BE1025074B1 - Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan - Google Patents

Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan Download PDF

Info

Publication number
BE1025074B1
BE1025074B1 BE2017/5195A BE201705195A BE1025074B1 BE 1025074 B1 BE1025074 B1 BE 1025074B1 BE 2017/5195 A BE2017/5195 A BE 2017/5195A BE 201705195 A BE201705195 A BE 201705195A BE 1025074 B1 BE1025074 B1 BE 1025074B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
layer
bread bag
cellulose
bread
bag according
Prior art date
Application number
BE2017/5195A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025074A1 (nl
Inventor
Dave Stappaerts
Original Assignee
Ace Packaging Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ace Packaging Nv filed Critical Ace Packaging Nv
Priority to BE2017/5195A priority Critical patent/BE1025074B1/nl
Priority to EP18164045.9A priority patent/EP3396065B1/en
Priority to EP20156936.5A priority patent/EP3702529A1/en
Publication of BE1025074A1 publication Critical patent/BE1025074A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025074B1 publication Critical patent/BE1025074B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H27/00Special paper not otherwise provided for, e.g. made by multi-step processes
    • D21H27/10Packing paper
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H19/00Coated paper; Coating material
    • D21H19/10Coatings without pigments
    • D21H19/14Coatings without pigments applied in a form other than the aqueous solution defined in group D21H19/12
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H19/00Coated paper; Coating material
    • D21H19/66Coatings characterised by a special visual effect, e.g. patterned, textured
    • D21H19/68Coatings characterised by a special visual effect, e.g. patterned, textured uneven, broken, discontinuous
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H19/00Coated paper; Coating material
    • D21H19/80Paper comprising more than one coating
    • D21H19/82Paper comprising more than one coating superposed
    • D21H19/824Paper comprising more than one coating superposed two superposed coatings, both being non-pigmented
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H21/00Non-fibrous material added to the pulp, characterised by its function, form or properties; Paper-impregnating or coating material, characterised by its function, form or properties
    • D21H21/14Non-fibrous material added to the pulp, characterised by its function, form or properties; Paper-impregnating or coating material, characterised by its function, form or properties characterised by function or properties in or on the paper
    • D21H21/16Sizing or water-repelling agents
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H27/00Special paper not otherwise provided for, e.g. made by multi-step processes
    • D21H27/02Patterned paper

Landscapes

  • Laminated Bodies (AREA)
  • Printing Methods (AREA)

Abstract

Broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellne van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt, met het kenmerk dat de deklaag zich aan een binnenzijde van de broodzak bevindt, en dat een maskerlaag aanwezig is tussen de celluloselaag en de deklaag, welke maskerlaag voorzien is van een vooraf bepaald patroon, waarbij de deklaag buiten het patroon een grensvlak heeft met de celluloselaag.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
ACE PACKAGING NV
3290, DIEST
België (72) Uitvinder(s) :
STAPPAERTS Dave 2000 ANTWERPEN België (54) BROODZAK EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN ERVAN (57) Broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellne van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt, met het kenmerk dat de deklaag zich aan een binnenzijde van de broodzak bevindt, en dat een maskerlaag aanwezig is tussen de celluloselaag en de deklaag, welke maskerlaag voorzien is van een vooraf bepaald patroon, waarbij de deklaag buiten het patroon een grensvlak heeft met de celluloselaag.
16“™
Figure BE1025074B1_D0001
FIG. 2
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie Publicatienummer: 1025074 Nummer van indiening: BE2017/5195
Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: D21H 27/10 D21H 19/14 D21H 19/68 D21H 19/82 D21H 21/16 B65D 30/02 Datum van verlening: 23/10/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 24/03/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
ACE PACKAGING NV, Industrieterrein 1, 3290 DIEST België;
vertegenwoordigd door
NOLLEN Maarten Dirk-Johan, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: BROODZAK EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN ERVAN.
UITVINDER(S):
STAPPAERTS Dave, Scheldestraat 25/27, 2000, ANTWERPEN;
VOORRANG :
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag :
Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 23/10/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2017/5195
Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan
VELD VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellen van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een broodzak, omvattende de stappen van:
Het verschaffen van een celluloselaag met een eerste zijde en een tweede zijde, waarbij de celluloselaag aan de eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan de tweede zijde; Het aanbrengen van een deklaag aan de eerste zijde;
Het vormen van broodzakken uit de samengestelde lagen.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Een dergelijke broodzak is bekend uit BE 1022151. Het gaat hier om een broodzak uit papier dat behandeld is en zodoende bestaat uit samengestelde lagen. De bekende broodzak is voorzien van een deklaag uit plantaardige olie, zoals een gemodificeerde plantaardige olie. Met deze groene deklaag voldoet de broodzak aan de vereisten van recycleerbaarheid en kan deze voldoen aan de vereisten van composteerbaarheid. De deklaag wordt in het bijzonder aan de buitenkant toegepast. Wanneer een bedrukking gewenst is, wordt die aangebracht onder de deklaag.
Gebleken is dat de bekende broodzak door sommige klanten niet mooi gevonden wordt. De plantaardige olie, die visceuser is dan een conventioneel toegepaste deklaag op basis van paraffine (minerale olie) zouden beiden mogelijk teveel uitvloeien, en door het papier heen dringen. Dergelijke esthetische bezwaren zijn er overigens ook tegen een conventionele broodzak met een deklaag op basis van minerale olie.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is zodoende een eerste doel van de uitvinding om een verbeterde en met name esthetisch verbeterde broodzak te verschaffen.
Het is een tweede doel van de uitvinding om een werkwijze daarvoor te verschaffen.
Volgens een eerste aspect, heeft de uitvinding daartoe betrekking op een broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellen van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur
BE2017/5195 heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt, met het kenmerk dat de deklaag zich aan een binnenzijde van de broodzak bevindt. Verder is een maskerlaag aanwezig tussen de celluloselaag en de deklaag, welke maskerlaag voorzien is van een voorafbepaald patroon, en waarbij de deklaag buiten het patroon een grensvlak heeft het de celluloselaag.
Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een broodzak uit samengestelde lagen, omvattende:
Het verschaffen van een celluloselaag met een eerste zijde en een tweede zijde, waarbij de celluloselaag aan de eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan de tweede zijde; Het aanbrengen van een maskerlaag aan de eerste zijde volgens een voor afbepaald patroon; Het aanbrengen van een deklaag over de maskerlaag, op zodanige wijze dat de deklaag een grensvlak heeft met de celluloselaag, en
Het vormen van broodzakken uit de samengestelde lagen.
Gebleken is dat door het aanbrengen van de combinatie van een maskerlaag en de deklaag aan de binnenzijde, een broodzak verkregen wordt die esthetisch mooi is, een gewenste vochtdoorlaatbaarheid heeft en bovendien, althans in bepaalde uitvoeringsvormen, recycleerbaar is en ook composteerbaar kan zijn conform de vastgestelde normen. Dankzij de maskerlaag kan de dikte van de deklaag beperkt worden. Waar in de bekende broodzakken, mede afhankelijk van het toegepaste papier (i.e. het type celluloselaag en eventuele modificaties) de deklaag wordt aangebracht met een dikte (of hoeveelheid) van 7-10 g/m2 is, wordt dit in de uitvinding in het algemeen gereduceerd beperkt tot ongeveer 6.5 g/m2, doorgaans tot minder dan 5.5 g/m2. Met name bij toepassing van papier dat aan de eerste zijde voorzien is van een kalk laag kan de deklaag worden aangebracht in een dikte van minder dan 3 g/m2. Meer in het bijzonder is de dikte van de combinatie van de maskerlaag en de deklaag ten hoogste gelijk aan de dikte van de deklaag in de bekende broodzak. Gebleken is bovendien dat de olie van de deklaag in de broodzak volgens de uitvinding nagenoeg niet door het papier heen dringt, terwijl dit in conventionele broodzakken met een deklaag van plantaardige of mineralie olie wel het geval is. Vermoed wordt, zonder dat een definitieve verklaring beschikbaar is, dat de maskerlaag deels het papier binnendringt en zo de oppervlakte waarover olie het papier in kan dringen - en daarmee de effectieve doorlaatbaarheid van het papier - beperkt.
Bovendien zorgt de aanwezigheid van de maskerlaag aan de binnenzijde voor een patroon dat vanaf de buitenzijde zichtbaar is. De op zich transparente maskerlaag lijkt in combinatie met de deklaag opaak te worden. Dit effect berust erop dat de maskerlaag het olie-achtige materiaal van de deklaag tegenhoudt en dat het papier ter plaatse van de maskerlaag zijn oorspronkelijke kleur
BE2017/5195 behoudt. De gedeeltelijke penetratie van het olie-achtige materiaal van de deklaag in de celluloselaag blijkt te zorgen voor een toename in de transparantie van het papier op een uniform verdeelde wijze.
Gebleken is voorts dat door de verlaagde dikte van de deklaag de totale hoeveelheid aan toevoegingen aan het papier vermindert. Dit is gunstig, aangezien volgens bepaalde wetgeving en normen de hoeveelheid toevoegingen beneden een waarde dient te blijven, om aanspraak te maken op een voorkeursbehandeling of mogelijkheid tot recycling. Zo geldt in Duitsland de regel dat bij een maximum aan toevoegingen van 5 gewichtsprocent er sprake is van een ‘monomateriaal’. Over een artikel uit een monomateriaal hoeft veel minder belasting betaald te worden dan over artikelen uit meerdere materialen, dit in verband met doorgaans eenvoudiger recycling. In het bijzonder blijkt het mogelijk om aan deze norm van 5 gewichtsprocent te voldoen dankzij de uitvinding, in combinatie met een geschikte papierkeuze, zoals bijvoorbeeld papier voorzien van een kalklaag.
Bij voorkeur bevat het patroon van de maskerlaag terugkerende elementen. Bij voorkeur hebben de terugkerende elementen een nuldimensionale of ééndimensionale vorm, zoals stippen, lijnen, cirkels. Het is voorts mogelijk dat de terugkerende elementen andere vormen hebben zoals zigzaglijnen, trapvormen, sinusvormen, rechthoeken, vierkanten, driehoeken. Bij verdere voorkeur heeft het terugkerende elementen een vaste breedte. Bij nog verdere voorkeur bevinden de terugkerende elementen zich op uniforme afstand van elkaar, waardoor een patroon van lijnen en tussengelegen ruimtes ontstaat. Bij verdere voorkeur is de loodrechte afstand tussen de terugkerende elementen ten hoogste 4 keer zo groot als de breedte van de terugkerende elementen. Bij nog verdere voorkeur is de loodrechte afstand ten hoogste 3 keer of zelfs ten hoogste 2 keer de breedte van de terugkerende elementen.
In plaats van en/of in aanvulling op een regelmatig terugkerend element kan er op deze wijze ook een watermerk aangebracht worden. Hoewel het watermerk formeel op het papier ligt, schijnt het door het papier heen en lijkt het in het papier te zitten. Het watermerk kan een beeld of structuur bevatten dat naar wens gekozen is.
In het bijzonder bevat de maskerlaag een bindermateriaal. Meer in het bijzonder wordt de maskerlaag aangebracht als een waterige samenstelling. Een dergelijke waterige samenstelling staat ook bekend als een vernis. Waar normaliter een vernis gemengd wordt met een kleur stof concentraat voorafgaand aan het aanbrengen, wordt het vernis in de uitvinding gebruikt zonder dat het gemengd wordt met kleurstof. Het vernis bevat doorgaans 50-80% aan bindermateriaal, 0-10% aan een alcohol, zoals een (poly)ethyleenglycol of (poly)propyleenglycol, en 0-5% additieven waaronder een antischuimmiddel, een was en een biocide. Het resterende deel
BE2017/5195 van het vernis bestaat uit water. Bij het drogen van de laag zal dit water verdampen. Ook is het mogelijk dat het water zich verspreid door de celluloselaag heen. Het drogen van de laag kan actief gebeuren (i.e. door het substraat in contact te brengen met droge en/of warme lucht), maar ook passief. Het is op zich niet uitgesloten dat als additief een (geringe hoeveelheid) kleurstof toegepast wordt.
Het is bijzonder gunstig wanneer het vernis en dus de maskerlaag een was bevat. Een dergelijke was lijkt gunstig voor de bevochtiging van de maskerlaag door de deklaag, die in het bijzonder olie-achtig is. Gunstige bindermaterialen zijn onder meer polyacrylaten, polyvinylacetaten, polyvinylalcoholen, polyurethanen, polyamides en ook lignine, alsmede copolymeren daarmee. Bij voorkeur is ten minste één van een polyacrylaat en een polyvinylacetaat aanwezig. Het gebruik van een bindermateriaal dat lignine, polyvinylacetaat en/of polyvinylalcohol heeft de voorkeur omdat deze materialen een voldoende bioafbreekbaarheid - in het bijzonder de composteerbaarheid hebben.
Gunstige resultaten zijn bereikt door het aanbrengen van de waterige samenstelling met een printproces. In het bijzonder wordt daarbij gebruik gemaakt van een printproces, waarbij een patroon wordt overgedragen met een of meer rollen. Voorbeelden daarvan zijn rotogravure-printen en flexografisch drukken (kortweg flexodrukken). Bij het gebruik van een rol wordt niet alleen inkt overgedragen maar wordt ook druk uitgeoefend. Dit wordt gunstig geacht, omdat de deklaag daarmee nog meer de celluloselaag indringt. Dit zorgt ervoor dat de celluloselaag ook onder de maskerlaag een verlaagde porositeit heeft en substantieel ondoordringbaar wordt voor de olieachtige deklaag.
In een voordelige uitvoeringsvorm is een bedrukking aanwezig aan de tweede, meer open zijde van de celluloselaag, die zich aan een buitenzijde van de broodzak bevindt. Het aanbrengen van de bedrukking aan de buitenzijde is commercieel wenselijk en blijkt goed te werken, ondanks het gegeven dat de tweede zijde meer open is. Bij voorkeur wordt de bedrukking aangebracht voor het aanbrengen van de deklaag.
In één uitvoeringsvorm omvat het papier uit samengestelde lagen voorts een kalklaag. Deze kalklaag bevindt zich aan de eerste zijde van de celluloselaag en zorgt ervoor dat het papier aan de eerste zijde meer gesloten is dan aan de tweede zijde. Doorgaans gaat het hierbij om gebleekt papier. Bij toepassing hiervan wordt een zeer lage waterdampdoorlaatbaarheid gekregen in de orde van 50-100 g/m2/dag, of zelfs 50-75 g/m2/dag, waarbij de dampdoorlaatbaarheid gemeten wordt volgens DIN 53-122-1 bij 25°C en bij 75% relatieve vochtigheid. De dampdoorlaatbaarheid staat in
BE2017/5195 het vakgebied ook bekend als de MVTR (moisture vapour transmission rate). Deze lage dampdoorlaatbaarheid is gunstig omdat papieren zakken hiermee een effectief alternatief worden voor conventionele plastic broodzakken, die een dampdoorlaatbaarheid hebben van ongeveer 30 g/m2/dag. De verdere verlaging van de MVTR lijkt mede te ermee maken te hebben, dat de deklaag niet door de gehele broodzak doordringt. Kennelijk laat de olie bij doordringen in het papier hydrofobe poriën creëert, waar damp doorheen diffundeert en niet langer hecht aan de eerder hydrofiele cellulose hecht.
Bij verdere voorkeur heeft het oppervlak aan de eerste zijde van de celluloselaag een oppervlakte ruwheid van minder dan 120 ml/min, bij voorkeur minder dan 100 ml/min of zelfs minder dan 80 ml/min, bij voorbeeld tussen 15 en 70 ml/min, zoals 20-50 ml/min. De oppervlakte-ruwheid wordt hier bepaald conform ISO 8791-2 en staat ook bekend als de Roughness Bendtsen. Deze lage oppervlakte-ruwheid aan de eerste zijde wordt bijvoorbeeld bereikt met de hierboven vermelde kalklaag. Een dergelijke oppervlakte-ruwheid blijkt veelal te laag op er een bedrukking op aan te brengen. De bedrukking kan zich namelijk gaan verspreiden door trillingen van de drukmachine die voor het bedrukken gebruikt wordt, meer in het bijzonder een drukmachine voor flexoprinten, zoals bijvoorbeeld een drukmachine van het stacktype met individuele tegendrukcilinders. Gebleken is echter, dat een papier met een dergelijke oppervlakte-ruwheid aan de eerste zijde (binnenzijde), wel geschikt is om de maskerlaag op te zetten zonder uitvloeien of vorming van extra strepen. Bovendien blijkt een papier met een dergelijke lage oppervlakte-ruwheid zeer gesloten. Dat gaat het indringen van de olie van de deklaag tegen.
In een nog verdere uitvoeringsvorm heeft het oppervlak van het papier aan de tweede zijde een oppervlakte-ruwheid die ten minste 100 ml/min conform ISO 8791-2 heeft. Daarmee is de tweede zijde zeer geschikt voor het aanbrengen van een bedrukking.
De uitvinding is eveneens voordelig voor gebruik van ongebleekt papier. Ongebleekt papier is doorgaans minder glad aan de eerste zijde. Met name is voelbaar dat het aan de eerste zijde ribbels bevat. Bij inspectie met een microscoop blijken deze ribbels variaties in de hoogte. Het papier is niet substantieel vlak, maar bevat microscopische ribbels en dalen. Om deze reden dient voor dit type papier doorgaans een grotere hoeveelheid deklaag toegepast te worden dan voor gebleekt papier. Gevonden is echter dat bij toepassing volgens de uitvinding van de maskerlaag op de eerste zijde met een meer gesloten structuur de olie van de deklaag niettemin nauwelijks door het papier heen dringt. De olie lijkt zich op te hopen in de dalen aan het oppervlak. Gebleken is dat ook in dit geval de effectieve waterdampdoorlaatbaarheid vermindert. Waar voorheen de dampdoorlaatbaarheid voor ongebleekt papier doorgaans 200-350 g/m2/dag was,is dit met de
BE2017/5195 uitvinding verlaagd tot 100-170 g/m2/dag. Ook hier wordt vermoed dat de verminderde penetratie van de olie gunstig is om vorming van hydrofobe poriën te vermijden.
Gebleken is verder dat bij het aanbrengen van een maskerlaag met een uniform patroon, zoals een patroon van evenwijdige lijnen op uniforme afstand van elkaar, de lijnen na het aanbrengen van de deklaag desondanks geen volledig uniforme breedte hebben. Dit effect is met name bereikt bij wat grovere papiersoorten, zoals bijvoorbeeld ongebleekt papier met een hoger percentage langvezel. Dergelijke papiersoorten hebben aan de eerste zijde typisch een oppervlakte-ruwheid van 100-250 ml/min (ISO 8791-2), zoals 150-200 ml/min. Door een dergelijke lichte variatie lijkt het patroon daadwerkelijk in het papier te zitten, in plaats van dat het erop ligt. Opgemerkt is dat bij de grovere soorten papier ribbels in het papier met de maskerlaag te voelen zijn wanneer men met een of meer vingers over het papier wrijft. De hoeveelheid langvezel in het papier uit de samengestelde lagen is bij voorkeur minstens 40%. Bij verdere voorkeur is de hoeveelheid langvezel ten minste 50%, met nog verdere voorkeur ten minste 70%. In de context van de uitvinding verwijst ‘kortvezel’ naar cellulose dat bijvoorbeeld afkomstig is van loofhout of gerecycled papier, en een lengte heeft in de orde van 0,5-3 mm, meer specifiek 0,7-2,5 mm en een diameter van bijvoorbeeld 20-30 μm.
‘Langvezel’ verwijst naar cellulose dat primair afkomstig is uit naaldhout en meer in het bijzonder een lengte heeft in de orde van 2,5-5,0 mm, meer specifiek 2,7-4,5 mm en een diameter van bijvoorbeeld 30-45 μm.
De celluloselaag heeft in het bijzonder een gewicht dat hoger is dan 20 g/m2 en lager dan 70 g/m2, bij voorkeur ligt het gewicht tussen 35 g/m2 en 60g/m2. Het is zeer belangrijk wanneer het papier een luchtweerstand volgens Gurley (ISO 5636-5) van ten minste 30 seconden heeft. Er zijn eveneens papiersoorten met een der gelijke luchtweer stand van meer dan 100 sec of zelfs meer dan 150 s. Dergelijke papiersoorten met een luchtweerstand volgens Gurley van ten minste 100 seconden hebben de voorkeur.
De opaciteit volgens ISO 2471 ligt bij voorkeur tussen 50 en 85%, meer in het bijzonder tussen 60 en 75%. Gebruik kan gemaakt worden van ongebleekt papier en van gebleekt papier. Bij het vormen van de broodzak is het verder mogelijk dat een venster wordt aangebracht, zoals op zich bekend aan de vakman.
Ter vermijding van misverstanden wordt opgemerkt dat de term ‘structuur’ verwijst naar de microstructuur van het papier, die meer of minder dicht of gesloten kan zijn, afhankelijk van de papiersoort, oppervlaktebehandeling enzovoorts. Een meer gesloten structuur kan verkregen worden door toepassing van een specifieke laag of coating maar ook door een warmtebehandeling.
BE2017/5195
Ook de tijdens de vervaardiging van de celluloselaag gebruikte lijm beïnvloedt de mate waarin de microstructuur open is. De specifieke laag is vaak een kalklaag maar kan ook andere vulstoffen dan kalk bevatten, zoals bijvoorbeeld TiO2 om het papier extra wit te maken. Een voorbeeld van een warmtebehandeling is “machine glazing”.
De deklaag bevat met name een plantaardige olie. Voorbeelden van plantaardige oliën zijn onder meer palmolie, sojaolie, zonnebloemolie, olijfolie, amandelolie, koolzaadolie, lijnzaadolie, maïsolie. De olie wordt bij voorkeur aangebracht als een ester van het vetzuur, bijvoorbeeld als een glyceride van het vetzuur, zoals de vakman bekend is. Bij verdere voorkeur wordt de deklaag aanbracht bij verhoogde temperatuur, zoals een temperatuur boven 100°C. Dit zorgt voor een verlaging van de viscositeit van de plantaardige olie. Bovendien wordt vermoed dat de olie bij de verhoogde temperatuur zich ook, althans gedeeltelijk, vermengd met de maskerlaag of althans een toplaag daarvan. Dat is gunstig voor de hechting. Het is niet uitgesloten dat deze vermenging het doordringen van de olie naar de celluloselaag verder vermindert.
Een gunstig effect van de maskerlaag is dat de benodigde hoeveelheid aan deklaag vermindert. Hiervoor zijn verschillende redenen; allereerst is het papier van celluloselaag en maskerlaag minder open; om een deklaag te vormen is dus minder nodig. Bovendien lijkt de maskerlaag een geschikt oppervlak te hebben waarover de deklaag zich kan uitstrekken. Er wordt dus snel een egale laag gevormd.
In de werkwijze voor het vervaardigen van de broodzak uit samengestelde lagen kunnen voorgenoemde lagen en opties gebruikt worden. Doorgaans wordt uitgegaan van papier omvattende een celluloselaag en eventueel verdere lagen zoals een kalklaag. Het papier is daarbij reeds voorzien aan de eerste zijde van een meer gesloten structuur dan aan de tweede zijde. Daarna worden de maskerlaag en - indien van toepassing - de bedrukking aangebracht aan weerszijden van het papier. De deklaag volgt daarna. Bij voorkeur wordt deze deklaag aangebracht met behulp van een roller, zoals nader toegelicht in de aanvrage BE1022151, bij een temperatuur hoger dan 100°C.
Nadat het papier met bedrukking, maskerlaag en deklaag gereed is, wordt het verwerkt tot broodzakken. Indien gewenst kan vooraf een baan plastic worden gehecht aan een baan papier. Dit maakt het mogelijk om vensterzakken te fabriceren. Het procédé voor het vervaardigen van broodzakken uit papier is op zichzelf bekend. Broodzakken onderscheiden zich van andere zakken, zoals zakken voor meel, door de vorm van de zak en/of de eigenschappen van het papier. Behalve als broodzak is het papier uit samengestelde lagen volgens de uitvinding inclusief een maskerlaag
BE2017/5195 en een deklaag ook geschikt voor andere toepassingen. Een voorbeeld is het gebruik als verpakkingspapier voor groenten en fruit, vleeswaar en/of kaas
Deze uitvinding kan ook dienen voor groenten en fruit zak (een zelfde zak als broodzak) ; hier zorgt de deklaag voor een water barrière voor het natte groenten en fruit.
KORTE AANDUIDING VAN DE FIGUREN
Deze en andere aspecten van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de volgende figuren:
Fig. IA toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een broodzak in bovenaanzicht;
Fig. 1B toont schematisch de broodzak van Fig. IA in een enigszins geopende toestand Fig. 2 toont een schematische doorsnede van het papier gebruikt in de broodzak volgens de uitvinding, en
Fig. 3 toont een gedeelte van Fig. IA met daarop getoond het patroon verkregen met het papier zoals getoond in Fig. 2.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN GEÏLLUSTREERDE UITVOERINGSVORMEN De figuren zijn niet op schaal en louter schematisch. Dezelfde verwijzingscijfers in verschillende figuren verwijzen naar identieke of overeenkomstige elementen.
Fig. IA toont een broodzak 10 in een eerste uitvoeringsvorm. Fig. 1B toont dezelfde broodzak 10 in een enigszins geopende toestand. De broodzak is gemaakt uit papier met een eerste zijde 11 en een tweede zijde 12. De eerste zijde 11 bevindt zich hier aan de binnenzijde van de broodzak 10. De eerste zijde 11 bevindt zich aan de binnenzijde van de broodzak 10. Aan de tweede zijde 12 bevat is een bedrukking 15 aangebracht op het papier, hier in de vorm van een letter B. De broodzak 10 is voorzien van een onderrand 21 en een bovenrand 22, een voorkant 24 en een achterkant (niet genummerd). Tussen de voorkant 24 en de achterkant zijn zijflappen 23 aanwezig. De broodzak 10 wordt vervaardigd door een vel papier op gepaste wijze van vouwen te voorzien en daarna een eerste zijrand te verlijmen met een tweede zijrand onder vorming van een huls. Na het scheiden van een baan papier in individuele eenheden, wordt een gedeelte van de voorkant 24 langs de onderrand 21 omgevouwen en verlijmd aan de achterkant. Het model van de broodzak met een bovenrand 22 die in twee treden van voorkant naar achterkant omhoog gaat, is daarvoor zeer gunstig.
Doorgaans wordt de bedrukking 15 aan de eerste zijde aangebracht en bedekt met een deklaag. Traditioneel bevat de deklaag een minerale olie, maar goede resultaten zijn ook bereikt met een plantaardige olie. Na het aanbrengen trekt de olie het papier in. Dankzij de olie wordt de
BE2017/5195 waterdampdoorlaatbaarheid ingesteld, zodanig dat brood een krokante korst houdt, zonder dat het te snel uitdroogt.
Fig. 2 toont het papier dat toegepast wordt in de broodzak 10 volgens de uitvinding. Naar dit papier wordt ook verwezen als een pakket samengestelde lagen. De primaire laag daarvan is de celluloselaag 13, die aan één zijde voorzien is van een gladde, behandelde deellaag 14. Deze deellaag 14 is verkregen door toevoeging aan die zijde van kalk en/ of extra te kalanderen en/ of op te vullen met vulstoffen en/ of refining vezels
Bijvoorbeeld is deze deellaag 14 een laag die gevuld is met kalk (dus een kalk bevattende celluloselaag, kortweg kalklaag). In een andere uitvoeringsvorm is de deellaag 14 verkregen door extra toevoeging kortvezel en vulstoffen en extra kalanderen van papier. De celluloselaag 13 is zo gekozen dat deze geschikt is voor het verpakken van voedingswaar, en wordt - inclusief deellaag 14 normaliter aangeleverd door een papierfabrikant. Volgens de uitvinding bevindt zich de deellaag 14 aan de tweede zijde, dat wil zeggen de zijde die zich na omvouwen en verlijmen aan de binnenzijde van de broodzak 10 gaat bevinden. Net als voorheen wordt de bedrukking aangebracht op de zijde 12, die later als buitenzijde zal dienen. Anders dan voorheen is dit de tweede zijde 12 met een meer open structuur dan de eerste zijde 11. Op de eerste zijde 11 is een maskerlaag 16 aangebracht, in het bijzonder als een watergebaseerde laag technisch vernis, welke normaliter toegepast wordt in combinatie met een kleurstofconcentraat. De maskerlaag 16 wordt bij voorkeur aangebracht met flexodrukken. Daaroverheen is een deklaag 17 aangebracht, die een olie-achtig materiaal bevat, zoals paraffine of plantaardige olie. Gunstig is het gebruik van palmolie of sojaolie of mengsels daarvan. In het bijzonder zijn de olies gemodificeerd op gebruikelijke wijze, i.e. tot esters met bijvoorbeeld glycerol. De deklaag 17 wordt bij voorkeur aangebracht door een roller door een bad met gesmolten olie te laten lopen, en de deklaag vanaf de rol naar het papier over te dragen. Door de aanwezigheid van de maskerlaag 16 is het papier aan de tweede zijde minder goed toegankelijk voor de olie van de deklaag 17. Dit leidt ertoe dat er minder olie de celluloselaag binnendringt en verrassend goede eigenschappen verkregen zijn. Met name is de waterdampdoorlaatbaarheid danig verlaagd en zijn de esthetische eigenschappen van de broodzak beter. Vermoed wordt dat de maskerlaag bij aanbrengen als waterige suspensie gedeeltelijk in de celluloselaag 13, 14 dringt, en daar poriën van de celluloselaag 14 verder afsluit. Bovendien lijkt de deklaag een betere laag te vormen. Mogelijk wordt dit versterkt door wisselwerking aan het grensvlak van deklaag 17 en maskerlaag 16.
Fig. 3 toont schematisch een detail van de broodzak 10 zoals getoond in Fig. IA. Hierin is het patroon weergegeven dat resulteert dankzij het gebruik van de combinatie van maskerlaag 16 en deklaag 17 aan de eerste zijde 11 van het papier, die zich aan de binnenzijde van de broodzak 10
BE2017/5195 bevindt. In dit geval is de maskerlaag 16 aangebracht volgens een patroon van parallele lijnen. Aan de binnenzijde 11 van de broodzak 10 is het patroon zichtbaar als donkere lijnen 121 afgewisseld met lichte lijnen. De donkere lijnen 121 corresponderen met de posities waar de deklaag 17 in contact is met de celluloselaag. De lichte lijnen corresponderen met de posities waar de maskerlaag
16 in contact is met de celluloselaag. De lichte lijnen lijken op het eerste zicht op het papier gezet, maar in wezen heeft het papier ter plaatste van de maskerlaag 16 zijn oorspronkelijke kleur behouden, terwijl het daarbuiten donkerder geworden is ten gevolge van penetratie van de olie van de deklaag 17 in de celluloselaag 13, 14. Niettemin is de verkleuring daar minder sterk dan in conventionele zakken zonder maskerlaag 16. Aan de eerste zijde blijkt het lijntjespatroon 111 ook zichtbaar, maar in een zachtere tint. Zodoende is het goed mogelijk om een bedrukking op de tweede zijde 12 te plaatsen, zonder dat die verstoord wordt door het lijntjespatroon 111.
BE2017/5195

Claims (19)

  1. Conclusies
    1. Broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellen van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt, met het kenmerk dat de deklaag zich aan een binnenzijde van de broodzak bevindt, een maskerlaag aanwezig is tussen de celluloselaag en de deklaag, welke maskerlaag voorzien is van een voorafbepaald patroon, waarbij de deklaag buiten het patroon een grensvlak heeft met de celluloselaag.
  2. 2. Broodzak volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het patroon van de maskerlaag patroonmatig is en terugkerende elementen bevat.
  3. 3. Broodzak volgens conclusie 2, waarbij het terugkerende element een lijn is.
  4. 4. Broodzak volgens conclusie 1-3, waarbij de maskerlaag de celluloselaag aan de eerste zijde voor 10-75% bedekt.
  5. 5. Broodzak volgens conclusie 1-4, waarbij de maskerlaag een bindermateriaal bevat.
  6. 6. Broodzak volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het bindermateriaal ten minste één materiaal bevat gekozen uit de groep van polyvinyl acetaat, acrylaat-(co)-polymeren, polyamide, polyurethaan.
  7. 7. Broodzak volgens conclusie 4-5, waarbij het bindermateriaal een ligninehars bevat.
  8. 8. Broodzak volgens conclusie 5-7, waarbij het bindermateriaal locaal de celluloselaag impregneert.
  9. 9. Broodzak volgens conclusie 1-8, waarbij de deklaag een plantaardige olie bevat.
  10. 10. Broodzak volgens conclusie 1-9, waarbij de deklaag een gewicht heeft van 1-5 g/m2.
    BE2017/5195
  11. 11. Broodzak volgens conclusie 1-10, waarbij een bedrukking aanwezig is aan de tweede, meer open zijde van de celluloselaag, die zich aan een buitenzijde van de broodzak bevindt.
  12. 12. Broodzak volgens conclusie 1-11, waarbij de celluloselaag een mengsel van langvezel en kortvezel bevat met minstens 40% langvezel.
  13. 13. Broodzak volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de celluloselaag ongebleekte cellulozevezels bevat.
  14. 14. Broodzak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de celluloselaag een gewicht heeft van ten hoogste 70g/m2.
  15. 15. Werkwijze voor het vervaardigen van een broodzak uit samengestelde lagen, omvattende:
    Het verschaffen van een celluloselaag met een eerste zijde en een tweede zijde, waarbij de celluloselaag aan de eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan de tweede zijde;
    Het aanbrengen van een maskerlaag aan de eerste zijde volgens een vooraf bepaald patroon;
    Het aanbrengen van een deklaag over de maskerlaag, op zodanige wijze dat de deklaag een grensvlak heeft met de celluloselaag.
    Het vormen van broodzakken uit de samengestelde lagen
  16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de maskerlaag wordt aangebracht als een waterige samenstelling, terwijl de deklaag een olie-achtige verbinding bevat.
  17. 17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de deklaag een plantaardige olie bevat.
  18. 18. Werkwijze volgens conclusies 15-17, waarbij de maskerlaag patroonmatig wordt aangebracht door middel van flexodrukken.
  19. 19. Werkwijze volgens conclusies 15-18, waarbij een bedrukking wordt aangebracht aan de tweede zijde van de celluloselaag, bij voorkeur voor het aanbrengen van de maskerlaag.
BE2017/5195A 2017-03-24 2017-03-24 Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan BE1025074B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5195A BE1025074B1 (nl) 2017-03-24 2017-03-24 Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan
EP18164045.9A EP3396065B1 (en) 2017-03-24 2018-03-26 Bread bag and method of manufacture thereof
EP20156936.5A EP3702529A1 (en) 2017-03-24 2018-03-26 Bread bag and method for manufacture thereof

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5195A BE1025074B1 (nl) 2017-03-24 2017-03-24 Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025074A1 BE1025074A1 (nl) 2018-10-16
BE1025074B1 true BE1025074B1 (nl) 2018-10-23

Family

ID=58578781

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5195A BE1025074B1 (nl) 2017-03-24 2017-03-24 Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan

Country Status (2)

Country Link
EP (2) EP3396065B1 (nl)
BE (1) BE1025074B1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1026680B1 (nl) 2018-10-04 2020-05-07 Ace Packaging Nv Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan
EP3632449A1 (en) 2018-10-05 2020-04-08 Bio Minerals N.V. Silicic acids for use in the treatment of periodontitis
BE1027759B1 (nl) 2019-11-15 2021-06-17 Ace Packaging N V Werkwijze voor het vervaardigen van een zakvormige verpakking
BE1029333B1 (nl) * 2021-04-23 2022-11-28 Ace Packaging N V Werkwijze voor het aanbrengen van een deklaag op een verpakkingsmateriaal, en deklaagaanbrenginrichting
BE1029886B1 (nl) * 2021-10-28 2023-05-30 Ace Packaging N V Verpakkingspapier met transparante zone, werkwijze voor het vervaardigen van verpakkingspapier met transparante zone, en verpakking omvattende dergelijk verpakkingspapier

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001044420A2 (en) * 1999-12-17 2001-06-21 Archer-Daniels-Midland Company Glyceride oil based coating waxes
NL2013182C2 (nl) * 2013-07-15 2015-01-21 Ace Packaging N V Zak voor het bewaren van brood.
EP3095723A1 (en) * 2015-05-20 2016-11-23 Ace Packaging NV Bag-shaped package for bread,method for its manufacture and use

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4773677A (en) * 1987-05-13 1988-09-27 Polaroid Corporation Unitary laminated identification card and insignia
US5639539A (en) * 1995-11-29 1997-06-17 Imperial Wallcoverings Wall covering

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001044420A2 (en) * 1999-12-17 2001-06-21 Archer-Daniels-Midland Company Glyceride oil based coating waxes
NL2013182C2 (nl) * 2013-07-15 2015-01-21 Ace Packaging N V Zak voor het bewaren van brood.
EP3095723A1 (en) * 2015-05-20 2016-11-23 Ace Packaging NV Bag-shaped package for bread,method for its manufacture and use

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DATABASE CA, [online] 10 December 1996 (1996-12-10), ERIKSEN JOERGEN: "Paper coating", XP002721569, retrieved from CA; stn Database accession no. 126-90910 *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1025074A1 (nl) 2018-10-16
EP3396065A1 (en) 2018-10-31
EP3702529A1 (en) 2020-09-02
EP3396065B1 (en) 2020-03-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1025074B1 (nl) Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan
US10781025B2 (en) Fibrous substrate containing fibers and nanofibrillar polysaccharide
CN105555154B (zh) 涂膜法
US10378152B2 (en) Environment-friendly packaging paper for food
WO2019034704A1 (de) Ein verfahren zum herstellen eines behälters aus einem behälterrohling, insbesondere mit einem verringern einer höhe des behälterrohlings
DE102018117071A1 (de) Heißsiegelfähiges Barrierepapier
EP3784486B1 (de) Verpackungsfolie
BE1026680B1 (nl) Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervan
US11619009B2 (en) Prepeg with improved flatness
JP2021155076A (ja) 包装材料
FR3062660B1 (fr) Papier decor pour stratifies
BE1016739A3 (nl) Gecoat papier voor het vervaardigen van een bedrukt gebruiksvoorwerp en gebruiksvoorwerp daaruit gevormd.
AT524609B1 (de) Tray-Packungseinheits-Umverpackungspapier und Verfahren zur Herstellung
DE102019122371A1 (de) Verfahren zur Behandlung einer Faserbahn und Behandlungssystem zur Behandlung einer Faserbahn
KR102624287B1 (ko) 산소차단성을 갖는 제지용 코팅제, 이를 이용한 식품포장지 및 그 제조방법
US1936375A (en) Laminated sheet material
DE102021125162A1 (de) Durch Imprägnierung mit Silan in seiner Transluzenz erhöhtes flächiges faserhaltiges Verpackungsmaterial
US20050197272A1 (en) Packaging coated in a varnish for protecting it against light
EP3260597B1 (de) Mehrlagiges faserstofferzeugnis mit einer inhibierten migrationsrate von aromatischen oder gesättigten kohlenwasserstoffen und verfahren zu dessen herstellung
WO2023245223A1 (de) Fettabweisendes papier
JP6199262B2 (ja) 半透明紙
JP2006062697A (ja) 遮光性紙容器用積層紙
JP2021154603A (ja) 包装材料
JP2006062160A (ja) 遮光性紙容器用積層紙
JP2005023453A (ja) 加工用紙

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20181023

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200331