BE1027686B1 - Een versnippertoestel voor het versnipperen van landbouwproducten - Google Patents

Abstract

Een versnippertoestel voor het versnipperen van landbouwproducten zoals strobalen, het versnippertoestel omvattende: een versnipperinrichting (20) voor het versnipperen van de ingeladen landbouwproducten en een blaasinrichting (5) voor het blazen van de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting (20) naar en doorheen een uitlaatopening (3), waarbij de blaasinrichting (5) ten minste twee blaaselementen (21a, 21b) omvat, waarbij de twee blaaselementen (21a, 21b) roteerbaar zijn opgesteld omheen hun respectievelijke blaas-rotatie-as, waarbij door rotatie van de blaaselementen (21a, 21b) omheen hun blaas-rotatie-as de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting (20) naar en doorheen de uitlaatopening (3) worden geblazen.

Description

; BE2019/5708

EEN VERSNIPPERTOESTEL VOOR HET VERSNIPPEREN VAN

LANDBOUWPRODUCTEN Technisch vakgebied De huidige uitvinding heeft betrekking op een versnippertoestel voor het versnipperen van landbouwproducten zoals strobalen. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een landbouwvoertuig, zoals een vorkheftrek, tractor of verreiker, voorzien van het versnippertoestel. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het gebruik van een versnippertoestel voor het versnipperen van landbouwproducten. Stand der techniek Versnippertoestellen voor het versnipperen van landbouwproducten zoals strobalen, zijn reeds gekend in de stand der techniek. Het octrooischrift EP3017685 openbaart bijvoorbeeld een versnippertoestel voor het versnipperen van strobalen ten einde het versnipperde stro te verspreiden over een groot oppervlak. Het gekende versnippertoestel omvat een inlaatopening waarlangs de landbouwproducten in het versnippertoestel worden geladen, een versnipperinrichting voor het versnipperen van de ingeladen landbouwproducten, een aanvoerinrichting voor het transporteren van de ingeladen landbouwproducten vanuit de inlaatopening naar de versnipperinrichting volgens een aanvoerrichting (in het bijzonder wordt een aantrekschroef geopenbaard), een uitlaatopening waarlangs de versnipperde landbouwproducten uit het versnippertoestel worden verwijderd, en een blaasinrichting voor het blazen van de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting naar en doorheen de uitlaatopening, waarbij de blaasinrichting een eerste blaaselement omvat, waarbij het eerste blaaselement roteerbaar is opgesteld omheen een eerste blaas-

rotatie-as, waarbij door rotatie van het eerste blaaselement omheen de eerste blaas-rotatie-as de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting naar en doorheen de uitlaatopening worden geblazen.

Het versnippertoestel uit de stand der techniek heeft echter als nadeel dat, ondanks de lage vermogensvereisten van het versnippertoestel, enkel de grootste landbouwvoertuigen zoals de grootste tractors kunnen worden voorzien van de versnipperinrichting. De versnippertoestellen uit de stand der techniek zijn, ondanks hun lage vermogenseisen, immers zodanig hoog, dat enkel de grootste landbouwvoertuigen kunnen worden gebruikt, aangezien in de grootste landbouwvoertuigen de bestuurder voldoende hoog zit om over de versnipperinrichting te kunnen kijken. Deze grootste tractors zijn echter duur en bijgevolg schaars op een landbouwbedrijf. Ten gevolge van hun schaarste worden ze bij voorkeur enkel gebruikt voor landbouwtoepassingen die hoge vermogensvereisten stellen. Verder is gebleken dat de bestuurder zelfs bij het gebruiken van de grootste landbouwvoertuigen, moeite heeft om over de versnippertoestellen heen te kijken. Vandaar dat de versnippertoestellen in de stand der techniek zijn voorzien van een spiegel-element opgesteld bovenop het versnippertoestel ten einde op indirecte wijze over het versnippertoestel heen te kunnen kijken. Het is echter gewenst om rechtstreeks over het versnippertoestel heen te kunnen kijken. Het is dus gewenst om een versnippertoestel te voorzien, welk versnippertoestel ook door kleinere en goedkopere landbouwvoertuigen kan worden gebruikt.

Beschrijving van de uitvinding Een doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een versnippertoestel, welk versnippertoestel door kleinere en dus goedkopere landbouwvoertuigen kan worden gebruikt. De onderhavige uitvinding voorziet daartoe een versnippertoestel voor het versnipperen van landbouwproducten zoals strobalen overeenkomstig de eerste conclusie. Het versnippertoestel volgens de onderhavige uitvinding omvat daartoe: a) een inlaatopening waarlangs de landbouwproducten in het versnippertoestel worden geladen, b) een versnipperinrichting voor het versnipperen van de ingeladen landbouwproducten, c) een uitlaatopening waarlangs de versnipperde landbouwproducten uit het versnippertoestel worden verwijderd, d) een blaasinrichting voor het blazen van de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting naar en doorheen de uitlaatopening, waarbij de blaasinrichting een eerste blaaselement omvat, waarbij het eerste blaaselement roteerbaar is opgesteld omheen een eerste blaas-rotatie-as, waarbij door rotatie van het eerste blaaselement omheen de eerste blaas-rotatie-as de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting naar en doorheen de uitlaatopening worden geblazen, en e) een aanvoerinrichting voor het transporteren van de ingeladen landbouwproducten volgens een aanvoerrichting vanuit de inlaatopening naar de blaasinrichting.

De blaasinrichting van het versnippertoestel uit de onderhavige uitvinding omvat verder een tweede blaaselement, waarbij het tweede blaaselement roteerbaar is opgesteld omheen een tweede blaas-rotatie- as, waarbij door rotatie van het tweede blaaselement omheen de tweede blaas-rotatie-as de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting naar en doorheen de uitlaatopening worden geblazen.

De onderhavige uitvinding heeft het voordeel dat de blaasinrichting meerdere, bijvoorbeeld ten minste twee, blaaselementen omvat, in tegenstelling tot de stand der techniek waarbij een de blaasinrichting slechts een enkel blaaselement omvat.

De uitvinders hebben immers gevonden dat door meerdere blaaselementen te voorzien, het versnippertoestel breder en lager kan worden gemaakt, zonder daarbij het totale oppervlakte van de blaasinrichting te verkleinen.

Het oppervlakte van de blaasinrichting bepaalt immers het blaasvermogen van de blaasinrichting.

In het bijzonder, gelet op de cirkelvormige structuur van de blaaselementen, kan de hoogte van het versnippertoestel worden verkleind met ongeveer 30% ten opzichte van de hoogte van het versnippertoestel uit de stand der techniek, zonder daarbij wezenlijk aan blaasvermogen te verliezen.

Het verkleinen van de hoogte van het versnippertoestel staat toe dat ook kleinere en goedkopere landbouwvoertuigen kunnen worden gebruikt voor het hanteren van de versnippertoestellen.

Het kleinere, en dus lagere landbouwvoertuig zal immers nog steeds in staat zijn om over het verlaagde versnippertoestel heen te kijken.

Een soortgelijk versnippertoestel wordt bijvoorbeeld getoond in US20150069158A1. Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat de blaasinrichting slechts twee blaaselementen.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat de blaasinrichting verdere blaas-elementen.

De verdere blaaselementen hebben daarbij bij voorkeur dezelfde kenmerken als het tweede blaas-element.

In het bijzonder verhoudt het verdere blaaselement zich ten opzichte van het tweede blaaselement zoals het tweede blaaselement zich verhoudt ten opzichte van het eerste blaaselement.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding liggen de eerste blaas-rotatie-as en de tweede blaas-rotatie-as nagenoeg parallel aan elkaar, bijvoorbeeld parallel aan elkaar.

Het parallel plaatsen van de blaas-rotatie-assen verhoogt het aanzuigvermogen van de blaasinrichting volgens de richting parallel aan de blaas-rotatie-assen.

De versnipperde landbouwproducten worden op deze wijze optimaal weggeblazen.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding zijn de eerste blaas-rotatie-as en de tweede blaas-rotatie-as niet 5 coaxiaal.

De eerste en tweede blaas-rotatie-as zijn bijvoorbeeld wel parallel aan elkaar, maar liggen daarbij niet in elkaars verlengde.

Tussen de eerste en tweede blaas-rotatie-as is een loodrechte afstand voorzien, bij voorkeur minstens twee maal zo groot als de hoogte van de schoepen van de blaas-elementen zoals verder wordt beschreven.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding liggen het eerste blaas-element en het tweede blaas-element naast elkaar.

Bij voorkeur liggen het eerste blaas-element en het tweede blaaselement in hetzelfde vlak genomen loodrecht op een der blaas-rotatie-assen.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding ligt de aanvoerrichting nagenoeg parallel aan de eerste blaas-rotatie-as.

Indien de eerste blaas-rotatie-as parallel ligt aan de tweede blaas-rotatie-as, volgt daaruit dat de tweede blaas-rotatie-as nagenoeg parallel ligt aan de aanvoerrichting.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat elk blaaselement een zich volgens de blaas-rotatie-as uitstrekkende blaas- rotatie-schacht.

Bij voorkeur omvat elk blaaselement een set met de blaas-rotatie-schacht verbonden schoepen.

De schoepen zijn bijvoorbeeld voorzien om, bij rotatie van de blaas-rotatie-schacht, versnipperde landbouwproducten aan te zuigen langsheen een richting parallel aan de blaas-rotatie-as, en om de versnipperde landbouwproducten vervolgens radiaal weg te blazen naar en doorheen de uitlaatopening.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is een enkele uitlaatopening voorzien.

Bij voorkeur is elk blaaselement voorzien voor het blazen van de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting naar en doorheen de enkele uitlaatopening. Bij voorkeur, en in het bijzonder wanneer twee blaaselementen zijn voorzien, bevindt de uitlaatopening zich op de scheidingslijn tussen twee blaaselementen. De twee blaaselementen zijn bijvoorbeeld voorzien om in een omgekeerde richting te draaien omheen hun respectievelijke blaas-rotatie-assen, zodanig dat de schoepen van beide blaaselementen een opwaartse beweging uitvoeren nabij de scheidingslijn tussen de twee blaaselementen. Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, is bovenop de uitlaatopening een blaasbuis voorzien. De blaasbuis is bijvoorbeeld een verstelbare buis, waardoor de gebruiker, door het verstellen van de buis, kan bepalen waarheen de versnipperde landbouwproducten worden geblazen. De blaasbuis is bijvoorbeeld met een flensverbinding verbonden met de uitlaatopening. De blaasbuis eindigt op zijn beurt in een uitstroomopening.

De huidige uitvinding omvat verder een ophopingsinrichting. De ophopingsinrichting is voorzien voor het ophopen van de aangevoerde of versnipperde landbouwproducten op een hoop nabij de blaas-rotatie- assen. Het ophopen van de landbouwproducten nabij de blaas-rotatie- as zorgt er voor dat de landbouwproducten, bijvoorbeeld na versnippering, optimaal kunnen worden opgezogen door de blaaselementen. Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding hoopt de ophopingsinrichting de landbouwproducten op door de landbouwproducten te verplaatsen in een richting nagenoeg loodrecht op de aanvoerrichting. Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding hoopt de ophopingsinrichting de landbouwproducten op door de landbouwproducten te verplaatsen in een richting nagenoeg loodrecht op de richting van de parallel liggende blaas-rotatie-assen. De ophopingsinrichting is een omheen een ophopings-rotatie-as roteerbare ophopingsschacht. De ophopingsschacht is bij voorkeur een enkele, bij voorkeur rechtlijnige, schacht ongeacht het aantal blaaselementen zijn voorzien in de blaasinrichting.

De ophopingsschacht is bij voorkeur voorzien om in zijn geheel te roteren omheen de ophopings-rotatie-as.

De ophopingsschacht is bijvoorbeeld niet opgedeeld in stukken die elk in een andere richting roteren omheen de ophopings-rotatie-as.

De ophopings-rotatie-as ligt bij voorkeur nagenoeg loodrecht op de aanvoerrichting.

De ophopings-rotatie-as ligt bijvoorbeeld nagenoeg loodrecht op de richting van de parallel liggende blaas-rotatie-assen.

De ophopingschacht is voorzien van ten minste een schroefvormig stuk omvattende een linksdraaiend deel en een rechtsdraaiend deel.

De ophopingsschacht is bijvoorbeeld een cilindrische schacht waarop een schroefdraad is aangebracht.

De schroefdraad wordt bij voorkeur gevormd door een smalle lange plaat die spiraalvormig omheen de cilindrische schacht is aangebracht.

Het linksdraaiende deel en rechtsdraaiende deel van elk schroefvormig stuk van de ophopingsschacht zijn bij voorkeur zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat de landbouwproducten die het schroefvormig stuk op een linksdraaiende deel bereiken naar het rechtsdraaiende deel worden toe bewogen, en dat de landbouwproducten die het schroefvormige stuk op een rechtsdraaiend deel bereiken naar het linksdraaiende deel worden toe bewogen.

Bij voorkeur is elk schroefvormig stuk zodanig gepositioneerd ten opzichte van de blaas-rotatie-assen dat de samenloop tussen het linksdraaiende deel en het rechtsdraaiende deel nabij een van de blaas-rotatie-assen is gelegen.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is het aantal schroefvormige stukken van de ophopingsschacht gelijk aan het aantal blaaseenheden in de blaasinrichting.

Hierdoor kan elk schroefvormig stuk de landbouwproducten ophopen/concentreren nabij een hem toegewezen blaas-rotatie-as.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat de versnipperinrichting een set versnippertanden.

De versnippertanden zijn bijvoorbeeld een set van scherpe elementen voorzien voor de landbouwproducten te versnipperen en/of te versnijden wanneer de landbouwproducten en de versnippertanden met elkaar in aanraking komen en ten opzichte van elkaar bewegen.

Volgens een eerste implementatie is de set versnippertanden voorzien in elk schroefvormig stuk van de ophopingsschacht tussen het linksdraaiende deel en het rechtsdraaiende deel.

Rotatie van de ophopingsschacht omheen de ophopings-rotatie-as brengt daarbij rotatie van de versnipper-tanden teweeg, ten einde de landbouwproducten te versnipperen en/of te versnijden.

Deze eerste implementatie is bijzonder voordelig, aangezien de landbouwproducten door de werking van de ophopingsschacht reeds naar de samenloop van het linksdraaiende en rechtsdraaiende deel van het schroefvormig stuk worden geleid, waar de versnippertanden zijn voorzien.

In een tweede implementatie, bijvoorbeeld als alternatief voor de eerste implementatie of in samenwerking met de eerste implementatie, is de versnipperinrichting voorzien van een versnipperstaaf voorzien van de set versnipper-tanden (of verdere set versnipper-tanden wanneer de tweede implementatie in samenwerking met de eerste implementatie wordt toegepast), waarbij de versnipperstaaf roteerbaar is opgesteld ten opzichte van een versnipperstaaf-rotatie-as en waarbij rotatie van de versnipperstaaf omheen de versnipperstaaf-rotatie-as rotatie van de versnipper-tanden teweegbrengt ten einde landbouwproducten te versnipperen.

Bij voorkeur is voor elk blaaselement een aparte versnipperstaaf voorzien.

Bij voorkeur ligt de versnipperstaaf-rotatie-as parallel aan de blaas- rotatie-as, bijvoorbeeld van een aan een hem toegewezen blaaselement.

De versnipperstaaf-rotatie-as ligt bij voorkeur coaxiaal met de blaas-rotatie-as, bij voorbeeld van een aan hem toegewezen blaaselement.

Deze implementatie heeft als voordeel dat de versnipperstaaf nauwelijks het zuigvermogen van de blaaselementen verminderd.

Een bijkomend voordeel is dat volumineuze landbouwproducten, zoals strobalen, eenvoudig uit elkaar kunnen worden getrokken door de versnipperstaaf, aangezien de versnipperstaaf het volumineuze landbouwproduct nagenoeg centraal penetreert.

Bij voorkeur is de versnipperstaaf verbonden met de blaas- rotatie-schacht, bijvoorbeeld van een aan hem toegewezen blaaselement.

Hierdoor wordt de rotatiebeweging van de blaas-rotatie- schacht onmiddellijk doorgevoerd in een rotatiebeweging van de versnipperstaaf.

In een derde implementatie, als alternatief voor de eerste en tweede implementatie, of in samenwerking met de eerste en/of tweede implementatie omvat de versnipperinrichting voor elk blaaselement, een versnipper-ring voorzien van versnippertanden (of verdere versnipper-tanden wanneer de derde implementatie in samenwerking met de eerste en oftweede implementatie wordt toegepast), waarbij de versnipper-ring roteerbaar is opgesteld omheen een versnipper-ring-rotatie-as, bij voorkeur parallel en coaxiaal met de blaas-rotatie-as.

Bij voorkeur wordt de versnipper-ring aangedreven langsheen zijn omtrek.

Volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de aanvoerinrichting ten minste een van een afschuifvlak, een bewegende vloer en een aantrekschroef.

Het afschuifvlak wordt bij voorkeur gevormd door een onder een hoek met de grond getilde bodemwand waarbij de landbouwproducten over de bodemwand glijden, bijvoorbeeld door de het landbouwtoestel onder een hoek te tillen.

De beweegbare vloer is bijvoorbeeld een eindeloos tapijt opgesteld boven op of in plaats van de hiervoor vermelde bodemwand.

De aantrekschroef omvat bij voorkeur een schroefvormige schacht, waarbij de schroefvormige schacht roteerbaar is opgesteld ten opzichte van een aantrekschroef- rotatie-as.

De rotatie van de schroefvormige schacht omheen de aantrekschroef-rotatie-as trekt bij voorkeur de landbouwproducten van de inlaatopening naar de blaasinrichting.

In een uitvoeringsvorm is de aantrekschroef voorzien op de versnipperstaaf van de versnipperinrichting.

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om een landbouwvoertuig te voorzien, waarbij het landbouwvoertuig is voorzien van een versnippertoestel zoals eerder besproken.

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een gebruik van het eerder besproken versnippertoestel.

Bij voorkeur wordt het versnippertoestel gebruikt voor het versnipperen van strobalen.

Bij voorkeur wordt het versnippertoestel gebruikt door het te verbinden met een landbouwvoertuig zoals een vorkheftrek, tractor of verreiker.

Figuren Figuur 1 toont een perspectief van het versnippertoestel volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van het versnippertoestel uit figuur 1. Figuur 3 toont een bovenaanzicht van het versnippertoestel uit figuur 1 in een doorsnede volgens de lijn BB uit figuur 2. Figuur 4 toon een perspectief van de blaasinrichting van het versnippertoestel uit figuur 1. Figuur 5 toont een vooraanzicht van de blaasinrichting uit figuur 4. Figuur 6 toont een zijaanzicht van de blaasinrichting uit figuur 4. Figuurbeschrijving De huidige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies.

De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend.

In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden.

De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.

Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven.

De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd. De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de huidige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.

Figuur 1 toont een perspectief van het versnippertoestel 1 volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Figuur 2 toont een zijaanzicht van het versnippertoestel 1 uit figuur 1. Figuur 3 toont een bovenaanzicht van het versnippertoestel 1 uit figuur 1 in een doorsnede volgens de lijn BB uit figuur 2. Het versnippertoestel 1 omvat een frame waarin de verschillende onderdelen van het versnippertoestel 1 zijn aangebracht. Het frame omvat bijvoorbeeld de inlaatopening 2 en de uitlaatopening 3, bijvoorbeeld voorzien als openingen in een anders volledig gesloten frame. Zoals getoond in figuur 3 omsluit het frame de blaasinrichting 5, de versnipperinrichting 7, de ophopingsinrichting 6 en de aanvoerinrichting 8. Het frame ondersteunt bijvoorbeeld de blaasinrichting 5, de versnipperinrichting 7, de ophopingsinrichting 6 en de aanvoerinrichting 8. Het frame is een aaneensluiting van wanden, in het bijzonder substantieel rigide wanden, bijvoorbeeld metalen wanden.

Het frame strekt zich bij voorkeur voornamelijk uit volgens een lengterichting (bijvoorbeeld volgens de sectielijn BB zoals getoond in figuur 2). Het frame omvat verder een breedte richting en een hoogte richting, beide loodrecht op de lengterichting.

Het frame omvat bijvoorbeeld een bodemwand 9 die zich uitstrekt volgens de lengterichting en de breedte richting.

De bodemwand 9 is voorzien voor het ondersteunen van het gewicht van de landbouwproducten.

De bodemwand omvat wielen 12 en een scheprand 13 voorzien voor het opscheppen van de op de grond liggende landbouwproducten zoals strobalen.

De scheprand 13 is een vrije rand van de bodemwand 9. Het frame omvat verder opstaande wanden, verder zijwanden 104, 10b, 10c genoemd, gekoppeld aan de randen van de bodemwand 9. Het frame omvat drie zijwanden 104, 10b, 10c, met name twee laterale zijwanden

104, 10b die zich uitstrekken volgens de lengte-en hoogterichting en een proximale zijwand 10c die zich uitstrekt volgens de breedterichting en hoofdzakelijk volgens de hoogterichting.

De rand van de bodemwand

9 overstaand aan de rand waarop de proximale zijwand 10c is voorzien,

blijft bij voorkeur een vrije rand, bijvoorbeeld ter functionering als een scheprand 13. De proximale zijwand 10c is bij voorkeur voorzien van een bevestigingsmechanisme 14 voorzien van een bevestigingsplaat 15 voor het bevestigen van het frame aan het landbouwvoertuig.

De bevestigingsplaat 15 staat bij voorkeur onder een hoek met de proximale zijwand 10c zodat, wanneer het landbouwvoertuig de bevestigingsplaat 15 in een verticale positie houdt, de bodemwand 9 van het frame ten opzichte van de grond onder een hoek wordt getild.

De laterale zijwanden 10a, 10b zorgen er voor dat de landbouwproducten binnen het frame worden gehouden.

Het frame omvat verder een bovenwand 16. De bovenwand 16 is voorzien van de uitlaatopening 3. De bovenwand 16 is bij voorkeur lokaal gebogen in een trechtervorm, waarbij het smalle einde van de trechtervorm de uitlaatopening 3 vormt.

De trechtervorm omvat nabij de uitlaatopening 3 een flens 18 ter verbinding met de flens van een blaasbuis 17 die bovenop de uitlaatopening 3 is geplaatst.

De blaasbuis 17 vormt een kanaal tussen de uitlaatopening 3 en een uitstroomopening 4. De bovenwand 16 is slechts voorzien boven de blaasinrichting 5. In de huidige Uitvoeringsvorm ligt de aanvoerrichting parallel aan de lengterichting van het frame.

De aanvoerinrichting wordt gevormd door de bodemwand 9 van het frame waarbij de landbouwproducten over de bodemwand glijden, bijvoorbeeld door de het landbouwtoestel onder een hoek te tillen, bijvoorbeeld door de bevestigingsplaat 15 in een verticale positie te brengen.

De bodemwand 9 omvat verder een beweegbaar tapijt dat over ten minste twee aandrijfrollen 19a, 19b is gespannen.

Volgens de huidige uitvoeringsvorm heeft het frame een hoogte volgens de hoogte-richting, bijvoorbeeld bepaald door de hoogte van proximale zijwand 10c, en heeft het frame een breedte volgens de breedterichting, bijvoorbeeld bepaald door de breedte van de proximale zijwand 10c.

Bij voorkeur is de hoogte van het frame kleiner dan de breedte van het frame.

Bij voorkeur zijn ten minste een aantal van de onderdelen van het versnippertoestel 1 sequentieel geplaatst langsheen de lengterichting van het frame, bijvoorbeeld in de volgorde: de inlaatopening 2 voorzien van de scheprand/vrije rand 13 van de onderwand 9, gevolgd door de aanvoerinrichting 8, gevolgd door de ophopingsinrichting 6 voorzien van een deel van de versnipperinrichting 20A1, 20A2, gevolgd door een volgend deel van de versnipperinrichting 20B1, 20B2, gevolgd door de blaasinrichting 5 en de daarboven voorziene uitlaatopening 3, en ten slotte gevolgd door de proximale zijwand 10c.

Figuren 4-6 tonen in het bijzonder de blaasinrichting 5. De blaasinrichting 5 omvat twee blaaselementen 21a en 21b.

Elk blaaselement 21a, 21b is roteerbaar opgesteld omheen een blaas- rotatie-as, waarbij door rotatie van het blaaselement 214, 21b omheen zijn blaas-rotatie-as de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting 20 naar en doorheen de uitlaatopening 3 worden geblazen. Het eerste blaas-element 214 en het tweede blaas-element 21b liggen naast elkaar, met name in hetzelfde vlak genomen loodrecht op een der blaas-rotatie-assen. Elk blaaselement 214, 21b omvat een zich volgens zijn blaas-rotatie-as uitstrekkende blaas-rotatie-schacht 224, 22b en een set met de blaas-rotatie-schacht 224, 22b verbonden schoepen 23a, 23b. De schoepen 23a, 23b zijn voorzien om, bij rotatie van de blaas-rotatie-schacht 224, 22b, versnipperde landbouwproducten aan te zuigen langsheen een richting parallel aan de blaas-rotatie-as, en om de versnipperde landbouwproducten vervolgens radiaal weg te blazen naar en doorheen de uitlaatopening 3. De eerste blaas-rotatie-schacht 22a en de tweede blaas-rotatie-schacht 22b liggen nagenoeg parallel aan elkaar. Elk blaaselement 214, 21b is voorzien voor het blazen van de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting 20 naar en doorheen de enkele uitlaatopening 3. De uitlaatopening 3 bevindt zich daartoe boven de blaasinrichting 5 op de scheidingslijn tussen twee blaaselementen 214, 21b. De twee blaaselementen 214, 21b zijn voorzien om in een omgekeerde richting te draaien omheen hun respectievelijke blaas- rotatie-assen, zodanig dat de schoepen 23a, 23b van beide blaaselementen 214, 21b een opwaartse beweging uitvoeren nabij de scheidingslijn tussen de twee blaaselementen 214, 21b. De eerste en tweede blaas-rotatie-as liggen nagenoeg parallel aan de aanvoerrichting en de lengterichting van het frame.

Zoals in het bijzonder getoond in figuren 1-3 is de ophopingsinrichting 6 voorzien voor het ophopen/concentreren van de aangevoerde of versnipperde landbouwproducten op een hoop nabij de blaas-rotatie- assen. De ophopingsinrichting 6 hoopt de landbouwproducten op door de landbouwproducten te verplaatsen in een richting nagenoeg loodrecht op de aanvoerrichting, in het bijzonder nagenoeg volgens de breedterichting van het frame. De ophopingsinrichting 6 omvat een omheen een ophopings-rotatie-as roteerbare ophopingsschacht 24. De ophopingsschacht 24 is een enkele rechtlijnige schacht.

De ophopingsschacht 24 is bij voorzien om in zijn geheel te roteren omheen de ophopings-rotatie-as.

De ophopings-rotatie-as ligt nagenoeg loodrecht op de aanvoerrichting, in het bijzonder nagenoeg volgens de breedterichting van het frame.

De ophopings-rotatie-as ligt nagenoeg loodrecht op de richting van de parallel liggende blaas-rotatie-assen.

De ophopingschacht 24 is voorzien van twee schroefvormige stukken 254, 25b.

Elk schroefvormig stuk 25a, 25b omvat een linksdraaiend deel 26 (Engels: ‘left-handed screw’) en een rechtsdraaiend deel 27 (Engels: ‘right-handed screw’). De ophopingsschacht 24 is bijvoorbeeld een cilindrische schacht waarop een schroefdraad is aangebracht.

De schroefdraad wordt gevormd door een smalle lange plaat die spiraalvormig omheen de cilindrische schacht is aangebracht.

Het linksdraaiende deel 26 en rechtsdraaiende deel 27 van elk schroefvormig stuk 25a, 25b van de ophopingsschacht 24 zijn bij voorkeur zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat de landbouwproducten die het schroefvormig stuk 254, 25b op een linksdraaiende deel 26 bereiken naar het rechtsdraaiende deel 27 van dat schroefvormige stuk 254, 25b worden toe bewogen, en dat de landbouwproducten die het schroefvormige stuk 25a, 25b op een rechtsdraaiend deel 27 bereiken naar het linksdraaiende deel 26 van dat schroefvormige stuk 254, 25b worden toe bewogen.

Elk schroefvormig stuk 254, 25b is zodanig gepositioneerd ten opzichte van de blaas-rotatie-assen dat de samenloop tussen het linksdraaiende deel 26 en het rechtsdraaiende deel 27 nabij een van de blaas-rotatie-assen is gelegen.

Elk schroefvormig stuk 25a, 25b hoopt daardoor de landbouwproducten op nabij een hem toegewezen blaas-rotatie-as.

In het bijzonder concentreert het schroefvormige stuk 25a de landbouwproducten nabij de blaas-rotatie-as van blaaselement 224, en concentreert het schroefvormige stuk 25b de landbouwproducten nabij de blaas-rotatie-as van blaaselement 22b. Zoals in het bijzonder getoond in figuren 1-3 omvat de versnipperinrichting 20 een set versnippertanden 20A1, 20A2, 20B1, 20B2. De versnippertanden 20A1, 20A2, 20B1, 20B2 zijn een set van scherpe elementen voorzien voor de landbouwproducten te versnipperen en/of te versnijden wanneer de landbouwproducten en de versnippertanden met elkaar in aanraking komen en ten opzichte van elkaar bewegen. De versnipperinrichting 20 is gedistribueerd over verschillende locaties in het versnippertoestel 1. Een eerste deel van de versnipperinrichting 20 is voorzien op de ophopingsinrichting 6. Daartoe is een set versnippertanden, respectievelijk 20A1 en 20A2, voorzien in elk schroefvormig stuk, respectievelijk 25a en 25b, van de ophopingsschacht 24. De set van versnippertanden 20A1, 20A2 is daarbij telkens voorzien tussen het linksdraaiende deel 26 en het rechtsdraaiende deel 27 van hun respectievelijk schroefvormige stuk 254, 25b. Rotatie van de ophopingsschacht 24 omheen de ophopings- rotatie-as brengt daarbij rotatie van de versnipper-tanden 20A1, 20A2 teweeg, ten einde de landbouwproducten te versnipperen en/of te versnijden. Deze implementatie is bijzonder voordelig, aangezien de landbouwproducten door de werking van de ophopingsschacht 24 reeds naar de samenloop van het linksdraaiende deel 26 en het rechtsdraaiende deel 27 van het schroefvormig stuk 25a, 25b worden geleid, waar de versnippertanden 20A1, 20A2 zijn voorzien. Een tweede deel van de versnipperinrichting 20 is gekoppeld aan de blaasinrichting

5. Daartoe is aan elke blaas-rotatie-schacht 224, 22b, een versnipperstaaf 26a, 26b gekoppeld in een coaxiale opstelling. Elke versnipperstaaf 26a, 26b is voorzien van een verdere set versnipper- tanden 20B2, 20B1. Elke versnipperstaaf 26a, 26b is roteerbaar opgesteld ten opzichte van de blaas-rotatie-as van de blaas-rotatie- schacht 22a, 22b waaraan de versnipperstaaf 26a, 26b is gekoppeld.

Rotatie van de versnipperstaaf omheen de blaas-rotatie-as brengt een rotatie van de versnipper-tanden 20B2, 20B1 teweeg, waardoor de landbouwproducten worden versnipperd.

Claims (16)

1. Conclusies 1) Een versnippertoestel (1) voor het versnipperen van landbouwproducten zoals strobalen, het versnippertoestel omvattende: a) een inlaatopening (2) waarlangs de landbouwproducten in het versnippertoestel (1) worden geladen,

   b) een versnipperinrichting (20) voor het versnipperen van de ingeladen landbouwproducten,

   C) een uitlaatopening (3) waarlangs de versnipperde landbouwproducten uit het versnippertoestel (1) worden verwijderd,

   d) een blaasinrichting (5) voor het blazen van de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting (20) naar en doorheen de uitlaatopening (3), waarbij de blaasinrichting (5) een eerste blaaselement (21a) omvat, waarbij het eerste blaaselement (21a) roteerbaar is opgesteld omheen een eerste blaas-rotatie-as, waarbij door rotatie van het eerste blaaselement (214) omheen de eerste blaas- rotatie-as de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting (20) naar en doorheen de uitlaatopening (3) worden geblazen,

   e) een aanvoerinrichting (8) voor het transporteren van de ingeladen landbouwproducten volgens een aanvoerrichting vanuit de inlaatopening (2) naar de blaasinrichting (5), waarbij de blaasinrichting (5) een verder tweede blaaselement (21b) omvat, waarbij het tweede blaaselement (25b) roteerbaar is opgesteld omheen een tweede blaas- rotatie-as, waarbij door rotatie van het tweede blaaselement (25b)

   omheen de tweede blaas-rotatie-as de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting (20) naar en doorheen de uitlaatopening (3) worden geblazen, waarbij het versnippertoestel (1) verder een ophopingsinrichting (6) omvat voorzien voor het ophopen van de landbouwproducten op een hoop nabij de blaas-rotatie-assen, waarbij de ophopingsinrichting (6) een omheen een ophopings-rotatie-as roteerbare ophopingsschacht (24) is, waarbij de ophopingschacht (24) is voorzien ten minste een schroefvormig stuk (25a, 25b) omvattende een linksdraaiend deel (26) en een rechtsdraaiend deel (27).
2. 2) Het versnippertoestel (1) volgens de eerste conclusie, waarbij de eerste blaas-rotatie-as en de tweede blaas-rotatie-as nagenoeg parallel aan elkaar liggen.
3. 3) Het versnippertoestel (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de eerste blaas-rotatie-as en de tweede blaas-rotatie-as niet coaxiaal zijn.
4. 4) Het versnippertoestel (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het eerste blaas-element (21a) en het tweede blaas-element (21b) naast elkaar liggen.
5. 5) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies waarbij de aanvoerrichting nagenoeg parallel ligt aan de eerste blaas-rotatie-as.
6. 6) Het versnippertoestel volgens een der voorgaande conclusies waarbij elk blaaselement (214, 21b) een zich volgens de blaas-rotatie-as uitstrekkende blaas-rotatie-schacht (224, 22b) omvat, en waarbij elk blaaselement (214, 21b) een set met de blaas-rotatie- schacht (224, 22b) verbonden schoepen (23a, 23b) omvat.
7. 7) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een enkele uitlaatopening (3) is voorzien, en waarbij elk blaaselement (214, 21b) is voorzien voor het blazen van de versnipperde landbouwproducten vanuit de versnipperinrichting (20) naar en doorheen de enkele uitlaatopening (3).
8. 8) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de blaas-inrichting (5) twee blaaselementen (214, 21b) omvat.
9. 9) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ophopingsinrichting (6) de landbouwproducten ophoopt door de landbouwproducten te verplaatsen in een richting nagenoeg loodrecht op de aanvoerrichting.
10. 10) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies waarbij het aantal schroefvormige stukken (254, 25b) van de ophopingsschacht (24) gelijk is aan het aantal blaaseenheden (214, 21b) in de blaasinrichting (5).
11. 11) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies , waarbij de versnipperinrichting (20) een set versnipper- tanden (20A1, 20A2) omvat, waarbij de set versnippertanden (20A1, 20A2) is voorzien in elk schroefvormig stuk (254, 25b) van de ophopingsschacht (24) tussen het linksdraaiende deel (26) en het rechtsdraaiende deel (27), en waarbij rotatie van de ophopingsschacht (24) omheen de ophopings-rotatie-as rotatie van de versnipper-tanden (20A1, 20A2) teweegbrengt ten einde landbouwproducten te versnipperen.
12. 12) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de versnipperinrichting (20) is voorzien van een versnipperstaaf (26a, 26b) voorzien van een set versnipper-tanden (20B1, 20B2), waarbij de versnipperstaaf (26a, 26b) roteerbaar is opgesteld ten opzichte van een versnipperstaaf-rotatie-as en waarbij rotatie van de versnipperstaaf (26a, 26b) omheen de versnipperstaaf- rotatie-as rotatie van de versnipper-tanden (20B1, 20B2) teweegbrengt ten einde landbouwproducten te versnipperen, en waarbij de versnipperstaaf-rotatie-as bij voorkeur parallel ligt aan de blaas-rotatie- as, waarbij bij voorkeur de versnipperstaaf-rotatie-as coaxiaal ligt met de blaas-rotatie-as, en waarbij bij voorkeur de versnipperstaaf (26a, 26b) is verbonden met de blaas-rotatie-schacht (22a. 22b) van conclusie 6).
13. 13) Het versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aanvoerinrichting (8) ten minste een is van een afschuifvlak, een bewegende vloer en een aantrekschroef.
14. 14) Landbouwvoertuig voorzien van een versnippertoestel (1) volgens een der voorgaande conclusies.
15. 15) Gebruik van het versnippertoestel (1) van een der voorgaande conclusies, waarbij bij voorkeur de landbouwproducten strobalen zijn.
16. 16) Gebruik van het versnippertoestel (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het versnippertoestel (1) is verbonden met landbouwvoertuig zoals een vorkheftrek, tractor of verreiker.