BE1027315B1

BE1027315B1 - Hulpstuk en gerelateerde werkwijzen

Info

Publication number: BE1027315B1
Application number: BE20195701A
Authority: BE
Inventors: Piet Ocket
Original assignee: Intersig Nv
Priority date: 2019-10-15
Filing date: 2019-10-15
Publication date: 2020-12-21

Abstract

Hierin worden onder meer hulpstukken voor gebruik met hekken beschreven, alsook gerelateerde werkwijzen voor het vervaardigen van een hulpstuk voor gebruik met hekken. De hulpstukken omvatten polyvinylbutyral.

Description

HULPSTUK EN GERELATEERDE WERKWIJZEN

TECHNISCH VELD De onderhavige uitvinding heeft betrekking op hulpstukken voor hekwerk, en op gerelateerde werkwijzen.

TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Verschillende hulpstukken worden gebruikt tijdens opslag, transport, en gebruik van hekken. Klassiek zijn deze vervaardigd uit polypropeen (PP). PP wordt echter bros bij koudere temperaturen, en in het bijzonder bij vriesweer. De hulpstukken volgens de onderhavige uitvinding geven een oplossing voor de bovenstaande problemen.

SAMENVATTING Voorzien hierin is een assemblage van een hek en een hulpstuk, waarbij het hulpstuk mechanisch verbindbaar is met het hek, en waarbij het hulpstuk polyvinylbutyral (PVB) omvat. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk verder polypropeen (PP). In sommige uitvoeringsvormen bestaat het hulpstuk uit polyvinylbutyral, polypropeen, en vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de vuller krijt. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 40.0 wt.% krijt. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% polyetheen, en tot 30 wt.% vuller, en omvat het PE bij voorkeur gerecycleerd PE. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% polyvinylchloride (PVC), en tot 30 wt.% vuller, en omvat het PVC bij voorkeur gerecycleerd PVC. In sommige uitvoeringsvormen omvat het polyvinylbutyral gerecycleerd polyvinylbutyral.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het polypropeen gerecycleerd polypropeen.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het hek staal en/of aluminium.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de assemblage meerdere hekken die op elkaar gestapeld zijn, en is het hulpstuk geconfigureerd om de positie van de meerdere hekken ten opzichte van elkaar constant te houden.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de assemblage verder een strapband die samen met het hulpstuk geconfigureerd is om de positie van de meerdere hekken ten opzichte van elkaar constant te houden.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de assemblage meerdere hulpstukken en/of strapbanden die geconfigureerd zijn om de positie van de meerdere hekken ten opzichte van elkaar constant te houden.

In sommige uitvoeringsvormen is minstens één strapband rond een hulpstuk en de meerdere hekken gewonden.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk een haaks deel en een longitudinaal deel.

In sommige uitvoeringsvormen maken het haaks deel en het longitudinaal deel een hoek van 80° tot 100°, bij voorkeur van 90° met elkaar.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het longitudinaal deel meerdere openingen.

In sommige uitvoeringsvormen is het longitudinaal deel in de mazen van gestapelde hekken is geschoven.

In sommige uitvoeringsvormen is het hek omvat in een afspanning.

In sommige uitvoeringsvormen is het hulpstuk gekozen uit de lijst omvattend: een beugel, een omsteekdop zonder haak, een omsteekdop met haak, een langlipbeugel, en een beugel met sluiting.

Verder voorzien hierin is een werkwijze voor de vervaardiging van een hulpstuk voor gebruik in een assemblage zoals hierin beschreven.

De werkwijze omvat de volgende stappen:

- het spuitgieten van een smelt ter vorming van het hulpstuk, waarbij de smelt polyvinylbutyral omvat; en, - het hulpstuk afkoelen. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt verder polypropeen. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt verder een blaasmiddel. In sommige uitvoeringsvormen omvat het blaasmiddel CO: en/of N; en/of vormt het blaasmiddel CO; en/of N, tijdens het spuitgieten. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt verder een vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de vuller krijt. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 40.0 wt.% krijt. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het polyvinylbutyral gerecycleerd polyvinylbutyral. In sommige uitvoeringsvormen omvat het polypropeen gerecycleerd polypropeen. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het PE gerecycleerd PE. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 30.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het PVC gerecycleerd PVC.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN De onderstaande beschrijving van de figuren heeft betrekking op specifieke uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, en wordt enkel gegeven als voorbeeld. Deze beschrijving is niet limiterend met betrekking op de materie die hierin wordt beschreven, de toepassingen ervan, of het gebruik ervan. In de figuren worden identieke referentietekens gebruikt om te verwijzen naar identieke of gelijkaardige inrichtingen of onderdelen. Figuur 1 toont een hulpstuk (100) dat geconfigureerd is om de positie van de meerdere hekken (1) ten opzichte van elkaar constant te houden.

Figuur 2 toont hoe een hulpstuk (100) voor een stapel hekken wordt gebruikt om de stapel te stabiliseren. Figuur 3 toont verschillende hulpstukken (200) voor hekwerk tijdens normaal gebruik.

De volgende referentietekens worden gebruikt in de beschrijving en in de figuren:1 — hek; — strapband; 100 — hulpstuk voor stapel hekken; 110 — haaks deel; 120 — longitudinaal deel; 121 — opening; 200 — hulpstuk voor hekwerk tijdens normaal gebruik.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING 10 Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is. De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt zijn synoniem met “inclusief”, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of werkwijze stappen niet uit. Wanneer in deze beschrijving wordt verwezen naar een product of proces dat bepaalde kenmerken, onderdelen of stappen “omvat”, verwijst dit naar de mogelijkheid dat ook andere kenmerken, onderdelen of stappen aanwezig zijn, maar kunnen hierbij ook uitvoeringsvormen voorzien zijn die enkel de opgelijste kenmerken, onderdelen of stappen bevatten. De opsomming van numerieke waarden aan hand van cijfer bereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten. De term “ongeveer” zoals gebruikt wanneer gerefereerd word naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/- 5% of minder, meer bij voorkeur +/- 1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/- 0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt. Alle in deze beschrijving aangehaalde referenties worden hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen. Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.

De afkorting wt.% zoals hierin gebruikt verwijst naar gewichtsprocent. Bijvoorbeeld de uitdrukking “mengsel m omvat x wt.% van component a en y wt.% van component b” 5 betekent dat mengsel m x gewichtseenheden van component a en y gewichtseenheden van component b omvat per 100 gewichtseenheden van mengsel m.

Het begrip “assemblage” zoals hierin gebruikt verwijst naar een verzameling van onderdelen die samen een functioneel geheel vormen. De termen “samenstelling” of “systeem” kunnen als alternatief gebruikt worden voor de term “assemblage”.

Voorzien hierin is een assemblage van een hek en een hulpstuk. Het hulpstuk is mechanisch verbonden of verbindbaar met het hek, en het hulpstuk omvat polyvinylbutyral (PVB). Bij voorkeur omvat het polyvinylbutyral gerecycleerd polyvinylbutyral. PVB kan gebruikt worden als erg goedkope filler, bijvoorbeeld in polypropeen (PP) gebaseerde hulpstukken. Daarenboven verbetert PVB de eigenschappen van hulpstukken ook: zo zijn bijvoorbeeld hulpstukken gebaseerd op PP en PVB flexibeler dan hulpstukken gebaseerd op pure PP of op PP met krijtvuller.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 5.0 wt.% tot 90.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 10.0 wt.% tot 80.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 15.0 wt.% tot 70.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 wt.% tot 60.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 25.0 wt.% tot 50.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 30.0 wt.% tot 40.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 32.5 wt.% tot 35.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 70.0 wt.% tot 90.0 wt.% PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 75.0 wt.% tot 85.0 wt.% PVB.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het hek staal en/of aluminium. Verschillende soorten hekken zijn geschikt. Bij voorkeur is het hek vervaardigd uit staaldraad, stalen staven, of stalen buizen, en omvat het hek mazen. In sommige uitvoeringsvormen hebben de staven, buizen, of draden van het hek een diameter van 0.5 mm tot 10.0 mm, of van

1.0 mm tot 8.0 mm, of van 2.0 mm tot 7.0 mm, of van 3.0 mm tot 6.0 mm, of van 4.0 mm tot 5.0 mm. In sommige uitvoeringsvormen is het hulpstuk poreus. Dat kan bijvoorbeeld worden bekomen door een blaasmiddel te gebruiken tijdens de productie van het hulpstuk. Geschikte poreuze plastics zijn microcellulaire plastics die PVB omvatten, en bij voorkeur microcellulaire plastics die PVB en PP omvatten in de concentraties die hier zijn beschreven. Dergelijke hulpstukken kunnen lichter zijn voor dezelfde mechanische sterkte. Lichtere hulpstukken zijn gemakkelijker te gebruiken en te transporteren. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk een vuller. Een geschikte vuller is krijt.

Als alternatief voor krijt kan bijvoorbeeld calcium carbonaat, kaolien, magnesium hydroxide, glas, wollastoniet, of titaandioxide worden gebruikt.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 1.0 tot 40.0 wt.% krijt, of 5.0 tot 37.0 wt.% krijt, of 10.0 tot 40.0 wt.% krijt, of 15.0 tot 35.0 wt% krijt, of 20.0 tot 30.0 wt% krijt, of 30.0 tot 33.0 wt% krijt.

Bij voorkeur omvat het hulpstuk verder polypropeen (PP). Bij voorkeur omvat het polypropeen gerecycleerd polypropeen. Polypropyleen is relatief licht, met een typische densiteit van 0.95 kg/l.

Wanneer het hulpstuk PP en PVB omvat, bij voorkeur wanneer het hulpstuk voor minstens 15, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 99, 99.9, of voor 100% bestaat uit PP, PVB en eventueel vuller, heeft het hulpstuk bijzonder gunstige eigenschappen. Aldus bestaat het hulpstuk bij voorkeur uit PP, PVB, en eventueel vuller. Met andere woorden bestaat het hulpstuk bij voorkeur voor 100% uit een mengsel van PP, PVB, en optioneel vuller. Dergelijke hulpstukken zijn semi-flexibel en toch voldoende sterk: het is hard, sterk en stijf, en ook taaier dan een hulpstuk uit puur PP of PP gemengd met vuller, en het hulpstuk is dus moeilijker te breken. Daarenboven zijn de hulpstukken gebaseerd op PVB en PP corrosievast en is het bestendig tegen chemische inwerking.

Daarenboven, wanneer PP en PVB worden gebruikt, dan komen geen dioxines vrij bij brand. Ook zijn PP en PVB, zelfs PP en PVB afkomstig van recyclagestromen, vrij van zware metalen. Inderdaad, gerecycleerd PVB afkomstig uit bijvoorbeeld snijafval van de productie van autoruiten omvat een stabilisator die geen zware metalen omvat. Aldus zijn de onderhavige hulpstukken minder toxisch, en hoeft er niet noodzakelijk UV stabilisator toegevoegd te worden, gezien deze stabilisator reeds aanwezig is in de gerecycleerde grondstoffen.

In sommige uitvoeringsvormen bestaat het hulpstuk uit polyvinylbutyral, polypropeen, en vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de vuller krijt. Zo omvat in sommige uitvoeringsvormen het hulpstuk 20.0 tot 40.0 wt.% krijt. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot

80.0 wt.% PP, en tot 30 wt.% vuller. Daarenboven komen bij verwarming van polypropyleen geen gevaarlijke stoffen vrij en zijn er ook geen problemen met warmte-geïnduceerde veroudering. Een spuitgietproces van hulpstukken die gebaseerd zijn op PVB en PP is dus ook gemakkelijk op te starten omdat eventuele hotspots minder kritisch zijn. In geval van brand komen bij verbranding van de hulpstukken die gebaseerd zijn op PP en PVB, geen dioxines vrij. PVB kan gemengd worden met PP zonder verlies van de gunstige eigenschappen van PP. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk PP en PVB, waarbij het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt%, of 20.0 tot 70.0 wt%, of 20.0 tot 60.0 wt%, of 20.0 tot 50.0 wt%, of 25.0 tot

45.0 wt.%, of 30.0 tot 40.0 wt.%, of 32.5 tot 37.5 wt.%, of 35.0 wt.% PVB omvat. Bij voorkeur omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt%, of 30.0 tot 80.0 wt%, of 40.0 tot 80.0 wt%, of 50.0 tot 80.0 wt.%, of 55.0 tot 75.0 wt.%, of 60.0 tot 70.0 wt.%, of 62.5 tot 67.5 wt.%, of 65.0 wt.% PP. Optioneel omvat het hulpstuk tot 20 wt.% of tot 30 wt.% vuller. Bij voorkeur omvat het hulpstuk 20.0 tot 50.0 wt% PVB, 50.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuik 20.0 tot 80.0 wt.% PVB,

20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 70.0 wt.% PVB, 30.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 60.0 wt.% PVB, 40.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 25.0 tot 45.0 wt.%

PVB, of 55.0 tot 75.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 30.0 tot 40.0 wt.% PVB, 60.0 tot 70.0 wt.% PP, en tot 10% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk of 32.5 tot 37.5 wt.% PVB, 62.5 tot 67.5 wt.% PP, en tot 5.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 35.0 wt.% PVB en 65.0 wt.% PP. Bij voorkeur omvat het hulpstuk gerecycleerd PP. Bij voorkeur omvat het hulpstuk gerecycleerd PVB. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk verder polyetheen (PE). Bij voorkeur wordt polyetheen dan gebruikt in plaats van polypropeen. Verschillende vormen van polyetheen zijn geschikt, bijvoorbeeld volgende vormen zijn geschikt: lagedichtheidpolyetheen (LDPE), hogedichtheidpolyetheen (HDPE), en lineair lagedichtheidpolyetheen (LLDPE). In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% polyetheen (PE), en tot 30 wt.% vuller. Bij voorkeur omvat het PE gerecycleerd PE. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk polyetheen (PE) en PVB, waarbij het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt%, of 20.0 tot 70.0 wt%, of 20.0 tot 60.0 wt%, of 20.0 tot 50.0 wt%, of 25.0 tot 45.0 wt.%, of 30.0 tot 40.0 wt.%, of 32.5 tot 37.5 wt.%, of 35.0 wt.% PVB omvat. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt%, of 30.0 tot

80.0 wt%, of 40.0 tot 80.0 wt%, of 50.0 tot 80.0 wt.%, of 55.0 tot 75.0 wt.%, of 60.0 tot

70.0 wt.%, of 62.5 tot 67.5 wt.%, of 65.0 wt.% PE. Optioneel omvat het hulpstuk tot 20 wt.% of tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 70.0 wt.% PVB, 30.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 60.0 wt.% PVB, 40.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 50.0 wt% PVB, 50.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 25.0 tot 45.0 wt.% PVB, of 55.0 tot 75.0 wt.% PE, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 30.0 tot 40.0 wt.% PVB, 60.0 tot 70.0 wt.% PE, en tot 10% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk of 32.5 tot

37.5 wt.% PVB, 62.5 tot 67.5 wt.% PE, en tot 5.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 35.0 wt.% PVB en 65.0 wt.% PE. In sommige uitvoeringsvormen omvat het PE gerecycleerd PE. PE heeft als voordeel dat er geen giftige dampen vrij komen wanneer het brandt. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk PVB, PE, PP, en optioneel vuller. Met andere woorden kunnen PP en PE naast PVB in het hulpstuk samen worden verwerkt. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk verder polyvinylchloride (PVC). Optioneel wordt het PVC dan gebruikt in plaats van polypropeen. Zo omvat in sommige uitvoeringsvormen het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% polyvinylchloride (PVC), en tot 30 wt.% vuller. Bij voorkeur omvat het PVC gerecycleerd PVC.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk polyvinyl chloride (PVC) en PVB, waarbij het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt%, of 20.0 tot 70.0 wt%, of 20.0 tot 60.0 wt%, of 20.0 tot 50.0 wt%, of 25.0 tot 45.0 wt.%, of 30.0 tot 40.0 wt.%, of 32.5 tot 37.5 wt.%, of 35.0 wt.% PVB omvat. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt%, of 30.0 tot 80.0 wt%, of 40.0 tot 80.0 wt%, of 50.0 tot 80.0 wt.%, of 55.0 tot 75.0 wt.%, of

60.0 tot 70.0 wt.%, of 62.5 tot 67.5 wt.%, of 65.0 wt.% PVC. Optioneel omvat het hulpstuk tot 20 wt.% of tot 30 wt.% vuller.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 70.0 wt.% PVB, 30.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 60.0 wt.% PVB, 40.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 20.0 tot 50.0 wt% PVB, 50.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 25.0 tot 45.0 wt.% PVB, of 55.0 tot 75.0 wt.% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 30.0 tot 40.0 wt.% PVB, 60.0 tot 70.0 wt.% PVC, en tot 10% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk of 32.5 tot 37.5 wt.% PVB, 62.5 tot 67.5 wt.% PVC, en tot 5.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat het hulpstuk 35.0 wt.% PVB en 65.0 wt.% PVC.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het PVC gerecycleerd PVC.

In vergelijking hulpstukken die volledig uit PVC (en optioneel vuller) zijn gemaakt, hebben hulpstukken gebaseerd op een PVC-PVB mengsel het voordeel dat ze taaier zijn.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de assemblage meerdere hekken die op elkaar gestapeld zijn. In deze uitvoeringsvormen is het hulpstuk geconfigureerd om de positie van de meerdere hekken ten opzichte van elkaar constant te houden.

Bij voorkeur omvat de assemblage meerdere hulpstukken en/of strapbanden die geconfigureerd zijn om de positie van de meerdere hekken ten opzichte van elkaar constant te houden.

Bij voorkeur omvat het hulpstuk een haaks deel en een longitudinaal deel. Het haaks deel en het longitudinaal deel maken bij voorkeur een hoek van 80° tot 100°, bij voorkeur een hoek van 90° met elkaar. Het longitudinaal deel omvat bij voorkeur meerdere openingen. Deze openingen verlagen het gewicht en de hoeveelheid materiaal dat nodig is om het hulpstuk te vervaardigen, zonder dat de mechanische eigenschappen van het hulpstuk worden gecompromitteerd.

Bij voorkeur wordt het longitudinaal deel in de mazen van gestapelde hekken geschoven. Bij voorkeur zorgt het haaks deel er voor dat het longitudinaal deel niet door de stapel hekken valt.

Bij voorkeur is het haaks deel groter dan de mazen van de hekken.

Bij voorkeur wordt een strapband gebonden rond de hekken en het hulpstuk ter bevestiging van het hulpstuk aan de stapel hekken.

In sommige uitvoeringsvormen is het hek omvat in een afspanning. In deze uitvoeringsvormen is het hulpstuk bij voorkeur gekozen uit de lijst omvattend: een beugel, een omsteekdop zonder haak, een omsteekdop met haak, een langlipbeugel, en een beugel met sluiting. Deze hulpstukken kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om het hek te bevestigen aan palen.

Verder voorzien hierin is een werkwijze voor de vervaardiging van een hulpstuk zoals hierin beschreven. Bij voorkeur is het een hulpstuk voor gebruik in een assemblage zoals hierin beschreven. De werkwijze omvat de stap van het spuitgieten van een smelt ter vorming van een hulpstuk. De smelt omvat polyvinylbutyral. Daarna wordt het hulpstuk afgekoeld.

Bij voorkeur omvat het polyvinylbutyral gerecycleerd polyvinylbutyral. Bij voorkeur wordt dus gerecycleerd PVB gebruikt, bij voorbeeld gerecycleerd PVB dat afkomstig is van autoruiten, of van productie afval afkomstig van de productie van autoruiten. Zo is bijvoorbeeld gerecycleerd PVB afkomstig van uit gebruik genomen autoruiten geschikt.

Ook is PVB snijafval geschikt. Een andere geschikte bron van PVB is off spec PVB.

In sommige uitvoeringsvormen wordt geen bijkomende stabilisator toegevoegd tijdens een werkwijze voor de vervaardiging van een hulpstuk zoals hierin voorzien. Alternatief omvatten de werkwijzen voor de vervaardiging van een hulpstuk zoals hierin voorzien de stap van het toevoegen van een stabilisator aan de smelt. Een voorbeeld van een stabilisator is een UV stabilisator.

Optioneel wordt alvorens het spuitgieten de smelt gefilterd. Dit vergroot de resistentie van het spuitgietproces tegen onzuiverheden zodat gerecycleerde grondstoffen van mindere kwaliteit gebruikt kunnen worden.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt verder een blaasmiddel. Dit zorgt voor poriën in het hulpstuk en laat een gewichtsbesparing van ca. 20% van het hulpstuk toe.

Het blaasmiddel omvat bijvoorbeeld CO, en/of N, omvat. Alternatief vormt het blaasmiddel CO; en/of N, tijdens het spuitgieten.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het blaasmiddel CO, en/of N;.

In sommige uitvoeringsvormen vormt het blaasmiddel CO, en/of N; tijdens het spuitgieten.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt verder een vuller.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt verder een vuller omvat. In sommige uitvoeringsvormen omvat de vuller krijt. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 40.0 wt.% krijt, bijvoorbeeld 25.0 tot 35.0 wt.% krijt, bijvoorbeeld 30.0 wt.% krijt. Bij voorkeur omvat de smelt verder polypropeen. Bij voorkeur omvat het polypropeen gerecycleerd polypropeen. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 70.0 wt.% PVB, 30.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 60.0 wt.% PVB, 40.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. Bij voorkeur omvat de smelt 20.0 tot 50.0 wt.% PVB, 50.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 25.0 tot 45.0 wt.% PVB, 55.0 tot

75.0 wt.% PP, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 30.0 tot 40.0 wt% PVB, 60.0 tot 70.0 wt.% PP, en tot 10% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 32.5 tot 37.5 wt.% PVB, 62.5 tot 67.5 wt.% PP, en tot

5.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 35.0 wt.% PVB en 65.0 wt.% PP. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30.0 wt.% vuller. Bij voorkeur omvat het PE gerecycleerd PE. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt polyetheen (PE) en PVB, waarbij de smelt

20.0 tot 80.0 wt%, 20.0 tot 70.0 wt%, 20.0 tot 60.0 wt%, 20.0 tot 50.0 wt%, of 25.0 tot

45.0 wt.%, of 30.0 tot 40.0 wt.%, of 32.5 tot 37.5 wt.%, of 35.0 wt.% PVB omvat. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.%, 30.0 tot 80.0 wt.%, 40.0 tot 80.0 wt.%, 50.0 tot 80.0 wt.%, of 55.0 tot 75.0 wt.%, of 60.0 tot 70.0 wt.%, of 62.5 tot

67.5 wt.%, of 65.0 wt.% PE. Optioneel omvat de smelt tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 70.0 wt% PVB, 30.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 60.0 wt% PVB, 40.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 50.0 wt% PVB, 50.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 25.0 tot 45.0 wt.% PVB, of 55.0 tot 75.0 wt.% PE, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 30.0 tot 40.0 wt.% PVB, 60.0 tot 70.0 wt.% PE, en tot 10% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt of 32.5 tot 37.5 wt.% PVB, 62.5 tot 67.5 wt.% PE, en tot 5.0 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 35.0 wt.% PVB en 65.0 wt.% PE.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het PE gerecycleerd PE.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 30.0 wt.% vuller. Bij voorkeur omvat het PVC gerecycleerd PVC.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt polyvinyl chloride (PVC) en PVB, waarbij de smelt 20.0 tot 80.0 wt%, of 20.0 tot 70.0 wt%, of 20.0 tot 60.0 wt%, of 20.0 tot 50.0 wt%, of 25.0 tot 45.0 wt.%, of 30.0 tot 40.0 wt.%, of 32.5 tot 37.5 wt.%, of 35.0 wt.% PVB omvat. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt%, of 30.0 tot 80.0 wt%, of 40.0 tot 80.0 wt%, of 50.0 tot 80.0 wt.%, of 55.0 tot 75.0 wt.%, of 60.0 tot 70.0 wt.%, of 62.5 tot 67.5 wt.%, of 65.0 wt.% PVC. Optioneel omvat de smelt tot 20 wt.% of tot 30 wt.% vuller.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 70.0 wt.% PVB, 30.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 60.0 wt.% PVB, 40.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 20.0 tot 50.0 wt% PVB, 50.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 30 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 25.0 tot 45.0 wt.% PVB, of 55.0 tot 75.0 wt% PVC, en tot 20 wt.% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 30.0 tot 40.0 wt.% PVB, 60.0 tot 70.0 wt.% PVC, en tot 10% vuller. In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt of 32.5 tot 37.5 wt.% PVB,

62.5 tot 67.5 wt.% PVC, en tot 5.0 wt.% vuller.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de smelt 35.0 wt.% PVB en 65.0 wt.% PVC.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het PVC gerecycleerd PVC.

Verder voorzien hierin is een werkwijze voor het vervaardigen van een pakket dat meerdere hekken omvat.

De werkwijze omvat het stapelen van meerdere hekken, bij voorbeeld op een pallet.

De hekken worden zo gestapeld dat hun mazen dezelfde laterale positie hebben, zoals bijvoorbeeld getoond in de stapels van figuur 2. De uitdrukking “laterale positie” zoals hierin gebruikt verwijst naar de positie in het vlak van een hek.

Doordat de mazen van de hekken dezelfde laterale positie hebben, vormen de mazen van naast elkaar liggende hekken openingen.

In minstens één van deze openingen wordt dan een hulpstuk geschoven zodat de hekken in de stapel niet, of ten minsten minder gemakkelijk, ten opzichte van elkaar kunnen schuiven.

In sommige uitvoeringsvormen wordt meer dan één hulpstuk in de openingen geschoven.

Hierbij dient te worden verstaan dat verschillende hulpstukken in verschillende openingen van de stapel worden geschoven.

Het hulpstuk is een hulpstuk zoals hierin beschreven en omvat PVB.

Bij voorkeur worden de hulpstukken verbonden aan de stapel met hekken door middel! van strapband.

VOORBEELDEN De onderhavige uitvinding wordt verder geïllustreerd door middel van onderstaande niet limitatieve voorbeelden. Voorbeeld 1 In een eerste voorbeeld wordt de samenstelling van een hulpstuk beschreven. De samenstelling van het onderhavige hulpstuk omvat in het bijzonder 20.0 tot 80.0 wt.% gerecycleerd PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% gerecycleerd PP, en tot 30.0 wt.% vuller. De vuller omvat krijt.

Dit hulpstuk kan een hulpstuk voor een hekkenstapeling of voor een afspanning zijn. Voorbeeld 2 Bij wijze van verder voorbeeld wordt verwezen naar een werkwijze voor het vervaardigen van een hulpstuk zoals hierin voorzien. Dit hulpstuk kan een hulpstuk voor een hekkenstapeling of voor een pakket van hekken zijn. De werkwijze omvat het aanleveren van kunststof die polyvinylbutyral, polypropeen, blaasmiddel, en krijt omvat. De kunststof wordt gesmolten ter vorming van een smelt. De smelt omvat 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30.0 wt.% krijt. Als alternatief voor krijt kan bijvoorbeeld calcium carbonaat, kaolien, magnesium hydroxide, glas, wollastoniet, of titaandioxide worden gebruikt. Het PVB omvat gerecycleerd PVB en het PP omvat gerecycleerd PP. Vervolgens wordt een hulpstuk gevormd door middel van spuitgieten, waarna het hulpstuk wordt afgekoeld. Voorbeeld 3 Als verder voorbeeld bespreken we een hulpstuk dat gebaseerd is op PVB en PE in plaats van PVB en PP. In het bijzonder het hulpstuk polyvinylbutyral (PVB), polyetheen (PE), en optioneel vuller, meer in het bijzonder 20.0 tot 80.0 wt.% gerecycleerd PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% gerecycleerd PE, en tot 30.0 wt.% vuller. De vuller omvat krijt. Als alternatief voor krijt kan bijvoorbeeld calcium carbonaat, kaolien, magnesium hydroxide, glas, wollastoniet, of titaandioxide worden gebruikt.

Volgens dit voorbeeld is de werkwijze voor het vervaardigen van een hulpstuk nagenoeg identiek aan de werkwijze beschreven in voorbeeld 2, met het verschil dat de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30.0 wt.% krijt omvat. Voorbeeld 4 Als verder voorbeeld bespreken we een hulpstuk dat gebaseerd is op PVB en PVC in plaats van PVB en PP. In het bijzonder omvatten volgens dit voorbeeld de hulpstukken polyvinylbutyral (PVB), polyvinylchloride (PVC), en optioneel vuller, in het bijzonder 20.0 tot 80.0 wt.% gerecycleerd PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% gerecycleerd PVC, en tot 30.0 wt.% vuller. De vuller omvat krijt. Als alternatief voor krijt kan bijvoorbeeld calcium carbonaat, kaolien, magnesium hydroxide, glas, wollastoniet, of titaandioxide worden gebruikt. Volgens dit voorbeeld is de werkwijze voor het vervaardigen van een hulpstuk identiek aan de werkwijze beschreven in voorbeeld 2, met het verschil dat de smelt 20.0 tot 50.0 wt.% PVB, 50.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 30.0 wt.% krijt omvat.

Voorbeeld 5 Bij wijze van verder voorbeeld wordt verwezen naar figuren 1 en 2.

Figuur 1 toont een hulpstuk (100) voor een stapel hekken. Dit hulpstuk (100) heeft een samenstelling zoals hierin beschreven. Het hulpstuk (100) omvat een haaks deel (110) en een longitudinaal deel (120). Het haaks deel (110) en het longitudinaal deel (120) maken een hoek van 90° met elkaar. Het longitudinaal deel (120) omvat meerdere openingen. Deze openingen verlagen het gewicht en de hoeveelheid materiaal dat nodig is om het hulpstuk (100) te vervaardigen, zonder dat de mechanische eigenschappen van het hulpstuk (100) worden gecompromitteerd.

Figuur 2 toont hoe het longitudinaal deel (120) in de mazen van gestapelde hekken (1) wordt geschoven, en hoe het haaks deel (110) er voor zorgt dat het longitudinaal deel (120) niet door de stapel hekken (1) valt. Een strapband (10) is rond de hekken (1) en het hulpstuk (100) gebonden ter bevestiging van het hulpstuk (100) aan de stapel hekken (1). Aldus wordt de relatieve positie van de hekken ten opzichte van elkaar constant gehouden met behulp van het hulpstuk (100).

Voorbeeld 6 Bij wijze van verder voorbeeld wordt verwezen naar figuur 3.

Figuur 3 toont verschillende hulpstukken (200) voor hekwerk tijdens normaal gebruik. In het bijzonder toont paneel a) een beugelset, toont paneel b) een omsteekdop met haak, toont paneel c) een langlipbeugel, toont paneel d) een beugel, toont paneel e) een andere omsteekdop, en toont paneel f) nog een andere variant van een omsteekdop. De hulpstukken die in figuur 3 worden getoond zijn montage hulpstukken en kunnen worden gebruikt om een metalen hek te bevestigen aan palen. Het gebruik van PVB in deze hulpstukken maakt ze rubberachtiger, en dus minder bros door veroudering of koude. Deze hulpstukken (200) hebben een samenstelling zoals hierin beschreven.

Claims

CONCLUSIES

1. Assemblage van een hek (1) en een hulpstuk (100,200), waarbij het hulpstuk (100,200) mechanisch verbindbaar is met het hek (1), en waarbij het hulpstuk (100,200) polyvinylbutyral (PVB) omvat.

2. De assemblage volgens conclusie 1 waarbij het hulpstuk (100,200) verder polypropeen (PP) omvat.

3. De assemblage volgens conclusie 1 of 2 waarbij het hulpstuk (100,200) bestaat uit polyvinylbutyral, polypropeen, en vuller.

4. De assemblage volgens conclusie 3 waarbij de vuller krijt omvat.

5. De assemblage volgens eender welke der conclusies 1 tot 4 waarbij het hulpstuk (100,200) 20.0 tot 40.0 wt.% krijt omvat.

6. De assemblage volgens eender welke der conclusies 1 tot 4 waarbij het hulpstuk (100,200) 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30 wt.% vuller omvat.

7. De assemblage volgens conclusie 1 waarbij het hulpstuk (100,200) 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% polyetheen (PE), en tot 30 wt.% vuller omvat, en waarbij het PE bij voorkeur gerecycleerd PE omvat.

8. De assemblage volgens conclusie 1 waarbij het hulpstuk (100,200) 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% polyvinylchloride (PVC), en tot 30 wt.% vuller omvat, en waarbij het PVC bij voorkeur gerecycleerd PVC omvat.

9. De assemblage volgens eender welke der conclusies 1 tot 8 waarbij het polyvinylbutyral gerecycleerd polyvinylbutyral omvat.

10. De assemblage volgens eender welke der conclusies 2 tot 6 of 9 waarbij het polypropeen gerecycleerd polypropeen omvat.

11. De assemblage volgens eender welke der conclusies 1 tot 10 waarbij het hek (1) staal en/of aluminium omvat.

12. De assemblage volgens eender welke der conclusies 1 tot 11 waarbij de assemblage meerdere hekken (1) omvat die op elkaar gestapeld zijn, en waarbij het hulpstuk (100) geconfigureerd is om de positie van de meerdere hekken (1) ten opzichte van elkaar constant te houden.

13. De assemblage volgens conclusie 12 waarbij de assemblage verder een strapband (10) omvat die samen met het hulpstuk (100) geconfigureerd is om de positie van de meerdere hekken (1) ten opzichte van elkaar constant te houden.

14. De assemblage volgens conclusie 12 of 13 omvattende meerdere hulpstukken (100) en/of strapbanden (10) die geconfigureerd zijn om de positie van de meerdere hekken (1) ten opzichte van elkaar constant te houden.

15. De assemblage volgens conclusie 13 of 14 waarbij minstens één strapband (10) rond een hulpstuk (100) en de meerdere hekken (1) is gewonden.

16. De assemblage volgens eender welke der conclusies 12 tot 15 waarbij het hulpstuk (100) een haaks deel (110) en een longitudinaal deel (120) omvat.

17. De assemblage volgens conclusie 16 waarbij het haaks deel (110) en het longitudinaal deel (120) een hoek van 80° tot 100°, bij voorkeur van 90° maken met elkaar.

18. De assemblage volgens conclusie 16 of 17 waarbij het longitudinaal deel (120) meerdere openingen (121) omvat.

19. De assemblage volgens eender welke der conclusies 16 tot 18 waarbij het longitudinaal deel (120) in de mazen van gestapelde hekken is geschoven.

20. De assemblage volgens eender welke der conclusies 1 tot 11 waarbij het hek omvat is in een afspanning.

21. De assemblage volgens conclusie 20 waarbij het hulpstuk (200) gekozen is uit de lijst omvattend: een beugel, een omsteekdop zonder haak, een omsteekdop met haak, een langlipbeugel, en een beugel met sluiting.

22. Een werkwijze voor de vervaardiging van een hulpstuk (100,200) voor gebruik in een assemblage volgens eender welke der conclusies 1 tot 21, de werkwijze omvattend de volgende stappen: - het spuitgieten van een smelt ter vorming van het hulpstuk, waarbij de smelt polyvinylbutyral omvat; - het hulpstuk afkoelen.

23. De werkwijze volgens conclusie 22 waarbij de smelt verder polypropeen omvat.

24. De werkwijze volgens conclusie 22 of 23 waarbij de smelt verder een blaasmiddel omvat.

25. De werkwijze volgens conclusie 24 waarbij het blaasmiddel CO, en/of N, omvat, of waarbij het blaasmiddel CO; en/of N, vormt tijdens het spuitgieten.

26. De werkwijze volgens eender welke der conclusies 22 tot 25 waarbij de smelt verder een vuller omvat.

27. De werkwijze volgens conclusie 26 waarbij de vuller krijt omvat.

28. De werkwijze volgens conclusie 27 waarbij de smelt 20.0 tot 40.0 wt.% krijt omvat.

29. De werkwijze volgens eender welke der conclusies 22 tot 28 waarbij de smelt 20.0 tot

80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PP, en tot 30.0 wt.% vuller omvat.

30. De werkwijze volgens eender welke der conclusies 22 tot 29 waarbij het polyvinylbutyral gerecycleerd polyvinylbutyral omvat.

31. De werkwijze volgens eender welke der conclusies 22 tot 30 waarbij het polypropeen gerecycleerd polypropeen omvat.

32. De werkwijze volgens eender welke der conclusies 22, 24 tot 28, of 30, waarbij de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PE, en tot 30.0 wt.% vuller omvat.

33. De werkwijze volgens conclusie 32 waarbij het PE gerecycleerd PE omvat.

34. De werkwijze volgens eender welke der conclusies 22, 24 tot 28, of 30, waarbij de smelt 20.0 tot 80.0 wt.% PVB, 20.0 tot 80.0 wt.% PVC, en tot 30.0 wt.% vuller omvat.

35. De werkwijze volgens conclusie 34 waarbij het PVC gerecycleerd PVC omvat.