BE1026695B1 - Oprolwikkelsysteem - Google Patents

Abstract

Een oprolwikkelsysteem omvattende een oprolas (2) die is gemaakt als een buis die aan een uiteinde is bevestigd aan een aandrijving die is bevestigd aan een steun (7) en aan het andere uiteinde is gemonteerd op een lager over een pin bevestigd aan de steun (7), terwijl het een versterkingsas (6) omvat die wordt ingebracht in een oprolas (2) en stevig wordt verankerd aan een steun (7) aan de zijde tegenover de aandrijving (8), de voorbuiging van de versterkingsas (6) tegengesteld aan de verwachte doorbuiging van de oprolas (2) en de initiële kromming van deze versterkingsas (6) is zodanig dat zijn vervorming langs zijn lengte zodanig is dat zijn as bij maximale doorbuiging samenvalt met de as van de oorspronkelijk niet -vervormde oprolas (2) en de versterkingsas (6) is voorzien van rollende steunlagers (10) die over de lengte ervan op onderlinge afstand van elkaar zijn geplaatst.

Description

Oprolwikkelsysteem Technisch viak De uitvinding heeft betrekking op een oprolmechanisme van verschillende soorten oprolwikkelinrichtingen of rotlo’ s, zoals rolgordijnen, screens, rolluiken, rolpoorten, brandwerende rolluiken en -poorten, etc.

Achtergrond van de uitvinding Rollo’s zijn een soort afscherming, dat dient om het interieur effectief te beschermen, met name legen zonnestralen, maar ook als aantrekkelijk en praktisch decoratief element.

Deze roilo’s kunnen verder een akoestische functie hebben, zorgen voor veiligheid ais brandvertragers, kunnen worden gebruik! ais een scherm voor projectoren en als een lichtregelaar.

De rolio s kunnen worden verdeeld in binnen- en buitenrollo’s in termen van opstelling met betrekking tot het afgeschermde gebied.

De basis van de roilo oprolwikkelmechanismes is een oprolas waarop een afschermelement, zoals een lamellenpantser, slof of folle wordt gewikkeld.

De afmeting van de oprolas is gedimensioneerd op het gewicht van het wikkelaïschermelement en, in het bijzonder in rolgordijnen van zware stof, is de vervorming van de as kritisch omdat deze een golving van de stof veroorzaakt die ais een visueel detect wordt beschouwd.

Asgrootte wordt meestal beperkt door de beschikbare ruimte voor installatie of van de cassette, waarin het oprolmechanisme is verborgen.

De asstiifheid wordt voornamelijk bepaald door zijn diameter, de maximale doorbuiging kan worden bepaald voigens de formule voor de maximale doorbuiging van de vrijs balk met uniforme continue belasting: 5gi* ; waarbij q de continue belasting [N/mm] is - gegeven door het gewicht van de rollo plus het gewicht van de belasting plus het gewicht van de as zelf, | is de balklengte [mm], Eis de Young's modulus | MPa], J is het axiale kwadratische traagheidsmoment van de dwarsdoorsnede [mm4}.

© BE2019/5743 Aldus wordt de buigstiifheid van de buisvormige assen bepaald door het type materiaal en de dwarsdoorsnedekarakteristieken, waarbij gewoonlijk gewalst gegalvaniseerd staal of geextrudeerde aluminium, uitzonderlijk koolstofcomposiet, gebruikt wordt.

In het geval van ronde buizen wordt de diameter aanzienlijk beïnvloed, maar minder de wanddikte, wat vooral het gewicht van de oprolas verhoogt.

De diameter van de oprolas is een beperkende factor voor de maximale breedte van de rollo en voor grote rollo’ s kan de as zelfs een diameter van 160 mm hebben, terwijl voor een gewone stofrollo voor ramen tot twee meter breed een buis met een diameter van 28 mm voldoende is.

Het gevolg is een hoog gewicht van het hele systeem en de noodzaak om alle gerelateerde componenten groter te dimensionsren.

Hel uiteindelijke gevolg hiervan is een hogere Kkostprijs, hogere eisen aan de grootte van de ruimte en het draagvermogen van de verankering voor een dergelijk systeem.

Als de roilo breder is, wordt dit opgelost door deze op te splitsen en tussensteunen te plaaisen.

Bovendien, als meer wikkelingen op de oprolas vereist zijn, is het in het algemeen noodzakelijk om een oprolas met sen kleinere diameter te gebruiken, wat op zin beurt leidt toi grolere doorbuiging en grotere problemen zoals hierboven beschreven.

US2014/US2014 / 0157547 onthult een elektrisch sysleem voor het bedienen van de rolas.

Eén uiteinde van de elastische band is stevig verankerd op de as, waarbij de andere kant van de band in een opgerolde toestand is gewikkeld op een spoel! die is aangebracht op een as evenwijdig aan de oprolas.

Wanneer het rolgordijn wordt neergelalen, wordt deze voorgespannen riem op de as gewikkeld en helpt het rolgordijn in positie te houden wanneer de rollo stopt.

Bij het terug oprollen wordt de riem terug opgewonden op de spoel door de spanning en helpt zo de de elektromotor.

Daardoor kan de elektrische motor een lager vermogen hebben.

Het document lost hel probleem van de rolasadoorbuiging niel op.

US2013/0333848 onthult een elektrisch systeem voor het besturen van de holle as van een rolio.

Binnen de as bevindt zich een concentrisch geplaatste drager met een aandrijfeenheid, die een elaktromotor en een besturingseenheid omvat, en naast deze aandrijfeenheid is een stel voorgespannen torsieveren aangebracht in de as van de drager.

Deze torsieveren worden voorgespannen tijdens het neerlaten van de rolio en de gecumuleerde energie van de veren helpt de rollo dan bij het terug oprollen, Het bovengenoemde document lost ook het probleem van de asdoorbuiging niet op.

WO2013/W02013 / 129916 Al onthult een elektrisch bediening van een rollo door middel van twee concentrisch geplaatste aandrijfeenheden. Tussen de aandrijfeenheden is in de voorkeursuitvoeringsvorm een hulipveereenheid concentrisch op de drager gewikkeld. Deze eenheid omvat een torsieveer, met een uiteinde van de veerdraad bevestigd aan de onderlat en het andere uiteinde bevestigd aan de rolas. Wanneer het rolgordijn wordt neergelaten, wordt deze torsieveer opgespannen en wanneer het rolgordijn terug wordt opgerold, helpt de geaccumuleerde energie van de veer om het rolgordijn op te winden. Ook lost dit document het probleem van de doorbuiging van de rolas niet op.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een oprolmechanisme ie voorzien dat de ongewenste doorbuiging van de oprolas elimineert en hierdoor ook de hieraan gelateerde problemen.

Samenvatting van de uitvinding De bovengenoemde nadelen worden geëlimineerd door het oprolmechanisme op basis van de uitvinding, gekenmerkt door een versterkingsas die in de oprolas wordt gestoken en vast aan net frame wordt verankerd aan de zijde tegenover de bediening, de buigrichting van de versterkingsas (6) tegengesteid is aan de verwachte doorbuiging van de oprolas (2) en de initiële kromming van deze versierkingsas (6} zodanig is dat zijn vervorming langs zijn lengle zodanig is dat zijn as bij maximale vervorming samenvalt met de as van de oorspronkelijk nist- vervormde oprolas (2} en de versterkingsas (6) is voorzien van steunlagers (10) die op een onderlinge afstand van elkaar geplaatst zijn over de lengte van deze versterkingsas. In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft deze versterkingsas de vorm van sen hol of massief profiel en tussen de binnendiameter van de steunlagers en het buitenoppervlak van de versterkingsas zijn er gevormde passtukken voorzien van een opening die overeenkomt! met de dwarsdoorsnedevorm en de grootte van de versierkingsas en het cilindrische bullenoppervlak van de inzelstiukken kom! overeen met de vorm en grootte van het binnenoppervlak van de binnenring van de steunlagers om zo de rotatie van de oprolas ten opzichte van de versterkingsas mogelijk te maken.

* BE2019/5743 Verduidelijking van tekeningen De uitvinding zal worden voorgesteld met behulp van tekeningen, waarbij figuur 1 een zicht in perspectief is van een oproimechanisme, beslaande uit een gemonteerde oprolas; Fig. 2 is een schematisch dwarsdoorsnede - zicht op de rollo, Fig. 3 is een schematisch dwarsdoorsnede - zicht op de oprolas volgens de stand van de techniek, Fig. 4 is een zicht op de versterkingsas van het rollomechanisme volgens de uitvinding, Fig. 5 een dwarsdoorsnede van een versterkingsas geplaatst in de oprolas van Fig. 1 en Fig. 6 is een zicht in perspectief van het versterkingsassysteem zonder de oprolas. Gedetailleerde beschrijving van de uilvinding “Rollende steunlagers” zoals hierin beschreven omvallen alle lagers die geschikt zijn om een roialiebeweging van de oprolas ten opzichte van de vaste versterkingsas mogelijk te maken. Deze lagers kunnen rollende elementen omvallen, zoals kogellagers, maar kunnen ook gijlagers of rolerende glijlagers zijn zonder bewegende of rollende elementen. De "vineite” of “vloeigrens" zoals hierin beschreven wordt gedefinieerd met een uiterste vloeigrens van 0,2% plastische rek. In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een oproimechanisme omvattende een oprolas (2) die is gemaakt als een buis waarbij het oproimechanisme een versterkingsas (6) omvat die gebogen is, waarbij de versierkingsas Is voorzien van sieuniagers (10) op onderlinge afstand van elkaar geplaalst over de lengte van de deze versterkingsas, waarbij de versterkingsas (6) in de oprolas (2) is ingebracht zodat genoemde oprolas (2) onafhankelijk van genoemde versterkingsas (2) kan roteren.

Om de gebogen versterkingsas, voorzien van sleunlagers, in de oprolas te steken, moet de gebogen versterkingsas worden gerecht. Dit rechttrekken van de versterkingsas is bij voorkeur sen volledig elastische vervorming. De elastische vervorming van de versterkingsas zal werken als een tegengewicht op de oprolas. Deze kracht is idealiter tegengesteld aan de verwachte vervorming van de oprolas onder elke belasting. Typisch zal deze belasting het resultaat zijn van het gewicht dat het rolsysteem draagt, in het bijzonder zijn eigen gewicht, het gewicht van het eraan vastgemaakte doek als evenals elke verzwaring om deze sirak te houden.

Terwijl de kracht idealiter tegengesteld is aan de verwachte vervorming, compenseert de kracht van de versterkingsas het gewicht dat op de oprolas inwerkt volledig, en zelfs in een niet-ideaal scenario brengt het in elk geval verbetering ten 5 opzichte van de huidige stand van de techniek. Dat wil zeggen dat de resulterende kracht de vectorsom van deze krachten zal zijn. Zolang de norm van de resulterende vector kleiner is dan de norm van het gewicht dat op de oprolas werkt, zal de doorbuiging door de oprolas aanzienlijk worden verminderd.

De versterkingsas creert dusdanig een tegengewicht op de oprolas. Deze kracht kan eenvoudig worden gedefinieerd om tegengesteld te zijn aan het gewicht dat op de oprolas inwerkt. Als gevolg van deze tegengestelde krachten wordt de kracht als gevolg van het gewicht van het weelsel op de oprolas aanzienlijk verminderd. Dit verbeleri de dimensionele stabiliteit en stijfheid van de oprolas. In het bijzonder voorkomt het dat de oprolas onder het gewicht van de stof doorhangt. Dit maakt bovendien het gebruik van stoffen met een hoger soortelijk gewicht mogelijk. Het maakt ook het gebruik van oprolassen met een kleinere diameter mogelijk. Hiermee kunnen oprolmechanismen met een langere lengie worden gemaakt. Ten slotte maakt het ook het gebruik van oprolassen met een lagere Young-modulus mogelijk.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is hel rechitrekken van de versterkingsas sen elastische vervorming, dat wil zeggen onder het viosipunt van de oprolas. Een kracht die op de versterkingsas wordt uitgeoefend en die resulleert In sen plastische vervorming van dere as leidt niet tot de gewenste tegenkracht. Het is alleen de elastische vervorming die het gewenste effect met zich meebrengt. Dientengevoige heeft het de voorkeur dat er geen plastische vervorming op de oprolas of versterkingsas optreedt tijdens het inbrengen van de versterkingsas of gedurende de werking.

Dientengevolge is het gewenst dal de gebogen verslerkingsas kan worden rechtgetrokken, dat wij zeggen in een rechte oprolas gestoken, zonder zijn viceipunt ie overtreffen. In praktische lermen mag het offset-vloelpunt van 0,2% plastische rek niet worden overtroffen bij het plaalsen van de gebogen versterkingsas in de oprolas.

in een voorkeursuitvoeringsvorm is het oprolmechanisme volgens het eerste aspect waarbij de versterkingsas een centraal gebied heeft tussen belde uiteinden, waarbij de versterkingsas een extremum in dit genoemde centraal gebied heeft.

° BE2019/5743 Een extremum zoals hierin beschreven bevat een punt waar de eerste afgeleide van een kromme die de vorm van de gebogen versterkingsas voorstelt ten opzichte van de as van de oprolas nul is.

Dit extremum kan een minimum of een maximum zijn.

Het hebben van het genoemde extremum in het genoemde centrale gebied van de versterkingsas bevordert het centrale inwerken van de tegenkracht.

Bij voorkeur valt het extremum van de versterkingsas, wanneer ingebracht in de oprolas, samen met het centraal gebied van de oprolas.

Dit is gunstig als het gewicht dat op de oprolas werkt min of meer gecenireerd is.

Dit is meestal het geval voor oprolassen waaraan een doek bevestigd is.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een oproimechanisme dat een verslerkingas omvat die in de rolas wordt ingebracht en stevig aan de sleun aan de zijde tegenover de aandrijving wordt vasigemaakt, waarbij de buigrichting van de versterkingsas tegenovergesteld is aan de verwachte doorbuiging van de oprolas en de initiële kromming van deze versterking is zodanig dat zijn vervorming langs zijn lengte zodanig is dat zijn as bij maximale vervorming samenvalt met de as van de oorspronkelijk niet-vervormde oprolas en de versterking is voorzien van op aistand van elkaar liggende rollagers op een onderlinge afstand van elkaar geplaatst over de lengte van de oprolas. in deze uitvoeringsvorm zullen de legengewichikracht en het op de oprolas werkende gewicht elkaar volledig tegenwerken.

Dit is voordelig voor het behouden van een rechte oprolas, ongeacht zijn lengte, diameter, Young s modulus of het inwerkende gewicht.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de versterking een ronde of veslhoskvorm in dwarsdoorsnede.

Veelhoekvormen zijn geschikt om de versterkingsas gefixeerd te houden ten opzichte van het roteerbaar gelaagde oprolmechanisme.

Ronde vormen zijn geschikt om de versierkingsas te voorzien van lagers, ongeacht de oriëntatie van de oprollagers ten opzichte van de versterkingsas.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de versterking een cirkelvormige of regelmatige veelhoekvorm in dwarsdoorsnede.

Een regelmatige polygoonvorm wordt gedefinieerd door gelijke hoeken en zijden.

Een regelmatige polygoonvorm is voordelig omdat het sen gemakkelijkere verbinding mogelijk maakt van de rollende steunlagers op de versierkingsas.

Bovendien maakt dit het gebruik van standaardvormen mogelijk voor versterkingsassen van verschillende lengtes en doorbuigingen met modulaire rollagers.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de aandrijving (8) een motor, waarbij genoemde motor (8) is gekoppeld met genoemde oprolas (2} en genoemde steun (7). De motor is bij voorkeur een elektrische motor. De motor is derrmate gemonteerd zodat de oprolas kan roteren terwij! de steun en de versterkingsas blijven staan wanneer de motor draait. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het oprolsysteem verder een voedingseenheid, elektrisch gekoppeld aan de motor en geconfigureerd om stroom aan de motor te leveren. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bevindt de motor zich binnenin de oprolas (2}. Dit wordt als esthetischer beschouwd, omdat het zicht voor de consument beperkt is tot de oprolas en het doek, Het levert een gemotoriseerd oprolsysteem dat niet doorhangt of doorbuigt en geen extra doos of aansluiting heeft. in een voorkeursuitvoeringsvorm is de oprolas gemaak! van aluminium, staal, bij voorkeur geprofileerd staal, composietmaterialen zoals glasvezel of andere buisvormige materialen. Aluminium is een sterk, duurzaam en toch licht materiaal. Vermindering van het gewicht van het oprolsysieem is vaak gewensi en maakt sen eenvoudigere en veiligere montage van hel oproisysleem aan de wand of plafond mogelijk.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de versterkingsas gemaakt van een maleriaal met een hoge Young-modulus. Dit is voordelig omdat materialen met een hogere Young-modulus minder voorbuiging en rechibulging verelsen als een tegenkracht voor hetzellde gewicht wanneer deze is rechigebogen en ingebracht is in de oprolas. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de Young modulus ten minste 180 GPa, bij voorkeur ten minste 190 GPa, met meer voorkeur ten minste 195 GPa, met meer voorkeur ten minste 200 GPa, met de meeste voorkeur ten minste 205 GPa. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de versterkingsas gemaakt van een materiaal! met een hoge vloeigrens. Bij voorkeur is de vloeigrens, gemsten bij een vloeipunt van 0,2% plastische rek Roo.2, ten minste 250 MPa, bij voorkeur ten minste 300 MPa, met meer voorkeur ten minste 350 MPa, met meer voorkeur ten minste 400 MPa, met meer voorkeur ten minste 450 MPa, met meer voorkeur ten minste 500 MPa, met meer voorkeur ten minste 550 MPa, met meer voorkeur ten minste 600 MPa, met meer voorkeur ten minste 850 MPa, met meer voorkeur len minste 700 MPa, met de meeste voorkeur ten minste 750 MPa. Een hoge vioeigrens is gunstig voor een grotere tegenkracht uitgeoefend door de versterkingsas. Dit maakt een hogere vloeigrens voordelig voor versterkingsassen met een hoger gewicht, langere lengte of kleinere diameter.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de versterkingsas gemaakt van staal, bij voorkeur geprofileerd staal, composietmaterialen zoals glasvezel of andere buisvormige materialen. Staal heeft een hoge Young-modulus en een hoge viceigrens. Dit is bijzonder voordelig voor de versterkingsas. In een meer geprefercerde uitvoeringsvorm worden legeringen met hoge sterktesigenschappen zoals ASTM A514 staal gebruikt. De voorkeursvorm van de versterkingsas, voordat deze in de oprolas wordt gestoken, zal nu in meer detail worden beschreven. Als we de asiiin van de versierkingsas voorslellen als sen curve, Is deze curve bij voorkeur vlak, Dat wil zeggen dat het binnen een vlak past. Dit is gunstig voor hel compenseren van unidirectionele krachten. Omdat gewicht, vanwege de aard van de zwaartekracht, voor dit doel als een unidirectionele kracht kan worden beschouwd, ongeacht de oriëntatie van de rollo, Is het gunstig voor de as van de versterkingsas om sen vlakke curve te zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm kan ten minste een centraal deel van de as van de versterkingsas in een kettingliin worden ingepast. Mel meer voorkeur kan de as worden ingepast in een symmetrische kettingiiin. In het bijzonder kan deze keitingliin worden weergegeven door de curve y = a cosh (x/b}, waarbij cosh de hyperbolische cosinusfunctie is, x en y variabelen zijn die de curve bepalen en a en b parameters zijn, Als a = b dan wordt de boveniiin niet belast, Dit kan bil benadering worden gebruikt als de oprolas aanzienijjk meer weegt dan het doek, Als het gewicht van de oprolas en de versterkingsas echter klein is in vergelijking met het totale gewicht dat op de oprolas werkt, moeten a en b als onafhankelijke parameters worden gezien. Deze vorm heeft de voorkeur omdat elke spanning of druk ultgeoefend op de oprolas van bovengenoemde vorm evenwijdig is aan deze vorm, gecompensserd door het gewicht dat hij moel opvangen. Deze krommen zijn in de techniek bekend voor verdeling van gewicht en/of spanning langs een boog. In een andere Uitvoeringsvorm, wanneer ten minste sen centraal deel van de as van de versterkingsas wordt weergegeven als een curve, kan deze curve worden benaderd door de vorm van een parabool, voorgesteld door de curve y = a x2. In een voorkeursuitvoeringsvorm kan de ideale kettinglijn worden benaderd door een Taylor-expansie. Met meer voorkeur omvat genoemde Taylor-expansie alleen componenten met een even exponent. Dit heeft de voorkeur om een symmetrische curve te verkrijgen. De versterkingsas is bij voorkeur symmetrisch ervan uitgaande dat de oprolas loodrecht op de zwaartekracht hangt. Het benaderen van de vorm van de versterkingsas als een parabool of Taylor-serie is eenvoudiger te beheersen en te modelleren, waardoor een cenvoudiger productie mogelijk is.

De versterkingsas omval sen centraal deel en twee uiteinden. Het centrale deel ligt, zoals hierboven beschreven, ideaal op sen bepaalde kromme, De uiteinden hoeven echter niet op deze kromme te liggen. Deze uiteinden kunnen anders worden gebogen. Deze uileinden kunnen recht zijn, om gemakkelijke bevestiging aan een steun mogelijk te maken, om de versterkingsas op zijn plaats te houden.

De oprolassen volgens de uitvinding zullen worden bepaald in functie van het lineaire gewicht dat ze kunnen dragen. Dit lineaire gewicht wordt geacht hel gewicht van het doek ie benaderen, mogelijk met extra belastingen. Als zodanig wordt het gemeten of gelest op uniforme belastingen die over de geneie lengte van de oprolas inwerken. Hierbij worden de hoogte van de rollo en het soortelijk gewicht van het doek en het extra gewicht van een eventuels onderlasi aan hel doek in rekening gebracht. in een voorkeursuilvoeringsvorm heeft de oprolas een buitendiameter kleiner dan 50 mm, bij voorkeur kleiner dan 47 mm, met de meeste voorkeur kleiner dan 45 mm, en een lengte van ten minste 4 m, bij voorkeur ten minste 4,5 m, met de meeste voorkeur ten minste 5 m. Dit is geschikt voor het dragen van een lineair gewicht van minimaal 1250 g/m .

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de oprolas een buitendiameter kleiner dan 40 mm, bij voorkeur kleiner dan 35 mm, met meer voorkeur kleiner dan 32 mm, met de messie voorkeur kleiner dan 30 mm, en een lengte van ten minste 3,5 m, bi voorkeur ten minste 4 m, met de meeste voorkeur ten minste 4,5 m. Dit is geschikt voor het dragen van een lineair gewicht van minimaal 500 g/m.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de oprolas een buitendiameter kleiner dan 100 mm, bij voorkeur kleiner dan 80 mm, met meer voorkeur kleiner dan 78 mm, met de meeste voorkeur kleiner dan 75 mm, en een lengte van ten minste 5 m, bij voorkeur ten minste 5 m, met de meeste voorkeur ten minste 7 m. Dit is geschikt voor het dragen van een lineair gewicht van minimaal 4000 g/m. Deze voorkeursuitvoeringsvormen maken het mogelijk om rollo's met een hoog lineair gewicht op lange oprolassen met een kleine buitendiameter te hangen. Hierdoor kan het rolgordijn in een kleinere ruimte worden geplaatst en er esthetisch aantrekkelijk uitzien. Desondanks zal de oprolas door de versterkingsas na verloop van tijd niet onder het lineaire gewicht buigen. Voor dezelfde buislengie en - diameter is het dus mogelijk om een hoger lineair gewicht te dragen waardoor rollo's bijvoorbeeld langer kunnen zijn of een hoger soortelijk gewicht kunnne dragen. Roilo's met sen hoger soortelijk gewicht maken het gebruik van zwaardere materialen mogelijk die warmer, beter geïsoleerd, minder doorschijnend kunnen zijn of gewoon om meer opties te bieden.

In een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een kit geschikt voor het construeren van een rolwikkelmechanisme, omvattende :- - een oprolas (2) die is gemaakt als een buis, - een versterkingsas (6) die gebogen is, die is geconfigureerd om in de oprolas (2) te worden gestoken, en - rollende steuniagers (10) die zijn geconfigureerd om op een onderlinge afstand van elkaar te zijn gepiaalsi over de lengte van de versterkingsas (6). In een voorkeursuitvoeringsvorm van het tweede aspect heelt de uilvinding betrekking op een kit geschikt voor het construeren van een rolwikkelmechanisme, omvattende: - een steun {7}, - een oprolas (2) die is gemaakt als een buis die aan een uiteinde is bevestigd aan een aandrijving (8) die voorzien is om te worden vastgemaakt aan de steun (7) en aan het andere uiteinde geplaatst is op een lager geplaatst over een pin vastgemaakt aan van de steun (7), - een versterkingsas (6) die aangepast is om te worden ingebracht in een oprolas (2) en stevig verankerd aan de steun (7) aan de zijde tegenover de aandrijving (8), de buigrichting van de versterkingsas (6) is tegengesteld aan de verwachie doorbuiging van de oprolas (2) en de initiële kromming van deze versterking (6) is zodanig dal zijn vervorming langs zijn lengleas bij maximale doorbuiging samenvalt met de as van de oorspronkelijk niet- vervormde oprolas (2) en rollende steunlagers (10) aangepast om op afstand van elkaar geplaatst te zijn over de lengte van de versterkingsas (6).

N BE2019/5743 De kit van het tweede aspect kan met voordeel worden gebruikt voor het maken en monteren van een rolwikkelmechanisme volgens het eerste aspect. Verder kan deze kit indien gewenst met verschillende soorten rollo's worden gebruikt. Hierdoor kan de kit worden gebruikt ais modulair systeem voor verschillende types van rollo’s, die verschillende gewichten, soortelijke gewichten of dichtheden, hoogtes, kleuren en structuren kunnen hebben. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kit verder een jaloezie (4} dat geschikt is om aan genoemde oprolas (2} te worden bevestigd. In een meer geprefereerde Uitvoeringsvorm omvat de kit een doek dat is bevestigd aan genoemde oprolas. Bij voorkeur wordt het doek op de genoemde oprolas gerold. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de versterkingsas (6) voorzien van genoemde rollende steunlagers (10) op onderlinge afstand van eikaar over de lengte geplaatst en wordt de genoemde aandrijving (8) Ingebracht in genoemde oprolas (2). De voorassemblage van het doek en het oprolassysteem en/of de constructie van de versterkingsas- en oprolasset maakt de constructie en montage van het oprolsysteem eenvoudiger. Het voorkomt bovendien fouten in de constructie door de consument of vakman in rolgordijnen die het genoemde rollosysisem monieren. In Fig. 1 is het aanzicht in perspectief van de oprolas 2 van het rolgordijn, dat deel uitmaakt van het oprolmechanisme 1. Dit is in detail te zien in Fig. 5 en 6. Een uitstekend deel van de aandrijving 8 is te zien. Op het oppervlak van de oprolas 2 kan een verankeringsgroet 11 in iengierichting worden voorzien voor het bevestigen van een uiteinde van het roilodoek.

Fig. 2 is een schematisch zijaanzicht van een uilvoeringsvorm van sen rolgordijn. De basis is de oprolas 2 waarop een doekelement 4, dat een lamellenblad, pantser, woelsel of een folie kan zijn, wordt gerold, dat aan zijn vrije uileinde is voorzien van verzwaring 5 om het doek op te spannen, Het opgerolde element 4 is verborgen in de cassette 3. Een stippellijn geeft de dwarsdoorsnede van sen versterking 6 aan, die later zal worden besproken, Fig. 3 toont de oprolas 2 volgens de stand van de iechniek enigszins onder last van zijn eigen gewicht, het gewicht van het doekelement 4 en het gewicht van de verzwarng 5. De pijl A geeft de doorbuigrichting van de oprolas 2 aan. De oprolas 2 is aan een uiteinde voorzien van de aandrijving 8 die is bevestigd aan een steun 7 of met de wand en aan het andere uiteinde is bevestigd over een pin 13 die is bevestigd aan een sleun 7. De kogellager S is aangebracht op de pin 13 met zijn binnenring, terwijl over de buitenring de oprolas 2 past met zijn binnendiameter. De aandrijving 8 kan manueel zijn of als een elektrische motor.

Fig. 4 toont een voorgebogen of voorgespannen versterkingsas 6 die deel uitmaakt van het oprolasmechanisme 1 volgens de uitvinding. Deze versterkingsas 6 verhoogt de stijfheid van de as 2 in het buigvlak. De versterkingsas 6 wordt in de rolas 2 gestoken en stevig verankerd aan de steun 7 aan de tegenovergestelde zijde van de aandrijving 8, zodat deze niet roteert en nog steeds de kracht tegenwerkt die ervoor zou zorgen dat de as 2 zou doorbuigen, zelfs wanneer deze geroteerd is. De richting van de doorbuiging van de versterkingsas 6 wordt aangegeven door de pij! Ben is tegengesteld aan de verwachte doorbuiging van de oprolas 2. De initiële kromming of voorspanning van deze versterkingsas 5 wordt zodanig gekozen dal de vervorming langs de lengte ervan zodanig is dal zijn as bij maximale vervorming zal samenvallen met de as van oorspronkelijk niet-doorgebogen oprolassen 2 en daarom blijft de oprolas 2 tijdens het gebruik recht opgesteld. Fijnafstemming of compensatie van de resterende vervorming na het plaaisen van de versterkingsas 6 wordt gedaan door het gewicht aan te passen of de belasting 5 te verdelen. Fig. 5 is sen schematisch dwarsdoorsnede-aanzicht van het mechanisme 1 aangebracht in de oprolas 2 van de rollo van figuur 1. De versterkingsas 6 is verankerd aan de tegenovergestelde kant van de aandrijving 8. De versterkingsas 6 vervangt de functie van de pen 13. De oprolas 2 wordt ondersteund door de lagers 10 die op een onderlingen afstand van elkaar geplaatst zijn over de lengte van de versterkingsas, zodat de oprolas 2 rond de stilstaande versterkingsas 6 kan roteren.

Fig. 6 toont een aanzicht in perspectief van het onbedekte oproimechanisme 1 en de montage van het steuniager 10 aan de rand van de versterkingas & en de plaatsing van verdere steunlagers 10 over de lengte van de versterking G is duidelijk te zien. De steunlagers 10 zijn oniworpen als kogellagers en liggen op bepaalde onderlinge afstanden van elkaar over de lengte van de versterkingsas. De versterkingsas 6 heeft bij voorkeur sen ronde, vierkante, rechthoekige of vesihoekige dwarsdoorsnede en lussen de binnendiameters van de steunlagers 10 en op het buitenopperviak van de versterking 6 zijn aanpassingsstukken 12 voorzien met een opening dis overeenkomt met de vorm en grootie van het buitenoppervlak van de versterkingsas 8 van de oprolas 2, en een cilindrisch buitenopperviak dat overeenkomt met de vorm en grootte van het binnenopperviak van de binnenring van de lagers 10 om rotatie van de oprolas 2 ten opzichte van de versterkingsas 6 mogelijk te maken.

Industriële toepasbaarheid Het oprolmechanisme kan overal worden toegepast waar het nodig is om de weerstand van de oprolas tegen doorbuiging als gevolg van unidirectionele belasting te verhogen, met name voor verschillende rollo-zonweringsystemen zoals stoffen rolgordijnen, screens, rolluiken, rolschermen, rolpoorten en allerlei oprolsysiemen vooral van grote breedie.

Het kan overal gebruikt worden waar er cen overmatige ongewenste doorbuiging van de oprolas is, waar een grotere hoeveelheid stof moet worden gewikkeld en het nodig is om een as met een kleinere diameter te gebruiken, waar lange assen moesten worden gebruikt of waar een grotere asdiameter niet kan worden gebruikt door gebrek aan plaats voor installatie of door de afmetingen van de cassetie en daarom moet de oprolas worden versterkt.

De uitvinding wordt verder beschreven door de volgende niet-beperkende voorbeelden die de uitvinding verder illustreren, en zijn niet bedoeld, noch dienen deze te worden geïnterpreteerd om de draagwijdte van de uitvinding te beperken.

Voorbeelden voorbeeld 1 Een rolgordijn met een aluminium buis met een diameter van 47 mm en een lengie van 5,0 meter wordt gebruikt.

In deze buis wordt een stalen, gebogen versierkingsas geplaatsi voorzien van 8 gijlagers verspreid over de lengie, De kromming van het centrale deel van de versterking was gevormd als een gewogen keitingliin.

Aan deze oprolas zit een stoi mel een hoogte van 2,700 meter en sen soortelijk gewicht van 450 gram per vierkante meter, Voorbeeld 2

Een rolgordijn met een aluminium buis met een diameter van 32 mm en een lengte van 4 meter wordt gebruikt.

In deze buis wordt een stalen, gebogen versterkingsas geplaalst voorzien van 6 glijlagers verspreid over de lengte.

Aan deze oprolbuis zit een stof met een hoogte van 2,700 meter en een soortelijk gewicht van 150 gram per vierkante meter.

Voorbeeld 3 Een rolgordijnmechanisme met een geprofileerde stalen buis met een diameter van 78 mm en gen lengte van 6 meter wordt gebruikt. In deze buis wordt een stalen, voorgebogen versterkingsas geplaatst die is voorzien van 12 rollende elementlagers verspreid over zijn lengte. Aan deze oprolas zit een stof met een hoogte van 3 meter en een soortelijk gewicht van 1200 gram per vierkante meter.

Voorbeeld 4 Een rolgordijnmechanisme met een geprofileerde stalen buis met een diameter van 63 mm en een lengte van 6 meter wordt gebruikt. In deze buis wordt een stalen, gebogen versterkingsas geplaatst die is voorzien van kogellagers die over de lengte zijn verspreid. Aan deze oprolas zit een sio! met een hoogte van 6 meter en een soortelijk gewicht van 600 gram per vierkante meter.

Voorbeeld 5 Er wordt een bouwpakket voor het rolgordijn van 3 meegeleverd. De sel wordt geleverd in een doos van 8,10 meter bij 131 mm en 131 mm. De set is voorzien van of is zonder geleldingsprofielen of geleidingskabelis om de rollo in positie te houden. De buis wordt geleverd met of zonder elektromotor in de oprolas. Bi; levering met een elektromotor wordt de stalen, voorgebogen versierkingsas ingekort. Deze is echter meer voorgebogen om de verminderde lengte te compenseren.

Voorbeeld 6 Er wordt een bouwpakket voor het rolgordijn van 3 meegeleverd. De set wordt geleverd in een doos van 6,10 meter bij 131 mm bij 131 mm. De set is voorzien van of is zonder geleidingsprotielen of geleidingskabels om de rollo in positie te houden. De buis wordt geleverd met of zonder elektromotor in de aluminium oprolas. Bij levering met een elektromolor wordt de stalen, voorgebogen versierkingsas ingekort. Deze is echter meer voorgebogen om de verminderde lengte te compenseren..

Claims (15)

CONCLUSIES

1. Een oprolwikkelsysteem omvattende een oprolas (2}, gemaakt als een buis met het kenmerk dat het oprolwikkelsysteem een versterkingsas (6) omvat die is voorgebogen, waarvan deze versterkingsas is voorzien van steunlagers {10} die op onderlinge afstand van elkaar geplaatst over zijn lengte, waarvan de versterkingsas (6) in genoemde oprolas (2) is ingebracht zodat genoemde oprolas (2) onafhankelijk van genoemde versterkingsas (2) kan roteren.

2. Een oprolwikkelsysteem voigens conclusie 1, waarbij de versterkingsas een ceniraal deel iussen beide uiteinden heeft, waarbij de versterkingsas een extremum in hel centrale deel heeft.

3. Een oprolwikkelsysteem volgens sen van de conclusies 1-2, omvaitende sen oprolas (2} die is gemaakt als een buis die aan een uiteinde is bevestigd aan een aandrijving (8) die is vastgemaakt aan een steun (7) en aan zijn ander uiteinde gemonteerd op een kogellager (9) over een pin (13) bevestigd aan de steun (7), met het kenmerk dat hel een versterkingsas (6) omvat die wordt ingebracht in een oprolas (2} en stevig wordt bevestigd aan een steun {7) aan de zijde tegenover de aandrijving (8), waarbij de buigrichting van de verslerkingsas (6) tegengesteld is aan de verwachte doorbuiging van de oprolas (2} en de initiële kromming van deze versierkingsas (6) zodanig is dat zijn vervorming langs zijn lengie zodanig is dat zijn as bij maximale vervorming samenvalt met de as van de oorspronkelijk niet-vervormde oprolas (2) en de versterkingsas (6) is voorzien van rollende steuniagers (10) die op een onderlinge afstand van elkaar zijn verdeeld over zijn lengie.

4. Oprolwikkelsysteem volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat de versterkingsas (6) de vorm heeft van een hol of massief profiel en tussen de binnendiameter van de steunlagers (10) en het bullenoppervlak van de versterkingsas (6) er gevormde inzetstukken (12) zijn met gaten dis overeenkomen met de dwarsdoorsnedevorm en de grootte van de versterkingsas (6) en het cilindrische builenoppervlak van de inzetstukken komt overeen met de vorm en grootte van het binnenoppervlak van de binnenring van de steunlagers (10) om rotatie van de oprolas (2) ten opzichte van de versterkingsas (6) mogelijk te maken.

5. Oprolwikkelsysteem volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de versterkingsas (5) een ronde of veelhoekvorm in dwarsdoorsnede heeft.

6. Oprolwikkelsysieem voigens een van de conclusies 1-5, waarbij de 5 versterkingsas (6) een cirkelvormige of regelmatige veelhoekvorm in dwarsdoorsnede heeft.

7. Een oprolwikkelsysteem volgens een van de conclusies 1-6, waarbij de oprolas (2) is vervaardigd uit aluminium, staal, bij voorkeur geprofileerd staal of composieten zoals glasvezel.

8. Een oprolwikkelsysteem volgens een van de conclusies 1-7, waarbij de versterkingsas (6} is gemaakt van staal, bij voorkeur geprofileerd staal, composieten bij voorkeur giasvezelcomposieten of titanium.

9. Een oprolwikkelsysieem volgens sen van de conclusies 1-8, waarbij de oprolas (2) een buitendiameter neeft kieiner dan 50 mm, bij voorkeur kleiner dan 45 mm, en sen lengte van ten minste 4 m, bij voorkeur ten minste 5 m, geschikt voor het dragen van een lineair gewicht van minimaal 1250 g/m.

10.Een oprolwikkelsysteem volgens een van de conclusies 1-9, waarbij de oprolas (2) een buitendiameter heeft kleiner dan 40 mm, bij voorkeur kleiner dan 30 mm, en een lengte van ten minste 3 m, bij voorkeur ten minste 4 m, geschikt voor het dragen van een lineair gewicht van minimaal 500 g/m.

11.Een oprolwikkelsysteem volgens een van de conclusies 1-10, waarbij de oprolas (2} een buitendiameter heeft kleiner dan 100 mm, bij voorkeur kleiner dan 78 mm, en een lengie van ten minste 5 m, bij voorkeur ten minste 6 m, geschik! voor het dragen van een lineair gewicht van minimaal 4000 g/m.

12. Een kit geschikt voor het bouwen van een pprolwikkelsysteem, bestaande uit: - een oprolas (2) die is gemaakt als sen buis, - een versterkingsas (6) die gebogen is, die is ontworpen om In de oprolas (2) te worden gestoken, en

N BE2019/5743 - rollende steunlagers (10) die zijn aangepast om over de lengte van de versterkingsas (6) op onderlinge afstand van elkaar te worden geplaatst. 1i3.Een kit geschikt voor het maken van een oprolwikkelsysieem volgens conclusie 12, omvattende: - een steun (7), - een oprolas (2) die is gemaakt als een buis die aan een uiteinde is bevestigd aan een aandrijving (8) die is voorzien om bevestigd te worden aan de steun (7) en aan het andere uiteinde is gemonteerd op een lager, over een pin bevestigd aan de steun (7), - een versterkingsas (6) die is dermate gemaakt om te worden ingebracht in een oprolas (2} en stevig bevestigd wordt aan genoemde steun (7) aan de zilde tegenover genoemde aandrijving (8), de kromming van de versierkingsas (6) is tegengesteld aan de verwachte doorbuiging van de oprolas (2) en de initiële kromming van deze versterkingsas (6) is zodanig dat zijn vervorming langs zijn lengie zodanig is dat zijn as bi maximale vervorming samenvalt met de as van de oorspronkelijk niet-vervormde oprolas (2) en - rollende sleuniagers (10) die zijn ontworpen om over de lengte van de versterkingsas (6) op onderlinge afstand van elkaar te worden geplaatst.

14. Een kit volgens een van de conclusies 12-13, waarbij de kit verder een jaloezie (4) omvalt die geschikt is om te worden bevestigd aan de oprolas {2}.

15. Een kit volgens een van de conclusies 12-14, waarbij de versterkingsas (6) is voorzien van de rollende steunlagers (10) op een onderlinge afstand van elkaar geplaatst over zijn lengte en waarvan de aandrijving (8) is Ingebracht in de oprolas (2).