BE1026779A9 - Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik daarvan als fungicide - Google Patents

Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik daarvan als fungicide Download PDF

Info

Publication number
BE1026779A9
BE1026779A9 BE20195820A BE201905820A BE1026779A9 BE 1026779 A9 BE1026779 A9 BE 1026779A9 BE 20195820 A BE20195820 A BE 20195820A BE 201905820 A BE201905820 A BE 201905820A BE 1026779 A9 BE1026779 A9 BE 1026779A9
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
choline
composition
fatty acid
acid
pargonate
Prior art date
Application number
BE20195820A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026779B1 (nl
BE1026779A1 (nl
Inventor
Saegher Johan De
Huu Son Nguyen
Andrea NESLER
Ann VERMAETE
Sandro FRATI
Original Assignee
Bipa Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bipa Nv filed Critical Bipa Nv
Publication of BE1026779A1 publication Critical patent/BE1026779A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026779A9 publication Critical patent/BE1026779A9/nl
Publication of BE1026779B1 publication Critical patent/BE1026779B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N37/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids
    • A01N37/02Saturated carboxylic acids or thio analogues thereof; Derivatives thereof
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N33/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic nitrogen compounds
    • A01N33/02Amines; Quaternary ammonium compounds
    • A01N33/12Quaternary ammonium compounds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01PBIOCIDAL, PEST REPELLANT, PEST ATTRACTANT OR PLANT GROWTH REGULATORY ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR PREPARATIONS
    • A01P3/00Fungicides

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding verschaft een werkwijze voor het bestrijden of voorkomen van een schimmelinfectie op een plant of een plantendeel, waarbij de werkwijze het aanbrengen van een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, zoals cholinepelargonaat, omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant omvat. De uitvinding verschaft eveneens het gebruik van een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat als een fungicide op een plant of een plantendeel.

Description

SAMENSTELLING OMVATTENDE EEN CHOLINEZOUT VAN EEN VETZUUR EN HET GEBRUIK DAARVAN ALS EEN FUNGICIDE
Gebied van de Uitvinding
De onderhavige uitvinding is gelegen op het gebied van de landbouw en tuinbouw, in het bijzonder op het gebied van gewasbescherming. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op milieuvriendelijke werkwijzen en toepassingen voor het bestrijden van schimmels op planten of plantendelen.
Achtergrond van de Uitvinding
Teneinde verliezen te verminderen en de kwaliteit van landbouw- en tuinbouwgewassen te behouden, zijn er veel chemicaliën gebruikt om ziekten in gewassen te bestrijden. Het gebruik van chemicaliën voor het bestrijden van schadelijke organismen en ziekten tijdens de teelt van gewassen leidt dikwijls tot de aanwezigheid van resten van chemicaliën in de gewassen na de oogst. In het bijzonder leiden hogere doseringen en herhaalde toepassingen van gebruikelijke formuleringen tot de ophoping van resten in plantaardige handelswaar alsook milieuverontreiniging. Naast de verontreiniging van de gewassen, planten en de omgeving, is de toxiciteit van de chemische verbinding voor mens en/of dier eveneens een punt van zorg wanneer chemicaliën voor het bestrijden van schadelijke organismen en ziekten worden gebruikt. In dit verband is de teelt van gewassen op een duurzame wijze in de landbouw van toenemend belang. Dit vereist veiligere en milieuvriendelijke formuleringen en werkwijzen voor het bestrijden van plantenschimmels en andere plantenziekten en voor planten schadelijke organismen.
Dienovereenkomstig blijft er in de techniek behoefte aan verdere en/of verbeterde werkwijzen voor het bestrijden van schimmels en/of schadelijke organismen op planten of plantendelen.
Sommige vetzuren, zoals caprylzuur (C8:0 vetzuur), pelargonzuur (C9:0 vetzuur) en caprinezuur (C10:0 vetzuur), hebben herbicide eigenschappen. In het bijzonder is pelargonzuur een in de natuur voorkomend verzadigd negen koolstofatomen tellend vetzuur (C9:0) en komt in de natuur alom voor. Zijn toxiciteit voor zoogdieren en vogels is laag. Het is beschreven als een breedspectrumcontactherbicide voor planten. Pelargonzuur wordt gebruikt om groei van onkruiden te voorkomen en als een middel voor
BE2019/5820 het uitdunnen van bloesem. Pelargonzuur werd oorspronkelijk ontdekt in Pelargonium graveolens. Het werkingsmechanisme van pelargonzuur berust op zijn intercalatie in cellen van de opperhuid, uitdroging van het loof en beschadiging van cellen. Een soortgelijk werkingsmechanisme is gesuggereerd voor caprylzuur en caprinezuur.
Samenvatting van de Uitvinding
De uitvinders van de onderhavige aanvrage hebben gevonden dat vetzuren, in het bijzonder C8-C10-vetzuren, zoals caprylzuur, pelargonzuur of caprinezuur, kunnen worden gebruikt als een fungicide op planten met sterk verminderde of zelfs zonder fytotoxische effecten wanneer zij als het cholinezout van het vetzuur worden geformuleerd, zoals wanneer zij als cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat worden geformuleerd, ondanks het algemeen bekende gebruik van dergelijke vetzuren, in het bijzonder caprylzuur, pelargonzuur en caprinezuur, als een herbicide. De onderhavige samenstelling die het cholinezout van C8-C10-vetzuren, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat, kan als een fungicide worden gebruikt door het aanbrengen (bijvoorbeeld sproeien) van de samenstelling in een hoeveelheid die doeltreffend is voor het remmen van de groei van één of meer fytopathogene schimmels op planten of delen daarvan zonder fytotoxiciteit voor de planten of delen daarvan. Verder is de onderhavige samenstelling milieuvriendelijk en heeft deze naar verwachting geen onaanvaardbare nadelige effecten op de mens, organismen die niet het doel zijn of het milieu. De onderhavige samenstelling ontleedt snel zowel in een omgeving op het land als in waterige omgeving waardoor deze zich niet in het milieu ophoopt.
Dienovereenkomstig heeft een eerste aspect van de uitvinding betrekking op het gebruik van een samenstelling die het cholinezout van één of meer C8-C10-vetzuren omvat als een fungicide op een plant of een plantendeel. De onderhavige samenstelling heeft een bevredigende of zelfs hoge fungicide activiteit op een plant of een deel daarvan, en vertoont tegelijkertijd een verminderde fytotoxiciteit of geen fytotoxiciteit op de plant of een deel daarvan. Een meer bepaald aspect van de uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat als een fungicide op een plant of een plantendeel. Een nog meer bepaald aspect van de uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een samenstelling die cholinepelargonaat omvat als een fungicide op een plant of een plantendeel. In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling die het cholinezout van één of meer C8-C10
BE2019/5820 vetzuren, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, een waterige samenstelling die het respectieve vetzuurcholinezout omvat. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de samenstelling die de één of meer vetzuurcholinezouten omvat, geformuleerd als een spray of sproeibare vloeistof of een concentraat.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, een waterige samenstelling die 0,00001% (w/v) tot 70% (w/v) van het C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat. De samenstelling die een C8-C10vetzuurcholinezout omvat, kan bijvoorbeeld een waterige samenstelling zijn die 0,0001% (w/v) tot 70% (w/v), 0,001% (w/v) tot 65% (w/v), 0,01% (w/v) tot 60% (w/v), 0,05% (w/v) tot 55% (w/v), of 0,1% (w/v) tot 50% (w/v) van het C8-C10-vetzuurcholinezout omvat.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, een vaste of poedervormige samenstelling die ten minste 70% (w/w), ten minste 80% (w/w) often minste 90% (w/w) of tot 100% (w/w) van het C8-C10vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling een concentraat, in het bijzonder een waterig concentraat, dat 5% (w/v) tot 70% (w/v) van het C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat, bij voorkeur 10% (w/v) tot 60% (w/v) van het C8-C10vetzuurcholinezout omvat.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling een sproeibare vloeistof die 0,00001% (w/v) (of 0,1 ppm) tot 5% (w/v) van het C8-C10-vetzuurcholinezout, bij voorkeur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, met meer voorkeur cholinepelargonaat, bij voorkeur 0,05% (w/v) tot 2% (w/v) van het C8-C10vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat. De samenstelling kan bijvoorbeeld een sproeibare vloeistof zijn die 0,0001% (w/v) (of 1 ppm) tot 5% (w/v), 0,001% (w/v) (of 10 ppm) tot 5% (w/v), 0,01% (w/v) tot 5% (w/v), 0,05% (w/v) tot 2% (w/v), of 0,1% (w/v) tot 1% (w/v) van het C8-C10-vetzuurcholinezout omvat.
BE2019/5820
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de samenstelling die een C8-C10vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, verder ten minste één verder toevoegsel en/of hulpmiddel, zoals een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel, een antivriesmiddel, een verdikkingsmiddel, een buffermiddel, een antischuimmiddel, een antioxidans, een conserveermiddel of een kleurmiddel.
Een daarmee samenhangend aspect van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bestrijden van schimmels op een plant of een plantendeel, waarbij de werkwijze het aanbrengen van een samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals een cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, in het bijzonder een waterige samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout omvat, op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant omvat. De onderhavige samenstelling heeft met voordeel een bevredigende of zelfs hoge fungicide activiteit wanneer deze wordt aangebracht op een plant of een deel daarvan, terwijl deze tegelijkertijd een verminderde fytotoxiciteit of geen fytotoxiciteit op de plant of een deel daarvan vertoont.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de schimmel een pathogene schimmel, gekozen uit de groep bestaande uit Colletotrichum, Botrytis, Alternaria, Fusarium, Rhizoctonia, Sclerotinia, Verticillium, Pythium, Phytophtora, Puccinia, Erysiphales (met inbegrip van echte meeldauw) en Peronosporaceae (met inbegrip van valse meeldauw), Thielaviopsis spp, Magnaporthe grisea; Armillaria spp, Ustilago spp., Phakospora pachyrhizi, Guignardia bidwellii, Blumeria graminis, Mychosphaerella spp., Venturia spp., Monilinia spp.·, waarbij bij voorkeur de schimmel Colletotrichum coccodes, Botrytis cinerea, Alternaria solani of Fusarium graminearum is.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de plant of het plantendeel een landbouw- of tuinbouwgewas.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze het aanbrengen, bij voorkeur sproeien, van een samenstelling die 0,00001% (w/v) tot 5% (w/v) van een C8-C10vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant. De werkwijze kan bijvoorbeeld het aanbrengen, bij voorkeur sproeien, van een samenstelling die 0,0001% (w/v) tot 5% (w/v), 0,001% (w/v) tot 5% (w/v), 0,01% (w/v) tot 5% (w/v), 0,05% (w/v) tot 2% (w/v), of 0,1% (w/v) tot 1% (w/v) van een C8-C10
BE2019/5820 vetzuurcholinezout omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant omvatten.
In bepaalde uitvoeringsvormen kan de samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant worden gesproeid.
Een verder aspect heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, omvattende het mengen van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur pelargonzuur, met water, waardoor een oplossing van het respectieve vetzuur wordt verkregen; en het mengen van de oplossing die een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur pelargonzuur omvat, met cholinehydroxide, zodat een samenstelling wordt verkregen die een C8-C10vetzuurcholinezout (bijvoorbeeld cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat), bij voorkeur cholinepelargonaat omvat. De onderhavige werkwijze vermijdt met voordeel gelvorming die optreedt wanneer een C8-C10-vetzuur met choline wordt gemengd.
In bepaalde uitvoeringsvormen worden het vetzuur en het cholinehydroxide gemengd in een verhouding van 2:1 tot 1:2, bij voorkeur in een verhouding van 1,5:1 tot 1:1,5, met meer voorkeur in equimolaire verhoudingen. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder het mengen van de samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, met ten minste één van een hulpmiddel, een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel of een versnijdingsmiddel. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder de stap van het verdunnen van de samenstelling die een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, voorafgaand aan aanbrenging, in het bijzonder het verdunnen in een verhouding van 1:2 tot 1:10000000 (dat wil zeggen 107), bijvoorbeeld in een verhouding van 1:2 tot 1:1000000 (dat wil zeggen 106), 1:2 tot 1:100000, 1:4 tot 1:10000, 1:5 tot 1:1000, of 1:10 tot 1:500, bij voorkeur in een verhouding van 1:5 tot 1:250. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder de stap van het oplossen van een vaste samenstelling die een C8-C10vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, bij voorkeur een vaste of poedervormige
BE2019/5820 samenstelling die ten minste 70% (w/w), ten minste 80% (w/w) of ten minste 90% (w/w/) of tot 100% (w/w) van een C8-C10-vetzuurcholinezout, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, in een waterige oplossing voorafgaand aan aanbrenging.
Deskundigen op dit gebied zullen de vele andere effecten en voordelen van de onderhavige producten, werkwijzen of toepassingen en de talrijke mogelijkheden voor eindgebruik (bijvoorbeeld boeren) van de onderhavige uitvinding uit de hieronder gegeven gedetailleerde beschrijving en voorbeelden duidelijk zijn.
Beschrijving van de Figuren
FIG. 1 stelt een grafiek voor, die de titratiekromme van 2ml pelargonzuur (>97%) in 48ml gedestilleerd water met cholinehydroxide (45%) toont.
Gedetailleerde beschrijving
Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvormen een, de en het zowel verwijzingen naar het enkelvoud als verwijzingen naar het meervoud, tenzij de context duidelijk anders bepaalt.
De termen omvattende, omvat en omvatten zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met inbegrepen, met inbegrip van of bevattende, bevat en zij zijn inclusief of met een open einde en sluiten verdere niet-genoemde leden, elementen of stappen van een werkwijze niet uit. De termen omvatten eveneens bestaande uit, in hoofdzaak bestaande uit, die in de octrooiterminologie algemeen bekende betekenissen hebben.
De vermelding van numerieke gebieden door middel van eindpunten omvat alle getallen en fracties die in de respectieve gebieden liggen, alsook de genoemde eindpunten.
De term ongeveer zoals hierin gebruikt wanneer wordt verwezen naar een meetbare waarde, zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties ten opzichte van de vermelde waarde, zoals variaties van +/-10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, met meer voorkeur +/-1% of minder en met nog meer voorkeur +/-0,1% of minder ten opzichte van de vermelde waarde te omvatten, voor zover dergelijke variaties van toepassing zijn voor de geopenbaarde uitvinding. Het dient duidelijk te zijn dat de waarde waarnaar de bepaling ongeveer verwijst, zelf eveneens specifiek en bij voorkeur wordt geopenbaard.
BE2019/5820
Alhoewel de termen één of meer of ten minste één, zoals één of meer leden of ten minste één lid van een groep van leden op zich duidelijk zijn, omvat de term als verdere toelichting onder andere een verwijzing naar één van de leden of naar twee of meer van de leden, zoals bijvoorbeeld >3, >4, >5, >6 of >7 enz. van de leden en tot ten hoogste al deze leden. In een ander voorbeeld kan één of meer of ten minste één verwijzen naar 1,2, 3, 4, 5, 6, 7 of meer.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt voor het openbaren van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals doorgaans duidelijk zou zijn voor een gemiddelde deskundige op het gebied waartoe deze uitvinding behoort. Als verdere leidraad worden definities van termen opgenomen om de lering van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen. Wanneer specifieke termen worden gedefinieerd in verband met een bepaald aspect van de uitvinding of een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding, is het de bedoeling dat een dergelijke connotatie in deze gehele beschrijving van toepassing is, dat wil zeggen eveneens in de context van andere aspecten of uitvoeringsvormen van de uitvinding, tenzij anders gedefinieerd.
In de volgende passages worden verschillende aspecten of uitvoeringsvormen van de uitvinding in meer detail gedefinieerd. Elk aldus gedefinieerd aspect of elke aldus gedefinieerde uitvoeringsvorm kan met één of meer andere aspecten of uitvoeringsvormen worden gecombineerd, tenzij het tegendeel duidelijk anders wordt aangegeven. In het bijzonder kan een onderdeel dat als voorkeur of voordeel aangegeven is, gecombineerd worden met een ander onderdeel of andere onderdelen dat/die als voorkeur of voordeel aangegeven is/zijn.
Verwijzing in deze beschrijving naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een bepaald onderdeel, een bepaalde structuur of een bepaald kenmerk zoals beschreven in verband met de uitvoeringsvorm, in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is opgenomen. Aldus verwijzen de frasen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op verschillende plaatsen in deze beschrijving niet noodzakelijkerwijze allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar kan dit wel het geval zijn. Verder kunnen de specifieke onderdelen, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze, zoals een deskundige op dit gebied uit deze openbaring duidelijk zou zijn, in één of meer uitvoeringsvormen worden gecombineerd. Daar bepaalde hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet alle onderdelen van andere uitvoeringsvormen omvatten, is het verder de bedoeling dat combinaties van onderdelen
BE2019/5820 van verschillende uitvoeringsvormen binnen de omvang van de uitvinding liggen en verschillende uitvoeringsvormen vormen, zoals deskundigen op dit gebied duidelijk zou zijn. In de bijgevoegde conclusies kunnen uitvoeringsvormen volgens de uitvinding bijvoorbeeld in elke combinatie worden gebruikt.
De onderhavige uitvinders hebben onverwacht gevonden dat pelargonzuur, een bekend herbicide, kan worden gebruikt als een fungicide op planten zonder fytotoxische effecten wanneer dit als cholinepelargonaat wordt geformuleerd, in het bijzonder wanneer dit wordt toegepast in een hoeveelheid die doeltreffend is voor het remmen van de groei van één of meer fytopathogene schimmels.
Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding heeft derhalve betrekking op het gebruik van een samenstelling die het cholinezout van één of meer C8-C10-vetzuren omvat als een fungicide. Een meer bepaald aspect van de uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat als een fungicide. Een nog meer bepaald aspect van de uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een samenstelling die cholinepelargonaat omvat als een fungicide.
In het algemeen betekent fungicide het vermogen van een stof om sterfte van schimmels te verhogen of de groeisnelheid daarvan te remmen. Een verder aspect heeft betrekking op een werkwijze voor het bestrijden of voorkomen van een schimmelinfectie op een plant of een plantendeel, waarbij de werkwijze het aanbrengen van een samenstelling omvat die een C8-C10-vetzuurcholinezout, bijvoorbeeld cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat, bij voorkeur cholinepelargonaat omvat, op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant en/of het gebied van de infectie op de plant, in een hoeveelheid die doeltreffend is voor het remmen van de groei van één of meer fytopathogene schimmels op de plant of het plantendeel. Verdere aspecten hebben betrekking op antischimmelsamenstellingen die het cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur cholinepelargonaat omvatten en op werkwijzen voor het bereiden van de antischimmelsamenstellingen.
De term een C8-C10-vetzuur zoals hierin gebruikt, verwijst naar een carbonzuur met de structuur CnH2n+iCOOH, met n = 7, 8 of 9. In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het C8-C10-vetzuur caprylzuur, pelargonzuur of caprinezuur. In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding die meer de voorkeur hebben, is het C8C10-vetzuur pelargonzuur.
Pelargonzuur zoals hierin gebruikt, kan eveneens worden aangeduid als nonaanzuur of 1-octaancarbonzuur of een C9-vetzuur, en verwijst naar een organische verbinding
BE2019/5820 die wordt gevormd door een negen koolstofatomen tellende keten die eindigt in een carbonzuur-functionele groep. Evenzo kunnen de termen caprylzuur en caprinezuur zoals hierin gebruikt eveneens worden aangeduid als respectievelijk octaanzuur en decaanzuur of respectievelijk een C8-vetzuur en een C10-vetzuur.
De termen cholinepelargonaat, cholinenonanoaat of trimethylethanolaminepelargonaat kunnen door elkaar worden gebruikt. Evenzo kunnen de termen cholinecaprylaat, cholineoctanoaat of trimethylethanolaminecaprylaat door elkaar worden gebruikt. Verder kunnen de termen cholinecapraat, cholinedecanoaat of trimethylethanolaminecapraat door elkaar worden gebruikt. Er zijn geen aanwijzingen dat het cholinezout van een C8-C10-vetzuur, zoals cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, onaanvaardbare nadelige ecologische effecten veroorzaakt wanneer dit zoals hierin beschreven wordt toegepast. Het kan dus veilig worden gebruikt zonder dat dit significant ten koste gaat van de kwaliteit en opbrengst van de plant of de plantendelen of van de resulterende producten of gewassen. Bij de hierin beschreven concentraties blijkt het cholinezout van een C8-C10-vetzuur geen onaanvaardbare toxische effecten te hebben en ongevaarlijke effecten teweeg te brengen op de mens, organismen die niet het doel zijn of het milieu te hebben; bijvoorbeeld wanneer dit op de plant wordt gesproeid.
De termen samenstelling of formulering kunnen hierin door elkaar worden gebruikt en verwijzen naar een mengsel dat een actief bestanddeel omvat.
De termen actief bestanddeel of actieve component kunnen door elkaar worden gebruikt en verwijzen globaal naar een verbinding of stof die wanneer deze in een doeltreffende hoeveelheid wordt verschaft, leidt tot een gewenste uitkomst. Een actief bestanddeel kan typisch leiden tot een dergelijke uitkomst of dergelijke uitkomsten door te interageren met levende cellen of organismen en/of deze te moduleren.
De onderhavige aanvrage verschaft een antischimmelsamenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur als de actieve verbinding omvat, bij voorkeur een waterige samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat. De samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat, is typisch een vloeibare of waterige samenstelling die 0,00001% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10vetzuur omvat. De samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat, is bijvoorbeeld een vloeibare of waterige samenstelling die 0,0001% (w/v) tot 70% (w/v), 0,001% (w/v) tot 65% (w/v), 0,01% (w/v) tot 60% (w/v), 0,05% (w/v) tot 55% (w/v), of 0,1% (w/v) tot 50% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat.
BE2019/5820
De samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat, kan eveneens ten minste 70% (w/w), ten minste 80% (w/w) often minste 90% (w/w/) of tot 100% (w/w) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvatten, in het bijzonder wanneer deze is geformuleerd als een vaste of poedervormige samenstelling. In bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinepelargonaat.
De samenstellingen volgens de uitvinding omvatten niet alleen gebruiksklare samenstellingen die met geschikte apparatuur op de plant kunnen worden aangebracht, maar eveneens concentraten of geconcentreerde formuleringen die voorafgaand aan gebruik met water dienen te worden verdund.
In bepaalde uitvoeringsvormen kan de samenstelling worden geformuleerd in een gebruiksklaar formaat, zoals een spray of sproeibare vloeistof of een dompelvloeistof, die een niet-fytotoxische hoeveelheid van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat, die wanneer deze aan een plant of een plantendeel wordt toegediend, doeltreffend is voor het remmen van de groei van één of meer fytopathogene schimmels op een plant of een plantendeel. In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling een sproeibare vloeistof of een dompelvloeistof, in het bijzonder een waterige samenstelling, die 0,00001% (w/v) tot 5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur 0,02% (w/v) tot 2,5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, met meer voorkeur 0,05% (w/v) tot 2% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, zoals 0,06% (w/v) tot 1,25% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat. De samenstelling is bijvoorbeeld een sproeibare vloeistof of een dompelvloeistof, in het bijzonder een waterige samenstelling, die 0,0001% (w/v) tot 5% (w/v), 0,001% (w/v) tot 5% (w/v), 0,01% (w/v) tot 5% (w/v), 0,05% (w/v) tot 2% (w/v), of 0,1% (w/v) tot 1% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat.
In bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinepelargonaat. In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling die een cholinezout van een C8-C10vetzuur omvat een concentraat, dat in het bijzonder 5% (w/v) tot 70% (w/v) of 10% (w/v) tot 60% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur 10% (w/v) tot 50% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, met meer voorkeur 25% (w/v) tot 50% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat. De samenstelling kan
BE2019/5820 bijvoorbeeld 15% (w/v) tot 55% (w/v), 20% (w/v) tot 50% (w/v), 25% (w/v) tot 45% (w/v), 30% (w/v) tot 35% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvatten. Een cholinezout van een C8-C10-vetzuur of als alternatief een mengsel van een C8-C10vetzuur en cholinehydroxide is met voordeel een stabiele verbinding of een stabiel mengsel die gemakkelijk kunnen worden geconcentreerd, vóór gebruik verdund en opgeslagen. Dit maakt de productie van een meer geconcentreerde C8-C10vetzuurcholinezoutsamenstelling mogelijk, die dan gemakkelijk kan worden verdund, bijvoorbeeld met water, zodat een samenstelling wordt verkregen, die een concentratie van het cholinezout van een C8-C10-vetzuur heeft, die doeltreffend is voor het remmen van de groei van één of meer fytopathogene schimmels op een plant of een plantendeel zonder fytotoxische effecten. De beschikbaarheid van een geconcentreerde variant geeft extra voordelen met betrekking tot gemakkelijke productie, transport en opslagkosten. Het zal duidelijk zijn dat de gebruiksklare antischimmelsamenstellingen die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvatten volgens de uitvinding een actieve, maar nietfytotoxische hoeveelheid van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvatten. Actieve, maar niet-fytotoxische hoeveelheid betekent een hoeveelheid van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, die voldoende is voor het bestrijden of doden van de ongewenste schimmels, welke hoeveelheid tegelijkertijd geen noemenswaardige symptomen van fytotoxiciteit bezit. Deze aangebrachte hoeveelheden kunnen in het algemeen in een breder gebied worden gevarieerd, welke hoeveelheden afhangen van verscheidene factoren, bijvoorbeeld ongewenste micro-organismen, de plant of het gewas, de klimaatomstandigheden en de bestanddelen van de samenstelling volgens de uitvinding. In bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinepelargonaat.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de antischimmelsamenstelling zoals hierin beschreven verder extra toevoegsels, zoals ten minste één hulpmiddel en/of inert middel. Dergelijke hulpmiddelen of inerte middelen omvatten, zonder daartoe beperkt te zijn, oplosmiddelen, dragers, oppervlakteactieve middelen, een stabilisator, antivriesmiddelen, verdikkingsmiddelen, buffermiddelen, schuim- of antischuimmiddelen, antioxidantia, conserveermiddelen en kleurmiddelen. Geschikte hulpmiddelen en inerte middelen zijn in de techniek bekend en zijn in de handel verkrijgbaar. In het algemeen kan de actieve verbinding (dat wil zeggen een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat) worden gecombineerd met elk vast of vloeibaar toevoegsel dat
BE2019/5820 gewoonlijk voor formuleringsdoeleinden wordt gebruikt. Onder een drager dient te worden verstaan een natuurlijke of synthetische, organische of anorganische stof die met de actieve verbindingen wordt gemengd of gecombineerd om beter te kunnen worden aangebracht, in het bijzonder voor aanbrenging op planten of plantendelen. De drager, die vast of vloeibaar kan zijn, is in het algemeen inert en dient geschikt te zijn voor gebruik in de landbouw of tuinbouw. Vloeibare dragers kunnen bijvoorbeeld water, organische oplosmiddelen en minerale oliën en plantaardige oliën omvatten. Geschikte vloeibaar gemaakte gasvormige versnijdingsmiddelen of dragers zijn vloeistoffen die bij omgevingstemperatuur en onder atmosferische druk gasvormig zijn, bijvoorbeeld aërosoldrijfmiddelen, zoals butaan, propaan, stikstof en kooldioxide. Geschikte oppervlakteactieve middelen zijn emulgeermiddelen, dispergeermiddelen of bevochtigingsmiddelen die ionische of niet-ionische eigenschappen hebben of mengsels van deze oppervlakteactieve middelen. Het is mogelijk om kleurmiddelen, zoals anorganische pigmenten, bijvoorbeeld ijzeroxide, titaanoxide, Pruisisch blauw, en organische kleurstoffen, zoals alizarinekleurstoffen, azokleurstoffen en metaalftalocyaninekleurstoffen, en sporennutriënten, zoals zouten van ijzer, mangaan, boor, koper, kobalt, molybdeen en zink, te gebruiken. Stabilisatoren, zoals lagetemperatuurstabilisatoren, conserveermiddelen, antioxidantia, lichtstabilisatoren of andere middelen die chemische en/of fysische stabiliteit verbeteren, kunnen eveneens aanwezig zijn. De samenstelling kan verder andere gewasbeschermingsmiddelen en/of pesticide middelen omvatten.
Voorbeelden van typische formuleringen of samenstellingen die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat, omvatten, omvatten in water oplosbare vloeistoffen (SL), emulgeerbare concentraten (EC), emulsies in water (EW), suspensieconcentraten (SC, SE, FS, OD), in water dispergeerbare korrels (WG), korrels (GR) en capsuleconcentraten (CS), zoals de deskundige bekend is.
De onderhavige uitvinding verschaft verder het gebruik van een samenstelling of een formulering die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat volgens de onderhavige uitvinding als een fungicide. De onderhavige uitvinding verschaft derhalve het gebruik van de samenstelling voor het verminderen van algehele schade aan planten en plantendelen alsook verliezen in geoogst fruit of geoogste groenten die worden veroorzaakt door fytopathogene schimmels. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de samenstelling of formulering 0,00001% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, zoals 5% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, 6% (w/v) tot
BE2019/5820
70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, 7% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, 8% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, 9% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur of 10% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur. In bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinepelargonaat. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de samenstelling of formulering 10% (w/v) tot 60% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur 10% (w/v) tot 50% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, met meer voorkeur 25% (w/v) tot 50% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur. Als voorbeeld kan de samenstelling 15% (w/v) tot 55% (w/v), 20% (w/v) tot 50% (w/v), 25% (w/v) tot 45% (w/v), 30% (w/v) tot 35% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvatten. De samenstelling kan bijvoorbeeld 30% (w/v) tot 50% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvatten. In bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinepelargonaat.
In andere uitvoeringsvormen omvat de samenstelling of formulering 0,00001% (w/v) tot 5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur 0,02% (w/v) tot 2,5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, met meer voorkeur 0,05% (w/v) tot 2% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur. In bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10vetzuur cholinepelargonaat.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de samenstelling of formulering verder ten minste één toevoegsel en/of hulpmiddel, zoals een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel, een antivriesmiddel of een ander stabiliseermiddel, een verdikkingsmiddel, een buffermiddel, een schuim- of een antischuimmiddel, een antioxidans, een conserveermiddel of een kleurmiddel.
De onderhavige uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het verlichten, beheersen, voorkomen en/of bestrijden van een schimmelinfectie op een plant of een plantendeel, waarbij de werkwijze het aanbrengen omvat van een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat volgens de onderhavige uitvinding, in het bijzonder een samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het
BE2019/5820 bijzonder cholinepelargonaat omvat, op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant en/of het gebied van de infectie op de plant, in een hoeveelheid die doeltreffend is voor het remmen van de groei en/of voor het verhogen van de sterfte van één of meer fytopathogene schimmels op de plant of het plantendeel.
Het aanbrengen van de samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat, in het bijzonder een samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat volgens de onderhavige uitvinding op de planten of de plantendelen kan direct of door inwerking op hun omgevingen, habitat of opslagruimte met gebruikmaking van behandelingswerkwijzen, bijvoorbeeld door dompelen, sproeien, verstuiven, irrigeren, verdampen, bestuiven, vernevelen, strooien, schuimen, bestrijken, spreiden, bewateren (drenken) of druppelirrigatie, worden uitgevoerd. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze het sproeien, besprenkelen, beregenen, spuiten, verspreiden in druppeltjes, bespatten; dispergeren, diffunderen; en/of douchen van één of meer planten, plantendelen of de groeiplaats van de plant met een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10vetzuur omvat, in het bijzonder een samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat volgens de onderhavige uitvinding.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding het aanbrengen van een waterige samenstelling die 0,00001% (w/v) tot 5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur 0,02% (w/v) tot 2,5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, met meer voorkeur 0,05% (w/v) tot 2% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat. In bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het cholinezout van een C8-C10vetzuur cholinepelargonaat
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding het aanbrengen van de antischimmelsamenstelling zoals hierin beschreven in een hoeveelheid in het gebied van ten minste 100 l/ha tot ten hoogste 2000 l/ha, zoals 100 l/ha tot 1000 l/ha, bij voorkeur in het gebied van 300 l/ha tot 800 l/ha of 400 l/ha tot 700 l/ha land; met meer voorkeur 450 l/ha tot 600 l/ha land; met de meeste voorkeur 500 l/ha tot 550 l/ha land.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de plant een landbouw- of tuinbouwgewas. Nietbeperkende voorbeelden van dergelijk gewas of dergelijke planten omvatten granen,
BE2019/5820 zoals tarwe, gerst, rogge of haver; groenten, zoals spinazie, sla, asperge, kolen, tomaten, aardappels, komkommerachtigen of paprika; fruit, zoals pitvruchten, citrusvruchten, banaan, steenfruit of zacht fruit; peulvruchten, zoals bonen, linzen, erwten of sojabonen; oliehoudende planten, zoals koolzaad, mosterd, zonnebloem, ricinusolieplanten, cacaobonen of aardnoten; planten van de komkommerfamilie; wijnstokken; noten; sierplanten; zoals bloemen, heesters, breedbladige bomen of groenblijvers.
In bepaalde uitvoeringsvormen kan de plant een gewas zijn, dat wordt gekozen uit de groep bestaande uit maïs, sojaboon, alfalfa, katoen, zonnebloem, Brassica napus (bijvoorbeeld canola, raapzaad), Brassica rapa, Brassica juncea (bijvoorbeeld (blad)mosterd), Brassica carinata, Arecaceae sp. (bijvoorbeeld oliepalm, kokosnoot), rijst, tarwe, suikerbiet, suikerriet, haver, rogge, gerst, pluimgierst en sorghum, triticale, vlas, noten, druiven, en verschillende fruitsoorten en groenten uit verscheidene botanische taxa, bijvoorbeeld Rosaceae sp. (bijvoorbeeld pitvruchten, zoals appels en peren; steenvruchten, zoals abrikozen, kersen, amandels, pruimen en perziken; besvruchten, zoals aardbeien, frambozen, rode en zwarte bes en kruisbes), Ribesioidae sp., Juglandaceae sp., Betulaceae sp., Anacardiaceae sp., Fagaceae sp., Moraceae sp., Oleaceae sp. (bijvoorbeeld olijfboom), Actinidaceae sp., Lauraceae sp. (bijvoorbeeld avocado, kaneel, kamfer), Musaceae sp. (bijvoorbeeld bananenbomen en -plantages), Rubiaceae sp. (bijvoorbeeld koffie), Theaceae sp. (bijvoorbeeld thee), Sterculiceae sp., Rutaceae sp. (bijvoorbeeld citroenen, sinaasappels, mandarijnen en grapefruit); Solanaceae sp. (bijvoorbeeld tomaten, aardappels, pepers, paprika, aubergines, tabak), Liliaceae sp., Compositae sp. (bijvoorbeeld sla; artisjokken; en cichorei, met inbegrip van koffiecichorei, andijvie of wilde cichorei), Umbelliferae sp. (bijvoorbeeld peen, peterselie, selderij en knolselderij), Cucurbitaceae sp. (bijvoorbeeld komkommers, met inbegrip van augurken; pompoenen; watermeloenen; kalebassen; en meloenen), Alliaceae sp. (bijvoorbeeld prei en uien), Cruciferae sp. (bijvoorbeeld witte kool, rode kool, broccoli, bloemkool, spruitkool, paksoi, koolrabi, radijs, mierikswortel, tuinkers en Chinese kool), Leguminosae sp. (bijvoorbeeld pinda's, erwten, linzen en bonen, bijvoorbeeld gewone bonen en tuinbonen), Chenopodiaceae sp. (bijvoorbeeld snijbiet, voederbiet, spinazie, rode biet), Linaceae sp. (bijvoorbeeld hennep), Cannabeacea sp. (bijvoorbeeld cannabis), Malvaceae sp. (bijvoorbeeld okra, cacao), Papaveraceae (bijvoorbeeld klaproos), Asparagaceae (bijvoorbeeld asperge); nuttige planten en sierplanten in de tuin en bossen, met inbegrip van graszode, gazon, gras en Stevia rebaudiana; en in elk geval genetisch gemodificeerde typen van deze planten.
BE2019/5820
In bepaalde uitvoeringsvormen kan de plant een gewas zijn, dat wordt gekozen uit maïs, sojaboon of andere bonen, katoen of andere vezelplanten, tarwe, gerst, sorghum, pluimgierst, haver, rogge, triticale, rijst of andere granen, suikerriet, pitvruchtbomen, steenvruchtbomen, notenbomen of andere boomgaardbomen, alfalfa of andere peulvruchten, suikerbiet, voederbiet, papaja, banaan en kookbananen of andere vruchten, wijnstokken, koolzaad, zonnebloem of andere oliehoudende gewassen, pompoen, komkommer, meloenen of andere komkommerachtigen, palm, purgeernoot of andere brandstofgewassen, kolen, tomaat, peper of andere groenten, sierplanten, heesters, populier, eucalyptus of andere bomen, groenblijvers, grassen, koffieplanten, theeplanten, tabaksplanten, hopplanten, rubberplanten en latexplanten.
In bepaalde uitvoeringsvormen kan de plant een lid van de granen, peulvruchten, groenten, fruitsoorten, noten, oliehoudende zaden of sierplanten zijn.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de plant een niet-transgene of een transgene plant.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de schimmelinfectie een schimmelinfectie op een landbouw- of tuinbouwgewas door één of meer fytopathogene schimmels. Fytopathogene schimmels kunnen behoren tot de Ascomyceten (bijvoorbeeld Venturia, Podosphaera, Erysiphe, Monilinia, Mycosphaerella, Uncinula, Aspergillus, Magnaporhte spp (Magnaporthaceae)·, Thielaviopsis spp. (Ceratocysidaceae)y Basidiomycetes (bijvoorbeeld het geslacht Hemileia, Rhizoctonia, Phakopsora, Puccinia, Ustilago, Tilletia, Armillariay, Fungi imperfecti (bijvoorbeeld Botrytis, Helminthosporium, Rhynchosporium, Fusarium, Septoria, Cercospora, Alternaria, Pyricularia en Pseudocercosporellay Oomycetes (bijvoorbeeld Phytophthora, Peronospora, Pseudoperonospora, Albugo, Bremia, Pythium, Pseudosclerospora, Hyaloperonospora, Plasmopara). In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de fytopathogene schimmel gekozen uit de groep bestaande uit Colletotrichum, Botrytis, Alternaria, Fusarium, Rhizoctonia, Sclerotinia, Verticillium, Pythium, Phytophtora, Puccinia, Erysiphales (met inbegrip van echte meeldauw) en Peronosporaceae (met inbegrip van valse meeldauw); waarbij bij voorkeur de fytopathogene schimmel Colletotrichum coccodes, Botrytis cinerea, Alternaria solani of Fusarium graminearum is.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de schimmel een pathogene schimmel gekozen uit de groep bestaande uit Colletotrichum, Botrytis, Alternaria, Fusarium, Rhizoctonia, Sclerotinia, Verticillium, Pythium, Phytophtora, Puccinia, Erysiphales (met inbegrip van echte meeldauw) en Peronosporaceae (met inbegrip van valse meeldauw), Thielaviopsis spp (kankerrot, zwarte wortelrot), Magnaporthe grisea (brusone); Armillaria spp (virulente
BE2019/5820 pathogenen van bomen), Ustilago spp. (brandziekte), Phakospora pachyrhizi (sojabonenroest), Guignardia bidwellii (zwart rot bij druiven), Blumeria graminis (echte meeldauw op grassen en granen), Mychosphaerella spp., Venturia spp. (bijvoorbeeld V. inaequalis (appelschurft)), Monilinia spp. (bruinrot van steenvruchten).
De onderhavige uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het bereiden van een antischimmelsamenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat volgens de onderhavige uitvinding, omvattende het mengen van een C8-C10-vetzuur, in het bijzonder caprinezuur, pelargonzuur of caprinezuur, meer in het bijzonder pelargonzuur, of een oplossing die dergelijk vetzuur omvat met cholinehydroxide of een oplossing die cholinehydroxide omvat, waardoor een samenstelling wordt verkregen, die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het vetzuur eerst met water gemengd, waardoor een waterige oplossing van het vetzuur wordt verkregen. In bepaalde uitvoeringsvormen worden het C8-C10-vetzuur, in het bijzonder caprinezuur, pelargonzuur of caprinezuur, en cholinehydroxide gemengd in een verhouding van 2:1 tot 1:2, bij voorkeur in een verhouding van 1,5:1 tot 1:1,5 of in een verhouding van 1,2:1 tot 1:1,2, met meer voorkeur in equimolaire verhoudingen.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder de stap van het mengen van de actieve verbindingen met ten minste één verder toevoegsel en/of hulpmiddel, zoals een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel, een antivriesmiddel of een andere stabilisator, een verdikkingsmiddel, een buffermiddel, een schuim- of antischuimmiddel, een antioxidans, een conserveermiddel of een kleurmiddel.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze voor het bereiden van een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat, verder de stap van het verdunnen van de samenstelling met een geschikt oplosmiddel, bij voorkeur water, in het bijzonder voorafgaand aan het aanbrengen. Meer in het bijzonder kan de samenstelling die een cholinezout van een C8C10-vetzuur, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat, worden verdund met water in een verhouding van 1:2 tot 1:1000, bijvoorbeeld in een verhouding van 1:2 tot 1:100000, 1:4 tot 1:10000, 1:5 tot 1:1000, of 1:10 tot 1:500, bij voorkeur in een verhouding van 1:5 tot
BE2019/5820
1:250. De samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, in het bijzonder cholinecaprylaat, cholinepelargonaat of cholinecapraat, meer in het bijzonder cholinepelargonaat omvat, kan bijvoorbeeld worden verdund met water in een verhouding van 1:10 tot 1:500, 1:20 tot 1:200, 1:25 tot 1:100, 1:40 tot 1:500 of 1:50 tot 1:100.
De onderhavige aanvrage verschaft eveneens aspecten en uitvoeringsvormen zoals vermeld in de volgende Statements:
1. Gebruik van een samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat als een fungicide.
2. Het gebruik volgens statement 1, waarbij de samenstelling een waterige samenstelling is die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat.
3. Het gebruik volgens statement 1 of 2, waarbij de samenstelling is geformuleerd als een spray of sproeibare vloeistof, of als een concentraat.
4. Het gebruik volgens een van de statements 1 tot 3, waarbij de samenstelling 0,01% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat.
5. Het gebruik volgens statement 4, waarbij de samenstelling een concentraat is dat 5% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C5-C13-vetzuur, bij voorkeur 10% (w/v) tot 60% (w/v) van een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat.
6. Het gebruik volgens statement 4, waarbij de samenstelling een sproeibare vloeistof is die 0,01% (w/v) tot 5% (w/v) van een cholinezout van een C5-C13-vetzuur, bij voorkeur 0,05% (w/v) tot 2% (w/v) van een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat.
7. Het gebruik volgens een van de voorgaande statements, waarbij de samenstelling verder ten minste één verder toevoegsel en/of hulpmiddel, zoals als een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel, een antivriesmiddel, een verdikkingsmiddel, een buffermiddel, een antischuimmiddel, een antioxidans, een bruismiddel of een kleurmiddel, omvat.
8. Het gebruik volgens statement 1, waarbij de samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat een vaste of poedervormige samenstelling is, die ten minste 70% (w/w), ten minste 80% (w/w) of ten minste 90% (w/w/) of tot 100% (w/w) van het cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat.
9. Het gebruik volgens een van de voorgaande statements, waarbij het cholinezout van een C5-C13-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat is, waarbij bij voorkeur het cholinezout van een C5-C13-vetzuur cholinepelargonaat is.
BE2019/5820
10. Een werkwijze voor het voorkomen of bestrijden van een schimmelinfectie op een plant of een plantendeel, waarbij de werkwijze het aanbrengen van een samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant omvat.
11. De werkwijze volgens statement 10, waarbij de schimmelinfectie bestaat uit één of meer pathogenen gekozen uit de groep bestaande uit Colletotrichum, Botrytis, Alternaria, Fusarium, Rhizoctonia, Sclerotinia, Verticillium, Pythium, Phytophtora, Puccinia, Erysiphales (met inbegrip van echte meeldauw), Peronosporaceae (met inbegrip van valse meeldauw), Thielaviopsis spp., Magnaporthe grisea, Armillaria spp, Ustilago spp., Phakospora pachyrhizi, Guignardia bidwellii, Blumeria graminis, Mycosphaerella spp., Venturia spp. en Monilinia spp.; waarbij bij voorkeur de schimmel Colletotrichum coccodes, Botrytis cinerea, Alternaria solani of Fusarium graminearum is.
12. De werkwijze volgens statement 10 of 11, waarbij de plant of het plantendeel een landbouw- of tuinbouwgewas is.
13. De werkwijze volgens een van de statements 10 tot 12, waarbij de werkwijze het aanbrengen van een samenstelling die 0,01% (w/v) tot 5% (w/v) van een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant omvat.
14. De werkwijze volgens een van de statements 10 tot 13, waarbij de samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant wordt gesproeid.
15. De werkwijze volgens een van de statements 10 tot 14, waarbij de samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat een samenstelling is die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat, waarbij bij voorkeur de samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat een samenstelling is die cholinepelargonaat omvat.
16. Een werkwijze voor het bereiden van een samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat, bij voorkeur een samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat, met meer voorkeur een samenstelling die cholinepelargonaat omvat, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat, (i) eventueel het mengen van een C5-C13-vetzuur, bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, met water, waardoor een oplossing
BE2019/5820 van een C5-C13-vetzuur, bij voorkeur een oplossing van caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur een oplossing van pelargonzuur wordt verkregen; en (ii) het mengen van een C5-C13-vetzuur, bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, of de oplossing van een C5-C13-vetzuur, bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, met cholinehydroxide.
17. De werkwijze volgens statement 16, waarbij een C5-C13-vetzuur, bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, en cholinehydroxide worden gemengd in een verhouding van 2:1 tot 1:2, bij voorkeur in een verhouding van 1,5:1 tot 1:1,5, met meer voorkeur in equimolaire verhoudingen.
18. De werkwijze volgens statement 16 of 17, waarbij de werkwijze verder het mengen van de samenstelling met ten minste één van een hulpmiddel, een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel of een versnijdingsmiddel omvat.
19. De werkwijze volgens een van de statements 16 tot 18, waarbij de werkwijze de stap van het verdunnen of oplossen van de samenstelling die een cholinezout van een C5-C13-vetzuur omvat, bij voorkeur de samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat, met meer voorkeur de samenstelling die cholinepelargonaat omvat, voorafgaand aan aanbrenging omvat.
20. De werkwijze volgens statement 17, waarbij de samenstelling bij een verhouding van 1:2 tot 1:1000, bij voorkeur bij een verhouding van 1:5 tot 1:250 wordt verdund.
Alhoewel de uitvinding is beschreven in samenhang met specifieke uitvoeringsvormen daarvan, zal het duidelijk zijn dat veel alternatieven, modificaties en variaties deskundigen op dit gebied in het licht van de voorgaande beschrijving duidelijk zullen zijn. Dienovereenkomstig is het de bedoeling dat al dergelijke alternatieven, modificaties en variaties zoals volgt in de kern en brede omvang van de bijgevoegde conclusies hieronder vallen.
De hierin geopenbaarde aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding worden verder gestaafd door de volgende niet-beperkende voorbeelden.
BE2019/5820
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Studie van de fytotoxiciteit van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling op slaplanten
Doel. Het doel van dit experiment was het beoordelen van de fytotoxiciteit van een mengsel van pelargonzuur (ook wel aangeduid als PLA) en cholinehydroxide op slaplanten teneinde te bepalen in welke mate het fytotoxische effect van pelargonzuur kan worden geneutraliseerd door dit te mengen met een cholinehydroxide. Daarnaast was een bijzonder doel het beoordelen van de potentiële werkzaamheid van dit cholinepelargonaatzout als een fungicide zonder enige fytotoxiciteit op gewassen te induceren.
Procedure. Een neutralisatiereactie werd uitgevoerd met pelargonzuur (>97%) en cholinehydroxide (45%) op basis van de titratiekromme (Figuur 1). Op basis van de titratiekromme werd een voorraadoplossing van cholinepelargonaat (29,1% PLA (>97%) en 40,4% cholinehydroxide (45%)) bereid door het mengen van 14,55 ml pelargonzuur met 15,25 ml gedestilleerd water en daarna het toevoegen van 20,2 ml cholinehydroxide. De cholinepelargonaatvoorraadoplossing werd verdund in gedestilleerd water om een verdunde cholinepelargonaatsamenstelling te verkrijgen, die ongeveer 2,5% pelargonzuur omvat. De totale concentratie van cholinepelargonaat in de watersproeioplossing was 37,08 g a.i./l (a.i. = actief bestanddeel).
De volgende stap was het bepalen van de fytotoxiciteit van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling op slaplanten. Geteste concentraties worden Tabel 1 gegeven. Als een controle werden planten met water behandeld. De planten werden eveneens behandeld met een verdunde pelargonzuursamenstelling, met inbegrip van een verdunde pelargonzuuroplossing op basis van het in de handel verkrijgbare product Beloukha (Belchim Crop Protection).
Tabel 1: Geteste samenstellingen met hun pelargonzuurconcentratie en pH
Geteste samenstelling Pelargonzuurconcentratie PH
Controle - 5,99
BE2019/5820
Geteste samenstelling Pelargonzuurconcentratie PH
Beloukha (680 g/l) 2,5% 3,59
Pelargonzuur (>97%) 2,5% 3,75
Cholinepelargonaat 2,5% 8,17
Slaplanten werden met een kleine handsproeier met de betreffende samenstellingen tot het afdruipstadium besproeid en bij 20°C geïncubeerd. Elke samenstelling werd getest met een opzet bestaande uit zes planten. Een visuele bepaling werd na het sproeien op 5 de slaplanten uitgevoerd. Het effect van fytotoxiciteit (necrose of verkleuring) werd gescoord op een schaal van 0 tot 100%, waarbij 0% geen fytotoxiciteit en 100% volledige fytotoxiciteit op planten aangeven.
Resultaten. Fytotoxiciteit werd al na één dag waargenomen op slaplanten die waren behandeld met de oplossing die is verkregen van pelargonzuur (>97%) en Beloukha 10 (Tabel 2). Voor planten die zijn behandeld met de samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding werd na 7 dagen vrijwel geen fytotoxiciteit waargenomen. De cholinepelargonaat omvattende samenstelling is derhalve veilig voor planten en deze werd verder getest als een fungicide.
Tabel 2: Beoordeling fytotoxiciteit (%) op slaplanten (n=6)
Geteste samenstelling 0 DAA 1 DAA 2 DAA 7 DAA
Controle 0,00 0,33 0,83 4,67
Belouka 0,00 56,67 57,50 69,17
Pelargonzuur 0,00 60,00 60,83 70,00
Cholinepelargonaat 0,00 1,33 1,67 3,50
DAA: dag(en) na aanbrenging; controle: water
BE2019/5820
Voorbeeld 2: beoordeling van het gebruik volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling als een fungicide
Doel. Het doel van dit experiment was het beoordelen van de werkzaamheid van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling tegen enkele gekozen pathogenen in vitro.
Procedure. Stammen die voor deze proef (Tabel 3) werden gebruikt, werden op aardappeldextroseagar (PDA) bij 25°C gehouden en ververst.
Tabel 3: Pathogenen gebruikt in het Voorbeeld 3
Pathogeen Gewas Land geïsoleerd
Colletotrichum coccodes Aardappel Nederland
Botrytis cinerea Sla België
Alternaria solani Aardappel Nederland
Fusarium graminearum Tarwe België
Botrytis cinerea Wijnstok Italië
In een eerste opzet werd een testsamenstelling direct toegevoegd aan PDA (ongeveer 20 ml/petrischaaltje) (Tabel 4). Proppen van agar (diameter 8mm) uit twee weken oude culturen werden in het midden van de PDA-platen geplaatst. Elke test werd in 4 herhalingen uitgevoerd. De petrischaaltjes werden vervolgens bij 25°C geïncubeerd. Na 6 dagen incubatie werd de diameter van de kolonies in 2 loodrechte richtingen gemeten.
Het percentage remming werd voor elke geteste samenstelling berekend en met de onbehandelde PDA vergeleken.
BE2019/5820
Tabel 4: Geteste samenstellingen met hun actieve bestanddelen, verdunning en pH
Geteste samenstelling (% Al) Actief bestanddeel Hoeveelheid van de samenstelling in 50 ml pH van het medium
Controle - - 5,43
Beloukha (0,25%) 68% pelargonzuur 1,1 ml (n.d.)
Beloukha (2,50%) 68% pelargonzuur 11 ml 4,66
Cholinepelargonaat (0,36%)* 42% cholinepelargonaat 2,58 ml (n.d.)
Cholinepelargonaat (3,6%)* 42% cholinepelargonaat 25,8 ml 7,03
Controle: water; Al: actief bestanddeel; n.d.: niet bepaald *: A cholinepelargonaatvoorraadoplossing van cholinepelargonaat (aangeduid als 29,1% PLA (>97%) en 40,4% cholinehydroxide (45%) - pH 8,78) werd als in Voorbeeld 1 bereid 5 door het mengen van 14,55 ml PLA met 15,25 ml gedestilleerd water en daarna het toevoegen van 20,2 ml cholinehydroxide.
Resultaten. De resultaten toonden dat na 6 dagen incubatie voor alle samenstellingen met Beloukha en cholinepelargonaat (Tabel 5) vrijwel altijd 100% remming op de myceliumgroei kon worden waargenomen in vergelijking met controleplaten, wat duidt op 10 een goede werkzaamheid van pelargonzuur en cholinepelargonaat op deze pathogenen in vitro bij de geteste concentraties. Cholinepelargonaat toont derhalve goede fungicide eigenschappen bij de geteste concentraties.
BE2019/5820
Tabel 5: Gemiddelde myceliumdiameter (mm) en % remming van de pathogenen (cursief) na 6 dagen incubatie bij 25°C. Gegevens zijn gemiddelden ± standaarddeviatie (n=4) (*)
\ Pathogeen Geteste \ samenstelling (%AI) \ Colletotrichum coccodes Botrytis cinerea (sla) Alternaria solani Fusarium graminearum Botrytis cinerea (wijnstok)
Controle 43,0 ±4,2 76,0 ±0,0 58,5 ±2,7 76,0 ±0,0 74,6 ±2,8
Beloukha (0,25%) 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 15,3 ±11,0 0,0 ±0,0
100% 100% 100% 80% 100%
Beloukha (2,50%) 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0
100% 100% 100% 100% 100%
Cholinepelargonaat 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 17,6 ±21,1 0,0 ±0,0
(0,36%) 100% 100% 100% 77% 100%
Cholinepelargonaat 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0 0,0 ±0,0
(3,6%) 100% 100% 100% 100% 100%
Controle: water; Al: actief bestanddeel (*) als in Tabel 4
Voorbeeld 3: Beoordeling van het gebruik volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling als een fungicide (in vivo)
Doel. Het doel van dit experiment was het beoordelen van de werkzaamheid van een 10 cholinepelargonaat omvattende samenstelling in vivo.
Procedure. Test met één enkel blad met echte meeldauw (Podosphaera xanthii). Een courgetteplant werd geselecteerd met een infectie met echte meeldauw op oude bladeren.
BE2019/5820
Naast een blad dat de eerste tekenen van infectie van echte meeldauw toont (blad N-1), werden twee bladeren zonder infectie (bad N en N+1) geselecteerd.
Bad N werd besproeid met een oplossing van 0,8% cholinepelargonaat in water tot vlak voor het afdruipstadium. Bladeren (N+1) en (N-1) werden onbehandeld gelaten. De schimmelinfectie werd 8 dagen na de behandeling bepaald.
Resultaten. Na 8 dagen waren beide onbehandelde bladeren uitgebreid geïnfecteerd: respectievelijk ongeveer 100% en ongeveer 80% van het oppervlak van blad (N-1) en blad (N+1) was met echte meeldauw bedekt. Daarentegen was minder dan 5% van het oppervlak van blad N, behandeld met 0,8% cholinepelargonaat, met echte meeldauw bedekt.
Behandeling met 0,8% cholinepelargonaat in water bestrijdt met succes echte meeldauw bij courgette.
Voorbeeld 4: Beoordeling van het gebruik volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling als een fungicide (aardappelbladschijven)
Doel. Het doel van dit experiment was het beoordelen van de werkzaamheid van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling tegen Phytopthora infestans op aardappels door middel van een kunstmatige enting in een bladschijfexperiment.
Procedure. Phytopthora /nfesfans-inoculum werd bereid door het plaatsen van Bintjeblaadjes op het omgekeerde dekseltje van een water-agar-petrischaaltje (10 g agar/l) om een vochtige kamer te simuleren. Elk blaadje werd geïnfecteerd met Phytopthora infestans door het daarop plaatsen van twee druppeltjes van 20 pl steriel gedemineraliseerd water waarin mycelium was gesuspendeerd, dat met een punt was genomen van een kolonieplaat (gehouden op roggeagar bij 18°C). De petrischaaltjes werden een nacht bij 18°C in het donker en vervolgens met een lichtperiode van 16 h (16 h licht - 8h donker) onder dezelfde omstandigheden van temperatuur 5 tot 7 dagen geïncubeerd.
Na de incubatieperiode werden de sporangia in een Falcon-buisje van 50 ml in 10 ml steriel gedemineraliseerd water verzameld. Het blad werd op de zijkant van het Falconbuisje geplaatst en gedemineraliseerd water werd op het blad gepipetteerd. Uitgelekt water werd in het Falcon-buisje verzameld en het Falcon-buisje werd rustig geschud teneinde de sporangia vrij te maken. De sporangiaconcentratie werd geteld met
BE2019/5820 gebruikmaking van een hemacytometer en ingesteld op 1 x 105 sporen/ml. Vóór enting voor de werkzaamheidsproef werd de suspensie 2h bij 4°C geïncubeerd om de vorming en het vrijkomen van zoösporen mogelijk te maken.
Voor de werkzaamheidsproef werden Bintje-bladeren 1 min in de betreffende behandelingen (getoond in Tabel 6) ondergedompeld, waarna deze de gelegenheid werd gegeven te drogen. Na het drogen werden de blaadjes geplaatst op het dekseltje van een omgekeerd water-agar-petrischaaltje (10 g water-agar/l). Een druppeltje van 20 pl van de als hiervoor bereide zoösporensuspensie werd in het midden van elk blaadje geënt. Deze petrischaaltjes werden vervolgens in klimaatkamers bij 18°C in het donker geurende de eerste 16h en vervolgens met een lichtperiode van 16h geïncubeerd. Elke behandeling werd op 5 petrischaaltjes getest.
Na 7 dagen incubatie werd de laesiegrootte in twee loodrechte richtingen gemeten. Het laesieoppervlak (S) werd berekend met gebruikmaking van de vergelijking van een ellips: S=m x L x I x %, waarbij L en I respectievelijk de lengte van de hoofdas en de lengte van de bijas van de ellips zijn.
Tabel 6: Geteste samenstellingen met hun actieve bestanddelen, dosering en concentratie
Geteste samenstelling Actief bestanddeel Dosering (l.kg/ha)(*) ml product in 100ml water
1. Controle - - -
2. Dithane WG Mancozeb 75% 2 0,4
3. Cholinepelargonaat cholinepelargonaat 42% 1 0,2
4. Cholinepelargonaat cholinepelargonaat 42% 10 2
5. Beloukha pelargonzuur 29% 1 0,2
Controle: water; *: gebruikt watervolume 500 l/ha
BE2019/5820
Resultaten. Na 7 dagen incubatie kon voor alle behandelde blaadjes een goede werkzaamheid worden waargenomen (Tabel 7). Blaadjes die met cholinepelargonaat waren behandeld, vertoonden vrijwel dezelfde werkzaamheid als met Dithane behandelde blaadjes. Verder kon een dosisreactie worden waargenomen voor de met cholinepelargonaat behandelde blaadjes. Blaadjes die met de hoogste concentratie van cholinepelargonaat waren behandeld, vertoonden enige ondergeschikte fytotoxiciteitssymptomen aan de rand en de steel, welke vermoedelijk werden bevorderd door verwonding tijdens monstername en hantering. Bladeren die zijn behandeld met Beloukha in een concentratie die overeenkomt met 11/ha vertoonden fytotoxische effecten aan de rand en de steel, wat strookt met de bekende fytotoxische effecten van pelargonzuur.
Tabel 7. Laesiegrootte van Phytopthora infestans op aardappelbladeren na 7 dagen incubatie. Gegevens zijn gemiddelden ± standaarddeviatie (n=5).
Behandeling Laesiegrootte (cm2) Werkzaamheid (%) (Abbott)
1 (controle) 9,08 ± 3,78 -
2 (dithane WG) 0,00 ± 0,00 100,0
3 (cholinepelargonaat) 0,41 ±0,57 84,9
4 (cholinepelargonaat) 0,00 ± 0,00 100,0
5 Beloukha 0,96 ± 1,33 64,67
Voorbeeld 5: Beoordeling van het gebruik volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling als een fungicide (druivenbladschijven)
Doel. Het doel van dit experiment was het beoordelen van de werkzaamheid van een cholinepelargonaat omvattende samenstelling tegen Plasmopara viticola door middel van een kunstmatige enting in een druivenbladschijfexperiment.
Procedure.
BE2019/5820
Een voorraadoplossing van cholinepelargonaat (29,1% PLA en 40,4% cholinehydroxide, pH 8,82) werd bereid door het mengen van 14,55 ml PLA met 15,25 ml gedestilleerd water en daarna het toevoegen van 20,2 ml cholinehydroxide. De cholinepelargonaatvoorraadoplossing (42,04%) werd verdund teneinde een oplossing met een eindconcentratie van cholinepelargonaat van 1 ml/l en 10 ml/l te maken. De twee cholinepelargonaatoplossingen, water als negatieve controle en koperhydroxide (2 g/l) als positieve controle werden voor deze test gebruikt. Voor elk object werden 4 petriplaten bereid en elke plaat bevat 5 druivenbladschijven (zie Tabel 8 hieronder).
Tabel 8. Overzicht van behandelingen
Objecten Actief Bestanddeel (l,kg/ha)(*) ml,g product in 100ml water
Onbehandelde (negatieve controle - water)
Koper (positieve controle) koperhydroxide 2 kg/ha 0,2
cholinepelargonaat 42% cholinepelargonaat 1 l/ha 0,1
cholinepelargonaat 42% cholinepelargonaat 10 l/ha 1
Controle: water; *: gebruikt watervolume 10001/ha
Bereiding bladschijven: bladschijven (diameter 19 mm) werden bereid uit druivenstekken (variëteit Pinot Nero Entav 115) met gebruikmaking van de jonge bladeren. Er werden 5 bladschijven in elke petriplaat op geautoclaveerd papier (4 lagen) geplaatst, waarbij het papier van tevoren was bevochtigd door toevoeging van 8,5 ml steriel water in elke plaat. De bladschijven werden met het onderoppervlak naar boven op het papier geplaatst.
Aanbrenging van testproducten en enting van pathogeen: de bladschijven werden om 11:30 uur behandeld met de testproducten (dat wil zeggen een preventieve aanbrenging) en de bladeren werd de gelegenheid gegeven te drogen. De producten werden besproeid met een kleine handsproeier; 5 besproeiingen werden op elke plaat aangebracht. Dezelfde dag om 16:30 uur werd een suspensie van P. v/ï/co/a-sporen met een eindconcentratie van 2*105 sporen/ml aangebracht (5 uur na aanbrenging van
BE2019/5820 testproduct) op de bladschijven. De geënte platen werden een nacht in het donker bij 25°C geïncubeerd. De volgende dag werden de bladschijven onder een laminaire stroming gedroogd en vervolgens weer bij 25°C geplaatst. De ziektebepaling werd 7 dagen na de kunstmatige enting gedaan.
Resultaten. De bepaling van de ernst van de ziekte werd 7 dagen na de kunstmatige enting uitgevoerd en deze toonde dat ongeveer 58% van het controlebladschijfoppervlak (behandeling met water) was aangetast door P. viticola. De als positieve controle uitgevoerde behandeling met koper vertoonde geen ziektesymptomen op de bladschijven. De controlebehandelingen bevestigden dat het experiment betrouwbaar is en de kunstmatige enting naar behoren werkte. De met 10 ml/l cholinepelargonaat behandelde schijven vertoonden geen symptomen (ernst 0%), terwijl het 1 ml/l cholinepelargonaat een zeer laag niveau van sporenvorming van 5,3% vertoonde. In een hoeveelheid van 10 ml/l en 1 ml/l aangebracht cholinepelargonaat vertoonde derhalve resultaten met betrekking tot werkzaamheid die vergelijkbaar zijn met die van het referentiekoperhydroxide (Coprantol Hi Bio).
De test werd een tweede en een derde maal uitgevoerd (gegevens niet getoond) en de resultaten werden bevestigd: TMAP vertoonde een werkzaamheid tegen P. viticola die vergelijkbaar is met die van het referentiekoper.
Voorbeeld 6: Beoordeling van de werkzaamheid van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm omvattende cholinepelargonaat als een fungicide tegen Phytophthora infestans in aardappel
Doel van de proef: Het doel van deze test was het beoordelen van de werkzaamheid van een samenstelling die de uitvinding illustreert (aangeduid als “BPA 056”) tegen Phytophthora infestans. Om dit doel te bereiken werden verscheidende concentraties van de samenstelling getest. De test werd uitgevoerd door het inoculeren van een mengsel van de samenstelling en sporen op aardappelbladschijven en het beoordelen van de werkzaamheid op de ernst van de ziekte.
Oorsprong van het onderzoek: Screening en ontwikkeling van nieuwe oplossingen tegen aardappelziekte.
Materialen en werkwijzen
De Phytophthora infestans-stam 18BE11 werd in deze test gebruikt. Deze stam komt uit België, is geïsoleerd uit geïnfecteerd blad in 2018, en is gegenotypeerd als EU36_A2 door
BE2019/5820 het Wageningen Instituut. Het inoculum werd op roggeagarmedium gehouden en door het infecteren van aardappelbladeren, variëteit Bintje, ververst teneinde nieuw inoculum te produceren. De op de verse laesies van de bladeren verzamelde sporen werden in deze proef gebruikt.
Aardappelplanten van de cultivar Bintje werden 3-4 weken in een kas onder natuurlijke omstandigheden gekweekt. Bladeren van hetzelfde fysiologische stadium werden voor deze test gebruikt.
De samenstellingen en concentraties worden in Tabel 9 hieronder getoond. Fluazinam is het referentieproduct in deze proef.
Tabel 9: Geteste samenstellingen en concentraties in een proef voor het testen van de werkzaamheid van verschillende samenstellingen tegen Phytophthora infestans in aardappel
Product Actief bestanddeel/ actieve bestanddelen g ai/l in product ml/l getest ppm (ai) getest
Onbehandeld Water / / /
Shirlan Fluazinam 500 0,2 100
BPA 056 Cholinepelargonaat 400 10 4000
BPA 056 Cholinepelargonaat 400 1 400
BPA 056 Cholinepelargonaat 400 0,1 40
BPA 056 Cholinepelargonaat 400 0,01 4
Uitvoering proef:
Deze proef werd uitgevoerd op schijven van aardappelbladeren. Alle behandelingen werden getest op 5 bladschijven elk.
De sporenoplossing werd bereid door het verzamelen van verse sporangia van geïnfecteerde bladeren (ongeveer 5 tot 7 dagen na inoculatie) in gedemineraliseerd water. De sporenconcentratie werd ingesteld op 125 000 sporen/ml en bij 4°C 2 uur geïncubeerd om de zoösporendifferentiatie en -afgifte te induceren.
De productoplossingen werden bereid door oplossingen met een concentratie van 2x in gedemineraliseerd water te maken.
BE2019/5820
De sporenoplossing werd gemengd met de productoplossing (1:1 v:v)
Elke bladschijf werd geïnoculeerd met 3x 10μΙ van het sporen-productmengsel.
De bladschijven werden bij 18°C en 100% RH 24h in het donker en vervolgens bij een 16h lichtperioderegime geïncubeerd.
De test werd eenmaal uitgevoerd.
Bepaling
Zes dagen na inoculatie werd het percentage van ernst van de ziekte (oppervlak bedekt met sporulerende Phytophthora) visueel op elke bladschijf bepaald.
Resultaten
De resultaten uitgedrukt in percentage van ernst van de ziekte worden in Tabel 10 hieronder getoond.
De ernst van de ziekte bereikte 100% op de 5 bladschijven van de onbehandelde controle.
De referentie, fluazinam, vertoonde 100% werkzaamheid bij 100 ppm.
BCP 056 bereikte het maximale niveau van werkzaamheid bij de hoogste dosis, 4000 ppm, en nam vervolgens af tot 80% werkzaamheid voor de doses van 400 ppm, 40 ppm en 4 ppm. Er werd geen dosiseffect waargenomen bij de drie laatste verdunningen (400 ppm, 40 ppm en 4 ppm).
Het niveau van werkzaamheid bij 4 ppm was zeer bevredigend in deze proef.
Tabel 10: Ernst ziekte (%) op aardappelbladschijven
Bladschijf Onbehandeld Fluazinam 100 ppm BPA 056 4000 ppm BPA 056 400 ppm BPA 056 40 ppm BPA 056 4 ppm
a 100 0 0 0 0 100
b 100 0 0 0 100 0
c 100 0 0 0 0 0
d 100 0 0 0 0 0
e 100 0 0 100 0 0
Gern. 100 0 0 20 20 20
BE2019/5820
Conclusie
Een samenstelling die de uitvinding illustreert (dat wil zeggen BPA 056) vertoonde een interessant niveau van werkzaamheid bij een concentratie van 4 ppm bij bestrijding van Phytophthora infestans op bladschijven.
Voorbeeld 7: Beoordeling van de werkzaamheid van samenstellingen omvattende cholinezouten van C8-, C9- en C10-vetzuren volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding tegen pathogenen in vitro
Doel: Het doel van dit experiment was het beoordelen van de werkzaamheid van verschillende cholinezouten die zijn afgeleid van C8-, C9- en C10-vetzuren tegen enkele gekozen pathogenen in vitro. De geteste cholinezouten waren cholineoctanoaat (TMAO), cholinepelargonaat (TMAP) en cholinedecanoaat (TMAD).
Procedure
Stammen die voor deze proef werden gebruikt, werden op aardappeldextroseagar (PDA) bij 25°C gehouden en ververst.
Om te beginnen werd een hoeveelheid testproduct direct toegevoegd in een gegeven volume PDA (ongeveer 20ml/petrischaaltje) (Tabel 11). Proppen agar (diameter 10mm) uit één week oude kweken werden in het midden van de PDA-platen geplaatst. Elk object werd in 4 herhalingen uitgevoerd. De petrischaaltjes werden vervolgens bij 25°C in het donker geïncubeerd. Na 3 en 6 dagen incubatie werd de diameter van de kolonies in 2 loodrecht op elkaar staande richtingen gemeten. Het percentage remming werd berekend voor elk product/elke concentratie in vergelijking met de onbehandelde controle.
Tabel 11: Geteste producten en concentraties in een proef voor het testen van de werkzaamheid van cholinezouten van C8-, C9- en C10-vetzuren
Product Batch nummer Actief bestanddeel Vorm type Concentratie (ml product/l PDA-medium) g a.i./l PDA % (w/v) a.i. getest* PH in PDA
Control / / / / / / 5,27
TMAO 20190731-1 Cholineoctanoaat 43% SL 0,98 0,42 0,042 5,43
TMAO 20190731-1 Cholineoctanoaat 43% SL 9,77 4,2 0,42 5,75
BE2019/5820
Product Batch nummer Actief bestanddeel Vorm type Concentratie (ml product/l PDA-medium) g a.i./l PDA % (w/v) a.i. getest* PH in PDA
TMAP 20190402 Cholinepelargonaat 42% SL 1 0,42 0,042 5,41
TMAP 20190402 Cholinepelargonaat 42% SL 10 4,2 0,42 5,73
TMAD 20190731-2 Cholinedecanoaat 34% SL 1,24 0,42 0,042 5,42
TMAD 20190731-2 Cholinedecanoaat 34% SL 12,35 4,2 0,42 6,13
SL: sproeibare vloeistof; * 1% (w/v) a.i. getest = 1g a.i./100 ml
Resultaten
Na 3 dagen incubatie toonden resultaten 100% remming op de myceliumgroei voor alle pathogenen in vergelijking met controleplaten bij alle cholinezouten met de hoogste 5 concentratie, 0,42% (v/v) (Tabel 12), wat duidt op een goede werkzaamheid van cholinezouten (C8-C9-C10) op deze pathogenen in vitro. Verder werden geen verschillen tussen de verschillende cholinezouten waargenomen en de resultaten waren altijd vergelijkbaar met de geteste concentraties.
Tabel 12: Gemiddelde myceliumdiameter (mm) en % werkzaamheid (cursief) in 10 vergelijking met controle (Abbott) na 3 dagen incubatie bij 25°C. Gegevens zijn gemiddelden ± standaardafwijking (n=4)
Behandeling (a.i. %) Rhizoctonia solani Pythium ultimum Sclerotinia minor Botrytis cinerea Sclerotinia sclerotiorum
Controle 52,4 ±6,5 67,6 ±5,0 68,6 ±8,8 42,7 ±5,8 72,5 ±0,6
TMAO 0,042% 18,9 ±3,8 64% 0,0 ±0,0 100% 2,5 ±2,9 96% 12,1 ±11,0 72% 1,3 ±0,3 98%
TMAO 0,42% 0,0 ±0,0 100% 0,0 ±0,0 100% 0,0 ±0,0 100% 0,0 ±0,0 100% 0,0 ±0,0 100%
TMAP 0,042% 17,1 ±1,9 67% 0,0 ±0,0 100% 2,8 ±4,3 96% 0,9 ±1,8 98% 1,4 ±0,5 98%
TMAP 0,42% 0,3 ±0,5 100% 0,0 ±0,0 100% 0,8 ±0,9 99% 0,0 ±0,0 100% 0,0 ±0,0 100%
BE2019/5820
Behandeling (a.i. %) Rhizoctonia solani Pythium ultimum Sclerotinia minor Botrytis cinerea Sclerotinia sclerotiorum
TMAD 0,042% 27,3 ±6,9 48% 0,0 ±0,0 100% 1,5 ± 1,8 98% 7,0 ± 10,7 84% 2,1 ±1,7 97%
TMAD 0,42% 0,4 ±0,8 99% 0,0 ±0,0 100% 0,5 ±0,6 99% 2,0 ±4,0 95% 0,0 ±0,0 100%
Tot slot vertoonden alle geteste cholinezouten, namelijk cholineoctanoaat (TMAO), cholinepelargonaat (TMAP) en cholinedecanoaat (TMAD), goede fungicide eigenschappen bij geteste doseringen. De C8-, C9- en C10-vetzuurcholinezouten kunnen worden gebruikt als een fungicide op planten met sterk verminderde of zelfs zonder fytotoxische effecten (zie Voorbeeld 8), ondanks het algemeen bekende gebruik van C8-, C9- en C10-vetzuren, zoals caprylzuur, pelargonzuur en caprinezuur, als een herbicide.
Voorbeeld 8: Proef op appelbomen voor het testen van de werkzaamheid van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding die cholinepelargonaat omvat tegen echte meeldauw op appel
Doel: Onderzoeken van de werkzaamheid van TMAP tegen echte meeldauw op appel.
Plantmateriaal: Tijdens de derde week van maart 2017 werden 60 vertakte appelbomen (wortelstok M9 - kloon Golden B) van 2 jaar van lokale kwekerij overgeplant in potten (pot: 12 liter). De 60 gepotte appelplanten werden buiten de kas in S. Michele all’Adige (Trento) gehouden. Planten werden in 3 blokken gehouden. Elk blok bestond uit 20 planten geplaatst in twee rijen (zie schema 1). De planten werden een- of tweemaal per week naar gelang de weersomstandigheden door een druppelirrigatiesysteem bewaterd. De insecticidebehandelingen werden gelijkmatig op alle experimentele planten aangebracht. Twee van de drie objecten werden volgens het voorziene sproeischema tegen echte meeldauw behandeld: Chemische behandelingen, TMAP afzonderlijk, onbehandeld. Eén object werd onbehandeld gelaten als referentie. Voor het “Chemische” object werden verschillende actieve bestanddelen afzonderlijk of in combinatie gebruikt (Tabel 13).
Tabel 13: Geteste producten en concentraties in een proef voor het testen van de werkzaamheid van cholinepelargonaat tegen echte meeldauw op appel
Behandeling Actief bestanddeel Dosering
BE2019/5820
Behandeling Actief bestanddeel Dosering
Onbehandeld / /
TMAP afzonderlijk TMAP 10 ml/l
Chemisch Polysulfur 12 ml/l
Scudex (Penconazole) 0,35 ml/l
Cidely (Cyflufenamid) 0,3 ml/l
Nimrod 250 EW (Bupirimaat) 0,5 ml/l
De behandelingen werden op hetzelfde moment uitgevoerd en de timing van het sproeien werd wekelijks en naar gelang de weersomstandigheden uitgevoerd. De aanbrengingen werden uitgevoerd met een handsproeier onder druk (watervolume 1,5-2 I per object).
Behandelingen/bepaling werden tijdens het seizoen uitgevoerd zoals vermeld in tabel 14 hieronder.
Tabel 14: Overzicht van behandelingen en bepaling tijdens de proef voor het testen van de werkzaamheid van cholinepelargonaat tegen echte meeldauw op appel
Date Object Behandeling Dosering h2o vol.
Dag 0 Onbehandeld - - -
Chemisch Polysulfur 12 ml/l 1,5 I
alleen TMAP Polysulfur 12 ml/l 1,5 I
Dag 9 Onbehandeld - - -
Chemisch Polysulfur 12 ml/l 1,5 I
alleen TMAP Polysulfur 12 ml/l 1,5 I
Dag 15 Onbehandeld - - -
Chemisch Nimrod 250EW 0,5 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 23 Onbehandeld - - -
Chemisch Cidely 0,3 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 30 Onbehandeld - - -
Chemisch Nimrod 250EW+ Delan 70WG 0,5 ml/l + 0,5 g/l 2 I
alleen TMAP TMAP + Delan 70WG 10 ml/l+ 0,5 g/l 2 I
BE2019/5820
Date Object Behandeling Dosering h2o vol.
Dag 37 Onbehandeld - - -
Chemisch Scudex 0,5 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 38 Onbehandeld Epik + Poltiglia Dispers 1,3 g/l + 1 g/l 2 I
Chemisch Epik + Poltiglia Dispers 1,3 g/l + 1 g/l 2 I
alleen TMAP Epik + Poltiglia Dispers 1,3 g/l + 1 g/l 2 I
Dag 44 Onbehandeld - - -
Chemisch Cidely 0,3 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 51 Onbehandeld - - -
Chemisch Scudex 0,35 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 52 Onbehandeld Bemesting K-P-N
Chemisch Bemesting K-P-N
alleen TMAP Bemesting K-P-N
Dag 57 Onbehandeld - - -
Chemisch Scudex 0,35 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 58 Onbehandeld Movento + Delan 3 ml/l + 0,5 g/l 2 I
Chemisch Movento + Delan 3 ml/l + 0,5 g/l 2 I
alleen TMAP Movento + Delan 3 ml/l + 0,5 g/l 2 I
Dag 65 Onbehandeld - - -
Chemisch Nimrod 250EW 0,4 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 71 Onbehandeld - - -
Chemisch Cidely 0,3 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Dag 78 Onbehandeld - - -
Chemisch Scudex 0,35 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
Bepaling echte meeldauw op dag 85 - “ernst”
Dag 86 Onbehandeld - - -
Chemisch Scudex 0,35 ml/l 2 I
alleen TMAP TMAP 10 ml/l 2 I
BE2019/5820
Bepaling
Echte meeldauw: 5 scheuten per plant werden willekeurig gekozen en gelabeld voor de bepalingen. De bepaling op echte meeldauw werd uitgevoerd op dag 85, tien bladeren van elke scheut werden individueel beoordeeld op de aanwezigheid van symptomen, 5 gemarkeerde scheuten per plant werden bepaald. Voor elk object hebben we 20 appelbomen.
Statistische analyse
Gegevens van incidentie van echte meeldauw werden geanalyseerd met gebruikmaking van de Statistica 13.1 software. Omdat de gegevens niet voldeden aan de vereisten voor toepassing van parametrische statistiek, zijn wij verder gegaan met niet-parametrische statistische analyse. Een Kruskal-Wallis-test werd gebruikt voor het aantonen van significante verschillen tussen behandelingen (p < 0,05).
Resultaten
De aanwezigheid van symptomen van echte meeldauw werden beoordeeld op 10 bladeren die aanwezig zijn op elk van de 5 gemarkeerde takken. Op deze wijze werd de incidentie van de ziekte (dat wil zeggen percentage geïnfecteerde bladeren) op 50 bladeren per plant (50 x 20=1000 bladeren per object) beoordeeld. De bepaling toonde dat de beste resultaten werden verkregen door de chemische strategie (8,7% incidentie). De TMAP-objecten vertoonden een statistisch relevante vermindering van symptomen (25,5% incidentie) in vergelijking met de onbehandelde controle (55,3 % incidentie).
Er werden geen symptomen van fytotoxiciteit op de planten waargenomen.
De werkzaamheid van Chemisch object bereikte 84,2%, terwijl TMAP een werkzaamheid van 53,8% bereikte (op dag 85).
Conclusies
Er werd een hoog niveau van ziektedruk door echte meeldauw op appelbladeren verkregen. Het beste resultaat werd verkregen door de chemische strategie met niveaus van werkzaamheid van meer dan 80%. TMAP afzonderlijk vertoonde een gemiddeld niveau van werkzaamheid rond 54%. Belangrijk is dat de herhaalde aanbrengingen van TMAP tijdens het seizoen veilig leek voor het gewas, aangezien geen symptomen van fytotoxiciteit op de planten werden waargenomen. De aanbrengingen van TMAP
BE2019/5820 gedurende het seizoen (april-juli) voor de bescherming tegen echte meeldauw van appel verzekerde een toereikende bescherming.

Claims (15)

Conclusies
1. Gebruik van een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat als een fungicide op een plant of een plantendeel.
2. Gebruik volgens conclusie 1, waarbij de samenstelling een waterige samenstelling is die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat.
3. Gebruik volgens conclusie 1 of 2, waarbij de samenstelling is geformuleerd als een spray of sproeibare vloeistof of als een concentraat.
4. Gebruik volgens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij de samenstelling 0,00001% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat.
5. Gebruik volgens conclusie 4, waarbij de samenstelling een concentraat is dat 5% (w/v) tot 70% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur 10% (w/v) tot 60% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat.
6. Gebruik volgens conclusie 4, waarbij de samenstelling een sproeibare vloeistof is die 0,00001% (w/v) tot 5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur 0,0001% (w/v) tot 2% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat.
7. Gebruik volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder ten minste één verder toevoegsel en/of hulpmiddel omvat, zoals een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel, een antivriesmiddel, een verdikkingsmiddel, een buffermiddel, een antischuimmiddel, een antioxidans, een conserveermiddel of een kleurmiddel.
8. Gebruik volgens conclusie 1, waarbij de samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat een vaste of poedervormige samenstelling is, die ten minste 70% (w/w), ten minste 80% (w/w) of ten minste 90% (w/w/) of tot 100% (w/w) van het cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat.
9. Gebruik volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat is, waarbij bij voorkeur het cholinezout van een C8-C10-vetzuur cholinepelargonaat is.
10 19. Werkwijze volgens een van de conclusies 16 tot 18, waarbij de werkwijze de stap van het verdunnen of oplossen omvat van de samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat, bij voorkeur de samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat, met meer voorkeur de samenstelling die cholinepelargonaat omvat, voorafgaand aan aanbrenging.
10. Werkwijze voor het voorkomen of bestrijden van een schimmelinfectie op een plant of een plantendeel, waarbij de werkwijze het aanbrengen van een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant omvat.
BE2019/5820
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de schimmelinfectie wordt veroorzaakt door één of meer pathogenen gekozen uit de groep bestaande uit Colletotrichum, Botrytis, Alternaria, Fusarium, Rhizoctonia, Sclerotinia, Verticillium, Pythium, Phytophtora, Puccinia, Erysiphales (met inbegrip van echte meeldauw), Peronosporaceae (met inbegrip van valse meeldauw), Thielaviopsis spp., Magnaporthe grisea, Armillaria spp, Ustilago spp., Phakospora pachyrhizi, Guignardia bidwellii, Blumeria graminis, Mycosphaerella spp., Venturia spp. en Monilinia spp.; waarbij bij voorkeur de schimmel Colletotrichum coccodes, Botrytis cinerea, Alternaria solani of Fusarium graminearum is.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij de plant of het plantendeel een landbouw- of tuinbouwgewas is.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 10 tot 12, waarbij de werkwijze het aanbrengen van een samenstelling die 0,00001% (w/v) tot 5% (w/v) van een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant omvat.
14. Werkwijze volgens een van de conclusies 10 tot 13, waarbij de samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat op de plant, het plantendeel of de groeiplaats van de plant wordt gesproeid.
15. Werkwijze volgens een van de conclusies 10 tot 14, waarbij de samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat een samenstelling is die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat, bij voorkeur waarbij de samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat een samenstelling is die cholinepelargonaat omvat.
16. Werkwijze voor het bereiden van een samenstelling die een cholinezout van een C8-C10-vetzuur omvat, bij voorkeur een samenstelling die cholinecaprylaat, cholinepelargonaat en/of cholinecapraat omvat, met meer voorkeur een samenstelling die cholinepelargonaat omvat, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat, (i) het mengen van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, met water, waardoor een oplossing van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur een oplossing van caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur een oplossing van pelargonzuur, wordt verkregen; en (ii) het mengen van een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, of de oplossing van een C8-C10-vetzuur,
BE2019/5820 bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, met cholinehydroxide.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij een C8-C10-vetzuur, bij voorkeur caprylzuur, pelargonzuur en/of caprinezuur, met meer voorkeur pelargonzuur, en 5 cholinehydroxide worden gemengd in een verhouding van 2:1 tot 1:2, bij voorkeur in een verhouding van 1,5:1 tot 1:1,5, met meer voorkeur in equimolaire verhoudingen.
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij de werkwijze verder het mengen van de samenstelling met ten minste één van een hulpmiddel, een oplosmiddel, een drager, een oppervlakteactief middel of een versnijdingsmiddel omvat.
15 20. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij de samenstelling wordt verdund in een verhouding van 1:2 tot 1:10000000.
BE20195820A 2018-11-23 2019-11-22 Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik daarvan als fungicide BE1026779B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185821A BE1026309B1 (nl) 2018-11-23 2018-11-23 Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik hiervan als fungicide

Publications (3)

Publication Number Publication Date
BE1026779A1 BE1026779A1 (nl) 2020-06-08
BE1026779A9 true BE1026779A9 (nl) 2020-06-22
BE1026779B1 BE1026779B1 (nl) 2021-01-06

Family

ID=65013404

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185821A BE1026309B1 (nl) 2018-11-23 2018-11-23 Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik hiervan als fungicide
BE20195820A BE1026779B1 (nl) 2018-11-23 2019-11-22 Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik daarvan als fungicide

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185821A BE1026309B1 (nl) 2018-11-23 2018-11-23 Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik hiervan als fungicide

Country Status (12)

Country Link
US (1) US20220030859A1 (nl)
EP (1) EP3883382A1 (nl)
JP (1) JP7377867B2 (nl)
CN (1) CN113163761A (nl)
AU (1) AU2019385698A1 (nl)
BE (2) BE1026309B1 (nl)
BR (1) BR112021009991A2 (nl)
CA (1) CA3118179C (nl)
MA (1) MA55125A (nl)
PH (1) PH12021551146A1 (nl)
WO (1) WO2020104645A1 (nl)
ZA (1) ZA202103212B (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
MX2023001766A (es) * 2020-08-17 2023-02-23 Hiteshkumar Anilkant Doshi Composicion pesticida que comprende azufre elemental y sal de colina de acido pelargonico.
KR20230159586A (ko) 2021-03-25 2023-11-21 비파 엔브이 쌀의 수확량을 개선하고, 벼의 도열병, 문고병 및 이의 조합을 치료하기 위한 방법

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5093124A (en) * 1989-11-20 1992-03-03 Safer, Inc. Fatty acid-based pesticide with reduced phytotoxicity
US6103768A (en) * 1991-05-01 2000-08-15 Mycogen Corporation Fatty acid based compositions and methods for the control of plant infections and pests
US5366995A (en) * 1991-05-01 1994-11-22 Mycogen Corporation Fatty acid based compositions for the control of established plant infections
US5342630A (en) * 1992-07-01 1994-08-30 Church & Dwight Co., Inc. Environmentally safe pesticide compositions
AU2003202265A1 (en) 2002-01-09 2003-07-30 Summerdale, Inc. Fungicide compositions
WO2014128009A1 (en) 2013-02-19 2014-08-28 Basf Se Aqueous agrochemical composition comprising a pesticide in suspended form, a dispersant, and an ionic liquid
AU2017252461B2 (en) 2016-04-21 2021-09-02 Oms Investments, Inc. Compositions of a quaternary ammonium compound with a monocarboxylic fatty acid

Also Published As

Publication number Publication date
CN113163761A (zh) 2021-07-23
BE1026779B1 (nl) 2021-01-06
AU2019385698A1 (en) 2021-05-27
PH12021551146A1 (en) 2021-10-25
EP3883382A1 (en) 2021-09-29
US20220030859A1 (en) 2022-02-03
BE1026309B1 (nl) 2019-12-18
CA3118179C (en) 2024-02-06
WO2020104645A1 (en) 2020-05-28
JP7377867B2 (ja) 2023-11-10
ZA202103212B (en) 2022-07-27
JP2022510614A (ja) 2022-01-27
MA55125A (fr) 2022-03-02
BR112021009991A2 (pt) 2021-08-17
CA3118179A1 (en) 2020-05-28
BE1026779A1 (nl) 2020-06-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2973671C (en) Aqueous compositions for controlling pests, said compositions comprising thymol, a surfactant, and a solvent
Khanzada et al. Chemical control of Lasiodiplodia theobromae, the causal agent of mango decline in Sindh
JP2013512935A (ja) 殺害虫混合物
PT2053921E (pt) Uma nova composição antifúngica
JP6600633B2 (ja) 活性化合物組み合わせ
BE1026779A9 (nl) Samenstelling omvattende een cholinezout van een vetzuur en het gebruik daarvan als fungicide
JP2023533554A (ja) 殺菌・殺カビ性混合物
CN114223665B (zh) 一种杀菌组合物用于防治植物致病真菌的用途
JP2022544600A (ja) ナタマイシン及び少なくとも1種の殺虫剤を含む抗真菌組成物
CN108260593B (zh) 一种杀菌组合物
Sathish et al. Incremental cost-benefit ratio of certain chemical and bio-pesticides against tomato fruit borer, Helicoverpa armigera Hubner (Noctuidae: Lepidoptera) in tomato crop
Popova Recent advances and future prospects on practical use of salicylic acid
Maula et al. Effectiveness of three insecticides against mustard aphid and predator under field condition.
CN115104613B (zh) 一种含二苯醚的吡唑酰胺类化合物的农药组合物
US20230124125A1 (en) Protected plants and methods of obtaining them
Yousif et al. Evaluation of salicylic acid solution on fungus Botrytis cinerea that caused strawberry gray mold
CN114097802B (zh) 一种含氟环唑和稻瘟灵的乳油剂型
Vijayasree et al. Efficacy and biosafety of new generation insecticides for the management of Leucinodes orbonalis Guenee (Lepidoptera: Pyralidae) in brinjal and Earias vitella Fabricius (Lepidoptera: Noctuidae) in okra
Agehara Preplant Application of 1-Methylcyclopropene Improves Postplanting Performance of Tomato Transplants by Suppressing Ethylene-induced Stress Responses
AU2016224979A1 (en) Novel compositions and methods for controlling soil borne pathogens of agricultural crops
PADIYAL STUDIES ON THE EFFECT OF DEFENSE PRIMING AND BIOPRIMING ON QUALITY SEED PRODUCTION IN ONION
AU2015338894A1 (en) Compositions and methods for controlling replant diseases of perennial crops
CN106982850B (zh) 一种杀菌组合物
CN116138258A (zh) 一种含辛酸铜和氟啶胺的杀菌组合物
EP2208418A1 (en) Protective coating that can be applied as a phytosanitary protection means to protect against agricultural pests and diseases and method for applying same

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210106