BE1027559B1 - Watertank - Google Patents

Watertank Download PDF

Info

Publication number
BE1027559B1
BE1027559B1 BE20190083A BE201900083A BE1027559B1 BE 1027559 B1 BE1027559 B1 BE 1027559B1 BE 20190083 A BE20190083 A BE 20190083A BE 201900083 A BE201900083 A BE 201900083A BE 1027559 B1 BE1027559 B1 BE 1027559B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
water
permeable
tub
solid particles
opening
Prior art date
Application number
BE20190083A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027559A1 (nl
Inventor
Luc Vandebeek
Original Assignee
M H C Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by M H C Nv filed Critical M H C Nv
Priority to BE20190083A priority Critical patent/BE1027559B1/nl
Publication of BE1027559A1 publication Critical patent/BE1027559A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027559B1 publication Critical patent/BE1027559B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F1/00Treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F1/001Processes for the treatment of water whereby the filtration technique is of importance
    • C02F1/004Processes for the treatment of water whereby the filtration technique is of importance using large scale industrial sized filters
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/01Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with flat filtering elements
    • B01D29/05Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with flat filtering elements supported
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/11Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with bag, cage, hose, tube, sleeve or like filtering elements
    • B01D29/13Supported filter elements
    • B01D29/23Supported filter elements arranged for outward flow filtration
    • B01D29/27Filter bags
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/50Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition
    • B01D29/56Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition in series connection

Abstract

Watertank (WT) voor het behandelen van vervuild water (W1) dat vaste deeltjes (D) met een grootte van 1mm of meer bevat, waarbij tenminste een deel van die vaste deeltjes een dichtheid van minder dan 1 kg/liter, waarbij de watertank een soepele waterdoorlaatbare container (7) die uitneembaar gemonteerd is in de kuip (1), waarbij die container (7) tenminste een opening (72) bevat, alsook een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare bodem (70) en een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare zijwand (71) om een binnenvolume (BV) te definiëren voor het opvangen van vaste deeltjes (D) met een grootte van 1mm of meer.

Description

Watertank De uitvinding heeft betrekking op een eenvoudige watertank waarin een efficiënte waterbehandeling bekomen kan worden voor het verwijderen van vaste deeltjes of korrels met een grootte van Imm of meer en met een dichtheid van minder dan 1kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter).
Tegenwoordig vormt plastiek/kunststofafval in afvalwater een ernstig probleem voor het leven onder water, bijvoorbeeld voor de vissen, en andere waterorganismen. In de nabijheid van verpakkingseenheden, waar veel van kunststofkorrels gebruikt worden voor de bescherming van producten die ingepakt worden in dozen, vormt het verwijderen van die kunststofafvaldeeltjes is een ernstig probleem .
Kunststofkorrels komen dan met het reinigingswater en/of het regenwater in grachten, waterlopen, enz. terecht.
De watertank volgens de uitvinding is een watertank (WT) voor het behandelen van vervuild water (WI) dat vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer bevat, waarbij tenminste een deel van die vaste deeltjes een dichtheid van minder dan Ikg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) bezitten, waarbij na een filteringsbehandeling, een gefilterd water (W2) bekomen is, dat vrijwel vrij is van vaste deeltjes met een dichtheid van minder dan 1 kg/liter (minder dan de dichtheid van het water), bijvoorbeeld met een dichtheid van 0,1 t/m 0,7 kg per liter.
De watertank (WT) is voorzien van: - een kuip (1) met een bodem (10) en tenminste een zijwand (11), - een inlaatsysteem (2) waardoor het te behandelen vervuild water (WI) in de kuip (1) kan vloeien, waarbij dit inlaatsysteem (2) vervuild water (WI) in de kuip laat vloeien boven een minimaal inlaatpeil (PO); - een waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) om vaste deeltjes met een grootte van Imm of meer af te scheiden van het vervuild water, waarbij dit waterdoorlaatbaar filteringssysteem binnen de kuip (1) van de watertank ligt en waarbij dit waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) tenminste een filteringselement (30) bevat om de kuip (1) te splitsen tenminste in een eerste zone (4) voor het te behandelen vervuild water (WI) en in een tweede zone (5) voor het opvangen van het gefilterd water (W2); - een water afvoersysteem, bij voorkeur een uitloopsysteem (6) om gefilterd water uit de kuip (1) af te voeren.
Volgens de uitvinding bevat het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) tenminste: - een tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) die uitneembaar gemonteerd is in de kuip (1), waarbij die container (7) tenminste een opening (72) bevat, alsook een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare bodem (70) en een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare zijwand (71) om een binnenvolume (BV) te definiëren voor het opvangen van vaste deeltjes (D) met een grootte van lmm of meer, waarbij de waterdoorlaatbaarheid van de tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare bodem (70) en van de tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare zijwand (71) aangepast is om het doorgaan van vaste deeltjes (D) met een grootte van 1mm of meer te verhinderen, en - een poreuze plaat (8) met een waterdoorlaatbaar gedeelte (8A) dat een vrijwel vlakke bovenzijde (80) bezit die een helling (a) van 30° t/m 65° toont ten opzichte van een horizontaal vlak (H), waarbij die vrijwel vlakke bovenzijde (80) zich uitstrekt tussen een bovenrand
(80A) en een onderrand (80B), waarbij de waterdoorlaatbaarheid van dit waterdoorlaatbaar gedeelte (8A) is aangepast om het doorstromen van vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer te verhinderen.
De kuip (1) van de watertank volgens de uitvinding is van een draagsysteem (12) voorzien voor de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7), waardoor de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) verwijderd is van de bodem (10) van de kuip (1), om een vrije zone (50) te vormen tussen de bodem (10) van de kuip en de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) om tenminste een deel van het gefilterd water (W2) op te vangen.
De kuip (1) is bij voorkeur van een middel (13) voorzien om de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) open te houden op een peil (P1) dat lager is dan het inlaatpeil (PO).
De onderrand van de vrijwel vlakke bovenzijde (80) is zodanig gepositioneerd ten opzichte van de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7), zodat vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer die op die bovenzijde (80) liggen door de bovenopening (72) kunnen doorvloeien in het binnenvolume (BV) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7).
De watertank volgens de uitvinding is eenvoudig ontworpen, zodat het gebruik ervan eenvoudig is, en zodat de kunststofdeeltjes gemakkelijk verwijderd worden in een verplaatsbare container, zonder verliesrisico van kunststofdeeltjes die in de container opgevangen worden.
De watertank volgens de uitvinding heeft bij voorkeur één of meerdere van de volgende kenmerken : * de onderrand (80B) van de vrijwel vlakke bovenzijde (80) is van een soepele flap (85) voorzien met een vrije rand (86), waarbij die soepele flap (85) aangepast is om een rand van de opening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) te overlappen, zodat de vrije rand (86) van de soepele flap (85) binnen het binnenvolume (BV) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) ligt. * de gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) is van een bevestigingsmiddel (75) voorzien dat aangepast is om gekoppeld te worden aan een hefmiddel om de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) op te heffen ten opzichte van de kuip (1). Dit bevestigingsmiddel (75) kan ook dienen als middel (13) om de bovenopening 72 open te houden.
* de watertank (WT) is met een deksel (16) voorzien dat voorzien is van tenminste een gat (160) waarvan de grootte aangepast is om het verticaal opheffen van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) van buiten de kuip toe te laten. Men kan op die manier een container (7) met afvaldeeltjes (D) eenvoudige vervangen door een lege container. Er is dus geen tijdverlies in het waterbehandeling.
* de kuip (1) is van een eerste binnenwand (17) voorzien om een bezinkingszone (170) te definiëren, waarin het te behandelen vervuild water (WI) doorstroomt via het inlaatsysteem (2) en waarin vaste deeltjes met een dichtheid hoger dan 1 kg/liter (dichtheid hoger dan de dichtheid van het water) bezinken.
* het inlaatsysteem (2) van de kuip (1) bezit een inlaatopening (20) om het te behandelen vervuild water (WI) te leiden naar de kuip (1), terwijl het afvoersysteem of uitloopsysteem (6) van de kuip (1) een uitloopopening (60) bezit voor gefilterd water (W2), waarbij de inlaatopening (20) en de uitloopopening (60) respectievelijk boven een inlaatonderpeil (PIN) en boven een uitlaatonderpeil (PUIT) gelegen zijn, waarbij bovengenoemde inlaatonderpeil en uitlaatonderpeil boven het peil liggen van de onderrand van de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7).
* de kuip (1) is voorzien (a) van een eerste binnenwand (17) om een bezinkingszone (170) te definiëren, waarin het vervuild water (WI) gevoerd wordt via het inlaatsysteem (2), en (b) van een tweede binnenwand (18) om een bufferzone (180) te definiëren voor het opvangen van gefilterd water (W2), waarbij die bufferzone (180) geassocieerd wordt met het afvoersysteem of het uitloopsysteem (6), waarbij het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) gelegen is in een 5 tussenzone (19) die tussen bovengenoemde eerste binnenwand (17) en tweede binnenwand (18) zich bevindt en waardoor de eerste zone (4) en de tweede zone (5) van het filteringssysteem (3) gedefinieerd worden, waarbij de eerste binnenwand (17) een opening (171) bezit om vervuild water (WI) van de bezinkingszone (170) te laten vloeien in de eerste zone (4) van het filteringssysteem (3), terwijl de tweede binnenwand (18) tenminste een onderopening (181) bezit om het doorvloeien van gefilterd water (W2) toe te laten tussen de tweede zone (5) van het filteringssysteem (3) en de bufferzone (180).
* de tweede binnenwand (18) is met een waterdoorlaatbaar filterelement (185) geassocieerd dat het doorvloeien van vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer verhindert, waarbij dit waterdoorlaatbaar filterelement (185) (of een deel ervan) tenminste boven de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) gelegen is.
* de opening (171) van de eerste binnenwand (17) bezit een onderrand (172) dat een onderpeil (P172) definieert, waarbij het waterdoorlaatbaar filterelement (185) waterdoorlaatbaar is op een peil dat boven bovengenoemde onderpeil (P172) van de onderrand (172) van de opening (171) is gelegen.
* de onderopening (181) ligt tenminste gedeeltelijk onder het peil van de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7).
* de bufferzone (180) is van een middel (186) voorzien om die bufferzone tenminste gedeeltelijk leeg te pompen tot onder het peil van de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7). Door dit leegpompen, zakt het waterpeil in het filteringssysteem (3) onder het peil van de bodem (70), waardoor de deeltjes D in het binnenvolume BV van de container 7 geleid worden.
* de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) is een zak (bag), zoals een zandzak of een “big bag” van 1m of meer
(bijvoorbeeld een zak die normaal bestemd is om zand te vervoeren), waarvan het binnenvolume (BV) een vrijwel vierkante doorsnede bezit. * de zak of big bag (7) bezit een vrijwel vierkante bovenopening (72), waarbij de bovenopening (72) geassocieerd wordt met tenminste twee banden, waarbij elke band zich uitstrekt tussen twee hoeken van de vrijwel vierkante opening (72). Elk band kan dus een verbinding verwezenlijken tussen twee hoeken van de bovenopening 72.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het behandelen van vervuild water (WI) dat vaste deeltjes (D) bevat met een grootte van Imm of meer, waarbij het vervuild water (W1) in een watertank (WT) volgens de uitvinding behandeld wordt. De werkwijze volgens de uitvinding bevat tenminste de volgende stappen: - vervuild water (WI) met vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer en een dichtheid kleiner dan 1 kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) wordt naar het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) gevoerd, om het doorgaan van vaste deeltjes met een grootte van lmm of meer te verhinderen, en om gefilterd water (W2) vrijwel vrij van vaste deeltjes van Imm en meer te produceren, - zodra voldoende vaste deeltjes met een dichtheid kleiner dan 1 kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) boven het filteringssysteem zijn, is gefilterd water opgepompt van de kuip (1) zodat de vaste deeltjes met een dichtheid van minder dan 1 kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) opgevangen worden in de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7), en - de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) wordt opgeheven om de opgevangen vaste deeltjes met een dichtheid van minder dan 1 kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) te verwijderen uit de kuip (1).
Een uitvoeringsvorm van een tank volgens de uitvinding zal nu beschreven worden mits verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen.
In die tekeningen tonen: - Fig 1 een bovenaanzicht van een watertank volgens de uitvinding met de deksel (16); - Fig 2 een bovenaanzicht van de watertank van Fig 1, zonder het deksel 16; - Fig 3 een aanzicht in doorsnede langs de lijn ITI-III van de watertank van Fig 1; - Fig 4 een aanzicht in doorsnede langs de lijn IV-IV van de watertank van Fig 1; - Fig SA t/m SE aanzichten van een detail van de vlakke bovenzijde (80) en van de flap (85) (en de bewegingen ervan); - Fig 6 een bovenaanzicht van een bevestigingsmiddel (75) van een zak / container (7) en van de bovenzijden (80) ; - Fig 7 een aanzicht in perspectief van een zak / container 7; - Fig 8 t/m 10 aanzichten van de watertank gedurende het gebruik ervan.
De watertank volgens de uitvinding is een watertank (WT) voor het behandelen van vervuild water (WI) dat vaste deeltjes (D) met een grootte van lmm of meer bevat, waarbij tenminste een deel van die vaste deeltjes een dichtheid van minder dan 1 kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) bezitten, waarbij na een filteringsbehandeling, een gefilterd water (W2) bekomen is, dat vrijwel vrij is van vaste deeltjes met een dichtheid van minder dan 1kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter).
De watertank (WT) is voorzien van: - Een kuip (1) met een bodem (10) en tenminste een zijwand (11), - een inlaatsysteem (2) waardoor het te behandelen vervuild water (WI) in de kuip (1) kan vloeien, waarbij dit inlaatsysteem (2) vervuild water (W1) in de kuip laat vloeien boven een minimaal inlaatpeil (P0); - een waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) om vaste deeltjes met een grootte van Imm of meer af te scheiden van het vervuild water, waarbij dit waterdoorlaatbaar filteringssysteem binnen de kuip (1) van de watertank ligt en waarbij dit waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) tenminste een filteringselement (30) bevat om de kuip (1) te splitsen tenminste in een eerste zone (4) voor het te behandelen vervuild water (WI) en in een tweede zone (5) voor het opvangen van het gefilterd water (W2); - een water afvoersysteem, bij voorkeur een uitloopsysteem (6) om gefilterd water uit de kuip (1) af te voeren. Volgens de uitvinding bevat het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) tenminste: - een tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) die uitneembaar gemonteerd is in de kuip (1), waarbij die container (7) tenminste een opening (72) bevat, alsook een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare bodem (70) en een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare zijwand (71) om een binnenvolume (BV) te definiëren voor het opvangen van vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer, waarbij de waterdoorlaatbaarheid van de tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare bodem (70) en van de tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare zijwand (71) aangepast is om het doorgaan van vaste deeltjes (D) met een grootte van lmm of meer te verhinderen, en - een poreuze plaat (8) (bijvoorbeeld in polypropyleen met openingen en voorzien van een waterdoorlaatbaar doek) met een waterdoorlaatbaar gedeelte (8A) dat een vrijwel vlakke bovenzijde (80) bezit die een helling (a) van 30° t/m 65° toont ten opzichte van een horizontaal vlak (H), waarbij die vrijwel vlakke bovenzijde (80) zich uitstrekt tussen een bovenrand (80A) en een onderrand (80B), waarbij de waterdoorlaatbaarheid van dit waterdoorlaatbaar gedeelte (8A) is aangepast om het doorstromen van vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer te verhinderen. De platen (8) steunen bijvoorbeeld op poten 87 .
De kuip (1) van de watertank volgens de uitvinding is van een draagsysteem (12) voorzien voor de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7), waardoor de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) verwijderd is van de bodem (10) van de kuip (1), om een vrije zone (50) te vormen tussen de bodem (10) van de kuip en de bodem (70)
van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) om tenminste een deel van het gefilterd water (W2) op te vangen. Het draagsysteem 12 bevat bijvoorbeeld een steunrooster 120 en steunpoten 121.
De kuip (1) is bij voorkeur van een middel (13) voorzien om de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) open te houden op een peil (P1) dat lager is dan het inlaatpeil (PO).
De onderrand van de vrijwel vlakke bovenzijde (80) is zodanig gepositioneerd ten opzichte van de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltijk soepele waterdoorlaatbare container (7), zodat vaste deeltjes (D) met een grootte van 1mm of meer die op die bovenzijde (80) liggen door de bovenopening (72) kunnen doorvloeien in het binnenvolume (BV) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7).
De watertank volgens de uitvinding is eenvoudig ontworpen, zodat het gebruik ervan eenvoudig is, en zodat de kunststofdeeltjes gemakkelijk verwijderd worden in een verplaatsbare container, zonder verliesrisico van kunststofdeeltjes die in de container opgevangen worden.
De afgebeelde watertank volgens de uitvinding 1s voorzien van twee waterdoorlaatbare container om deeltjes D op te vangen. Elke container (7) werkt met vier vlakke waterdoorlaatbare bovenzijden (80), die elk een helling van 30 — 60° toont ten opzichte van een horizontaal vlak.
De afgebeelde watertank bezit ook de volgende kenmerken : * de onderrand (80B) van de vrijwel vlakke bovenzijde (80) (bijvoorbeeld in kunstof vervaardigd, zoals in polypropyleen) is van een soepele flap (85) voorzien met een vrije rand (86), waarbij die soepele flap (85) aangepast is om een rand van de opening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) te overlappen, zodat de vrije rand (86) van de soepele flap (85) binnen het binnenvolume (BV) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) ligt. Elke vlakke bovenzijde (80) is van zo een flap (85) voorzien. Als de container 7 opgeheven wordt (zie Fig SB), worden de flappen (85) naar boven vervormd. De flappen komen dan in contact met de zijwanden 71 van de container (7). Als de zak (7) helemaal boven de bovenzijde (80), keren de flappen 85 in hun normale stand terug (zie Fig SC). Als een lege container (7) geplaatst wordt in de watertank, kunnen de flappen (85) vervormd worden om de opening tussen de flappen 85 te vergroten. (zie Fig 5D). De container 7 wordt dan tot onder het peil van de onderrand van de flappen bewogen, alvorens naar boven opgeheven te worden, zodat de flappen 85 de bovenranden 72 van de container 7 overlappen. (Fig 5E) De flappen zijn bijvoorbeeld in soepel kunststof vervaardigd, zoals in rubber.
* de gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) is van een bevestigingsmiddel (75) voorzien dat aangepast is om gekoppeld te worden aan een hefmiddel om de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) op te heffen ten opzichte van de kuip (1). Dit bevestigingsmiddel (75) kan ook dienen als middel (13) om de bovenopening 72 open te houden. De banden (75) hebben elk een gedeelte (750) dat zich bevindt tussen twee naast elkaar gelegen flappen (85).
* de watertank (WT) is met een deksel (16) (bv. Betonnen deksel) voorzien dat voorzien is van tenminste een gat (160) waarvan de grootte aangepast is om het verticaal opheffen van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) van buiten de kuip toe te laten. Men kan op die manier een container (7) met afvaldeeltjes (D) eenvoudige vervangen door een lege container. Er is dus geen tijdverlies in het waterbehandeling.
In werkelijkheid, zijn er vier gaten voorzien, namelijk twee gaten (160) voor het verwijderen van de containers (7), een mangat (161) voor de bezinkingszone, en een mangat (162) voor de bufferzone (180).
* de kuip (1) is van een eerste binnenwand (17) voorzien om een bezinkingszone (170) te definiëren, waarin het te behandelen vervuild water (W1) doorstroomt via het inlaatsysteem (2) en waarin vaste deeltjes met een dichtheid hoger dan 1 kg/liter bezinken.
* het inlaatsysteem (2) van de kuip (1) bezit een inlaatopening (20) om het te behandelen vervuild water (WI) te leiden naar de kuip (1), terwijl het afvoersysteem of uitloopsysteem (6) van de kuip (1) een uitloopopening (60) bezit voor gefilterd water (W2), waarbij de inlaatopening (20) en de uitloopopening (60) respectievelijk boven een inlaatonderpeil (PIN) en boven een uitlaatonderpeil (PUIT) gelegen zijn, waarbij bovengenoemde inlaatonderpeil en uitlaatonderpeil boven het peil liggen van de onderrand van de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7).
* de kuip (1) (bv. Een betonnen kuip) is voorzien (a) van een eerste binnenwand (17) (bv. Een betonnen wand) om een bezinkingszone (170) te definiëren, waarin het vervuild water (W1) gevoerd wordt via het inlaatsysteem (2), en (b) van een tweede binnenwand (18) (bv. Een betonnen wand) om een bufferzone (180) te definiëren voor het opvangen van gefilterd water (W2), waarbij die bufferzone (180) geassocieerd wordt met het afvoersysteem of het uitloopsysteem (6), waarbij het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) gelegen is in een tussenzone (19) die tussen bovengenoemde eerste binnenwand (17) en tweede binnenwand (18) zich bevindt en waardoor de eerste zone (4) en de tweede zone (5) van het filteringssysteem (3) gedefinieerd worden, waarbij de eerste binnenwand (17) een opening (171) bezit om vervuild water (W1) van de bezinkingzone (170) te laten vloeien in de eerste zone (4) van het filteringssysteem (3), terwijl de tweede binnenwand (18) tenminste een onderopening (181) bezit om het doorvloeien van gefilterd water (W2) toe te laten tussen de tweede zone (5) van het filteringssysteem (3) en de bufferzone (180) . De bezinkingszone is van een trommel voorzien met opening voor de deeltjes die bezinken.
* de tweede binnenwand (18) is met een waterdoorlaatbaar filterelement (185) geassocieerd dat het doorvloeien van vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer verhindert, waarbij dit waterdoorlaatbaar filterelement (185) (of een deel ervan) tenminste boven de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) gelegen is. * de opening (171) van de eerste binnenwand (17) bezit een onderrand (172) dat een onderpeil (P172) definieert, waarbij het waterdoorlaatbaar filterelement (185) waterdoorlaatbaar is op een peil dat boven bovengenoemde onderpeil (P172) van de onderrand (172) van de opening (171) is gelegen. * de onderopening (181) ligt tenminste gedeeltelijk onder het peil van de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7).
* de bufferzone (180) is van een middel (186) voorzien om die bufferzone tenminste gedeeltelijk leeg te pompen tot onder het peil van de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7). Door dit leegpompen, zakt het waterpeil in het filteringssysteem (3) onder het peil van de bodem (70), waardoor de deeltjes D in het binnenvolume BV van de container 7 geleid worden.
* de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) is een zak (bag), zoals een zandzak of een “big bag” van 1m? of meer (bijvoorbeeld een zak die normaal bestemd is om zand te vervoeren), waarvan het binnenvolume (BV) een vrijwel vierkante doorsnede bezit.
* de zak of big bag (7) bezit een vrijwel vierkante bovenopening (72), waarbij de bovenopening (72) geassocieerd wordt met tenminste twee banden, waarbij elke band zich uitstrekt tussen twee hoeken van de vrijwel vierkante opening (72). Elk band kan dus een verbinding verwezenlijken tussen twee hoeken van de bovenopening 72.
In Fig 8 is vervuild water W1 (met vlottende deeltje D) naar de tank gevoerd via de opening 20. Deeltjes met een dichtheid groter dan 1 kg/liter bezinken in de bezinkingszone 170. Vervuild water W1 met vlottende deeltjes (D) vloeit in de filteringszone (3). Vlottende deeltjes D blijven in die zone (3), terwijl water vloeit door de waterdoorlaatbare bovenzijden (80) in de onder zone (5) en door het filterelement (185) in de bufferzone 180. Water van de zone (5) kan ook vloeien in de bufferzone 180 door de onderopening 181. Via een uitloopopening 6 kan water uit de bufferzone gevoerd worden.
Als er voldoende deeltjes D in filteringszone zijn, is het voeren van vervuild water naar de tank gestopt.
De bufferzone 180 wordt leeg gepompt via de pomp 200 zodat het waterpeil lager is dan het peil van de bodem 70 van de tank (zie figuren 9 en 10). Gedurende dit leegpompen vloeien de deeltjes D binnen het binnenvolume van de containers.
De containers zijn dan opgeheven en vervangen door lege containers.

Claims (14)

CONCLUSIES
1. Watertank (WT) voor het behandelen van vervuild water (WI) dat vaste deeltjes (D) met een grootte van 1mm of meer bevat, waarbij tenminste een deel van die vaste deeltjes een dichtheid van minder dan 1 kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) bezitten, waarbij na een filteringsbehandeling, een gefilterd water (W2) bekomen is, dat vrijwel vrij is van vaste deeltjes met een dichtheid van minder dan 1kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter), waarbij de watertank (WT) voorzien is van: - een kuip (1) met een bodem (10) en tenminste een zijwand (11), - een inlaatsysteem (2) waardoor het te behandelen vervuild water (WI) in de kuip (1) kan vloeien, waarbij dit inlaatsysteem (2) vervuild water (WI) in de kuip laat vloeien boven een minimaal inlaatpeil (PO); - een waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) om vaste deeltjes met een grootte van Imm of meer af te scheiden van het vervuild water, waarbij dit waterdoorlaatbaar filteringssysteem binnen de kuip (1) van de watertank ligt en waarbij dit waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) tenminste een filteringselement (30) bevat om de kuip (1) te splitsen tenminste in een eerste zone (4) voor het te behandelen vervuild water (WI) en in een tweede zone (5) voor het opvangen van het gefilterd water (W2); - een water afvoersysteem, bij voorkeur een uitloopsysteem (6) om gefilterd water uit de kuip (1) af te voeren, met het kenmerk dat het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) bevat tenminste: - een tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) die uitneembaar gemonteerd is in de kuip (1), waarbij die container (7) tenminste een opening (72) bevat, alsook een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare bodem (70) en een tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare zijwand (71) om een binnenvolume (BV) te definiëren voor het opvangen van vaste deeltjes (D) met een grootte van 1mm of meer, waarbij de waterdoorlaatbaarheid van de tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare bodem (70) en van de tenminste gedeeltelijk waterdoorlaatbare zijwand (71) aangepast is om het doorlaten van vaste deeltjes (D) met een grootte van lmm of meer te verhinderen, en - een poreuze plaat (8) met een waterdoorlaatbaar gedeelte (8A) dat een vrijwel vlakke bovenzijde (80) bezit die een helling (a) van 30° t/m 65° toont ten opzichte van een horizontaal vlak (H), waarbij die vrijwel vlakke bovenzijde (80) zich uitstrekt tussen een bovenrand (80A) en een onderrand (80B), waarbij de waterdoorlaatbaarheid van dit waterdoorlaatbaar gedeelte (8A) is aangepast om het doorstromen van vaste deeltjes (D) met een grootte van 1mm of meer te verhinderen, waarbij de kuip (1) voorzien is van een draagsysteem (12) voor de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7), waardoor de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) verwijderd is van de bodem (10) van de kuip (1), om een vrije zone (50) te vormen tussen de bodem (10) van de kuip en de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) om tenminste een deel van het gefilterd water (W2) op te vangen; waarbij de kuip (1) voorzien is van een middel (13) om de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) open te houden op een peil (P1) dat lager is dan het inlaatpeil (P0); waarbij de onderrand van de vrijwel vlakke bovenzijde (80) gepositioneerd is ten opzichte van de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7), zodat vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer die op die bovenzijde (80) liggen door de bovenopening (72) kunnen doorvloeien in het binnenvolume (BV) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7).
2. Watertank volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de onderrand (80B) van de vrijwel vlakke bovenzijde (80) voorzien is van een soepele flap (85) met een vrije rand (86), waarbij die soepele flap
(85) aangepast is om een rand van de opening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) te overlappen, zodat de vrije rand (86) van de soepele flap (85) binnen het binnenvolume (BV) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) ligt.
3. Watertank volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) voorzien is van een bevestigingsmiddel (75) dat aangepast is om gekoppeld te worden aan een hefmiddel om de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) op te heffen ten opzichte van de kuip (1).
4. Watertank volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de watertank (WT) voorzien is met een deksel (16) dat voorzien is van tenminste een gat (160) waarvan de grootte aangepast is om het verticaal opheffen van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7) van buiten de kuip toe te laten.
5. Watertank volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kuip (1) voorzien is van een eerste binnenwand (17) om een bezinkingszone (170) te definiëren, waarin het te behandelen vervuild water (W1) doorstroomt via het inlaatsysteem (2) en waarin vaste deeltjes met een dichtheid hoger dan 1kg/liter bezinken.
6. Watertank volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het inlaatsysteem (2) van de kuip (1) een inlaatopening (20) bezit om het te behandelen vervuild water (WI) te leiden naar de kuip (1), terwijl het afvoersysteem of uitloopsysteem (6) van de kuip (1) een uitloopopening (60) bezit voor gefilterd water (W2), waarbij de inlaatopening (20) en de uitloopopening (60) respectievelijk boven een inlaatonderpeil (PIN) en boven een uitlaatonderpeil (PUIT) gelegen zijn, waarbij bovengenoemde inlaatonderpeil en uitlaatonderpeil boven het peil liggen van de onderrand van de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepele waterdoorlaatbare container (7).
7. Watertank volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kuip (1) voorzien is (a) van een eerste binnenwand (17) om een bezinkingszone (170) te definiëren, waarin het vervuild water (WI) gevoerd wordt via het inlaatsysteem (2), en (b) van een tweede binnenwand (18) om een bufferzone (180) te definiëren voor het opvangen van gefilterd water (W2), waarbij die bufferzone (180) geassocieerd wordt met het afvoersysteem of het uitloopsysteem (6), waarbij het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) gelegen is in een tussenzone (19) die tussen bovengenoemde eerste binnenwand (17) en tweede binnenwand (18) zich bevindt en waardoor de eerste zone (4) en de tweede zone (5) van het filteringssysteem (3) gedefinieerd worden, waarbij de eerste binnenwand (17) een opening (171) bezit om vervuild water (W1) van de bezinkingszone (170) te laten vloeien in de eerste zone (4) van het filteringssysteem (3), terwijl de tweede binnenwand (18) tenminste een onderopening (181) bezit om het doorvloeien van gefilterd water (W2) toe te laten tussen de tweede zone (5) van het filteringssysteem (3) en de bufferzone (180) .
8. Watertank volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de tweede binnenwand (18) geassocieerd is met een waterdoorlaatbaar filterelement (185) dat het doorvloeien van vaste deeltjes (D) met een grootte van lmm of meer verhindert, waarbij dit waterdoorlaatbaar filterelement (185) tenminste boven de bovenopening (72) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) gelegen is.
9. Watertank volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de opening (171) van de eerste binnenwand (17) een onderrand (172) bezit dat een onderpeil (P172) definieert, waarbij het waterdoorlaatbaar filterelement (185) waterdoorlaatbaar is op een peil dat boven bovengenoemde onderpeil (P172) van de onderrand (172) van de opening (171) is gelegen.
10. Watertank volgens één der conclusies 7 t/m 9, met het kenmerk dat de onderopening (181) tenminste gedeeltelijk onder het peil van de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) ligt.
11. Watertank volgens één der conclusies 7 t/m 10, met het kenmerk dat de bufferzone (180) voorzien is van een midde] (186) om die bufferzone tenminste gedeeltelijk leeg te pompen tot onder het peil van de bodem (70) van de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7).
12. Watertank volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) een zak (bag) is, waarvan het binnenvolume (BV) een vrijwel vierkante doorsnede bezit.
13. Watertank volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de bag (7) een vrijwel vierkante bovenopening (72) bezit, waarbij de bovenopening (72) geassocieerd wordt met tenminste twee banden, waarbij elke band zich uitstrekt tussen twee hoeken van de vrijwel vierkante opening (72).
14. Werkwijze voor het behandelen van vervuild water (WI) dat vaste deeltjes (D) bevat met cen grootte van imm of meer, waarbij het vervuild water (WI) in een watertank (WT) volgens één der voorgaande conclusies behandeld wordt, waarin - vervuild water (W1) met vaste deeltjes (D) met een grootte van Imm of meer en een dichtheid kleiner dan 1kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) naar het waterdoorlaatbaar filteringssysteem (3) gevoerd wordt, om het doorgaan van vaste deeltjes met een grootte van 1mm of meer te verhinderen, en om gefilterd water (W2) vrijwel vrij van vaste deeltjes van lmm en meer te produceren, - zodra voldoende vaste deeltjes met een dichtheid kleiner dan 1kg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) boven het filteringssysteem zijn, gefilterd water opgepompt is van de kuip (1) zodat de vaste deeltjes met een dichtheid van minder dan 1 opgevangen worden in de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7), en - de tenminste gedeeltelijk soepel waterdoorlaatbare container (7) opgeheven wordt om de opgevangen vaste deeltjes met een dichtheid van minder dan lkg/liter (in het bijzonder van 0,1 t/m 0,7 kg/liter) te verwijderen uit de kuip (1).
BE20190083A 2019-09-09 2019-09-09 Watertank BE1027559B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20190083A BE1027559B1 (nl) 2019-09-09 2019-09-09 Watertank

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20190083A BE1027559B1 (nl) 2019-09-09 2019-09-09 Watertank

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027559A1 BE1027559A1 (nl) 2021-03-31
BE1027559B1 true BE1027559B1 (nl) 2021-04-07

Family

ID=67999495

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20190083A BE1027559B1 (nl) 2019-09-09 2019-09-09 Watertank

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027559B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6168710B1 (en) * 1998-05-29 2001-01-02 Ona Electro-Erosion, S.A. Installation for cleaning/recovering liquids with particles in suspension
US20030205537A1 (en) * 2001-11-21 2003-11-06 Leaverton Gregg W. Spa and pool filter
FR2846891A1 (fr) * 2002-11-07 2004-05-14 Pascal Serazin Dispositif de filtration et de conditionnement pour eau usee avec sac de filtration
GB2468531A (en) * 2009-03-13 2010-09-15 Chris Denham Sediment control tank
CH714286A2 (de) * 2017-11-02 2019-05-15 Erwin Suter Ag Maschf Retus Mobile Vorrichtung und Verfahren zum Entwässern von Schlämmen, insbesondere von Bauschlämmen.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6168710B1 (en) * 1998-05-29 2001-01-02 Ona Electro-Erosion, S.A. Installation for cleaning/recovering liquids with particles in suspension
US20030205537A1 (en) * 2001-11-21 2003-11-06 Leaverton Gregg W. Spa and pool filter
FR2846891A1 (fr) * 2002-11-07 2004-05-14 Pascal Serazin Dispositif de filtration et de conditionnement pour eau usee avec sac de filtration
GB2468531A (en) * 2009-03-13 2010-09-15 Chris Denham Sediment control tank
CH714286A2 (de) * 2017-11-02 2019-05-15 Erwin Suter Ag Maschf Retus Mobile Vorrichtung und Verfahren zum Entwässern von Schlämmen, insbesondere von Bauschlämmen.

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027559A1 (nl) 2021-03-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0539467B1 (en) Improved dewatering system for sludge removal
US6004461A (en) Divided phase separator
US8272390B2 (en) Wash fluid containment system
US4929353A (en) Portable liquid-solid separator for bulk sludge
US5589081A (en) Divided phase separator for liquid/solid seperation in sludge
US4944873A (en) Dewatering system for sludge removal
US3795316A (en) Industrial waste processing apparatus
KR100965087B1 (ko) 진동분리장치
KR101431161B1 (ko) 모래 및 협잡물 여과, 탈수 장치
BE1027559B1 (nl) Watertank
JP5051921B2 (ja) 洗浄水リサイクル機構付き吸引清掃車
NL7907897A (nl) Reactor voor anaerobe voorvergisting.
KR101309388B1 (ko) 음식물류 폐기물 고액분리 감량시설
JP5753992B2 (ja) 分離洗浄処理装置
CN201632119U (zh) 压榨式格栅除污机
EP3484625B1 (en) Washout apparatus
KR100370712B1 (ko) 압축식 진개차의 오수유출 방지장치
JP2001507279A (ja) 液体を連続的に濾過する方法及び装置
US20210355013A1 (en) Sludge dewatering system
WO2017044028A1 (en) Device for dewatering and purification of sludge or dredged material
RU2612724C1 (ru) Способ очистки сточных вод
CN113750640B (zh) 固液分离机、使用方法及垃圾处理设备
JP2537759B2 (ja) 下水道用ホッパ内含有汚水除去装置
KR200213922Y1 (ko) 압축식 진개차의 오수유출 방지장치
JPH01119314A (ja) 液分離法と装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210407

PD Change of ownership

Owner name: ECOBETON WATER TECHNOLOGIES NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: M.H.C. NV

Effective date: 20211203