BE1019273A3 - Werkwijze voor het vervaardigen voor een boormal voor het plaatsen van dentale implantaten in een kaak. - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaarding van een boormal met minstens één opening voor het uitvoeren van een boring doorheen deze opening teneinde een gepast boorgat te maken in het bot van een gedeeltelijk tandenloze onder- of bovenkaak voor het bevestigen van een implantaat in genoemd bot. Hierbij wordt een vormplaat met een referentiemiddel vervaardigd die passend over in de kaak aanwezige tanden kan worden geplaatst en een positie voor het overeenkomstig boorgat wordt gekozen en bepaald relatief ten opzichte van het referentiemiddel. Een richtplaat wordt vervaardigd die bevestigingsmiddelen bevat om deze op de vormplaat te monteren. Genoemde opening in de richtplaat voor het geleiden van een boor wordt voorzien op een zodanige positie zodat, wanneer de richtplaat op genoemde vormplaat is gemonteerd en deze laatste passend op genoemde tanden is geplaatst, de positie van deze opening toelaat om, bij het uitvoeren van een boring doorheen deze opening, genoemd boorgat te maken overeenkomstig de gekozen positie.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen voor een boormal voor het plaatsen van

DENTALE IMPLANTATEN IN EEN KAAK

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een boormal met minstens één opening voor het uitvoeren van een boring doorheen deze opening teneinde een gepast boorgat te maken in het bot van een gedeeltelijk tandenloze onder- of bovenkaak voor het bevestigen van een implantaat in genoemd bot.

Het plaatsen van implantaten in een kaak wordt vooral toegepast als verankering voor tandheelkundige protheses. Dergelijke protheses kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door een solitaire kunsttand die op een enkel implantaat is bevestigd of door een superstructuur zich over een groot deel van een kaak uitstrekt en waarop meerdere kunsttanden worden voorzien. Een dergelijke superstructuur wordt dan ook gemonteerd op meerdere implantaten, met name op twee, drie, vier of meer implantaten.

Thans wordt ernaar gestreefd om in zo weinig mogelijke behandelingstappen bij een patiënt een dentale prothese te plaatsen. Hierbij wordt het zogenaamd onmiddellijk belasten van implantaten toegepast, waarbij vrijwel tezamen met het plaatsen van de implantaten in de kaak een definitieve dentale prothese op deze implantaten wordt gemonteerd. Teneinde een dergelijke werkwijze toe te laten is een doorgedreven planning en een zeer hoge nauwkeurigheid bij het plaatsen van de implantaten vereist. Het is immers noodzakelijk dat de geplande positie van de te plaatsen implantaten nagenoeg perfect overeenstemt met de uiteindelijke werkelijke positie van de implantaten na plaatsing ervan in de kaak. De dentale prothese wordt immers aan de hand van de geplande positie van de implantaten vervaardigd voordat deze laatste werkelijk in de kaak zijn geplaatst.

Teneinde dit toe te laten wordt, volgens de stand van de techniek, gebruik gemaakt van een boormal voor het nauwkeurig uitvoeren van boringen voor het maken van boorgaten waarin de implantaten dienen bevestigd te worden. Echter veel van de bestaande technieken zijn niet patiëntvriendelijk of vrij complex en geven onvoldoende zekerheid voor het verkrijgen van de vereiste nauwkeurigheid.

De uitvinding wil aldus een werkwijze voortstellen voor het vervaardigen van een boormal die nagenoeg geen ongemakken voor een patiënt meebrengt, waarbij een boormal wordt verkregen die toelaat om op een zeer nauwkeurige wijze geplande boorgaten voor implantaten in een kaak aan te brengen.

Tot dit doel wordt in de werkwijze, volgens de uitvinding, een vormplaat vervaardigd die op een eenduidige wijze passend over in de kaak aanwezige tanden kan worden geplaatst en die is voorzien van minstens een driedimensionaal referentiemiddel.

De positie voor het overeenkomstig boorgat wordt gekozen en bepaald relatief ten opzichte van genoemd referentiemiddel wanneer genoemde vormplaat passend over genoemde tanden is geplaatst. Dit gebeurt bijvoorbeeld op basis van een driedimensionale röntgenafbeelding die is gemaakt van vormplaat met het referentiemiddel wanneer deze op de kaak in de mondholte is geplaatst.

Verder, wordt een richtplaat vervaardigd die is voorzien van bevestigingsmiddelen die toelaten om de richtplaat op een eenduidige manier ten opzichte van genoemd referentiemiddel op de vormplaat te monteren.

Genoemde opening in de richtplaat voor het geleiden van een boor wordt voorzien op een zodanige positie zodat, wanneer de richtplaat op genoemde vormplaat is gemonteerd en deze laatste passend op genoemde tanden is geplaatst, de positie van deze opening toelaat om, bij het uitvoeren van een boring doorheen deze opening, genoemd boorgat te maken overeenkomstig de gekozen positie.

Aldus wordt de boormal, volgens de uitvinding, gevormd door genoemde richtplaat op genoemde vormplaat te bevestigen.

Voor het boren van genoemde boorgaten, wordt de vormplaat tezamen met de richtplaat passend op de tanden van de kaak geplaatst en wordt vervolgens de boring doorheen de betreffende opening uitgevoerd.

Op een voordelige manier, wordt een driedimensionale afbeelding van de kaak tezamen met de vormplaat en genoemd driedimensionaal referentiemiddel gemaakt, meer bepaald een röntgenafbeelding en bijvoorbeeld een afbeelding verkregen door het uitvoeren van een CT-scan. Op basis van deze afbeelding wordt de positie voor het overeenkomstig boorgat gekozen en bepaald relatief ten opzichte van genoemd referentiemiddel.

Bij voorkeur wordt echter een fysisch model van de kaak vervaardigd, meer bepaald een gipsmodel, en wordt genoemde vormplaat op dit model geplaatst, waarbij op deze vormplaat voorlopige prothetische tanden worden geplaatst. Dit laatste kan bijvoorbeeld gebeuren via een zogenaamde pas-in-was techniek. De kunsttanden zelf worden eventueel uitgevoerd in een materiaal dat duidelijk waarneembaar is in een röntgenafbeelding ervan, zoals bijvoorbeeld bariumsulfaat.

Van de kaak en de hierop passend geplaatste vormplaat met de voorlopige prothetische tanden en genoemd referentiemiddel wordt vervolgens een röntgenafbeelding gemaakt. In deze röntgenafbeelding, bijvoorbeeld verkregen door het uitvoeren van een CT-scan, zijn kritische anatomische structuren van de kaak, zoals zenuwbanen, evenals het referentiemiddel waarneembaar. Aldus wordt op basis van deze afbeelding een positie voor genoemd boorgat gekozen en bepaald ten opzichte van het referentiemiddel rekening houdend met kritische anatomische structuren van de kaak.

Het driedimensionaal referentiemiddel dient toe te laten dat de driedimensionale positie van de vormplaat eenduidig is bepaald ten opzichte van de kaak. Hiertoe kan dit referentiemiddel bijvoorbeeld gevormd worden door meerdere referentie-elementen die elk op een onderscheiden positie worden bevestigd aan genoemde vormplaat.

Dergelijke referentie-elementen bestaan bijvoorbeeld uit bussen met inwendige schroefdraad die op de vormplaat worden bevestigd met behulp van een kunststofhars, lijm, door schroeven, enz. Wanneer een röntgen afbeelding wordt gemaakt van de kaak met de vormplaat, wordt, op een voordelige manier, een drager voorzien van een markeerelement uit een materiaal dat een hoog contrast vertoont in röntgenafbeeldingen, bevestigd aan de referentie-elementen teneinde de positie van deze laatste te bepalen. Een dergelijke drager met een markeerelement is bijvoorbeeld beschreven in het document WO 2005/084576.

Wanneer de vormplaat dergelijke referentie-elementen vertoont, worden bijvoorbeeld overeenkomstige schroefgaten voorzien in de richtplaat teneinde deze laatste met schroeven doorheen de schroefgaten vast te verbinden met de vormplaat.

Het referentiemiddel kan eveneens gevormd worden door een of meerdere driedimensionale objecten, zoals bijvoorbeeld een of meerdere rechte prisma’s.

In de richtplaat wordt dan, op een interessante manier, een uitsparing aangebracht waarvan de vorm overeenstemt met deze van het referentiemiddel zodat de richtplaat passend over het referentiemiddel op de vormplaat geplaatst kan worden. Meer bepaald wordt de richtplaat dan op de vormplaat gemonteerd door deze met genoemde uitsparing passend over het referentiemiddel te plaatsen en er eventueel vast mee te verbinden door middel van een schroef, lijm, of dergelijke.

Wanneer de kaak, waar de implantaten in geplaatst dienen te worden onvoldoende tanden heeft om hierover op een stabiele manier een vormplaat te plaatsen, kan een bijkomend steunpunt voor de vormplaat in de kaak voorzien worden door een extra referentie-element aan het bot van de kaak te bevestigen, bijvoorbeeld onder vorm van een schroef die doorheen het tandvlees steekt. Aldus is het mogelijk om de vormplaat eveneens passend te doen aansluiten op de kop van deze schroef of om deze op de schroef te bevestigen.

De vormplaat kan bijvoorbeeld vervaardigd worden door een plaat uit kunststof in de mondholte aan te brengen. Deze plaat wordt over de nog aanwezige tanden geplaatst van de kaak waarin implantaten dienen bevestigd te worden en over deze tanden gedrukt zodanig dat de kunststof plastisch vervormd en de negatieve vorm van minstens de bovenzijde van de tanden aanneemt. Deze kunststof laat men vervolgens uitharden, bijvoorbeeld onder invloed van UV-licht, zodanig dat een star geheel wordt verkregen dat passend op de betreffende tanden van de kaak kan geplaatst worden.

Het spreekt voor zich dat de vormplaat eveneens kan vervaardigd worden uitgaande van een fysisch model van de kaak met de aanwezige tanden, zoals bijvoorbeeld een gipsmodel.

Bij het vervaardigen van de vormplaat wordt er bij voorkeur voor gezorgd dat de posities waar mogelijk een implantaat dient bevestigd te worden in de kaak vrijgelaten zijn. Aldus vormt deze vormplaat geen belemmering voor het boren van de boorgaten wanneer de richtplaat op de vormplaat is gemonteerd en deze laatste passend op de betreffende tanden is geplaatst in de mondholte.

De richtplaat wordt bij voorkeur vervaardigd door middel van een zogenaamde “Rapid prototyping” techniek zoals bijvoorbeeld door frezen, selectief laser sinteren of smelten, Stereolithografie, 3D printing, etc.

In het algemeen kan gesteld worden dat de uitvinding een werkwijze betreft voor het vervaardigen van een boormal die een vormplaat en een richtplaat bevat. Waarbij de richtplaat minstens één opening heeft voor het uitvoeren van een boring doorheen deze opening teneinde een gepast boorgat te maken in het bot van een gedeeltelijk tandenloze onder- of bovenkaak voor het bevestigen van een implantaat in genoemd bot. Hierbij wordt een vormplaat met een referentiemiddel vervaardigd die passend over in de kaak aanwezige tanden kan worden geplaatst en een positie voor het overeenkomstig boorgat wordt gekozen en bepaald relatief ten opzichte van het referentiemiddel. Een richtplaat wordt vervaardigd die bevestigingsmiddelen bevat om deze op de vormplaat te monteren. Genoemde opening in de richtplaat voor het geleiden van een boor wordt voorzien op een zodanige positie zodat, wanneer de richtplaat op genoemde vormplaat is gemonteerd en deze laatste passend op genoemde tanden is geplaatst, de positie van deze opening toelaat om, bij het uitvoeren van een boring doorheen deze opening, genoemd boorgat te maken overeenkomstig de gekozen positie.

Claims (9)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een boormal met minstens één opening voor het uitvoeren van een boring doorheen deze opening teneinde een gepast boorgat te maken in het bot van een gedeeltelijk tandenloze onder- of bovenkaak voor het bevestigen van een implantaat in genoemd bot, waarbij een vormplaat wordt vervaardigd die op een eenduidige wijze passend over in de kaak aanwezige tanden kan worden geplaatst; deze vormplaat wordt voorzien van minstens een driedimensionaal referentiemiddel; de positie voor het overeenkomstig boorgat wordt gekozen en bepaald relatief ten opzichte van genoemd referentiemiddel wanneer genoemde vormplaat passend over genoemde tanden is geplaatst; een richtplaat wordt vervaardigd die wordt voorzien van bevestigingsmiddelen die toelaten om deze op een eenduidige manier ten opzichte van het referentiemiddel op genoemde vormplaat te monteren; de opening in de richtplaat wordt voorzien op een zodanige positie zodat, wanneer de richtplaat op genoemde vormplaat is gemonteerd en deze laatste passend op genoemde tanden is geplaatst, de positie van deze opening toelaat om, bij het uitvoeren van een boring doorheen deze opening, genoemd boorgat te maken overeenkomstig de gekozen positie; genoemde richtplaat wordt bevestigd op genoemde vormplaat teneinde genoemde boormal te vormen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij een assenstelsel wordt geassocieerd met genoemd driedimensionaal referentiemiddel en de positie van genoemd boorgat wordt gedefinieerd in dit assenstelsel, waarbij een overeenkomstige positie voor genoemde opening wordt bepaald in dit assenstelsel, en waarbij genoemde richtplaat wordt vervaardigd met deze opening zodanig dat wanneer deze richtplaat op genoemde vormplaat is gemonteerd, de opening van de richtplaat samenvalt met de opening bepaald in genoemd assenstelsel.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij een driedimensionale röntgenafbeelding van de kaak tezamen met de vormplaat en genoemd driedimensionaal referentiemiddel wordt gemaakt, waarbij op basis van deze afbeelding de positie voor het overeenkomstig boorgat wordt gekozen en bepaald relatief ten opzichte van genoemd referentiemiddel.

4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 3, waarbij een gipsmodel van de kaak wordt vervaardigd en genoemde vormplaat op dit model wordt geplaatst, waarbij op deze vormplaat voorlopige prothetische tanden worden geplaatst, waarbij vervolgens een röntgenafbeelding van de kaak en de vormplaat met de voorlopige prothetische tanden en genoemd referentiemiddel wordt gemaakt wanneer deze passend op genoemde tanden in de mondholte is geplaatst en op basis van deze afbeelding een positie voor genoemd boorgat wordt gekozen en bepaald ten opzichte van genoemd referentiemiddel rekening houdend met kritische anatomische structuren van de kaak, zoals zenuwbanen.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, waarbij genoemd driedimensionaal referentiemiddel gevormd wordt door meerdere referentie-elementen die elk op een onderscheiden positie worden bevestigd aan genoemde vormplaat.

6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 5, waarbij voor genoemd driedimensionaal referentiemiddel een driedimensionaal object wordt gekozen.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij in genoemde richtplaat een uitsparing wordt aangebracht waarvan de vorm overeenstemt met deze van genoemd referentiemiddel zodanig dat de richtplaat op de vormplaat gemonteerd wordt door deze met genoemde uitsparing passend over het referentiemiddel te plaatsen.

8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 7, waarbij genoemde vormplaat zodanig wordt vervaardigd dat deze de gekozen positie voor genoemd boorgat vrijlaat.

9. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 8, waarbij genoemde vormplaat middelen vertoont teneinde op een referentie-element bevestigd te worden dat voorzien is in genoemde kaak.