, dat de resulterende separatielijn door het venster aan het eerste uiteinde van de zakvormige verpakking een uitsteeksel omvat ten opzichte van de sneden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het aantal sneden in het venster op een separatielijn ten minste twee is, bij voorkeur tenminste vier, bij verdere voorkeur ten minste tien, waarbij naburige sneden telkens onderling gescheiden zijn door een hechtpunt.
4. Werkwijze volgens conclusies 2-3, waarbij de sneden op een bolschil liggen.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de bolschil zich aan het eerste uiteinde in de hoofdrichting uitsteekt ten opzichte van een rand tussen het papier en het venster.
6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij de bolschil een hoek (a) met een horizontale lijn dwars op de hoofdrichting insluit van ten hoogste 20 graden, bij voorkeur ten hoogste 15 graden, bij verdere voorkeur 4-12 graden, zoals 7-10 graden.
7. Werkwijze volgens conclusie 1-6, met het kenmerk dat de ten minste ene snede een gekromde vorm heeft, en waarbij de gekromde vorm zo gekozen is, dat de snede aan het eerste uiteinde van de zakvormige verpakking concaaf is.
8. Werkwijze volgens conclusie 1-7, waarbij het hechtpunt en de eerste en tweede snede elk cen breedte hebben in een richting loodrecht op de hoofdrichting, waarbij de breedte van het hechtpunt ten hoogste 20%, bij voorkeur ten hoogste 12% van de breedte van de snede is.
9. Werkwijze volgens conclusie 1-8, waarbij het hechtpunt een breedte heeft in een richting loodrecht op de hoofdrichting, die kleiner is dan 4 mm.
10. Werkwijze volgens conclusie 1-9, waarbij het venstermateriaal een plastic materiaal omvat.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het venstermateriaal een biologisch afbreekbaar plastic materiaal is.
12. Werkwijze volgens conclusie 1-11, waarbij het substraat tijdens de stappen van het vouwen ervan en het opdelen ervan voortbewogen wordt in de hoofdrichting.
13. Werkwijze volgens conclusie 1-12, waarbij het voorbehandelen van het papier het aanbrengen van perforaties in het papier op de separatielijn omvat.
14. Werkwijze volgens conclusie 1-13, waarbij het afsluiten van de huls de stappen omvat van: - het omvouwen van een uiteinde van het vel onder vorming van een vouwklep; - het hechten van de vouwklep aan het tegenoverliggende blad met een hechtverbinding, waardoor de zakvormige verpakking gevormd wordt met de vouwklep aan het tweede uiteinde van de verpakking,
15. Werkwijze volgens conclusie 1-14, waarbij het verschaffen van het substraat de stappen omvat van: - het verschaffen van een rol papier - het verschaffen van een rol venstermateriaal - het uitrollen van de rollen papier en venstermateriaal in de hoofdrichting - het aanbrengen van cen lijmmateriaal aan ten minste één van het papier en het venstermateriaal - het hechten van het venstermateriaal aan het papier met behulp van het lijmmateriaal.
16. Werkwijze volgens conclusie 1-15, waarbij het substraat gevouwen wordt voorafgaan aan het separeren van het vel, en bij voorkeur na het aanbrengen van sneden en perforaties.
17. Zakvormige verpakking met een opening aan een eerste uiteinde en een afdichting aan een tegenoverliggende tweede uiteinde, waarbij de verpakking papier en een venster van een venstermateriaal omvat, welk venster zich van het eerste uiteinde tot aan het tweede uiteinde van de verpakking uitstrekt, waarbij het venster aan het eerste uiteinde eindigt op cen separatielijn, die een eerste en cen tweede snede omvat, verkregen door het venster te snijden, waarbij een uitsteeksel tussen de eerste en de tweede snede aanwezig is, welk uitsteeksel uitsteekt ten opzichte van de eerste en tweede snede.
18. Zakvormige verpakking volgens conclusie 17, waarbij de verpakking voorzien is van een voorblad en een achterblad, die aan het tweede uiteinde met elkaar verbonden zijn met een vouwklep, waarbij zich een separatielijn in de vouwklep bevindt die gelijkvormig is aan de separatielijn aan het eerste uiteinde aan het tweede uiteinde.
19. Zakvormige verpakking volgens conclusie 17 of 18, verkrijgbaar met de werkwijze volgens conclusies 1-16.
20. Gebruik van de zakvormige verpakking volgens conclusie 17-19 voor het verpakken van brood, deegwaar, groente en/of fruit.
21. Gebruik van de zakvormige verpakking volgens conclusie 17-19 voor het verpakken van non food producten.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195795A BE1027759B1 (nl) | 2019-11-15 | 2019-11-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195795A BE1027759B1 (nl) | 2019-11-15 | 2019-11-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1027759A1 BE1027759A1 (nl) | 2021-06-09 |
BE1027759B1 true BE1027759B1 (nl) | 2021-06-17 |
Family
ID=68807920
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20195795A BE1027759B1 (nl) | 2019-11-15 | 2019-11-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1027759B1 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3053723A (en) * | 1958-05-29 | 1962-09-11 | Union Carbide Corp | Article fabricating apparatus and method |
US4064776A (en) * | 1974-11-26 | 1977-12-27 | Union Carbide Corporation | Apparatus for making tear resistant separable end-connected bags |
EP3095723A1 (en) * | 2015-05-20 | 2016-11-23 | Ace Packaging NV | Bag-shaped package for bread,method for its manufacture and use |
WO2018158656A1 (en) * | 2017-03-03 | 2018-09-07 | Sipa Biopackaging O.O.D. | A process and apparatus for manufacturing bags made of biodegradable material plastic and bag thus obtained |
WO2019092539A2 (en) * | 2017-10-26 | 2019-05-16 | Angelcare Development Inc. | Bag roll cassette and method of use |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102006040921A1 (de) | 2006-08-31 | 2008-03-13 | Papier-Mettler Inhaber Michael Mettler | Verbundpapier sowie Beutel für Lebensmittel, insbesondere für vorgebackene Backwaren, enthaltend das Verbundpapier, und ein Verfahren zur Herstellung des Beutels |
BE1025074B1 (nl) | 2017-03-24 | 2018-10-23 | Ace Packaging Nv | Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan |
-
2019
- 2019-11-15 BE BE20195795A patent/BE1027759B1/nl active IP Right Grant
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3053723A (en) * | 1958-05-29 | 1962-09-11 | Union Carbide Corp | Article fabricating apparatus and method |
US4064776A (en) * | 1974-11-26 | 1977-12-27 | Union Carbide Corporation | Apparatus for making tear resistant separable end-connected bags |
EP3095723A1 (en) * | 2015-05-20 | 2016-11-23 | Ace Packaging NV | Bag-shaped package for bread,method for its manufacture and use |
WO2018158656A1 (en) * | 2017-03-03 | 2018-09-07 | Sipa Biopackaging O.O.D. | A process and apparatus for manufacturing bags made of biodegradable material plastic and bag thus obtained |
WO2019092539A2 (en) * | 2017-10-26 | 2019-05-16 | Angelcare Development Inc. | Bag roll cassette and method of use |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1027759A1 (nl) | 2021-06-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2662085C (en) | Improvements in or relating to methods of preparing web material for production of receptacles for food or other products | |
US20030002755A1 (en) | Pillow pouch packaging with reinforcing elements | |
ZA200509074B (en) | Method of wrapping products | |
EP2965997A1 (en) | Food stuffs packaging and a method for manufacturing the same | |
JP7133560B2 (ja) | 平滑縁及び任意選択で剥離可能な表面を有する形成された熱可塑性物品 | |
WO2016181015A1 (en) | Food stuffs packaging and a method for packaging the same | |
BE1027759B1 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking | |
BE1023191B1 (nl) | Werkwijze voor de vervaardiging van een verpakking voor brood | |
EP1919795B1 (en) | Box-shaped package having an inner and outer package | |
AU712139B2 (en) | Blank for a container, and a container having a closing and opening system | |
KR20040078169A (ko) | 필름, 패키지 및 이들의 제조 방법 | |
US20030208988A1 (en) | Sheet product/pouch systems and methods for producing them | |
JP5733496B2 (ja) | 青果物包装トレイのラップシート | |
EP3256398B9 (en) | Reclosable flap device | |
WO2018114302A1 (en) | A carton | |
WO2003097473A1 (en) | Pillow pouch packaging with reinforcing elements | |
EP3782918A1 (en) | A packaging strap for strapping elongated items | |
EP3502009A1 (en) | Food bag and method for its manufacturing | |
CN211766912U (zh) | 一种六角的罐装产品包装盒裁片 | |
EP0423734A2 (en) | Packaging bag for insertion into a publication | |
WO2003042067A1 (en) | Proces of forming a virtual cutting edge on a carton blank, carton blank and dispenser carton comprising the cutting edge | |
JP7524093B2 (ja) | 紙容器 | |
JP3221575U (ja) | 食事用品が密封された三方袋 | |
JP3623556B2 (ja) | 展示包装体 | |
JPWO2004083068A1 (ja) | 包装容器及びそれに用いる包装材料 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20210617 |