BE1027356B1 - Gebitsprothesesysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een gebitsprothese - Google Patents

Gebitsprothesesysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een gebitsprothese Download PDF

Info

Publication number
BE1027356B1
BE1027356B1 BE20195380A BE201905380A BE1027356B1 BE 1027356 B1 BE1027356 B1 BE 1027356B1 BE 20195380 A BE20195380 A BE 20195380A BE 201905380 A BE201905380 A BE 201905380A BE 1027356 B1 BE1027356 B1 BE 1027356B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
jaw
bone
dental prosthesis
support
support piece
Prior art date
Application number
BE20195380A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027356A1 (nl
Inventor
Clerck René De
Original Assignee
Dental Vision B V B A
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dental Vision B V B A filed Critical Dental Vision B V B A
Priority to BE20195380A priority Critical patent/BE1027356B1/nl
Priority to EP20179857.6A priority patent/EP3750506B1/en
Priority to US16/900,074 priority patent/US20200397540A1/en
Publication of BE1027356A1 publication Critical patent/BE1027356A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027356B1 publication Critical patent/BE1027356B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C13/00Dental prostheses; Making same
    • A61C13/0003Making bridge-work, inlays, implants or the like
    • A61C13/0004Computer-assisted sizing or machining of dental prostheses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C1/00Dental machines for boring or cutting ; General features of dental machines or apparatus, e.g. hand-piece design
    • A61C1/08Machine parts specially adapted for dentistry
    • A61C1/082Positioning or guiding, e.g. of drills
    • A61C1/084Positioning or guiding, e.g. of drills of implanting tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C1/00Dental machines for boring or cutting ; General features of dental machines or apparatus, e.g. hand-piece design
    • A61C1/08Machine parts specially adapted for dentistry
    • A61C1/082Positioning or guiding, e.g. of drills
    • A61C1/085Positioning or guiding, e.g. of drills for multiple drills, for simultaneous drilling
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C13/00Dental prostheses; Making same
    • A61C13/0001In-situ dentures; Trial or temporary dentures
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C13/00Dental prostheses; Making same
    • A61C13/0003Making bridge-work, inlays, implants or the like
    • A61C13/0006Production methods
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C13/00Dental prostheses; Making same
    • A61C13/0003Making bridge-work, inlays, implants or the like
    • A61C13/0006Production methods
    • A61C13/0018Production methods using laser
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C8/00Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools
    • A61C8/0018Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools characterised by the shape
    • A61C8/0028Pins, needles; Head structures therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C9/00Impression cups, i.e. impression trays; Impression methods
    • A61C9/004Means or methods for taking digitized impressions
    • A61C9/0046Data acquisition means or methods
    • A61C9/0053Optical means or methods, e.g. scanning the teeth by a laser or light beam
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23CMILLING
    • B23C3/00Milling particular work; Special milling operations; Machines therefor
    • B23C3/16Working surfaces curved in two directions
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B6/00Apparatus for radiation diagnosis, e.g. combined with radiation therapy equipment
    • A61B6/02Devices for diagnosis sequentially in different planes; Stereoscopic radiation diagnosis
    • A61B6/51
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/10Processes of additive manufacturing
    • B29C64/106Processes of additive manufacturing using only liquids or viscous materials, e.g. depositing a continuous bead of viscous material
    • B29C64/124Processes of additive manufacturing using only liquids or viscous materials, e.g. depositing a continuous bead of viscous material using layers of liquid which are selectively solidified
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/30Auxiliary operations or equipment
    • B29C64/386Data acquisition or data processing for additive manufacturing
    • B29C64/393Data acquisition or data processing for additive manufacturing for controlling or regulating additive manufacturing processes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B33ADDITIVE MANUFACTURING TECHNOLOGY
    • B33YADDITIVE MANUFACTURING, i.e. MANUFACTURING OF THREE-DIMENSIONAL [3-D] OBJECTS BY ADDITIVE DEPOSITION, ADDITIVE AGGLOMERATION OR ADDITIVE LAYERING, e.g. BY 3-D PRINTING, STEREOLITHOGRAPHY OR SELECTIVE LASER SINTERING
    • B33Y10/00Processes of additive manufacturing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B33ADDITIVE MANUFACTURING TECHNOLOGY
    • B33YADDITIVE MANUFACTURING, i.e. MANUFACTURING OF THREE-DIMENSIONAL [3-D] OBJECTS BY ADDITIVE DEPOSITION, ADDITIVE AGGLOMERATION OR ADDITIVE LAYERING, e.g. BY 3-D PRINTING, STEREOLITHOGRAPHY OR SELECTIVE LASER SINTERING
    • B33Y50/00Data acquisition or data processing for additive manufacturing
    • B33Y50/02Data acquisition or data processing for additive manufacturing for controlling or regulating additive manufacturing processes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B33ADDITIVE MANUFACTURING TECHNOLOGY
    • B33YADDITIVE MANUFACTURING, i.e. MANUFACTURING OF THREE-DIMENSIONAL [3-D] OBJECTS BY ADDITIVE DEPOSITION, ADDITIVE AGGLOMERATION OR ADDITIVE LAYERING, e.g. BY 3-D PRINTING, STEREOLITHOGRAPHY OR SELECTIVE LASER SINTERING
    • B33Y80/00Products made by additive manufacturing

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van een boormal (9) en een draagstuk (3) om deze boormal (9) ten opzichte van het bot van een kaak te positioneren, waarbij men uitgaande van een digitale afdruk een digitaal model voor een gebitsprothese (1) ontwerpt zodanig dat deze kan aansluiten op week weefsel van de kaak. Volgens de uitvinding wordt een voorlopige gebitsprothese vervaardigd op basis van het digitaal model, waarbij deze voorlopige gebitsprothese op de kaak wordt gepositioneerd en men door tomografie minstens een afbeelding van de kaak met de gebitsprothese (1) genereert, waarbij men vervolgens een positie en oriëntatie voor minstens één implantaat kiest uitgaande van de afbeelding,

Description

GEBITSPROTHESESYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN GEBITSPROTHESE.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een gebitsprothese die op implantaten in de mondholte van een patiënt wordt gemonteerd. Meer bepaald omvat de uitvinding een gebitsprothesesysteem waarbij een boormal wordt ontworpen en vervaardigd om implantaten in de kaak te plaatsen en een gebitsprothese die op deze implantaten dient gemonteerd te worden.
Aldus betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een boormal en een draagstuk om deze boormal ten opzichte van het bot van een kaak te positioneren. Deze boormal wordt voorzien van minstens een geleidingsopening om boringen in het bot van de kaak uit te voeren voor het plaatsen van implantaten om een gebitsprothese te monteren. Volgens deze werkwijze genereert men een digitale afdruk van de kaak zodanig dat deze afdruk nagenoeg passend kan aansluiten op week weefsel van de kaak. Uitgaande van deze digitale afdruk wordt een digitaal model voor een gebitsprothese ontworpen die op een eenduidige manier passend aansluitbaar is op het week weefsel van de kaak.
Thans wordt getracht om onmiddellijk na het plaatsen van een of meerdere implantaten in het bot van de kaak, hierop de definitieve gebitsprothese te plaatsen zonder dat het voor de patiënt vereist is om een ingroeiperiode voor de implantaten te respecteren. Om een dergelijke onmiddellijk belasting toe te laten is het vereist dat de implantaten met een zeer hoge precisie op een vooraf geplande positie en met een vooraf bepaalde oriëntatie in de kaak worden geplaatst. Daarnaast is het eveneens vereist om de gebitsprothese met een zeer hoge nauwkeurigheid te ontwerpen en te vervaardigen zodanig dat deze passend op de implantaten kan gemonteerd worden.
Een dergelijke nauwkeurige geplande plaatsing van implantaten in de kaak laat eveneens toe om, op een later tijdstip, wanneer, bijvoorbeeld, een prothese die op deze implantaten is gemonteerd dient vervangen te worden door een nieuwe gebitsprothese, gebruik te maken van de initiële gegevens m.b.t. tot de planning en de plaatsing van de implantaten om een nieuwe prothese te vervaardigen die onmiddellijk op de bestaande prothese kan worden bevestigd. Daarenboven is het mogelijk om eventueel bijkomende implantaten te voorzien rekening houdend met de nauwkeurig gekende positie van de reeds aanwezige implantaten.
Tot dit doel, wordt een voorlopige uitneembare gebitsprothese vervaardigd op basis van genoemd digitaal model van de gebitsprothese, waarbij deze voorlopige gebitsprothese op de betreffende kaak wordt gepositioneerd en men door tomografie minstens een afbeelding van de kaak met de voorlopige uitneembare gebitsprothese genereert. Een dergelijke afbeelding is bij voorkeur een 3D-afbeelding en wordt aldus, bijvoorbeeld, verkregen door een CT-scan uit te voeren. Vervolgens kiest men een positie en oriëntatie voor genoemd minstens één implantaat uitgaande van deze afbeelding.
Op basis van het digitaal model van de gebitsprothese wordt een digitaal model voor een botkamdeel gegenereerd, waarbij dit botkamdeel zich tegenover de kam van de kaak dient uit te strekken en prothetische tanden bevat waarvan de vorm en de onderlinge positie overeenkomen met prothetische tanden voorzien op genoemde gebitsprothese. Verder wordt uitgaande van het digitaal model van de gebitsprothese eveneens een digitaal model voor genoemd draagstuk gegenereerd. Dit draagstuk dient zich minstens gedeeltelijk tegenover het bot van de kaak uit te strekken wat, bij voorkeur, inhoudt dat het draagstuk zich minstens gedeeltelijk uitstrekt tussen de kaak en de tegenoverliggende lip of wang. Meer in het bijzonder strekt het draagstuk zich vestibulair en/of palataal tegenover het bot van een bovenkaak uit of vestibulair en/of linguaal tegenover het bot van een onderkaak en dit afhankelijk van de anatomie van de betreffende kaak. Hierbij worden koppelingsmiddelen aan het draagstuk voorzien om het botkamdeel losneembaar met het draagstuk te verbinden. Het aldus ontworpen botkamdeel en draagstuk worden vervaardigd uitgaande van de digitale modellen ervan.
Op basis van de gekozen positie en oriëntatie voor genoemd implantaat ontwerpt men dan genoemde boormal en dit zodanig dat deze bevestigbaar is op het draagstuk.
Doelmatig, kiest men een invoerrichting voor genoemd minstens één implantaat uitgaande van genoemde röntgen-afbeelding, waarbij men genoemd digitaal model voor genoemd draagstuk zodanig ontwerpt dat dit deze invoerrichting vrij laat voor het uitvoeren van een boring volgens deze invoerrichting en om genoemd implantaat in de kaak te plaatsen wanneer dit draagstuk passend op de kaak is gepositioneerd.
Op een voordelige wijze, genereert men genoemde digitale afdruk van genoemde kaak door een fysische afdruk van de kaak te scannen en te digitaliseren, welke fysische afdruk nagenoeg passend aansluit op week weefsel van de kaak. Voor genoemde fysische afdruk wendt men, bijvoorbeeld, een reeds beschikbaar uitneembaar kunstgebit aan.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding, worden bevestigingsmiddelen voorzien aan het draagstuk om toe te laten dit aan het bot van de kaak te bevestigen.
Op een interessante wijze, scant men genoemde fysische afdruk van de kaak door een optische scan, in het bijzonder een laserscan, uit te voeren van minstens de naar het week weefsel van de kaak gerichte zijde van deze afdruk.
Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding, omvat genoemde door tomografie gegenereerde afbeelding een driedimensionale röntgen-afbeelding van de kaak met genoemd botkamdeel en genoemd draagstuk. Deze driedimensionale röntgen-afbeelding is, bijvoorbeeld, een CT-scan.
De uitvinding betreft eveneens een gebitsprothesesysteem met een voorlopige uitneembare gebitsprothese voorzien van prothetische tanden voor een onder- of een bovenkaak, waarbij deze voorlopige gebitsprothese passend op de onder- of bovenkaak kan worden geplaatst, waarbij het gebitsprothesesysteem een draagstuk en een botkamdeel omvat met koppelingsmiddelen om het draagstuk en het botkamdeel losneembaar aan elkaar te bevestigen. Het botkamdeel dient zich uit te strekken tegenover de botkam van de betreffende kaak en bevat prothetische tanden die overeenstemmen met deze van de voorlopige gebitsprothese, terwijl het draagstuk zich minstens gedeeltelijk, bij voorkeur vestibulair, tegenover het bot van deze kaak dient uit te strekken waarbij een uitsparing is voorzien in het draagstuk die zich tegenover de botkam dient uit te strekken. De aanwezigheid van deze uitsparing laat toe om doorheen de uitsparing minstens een implantaat in de kaak te bevestigen. In het algemeen, dient het draagstuk zich vestibulair en/of palataal tegenover het bot van een bovenkaak uit te strekken of vestibulair en/of linguaal tegenover het bot van een onderkaak en dit afhankelijk van de anatomie van de betreffende kaak.
Het gebitsprothesesysteem, volgens de uitvinding, is gekenmerkt doordat het geheel van het draagstuk en het botkamdeel, wanneer deze aan elkaar zijn bevestigd met behulp van genoemde koppelingsmiddelen, in een zelfde positie op de kaak passend plaatsbaar is als genoemde voorlopige gebitsprothese.
Volgens een interessante uitvoeringsvorm van het gebitsprothesesysteem, volgens de uitvinding, bevat dit een boormal die bevestigbaar is op genoemd draagstuk teneinde toe te laten om deze boormal te positioneren tegenover genoemde botkam wanneer het draagstuk passend op de kaak is geplaatst. De boormal vertoont minstens een opening voor het geleiden van een boor om een boring aan te brengen in het bot van genoemde kaak en om doorheen deze opening een implantaat in de boring te plaatsen.
Andere bijzonderheden en voordelen van de werkwijze en het gebitsprothesesysteem, volgens de uitvinding, zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding, deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming, de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een schematisch perspectiefaanzicht vanuit linguale richting van een model voor een gebitsprothese voor een onderkaak.
Figuur 2 is een schematisch perspectiefaanzicht vanuit buccale zijde van het model uit figuur 1.
Figuur 3 is een schematisch perspectiefaanzicht vanuit linguale richting van het model voor een gebitsprothese dat is verdeeld in een botkamdeel en een draagstuk, volgens de uitvinding.
Figuur 4 is een schematisch perspectiefaanzicht vanuit buccale zijde van het model van een gebitsprothese uit figuur 3, dat is verdeeld in een botkamdeel en een draagstuk, volgens de uitvinding.
Figuren 5 en 6 zijn schematische perspectiefvoorstellingen van het draagstuk, volgens de uitvinding, uit de figuren 3 en 4.
Figuren 7 en 8 zijn schematische perspectiefvoorstellingen van het botkamdeel, volgens de uitvinding, uit de figuren 3 en 4.
Figuur 9 is een schematische perspectiefvoorstelling van het draagstuk en het botkamdeel uit de figuren 5 tot 8 wanneer deze losneembaar met 5 elkaar zijn verbonden.
Figuur 10 is een schematische perspectiefvoorstelling van het draagstuk uit de voorgaande figuren waarop een boormaal 1s bevestigd.
Figuur 11 is een schematische perspectiefvoorstelling van het draagstuk uit de voorgaande figuren waarbij dit bevestigingsmiddelen bevat die toelaten om dit op een vaste positie aan het bot van de kaak te bevestigen.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een werkwijze en een gebitsprothesesysteem die toelaten om met zeer hoge nauwkeurigheid implantaten volgens een geplande positie en oriëntatie in de kaak van een patiënt te plaatsen. Meer bepaald, laat de uitvinding toe om implantaten te plaatsen met een tolerantie die kleiner is dan 35 um. Ingevolge deze hoge nauwkeurigheid bij het plaatsen van implantaten, is het bijgevolg mogelijk om op basis van de geplande positie van de implantaten reeds een gebitsprothese te vervaardigen. Deze gebitsprothese kan dan onmiddellijk na het plaatsen van de implantaten in de kaak op deze implantaten gemonteerd worden.
Dit biedt niet alleen als voordeel dat de voorbereidingen voor het vervaardigen en het plaatsen van een definitieve gebitsprothese in een kleinere tijdspanne en met minder tussenstappen kan gebeuren, maar daarnaast beschikt de patiënt ook onmiddellijk na het plaatsen van de implantaten over een definitief afgewerkte gebitsprothese.
De uitvinding is interessant voor het plaatsen van implantaten met een gebitsprothese in een edentate kaak, doch kan eveneens toegepast worden op een kaak waarop nog een aantal tanden aanwezig zijn.
Het spreekt voor zich dat de uitvinding zowel kan toegepast worden op een onderkaak als op een bovenkaak van een persoon.
Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding, wordt een fysische afdruk, in het bijzonder een anatomische afdruk, gemaakt van de kaak waarop een door implantaten gedragen gebitsprothese dient geplaatst te worden. Een dergelijke afdruk wordt bijvoorbeeld op een op zichzelf bekende manier gemaakt in alginaat. Hierbij wordt een afdruk gemaakt van het mondweefsel, meer bepaald van week weefsel van de kaak, bij voorkeur, met inbegrip van de overgang van kaak naar wang, de zogenaamde omslagplooi.
De aldus verkregen fysische afdruk van de kaak sluit bijgevolg nagenoeg passend aan op het week weefsel van de kaak. De op de kaak aansluitende zijde van de afdruk scant men om deze te digitaliseren en om aldus een digitale afdruk van de kaak te genereren. Hierbij wordt het oppervlak van de kaak, dat normalerwijze hoofdzakelijk door week weefsel is gevormd, meer bepaald gingiva en mucosa, gedigitaliseerd zodat een digitale afdruk van het oppervlak van de kaak wordt verkregen.
Volgens een interessante variante op deze uitvoeringsvorm van de uitvinding, wordt voor genoemde fysische afdruk van de kaak een bestaande uitneembare gebitsprothese aangewend.
Het scannen van de fysische afdruk om deze te digitaliseren en aldus een digitale afdruk te verkrijgen, kan bijvoorbeeld gebeuren door de fysische afdruk optisch te scannen zoals door het uitvoeren van een driedimensionale laserscan.
Uitgaande van deze digitale afdruk ontwerpt men een digitaal model voor een gebitsprothese die op een eenduidige manier passend aansluitbaar is op het week weefsel van de kaak. Het ontwerpen van een dergelijk digitaal model voor een gebitsprothese is op zich bekend en wordt dikwijls toegepast teneinde bijvoorbeeld een prothese te vervaardigen met behulp van een additieve vervaardigingstechniek of door frezen.
Normalerwijze wordt bij het digitaal ontwerp van een gebitsprothese een digitale simulatie van het volledige gebit gegenereerd zodanig dat de onderlinge positie van de tanden in de onder- en bovenkaak zo optimaal mogelijk kan worden gekozen.
Wanneer een patiënt reeds beschikt over een uitneembaar kunstgebit, is het dikwijls mogelijk om het oppervlak van dit kunstgebit dat rust op het mondweefsel in te scannen en te digitaliseren. Aldus wordt dit uitneembaar kunstgebit aangewend als fysische afdruk van de kaak in de werkwijze volgens de uitvinding, zoals hierboven reeds vermeld.
In de figuren 1 en 2 1s schematisch een afbeelding van een digitaal model voor een gebitsprothese 1 voor een onderkaak weergegeven dat werd ontworpen uitgaande van een gescande fysische afdruk van de onderkaak. Dit digitaal model is bijgevolg zodanig ontworpen dat de zijde ervan die naar de kaak dient gericht te zijn, nagenoeg passend en op een eenduidige manier aansluitbaar is op het week weefsel van de kaak.
Vervolgens wordt een voorlopige gebitsprothese 1 vervaardigd uitgaande van genoemd digitaal model voor de gebitsprothese. Deze gebitsprothese 1 is uitneembaar en wordt bijvoorbeeld vervaardigd door deze uit kunststof te frezen of door een andere rapid prototyping techniek zoals, bijvoorbeeld, stereolithografie of selectief laser smelten of sinteren.
Deze voorlopige gebitsprothese 1 wordt vervolgens in de mondholte op de kaak gepositioneerd waarbij, bijvoorbeeld, rekening wordt gehouden met de anatomische structuur van de tegenoverliggende kaak en tanden. Meer bepaald wordt de voorlopige gebitsprothese zodanig gepositioneerd op de betreffende kaak dat de prothetische tanden van de voorlopige gebitsprothese een juiste positie innemen ten opzichte van de tanden van de tegenoverliggende kaak.
Nadat de voorlopige gebitsprothese 1 aldus op een optimale manier is gepositioneerd op de betreffende kaak in de mondholte, wordt door tomografie minstens een afbeelding van de voorlopige gebitsprothese, tezamen met de kaak waarop deze geplaatst is, gegenereerd. Een dergelijke afbeelding is bijvoorbeeld een röntgenafbeelding en, bij voorkeur, een driedimensionale röntgenafbeelding of, meer bepaald, een driedimensionale afbeelding verkregen door het uitvoeren van een CT- scan. Deze afbeelding geeft aldus de opbouw en de structuur van het bot van de kaak weer en, in het bijzonder de ligging van zenuwbanen en bloedvaten. Normalerwijze is deze afbeelding digitaal zodanig dat deze met behulp van een computer kan worden bewerkt en kan worden weergegeven op een beeldscherm.
Bij voorkeur bevat de voorlopige gebitsprothese 1 referentie- elementen die duidelijk en nauwkeurig waarneembaar zijn in genoemde afbeelding.
Het gebruik van dergelijke referentie-elementen is op zich bekend voor de vakman. Deze referentie-elementen bestaan bijvoorbeeld uit sferische glasbolletjes die aan de voorlopige gebitsprothese op een vaste positie zijn vastgehecht of die hierin zijn ingebed. Het gebruik van dergelijke referentie-elementen is vooral nuttig wanneer de voorlopige prothese niet scherp wordt weergegeven in genoemde afbeelding.
Aldus wordt de positie van de voorlopige gebitsprothese 1 ten opzichte van de kaak een de structuur van de kaak gedefinieerd via deze referentie- elementen.
Uitgaande van de aldus gegenereerde afbeelding van de kaak tezamen met de voorlopige gebitsprothese 1, kiest men vervolgens een positie en oriëntatie voor een of meerdere implantaten voor het monteren van een definitieve gebitsprothese. Meer bepaald, worden positie en oriëntatie, tezamen met een invoerrichting, gekozen voor minstens een implantaat dat in de kaak dient bevestigd te worden teneinde hierop de definitieve gebitsprothese te bevestigen. Bij het kiezen van de positie en oriëntatie voor de implantaten wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met kritische structuren die aanwezig zijn in het bot van de kaak, zoals bloedvaten of zenuwbanen, evenals met de structuur van het bot van de kaak zelf.
Het gegenereerde digitale model voor de gebitsprothese wordt op een voordelige manier digitaal samengevoegd met de afbeelding die van de kaak met de voorlopige gebitsprothese werd gemaakt, zodanig dat het model voor de gebitsprothese samenvalt met de gemaakte afbeelding van de voorlopige gebitsprothese. Dit zorgt ervoor dat de gekozen positie en oriëntatie van de implantaten in de kaak gedefinieerd is ten opzichte van het model van de gebitsprothese.
Verder wordt bij de werkwijze, volgens de uitvinding, het digitaal model van de gebitsprothese 1 opgedeeld in een digitaal model voor een botkamdeel 2 dat zich tegenover de kam van de kaak dient uit te strekken en een digitaal model voor een draagstuk 3. Dit draagstuk 3 strekt zich, bij voorkeur, minstens gedeeltelijk vestibulair tegenover het bot van de kaak dient uit. In het algemeen strekt het draagstuk zich vestibulair en/of palataal tegenover het bot van een bovenkaak uit of vestibulair en/of linguaal tegenover het bot van een onderkaak en dit afhankelijk van de anatomie van de betreffende kaak. Meer bepaald wordt de vorm van het deel van het draagstuk 3 dat zich tegenover het bot tussen de kaak en de tegenoverliggende wang of tussen de kaak en de tegenoverliggende lip uitstrekt, zodanig gekozen dat dit draagstuk 3 voldoende aansluit tegen de kaak en hiertegen kan steunen teneinde een stabiele positie in te nemen op de kaak. In de figuren 3 en 4 is het model van de gebitsprothese 1 weergegeven met het botkamdeel 2 en het draagstuk 3. Een streeplijn 14 duidt hierbij de scheiding aan tussen het botkamdeel 2 en het draagstuk 3.
Het botkamdeel 2 dient zich uit te strekken tegenover de botkam van de betreffende kaak. Meer bepaald strekt dit botkamdeel 2 zich uit tegenover de zone van de kaak waar mogelijk implantaten dienen aangebracht te worden voor het monteren van de gebitsprothese. Dit botkamdeel 2 bevat bijgevolg eveneens prothetische tanden 4 die overeenstemmen met deze van het model van de gebitsprothese 1.
Het deel van het digitaal model van de gebitsprothese 1, dat aansluit op het botkamdeel 2, vormt genoemd draagstuk 3. Dit draagstuk 3 dient zich, zoals hierboven reeds vermeld, minstens gedeeltelijk vestibulair en/of palataal tegenover het bot van de kaak uit te strekken wanneer dit op een bovenkaak dient geplaatst te worden, terwijl het draagstuk 3 zich minstens gedeeltelijk vestibulair en/of linguaal dient uit te strekken voor een onderkaak. Verder vertoont dit draagstuk 3 een uitsparing 5 die voorzien is om zich tegenover de botkam van de kaak uit te strekken.
Wanneer dit draagstuk 3 aldus passend op de betreffende kaak wordt geplaatst, zorgt de uitsparing 5 ervoor dat de zone van de kaak waar mogelijke implantaten dienen geplaatst te worden vrij blijft.
In het bijzonder, bepaalt de gekozen positie en oriëntatie voor een implantaat een invoerrichting die overeenstemt met de asrichting van het implantaat nadat dit in de kaak is geplaatst. Aldus, wordt er voor elk implantaat eveneens een invoerrichting gekozen uitgaande van genoemde afbeelding. Het digitaal model voor het draagstuk 3 wordt bijgevolg zodanig ontworpen dat deze invoerrichting vrij is voor het uitvoeren van een boring in de kaak volgens deze invoerrichting wanneer dit draagstuk passend op de kaak is gepositioneerd en om genoemd implantaat in deze boring te plaatsen. Meer bepaald houdt dit in dat genoemde uitsparing 5 ervoor zorgt dat de invoerrichting voor elk van de gekozen en in de kaak te plaatsen implantaten vrij blijft.
Verder wordt het digitaal model van het botkamdeel 2 en van het draagstuk 3 voorzien van koppelingsmiddelen die toelaten om het botkamdeel 2 losneembaar met het draagstuk 3 te verbinden. Bij wijze van voorbeeld worden in de figuren 5 tot 8 koppelingsmiddelen weergegeven die gevormd worden door meerdere flenzen 6 voorzien van een schroefgat die voorzien zijn aan het draagstuk 3 en door hiermee samenwerkende flenzen 7 die voorzien worden aan het botkamdeel 2. Aldus kunnen het botkamdeel 2 en het draagstuk 3 passend tegen elkaar gemonteerd worden door de betreffende flenzen 6 en 7 tegen elkaar te plaatsen en aan elkaar te fixeren door middel van een schroef.
Het spreekt voor zich dat alternatieve koppelingsmiddelen kunnen worden voorzien aan het botkamdeel 2 en/of het draagstuk 3. Zo kan het draagstuk 3 bijvoorbeeld een opstaande rand vertonen die zich volgens de streeplijn 14 uitstrekt zodanig dat het botkamdeel 2 op het draagstuk 3 kan worden geplaatst waarbij de omtrek van het botkamdeel 2 passend binnen deze opstaande rand aansluit.
Volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, worden de koppelingsmiddelen bijvoorbeeld gevormd door een of meerdere geometrische elementen in verheven reliëf voorzien aan de zijde van het botkamdeel 2 die dient aan te sluiten op het draagstuk 3, waarbij deze elementen passend in een of meerdere overeenkomstige uitsparingen kunnen geplaatst worden van de tegenoverliggende zijde van het draagstuk 3 om het botkamdeel en het draagstuk passend tegen elkaar te monteren. Het spreekt voor zich dat de verheven elementen ook kunnen voorzien zijn aan het draagstuk 3, terwijl overeenkomstige uitsparingen aanwezig zijn in het botkamdeel 2. De aanwezigheid van dergelijke geometrische elementen en overeenkomstige uitsparingen laat aldus toe om het botkamdeel en het draagstuk op een eenduidige wijze losneembaar met elkaar te verbinden. Deze geometrische elementen worden bijvoorbeeld gevormd door een kubus, een cilinder, een balkvormig element, etc.
Het op deze manier ontworpen botkamdeel 2 en draagstuk 3 worden, bij voorkeur, vervaardigd door het toepassen van een rapid-prototype techniek uitgaande van de digitale modellen ervan. Meer bepaald, worden het botkamdeel 2 en het draagstuk 3 vervaardigd in kunststof door deze te frezen of door een additieve vervaardigingstechniek zoals, bijvoorbeeld, stereolithografie.
De figuren 5 tot 8 stellen eveneens het geproduceerde botkamdeel 2 en draagstuk 3 voor.
Er wordt eveneens een boormal 9 digitaal ontworpen.
Deze boormal 9 laat toe om boringen in de kaak aan te brengen en om de overeenkomstige implantaten te plaatsen wanneer deze op het draagstuk 3 is bevestigd.
Hiertoe vertoont de boormal 9 een of meerdere openingen 10 voor het geleiden van een boor om een boring aan te brengen in het bot van de kaak volgens de vooraf gekozen positie en oriëntatie en om doorheen deze opening 10 een implantaat in deze boring te plaatsen.
Genoemde openingen 10 strekken zich aldus over de volledige hoogte van de boormal 9 uit en worden, bij voorkeur, gevormd door een cilindrische uitsparing die een gladde wand kan vertonen.
Eventueel worden in deze openingen 10 geleidingsbussen voor een boor geplaatst, zoals dit bekend is voor de vakman.
Deze boormal 9 wordt aldus ontworpen uitgaande van de gekozen positie en oriëntatie van de implantaten en dit zodanig dat deze bevestigbaar is op het draagstuk 3. Hiertoe worden bijvoorbeeld flenzen 11 voorzien aan de boormal 9 die samenwerken met de flenzen 6 van het draagstuk 3 en dus toelaten om de boormal 9 op een eenduidige manier op het draagstuk 3 te bevestigen.
In het algemeen, worden aan de boormal 9 koppelingsmiddelen voorzien die samenwerken met de koppelingsmiddelen van het draagstuk 3 teneinde toe te laten dat de boormal op een geplande positie en losneembaar aan het draagstuk 3 wordt bevestigd.
Deze koppelingsmiddelen van de boormal 9 zijn, bijvoorbeeld, gelijkaardig of identiek aan deze die voorzien zijn aan botkamdeel.
De boormal 9 wordt zodanig ontworpen dat, wanneer de boormal 9 op het draagstuk 3 is bevestigd, terwijl het draagstuk 3 passend op de kaak is geplaatst, de boormal 9 toelaat om doorheen genoemde openingen 10 boringen aan te brengen in de kaak en om implantaten te plaatsen in deze kaak volgens de gekozen positie en oriëntatie.
Wanneer de boormal 9 op het draagstuk 3 is gemonteerd, is het bijgevolg mogelijk om de boormal 9 te positioneren tegenover de botkam waarbij genoemde openingen 10 zich tegenover de uitsparing 5 in het draagstuk 3 uitstrekken.
Een dergelijke boormal 9 wordt vervolgens, bijvoorbeeld, in kunststof vervaardigd door een rapid-prototype techniek, in het bijzonder door te frezen.
Verder wordt de definitieve gebitsprothese ontworpen en vervaardigd. Hiertoe worden aan het digitaal model voor de gebitsprothese 1 montagemiddelen toegevoegd die toelaten om de gebitsprothese op de implantaten te monteren volgens een vooraf geplande manier rekening houdend met de gekozen positie en oriëntatie van deze implantaten in de kaak. De definitieve gebitsprothese wordt dan, bij voorkeur, eveneens vervaardigd door een rapid prototyping techniek zoals bijvoorbeeld door het additief vervaardigen van de prothese of door deze te frezen. De vorm van deze definitieve gebitsprothese stemt dan nagenoeg overeen met de vorm van de voorlopige gebitsprothese, waarbij de definitieve gebitsprothese bijkomend montagemiddelen heeft om op genoemde implantaten bevestigd te worden.
Voordat overgegaan wordt tot het aanbrengen van boringen in de kaak voor het plaatsen van de implantaten, wordt het botkamdeel 2 losneembaar aan het draagstuk 3 bevestigd, zoals dit schematisch is voorgesteld in figuur 9. Hierbij zijn botkamdeel 2 en het draagstuk 3 passend tegen elkaar bevestigd, waarbij de flenzen 6 en 7 op elkaar aansluiten en aan elkaar zijn bevestigd met een schroef 8.
Wanneer het botkamdeel 2 en het draagstuk 3 passend tegen elkaar zijn bevestigd, vormen deze een geheel waarvan de vorm overeenstemt met deze van de voorlopige gebitsprothese 1.
Het geheel van het botkamdeel 2 en het draagstuk 3 plaatst men in de mondholte op de kaak, waarbij men ervoor zorgt dat dit geheel op een correcte wijze gepositioneerd is ten opzichte van de kaak en minstens het draagstuk 3 passend aansluit op het week weefsel van de kaak. In het bijzonder, wordt ervoor gezorgd dat dit geheel van het botkamdeel 2 en het draagstuk 3 eenzelfde positie inneemt ten opzichte van de betreffende kaak als de positie van de voorlopige gebitsprothese bij het genereren van genoemde afbeelding.
Vervolgens wordt ervoor gezorgd dat de positie van het draagstuk 3 ten opzichte van de kaak is gefixeerd. Het botkamdeel 2 wordt daarna van het draagstuk 3 verwijderd en de boormal 9 wordt losneembaar op het draagstuk 3 bevestigd, terwijl dit laatste zijn positie ten opzichte van de kaak behoudt. In figuur 10 1s de boormal 9 weergegeven wanneer deze op het draagstuk 3 is bevestigd.
Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de uitvinding, bevat het draagstuk 3 bevestigingsmiddelen die toelaten om dit aan het bot van de kaak te bevestigen.
Figuur 11 geeft een voorbeeld voor deze bevestigingsmiddelen weer, waarbij deze gevormd worden door uitsparingen 12 die zich doorheen het draagstuk 3 strekken tussen de zijde die naar het bot is gericht en de vestibulaire zijde. Deze uitsparingen 12 werken samen met naaldvormige verankeringselementen 13 die doorheen deze uitsparingen 12 in het bot van de kaak dienen bevestigd te worden. Aldus laten deze bevestigingsmiddelen toe om het draagstuk 3 vast ten opzichte van de kaak te positioneren.
Nadat het draagstuk 3 vast ten opzichte van de kaak is bevestigd, wordt het botkamdeel 2 ervan verwijderd en wordt de boormal 9 op het draagstuk 3 gemonteerd zodat deze boormal 9 een vaste en vooraf geplande positie inneemt ten opzichte van de kaak.
Vervolgens wordt, op een voor de vakman bekende wijze, een boring aangebracht volgens genoemde invoerrichting in de kaak met behulp van een boor die geleid wordt door een geleidingsopening 10 van de boormal 9. In de aangebrachte boring wordt dan een implantaat geschroefd volgens genoemde invoerrichting, terwijl dit eveneens geleid wordt door de overeenkomstige opening 10.
Nadat aldus de implantaten volgens de vooraf bepaalde positie en oriëntatie in de kaak zijn geplaatst, wordt het draagstuk 3, tezamen met de boormal 9, van de kaak verwijderd en wordt de definitieve gebitsprothese met behulp van de montagemiddelen op de implantaten gemonteerd. Deze montagemiddelen omvatten bijvoorbeeld schroefopeningen die passend aansluitbaar zijn op de geplaatste implantaten om met behulp van schroeven de gebitsprothese aan de implantaten te bevestigen.
De boormal 9, volgens de uitvinding, vertoont bij voorkeur middelen om de betreffende implantaten op een vooraf bepaalde diepte in het bot van de kaak te plaatsen. Dergelijke middelen worden, bijvoorbeeld, beschreven in het document WO 2008/009080 A1 en kunnen in de huidige uitvinding eveneens toegepast worden.
De uitvinding is uiteraard niet beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren voorgestelde uitvoeringsvormen van de werkwijze of het gebitsprothesesysteem, volgens de uitvinding, maar binnen het raam van deze uitvinding kunnen meerdere varianten overwogen worden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de boormal 9 niet alleen op het draagstuk 3 wordt bevestigd, doch dat deze, bijvoorbeeld, eveneens steunt op tanden die nog aanwezig zijn in de kaak.
Verder, is het in bepaalde gevallen eveneens mogelijk om onmiddellijk bij het ontwerp van de gebitsprothese reeds genoemde montagemiddelen te voorzien. De oriëntatie en positie van de implantaten wordt dan gekozen rekening houdend met de aanwezigheid van de montagemiddelen. In dergelijk geval kan de voorlopige prothese eveneens als definitieve gebitsprothese worden aangewend en op de geplaatste implantaten worden bevestigd.

Claims (18)

CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een boormal (9) en een draagstuk (3) om deze boormal (9) ten opzichte van het bot van een kaak te positioneren, waarbij de boormal (9) wordt voorzien van minstens een geleidingsopening (10) om boringen in genoemd bot uit te voeren voor het plaatsen van minstens één implantaat om een gebitsprothese (1) te monteren, waarbij men, volgens de werkwijze, een digitale afdruk van de kaak genereert zodanig dat deze nagenoeg passend aansluitbaar is op week weefsel van de kaak, waarbij men uitgaande van deze digitale afdruk een digitaal model voor een gebitsprothese (1) ontwerpt zodanig dat deze kan aansluiten op genoemd week weefsel van de kaak, daardoor gekenmerkt dat een voorlopige gebitsprothese wordt vervaardigd op basis van genoemd digitaal model van de gebitsprothese, waarbij deze voorlopige gebitsprothese op de betreffende kaak wordt gepositioneerd en men door tomografie minstens een afbeelding van de kaak met de gebitsprothese (1) genereert, waarbij men vervolgens een positie en oriëntatie voor genoemd minstens één implantaat kiest uitgaande van genoemde afbeelding, waarbij, op basis van het digitaal model van de gebitsprothese (1), een digitaal model voor een botkamdeel (2) wordt gegenereerd, waarbij dit botkamdeel zich tegenover de kam van de kaak dient uit te strekken en prothetische tanden bevat waarvan de vorm en de onderlinge positie overeenkomen met prothetische tanden voorzien op genoemde gebitsprothese, en waarbij uitgaande van het digitaal model van de gebitsprothese eveneens een digitaal model voor genoemd draagstuk (3) wordt gegenereerd, welk draagstuk zich minstens gedeeltelijk tegenover het bot van de kaak dient uit te strekken, waarbij men koppelingsmiddelen (6) aan het draagstuk (3) voorziet om het botkamdeel (2) losneembaar met het draagstuk (3) te verbinden, waarbij het aldus ontworpen botkamdeel (2) en draagstuk (3) worden vervaardigd uitgaande van genoemde digitale modellen ervan, waarbij men op basis van de gekozen positie en oriëntatie van genoemd minstens één implantaat genoemde boormal (9) ontwerpt zodanig dat deze boormal bevestigbaar is op genoemd draagstuk (3).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij men een invoerrichting voor genoemd minstens één implantaat kiest uitgaande van genoemde afbeelding, waarbij men genoemd digitaal model voor genoemd draagstuk (3) zodanig ontwerpt dat dit deze invoerrichting vrij laat voor het uitvoeren van een boring volgens deze invoerrichting en om genoemd implantaat in de kaak te plaatsen wanneer dit draagstuk passend op de kaak is gepositioneerd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij men genoemde digitale afdruk van genoemde kaak genereert door een fysische afdruk van de kaak te scannen en te digitaliseren, welke fysische afdruk nagenoeg passend aansluit op week weefsel van de kaak.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij men genoemde fysische afdruk van de kaak scant door een optische scan, in het bijzonder een laserscan, uit te voeren van minstens een deel van de naar het week weefsel van de kaak gerichte zijde ervan.
5. Werkwijze volgens een van de conclusies 3 of 4, waarbij men voor genoemde fysische afdruk een reeds beschikbaar uitneembaar kunstgebit aanwendt.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 5, waarbij genoemd digitaal model voor het draagstuk (3) zodanig wordt ontworpen zodat het draagstuk (3), in functie van de anatomie van de betreffende kaak, zich minstens gedeeltelijk vestibulair en/of palataal tegenover het bot van kaak uitstrekt wanneer deze een bovenkaak betreft, terwijl wanneer genoemde kaak een onderkaak betreft, dit digitaal model voor het draagstuk (3) wordt ontworpen zodat het draagstuk (3) zich vestibulair en/of linguaal tegenover het bot van een onderkaak kan uit strekken.
7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij men, bij het vervaardigen van genoemde voorlopige prothese, minstens één referentie- element dat duidelijk waarneembaar is in genoemde afbeelding, vast verbindt met de voorlopige prothese.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 7, waarbij montagemiddelen worden voorzien aan genoemd digitaal model van de gebitsprothese om toe te laten deze op genoemd implantaat te monteren nadat het implantaat in de kaak is bevestigd.
9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 8, waarbij bevestigingsmiddelen worden (12,13) voorzien aan het draagstuk (3) om toe te laten dit aan het bot van de kaak te bevestigen.
10. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 9, waarbij genoemde door tomografie gegenereerde afbeelding een driedimensionale röntgen- afbeelding van de kaak met genoemd botkamdeel (2) en genoemd draagstuk (3) omvat.
11. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 10, waarbij genoemd botkamdeel (2) en genoemd draagstuk (3) in kunststof worden vervaardigd door het toepassen van een rapid-prototype techniek, in het bijzonder door te frezen,
12. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 11, waarbij genoemde boormal (9) digitaal wordt ontworpen, waarbij deze in kunststof wordt vervaardigd door een rapid-prototype techniek, in het bijzonder door te frezen.
13. Gebitsprothesesysteem met een voorlopige gebitsprothese (1) voorzien van prothetische tanden voor een onder- of een bovenkaak, waarbij deze voorlopige gebitsprothese passend op de onder- of bovenkaak kan worden geplaatst, waarbij het gebitsprothesesysteem een draagstuk (3) en een botkamdeel (2) omvat met koppelingsmiddelen (6,7,8) om het draagstuk (3) en het botkamdeel (2) losneembaar aan elkaar te bevestigen, waarbij het botkamdeel (2) zich dient uit te strekken tegenover de botkam van de betreffende kaak en prothetische tanden bevat die overeenstemmen met deze van de voorlopige gebitsprothese, terwijl het draagstuk (3) zich minstens gedeeltelijk tegenover het bot van deze kaak dient uit te strekken waarbij een uitsparing (5) is voorzien in het draagstuk (3) die zich tegenover de botkam dient uit te strekken teneinde toe te laten om doorheen deze uitsparing minstens een implantaat in de kaak te bevestigen, daardoor gekenmerkt dat het geheel van het draagstuk (3) en het botkamdeel (2), wanneer deze aan elkaar zijn bevestigd met behulp van genoemde koppelingsmiddelen, in een zelfde positie op de kaak passend plaatsbaar is als genoemde voorlopige gebitsprothese.
14. Gebitsprothesesysteem volgens conclusie 13, waarbij genoemd draagstuk (3) geschikt is om zich minstens gedeeltelijk vestibulair en/of palataal tegenover het bot van kaak uit te strekken wanneer deze kaak een bovenkaak betreft, terwijl wanneer genoemde kaak een onderkaak betreft, dit het draagstuk (3) zich vestibulair en/of linguaal tegenover het bot van de onderkaak kan uit strekken.
15. Gebitsprothesesysteem volgens conclusie 13 of 14, waarbij genoemd draagstuk (3) bevestigingsmiddelen (12,13) bevat die toelaten om dit aan het bot van de kaak te bevestigen.
16. Gebitsprothesesysteem volgens conclusie 15, waarbij genoemde bevestigingsmiddelen gevormd worden door uitsparingen (12) die zich doorheen het draagstuk (3) strekken tussen de zijde die naar het bot is gericht en de vestibulaire zijde, de palatale zijde en/of de linguale zijde van het draagstuk (3), waarbij deze uitsparingen (12) samenwerken met naaldvormige verankeringselementen (13) die doorheen deze uitsparingen (12) in het bot van de kaak dienen bevestigd te worden.
17. Gebitsprothesesysteem volgens een van de conclusies 13 tot 16, waarbij dit een boormal (9) bevat die bevestigbaar is op genoemd draagstuk (3) teneinde toe te laten om deze boormal (9) tegenover genoemde botkam te positioneren wanneer het draagstuk (3) passend op de kaak 1s geplaatst, waarbij de boormal (9) minstens een opening (10) vertoont voor het geleiden van een boor om een boring aan te brengen in het bot van genoemde kaak en om doorheen genoemde opening (10) een implantaat in deze boring te plaatsen.
18. Gebitsprothesesysteem volgens conclusie 17, waarbij genoemde boormal (9) middelen vertoont om genoemd implantaat op een vooraf bepaalde diepte in het bot van de kaak te plaatsen.
BE20195380A 2019-06-12 2019-06-12 Gebitsprothesesysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een gebitsprothese BE1027356B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195380A BE1027356B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Gebitsprothesesysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een gebitsprothese
EP20179857.6A EP3750506B1 (en) 2019-06-12 2020-06-12 Denture system and method for manufacturing a denture
US16/900,074 US20200397540A1 (en) 2019-06-12 2020-06-12 Denture system and method of manufacturing a denture

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195380A BE1027356B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Gebitsprothesesysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een gebitsprothese

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027356A1 BE1027356A1 (nl) 2021-01-14
BE1027356B1 true BE1027356B1 (nl) 2021-01-18

Family

ID=67060231

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195380A BE1027356B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Gebitsprothesesysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een gebitsprothese

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20200397540A1 (nl)
EP (1) EP3750506B1 (nl)
BE (1) BE1027356B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20110033820A1 (en) * 2007-05-29 2011-02-10 Immediate Implant Technologies, Llc Oral Implant Placement System and Method
ITTO20110894A1 (it) * 2011-10-06 2013-04-07 Mario Grillo Metodo per posizionare analoghi di impianti dentali in un modello, e dima radiologica per attuare tale metodo
BE1020773A3 (nl) * 2012-07-03 2014-04-01 Dental Vision B V B A Werkwijze voor het vervaardigen van een boormal om de vorm van een botdefect in een kaak aan te passen aan een botopbouwelement.

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5769636A (en) * 1996-08-16 1998-06-23 Di Sario; Francesco System for diagnosis, placement and prosthetic restoration of root form implant
GB2324470A (en) * 1997-04-24 1998-10-28 Customflex Limited Prosthetic implants
US7044735B2 (en) * 2003-05-02 2006-05-16 Leo J. Malin Method of installing a dental implant
SE527504C2 (sv) * 2004-08-05 2006-03-21 Nobel Biocare Ab Styranordning samverkbar med ett antal i tandmall anordnade hylsor
EP1915970A1 (en) 2006-07-20 2008-04-30 René De Clerck Jig for positioning dental implants
US20090298008A1 (en) * 2008-05-29 2009-12-03 Ibur, L.L.C. Dental x-ray and drill guide apparatus and method
CN102176879A (zh) * 2008-08-29 2011-09-07 勒内·德克莱尔 制造上部结构以及相应的模型的方法和转移元件
BE1019273A3 (nl) * 2010-04-02 2012-05-08 Clerck Rene De Werkwijze voor het vervaardigen voor een boormal voor het plaatsen van dentale implantaten in een kaak.
BE1019740A3 (nl) * 2010-05-21 2012-12-04 Dental Vision B V B A Werkwijze voor het vervaardigen voor een boormal voor het plaatsen van dentale implantaten in een kaak en scanprothese voor toepassing in deze werkwijze.
US9999510B2 (en) * 2012-06-05 2018-06-19 Dental Vision B.V.B.A. Method for manufacturing a template to adapt the shape of a bone defect in a jaw to a bone superstructure

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20110033820A1 (en) * 2007-05-29 2011-02-10 Immediate Implant Technologies, Llc Oral Implant Placement System and Method
ITTO20110894A1 (it) * 2011-10-06 2013-04-07 Mario Grillo Metodo per posizionare analoghi di impianti dentali in un modello, e dima radiologica per attuare tale metodo
BE1020773A3 (nl) * 2012-07-03 2014-04-01 Dental Vision B V B A Werkwijze voor het vervaardigen van een boormal om de vorm van een botdefect in een kaak aan te passen aan een botopbouwelement.

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027356A1 (nl) 2021-01-14
EP3750506A1 (en) 2020-12-16
EP3750506B1 (en) 2023-06-07
EP3750506C0 (en) 2023-06-07
US20200397540A1 (en) 2020-12-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR102114015B1 (ko) 맞춤형 치료용 지대치의 가상 설계
US7835811B2 (en) Surgical guides and methods for positioning artificial teeth and dental implants
AU2004200418B2 (en) Device and Method for Manufacturing Dental Prosthesis
US8043091B2 (en) Computer machined dental tooth system and method
EP3087948B1 (en) Methods and apparatuses for creating a custom dental prosthesis using a cad/cam system
US20060019216A1 (en) Dental retractor and method of use to produce anatomically accurate jaw models and dental prostheses
JP2010521237A (ja) インプラントガイドおよび補綴物のためのステント
US20060040236A1 (en) Design and manufacture of dental implant restorations
KR20150020323A (ko) 수술 계획 방법
AU2013314688A1 (en) An improved surgical template
KR102246985B1 (ko) 치아 임플란트 식립 세트
JP2019524368A (ja) 歯ユニットおよび義歯床の製造方法
EP3288489B1 (en) Method and system for creating a dental prosthesis using cad/cam
BE1011205A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van minstens een gedeelte van een nieuw tandtechnisch voorwerp.
JP2013526352A (ja) 顎内に歯科インプラントを設けるためのテンプレートを製造する方法及びこの方法を適用するスキャン補綴物
BE1027356B1 (nl) Gebitsprothesesysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een gebitsprothese
Li-Rodríguez et al. Accuracy of a guided implant system with milled surgical templates
WO2007015140A2 (en) Work station and method to build up a surgical template to guide the insertion of osteointegrated implants in the maxillary arches
BE1019273A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen voor een boormal voor het plaatsen van dentale implantaten in een kaak.
EP3649984B1 (en) Digital denture manufacturing method and manufacturing system, and denture hole guider applied thereto and manufacturing method thereof
KR102129526B1 (ko) 3d 데이터로 형성된 교합정보를 실물 교합기에 옮기기 위한 3d 프린팅 커넥터 제작 시스템 및 그 제작방법
KR102385390B1 (ko) 디지털 라이브러리를 이용한 치과 임플란트용 보철물 제조방법
JP2013102929A (ja) 人工歯根埋設用システム

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210118