BE1027657B1 - Steigervloer en werkwijze voor het produceren van een steigervloer - Google Patents

Steigervloer en werkwijze voor het produceren van een steigervloer Download PDF

Info

Publication number
BE1027657B1
BE1027657B1 BE20195676A BE201905676A BE1027657B1 BE 1027657 B1 BE1027657 B1 BE 1027657B1 BE 20195676 A BE20195676 A BE 20195676A BE 201905676 A BE201905676 A BE 201905676A BE 1027657 B1 BE1027657 B1 BE 1027657B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
zinc
floor
scaffolding
magnesium
coating
Prior art date
Application number
BE20195676A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027657A1 (nl
Inventor
Herbruggen Tom Van
Original Assignee
Afix Group Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Afix Group Nv filed Critical Afix Group Nv
Priority to BE20195676A priority Critical patent/BE1027657B1/nl
Publication of BE1027657A1 publication Critical patent/BE1027657A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027657B1 publication Critical patent/BE1027657B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C23COATING METALLIC MATERIAL; COATING MATERIAL WITH METALLIC MATERIAL; CHEMICAL SURFACE TREATMENT; DIFFUSION TREATMENT OF METALLIC MATERIAL; COATING BY VACUUM EVAPORATION, BY SPUTTERING, BY ION IMPLANTATION OR BY CHEMICAL VAPOUR DEPOSITION, IN GENERAL; INHIBITING CORROSION OF METALLIC MATERIAL OR INCRUSTATION IN GENERAL
    • C23FNON-MECHANICAL REMOVAL OF METALLIC MATERIAL FROM SURFACE; INHIBITING CORROSION OF METALLIC MATERIAL OR INCRUSTATION IN GENERAL; MULTI-STEP PROCESSES FOR SURFACE TREATMENT OF METALLIC MATERIAL INVOLVING AT LEAST ONE PROCESS PROVIDED FOR IN CLASS C23 AND AT LEAST ONE PROCESS COVERED BY SUBCLASS C21D OR C22F OR CLASS C25
    • C23F13/00Inhibiting corrosion of metals by anodic or cathodic protection
    • C23F13/02Inhibiting corrosion of metals by anodic or cathodic protection cathodic; Selection of conditions, parameters or procedures for cathodic protection, e.g. of electrical conditions
    • C23F13/06Constructional parts, or assemblies of cathodic-protection apparatus
    • C23F13/08Electrodes specially adapted for inhibiting corrosion by cathodic protection; Manufacture thereof; Conducting electric current thereto
    • C23F13/12Electrodes characterised by the material
    • C23F13/14Material for sacrificial anodes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B15/00Layered products comprising a layer of metal
    • B32B15/01Layered products comprising a layer of metal all layers being exclusively metallic
    • B32B15/013Layered products comprising a layer of metal all layers being exclusively metallic one layer being formed of an iron alloy or steel, another layer being formed of a metal other than iron or aluminium
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C22METALLURGY; FERROUS OR NON-FERROUS ALLOYS; TREATMENT OF ALLOYS OR NON-FERROUS METALS
    • C22CALLOYS
    • C22C18/00Alloys based on zinc
    • C22C18/04Alloys based on zinc with aluminium as the next major constituent
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C23COATING METALLIC MATERIAL; COATING MATERIAL WITH METALLIC MATERIAL; CHEMICAL SURFACE TREATMENT; DIFFUSION TREATMENT OF METALLIC MATERIAL; COATING BY VACUUM EVAPORATION, BY SPUTTERING, BY ION IMPLANTATION OR BY CHEMICAL VAPOUR DEPOSITION, IN GENERAL; INHIBITING CORROSION OF METALLIC MATERIAL OR INCRUSTATION IN GENERAL
    • C23FNON-MECHANICAL REMOVAL OF METALLIC MATERIAL FROM SURFACE; INHIBITING CORROSION OF METALLIC MATERIAL OR INCRUSTATION IN GENERAL; MULTI-STEP PROCESSES FOR SURFACE TREATMENT OF METALLIC MATERIAL INVOLVING AT LEAST ONE PROCESS PROVIDED FOR IN CLASS C23 AND AT LEAST ONE PROCESS COVERED BY SUBCLASS C21D OR C22F OR CLASS C25
    • C23F13/00Inhibiting corrosion of metals by anodic or cathodic protection
    • C23F13/02Inhibiting corrosion of metals by anodic or cathodic protection cathodic; Selection of conditions, parameters or procedures for cathodic protection, e.g. of electrical conditions
    • C23F13/06Constructional parts, or assemblies of cathodic-protection apparatus
    • C23F13/08Electrodes specially adapted for inhibiting corrosion by cathodic protection; Manufacture thereof; Conducting electric current thereto
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G1/00Scaffolds primarily resting on the ground
    • E04G1/15Scaffolds primarily resting on the ground essentially comprising special means for supporting or forming platforms; Platforms
    • E04G1/152Platforms made of metal or with metal-supporting frame

Abstract

De uitvinding betreft een steigervloer (1) omvattende een ijzerhoudende vloerplaat (2) met een loopvlak (3) en een ertegenover gelegen ondervlak (4), twee ijzerhoudende zij-flensen (5) die zich elk weggericht van het loopvlak (3) en dwars op de vloerplaat (2) uitstrekken langs een zij-rand (6) van de vloerplaat (2) en elk gevormd door een zijgedeelte van de laatste, en twee ijzerhoudende eindkappen (7) elk zich uitstrekkend onder de vloerplaat (2) langs een eindrand (8) van deze laatste en verbindbaar met de vloerplaat (2) en/of de zij-flensen (5), waarbij elke eindkap (7) voorzien is van ten minste één ophangelement (14) geschikt voor het ophangen van de steigervloer (1) aan een ligger van een steiger, waarbij de ijzerhoudende vloerplaat (2) en zij-flensen (5) ten minste gedeeltelijk bedekt zijn met een zink-magnesium coating (24). De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het produceren van een steigervloer (1).

Description

' BE2019/5676
STEIGERVLOER EN WERKWIJZE VOOR HET PRODUCEREN VAN EEN STEI GERVLOER
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een steigervloer en op een werkwijze voor het produceren van een steigervloer.
STAND DER TECHNIEK Steigers zijn algemeen bekend als een buizengestel bestaande uit liggende elementen of liggers, opstaande elementen of staanders, leuningen en steigervloeren dewelke met de nodige verbindingsmiddelen onderling verbonden zijn. Steigers worden gebruikt om op een relatief eenvoudige en veilige manier hoogtewerken te kunnen uitvoeren. Een van genoemde verbindingsmiddelen van een steiger is een eindkap. Een eindkap wordt op een eindrand van een steigervloer geplaatst om zo middels de eindkap de steigervloer al dan niet omkeerbaar te kunnen ophangen aan een ligger.
US 4,331,218 beschrijft een uitvoeringsvorm van een steigervloer. In het bijzonder onthuld US 4,331,218 een steigerplank met een horizontale metalen loopbrug voorzien van een aantal perforaties met selectief naar boven en naar beneden lopende kragen, twee zij-flensdelen die zich elk uitstrekken langs een zij-rand van de loopbrug en gevormd door een zijgedeelte van de laatste, en twee eindprofielen elk zich uitstrekkend onder de loopbrug langs een eindrand van deze laatste en verbonden met de loopbrug en de zij-flenselementen, waarbij elk eindprofiel is voorzien van een element voor het ophangen van de plank. De steigervloer volgens US 4,331,218 vertoont het probleem dat de vloer niet beschermd is tegen roest. Dit is nadelig voor de levensduur van de steigervloer. De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste bovenvermeld probleem.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de uitvinding een steigervloer, volgens conclusie 1. Meer bepaald omvat de steigervloer een ijzerhoudende vloerplaat met een loopvlak en een ertegenover gelegen ondervlak, twee ijzerhoudende zij-flensen die zich elk weggericht van het loopvlak en dwars op de vloerplaat uitstrekken langs een zij- rand van de vloerplaat en elk gevormd door een zijgedeelte van de laatste, en twee ijzerhoudende eindkappen elk zich uitstrekkend onder de vloerplaat langs een eindrand van deze laatste en verbindbaar met de vloerplaat en/of de zij-flensen, waarbij elke eindkap voorzien is van ten minste één ophangelement geschikt voor het ophangen van de steigervloer aan een ligger van een steiger, waarbij de ijzerhoudende vloerplaat en zij-flensen ten minste gedeeltelijk bedekt zijn met een zink-magnesium coating, welke zink-magnesium coating 0,1 tot 10 gewichtsprocent magnesium en 0,1 tot 20 gewichtsprocent aluminium omvat, waarbij de rest van de zink-magnesium coating zink is.
Genoemde zink-magnesium coating verleent een superieure corrosieweerstand aan de steigervloer. Dit zorgt voor een langere levensduur van de steigervloer, welke door gebruik in de steigerbouw vaak onderworpen wordt aan externe factoren dia corrosie uitlokken zoals bijvoorbeeld neerslag en eventueel contact met corrosieve chemische producten. Ook biedt de coating een langdurige oppervlaktebescherming van de steigervloer tegen slijtage.
Een ander belangrijk voordeel van de zink-magnesium coating is dat er na het doorzagen van de steigervloer, bijvoorbeeld bij aanpassingen van de steigervloer en/of combinaties van steigervloeren op een werf, geen roestvorming op de zaagvlakken van de vloer is. Dit zorgt ervoor dat aanpassingswerken van één of meerdere steigervloeren sterk vereenvoudigd worden.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van een steigervloer, volgens conclusie 10. Meer bepaald omvat de werkwijze de stappen van het voorzien van een ijzerhoudende vloerplaat met een loopvlak en een ertegenover gelegen ondervlak, het vormen van twee zij-flensen uit de vloerplaat door het weggericht van het loopvlak en langs zij-randen van de vloerplaat omplooien van zijgedeelten van de vloerplaat, en het minstens indirect bevestigen van twee ijzerhoudende eindkappen aan de vloerplaat waarbij elke eindkap zo geplaatst is dat de eindkap zich uitstrekt onder de vloerplaat langs een eindrand van de vloerplaat, welke eindkap voorzien is van ten minste één ophangelement geschikt voor het ophangen van de steigervloer aan een ligger van een steiger, waarbij de ijzerhoudende vloerplaat en zij-flensen op voorhand ten minste gedeeltelijk gecoat zijn met een zink-magnesium samenstelling, welke zink- magnesium samenstelling 0,1 tot 10 gewichtsprocent magnesium en 0,1 tot 20 gewichtsprocent aluminium omvat, waarbij de rest van de zink-magnesium samenstelling zink is.
In een derde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding in een steiger, volgens conclusie 16. Meer bepaald betreft dit een gebruik van een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding in een steiger die gebruikt wordt in constructie, renovatie, podiumbouw, voor het voorzien van een effen grondvlak op oneffen ondergrond, voor het ondersteunen van een object, voor tijdelijke daken, bruggen, gebouwen, voor het versterken van rivieroevers, hellingen en/of als rekken voor opslag.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Fig. 1 toont een geëxplodeerde perspectieftekening van een steigervloer volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Fig. 2 toont een perspectieftekening van een steigervloer volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Fig. 3 toont een zij-aanzicht van een steigervloer volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Fig. 4A-4B tonen een schematisch detail van het stapsgewijs aanbrengen van een puntverbinding volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de uitvinding.
GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
De term “staander” duidt op een longitudinale staaf, bij voorkeur in de vorm van een cilindrische, bij voorkeur holle, buis met aan de onderkant voorzieningen dewelke complementair zijn met voorzieningen aan de bovenkant van een tweede staander, identiek aan de staander. Aldus is genoemde staander om de staander geschikt om te worden gepositioneerd op een tweede, identieke staander. Op twee of meerdere hoogte is de staander voorzien van voorzieningen om liggers te connecteren aan de staanders.
De term “ligger” duidt op een longitudinale staaf, bij voorkeur in de vorm van een cilindrische, bij voorkeur holle, buis met aan beide uiteinden voorzieningen om de ligger te connecteren aan de staanders.
De term “leuning” is synoniem voor “vangrail” en duidt op een of meerdere buizen dewelke in de lengterichting van de cellen zijn voorzien opdat een operator werkzaam op de verdieping verhinderd wordt buiten de cel van de steiger te bewegen.
De term “ponsen”, zoals gebruikt in deze tekst, wordt gebruikt in zijn algemeen gekende betekenis van het slaan van gaten uit een plaatmateriaal.
Met de term “axiaal overlappende delen” wordt in de huidige tekst geduid op delen van materialen die volgens een rechtlijnige as met elkaar overlappen.
Met de term “puntverbinding” wordt in de huidige tekst geduid op een verbinding die aangebracht is op een specifieke puntlocatie.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een steigervloer omvattende een ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat met een loopvlak en een ertegenover gelegen ondervlak, twee ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, zij-flensen die zich elk weggericht van het loopvlak en dwars op de vloerplaat uitstrekken langs een zij-
> BE2019/5676 rand van de vloerplaat en elk gevormd door een zijgedeelte van de laatste, en twee ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, eindkappen elk zich uitstrekkend onder de vloerplaat langs een eindrand van deze laatste en verbindbaar met de vloerplaat en/of de zij-flensen, waarbij elke eindkap voorzien is van ten minste één ophangelement geschikt voor het ophangen van de steigervloer aan een ligger van een steiger, waarbij de ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat en zij-flensen ten minste gedeeltelijk bedekt zijn met een zink-magnesium coating, welke zink- magnesium coating 0,1 tot 10 gewichtsprocent magnesium, meer bij voorkeur 0,3 tot 10 gewichtsprocent magnesium, nog meer bij voorkeur 0,3 tot 4 gewichtsprocent magnesium en het meest bij voorkeur 2 tot 4 gewichtsprocent magnesium en 0,1 tot 20 gewichtsprocent aluminium, meer bij voorkeur 0,5 tot 11 gewichtsprocent aluminium, nog meer bij voorkeur 0,7 tot 6 gewichtsprocent aluminium, nog meer bij voorkeur 1 tot 6 gewichtsprocent aluminium en het meest bij voorkeur 2,5 tot 4,5 gewichtsprocent aluminium omvat, waarbij de rest van de zink-magnesium coating zink is.
Een voorbeeld van een testopstelling voor het testen van de corrosieweerstand van een zink-magnesium coating bestaat uit het blootstellen van een zink-magnesium coating van 10 um aan een afwisseling van volgende cycli die telkens 8 uur duren: een mistcyclus (5% NaCl), een droge cyclus en een vochtigheidscyclus.
Genoemde zink-magnesium coating verleent een superieure corrosieweerstand aan de steigervloer.
Dit zorgt voor een langere levensduur van de steigervloer, welke door gebruik in de steigerbouw vaak onderworpen wordt aan externe factoren die corrosie uitlokken zoals bijvoorbeeld neerslag en eventueel contact met corrosieve chemische producten.
Ook biedt de coating een langdurige oppervlaktebescherming van de steigervloer tegen slijtage.
Het is zelfs zo dat een zink-magnesium coating een betere weerstand tegen corrosie biedt dan een standaard pure zinklaag.
Zo biedt een zink-magnesium coating een goed alternatief voor een stukverzinkingsproces en een goed alternatief voor aluminium of roestvrij staal.
Een ander belangrijk voordeel van de zink-magnesium coating is dat er na het doorzagen van de steigervloer, bijvoorbeeld bij aanpassingen van de steigervloer en/of combinaties van steigervloeren op een werf, geen roestvorming op de zaagvlakken van de vloer is.
Dit zorgt ervoor dat aanpassingswerken van één of meerdere steigervloeren sterk vereenvoudigd worden.
Dit komt doordat de zink- magnesium coating een zeer goede kathodische bescherming biedt aan
° BE2019/5676 zaagvlakken, zodat de zaagvlakken een zelfherstellende functionaliteit verkrijgen. Hierdoor is geen aparte verzinkstap, bijvoorbeeld vuurverzinken, nodig na het verzagen, of ook bijvoorbeeld na ponsen of plooien, van de steigervloer.
De zink-magnesium coating vertoont ook een verminderde afpoedering in vergelijking met een klassieke pure zinkbekleding. Dit laatste biedt een belangrijk voordeel voor een steigervloer, omdat de steigervloer in gebruik onderhevig is aan veelvuldige voetstappen van werknemers Een zink-magnesium coating vertoont ook een duidelijk lagere zinkafloop-snelheid in vergelijking met een klassieke pure zinkbekleding. Een zogenaamde zinkafloop- snelheid is de snelheid waarmee materiaal van een oppervlak afloopt en oplost in de externe omgeving, uitgedrukt in g/m?/jaar. Veelal is het een aanduiding voor de hoeveelheid zink die door regen van het oppervlak afloopt en in een bodem terechtkomt.
Daarnaast maakt een zink-magnesium coating een aanzienlijke gewichtsvermindering mogelijk ten opzichte van stukverzinking: afhankelijk van de omgeving waaraan de coating blootgesteld wordt, kan een zinklaag met een 2 tot 4 keer lager gewicht gebruikt worden, terwijl de corrosieweerstand aanzienlijk beter is en het product een aanzienlijk hogere kostenefficiëntie biedt. Een lager gewicht biedt ook de voordelen dat het dragen en opheffen van steigervloeren door werknemers en ook het algemeen transport van steigervloeren vereenvoudigd worden.
Bovengenoemde grenzen van magnesiumconcentraties zijn optimaal geschikt voor corrosiebescherming van de steigervloer. Beneden 0,1 gewichtsprocent magnesium is de zink-magnesium coating niet voldoende resistent tegen corrosie en boven 10 gewichtsprocent magnesium oxideert de coating te veel en kan de coating niet gebruikt worden.
Volgens uitvoeringsvormen omvat de zink-magnesium coating onvermijdelijke onzuiverheden en optioneel één of meerdere aanvullende elementen geselecteerd uit Si, Sb, Pb, Ti, Ca, Mn, Sn, La, Ce, Cr, Ni of Bi, waarbij het gewichtsgehalte van elke onvermijdelijke onzuiverheid en elk optioneel aanvullend element lager is dan 0,3 gewichtsprocent van de coating.
/ BE2019/5676 Genoemde één of meerdere aanvullende elementen geselecteerd uit Si, Sb, Pb, Ti, Ca, Mn, Sn, La, Ce, Cr, Ni of Bi, kunnen, onder andere, het mogelijk maken om de buigzaamheid of de hechting van de coating op de steigervloer te verbeteren. De vakman die hun effecten op de eigenschappen van de coating kent, zal ze kunnen gebruiken volgens aanvullend doelonderzoek. Genoemde onvermijdelijke onzuiverheden kunnen voorkomen omwille van aangewende technieken en producten voor het aanbrengen van de coating. De vloerplaat en/of zij-flensen, en wanneer gewenst ook de eindkappen, kunnen ofwel in uitvoeringsvormen samen gecoat worden of kunnen daarnaast in uitvoeringsvormen ook individueel gecoat worden vooraleer de verschillende onderdelen mechanisch met elkaar te verbinden. Bij een uitvoering in staal kan ook plaatstaal op voorhand gecoat worden waarna het plaatstaal gevormd wordt tot vloerplaat en/of zij-flensen. Het op voorhand coaten kan uitgevoerd worden via onderdompeling in een zink-magnesiumsamenstelling met een samenstelling volgens hierboven beschreven samenstelling van de resulterende coating. Uiteraard kan vertrokken worden vanuit op voorhand gecoat plaatstaal. Daarnaast kan eendere andere daarvoor geschikte techniek zoals gekend in de stand der techniek aangewend worden om een zink-magnesiumsamenstelling als een coating op de steigervloer te voorzien. Een niet-limiterend voorbeeld is een warme onderdompeling (EN: hot dip) methode. In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat en zij-flensen voor minstens 80%, meer bij voorkeur voor minstens 85%, nog meer bij voorkeur voor minstens 90%, en het meest bij voorkeur voor minstens 92% bedekt zijn met de zink-magnesium coating. Een hoge bedekkingsgraad van de ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, steigervloer zorgt voor een afdoende anti-corrosie bescherming van een zo groot mogelijk oppervlak van de steigervloer. Bij het verzagen van de vloerplaat en zij-flensen in functie van aanpassingswerken biedt de hoge bedekkingsgraad het belangrijke voordeel dat ter hoogte van eender welke plaats van de vloerplaat en zij-flensen gezaagd kan worden terwijl toch het beschreven anti-corrosie effect verzekerd is.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de zink-magnesium coating een coatinggewicht heeft van 20 g/m? tot 2000 g/m°, meer bij voorkeur van 25 g/m? tot 1300 g/m%, meer bij voorkeur van 40 g/m? tot 650 g/m2, nog meer bij voorkeur van 50 g/m? tot 600 g/m°, zelfs nog meer bij voorkeur van 100 g/m? tot 525 g/m2, zelfs nog meer bij voorkeur van 200 g/m? tot 460 g/m? en het meest bij voorkeur van 250 g/m? tot 400 g/m2, waarbij het coatinggewicht uitgedrukt wordt als het gewicht van de zink-magnesium coating in g per oppervlakte van de vloerplaat en zij-flensen in m2. Experimenteel wordt het coatinggewicht bepaald door een stuk gecoate vloerplaat en/of gecoate zij-flensen uit te knippen, welk stuk vervolgens gewogen wordt, waarna de coating met zwavelzuur verwijderd wordt, waarna het stuk opnieuw gewogen wordt. Het verschil is het gewicht van de coating en dit wordt omgerekend naar g/m? door het gewicht te delen door de gecombineerde oppervlakte van de met coating bedekte zijden van het stuk.
Een coatinggewicht van de zink-magnesium coating binnen genoemde grenzen zorgt voor een voldoende bedekking en dus anti-corrosie bescherming van de ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat. Lagere coatinggewichten zorgen voor een suboptimale bedekking en hogere coatinggewichten leiden niet tot een verhoogde anti-corrosiebescherming maar zorgen enkel voor overmatig materiaalverbruik.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de zink-magnesium coating een laagdikte heeft van 1,5 um tot 150 um, meer bij voorkeur van 2 um tot 100 um, meer bij voorkeur van 3 um tot 50 um, nog meer bij voorkeur van 4 um tot 46 um, zelfs nog meer bij voorkeur van 8 um tot 40 um, zelfs nog meer bij voorkeur van 16 um tot 35 um en het meest bij voorkeur van 20 um tot 30 um.
Een laagdikte van de zink-magnesium coating binnen genoemde grenzen zorgt voor een voldoende bedekking en dus anti-corrosie bescherming van de ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat. Kleinere laagdikten zorgen voor een suboptimale bedekking en grotere laagdikten leiden niet tot een verhoogde anti- corrosiebescherming maar zorgen enkel voor overmatig materiaalverbruik.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de vloerplaat voorzien is van een veelvoud van perforaties, waarbij minstens enkele van genoemde perforaties voorzien zijn van kragen die zich weggericht van het ondervlak uitstrekken.
De uitstrekkende kragen van de perforaties bieden een verhoogde grip aan de schoenzolen van werknemers die de vloerplaat betreden. Zodoende wordt het risico van uitglijden of struikelen op de steigervloer vanwege factoren zoals een glad oppervlak na regenval of een hoge hellingsgraad sterk verminderd. Holtes in de vloerplaat gedefinieerd door de perforaties zorgen voor afvoerplaatsen van regenwater of andere voorkomende vloeistoffen. Dit brengt het voordeel met zich mee dat opstapeling van vloeistoffen op de vloerplaat vermeden wordt, wat ook het risico van uitglijden of struikelen op de steigervloer vermindert.
Genoemde perforaties kunnen worden aangebracht in de vloerplaat middels eender daarvoor geschikte methoden zoals gekend in de stand van de techniek. De perforaties kunnen bijvoorbeeld in de vloerplaat aangebracht worden middels een pons. Als resultaat van het aanbrengen, eindigen de perforaties elk in een snijrand. Middels de zink-magnesium coating volgens de uitvinding wordt een zelfherstellende bescherming van de snijranden verkregen.
Volgens uitvoeringsvormen zijn de eindkappen uitgevoerd in staal. Volgens andere uitvoeringsvormen zijn de eindkappen uitgevoerd in thermisch verzinkt staal. Een thermisch verzinkingsproces is welbekend in de stand der techniek en betreft onderdompeling in een bad van gesmolten zink. Thermisch verzinkt staal zorgt voor een corrosiebescherming van de eindkappen.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij tevens de eindkappen ten minste gedeeltelijk bedekt zijn met genoemde zink-magnesium coating.
Dit zorgt voor een zeer goede corrosiebescherming van de eindkappen. Zo wordt de levensduur van de eindkappen aanzienlijk verhoogd. Daarnaast wordt algemeen verwezen naar de positieve effecten toegeschreven aan de coating zoals hierboven beschreven voor de vloerplaat en zij-flensen, welke effecten ook van toepassing zijn op de met zink-magnesium coating bedekte eindkappen.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij elke eindkap gevormd is door een U-vormig element met twee benen die met elkaar verbonden zijn door een romp, welke romp genoemde ten minste één ophangelement weggericht van de vloerplaat draagt, welk U-vormig element aan weerszijden van een zij-kap voorzien is die dwars tegen romp en/of benen geplaatst is, en welk U-vormig element gedimensioneerd is om inwendig aan de zij-flensen aansluitend contact te hebben tussen axiaal overlappende delen van zij-flensen en zij-kappen, en waarbij genoemde axiaal overlappende delen mechanisch verbindbaar zijn, en bij voorkeur mechanisch verbonden zijn, door puntverbindingen ter hoogte van puntlocaties.
Het gebruik van puntverbindingen op puntlocaties waarborgt een snelle verbinding van de eindkappen en bijgevolg een snelle montage van de steigervloer. Na het doorzagen van de steigervloer, bijvoorbeeld bij aanpassingen van de steigervloer en/of combinaties van steigervloeren op een werf, kan een eindkap ook eenvoudig en snel middels de puntverbindingen mechanisch verbonden worden aan de zij- flensen ter hoogte van de door het zagen nieuw gevormde eindranden van de vloerplaat. Dit maakt de beschreven bevestigingswijze van de eindkap ook zeer praktisch voor aanpassingswerkzaamheden van de steigervloer. Daarenboven is slechts een beperkt materiaal- en energiegebruik noodzakelijk voor genoemde verbindingen die enkel op een puntlocatie aangebracht zijn. Dit in tegenstelling tot klassieke lasnaden, waarvoor een grote hoeveelheid energie vereist is. Ook brengt lassen risico's met zich mee op vlak van materiaalvervorming door warmte-inbreng bij het lassen, welk risico door genoemde puntverbindingen vermeden wordt. Daarnaast is er ook een corrosie-beschermende actie nodig na het lassen, om de lasnaden te beschermen tegen corrosie, zoals bijvoorbeeld een thermisch verzinkingsproces.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de puntverbindingen geselecteerd zijn uit de groep omvattende verbindingen bewerkstelligd door blindklinknagels, klinknagels, tapschroeven en bouten.
Door hun gekende vorm zijn genoemde blindklinknagels, klinknagels, tapschroeven en bouten zeer geschikt om genoemde puntverbindingen te verkrijgen.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de puntverbindingen bewerkstelligd zijn door zelf-borende klinknagels, waarbij een zelf-borende
"1 BE2019/5676 klinknagel gevormd is als een nagel omvattende een aanslagkop die uitmondt in een mantel, welke mantel concentrisch gelegen is rond een centrale opening.
Zelf-borende klinknagels (EN: self pierce rivets) bieden de voordelen van hun eenvoudige vorm en dus beperkte productie-inspanningen en van hun eenvoudige manier van aanbrengen, namelijk van het slaan of persen van de zelf-borende klinknagels doorheen de te verbinden materiaallagen waardoor er een mechanische verbinding verkregen wordt.
In het bijzonder wordt bij een verbinding van twee materiaallagen een zelf-borende klinknagel doorheen een eerste materiaallaag en vervolgens doorheen een tweede materiaallaag geperst, waarbij de zelf-borende klinknagel een onder-snijding (EN: undercut) in de tweede materiaallaag vormt, waardoor een karakteristieke vergrendelkop ontstaat.
De zelf-borende klinknagels kunnen ook direct aangebracht worden zonder dat op voorhand boren nodig is, en dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld klassieke bouten of blindklinknagels.
Ook kan het aanbrengen van de zelf-borende klinknagels relatief geruisloos uitgevoerd worden.
Een bijkomend voordeel is dat een zelf-borende klinknagel een betere prestatie bij dynamische belasting vertoont ten opzichte van een blindklinknagel in combinatie met voorgeboorde gaten.
Bij voorkeur zijn de zelf-borende klinknagels vervaardigd uit een ijzerhoudend materiaal, bij voorkeur staal, en nog meer bij voorkeur vervaardig uit staal dat gecoat is met een samenstelling omvattende zink en aluminium of met een zink-magnesium coating volgens onderhavige uitvinding.
Zo zijn de zelf-borende klinknagels zelf ook beschermd tegen corrosie.
Het gebruik van puntverbindingen en bij voorkeur van puntverbindingen middels zelf-borende klinknagels is een technologie uit de automobielsector.
Zover gekend, wordt geacht dat deze technologie nog niet toegepast werd in de steigerbouwsector.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van een steigervloer, omvattende de stappen van het voorzien van een ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat met een loopvlak en een ertegenover gelegen ondervlak, het vormen van twee zij-flensen uit de vloerplaat door het weggericht van het loopvlak en langs zij-randen van de vloerplaat omplooien van zijgedeelten van de vloerplaat, en het minstens indirect bevestigen van twee ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, eindkappen aan de vloerplaat waarbij elke eindkap zo geplaatst is dat de eindkap zich uitstrekt onder de vloerplaat langs een eindrand van de vloerplaat, welke eindkap voorzien is van ten minste één ophangelement geschikt voor het ophangen van de steigervloer aan een ligger van een steiger, waarbij de ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat en zij-flensen op voorhand ten minste gedeeltelijk gecoat zijn met een zink-magnesium samenstelling, welke zink- magnesium samenstelling 0,1 tot 10 gewichtsprocent magnesium, meer bij voorkeur 0,3 tot 10 gewichtsprocent magnesium, nog meer bij voorkeur 0,3 tot 4 gewichtsprocent magnesium en het meest bij voorkeur 2 tot 4 gewichtsprocent magnesium en 0,1 tot 20 gewichtsprocent aluminium, meer bij voorkeur 0,5 tot 11 gewichtsprocent aluminium, nog meer bij voorkeur 0,7 tot 6 gewichtsprocent aluminium, nog meer bij voorkeur 1 tot 6 gewichtsprocent aluminium en het meest bij voorkeur 2,5 tot 4,5 gewichtsprocent aluminium omvat, waarbij de rest van de zink-magnesium samenstelling zink is.
Door het bedekken met de zink-magnesium samenstelling wordt een coating van de zink-magnesium samenstelling op de vloerplaat en de zij-flensen verkregen. Zo een zink-magnesium coating verleent een superieure corrosieweerstand aan de steigervloer. Dit zorgt voor een langere levensduur van de steigervloer, welke door gebruik in de steigerbouw vaak onderworpen wordt aan externe factoren die corrosie uitlokken zoals bijvoorbeeld neerslag en eventueel contact met corrosieve chemische producten. Het is zelfs zo dat een zink-magnesium coating een betere weerstand tegen corrosie biedt dan een standaard pure zinklaag. Zo biedt een zink- magnesium coating een goed alternatief voor een stukverzinkingsproces en een goed alternatief voor aluminium of roestvrij staal. Ook biedt de coating een langdurige oppervlaktebescherming van de steigervloer tegen slijtage. Bij een uitvoering in staal kan ook plaatstaal op voorhand gecoat worden waarna het plaatstaal gevormd wordt tot vloerplaat en/of zij-flensen.
Een ander belangrijk voordeel van de zink-magnesium coating is dat er na het doorzagen van de steigervloer, bijvoorbeeld bij aanpassingen van de steigervloer en/of combinaties van steigervloeren op een werf, geen roestvorming op de zaagvlakken van de vloer is. Dit zorgt ervoor dat aanpassingswerken van één of meerdere steigervloeren sterk vereenvoudigd worden. Dit komt doordat de zink- magnesium coating een zeer goede kathodische bescherming biedt aan zaagvlakken, zodat de zaagvlakken een zelfherstellende functionaliteit verkrijgen. Hierdoor is geen aparte verzinkstap, bijvoorbeeld vuurverzinken, nodig na het verzagen, of ook bijvoorbeeld na ponsen of plooien, van de steigervloer.
De zink-magnesium coating vertoont ook een verminderde afpoedering in vergelijking met een klassieke pure zinkbekleding. Dit laatste biedt een belangrijk voordeel voor een steigervloer, omdat de steigervloer in gebruik onderhevig is aan veelvuldige voetstappen van werknemers.
Een zink-magnesium coating vertoont ook een duidelijk lagere zinkafloop-snelheid in vergelijking met een klassieke pure zinkbekleding. Een zogenaamde zinkafloop- snelheid is de snelheid waarmee materiaal van een oppervlak afloopt en oplost in de externe omgeving, uitgedrukt in g/m?/jaar. Veelal is het een aanduiding voor de hoeveelheid zink die door regen van het oppervlak afloopt en in een bodem terechtkomt.
Daarnaast maakt een zink-magnesium coating een aanzienlijke gewichtsvermindering mogelijk ten opzichte van stukverzinking: afhankelijk van de omgeving waaraan de coating blootgesteld wordt, kan een zinklaag met een 2 tot 4 keer lager gewicht gebruikt worden, terwijl de corrosieweerstand aanzienlijk beter is en het product een aanzienlijk hogere kostenefficiëntie biedt. Een lager gewicht biedt ook de voordelen dat het dragen en opheffen van steigervloeren door werknemers en ook het algemeen transport van steigervloeren vereenvoudigd worden.
Bovengenoemde grenzen van magnesiumconcentraties zijn optimaal geschikt voor corrosiebescherming van de steigervloer. Beneden 0,1 gewichtsprocent magnesium is de zink-magnesium coating niet voldoende resistent tegen corrosie en boven 10 gewichtsprocent magnesium oxideert de coating te veel en kan de coating niet gebruikt worden.
Volgens uitvoeringsvormen omvat de zink-magnesium samenstelling onvermijdelijke onzuiverheden en optioneel één of meerdere aanvullende elementen geselecteerd uit Si, Sb, Pb, Ti, Ca, Mn, Sn, La, Ce, Cr, Ni of Bi, waarbij het gewichtsgehalte van elke onvermijdelijke onzuiverheid en elk optioneel aanvullend element lager is dan 0,3 gewichtsprocent van de samenstelling. Genoemde één of meerdere aanvullende elementen geselecteerd uit Si, Sb, Pb, Ti, Ca, Mn, Sn, La, Ce, Cr, Ni of Bi, kunnen, onder andere, het mogelijk maken om de buigzaamheid of de hechting van de coating op de steigervloer te verbeteren. De vakman die hun effecten op de eigenschappen van de coating kent, zal ze kunnen gebruiken volgens aanvullend doelonderzoek. Genoemde onvermijdelijke onzuiverheden kunnen voorkomen omwille van aangewende technieken en producten voor het aanbrengen van de coating.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde ijzerhoudende, bij voorkeur stalen, vloerplaat en zij-flensen op voorhand voor minstens 80%, meer bij voorkeur voor minstens 85%, nog meer bij voorkeur voor minstens 90%, en het meest bij voorkeur voor minstens 92% gecoat zijn met genoemde zink-magnesium samenstelling.
Zodanig wordt een goed bedekkende coating op vloerplaat en zij-flensen verzekerd. Zo een goed bedekkende zink-magnesium coating is eenvoudig te verwezenlijken en biedt daarnaast het voordeel van een afdoende anti-corrosie bescherming van een zo groot mogelijk oppervlak van de steigervloer. Bij het verzagen van de vloerplaat en zij-flensen in functie van aanpassingswerken biedt de hoge bedekkingsgraad het belangrijke voordeel dat ter hoogte van eender welke plaats van de vloerplaat en zij-flensen gezaagd kan worden terwijl toch het beschreven anti-corrosie effect verzekerd is.
Een algemene methode om vlakke stalen producten te voorzien van een zink- magnesium coating is beschreven in Europese norm EN 10346:2015, getiteld “Continuously hot-dip coated steel flat products for cold forming — Technical delivery conditions”. Deze norm beschrijft het aanbrengen van een zink-magnesium coating door het onderdompelen van een voorbereide strook in een bad van gesmolten zink-aluminium-magnesium. Dit wordt ook een warme onderdompeling (EN: hot dip) zink-magnesium methode genoemd.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het ponsen van de vloerplaat tot een geperforeerde vloerplaat, waarbij tijdens het ponsen ten minste enkele door het ponsen verkregen perforaties omtreksgewijs gebogen worden tot kragen die zich weggericht van het ondervlak uitstrekken.
Het ponsen kan op eender welke daartoe geschikte manier zoals gekend in de stand van de techniek worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van een welbekende ponsmachine. Voor het omtreksgewijs buigen van de kragen kan gebruik gemaakt worden van daartoe gevormde boven- en onderstempel die in een ponsmachine geplaatst kunnen worden. Als resultaat van het ponsen eindigen de perforaties elk in een snijrand. Middels de zink-magnesium coating verkregen volgens de uitvinding wordt een zelfherstellende bescherming van de snijranden verkregen. De uitstrekkende kragen van de perforaties bieden een verhoogde grip aan de schoenzolen van werknemers die de vloerplaat betreden. Zodoende wordt het risico van uitglijden of struikelen op de steigervloer vanwege factoren zoals een glad oppervlak na regenval of een hoge hellingsgraad sterk verminderd. Holtes in de vloerplaat gedefinieerd door de perforaties zorgen voor afvoerplaatsen van regenwater of andere voorkomende vloeistoffen. Dit brengt het voordeel met zich mee dat opstapeling van vloeistoffen op de vloerplaat vermeden wordt, wat ook het risico van uitglijden of struikelen op de steigervloer vermindert.
Volgens uitvoeringsvormen zijn de eindkappen uitgevoerd in staal. Volgens andere uitvoeringsvormen zijn de eindkappen uitgevoerd in thermisch verzinkt staal, verkregen door staal een thermisch verzinkingsproces te laten ondergaan. Een thermisch verzinkingsproces is welbekend in de stand der techniek en betreft onderdompeling in een bad van gesmolten zink. Thermisch verzinkt staal zorgt voor een corrosiebescherming van de eindkappen. In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij in een verdere stap de eindkappen ook ten minste gedeeltelijk bedekt worden met genoemde zink- magnesium samenstelling. Dit zorgt voor de vorming van een zink-magnesium coating op de eindkappen en dus voor een zeer goede corrosiebescherming van de eindkappen. Zo wordt de levensduur van de eindkappen aanzienlijk verhoogd. Daarnaast wordt algemeen verwezen naar de positieve effecten toegeschreven aan de coating zoals hierboven beschreven voor de vloerplaat en zij-flensen, welke effecten ook van toepassing zijn op met de zink-magnesium coating bedekte eindkappen.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij elke eindkap gevormd is door een U-vormig element met twee benen die met elkaar verbonden zijn door een romp, welke romp genoemde ten minste één ophangelement weggericht van de vloerplaat draagt, welk U-vormig element aan weerszijden van een zij-kap voorzien is die dwars tegen romp en/of benen geplaatst is, en welk U-vormig element gedimensioneerd is om inwendig aan de zij-flensen aansluitend contact te hebben tussen axiaal overlappende delen van zij-flensen en zij-kappen, en waarbij de werkwijze de stap omvat van het mechanisch verbinden van axiaal overlappende delen van genoemde zij-flensen en zij-kappen door het aanbrengen van puntverbindingen ter hoogte van puntlocaties aanwezig op genoemde overlappende delen.
Het aanbrengen van puntverbindingen op puntlocaties waarborgt een snelle verbinding van de eindkappen en bijgevolg een snelle montage van de steigervloer. Na het doorzagen van de steigervloer, bijvoorbeeld bij aanpassingen van de steigervloer en/of combinaties van steigervloeren op een werf, kan een eindkap ook eenvoudig en snel middels de puntverbindingen mechanisch verbonden worden aan de zij-flensen ter hoogte van de door het zagen nieuw gevormde eindranden van de vloerplaat. Dit maakt de beschreven bevestigingswijze van de eindkap ook zeer praktisch voor aanpassingswerkzaamheden van de steigervloer. Daarenboven is slechts een beperkt materiaal- en energiegebruik noodzakelijk voor genoemde verbindingen die enkel op een puntlocatie aangebracht zijn. Dit in tegenstelling tot klassieke lasnaden, waarvoor een grote hoeveelheid energie vereist is. Ook brengt lassen risico's met zich mee op vlak van materiaalvervorming door warmte-inbreng bij het lassen, welk risico door genoemde puntverbindingen vermeden wordt. Daarnaast is er ook een corrosie-beschermende actie nodig na het lassen, om de lasnaden te beschermen tegen corrosie, zoals bijvoorbeeld een thermisch verzinkingsproces. In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de puntverbindingen op de puntlocaties aangebracht worden door het persen of slaan van zelf-borende klinknagels doorheen genoemde axiaal overlappende delen, waarbij een zelf- borende klinknagel gevormd is als een nagel omvattende een aanslagkop die uitmondt in een mantel, welke mantel concentrisch gelegen is rond een centrale opening.
In het bijzonder wordt bij een verbinding van twee materiaallagen een zelf-borende klinknagel doorheen een eerste materiaallaag en vervolgens doorheen een tweede materiaallaag geperst, waarbij de zelf-borende klinknagel een onder-snijding (EN: undercut) in de tweede materiaallaag vormt, waardoor een karakteristieke vergrendelkop ontstaat. Zelf-borende klinknagels (EN: self pierce rivets) bieden het voordeel dat ze direct aangebracht kunnen worden zonder dat op voorhand boren nodig is, en dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld klassieke bouten of blindklinknagels. Dit laat een vlotte bevestiging van de eindkappen toe, wat bijzonder gewenst is in geval van aanpassingswerken van de steigervloer, zoals hierboven beschreven, en welke aanpassingswerken vaak met hoge dringendheid uitgevoerd dienen te worden, omdat anders andere werkzaamheden vertraging kunnen oplopen. Een ander voordeel is dat het aanbrengen van de zelf-borende klinknagels relatief geruisloos uitgevoerd kan worden. Een bijkomend voordeel is dat een zelf-borende klinknagel een betere prestatie bij dynamische belasting vertoont ten opzichte van een blindklinknagel in combinatie met voorgeboorde gaten.
In een derde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een steigervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding in een steiger die gebruikt wordt in constructie, renovatie, podiumbouw, voor het voorzien van een effen grondvlak op oneffen ondergrond, voor het ondersteunen van een object, voor tijdelijke daken, bruggen, gebouwen, voor het versterken van rivieroevers, hellingen en/of als rekken voor opslag. In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van een niet-limiterend voorbeeld die de uitvinding illustreert, en die niet bedoeld is of geïnterpreteerd mag worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELDEN VOORBEELD 1 Voorbeeld 1 betreft een steigervloer volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de uitvinding. Een steigervloer volgens Voorbeeld 1 wordt getoond in Fig. 2. De steigervloer 1 heeft een vloerplaat 2 welke bestaat uit een geperforeerde plaat die een loopvlak 3 vormt. Tegenover het loopvlak 3 vertoont de steigervloer 1 een ondervlak 4. De vloerplaat 2 heeft een aantal perforaties 9, 23 waarvan sommige perforaties 9 worden begrensd door kragen 10 die zich weggericht van het ondervlak 4 uitstrekken. De perforaties 9, 23 worden aangebracht door het ponsen van de vloerplaat 2. Voor het omtreksgewijs buigen van een gebied aan de omtrek van een perforatie 9, ter vormig van een genoemde kraag 10, kan gebruik gemaakt worden van daartoe gevormde boven- en onderstempel die in een ponsmachine geplaatst kunnen worden. Als resultaat van het ponsen eindigen de perforaties 9, 23 elk in een snijrand 19, 28 (zie ook Fig. 3). De uitstrekkende kragen 10 van de perforaties 9 bieden een verhoogde grip aan de schoenzolen van werknemers die de vloerplaat 2 betreden. Zodoende wordt het risico van uitglijden of struikelen op de steigervloer 1 vanwege factoren zoals een glad oppervlak na regenval of een hoge hellingsgraad sterk verminderd. Holtes in de vloerplaat gedefinieerd door de perforaties 9, 23 zorgen voor afvoerplaatsen van regenwater of andere voorkomende vloeistoffen, zodat uitglijgevaar door een glad oppervlak ook sterk verminderd wordt.
De vloerplaat 2 heeft twee eindranden 8. Twee eindkappen 7 zijn elk zich uitstrekkend onder de vloerplaat 2 aangebracht onder een eindrand 8 van de vloerplaat 2. Zie ook het zij-aanzicht volgens Fig. 3 voor een duidelijke weergave hiervan. De eindkap 7 wordt gevormd door een U-vormig element 11 met twee benen 12 die met elkaar zijn verbonden door een romp 13. De benen 12 van het U- vormig element 11 strekken zich uit in het inwendige van de vloerplaat 2. Het U- vormig element 11 is aan weerszijden van een zij-kap 15 voorzien die dwars tegen de romp 13 geplaatst is. De zij-kap 15 strekt zich uit in het inwendige van de vloerplaat 2. Aan een zijde van de romp 13 afgekeerd van de zijde die de zij- kappen 15 draagt, zijn dwars twee haken 14 als ophangelementen 14 geplaatst. De haken 14 dienen om de steigervloer 1 aan een ligger van een steiger te kunnen ophangen. Verder is op genoemde zijde van de romp 13 nog een uitsteeksel 20 naast de haken 14 voorzien. Dit uitsteeksel 20 zorgt voor extra stabiliteit bij gebruik van de steigervloer 1 in een steiger.
Twee zij-flensen 5 strekken zich elk weggericht van het loopvlak 3 en dwars op de vloerplaat 2 uit langs een zij-rand 6 van de vloerplaat 2. Elke zij-flens 5 wordt gevormd door een zijgedeelte van de vloerplaat 2 naar beneden te buigen. Elke zij- flens 5 wordt dus gevormd door een zijgedeelte van de vloerplaat 2. Elke zij-flens 5 eindigt in een onderrand 22 (Fig. 1 en Fig. 3). In Fig. 1-3 is enkel de meest vooraan liggende zij-flens 5 duidelijk zichtbaar. Elk U-vormig element 11 vormt samen met de vloerplaat 2 en de zij-flenzen 5 een star frame. Dit star frame voorkomt het buigen van de steigervloer 1.
Als basismaterialen voor de productie van een steigervloer 1 volgens Voorbeeld 1 zijn genoemde vloerplaat 1 en zij-flensen 5, evenals de eindkappen 7, vervaardigd uit gecoat staal. Genoemde vloerplaat 1 en zij-flensen 5 zijn in het bijzonder vervaardigd uit staal gecoat met een zink-magnesium coating 24 volgens de huidige uitvinding. De eindkappen 7 zijn in dit voorbeeld vervaardigd uit thermisch verzinkt staal. Een zo hoog mogelijke bedekkingsgraad wordt hierbij beoogd en bij voorkeur worden de materialen voor minstens 92% bedekt met de respectievelijke coatings. De zink-magnesium coating 24 vertoont een dikte van 20 tot 30 um. De zink-magnesium samenstelling, en bijgevolg ook de zink-magnesium coating 24 afgezet op genoemde materialen, omvat 3 gewichtsprocent magnesium, 3,5 gewichtsprocent aluminium en voor de rest zink. Genoemde zink-magnesium coating 24 verleent een superieure corrosieweerstand aan de steigervloer 1. Dit zorgt voor een langere levensduur van de steigervloer 1, welke door gebruik in de steigerbouw vaak onderworpen wordt aan externe factoren die corrosie uitlokken zoals bijvoorbeeld neerslag en eventueel contact met corrosieve chemische producten. Het is zelfs zo dat een zink-magnesium coating 24 een betere weerstand tegen corrosie biedt dan een standaard pure zinklaag. Zo biedt een zink-magnesium coating 24 een goed alternatief voor een stukverzinkingsproces en een goed alternatief voor aluminium of roestvrij staal. Ook biedt de coating 24 een langdurige oppervlaktebescherming van de steigervloer tegen slijtage. Een ander belangrijk voordeel van de zink-magnesium coating 24 is dat er na het doorzagen van de steigervloer 1, bijvoorbeeld bij aanpassingen van de steigervloer en/of combinaties van steigervloeren op een werf, geen roestvorming op de zaagvlakken van de vloer 1 is. Dit zorgt ervoor dat aanpassingswerken van één of meerdere steigervloeren 1 sterk vereenvoudigd worden. Dit komt doordat de zink-magnesium coating 24 een zeer goede kathodische bescherming biedt aan zaagvlakken, zodat de zaagvlakken een zelfherstellende functionaliteit verkrijgen. Hierdoor is geen aparte verzinkstap, bijvoorbeeld vuurverzinken, nodig na het verzagen, of ook bijvoorbeeld na ponsen of plooien, van de steigervloer 1. De zink-magnesium coating 24 vertoont ook een verminderde afpoedering in vergelijking met een klassieke pure zinkbekleding. Dit laatste biedt een belangrijk voordeel voor een steigervloer 1, omdat de steigervloer
1 in gebruik onderhevig is aan veelvuldige voetstappen van werknemers op het loopvlak 3 van de vloerplaat 2. Een zink-magnesium coating 24 vertoont ook een duidelijk lagere zinkafloop-snelheid in vergelijking met een klassieke pure zinkbekleding. Een zogenaamde zinkafloop-snelheid is de snelheid waarmee materiaal van een oppervlak afloopt en oplost in de externe omgeving, uitgedrukt in g/m?2/jaar. Veelal is het een aanduiding voor de hoeveelheid zink die door regen van het oppervlak afloopt en in een bodem terechtkomt. Daarnaast maakt een zink-magnesium coating 24 een aanzienlijke gewichtsvermindering mogelijk ten opzichte van stukverzinking: afhankelijk van de omgeving waaraan de coating 24 blootgesteld wordt, kan een zinklaag met een 2 tot 4 keer lager gewicht gebruikt worden, terwijl de corrosieweerstand aanzienlijk beter is en het product een aanzienlijk hogere kostenefficiëntie biedt. Een lager gewicht biedt ook de voordelen dat het dragen en opheffen van steigervloeren 1 door werknemers en ook het algemeen transport van steigervloeren 1 vereenvoudigd worden.
Middels de zink-magnesium coating 24 volgens Voorbeeld 1 wordt bovendien een zelfherstellende bescherming van de snijranden 19, 28 van de perforaties 9, 23 verkregen. Fig. 1 toont in geëxplodeerd perspectief duidelijk hoe middels het aanbrengen van zelf-borende klinknagels 18 ter hoogte van puntlocaties 17 en volgens een richting 21 van zij-flens 5 naar zij-kap 15, de vloerplaat 2 en de eindkappen 7 mechanisch met elkaar verbonden worden via puntverbindingen 16 (Fig. 3). Zoals op Fig. 3 duidelijk getoond wordt, overlappen de getoonde zij-kappen 15 en de getoonde zij- flens 5 elkaar axiaal. Deze axiaal overlappende delen zijn ter hoogte van twee puntlocaties 17 met elkaar verbonden door zelf-borende klinknagels 18 die elk een puntverbinding 16 bewerkstelligen. De zelf-borende klinknagels 18 worden aangebracht door ze van buiten naar binnen gericht doorheen zowel zij-kap 15 als zij-flens te persen. In het bijzonder wordt hierbij telkens een zelf-borende klinknagel 18 doorheen een zij-flens 5 geperst (zie schematisch detail in Fig. 4A) waarna de zelf-borende klinknagel 18 een onder-snijding (EN: undercut) in een zij- kap 15 vormt (zie schematisch detail in Fig. 4B), waardoor een karakteristieke vergrendelkop ontstaat. De zelf-borende klinknagels zijn vervaardigd uit staal gecoat met een samenstelling omvattende zink en aluminium, welke een corrosiebescherming vertoont. Zo zijn de zelf-borende klinknagels zelf ook beschermd tegen corrosie. Als een alternatief kunnen de zelf-borende klinknagels vervaardigd zijn uit staal gecoat met de zink-magnesium coating 24 volgens de uitvinding, om zo nog een verbeterde corrosiebescherming van de zelf-borende klinknagels te verkrijgen.
De zelf-borende klinknagels vertonen een aanslagkop 25 die uitmondt in een mantel 26 concentrisch gelegen rond een centrale opening 27. Deze vormgeving vereist weinig materiaalgebruik en is bovendien optimaal geschikt om na aanbrengen een stevige mechanische bevestiging te bewerkstelligen tussen eindkappen 7 en vloerplaat 2. Door toepassing van deze puntverbindingen 16 op puntlocaties 17 wordt een snelle verbinding van de eindkappen en bijgevolg een snelle montage van de steigervloer 1 mogelijk gemaakt.
Bovendien kunnen de zelf- borende klinknagels 18 direct aangebracht worden zonder dat op voorhand boren nodig is, en dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld klassieke bouten of blindklinknagels.
Een ander voordeel is dat het aanbrengen van de zelf-borende klinknagels 18 relatief geruisloos uitgevoerd kan worden.
Na het doorzagen van de steigervloer 1, bijvoorbeeld bij aanpassingen van de steigervloer 1 en/of combinaties van steigervloeren op een werf 1, kan een eindkap 7 ook eenvoudig en snel middels de puntverbindingen 16 mechanisch verbonden worden aan de zij- flensen 5 ter hoogte van de door het zagen nieuw gevormde eindranden van de vloerplaat 2. Daarenboven is slechts een beperkt materiaal- en energiegebruik noodzakelijk voor genoemde verbindingen 16 die enkel op een puntlocatie 17 aangebracht zijn.
Dit in tegenstelling tot klassieke lasnaden, waarvoor een grote hoeveelheid energie vereist is.
Ook brengt lassen risico's met zich mee op vlak van materiaalvervorming door warmte-inbreng bij het lassen, welk risico door genoemde puntverbindingen 16 vermeden wordt.
Daarnaast is er ook een corrosie- beschermende actie nodig na het lassen, om de lasnaden te beschermen tegen corrosie, zoals bijvoorbeeld een thermisch verzinkingsproces.
Een bijkomend voordeel is dat een zelf-borende klinknagel een betere prestatie bij dynamische belasting vertoont ten opzichte van een blindklinknagel in combinatie met voorgeboorde gaten.

Claims (16)

CONCLUSIES
1. Steigervloer (1) omvattende een ijzerhoudende vloerplaat (2) met een loopvlak (3) en een ertegenover gelegen ondervlak (4), twee ijzerhoudende zij-flensen (5) die zich elk weggericht van het loopvlak (3) en dwars op de vloerplaat (2) uitstrekken langs een zij-rand (6) van de vloerplaat (2) en elk gevormd door een zijgedeelte van de laatste, en twee ijzerhoudende eindkappen (7) elk zich uitstrekkend onder de vloerplaat (2) langs een eindrand (8) van deze laatste en verbindbaar met de vloerplaat (2) en/of de zij-flensen (5), waarbij elke eindkap (7) voorzien is van ten minste één ophangelement (14) geschikt voor het ophangen van de steigervloer (1) aan een ligger van een steiger, met het kenmerk, dat de ijzerhoudende vloerplaat (2) en zij-flensen (5) ten minste gedeeltelijk bedekt zijn met een zink-magnesium coating (24), welke zink-magnesium coating (24) 0,1 tot 10 gewichtsprocent magnesium en 0,1 tot 20 gewichtsprocent aluminium omvat, waarbij de rest van de zink-magnesium coating (24) zink is.
2. Steigervloer (1) volgens conclusie 1, waarbij de ijzerhoudende vloerplaat (2) en zij-flensen (5) voor minstens 80% bedekt zijn met de zink-magnesium coating (24).
3. Steigervloer (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zink-magnesium coating (24) een coatinggewicht heeft van 20 g/m2 tot 2000 g/m°, waarbij het coatinggewicht uitgedrukt wordt als het gewicht van de zink-magnesium coating in g per oppervlakte van de vloerplaat en zij-flensen in m2.
4. Steigervloer (1) volgens één der conclusies 1 tot 3, waarbij de zink- magnesium coating (24) een laagdikte heeft van 1,5 um tot 150 um.
5. Steigervloer (1) volgens één der conclusies 1 tot 4, waarbij de vloerplaat (2) voorzien is van een veelvoud van perforaties (9, 23), waarbij minstens enkele van genoemde perforaties (9) voorzien zijn van kragen (10) die zich weggericht van het ondervlak (4) uitstrekken.
6. Steigervloer (1) volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij tevens de eindkappen (7) ten minste gedeeltelijk bedekt zijn met genoemde zink- magnesium coating (24).
7. Steigervloer (1) volgens één der conclusies 1 tot 6, waarbij elke eindkap (7) gevormd is door een U-vormig element (11) met twee benen (12) die met elkaar verbonden zijn door een romp (13), welke romp (13) genoemde ten minste één ophangelement (14) weggericht van de vloerplaat (2) draagt, welk U-vormig element (11) aan weerszijden van een zij-kap (15) voorzien is die dwars tegen romp (13) en/of benen (12) geplaatst is, en welk U- vormig element (11) gedimensioneerd is om inwendig aan de zij-flensen (5) aansluitend contact te hebben tussen axiaal overlappende delen van zij- flensen (5) en zij-kappen (15), en waarbij genoemde axiaal overlappende delen mechanisch verbindbaar zijn door puntverbindingen (16) ter hoogte van puntlocaties (17).
8. Steigervloer (1) volgens conclusie 7, waarbij de puntverbindingen (16) geselecteerd zijn uit de groep omvattende verbindingen bewerkstelligd door blindklinknagels, klinknagels, tapschroeven en bouten.
9. Steigervloer (1) volgens conclusie 8, waarbij de puntverbindingen (16) bewerkstelligd zijn door zelf-borende klinknagels (18), waarbij een zelf- borende klinknagel (18) gevormd is als een nagel omvattende een aanslagkop (25) die uitmondt in een mantel (26), welke mantel (26) concentrisch gelegen is rond een centrale opening (27).
10. Werkwijze voor het produceren van een steigervloer (1), omvattende de stappen van het voorzien van een ijzerhoudende vloerplaat (2) met een loopvlak (3) en een ertegenover gelegen ondervlak (4), het vormen van twee zij-flensen (5) uit de vloerplaat (2) door het weggericht van het loopvlak (3) en langs zij-randen (6) van de vloerplaat (2) omplooien van zijgedeelten van de vloerplaat (2), en het minstens indirect bevestigen van twee ijzerhoudende eindkappen (7) aan de vloerplaat (2) waarbij elke eindkap (7) zo geplaatst is dat de eindkap (7) zich uitstrekt onder de vloerplaat (2) langs een eindrand (8) van de vloerplaat (2), welke eindkap (7) voorzien is van ten minste één ophangelement (14) geschikt voor het ophangen van de steigervloer (1) aan een ligger van een steiger, met het kenmerk dat de ijzerhoudende vloerplaat (2) en zij-flensen (5) op voorhand ten minste gedeeltelijk gecoat zijn met een zink-magnesium samenstelling, welke zink-magnesium samenstelling 0,1 tot 10 gewichtsprocent magnesium en 0,1 tot 20 gewichtsprocent aluminium omvat, waarbij de rest van de zink-magnesium samenstelling zink is.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij genoemde ijzerhoudende vloerplaat (2) en zij-flensen (5) op voorhand voor minstens 80%, meer bij voorkeur voor minstens 85%, nog meer bij voorkeur voor minstens 90%, en het meest bij voorkeur voor minstens 92% gecoat zijn met genoemde zink- magnesium samenstelling.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het ponsen van de vloerplaat (2) tot een geperforeerde vloerplaat (2), waarbij tijdens het ponsen ten minste enkele door het ponsen verkregen perforaties (9) omtreksgewijs gebogen worden tot kragen (10) die zich weggericht van het ondervlak (4) uitstrekken.
13. Werkwijze volgens één der conclusies 10 tot 12, waarbij in een verdere stap de eindkappen (7) ook ten minste gedeeltelijk bedekt worden met genoemde zink-magnesium samenstelling.
14. Werkwijze volgens één der conclusies 10 tot 13, waarbij elke eindkap (7) gevormd is door een U-vormig element (11) met twee benen (12) die met elkaar verbonden zijn door een romp (13), welke romp (13) genoemde ten minste één ophangelement (14) weggericht van de vloerplaat (2) draagt, welk U-vormig element (11) aan weerszijden van een zij-kap (15) voorzien is die dwars tegen romp (13) en/of benen (12) geplaatst is, en welk U- vormig element (11) gedimensioneerd is om inwendig aan de zij-flensen (5) aansluitend contact te hebben tussen axiaal overlappende delen van zij- flensen (5) en zij-kappen (15), en waarbij de werkwijze de stap omvat van het mechanisch verbinden van axiaal overlappende delen van genoemde zij- flensen (5) en zij-kappen (15) door het aanbrengen van puntverbindingen (16) ter hoogte van puntlocaties (17) aanwezig op genoemde overlappende delen.
15.Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de puntverbindingen (16) op de puntlocaties (17) aangebracht worden door het persen of slaan van zelf- borende klinknagels (18) doorheen genoemde axiaal overlappende delen, waarbij een zelf-borende klinknagel (18) gevormd is als een nagel omvattende een aanslagkop (25) die uitmondt in een mantel (26), welke mantel (26) concentrisch gelegen is rond een centrale opening (27).
16. Gebruik van een steigervloer (1) volgens één der conclusies 1 tot 9 in een steiger die gebruikt wordt in constructie, renovatie, podiumbouw, voor het voorzien van een effen grondvlak op oneffen ondergrond, voor het ondersteunen van een object, voor tijdelijke daken, bruggen, gebouwen, voor het versterken van rivieroevers, hellingen en/of als rekken voor opslag.
BE20195676A 2019-10-11 2019-10-11 Steigervloer en werkwijze voor het produceren van een steigervloer BE1027657B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195676A BE1027657B1 (nl) 2019-10-11 2019-10-11 Steigervloer en werkwijze voor het produceren van een steigervloer

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195676A BE1027657B1 (nl) 2019-10-11 2019-10-11 Steigervloer en werkwijze voor het produceren van een steigervloer

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027657A1 BE1027657A1 (nl) 2021-05-05
BE1027657B1 true BE1027657B1 (nl) 2021-05-11

Family

ID=68392654

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195676A BE1027657B1 (nl) 2019-10-11 2019-10-11 Steigervloer en werkwijze voor het produceren van een steigervloer

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027657B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1010837A1 (de) * 1998-12-19 2000-06-21 Wilhelm Layher Vermögensverwaltungs-GmbH Metall-Laufplanke
DE102016201638A1 (de) * 2016-02-03 2017-08-03 Thyssenkrupp Ag Verfahren zum Herstellen eines Profils aus einem Sandwichmaterial, Profil aus einem Sandwichmaterial sowie dessen Verwendung

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4331218A (en) 1977-12-06 1982-05-25 Eberhard Layher Scaffold plank

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1010837A1 (de) * 1998-12-19 2000-06-21 Wilhelm Layher Vermögensverwaltungs-GmbH Metall-Laufplanke
DE102016201638A1 (de) * 2016-02-03 2017-08-03 Thyssenkrupp Ag Verfahren zum Herstellen eines Profils aus einem Sandwichmaterial, Profil aus einem Sandwichmaterial sowie dessen Verwendung

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
JOSEF-MARTIN KRAUS: "Zink-Magnesium-Schichten verbessern den Korrosionsschutz bei Kaltband-Produkten", 5 December 2008 (2008-12-05), pages 1 - 4, XP055689663, Retrieved from the Internet <URL:https://www.innovations-report.de/html/berichte/maschinenbau/zink-magnesium-schichten-verbessern-123929.html> [retrieved on 20200428] *
THYSSEN KRUPP: "ZM Ecoprotect", 1 October 2017 (2017-10-01), pages 1 - 7, XP055689717, Retrieved from the Internet <URL:https://www.thyssenkrupp-steel.com/media/content_1/publikationen/produktinformationen/zm/thyssenkrupp_zm-ecoprotect_produktinformation_steel_de.pdf> [retrieved on 20200428] *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027657A1 (nl) 2021-05-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5771653A (en) Chord for use as the upper and lower chords of a roof truss
US7587877B2 (en) Cold-formed steel joists
US20140007540A1 (en) Architectural Pavements in Elevated Exterior Deck Applications
US20120291378A1 (en) Express framing system
US8959868B2 (en) Truss system
NO763262L (nl)
US20090151275A1 (en) Architectural pavements in elevated exterior deck applications
BE1027657B1 (nl) Steigervloer en werkwijze voor het produceren van een steigervloer
US2211513A (en) Reinforced structure
US1879295A (en) Joist
US8505599B2 (en) Panelization system and method
US20100180531A1 (en) Truss chord and truss system with ribs and radiuses
Williams Introduction to recent trends in cold-formed steel construction
RU2616593C2 (ru) Несварной узел оцинкованных стальных элементов
RU188950U1 (ru) Составная комбинированная двутавровая балка
JP5632143B2 (ja) 軒先構造、及び庇化粧材
KR100773019B1 (ko) 바닥판 구조체
BE1027661A1 (nl) Steigervloer en werkwijzen voor het produceren en herstellen van een steigervloer
CN109138283A (zh) 一种新型耐腐蚀压型金属风雨棚屋面施工方法
JP2003293523A (ja) 金属製折板屋根
JPH01178654A (ja) 補修折板屋根
CN218540959U (zh) 一种具有防腐功能的钢结构
Superseding USACE/NAVFAC/AFCESA/NASA UFGS-05 51 00 (May 2009)
Superseding USACE/NAVFAC/AFCESA/NASA UFGS-05 51 00 (February 2012)
Branch SECTION 05 21 00 STEEL JOISTS

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210511