BE1027227B1 - Inrichting en werkwijze voor het afscheiden van vloeistof uit een gas en compressorinrichting voorzien van zulke inrichting - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gas , waarbij de inrichting (11) twee in serie geplaatste vloeistofscheiders (12a, 12b) omvat, waarbij de vloeistofscheiders (12a, 12b) geconfigureerd zijn om een gasstroom toe te laten van een uitlaat (14a) van de eerste vloeistofafscheider (12a) naar een inlaat (13b) van de tweede vloeistofafscheider (12b), daardoor gekenmerkt dat er middelen (18) voorzien zijn om radiale staande golven te creëren in de gasstroom.

Description

inrichting en werkwijze voor het afscheiden van viceistoË a En N er A + + en 4 me >. 4 uit een gas en compressorinrichting voorzien van zulke inrichting. à 5 De huidige uitvinding heeft betrekking cp een inrichting ; voor het afscheiden van vicelstof uit een gas.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld om bijvoorbeeld samengeperst gas aïkomstig van een vineistofgeïinjecteerde : compressor te zuiveren van de geïnjecteerde vlceistof, : weike zich onder de vorm van fijne druppels of nevel in het | gas bevindt, Deze viceistoË is typisch water of olie, maar de uitvinding is hiertoe niet beperkL, Het is bekend dat de uitlaat van een compressor daartoe is aangçesloten 02 een vloeistofafscheider waardoor het samengeperste gas geleid wordt om de viceistof uit het gas te verwijderen, Man ken: verschillende Lypes vloeistofafscheiders, zoals bijvoorbeeld cycloonafscheiders, zogenaamde swirl-tubes, inline swirlers, slug dampers, vapour horns of afscheiders die gebruik maken van filtermedia.

Men weet dat dergelijke afscheiders de grotere druppels van de aanwezige vloeistof zeer goed kunnen afscheiden uit het gas, maar dat zij inefficiënt zijn voor de kleinere druprels,

Als gevolg hiervan bevat het gas stroomafwaarts van de 9 vloeistofafscheider nog een hoeveelheid vioeistoË onder de 9 vorm van zeer kisine druppels. 9 5 Door het gas opnieuw door een vloeistoïafscheider te sturen 9 zou er dus niet veel meer of zelfs geen vloeistof | afgescheiden worden, aangezien de vloeistofafscheider de 9 nog aanwezige zeer kleine druppels zal doorlaten, 9 10 Dit is natuorlijk ongewenst, want men wil uiteindelijk 9 samengeperst gas dat geen of zo goed als geen vloeistof # meer bevat, aancezien de nog aanwezige vloeistof voor vroblenen kan zorgen bij verbruikers of dergelijke van het samengeperste gas.

Om ervoor te zorgen dat de volgende vloeistofafscheider wel vloeistof kan afscheiden, zal men ervoor moeten zorgen dat de nog aanwezige viseistof in het cas grotere druppels vormt welke wel op efficiënte wijze uit het gas gefilterd kunnen worden door de vloeistofafscheider. Een manier om dit te bewerkstelligen is om een lange pijp van erteiijke meters lang tussen beide vloeistofafscheiders te plaatsen. Op deze manier krijgen de druppels de tijd en plaats om zich te herverdelen en een evenwicht te bereiken waarbij de druppeis terug samengesmolten zijn tot grotere druppels. Dit wil zeggen dat de gemiddelde druppelarcotte groter zai zijn, Een nadeel hiervan is dat dit de inrichting zeer onvangrijk zal maken.

; Ken andere oplossing bestaat erin om een mistmat tussen de twee vioeistofafscheiders te plaatsen om zo de kleine druppels te laten samensmelten, 3 Een nadeel hiervan is dat er over de mistmat een drukval zal plaatsvinden, Bovendien zal de mistmat regelmatig | vervangen moesten worden omdat deze zal vervuilen, wat de : goede werking ervan zal verminderen. ; 1G CN 107,088,344 beschrijft een complexes opstelling om kleine : drupveis vloeistof te laten samensmelten door het genereren 9 van een tangentiële circulaire cycloonverstuiving met gebruik van geluidsgolven.

L5 US 2.383, 020 beschrijft een werkwijze om vloeistof te kunnen afscheiden uit een samengeperst gas door het gas te expanderen en door de vrijgekomen energie te cebruiken cm drukgolven met een hoge Érequentie te genereren, 29 De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij een inrichting voorziet die zal toelaten om de kleine druppels vloeistof in een gas te laten samensmelten tot grotere odruppels, zonder een drukval te genereren of zonder dat de inrichting zeer omvangrijk wordt, Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gas, waarbij de inrichting twee in serie geplaatste vloeistociafscheiders omvat, waarbij de vloeisrofafscheiders geconfigureerd zijn om een gasstroom Loe te laten van een uitlaat van de eerste à vineistofafscheider naar ser inlaat van de cweede viceistofafacheider, met als kenmerk dat er middelen voorzien zijn om radiale staande golven te creëren in de gasstroom. : 5 ; Zen voordeel is dat door het cenereren van radiale staande | golven in de gasstroom, de druppels in het gas zich vaan : verplaatsen naar de buiken van de radiale golven. | 10 Als gevolg hiervan zullen ze veel sneller kunnen : samensmelten tot grotere druppels, waardoor de gemiddelde 9 druppelgrootte van de vloeistofdruppels groter zal worden.

De tweede vloelstolafscheider zal de viseistof onder de vorm van de aldus gecreëerde grotere druppels kunnen afscheiden, wat met een veel grotere efficiëntie zal kunnen gebeuren in vergelijking met de situatie waarbij de vloeistof zich in Kleinere druppels in het gas bevindt.

Met andere woorden: de totale hoeveelheid vloeistof welke afgescheiden kan worden, zal nu veel hoger liggen in vergelijking met de situatie zonder de voornoemde middelen om radiale staande golven te creëren, Zen ander voordeel is dat er ook geen sprake is van drukverlies als gevolg van de radiale staande golven.

Er zal ook geen vervuiling optreden van de voornoemde middeien en deze kunnen indien gewenst geïntegreerd worden in de inrichting.

| De voornoemde middelen hebben bij voorkeur de mogelijkheid om de Érequentie van de radiale staande golven te regelen { zodat een optimaal resultaat bekomen wordt.

Deze regeling 9 kan bijvoorbeeld gebeuren cp basis van de vochtigheid van : 2 de gasstroom of op basis van het debiet van de gasstroom, 9 doch de uitvinding is hiertoe niet beperkt. 9 Om een qasstroomn van een uitlaat van de serste vicoeistofafacheider naar een inlaat van de tweede viceistofafscheider toe te laten, wordt typisch de voornoemde uitlaat van de eerste vloeistofaïscheider aangesloten op de voornoemde inlaat van de iweede vloeistofafscheider door middel van een verbindingselement.

Het verbindingselement zal typisch een pijp of leiding zijn welke bijvoorbeeld een cirkelvormige gocrstroomsectie of dwarsdoorsnede bezit, echter elke vorm van verbindingsseliement welke de uitiaat van de eerste viceistofafscheider met de inlaat van de tweede vloeistoisfscheider kan verbinden is geschikt, ongeacht de vormgeving van de dwarsdoorsnede, Bijvoorbeeld een pijp of ieiding met een veelhoekige dwarsdoorsnede is ook mogelijk.

Wanneer hierna vermelding wordt gemaakt van een pijp, wordt 23 hiermee zo een algemeen verbindingselement bedoeld, welks zich niet limiteert Lot sen pijnp met cirkelvormige dwarsdoorsnede.

Door het genereren van radiale staande golven in de gasstroom verplaatsen de druppels in het gas zich maar de

| buiken van de radiale golven, waardoor ze sneller kunnen samensmelten tot grotere druppels. 9 De vocorncemde cijp dient dus niet langer gemaakt te worden & dan strikt noodzakelijk voor de verbinding van beide | vloeistofafscheiders.

De inrichting zal dus zeer compact | gemaakt kunen worden. 9 De uitvinding betreft cok een compressorinrichting voorzien 9 10 van een vloeistofgeïniecteerd comoressorelement met een | uiliaat voor een gasstroom van samengeperst gas en van een 9 inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit het F samengeperst gas, waarbij de inrichting twee in seris geplaatste vioeistofafscheiders omvat, waarbij de L5 vlceistofafscheiders geconfigureerd zijn om de gasstroom toe te laten van een uitlaat van de eerste vineistofafscheider naar een inlaat van de tweede viceistofafscheider, Met het kenmerk dat er middelen voorzien zijn om radiale staande colven te creëren in de ZU gasstroom, tussen de eerste en tweede vloeistofafscheider, De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het afscheiden van vioeistof uit een vas, waarbij de werkwijze erin Gestaat om het gas door twee in serie geplaatste viceistofafscneiders te leiden, met als kenmerk dat de werkwijze verder de stap omvat van in het gas, nadat het door de eerste vineistofafscheider is celeid, radiale staande golven op te wekken,

| De voordelen van dergelijke werkwijze zijn analoog aan de 9 hoger vermelde voordelen van de inrichting volgens de 9 uitvinding.

9 5 Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te | tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend # karakter, enkele vocrkeurdragende varianten beschreven van | een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding voor het 9 afscheiden van een vlneistof uit een gas, met verwijzing | ij naar de bijgaande Lekeningen, waarin: 9 figuur i schematisch een compressorinrichting [ weergeeft, voorzien van een inrichting volgens de # uitvinding voor het afscheiden van vloeistof uit een gas: figuur 2 de doorsnede weergeeft volgens de lijn II-IT van figuur 1; figuur 3 de doorsnede weergeeft volgens de lijn III- III in figuur 1: figuur 4 een variant weergeeft van fiqguur 3; figuur 5 een variant weergeeft van figuur 1. De in figuur 1 schematisch weergegeven compressorinrichting l omvat een compressorelement 2, welke in dit geval een 23 olie-geïnjecteerd schrosfcompressorelement 2 is. Het is cok mogelijk dat een andere vloeistof wordt geïnjecteerd dan olies Dijvoorbeeid water, of dat een ander type van compressorsiement 2 wordt aangewend dat niet van het schroeftype is,

g : Het compressorsiement 2 omvat, zoals gekend, een behuizing | 3 met daarin, in dit voorbeeld, twee samenwerkende | schroefrotoren 4a, 4b, welke door middel van iacers 5 | roteerbaar zijn aangebracht, | Ce behuizing 3 is voorzien van een inlaat 6 om gas, 9 pijvoorbeeid lucht, te kunnen aanzuigen en van een uitlaat | 7 voor samengeperst gas. 9 Li) De compressorinrichting 21 is verder vcorzien van sen | aandrijving 8, zoais bijvoorbeeld een elektrische motor, 9 welke gekcppeld is met de as 23 van èén van de schroelroloren 4a om deze aan te drijven. Vanzelïsprekend kan gelijk welk type van aandrijving worden aangewend.

De tweede schroefrotor 4b zal typisch door de eerste schroefrotor da worden aangedreven. Tevens zijn co de figuur schematisch een aantal injectiepunten 10 voor olie voorzien. Het spreekt voor zich dat deze injectiepunten 10 sieohts zijn weergegeven cer illustratie en dat zij geen beperking vormen voor de uitvinding. Het is Levens niet uitgesloten volgens de uitvinding gat een andere vloeistof dan olie wordt geïnjecteerd, Typisch zai er een injectie van olie plaatsvinden in de behuizing 3 voor het koelen, smeren en afdichten van de schroefrotoren da, 4b en eventueel ter plaatse van de Lagers 5,

De uitlaat 7 van het compressorelement 2 is aangesloten op sen inrichting il volgens de uitvinding.

Deze inrichting omvat in hoofdzaak twee in serie geplaatste wineistolazafscheiders 12a, 12b. ; De uitlaat 7 van het compressorelement 2 is aancesloten op ; een inlaat 13a van de eerste viceistofafscheider 12a, : 10 Een uitlaat ide van de eerste vloeistofafscheider 122 is | aangesloten co sen iniaat 13b Van de tweede | vioeistofafscheider Lb door middel van sen verbindingselement 15. Via het verbindingselement 15 is er een gasstroom mogelijk van de uitlaat 1da van de eerste viceistofaïscheider 128 naar de inlaat 135 van de tweede vioeistofafscheider l2b.

In dit geval is het verbindingselement 15 een pijp met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, De uitvinding is echter niet beperkt hiertoe en de pijp zou bijvoorbeeld ook een andere dwarsdoorsnede kunnen hebben, De uitlaat 14b van de tweede vloeistofafscheider 12b kan op zijn beurt verbonden worden met bijvoorheeid een persluchtnetwerk, waarop verschillende gebruikers van cersiucht aangesloten zijn.

In de weergegeven uilvoeringsvorm is de tweede vloeistoïsafscheider 120 een zogenaamde coycloonafscheider en omvat deze tweede vlveistofafscheider 12b een behuizing 16b, waarbij een uiteinde 17b van de leiding aan de uitlaat à 10 18b zich over een bepaalde afstand in de behuizing 166 uitstrekt, Dit uiteinde 17b wordt ock wel de ‘vortex finder’ genoemd, De voornoemde bepaalde afstand is bij ; voorkeur ongeveer gelijk aan de diameter van de voornoemde ; 5 Leiding. In dit geval is zowel de eerste als de tweede viceistofafscheider 4a, 4b een cycloonafscheider. Alhoewel in het weergegeven voorbeeld de inrichting 11 î slechts twee vloeistofafscheiders Î2a, 1:b omvat, is het | niet uitgesloten dat de inrichting 11 voorzien is van meer den twee vloeistofafscheiders 12a, 12b, welke alien in serie zijn geplaats.

Volgens de uitvinding zijn er middelen 18 voorzien on radisle staande golven te creëren in de pijp. De middelen 18 zullen met andere woorden staande golven opwekken in gas dat zich in de pijp bevindt of in de gasstroom die door de pijp stroomt. Deze radiale staande golven zijn bij voorkeur ultrasone radiale staande golven, waardoor zij in dit geval geen storend hoorbaar geluid zulien opwekken, Het is uiteraard niet uitgesioten dat er staande golven gecreëerd worden met een lagere fÍreguentie. De voornoemde middelen 18 kunnen op verschillende manieren gerealiseerd worden.

Li ; In dit geval bestaan de voornoemde middelen uit een aantal, in dit geval vier, piëzec-actuatoren 19, | Het is niet uitgesloten dat er minder of meer dan vier | 5 gergelijke piézo-actuatoren 12 zijn, | in piaats van piëézo-actuatoren 13 kunnen de middelen 18 ook ; den of meer elektromagneten omvatten. | ij Zoals te zien is in figuur 2 zijn de middelen 18 in het weergegeven voorbeeld op de voornoemde pijp gemonteerd.

Hierbij is er in dit geval voor gezorgd dat ze symmetrisch op de pijp zijn gemonteerd,

in het geval er meer dan twee vloeistofafscheiders 128, 12b in serie zijn geplaatst, zullen er voor elke pijp tussen wee opeenvolgende viceistofafscheiders 12a, 12b middelen 18 voorzien zijn om radiale staande golven vp te wekken in de pijp.

De inrichting 11 is ook voorzien van een controlereenheid 20 om de voornoemde middelen 18 aan te sturen.

In dit geval kan dit de regeling zijn van bijvoorbeeld de freguentie van de opgewekte radiale staande golven.

De werking van de compressorinrichting 1 is zeer eenvoudig en ais volgt,

: Tijdens de werking zal de aandrijving 8 de schroefrotor da laten roteren en via de synchronisatietandwislen zal de andere schroefrotor 4b mee aangedreven worden. 3 Door de rotatie van beide schroeFrotoren 4a, 4b zal er op de gekende wijze gas samengeperst kunnen worden. ; Tijdens de werking zal er eveneens een vloeistof, bijvoorbeeld olies, geïnjscteerd worden in Het : 10 compressorelement 2 voor de koeling, smering en afdichting. | Hierdoor zal er in het samengeperste gas, dat vla de | uitlaat 7 het compressorelement 2 zal verlaten, olie aanwezig zijn onder de vorm van druppels.

Het samengeperste gas wordt naar de inlaat 122 van de eerste vloeistofafscheider 1Za gestuurd, alwaar een serste afscheiding zal plaatsvinden.

Het gas dat de serste vlosistofaïfscheider 12a zal verlaten, zai nog steeds sen bepaalde hoeveelheid olie bevatten onder de vorm van kleine druppels.

Het gas zal vervolgens via de nijp naar de inlaat 13b van de tweede vloeistofafscheider 17b stromen. in deze pijn zullen door middel van de piëzo-actuatoren 19 radiale staande goiven cpgewekt worden in het gas,

Als gevolg hiervan zuilen de kleine druppels zich ter pizaatse van de knopen van de radiale staande golven gaan : begeven, zoals schematisch weergegeven in figuren Z en 3. Als gevolg hiervan zal een soort van cilinder cevornd ; worden door de druppels welke zich uitstrekken in de } lengterichting van de pijp. 9 De kleine druppels hebben op deze manier sen verhoogde kans : LG om te botsen met elkaar, waardoor ze zulien samensmelten x tot grotere druppels, | Met andere woorden: tijdens hun doorgang doorheen de pijp zulien de druppels, door de verhoogde kans om te botsen met +6 al an e 13 y £ PART ET 477 “ht era ke ; arran elkaar, sneller sen evenwic bereiken, 1.8. over een kortere tijdsspanne vof een kortere doorstroomafstand doorheen de pijp, vergelijkbaar aan de situatie wanneer het gas doorheen een meterslange pijp geleid zou worden, Via de controle-eenheid 20 zal de frequentie van de radiale staande golven geregeld worden, zodat de optimale verdeling van de druppelgrcotte bekomen wordt.

Het gas met de grote druppels zal de inlaat 1235 van de cweede viceistofafscheider 12b bereiken, waarbij deze tweede vioeistofafscheider 12b met een even grote of met een Zo goed ais even grote efficiëntie de vloeistof van het ges zal kunnen afscheiden als tijdens de doorgang van het gas doorheen de eerste vioeistofafscheider 12a.

: 14 in het Gas dat via de uitlaat 14b de tweede vineistofafscheilder 12b zal verlaten zal geen of nagenoeg [ geen vloeistof meer aanwezig zijn, 9 5 Typisch zal bij doorgang door de eerste vloeistofafscheider Léa, indien dit een cyciconafscheider betreft, minstens | 59,5% van de aanwezige vloeistof afgescheiden worden.

Er 9 word: dus met andere woorden een efficiëntie van minstens | 39,9% behaald, Dit wil zeggen dat maximaal 0,1% van de 9 10 totale hoeveelheid viceistof in het gas overblijft, 9 Bij doorgang van de tweede vloeistofafscheider 12b, zal : opnieuw een eïficiëntie behaald worden van 99,9%, Dus 99,9% van de nog aanwezige vloeistof zal verwijderd worden zodat er in totaal nog 0,0001% van de totale hoeveelheis viceistof in het gas overblijft.

Dit zeer zuivere gas zal vervolgens naar het verbruikersnet geieid kunnen worden,

Figuur 4 geeft een variant weer van fiquur 3, waarbij in dit geval de voornoemde middelen 18 niet langs de buitenzijde van de pijn geplaatst zijn, maar de voornoemde middelen 18 in de pijp gemonteerd zijn, dit wil zeggen: in het inwendige van de pijp.

In de pijp is een leiding 21 aangebracht, waarbij de middelen 1€ op deze leiding 21 zijn aangebracht, Deze middelen 18 zuilen de leiding 21 exciteren om zo slaande golven op te wekken in de gasstroom welke doorheen de gijg stroomt.

| Deze uitvoeringsvorm heeft ais voordeel dat de middelen 18 afgeschermd of beschermd worden door de pijp. ; Verder 18 de werking analoog aan de hoger beschreven | 5 nitvosringsvorm. | In fiquur 5 is een variant weergegeven van [figuur 1, : waarbij in dit geval de verbinding tussen de tvwee opeenvolgende viceistofaïscheiders 12a, 12b op een andere : 10 manier is gerealiseerd. In de vorige uitvoeringsvormen waren de vineistofafscheiders 12a, 125 geconfigureerd om een gasstroom Loe te laten van de uitlaat 1da van de eerste 15 viceistofafscheider 1Z2a naar de inlaat 13b van de iweede vioeistofafscheider 12b door gebruik te maken van een verbindingselement 15 welke de voornoemde uitlaat 14a met de inlaat ijb verbindt.

In deze uitvoeringsvorm is er geen verbindingseiement 15, maar zijn de vloeistofaïscheider 12a, 12b aangebracht in een behuizing 22 met een inlaat 23 voor te zuiveren gas en een uitlaat 24 voor gezuiverd gas.

De inlaat 23 staat in verbinding met de inlaat 13a van de eerste viceistofsfscheider 12a via een buis 25. De uitlaat ida van de vloeistofafscheider 12a komt terecht in een eerste gedeelte Z5a van de behuizing 22.

Het eerste gedeeite 26a wordt van een tweede gedeelte 265 ; afgescheiden door middel van middelen 18 om radiale staande ; golven te creëren in de gasstroom, ; 5 Het tweede gedeelte 26b is van een derde gedeelte 26c door middel van de tweede vloeistofafscheider 12b afgescheiden, 9 welke met zijn inlaat 13b in verbinding staat met het : tweede gedeelte 250 en met zijn uitlaat 14b in verbinding staatl met het derde gedeelte 260, : 10 | Dit derde gedeelte 26c staat in rechtstreekse verbinding met de uitlaat 24 van de behuizing 22, Te zuiveren gas zal via de inlaat 23 en de buis 25 in de eerste vioeistofafscheider 12a terechtkomen, waar een eerste afscheiding zai plaatsvinden, Vervoigens zal het gas in het eerste gedeelte 26a terechtkomen, waarna het vervolgens vis de middelen 18 mcet passeren om in het tweede gedeelte Z6b terecht te komen. Bij doorgang doorheen de middelen 18 zullen de nog aanwezige druppels samensmelten tot grotere druppels.

Wanneer de gasstroom in het tweede gedeelte 260 is terechtgekomen, zal deze via de tweede vlceistofafscheider ib moeten passeren, alwaar sen tweede afscheiding zal piaatevinden, alvorens deze in het derde gedeelte 26c kan terechtkomen en de behuizing 22 kan verlaten via de uitlaat 24,

| Het moge duidelijk zijn dat de voornoemde middelen 18 in deze uitvoeringsvorn uitgevoerd kunnen zijn cp verschillende manieren.

Alhoewel in het weergegeven voorbeeld zowel de eerste als ì de Lweede vloeistofafscheider oycloonafscheiders zijn, is : dit niet noodzakelijk voor de uitvinding.

De eerste : vioeistofafscheider kan ock een ander type ; vloeistofafschelder zijn, welke sen {ruwe} vooralscheiding # 10 doet, De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch sen dergelijke inrichting en in werkwijze volgens de uitvinding voor het afscheiden van een vloeistof uit een gas kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

1. ; 18 | Conciusies, 9 i.- Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een 3 gas, waarbij de inrichting (11) twee in serie geplaatste 9 viceistofafscheiders (128, 125) omvat, waarbij de 3 vioeistofafscheiders (12a, 120) geconfigureerd zijn om een 9 Gasstroom Loe te laten van een uitlaat (14a) van de eerste | vloeistoïafscheider (12a) naar een inlaat (13b}) van de 9 10 tweede vloeistofafscheider {l2b}, daardoor gekenmerkt dat 9 er middelen (18) voorzien zijn om radiale staande golven te | creëren in de gasstroom,

   2.- Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (12) geconfigureerd zijn om ultrasone radiale staande golven Le creëren in de gasstroom.

   3.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (18) één of meer piëzo-actuatoren (19) en/of elektromagneten zijn of omvatten, 4,- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uitlaat {14a} van de eerste vioeistofafecheider (12a) is aangesloten op de inlaat {lib} van de tweede vloeistofafscheider (17b} door middel van een verbindingselement (153.

   | >. Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (18) cp het voornoemde verbindingselement (15) gemonteerd zijn. 9 5 4.” inrichting volgens conclusie 4 of 5, daardoor 9 gekenmerkt dat de voornoemde middelen (18) in het verbindingselement (15) gemonteerd zijn. Jr Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 4 9 10 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het verbindingselement {15} een clip is. 9 3,7 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (11) voorzien is van meer dan Lwee vineistofafscheiders {l2a, 12D}, welke allen ir serie zijn geplaatst, waarbij er voor elk verbindingselement {153 tussen twee opeenvolgende vloeistofafscheiders (lZa, 125) middelen (18) voorzien zijn die geconfigureerd zijn om radiale staande golven op te wekken in het veroindingselement (153.

   3. inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde tweede vloeistofafscheider (12b) een cycloonafscheider is, LO.” Compressorinrichting voorzien va sen vineistofgeïiniecteerd compressorelement met een uitlaat VOOr een Ggasstroom van samengeperst gas en van een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit het samengeperst gas, waarbij de inrichting {11} twee in serie geplaatste viceistofafscheiders (12a, 12b} omvat, waarbij de vioeistofafscheiders (12a, 12b} geconfigureerd zijn om 9 de gasstroom zoe Le laten van een uitlaat (14a) van de | serste vloeistofaïscheider {12a) naar een inlaat {13b} van | de tweede viceistofafscheider (12b), daardoor gekenmerkt | > dat er middelen {18} voorzien zijn om radiale slaande 9 goiven te creëren in de gasstroom, tussen de eerste en 9 tweede vineistofafscheider {lZa, 12b)., { ll. Compressorinrichting volgens conclusie 10, daardoor 9 30 gekenmerkt dat de voornoemde middelen (18) één of meer : viëzo-actuatoren (19) en/of elektromagneten zijn of onvatten.

   12.- Werkwijze voor hat afscheiden van vloeistof uit een gas, waarbij de werkwijze erin bestaat om het gas door twee in serie geplaatste vloeistofafscheiders ({(172a, 12b} te Leiden, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder de stap omvat van in het gas, nadat het door de serste vloeistofafscheider (12a) is geleid, radiale staande golven op te wekken,