BE1027271A1 - Systeem van oprolbare schermen - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een systeem van oprolbare schermen, minstens omvattende een draagstructuur, een hoofdscherm en een randscherm, welke schermen oprolbaar zijn over een eerste en een tweede rollichaam. In het bijzonder zijn eindranddelen van het hoofdscherm en randscherm op starre wijze met elkaar verbonden. Daarbij is het tweede rollichaam nog voorzien van een veermechanisme, welk veermechanisme is voorgespannen om het randscherm op te rollen. In bijkomende aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een kit voor het samenstellen van een systeem van oprolbare schermen, en op werkwijzen voor het monteren, ontrollen, oprollen en demonteren van dergelijke systemen.

Description

SYSTEEM VAN OPROLBARE SCHERMEN

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op oprolbare schermen, en oprolbare projectieschermen in het bijzonder.

STAND DER TECHNIEK 19 Onder andere is het principe van oprolbare schermen gekend bij rolgordijnen. Zo toont JP 2016 125 260 twee oprolbare gordijnen. Daartussen is er een derde, bandvormige fap voorzien. Ook een mogelijke onderbreking tussen de gordijnen wordt dus afgedekt. Verder loont JP 2005 068 829 lwee oprolbare schermen, bv. voor het afschermen van glazen schulideuren. De schermen zeli zijn eveneens verschuilbaar in de breedierichting, via rails. Daarbij kunnen de schermen in min of meerdere male overlappen. US 2 139 580 loont nog een schikking van drie rolgordijnen aan draagstructuur die telescopisch uitschuifbaar is. De Totale breedte van het stel overlappende rolgordijnen kan worden ingesteld, afhankelijk van de breedte van de raamopening. Tot slot toont US 7 183 044 nog een rolgordijn dat langs een gebogen en/of gesegmenteerde slang wordt geleid. Daarbij neemt het rolgordijn diezelide gebogen en/of gesegmenteerde vorm aan. Ook zijn oprolbare schermen gekend in het meer gespecialiseerde domein van de licht- en evenemententechniek. Typisch worden oprolbare schermen voorzien aan een rollichaam {bv. een vezelverslerkle kunslstofbuis). De uiteinden van het rollichaam zillen roteerbaar gelagerd aan een draagstructuur. Op grole evenementen zijn schermen (bv. voor projectie) met een hoogte toi 15 m, en met een globale breedte tot 60, 80 of zeifs 100 m geen uilzondering. Daarvoor gebruikte rollichamen hebben inherente beperkingen qua lengte (bv. maximaal 18 m), omwille van hun buigsterkle/buigstijfheid en lineaire massa. “Brede” schermen worden daarom quasi altijd samengesteld uit meerdere, verticale schermstroken van onderling naburige hoofdschermen. Eike schermstrook is oprolbaar voorzien aan een eigen rollichaam, waarvan beide uiteinden d.m.v. lagers worden gedragen in de draagstructuur.

Met oog op een efficiënt transport en eenvoudige montage/demontage, is het bijzonder voordelig om zo'n schermen modulair samen le stellen, uit meerdere “rolmodules”. Eike roimodule omvat een eigen rollichaam dal in eigen draagframe zit gelagerd, en waaraan een eigen schermstrook is voorzien. De draagframes van de roimodules (bv. met een slandaardiengte van 3, 6 of 9 m) kunnen in elkaars verlengde worden gekoppeld. Zij vormen dan een samenhangende draagstructuur mel meerdere rollichamen en schermstroken. In een dergelijk ontwerp zijn de uiteinden van de rollichamen d.m.v. lagers gesteund in de rolmodules. Met rolmodules die in elkaars verlengde zijn voorzien, zal het scherm daardoor steeds onderbroken zijn ter hoogte van zon lagering. Doorgaans gaat het om een onderbreking van ongeveer 15 cm, lussen iwes naburige schermsiroken. Onder andere hiervoor tracht de huidige uitvinding een oplossing te vinden. Een aanlal belangrijke eigenschappen van oprolbare schermen zijn de snelheid en precisie waarmee zij kunnen worden aangestuurd en gepositioneerd, de senvoud van ontwerp, de mogelijkheid tot efficiënt transport en een zo efficiënt/veilig mogelijke montage/demontage. De huidige uitvinding neeft tot doel om een verbelerd oprolbaar scherm / systeem van oprolbare schermen te bieden. Daarbij wordt getracht om één of meerdere van bovengencemde problemen te verhelpen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Daarioe voorziet de uitvinding een systeem van oprolbare schermen. Het sysieem omvat minstens een draagstructuur, een hoofdscherm en een randscherm, waarbij het hoofdscherm en het randscherm oprolbaar aan de draagstructuur zijn voorzien, respectievelijk omheen een eerste en een tweede rollichaam. De rollichamen zitten roieerbaar gelagerd op de draagstructuur. Verder is het sysisem ervoor aangepast om een ontrold deel van het randscherm vrij te geven, tegen en/of langsheen een zijdelings randdeel van het hoofdscherm. In het bijzonder is een eindranddeel van het randscherm bovendien op een starre wijze verbonden met een eindranddeel van het hoofdscherm, waarbij het tweede rollichaam verder is voorzien van een veermechanisme, dat is voorgespannen om het randscherm op te rollen.

Als voordeel kan de globale schermbreedie eenvoudig worden uitgebreid, door middel! van een randscherm en sen hoofdscherm. Bij voorkeur is er een schijnbaar naadloze aansiuiling lussen de schermen. Optioneel is er daartoe een gedeeltelijke overlap en/of losmaakbare aanhechting van (onlrolde delen van) de schermen. Kleinere randschermen + hoofdschermen vallen bovendien makkelijker te transporteren, monteren en demonteren.

Een belangrijk voordeel is nog dat het randscherm gespannen wordt gehouden door het veermechanisme. Bovendien zorgen de starre verbinding en het veermechanisme ervoor dal het randscherm automatisch de bewegingen {bv. oprollen en ontrollen} van het hoofdscherm volgt. Het randscherm volgi m.a.w. passief de aansiuurbaarheid van het hoofdscherm. Dit draagt bij tot de eenvoud van hel systeem en zijn aansturing.

Bij voorkeur is het systeem geschikt voor toepassing als scherm in de licht- en evenemententechniek (bv. als groot projectiescherm). Dit is echter niet noodzakelijk het geval. In verwijzing naar hel bovenstaande zijn overlappende rangschikkingen van rolschermen reeds gekend bij rolgordijnen. Echter zijn deze niel ontworpen voor hun mechanische stevigheid, (snelheid & precisie van) automatische aansturing, transporigemak en gemak van montage/demontage. in verdere aspecten betreft de uilvinding nog een kit voor het samensielien van een systeem van oproibare schermen, en werkwijzen voor het monteren, ontrollen, oprollen en demonteren van oprolbare schermen.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuren 1A-C tonen, op schematische wijze, een systeem van oprolbare schermen volgens een mogelijke uilvoeringsvorm. Respectievelijk een perspectivistisch aanzicht, een vooraanzicht en verticale dwarsdoorsnede worden getoond. Figuren 2A-B lonen een explosielekening (van bovenal), en een perspeclieflekening {van onderaf} van een sysleem volgens nog een mogelijke uilvoeringsvorm.

Figuur 20 toont een verticale dwarsdoorsnede volgens Fig. 2A-B. Figuur 3A toont een perspectieftekening van een sysleem volgens nog een mogelijke uilvoeringsvorm.

Figuur 3B loont een verder aanzicht op de lussenmodule/randmodule in het sysleem van Fig. 3A.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft een sysieem van oprolbare schermen, een kit voor het samenstellen van sen dergelijk systeem, en werkwijzen voor het monteren, ontroilen, oprollen en demonteren van oprolbare schermen. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden In de beschrijving van de uitvinding, ook technische en welenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in hel technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd, “Een”, ”de” en “hel” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “sen segment” betekent een of meer dan een segment. Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meelbare grootheid, een parameter, een lijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelis nog meer bij voorkeur +/-0.1% ol minder dan en van de gecileerde waarde, voor zoverre zulke varialies van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de groolheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt. De lermen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uil”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve ol open lermen die de aanwezigheid van wal volg! aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of bsleilen van andere componenten, kenmerken, slementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek. Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële gelalien tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

in een eerste aspect betreft de uitvinding een systeem van oprolbare schermen, minstens omvallende een draagstructuur, een hoofdscherm en een randscherm, waarbij het hoofdscherm en het randscherm oprolbaar aan de draagstructuur zijn voorzien, respectievelijk omheen een eerste en sen tweede rollichaam, welke rollichamen roteerbaar op de draagsiructuur zillen gelagerd, en waarbij het systeem ervoor is aangepast om een ontrold deel van het randscherm vrij te geven, tegen en/of langsheen een zijdelings randdeel van hel hoofdscherm.

In het bijzonder is een 5 eindranddeel van hel randscherm op een slarre wijze verbonden met een eindranddeel van het hooldscherm, waarbij het tweede rollichaam verder is voorzien van een veermechanisme, voorgespannen om het randscherm op te rollen.

Gezien het randscherm bij het ontrollen nabij het hoofdscherm wordt vrijgegeven, laat een dergelijk systeem ioe om de het hoofdscherm uit te breiden, De globale schermbreedie wordt dus vergrool.

Anderzijds is hel mogelijk om eenzelide schermbreedie te realiseren d.m.v. iwee kleinere schermen (nl. een randscherm + een hoofdscherm). Kleinere schermen kunnen eenvoudiger worden getransporteerd en ler plaatse worden gemonteerd.

Bij voorkeur sluiten ontroide delen van de schermen schijnbaar naadloos op elkaar aan.

Oplioneel is er daartoe een gedeslielijke overlap en/of losmaakbare aanhechting van deze delen.

Verder is de uitvinding in eerste instantie niel beperkt tot schermen voor een welbepaald doel (bv. verduisteren, projecteren, isoleren, afsiuiten voor brand of rook, …J of tot schermen van een bepaald type (bv. kunststol gegoten scherm, geweven/gebreid doek, …}. Wel zijn het hoofdscherm en het randscherm bij voorkeur voldoende flexibel, waardoor zij kunnen worden opgerold.

In een mogelijks uilvoeringsvorm is het sysieem geschikt voor gebruik in de lichi- en evenemententechniek, bijvoorbeeld als projectiescherm.

Optioneel hesft het hoofdscherm een relatisi grote breedte (bv. 3 m of meer). De eindranddelen — of, in hel geval van verticale schermen die worden opgeheven en neergelalen: de onderranddelen — van het randscherm en hoofdscherm zijn onderling verbonden.

Optioneel zijn zij elk gekoppeld met een gemsenschappelijke dwarslat, of sluiten zij elk aan op eigen dwarslatten dis onderling zijn gekoppeld; de gekoppelde dwarsiaiten vormen dan eveneens een “gemeenschappelijke” dwarslat.

De eindranddelen zijn “op starre wijze” verbonden, in die zin dat de dwarslatsiructuur star is, in vergelijking met het schermmateriaai van de schermviakken zelf.

Als resuliaal zal, bij het neerlaten van het hoofdscherm (via het eerste rollichaam), het randscherm automatisch mee neerwaarts worden getrokken, vanai de starre eindrand van de schermen.

Optioneel omvalt de starre eindrand één of meerdere, metalen (bv. aluminium) kokers of siaven.

Optionsel zijn de eindranddelen verzwaard.

Een veermechanisme {zie hieronder) houdt hel randscherm daarbij gespannen.

Het veermechanisme, dal aan het tweede rollichaam is voorzien, is namelijk voorgespannen om het randscherm op te rollen, Geschikte veermechanismen zijn gekend door de vakman: bv. voor automatische inname van afgerolde verlengsnoeren, voor ondersleuning van de beweging van seclionaalpoorien en dergelijke. Als resultaal zal, bij het omhoog heffen van hel hoofdscherm (via het eerste rollichaam}, ook helt randscherm opwaarts worden getrokken en over het iweede rollichaam worden gerold, t.g.v. dat veerkrachimoment.

Bij voorkeur is het veerkrachtmoment ontoereikend om het volledige, starre onderranddeel (dus van zowel randscherm als hoofdscherm} omhoog te lichten, Bij verdere voorkeur is net veerkrachimoment ontoereikend om het volledige, starre onderranddeel scheef te tillen. Optioneel is net onderranddeel daarioe nabij het randscherm verzwaard. In elk geval zal het randscherm slechts de beweging van het hoofdscherm volgen, Pas wanneer het hoofdscherm wordt opgerold, zal het randscherm eveneens gaan oprollen (via het veermechanisme). Optioneel is het eerste rollichaam eveneens voorzien van zon veermechanisme {bv. ter ondersteuning van het oprollen). Echter is dit niel noodzakelijk het geval.

Voor een zeer snelle aansturing van het hooldscherm (bv. tot ongeveer 2 m/s), is het van belang dal het lweede rollichaam voldoende snel kan reageren. Hel is dus van belang dat het veerkrachtmoment voldoende groot is, en/of dat het traagheidsmoment, geassocieerd met het tweede rollichaam voldoende klein is. Verder moet het veermechanisme een voldoend aantal omwentelingen ondersteunen, zodat het volledige randscherm kan worden opgerold en ontrold. Bij voorkeur is het systeem aangepast voor het oprollen aan een maximum snelheid die groter is dan 0,2 m/s, bij voorkeur groter dan 0,5 m/s, bij verdere voorkeur groter dan 0,8 m/s. Dit is echier niet noodzakelijk het geval.

Afhankelijk van de configuratie, roteren hel eersle en iwsede rollichaam bij het afrollen in een onderling tegengestelde zin, dan wel in onderling dezelfde zin, Hetzelfde geldt mutatis mutandis bij het oprollen.

Uiteraard kan het systeem éen of meerdere hoofdschermen, en één of meerdere randschermen omvatten. Eventuele verdere onderdelen zijn op zich gekend voor rolschermen. Bijvoorbeeld, voor gebruik binnen de lichi- en evenemententechniek, omval het systeem optioneel nog éên of meerdere motoren (bv. één motor, of één motor per hoofdscherm}, sensoren (bv. encoders voor registralie van de draaipositie van een rollichaam) en/of een elektronisch aanstuursysteem (bv. met communicatie o.b.v. DMX). De uilvinding is nierioe geenszins gelimiteerd. Bij voorkeur is hel eerste rollichaam gekoppeld met een aandrijfmiddel (bv. een motor), voor het oprollen en ontrolien van het hoofdscherm.

in een verdere of alternatieve uilvoeringsvorm is hel sysleem nog voorzien van geleidingsmiddelen om het randscherm vanaf het tweede rollichaam, tot tegen en/o! langsheen het zijdelings randdeel van het hoofdscherm te gslelden. Dil laal meer mogelijkheden toe qua oniwerp. Bijvoorbeeld kan het eerste roilichaam stevig worden gevat in de draagstructuur (ov. binnen een neerwaarts open truss, zie de Fig. 2A-C en 3A-B}), Het randscherm kan dan nog sieeds van boven de draagsiruciuur, neerwaarts omheen de draagstructuur, en toi liegen het hoofdscherm worden geleid. De geleidingsmiddelen kunnen één of meerdere geleidingsrolien en/of geleidingsplaten omvatten. Optioneel omvallen de geleidingsmiddelen minstens één gebogen plaat (zie bv. Fig. 3A-B). in een verdere of alternatieve uitvosringsvorm bedraagt de breedte van het randscherm maximaal 50% van de breedte van het hoofdscherm, bij voorkeur maximaal 45%, bij verdere voorkeur maximaal 40%, maximaal 35%, maximaal 30%, maximaal 25%, maximaal 20%, maximaal 15%, maximaal 10% of maximaal 5%. Optioneel omvat het randscherm een lichter (bv. dunner) schermmaleriaal dan het hoofdscherm. Een smal en/of licht randscherm kan met een gering veerkrachimoment worden opgespannen en opgerold. Tegelijk zal een gering veerkrachimoment de dwarslat/onderlal niet scheef tien. Anderzijds zal het randscherm wel de beweging van het hoofdscherm volgen. Optioneel omvat het randscherm een stijver schermmateriaal dan het hoofdscherm. Bij voorkeur is het randscherm daarbij voorgevormd, namelijk ervoor aangepast om inherent een vlakke of gebogen vorm te ondersieunen. Het neergelalen deel van het randscherm zal daardoor zijn voorschreven vorm lussen/langs de hoofdschermen beler behouden. Voordelen m.b.t. een gebogen randscherm worden verder beschreven bij Fig. 3A-B. Vergelijkbare voordelen zijn van toepassing op vlakks randschermen, in vlakke configuraties. 1.h.b. wordt een kreukvrije vormgeving bewerkstelligd. in een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is/wordt een onirold deel van het randscherm losmaakbaar aangehecht aan een ontrold deel van het hoofdscherm. Bijvoorbeeld gaal het om (kunststof) schermen die elektrostalisch worden opgeladen en aan elkaar hechten. Schermen die PVC omvatten (bv. PVC gegoten schermen) zijn hiertoe in staat. Optioneel wordt het scherm daartoe opgewreven, bv. met wol. Andere kleefmechanismen zijn mechanisch (bv. een rits of klittenband}, chemisch (bv. Him).

fysisch (bv. via magnetisatie). De uitvinding is tot geen van deze gelimiteerd. Onderling aangehechte schermen zuilen beler aansluiten tot een schijnbaar naadloos, globaal scherm. Bij voorkeur gaal het om ontrolde, zijdelingse randdelen (bv, zijranden die kops tegen elkaar aanliggen en/of overlappende zijstroken).

in een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat hei systeem naast voorgenoemd hoofdscherm {met eerste rollichaam) en randscherm (mel Iweede rollichaam) nog een verder hoofdscherm en nog een verder “eerste” rollichaam. Een ontrold deel van het randscherm is tussen de hoofdschermen voorzien. Als voordeel kan het randscherm worden ingezet voor het afschermen van onderbrekingen tussen de hoofdschermen. Met een dergelijk ontwerp, is het mogelijk om een groot en oprolbaar, globaal scherm samen te stellen dat eenvoudig kan worden gemonteerd en gedemonteerd. Bij voorkeur zijn de eerste rolmodules in eenzelfde, horizontaal vlak voorzien.

Optioneel is het eindranddeel van het randscherm verbonden met beide eindranddelen van de twee naburige hooidschermen. Dit is bv. mogelijk bij een rigoureus synchrone aansturing van de hoofdschermen. Een alternatief is dat het eindranddesl van het randscherm slechts met één naburig hoofdscherm is verbonden, en losstaat van het andere. Zelfs bij niet-synchrone aansturing zullen de verschillende schermslroken correct oprollen en ontrollen.

Bij voorkeur zijn de eerste rollichamen in elkaars verlengde voorzien, of is er alihans een onderlinge aansluiting aan de uiteinden. De eerste rollichamen zijn gevat in één langgerekte/uitgeliinde draagstructuur. I.h.b. nemen zij weinig plaals in volgens de diepierichting. Dit is belangrijk in de licht- en evenemententechniek, waarbij vaak meerdere effecten worden voorzien, met een beperkie beschikbare plaats. Lange rollichamen worden bij voorkeur gesteund vanaf belde roleinden. Zij zilien daar roleerbaar gelagerd aan de draagstructuur. T.g.v. de lagering zal daarbij een onderbreking tussen de hoofdschermen optreden (bv. ongeveer 10-20 cm). De uitvinding laai toe om zulke onderbrekingen op doelirsifende en eenvoudige wijze af te schermen, met gebruik van randschermen.

Bij voorkeur wordt het ontrold deel van het randscherm op vergelijkbare wijze (aan weerszijden) vrijgegeven iegen zijdelingse randdelen van zowel het eerste hoofdscherm als hel verder hoofdscherm. in een verdere of alternatieve uilvoeringsvorm strekken de genoemde, eerste rollichamen zich onder een hoek uit. Het is nu mogelijk om een hoekig en/of gebogen randscherm te voorzien, aan zo'n onderbreking tussen de hoofdschermen. Zie bv. Fig.

3A-B.

Dit laat bijvoorbeeld tos om een gesegmenteerd rolscherm ie vormen, met hoekige en/ol gebogen overgangen lussen de hoofdschermen.

Oplionsel worden randschermen daartoe langs een gebogen gsleidingsplaat of langs een gebogen rand (zie bv.

Fig. 3B) geleid, in de licht- en evenemententechniek wordt ook onophoudelijk gezocht naar nieuwe configuraties met verrassende effecten.

Het is een extra troel dat met de nuidige uitvinding een gesegmenteerd rolscherm kan worden gerealiseerd.

In een iweede aspect betrell de uilvinding een kit voor hel samenstellen van een systeem van oprolbare schermen, de kit omvallende:

- Mminstens één hoofdmodule met een hoofdscherm en een hoofdframe, waarbij het hoofdscherm oproibaar aan het hoofdframe is voorzien, omheen een eerste rollichaam dat roieerbaar aan het hoofdframe zit gelagerd, en

- minstens één randmodule met een randscherm en een randirame, waarbij het randscherm oprolbaar aan het randframe is voorzien, omheen een twesde rollichaam dat roteerbaar aan het randframe zit gelagerd,

waarbij de hoofdirames en randframes onderling koppelbaar zijn tol sen samenhangende draagstructuur, optioneel met gebruik van verdere bevesligingsmiddelen.

In het bijzonder omvat de kil verder nog een starre dwarsverbinding, ervoor aangepast om onderranddelen van de hoofdmodule en randmodule on starre wijze te verbinden, waarbij het tweede rollichaam verder nog voorzien is van een veermechanisme, voorgespannen om hel randscherm op te rollen.

Bij voorkeur laat de starre dwarsverbinding — bv. één (of meerdere, koppelbare dwarsiat{ten} — toe om de eindranddelen op starre wijze te verbinden.

Optioneel worden de hoofdmodules gevormd in slandaardlengtes (bv. 3m, 6 m en 9 m). Bij voorkeur is de kit aangepast voor het samenstellen van sen systeem zoals hierboven beschreven. in een derde aspect voorziet de uitvinding een werkwijze voor het monteren of demonteren van een systeem van oprolbare schermen, met gebruik van de hierboven beschreven kit.

Diezelfde kenmerken en voordelen kunnen dus worden hernomen.

In het bijzonder omvat de werkwijze het koppelen of onikoppelen van de hoofdirames en randframes lol een samenhangende draagstructuur. in een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het ontrolien van een systeem van oprolbare schermen, welk systeem minsiens een hoofdscherm en een randscherm omvat, en welke schermen omheen een afzonderlijk, eerste en iweede rollichaam zijn opgerold, de werkwijze omvallende hel neerlaten van een onderranddeel van hei hoofdscherm door het in rotalie brengen van het eerste rollichaam. in het bijzonder is het onderranddeel van het hoofdscherm op starre wijze verbonden mel een onderranddesei van het randscherm, waardoor laatsigencemd onderranddeel eveneens neerwaarts wordt getrokken, en waarbij hel randscherm van het tweede rollichaam wordt afgerold, iegen een iorsieveerkracht die werkzaam is op het iweede rollichaam in. Bij voorkeur is de werkwijze geschik! voor het ontrolien van het hierboven beschreven systeem. Diezelfde kenmerken en voordelen kunnen worden herhaald. In sen vijfde aspect belreft de uilvinding een werkwijze voor hei oprollen van een systeem van oprolbare schermen, welk systeem minstens een hoofdscherm en een randscherm omvat, en waarbij de schermen omheen een aizonderlijk, eerste en tweede rollichaam worden opgerold, de werkwijze omvallende het optrekken van een onderranddeel van het hoofdscherm door het in rotatie brengen van het eerste rollichaam. In het bijzonder is het onderranddeel van het noofdscherm op starre wijze verbonden met een onderranddeel van het randscherm, waardoor laalstgenoemd onderranddeel eveneens opwaarts wordt getrokken, en waarbij het randscherm over het tweede rollichaam wordt opgerold, onder een torsieveerkrachi die werkzaam is op het tweede rollichaam. Bij voorkeur is de werkwijze geschikt voor het oprolien van het hierboven beschreven sysleem. Diezelide kenmerken en voordelen kunnen worden herhaald.

in wat volgt wordt de uilvinding beschreven a.dıh.v. niel-limiterende voorbeelden die de uitvinding Hustreren, en die niel bedoeld zijn of geïnterpreieerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te imiteren.

Figuren 1A-C tonen, op schematische wijze, sen systeem 1 van oprolbare schermen volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Respectievelijk een perspectivistisch aanzicht (Fig. 1A), een vooraanzicht (Fig. 1B) en verticale dwarsdoorsnede (Fig. 10) worden geloond. Het systeem 1 omval een draagstructuur 2. Een eerste rollichaam 3 en een tweede rollichaam 4 zitten roteerbaar op de draagstructuur 2 gelagerd. Aan het eerste rollichaam 3 is een hoofdscherm 5 voorzien, op sen oprolbare wijze. D.w.z., rotatie van het rollichaam 3 leidt toi het onirollen/oprollen van het hoofdscherm 5, al naargelang de rotatiezin. Daarbij kan het hoofdscherm 5 worden neergelaten en omhoog geheven. Verder is er nog een randscherm 6 voorzien. Het randscherm 6 is oprolbaar omheen het tweede rollichaam 4, op een vergelijkbare wijze. |.h.b. kan hel randscherm tegen en/of langsheen een zijdelings randdeel 7 van het hoofdscherm 5 worden neergelaien. Zie Fig. 1B in het bijzonder. Optioneel beslaat daarbij een gedeeltelijke overlap van het randscherm 6, langsheen het hoofdscherm 5 (zie Fig. 1A-B}. Echter is dat niet noodzakelijk het geval. Als alternatiei liggen de betrokken zijranden kops tegen elkaar aan, Verder zijn de eindranddelen 8, 8 van het hoofdscherm 5 en het randscherm 6 op starre wijze met elkaar verbonden, d.m.v. een gemeenschappelijke dwarsverbinding 10 (bv. een dwarslasi 10’). De dwarslast 10’ is centraal voorzien van een handgreep 11. Tot slot is het tweede rollichaam 4 nog voorzien van een veermechanisme 12, voorgespannen om het randscherm 8 op te rollen, D.w.z., in een (gedeeltelijk) neergelaten positie van het randscherm 6 oefent het veermechanisme 12 een krachimoment uit op hel tweede rollichaam 4, Lo.v. de draagstrucluur en omheen de rotatie-as van het rollichaam 4. De zin van dat krachimoment stemt overeen met het oprollen van het randscherm &.

Met dit ontwerp kan het hoofdscherm 5 volgens een op zich gekende wijze worden neergelaten en omhoog geheven. Bijvoorbeeld wordt de rotatie van het eerste rollichaam 3 daartoe gestuurd d.m.v. een motor 13 (niet getoond). De uitvinding is hiertoe niet gelimiteerd; bv. wordt het hooldscherm, bij wijze van alternatief, manueel uitgetrokken via de handgreep 11, legen een verdere veerspanning in.

Zoals gebruikelijk voor vrijhangende, oprolbare schermen, draagt de dwarslast 10’ bij tot het gespannen houden van het hoofdscherm 5. Diezelide dwarslast 10’ houdt ook het randscherm 6 gespannen, weliswaar omdal het veermechanisme 12 vanai de dwarsliast 10’ aan hei randscherm 6 trekt. Bij voorkeur is hel veermechanisme 12 niet krachtig genceg om de dwarslast 10’ merkbaar scheef le lillen (bv. maximum 5°, bij voorkeur minder dan 5°, bij verdere voorkeur minder dan 1°). Optioneel is de dwarslast 10’ daarioe plaalselijk verzwaard, bv. ler hoogie van of nabij het eindranddeel 9 van het randscherm 6. Dit, ter compensatie van de opwaartse veerkracht. Bij het oprollen en ontrollen van het hoofdscherm, zal de dwarslast 10’ nu in hoofdzaak diezelide opwaarise en neerwaartse beweging volgen (want nauwelijks beïnvloed door het relatief lichte veermechanisme 12, en door het relatief smalle randscherm 8}. In het bijzonder zal een neergaande dwarsiast 18’ ook het randscherm 6 verder uittrekken, tegen de veerspanning in. Bij een opgaande dwarsiast 10°, daarentegen, zal hel veermechanisme 12 ervoor zorgen dat het randscherm 6 onder spanning blij H. Een overeenkomstig deel van het randscherm 8 wordt daarbij opgerold, omheen het iweede rollichaam 4.

Het globaal resultaat is dat, bij een aansturing van het hoofdscherm 5 en/of het eersie rollichaam 4, ook het randscherm 6 en het tweede rollichaam 4 als vanzelf een daarmee corresponderende beweging zullen maken. Dit effect kan zelfs worden bereikt met een zeer eenvoudig ontwerp, op basis van een dwarsverbinding 10 en een veermechanisme

12. In de getoonde uilvoeringsvorm, hebben de rollichamen 3, 4 dezelfde rolaliezin.

Figuren 2A-B lonen een explosietekening (van bovenal), en een perspecliefiekening {van onderaf) van een systeem 1 volgens nog een mogslijke uitvogringsvorm.

Hel systeem 1 is modulair opgebouwd.

Hat bestaat uit iwee hooldmodules 14, 14’, met een randmodule 15 ertussen.

Een stel “eerste” rollichamen 3, 3’ van de hoofdmodules 14, 14’ strekken zich uit in elkaars verlengde.

Figuur 2C toont nog een verticale dwarsdoorsnede die de randmodule 15 doorsniidt.

Elke hooïdmodules 14 omvat een eigen draagframe (ook wel: hoofdirame 16). In de getoonde uiivoeringsvorm gaat hei telkens om een “lruss’, nl. een balkvormige, metalen (bv. aluminium) vakconstructie met twee koppeleinden 18. Ter hoogte van de koppeleinden 18, 18’ kunnen de hoofdmodules 14, 14’ onderling worden gekoppeld, via een set van totaal vier bevestigingspennen 19’ in de langsrichting, gecombineerd mel borgpennen.

Zie Fig. 2A-B.

Daarbij gaan hun hooldframes 18, 16’ een samenhangende draagstructuur 2 vormen.

De hooïdirames 16 omsluiten elk een langwerpig volume waarin sen rollichaam 3 is geval.

Het rollichaam 3 zit roteerbaar gelagerd op dwarsplaten, die nabij de koppeleinden 18 zijn voorzien.

Optioneel zijn deze rollichamen 3, 3’ ook onderling rotatie-gekoppeld, doorheen de dwarsplaten.

Dit laat simultane aandrijving toe, d.m.v. éénzelfde motor 13 (niet getoond). Hoofdschermen 5 zijn op hun beurt omheen deze rollichamen 3 gevat, op oprolbare wijze, Langs de onderzijden zijn de hoofdirames 16 open.

Het hooidscherm 5 kan doorheen zo’n onderzijde worden opgetrokken/neergelaten.

Optioneel wordt het hoofdscherm 5 daarbij langsheen een schuiibalk 22 geleid.

Zie Fig. 20. Dit laaiste verzekert een constante diepte-positionering van het hoofdscherm 5, onafhankelijk van de opgerolde lengte (dat is, onafhankelijk van de buitenomtrek van de rol). Ook randmodule 15 omvat een eigen draagframe (ook wel: randframe 17). Bijvoorbeeld gaat het ook hier om een stuk “truss”. Zie Fig.

ZA-C.

Dit is geenszins noodzakelijk het geval.

Na koppeling van het randframe 17 met de hooïdframes 16 vormen zij sen samenhangende draagstructuur 2. Bijvoorbeeld wordt het randirame 17 op het hoofdframe 18 geklikt.

Het randirame 17 omsluit eveneens een volume waarbinnen een randscherm 8 kan worden opgerold, omheen het twesde rollichaam 4. Daarbij is het randframe 17 voorwaarts open.

Er zijn nog geleidingsroilen 20’ voorzien om het randscherm 6 vanaf het tweede rollichaam 4, neerwaarts tot voorbij de lagering en tot legen en langsheen de zijdelingse randdelen 7 van beide nooidschermen S te geleiden.

Een ontrold deel van het randscherm 6 strekt zich dan uit over een onderbreking 21 tussen de hoofdschermen 5, 5’. Optioneel is er een losmaakbare aanhechting tussen onderling overlappende delen van het randscherm & en de hoofdschermen 5, 5°.

Het onderranddeel 8 van hei eerste hoofdscherm 5 is op starre wijze verbonden met het onderranddeel 9 van het randscherm 6, via een gemeenschappelijke dwarslat 10. Het verder hoofdscherm 5’ is voorzien van een afzonderlijke dwarslat 10’. Tol slot is het lweede rollichaam 4 nog voorzien van een inwendig veermechanisme 12 (niel getoond) zoals hierboven beschreven. Een voordeel van dergelijke, overlappende schermen 5, 5’, 6, in neergelaten toestand, is dal zij samen een schijnbaar naadloos rolscherm vormen 5, 5’, 6. Toch kunnen bv. acteurs hier nog steeds tussenglippen. i.h.b. omdat de onderranddelen onderbroken zijn (met gebruik van afzonderlijke 19 dwarsiaiten 10, 10°. Figuur 3A loont een perspectieftekening van een systeem 1 volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm. Een verder aanzicht van de randmodule/tussenmodule 15 wordt geloond in Figuur 3B. Een steil “eerste” rollichamen 3, 3' van de hoofdmodules 14, 14° strekken zich nu uit onder sen hoek 23. Zij sluiten m.a.w. een hoek 23 in. Optioneel omvat het randscherm 8 sen stijver schermmateriaal dan de hoofdschermen 5, 5’. Daarbij is het randscherm 6 voorgevormd volgens de geitoonde bochtvorm. Bijvoorbeeld beslaat het randscherm 6 daartoe uit een relatief stijf, veerkrachtig maleriaal zoals dun verenslaal (gekend uit roilmeters). Enerzijds moel hel materiaal immers eenvoudig oprolbaar zijn. Anderzijds moel een ontrold deel een voorgeschreven doorsnede aannemen — bv. een hoekvorm of de bochivorm in Fig. 3A-B. Een voordeel is dal op eenvoudige en kreukvrije wijze een voorschreven bochisegment word! verkregen. Dit laat toe om een gesegmenteerd scherm te maken, met noekige/gebogen randschermen 8 ter hoogte van onderbrekingen tussen de hoofdschermen 5, 5’. Het gaal om een variant van de uitvoeringsvorm geloond in Fig. ZA-C. De beschrijving kan dus grotendeels worden overgenomen. In hei bijzonder wordt er in Fig. 3A-B nog een geleidingsplaal 20” met een gebogen rand voorzien, aangevuld met drie geleidingsrollen 20°. De genummerde elementen op de figuren zijn:

1. Systeem

2. Draagstrucluur

3. Eerste rollichaam

4. Tweede rollichaam

5. Hoofdscherm

6. Randscherm

7. Zijdelings randdeel (van hel hoofdscherm}

8. Onderranddeel / eindranddeel (van het hoofdscherm}

9. Onderranddeel / eindranddeel (van het randscherm)

10. Dwarsverbinding / dwarslat (bv. een dwarslast)

11. Handgreep

12. Veermechanisme

13. Aandrijfmiddel {bv. sen motor) 14 Hoofdmodule

15. Randmodule / tussenmodule 16, Hoofdirame

17.Randframe

18. Koppeleinde

19. Bevesligingsmiddel (bv. een bevestigingspen)

20. Geleidingsmiddel

21. Onderbreking

22. Schuifbalk

23. Hoek De voorbeelden en figuren doorheen dit document hebben hoofdzakelijk betrekking op verticale schermen die verticaal worden neergelaten en omhoog geheven. Er wordt ondersireept dat de uitvinding eveneens loepasbaar is op rolschermen die zich bv. horizontaal vlak uitstrekken, en waarbij zowel hei eerste rollichaam als de starre eindrand worden aangedreven. In eerste instantie is de uitvinding hiertoe geenszins gelinieerd. Het is verondersteld dat de huidige uiivinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dal enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden en figuren kunnen toegevoegd, worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (15)

CONCLUSIES

1. Een systeem (1) van oprolbare schermen (5, 6), minstens omvattende een draagsiruciuur (2), een hoofdscherm (5) en een randscherm (6). waarbij het hooidscherm (5) en hel randscherm (6) oprolbaar aan de draagstructuur (2) zijn voorzien, respectievelijk omheen een eersie (3) en een lweede rollichaam {4}, welke rollichamen (3, 4) roteerbaar op de draagstructuur (2) zitten gelagerd, en waarbij het systeem (1) ervoor is aangepast om een ontroid deel van het randscherm (6) vrij te geven, tegen en/of langsheen een zijdelings randdeel (7) van het hoofdscherm (5), met het kenmerk, dat een eindranddeel (9) van het randscherm (6) op een starre wijze is verbonden met een eindranddeel (8) van het hoofdscherm (5), waarbij het tweede roilichaam (4) verder is voorzien van een veermechanisme (12), voorgespannen om het randscherm (5) op te rollen.

2. Hel systeem (1) volgens conclusie 1, waarbij het eerste rollichaam (3) is gekoppeld met een aandriifmiddel (13), voor het oprollen en ontrollen van het hoofdscherm (5).

3. Het systeem (1) volgens één der conclusies 1-2, verder voorzien van geleldingsmiddelen (20) om hel randscherm (6) vanaf het tweede rollichaam (4), toi tegen en/of langsheen het zijdelings randdeel (7) van het hoofdscherm (5) te geleiden.

4. Het systeem (1) volgens conclusie 3, waarbij de geleidingsmiddelen (20) één of meerdere geleidingsrollen (20) en/of geleidingsplalen (20"} omvatten.

5. Het systeem (1) volgens conclusie 4, waarbij de geleidingsmiddelen (20) minstens een gebogen geleidingsplaal (20”) of een gebogen rand omvallen.

6. Hel systeem (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de breedte van het randscherm (6) maximaal 20% van de breedie van het hoofdscherm (5) bedraagt.

7. Het systeem {1} volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het ontrold, zijdelings randdeel van het randscherm (6) losmaakbaar is aangehecht aan het ontroid, zijdelings randdeel van het hoofdscherm (5).

8. Het systeem {1} volgens één der conclusies 1-7, waarbij het systeem (1) nog sen verder hoofdscherm {5'} en een verder, eerste rollichaam (3°) omvat, en waarbij een ontrold deel van het randscherm (6) lussen de hoofdschermen (5, 5’) is voorzien.

9. Het systeem (1) volgens conclusie 8, waarbij een onirold deel van het randscherm (6) zich minstens uitstrekt over een onderbreking (21), lussen ontroide delen van de hoofdschermen (5, 5") in. 1G.

Het systeem (1) volgens één der conclusies 8-9, waarbij de genoemde, eerste rollichamen (3, 3’) zich In elkaars verlengde uitstrekken.

11. Het systeem (1) volgens één der conclusies 8-9, waarbij de genoemde, eerste rollichamen (3, 3’) zich onder een hoek (23) uitstrekken.

12. Een kit voor het samenstellen van een systeem (1) van oprolbare schermen (5, 6}, de kit omvattende: - minstens één hoofdmodule (14) met een hoofdscherm (5) en een hoofdframe (16), waarbij het hooldscherm (5) oprolbaar aan het hooidframe (15) is voorzien, omheen een eerste rollichaam (3) dal roteerbaar aan het hoofdframe (16) zit gelagerd, en - minstens één randmodule (15) met een randscherm (5) en een randframe (17), waarbij het randscherm (6) oprolbaar aan het randframe (17) is voorzien, omheen een iweede rollichaam (4) dat roleerbaar aan het randframe {17} zit gelagerd, waarbij de hoofdframes (16) en de randirames (17) onderling koppelbaar zijn toi een samenhangende draagstructuur (2), optionsel met gebruik van verdere bevestigingsmiddelen {19}, en met het kenmerk, dat de kit verder nog een starre dwarsverbinding (10} omvat, ervoor aangepast om eindranddelen (8, 9) van het hoofdscherm (5) en het randscherm (5) op siarre wijze te verbinden, waarbij het lweede rollichaam (4) verder nog voorzien is van een veermechanisme (12), voorgespannen om het randscherm (6) op le rollen.

13. Een werkwijze voor het monteren of demonteren van een systeem (1) van oprolbare schermen (5, 6), met gebruik van de kit volgens conclusie 12, de werkwijze omvattende hei koppelen de hoofdframes (16) en de randframes (17) tot een samenhangende draagstructuur (2).

14. Een werkwijze voor het ontrollen van een systeem (1) van oprolbare schermen (5, 6), welk sysleem (1) minstens een hoofdscherm (5) en een randscherm (6) omvat, en welke schermen (5, 6) omheen een afzonderlijk, eerste (3) en iweede roliichaam (4) zijn opgerold, de werkwijze omvallende hei neerlaten van een onderranddeel (8) van het hoofdscherm (5) door net in rotatie brengen van het eerste rollichaam (3), met het kenmerk, dat het onderranddeel (8) van het hoofdscherm (5) op starre wijze is verbonden met een onderranddeel (9) van het randscherm (6), waardoor laatstgenoemd onderranddeel (9) eveneens neerwaarls wordt gelrokken, en waarbij het randscherm (6) van het iweede rollichaam {4} wordt afgerold, tegen een veerkrachimoment dal werkzaam is op hei tweede rollichaam (4) in.

15.Een werkwijze voor het oprollen van een systeem (1) van oprolbare schermen (5, 6), welk systeem (1) minstens een hoofdscherm (5) en een randscherm (6) omvat, en waarbij de schermen (5, 6) omheen een afzonderlijk, eersie (3) en tweede rollichaam (4) worden opgerold, de werkwijze omvattende het optrekken van een onderranddeel (8) van het hoofdscherm (5) door het in rotatie brengen van het eerste rollichaam (3), met het kenmerk, dat hel onderranddeel (8) van het hoofdscherm (5) op starre wijze Is verbonden met een onderranddeel {8} van het randscherm {6}, waardoor laatstgenoemd onderranddeel (8) eveneens opwaaris wordt getrokken, en waarbij het randscherm (6) over het tweede rollichaam (4) wordt opgerold, onder een veerkrachimoment dat werkzaam is op het iweede rollichaam (4).