BE1026443A1

BE1026443A1 - Orienteringssamenstel voor secundaire verpakkingen

Info

Publication number: BE1026443A1
Application number: BE20185476A
Authority: BE
Inventors: Keenan Thompson; Wim Dekocker
Original assignee: Anheuser Busch Inbev Sa
Priority date: 2018-07-06
Filing date: 2018-07-06
Publication date: 2020-01-29
Also published as: BE1026443B1; MX2021000123A; CN112805224A; BR112020027027A2; CA3105720A1; EP3817984A1; US20210139191A1; KR20210040382A; AR115714A1; JP2021529706A

Abstract

De onderhavige openbaring verschaft een orientatiesamenstel voor het orienteren van een of meer drankcontainers opgeslagen in een secundaire verpakking. Het orientatiesamenstel omvat een basisgedeelte met een veelheid van containergebieden en overblijvende niet containergebieden. Het orientatiesamenstel omvat voorts een laag van een vooraf bepaald materiaal, ten minste gedeeltelijk als bekleding aangebracht op een of meer van de veelheid van de containergebieden, dusdanig dat een wrijvingscoefficient bij het beklede containergebied hoger is in vergelijking met die van niet-containergebieden.

Description

Oriënteringssamenstel voor secundaire verpakkingen

TECHNISCH GEBIED

De openbaring heeft algemeen betrekking op secundaire verpakkingen voor drankcontainers; en zij heeft meer in het bijzonder betrekking op een oriënteringssamenstel voor het handhaven van een oriëntatie van drankcontainers aanwezig in secundaire verpakkingen.

ACHTERGROND

Containers die vloeibare voedingsmiddelen zoals bijvoorbeeld water, bier, dranken enz. bevatten, zijn de laatste tijd van onschatbare waarde gebleken in allerlei situaties. Bijvoorbeeld zijn watercontainers over de gehele wereld door mensen tijdens reizen uitgebreid gebruikt. Ook gebruiken kampeerders, wandelaars en backpackers drankcontainers voor excursies in afgelegen gebieden. Deze containers variëren van kleine draagbare containers tot grote vatvormige containers, afhankelijk van de hoeveelheid van de daarin aanwezige drank.

De laatste jaren is er een veelvoudige toename geweest van de trend van het groeperen van een groot aantal producten, zoals voedingsproducten, waaronder vloeibare voedingsmiddelen, home essentials, stationaire producten en dergelijke in de vorm van multipacks voor verschillende doelen zoals voor het mogelijk maken van bulkverkoop, gemakkelijk transport, hantering en dergelijke. Bijvoorbeeld worden enkele-portiecontainers (bijvoorbeeld blikjes of flessen) gewoonlijk in groepen van zes of twaalf voor verkoop aan consumenten verpakt.

BE2018/5476

De meeste van deze secundaire verpakkingsdozen zijn vervaardigd van bordpapier- en/of kartonmateriaal.

Tijdens transport, waaronder hantering en transport van dergelijke secundaire verpakkingen, is er echter een toenemende bezorgdheid geweest omtrent de bescherming van dergelijke multipacks tegen ongewenste beschadigingen, bewegingen en verschuiving, in het bijzonder in de verpakking met een gladde oppervlakte vervaardigd van bordpapier met een betrekkelijk gladde oppervlakte waardoor derhalve het veroorzaken van wegglijden van daarin opgeslagen containers wordt veroorzaakt. Daar de wrijvingscoëfficiënt tussen de oppervlakken van de kartons en de afzonderlijke flessen of blikjes in het algemeen betrekkelijk gering is, hebben zij de neiging om ten opzichte van elkaar te bewegen als reactie op deze verschillende versnellingen, plotselinge stops, starts of draaiingen van het voertuig en kunnen zij zelfs vallen, wat resulteert in mogelijke beschadiging van de containers en het daarin vastgehouden product. Voorts kunnen, door deze schok, vibratie en beweging, de etiketten van de containers gedesoriënteerd raken en kunnen zij bijkomende hanteringsproblemen veroorzaken nadat het transport is voltooid.

Bijgevolg zijn talrijke pogingen gedaan om dit probleem van beweging van de afzonderlijke containers in de secundaire verpakkingen te boven te komen. In sommige gevallen werden de afzonderlijke containers verpakt door mechanische middelen zoals door synthetische harsfilms, riemen en andere soortgelijke middelen teneinde de beweging van de containers daarin te voorkomen. Deze

BE2018/5476 mechanische middelen hadden echter verscheidene tekortkomingen, die niet alleen complex maar ook noch kostenefficiënt noch tijdsefficiënt waren. Voorts waren zij meer geneigd om het etiket van containers te beschadigen en worden zij derhalve niet geprefereerd.

In sommige andere gevallen werden de containers tijdelijk met elkaar verbonden door middel van verbindingsmiddelen zoals onder gebruikmaking van lijmen, hechtmiddel, hetzij afzonderlijk, hetzij anders door het aanbrengen van een laag lijm op een gehele oppervlakte in de container. Deze werkwijzen werden echter ook niet geprefereerd, daar zij zouden hechten aan de randen van de containers en de afwerkingen van de containers zouden ontsieren. Voorts vormen zij slechts een tijdelijke oplossing en zijn zij niet bruikbaar zodra de containers uit de verpakking zijn gehaald en/of tijdelijke verbinding verdwijnt.

In nog andere gevallen werden afzonderlijke hanteringsmiddelen, zoals verscheidene soorten kartontussenschotten en/of vergrendelingsmiddelen verschaft om de containers vast te pakken. Deze kartontussenschotten, zoals bijvoorbeeld geopenbaard in Amerikaanse octrooischriften Nrs. 3 942 709; 3 948 435 en 4 0 94 454 zijn typisch gevormd van spaanplaat en verdelen het karton in afzonderlijke cellen, die de containers van elkaar scheiden om breuk te voorkomen. Dergelijke afzonderlijk hanteringsmiddelen vereisen echter speciaal geconstrueerde kartons alsook ingewikkelde hantering, die de kosten en tijd, die gepaard gaan met het transport, groter maken.

BE2018/5476

Verder zijn vele soorten antislipvellen beschikbaar, zoals bijvoorbeeld zoals geopenbaard in Amerikaanse octrooischriften Nrs. 5 613 447, 5 881 651, 6 490 982 en 8 146 515. Deze antislipvellen verschaffen, hoewel zij wisselend succes hebben, een oppervlak met in totaal betrekkelijk weinig wrijving en niet een gerichte hoge wrijving op het punt van contact tussen de container en het karton. Voorts is het belangrijk om te waarborgen dat eigenschappen zoals wrijving, sterkte, dikte, granulariteit enz. van deze gebruikte vellen in overeenstemming zijn met zowel het gewicht van het karton en de omgevingscondities (temperatuur, vochtigheid enz.), waarmee men tijdens het vervoer wordt geconfronteerd.

Bijgevolg hebben deze werkwijzen, hoewel alle van de thans bekende diverse werkwijzen wisselend succes hebben gehad voor beheer van de instorting van de containers in het karton, weinig succes gehad wanneer wordt gewenst om de oriëntatie van de containers te handhaven, wat op zijn beurt verkeerde uitrichting van de Containeretiketten voorkomt, zijnde een belangrijke overweging tijdens hantering en in het bijzonder geautomatiseerde werking door machines voor verpakking met hoge snelheid.

Bijgevolg komt, zoals kan worden gezien uit de voorafgaande bespreking, geen van de bestaande oplossingen het probleem van het handhaven van de oriëntatie van de containers in het karton volledig te boven. Aldus wordt, in de context van het bovenstaande, een verbeterd oriëntatieamenstel gewenst, dat kosteneffectief en gemakkelijk te implementeren is,

BE2018/5476 recyclebaar is en kan worden gebruikt zo lang als gewenst.

SAMENVATTING

Met betrekking tot een aspect van de uitvinding wordt een orientatiesamenstel voor het oriënteren van één of meer drankcontainers opgeslagen in een secundaire verpakking verschaft. Het orientatiesamenstel omvat een basisgedeelte met een veelheid van containergebieden en overblijvende nietcontainergebieden. Het orientatiesamenstel omvat voorts een laag van een vooraf bepaald materiaal, dat ten minste gedeeltelijk als bekleding op één of meer van de veelheid van de containergebieden is aangebracht, dusdanig dat een wrijvingscoëfficiënt bij het beklede containergebied hoger is in vergelijking met die van niet-container gebieden.

In het algemeen is elk van de veelheid van containergebieden aangepast om in aanraking te zijn met ten minste één van de drankcontainers.

Potentieel omvat de veelheid van containergebieden een veelheid van verlagingen met tussenruimten, elk gevormd en aangepast voor het opnemen van een contactoppervlak van één van de drankcontainers.

Voorts is het contactoppervlak potentieel een bodemoppervlak van de drankcontainer.

Als alternatief is het contactoppervlak van de drankcontainer een bovenste oppervlak van de drankcontainer.

Elk van de veelheid van verlagingen met tussenruimten heeft nog verder potentieel een dikte β

ΒΕ2018/5476 variërend tussen 5 mm en 30 mm en bij voorkeur tussen 10 mm en 20 mm.

In het algemeen kan het vooraf bepaalde materiaal, dat voor bekleding wordt gebruikt, worden gekozen uit één of meer, maar niet beperkt tot, polymeren met in het algemeen wrijvingsverhogende en/of met betrekking tot het oppervlak ruwmakende eigenschappen.

Voorts kan het vooraf bepaalde materiaal, dat voor bekleding wordt gebruikt, worden gekozen uit één of meer, maar niet beperkt tot, polymeren met rubberkarakteristieken, dusdanig dat het beklede containergebied een hogere graad van wrijving op het punt van contact verleent.

Voorts kan het vooraf bepaalde materiaal, dat voor bekleding wordt gebruikt, één of meer granulaire en/of geaggregeerde vulstofmaterialen daarin ingebed omvatten.

Optioneel omvatten de beklede containergebieden een vooraf bepaalde textuur en/of

patroon	aangepast	voor	verdere verhoging van	de
wrij vingscoëfficiënt	met	de	drankcontainers.
	Mogelijk	kan	de	secundaire verpakking	een
karton	gevormd van	één	of	meer materialen gekozen	uit,

maar niet beperkt tot, opvouwbare ruwe materialen, karton, bordpapier, golfkarton, kunststof, alle soorten papier en dergelijke.

Bij voorkeur is de drankcontainer een container in de vorm van een blik met een bodemoppervlak dat zich via een lichaamsdeel naar een bovenste oppervlak uitstrekt.

BE2018/5476

Als alternatief	is	de	drankcontainer	een
flesvormige container met	een	bodemoppervlak	dat	zich
via een sccontainerdeel	naar	een	bovenste	oppervlak

uitstrekt.

Nog een andere mogelijkheid is dat elk van de veelheid van op afstand geplaatste verlagingen een vorm en afmeting heeft die complementair zijn met een bodemoppervlak van de drankcontainer teneinde het vasthouden van een drankcontainer daarop te vergemakkelij ken.

Met betrekking tot een ander aspect van de uitvinding wordt een secundaire verpakking voor het vasthouden van een veelheid van drankcontainers verschaft, terwijl een oriëntatie daarvan wordt gehandhaafd, geopenbaard. De secundaire verpakking omvat een primaire houder gevormd uit een behuizing met een paar horizontale oppervlakken, waaronder een bovenste oppervlak en een onderste oppervlak, verbonden met elkaar en naar elkaar uitgestrekt via een veelheid van zijwanden om een binnenste oppervlak daartussen te definiëren. De primaire houder omvat voorts één of meer oriëntatiesamenstellen geconfigureerd op ten minste één van het paar horizontale oppervlakken, dusdanig dat de oriëntatie van de containers, die in de primaire houder aanwezig zijn, wordt gehandhaafd.

In het algemeen is het oriëntatiesamenstel op ten minste één van het bovenste horizontale oppervlak en/of het onderste horizontale oppervlak van de primaire houder geconfigureerd.

Bij voorkeur is het oriëntatiesamenstel integraal gevormd binnen één van de bovenste horizontale

BE2018/5476 oppervlakken en/of onderste horizontale oppervlakken van de primaire houder, dat wil zeggen dat het basisgedeelte van het oriëntatiesamenstel ten minste een integraal deel van de onderste of bovenste horizontale wand van de secundaire verpakking is.

Als alternatief is het oriëntatiesamenstel extern gehecht aan het bovenste horizontale oppervlak en/of het onderste horizontale oppervlak onder gebruikmaking van één of meer fixatiemechanismen gekozen uit één of meer van, maar niet beperkt tot, lijm-, niet, hechtings-, plakstukken en dergelijke.

Eventueel omvat de primaire houder een karton gevormd van één of meer materialen op papierbasis, gekozen uit, maar niet beperkt tot, opvouwbare ruwe materialen, karton, bordpapier, golfkarton, alle soorten

papier	en dergelijke.	een
Als alternatief	omvat de	primaire houder
karton	vervaardigd van	een mate	riaal dat niet	op
papierbasis is, gekozen	uit één	of meer, maar	niet
beperkt	tot, kunststoffen,	metalen e	n dergelijke.

Als andere mogelijkheid kan de primaire houder zijn vervaardigd in de vorm van een geschikte geometrische vorm gekozen uit, maar niet beperkt tot, een kubusvormige, cirkelvormige, hexagonale vorm en dergeli j ke.

Verder is het mogelijk dat elk van de veelheid van zijwanden van de behuizing een hoogte heeft die aanzienlijk groter is dan de hoogte van de drankcontainers, die daarin moeten worden opgeslagen.

Met betrekking tot nog een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor het vervaardigen van

BE2018/5476 een oriëntatiesamenstel geopenbaard. De werkwijze omvat het ontvangen van een basisoppervlak gevormd van een materiaal op papierbasis. De werkwijze omvat voorts het definiëren en/of vormen van een veelheid van 5 containergebieden op het basisoppervlak. De werkwijze omvat voorts het als bekleding aanbrengen van een laag van vooraf bepaald materiaal ten minste gedeeltelijk op de één of meer van de veelheid van containergebieden, dusdanig dat de beklede containergebieden een 10 wrijvingscoëfficiënt hebben die hoger is dan die van de niet-containergebieden.

Potentieel	is	het	basisgedeelte	een
horizontaal oppervlak	van	een primaire houder van	een
secundaire verpakking.
Verder bij	voorkeur kan	de stap van	het
bekleden bij voorkeur	worden	uitgevoerd	door

spuitbekleding.

Met betrekking tot nog een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor het vervaardigen van een secundaire verpakking voor het vasthouden van een veelheid van drankcontainers, terwijl hun oriëntatie wordt gehandhaafd, geopenbaard. De werkwijze omvat het ontvangen van een primaire houder met een veelheid van drankcontainergebieden geconfigureerd op een paar horizontale oppervlakken daarvan. De werkwijze omvat voorts het aanbrengen van een bekleding van een vooraf bepaald materiaal in de primaire houder bij één of meer van de veelheid van drankcontainergebieden, dusdanig dat de wrijvingscoëfficiënt bij de beklede drankcontainergebieden hoog is in vergelijking met die van het niet-drankcontainergebied.

BE2018/5476

Bij voorkeur is de primaire houder een karton gevormd van een materiaal op papierbasis gekozen uit één of meer van, maar niet beperkt tot, alle soorten papier, karton, golfkarton, opvouwbaar onafgewerkt materiaal en dergelijke. De details van één of meer implementaties worden uiteengezet in de begeleidende tekeningen en de onderstaande beschrijving. Andere aspecten, kenmerken en voordelen van de hier beschreven materie zullen duidelijk worden uit de beschrijving, de tekeningen en de conclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

FIG. 1 licht een schematisch diagram toe, dat een oriëntatiesamenstel voor drankcontainers weergeeft, overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige openbaring;

FIG. 2 licht een schematisch diagram toe, dat een secundaire verpakking met één of meer oriëntatiesamenstellen weergeeft, overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige openbaring;

FIG. 3 licht een schematisch diagram toe, dat een secundaire verpakking met één of meer oriëntatiesamenstellen weergeeft, overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige openbaring;

FIG. 4 beeldt een stroomschema af, dat de stappen voor het vervaardigen van een oriëntatiesamenstel toelicht, overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige openbaring; en

FIG. 5 beeldt een stroomschema af, dat de stappen voor het assembleren van een secundaire verpakking met één of meer oriëntatiesamenstellen

BE2018/5476 toelicht, overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige openbaring.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Zoals vereist, wordt een schematische, slechts exemplarische uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvrage hier geopenbaard; begrepen moet echter worden dat de geopenbaarde uitvoeringsvorm louter exemplarisch is met betrekking tot de onderhavige openbaring, die in verschillende en/of alternatieve vormen kan worden belichaamd. Specifieke structurele en functionele details, die hier zijn geopenbaard, moeten niet worden opgevat als beperkend, maar louter als een basis voor de conclusies en als een representatieve basis voor het leren van de vakman om de onderhavige openbaring in praktisch elke geschikte gedetailleerde structuur verschillend te gebruiken.

Aspecten, voordelen en/of andere kenmerken van de exemplarische uitvoeringsvorm van de openbaring zullen duidelijk worden met het oog op de volgende gedetailleerde beschrijving, die verschillende nietbeperkende uitvoeringsvormen van de uitvinding openbaart. Bij het beschrijven van exemplarische uitvoeringsvormen wordt ter wille van duidelijkheid specifieke terminologie gebruikt. De uitvoeringsvormen zijn echter niet bedoeld om te zijn beperkt tot deze specifieke terminologie. Begrepen moet worden dat elk specifiek gedeelte alle technische equivalenten omvat die op een soortgelijke manier werken om een soortgelijk doel te bereiken.

Exemplarische uitvoeringsvormen kunnen voor verschillende doelen worden aangepast en zijn niet

BE2018/5476 bedoeld om te zijn beperkt tot de hier uiteengezette specifieke exemplarische doelen. De vakmensen zullen de slechts exemplarische uitvoeringsvorm van de onderhavige openbaring kunnen aanpassen, in afhankelijkheid van 5 bijvoorbeeld het beoogde gebruik van de aangepaste uitvoeringsvorm. Bovendien is het de bedoeling dat voorbeelden en beperkingen, die daarmee in verband staan, welke hieronder worden besproken, toelichtend en niet exclusief te zijn. Andere beperkingen van de 10 verwante techniek zullen bij de vakmensen duidelijk worden na het lezen van de volgende specificatie en een studie van de verwante figuren.

De onderhavige aanvrage openbaart een orientatiesamenstel gevormd van een materiaal op 15 papierbasis voor toepassing bij secundaire verpakkingen, die een veelheid van drankcontainers bevatten, die vloeistoffen zoals koude dranken, bier, wijnen, mineraalwater enz. bevatten. Het orientatiesamenstel kan de drankcontainers, opgeslagen binnen de secundaire 20 verpakking, oriënteren. Hoewel de drankcontainers geschikt voor de onderhavige openbaring algemeen een blik- of flesvormige container met een bodemoppervlak, dat zich via een lichaamsdeel naar een bovenste oppervlak uitstrekt, is, moet worden begrepen dat de 25 uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding in combinatie met verschillende typen containers, ongeacht de grootte, vorm en materialen, die in de drankindustrie worden gebruikt, kunnen worden gebruikt.

FIG. 1 licht een schematisch diagram toe, dat 30 basiscomponenten van het oriëntatiesamenstel volgens de onderhavige openbaring vertoont. Zoals toegelicht in

BE2018/5476

FIG. 1, verschaft de onderhavige openbaring een oriëntatiesamenstel 100 voor het handhaven van een oriëntatie van één of meer van een veelheid van drankcontainers 190 die daarmee in aanraking zijn. De drankcontainer 190 is in het algemeen een blik- of flesvormige container met een bodemgedeelte 192, dat zich in de richting van een bovenste gedeelte 194 via een lichaamsdeel 196 uitstrekt. Het oriëntatiesamenstel 100 omvat een basisgedeelte 110. Het basisgedeelte 110 omvat een veelheid van containergebieden 112 en nietcontainergebieden 114. Elk van de veelheid van containergebieden 112 is aangepast om met ten minste één van de drankcontainers 190 in aanraking te zijn, hetzij bij het bovenste gedeelte 194, hetzij bij het onderste gedeelte 192. Voorts omvat het basisgedeelte 110 een laag van een vooraf bepaald materiaal, ten minste gedeeltelijk als bekleding aangebracht op één of meer van de veelheid van de containergebieden 112, dusdanig dat een wri j vingscoëf ficiënt F_c bij de beklede containergebieden 112 hoger is in vergelijking met een tweede wrijvingscoëfficiënt F_N bij de nietcontainergebieden 114.

Het oriëntatiesamenstel 100 van de onderhavige openbaring kan zijn geconfigureerd om in een secundaire verpakking, die een veelheid van containers bevat, te worden geïnstalleerd, hetzij als een multipack, hetzij als een groep van verschillende containers die samen zijn verpakt, of kunnen integraal met de secundaire verpakking zijn gevormd.

In de beschrijving van de FIG. 2-3, die volgt, zullen elementen, die gemeenschappelijk zijn voor het

BE2018/5476 schematische systeem, dezelfde nummeraanduiding hebben, tenzij anders opgemerkt. Bij een eerste uitvoeringsvorm, zoals toegelicht in Fig. 2, is een exemplarische secundaire verpakking 280, die een oriëntatiesamenstel 200 gebruikt, voor het bevatten van een veelheid van drankcontainers 290, terwijl hun oriëntatie daarin wordt gehandhaafd, verschaft. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm omvat secundaire verpakking 280 een primaire houder 281 met een veelheid van zijwanden 282, die zich tussen een paar horizontale oppervlakken 286 uitstrekken, waaronder een bovenste oppervlak 283 en een onderste oppervlak 284, die een binnenste oppervlak 285 daarin definiëren.

Zoals eerder geopenbaard, omvat het oriëntatiesamenstel 200 een basisgedeelte 210. Het basisgedeelte 210 omvat een veelheid van containergebieden 212 en niet-containergebieden 214. Elk van de veelheid van containergebieden 212 is aangepast om in aanraking te zijn met een drankcontainer 290. Voorts omvat het basisgedeelte 210 een laag 216 van een vooraf bepaald materiaal, dat ten minste gedeeltelijk als bekleding op de één of meer van de veelheid van de containergebieden 212 is aangebracht, dusdanig dat een wrijvingscoëfficiënt F_c van de beklede containergebieden 212 hoger is in vergelijking met een tweede wrijvingscoëfficiënt F_N bij de niet-containergebieden 214.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is het aantal containergebieden 212 gelijk aan het aantal drankcontainers opgeslagen in de secundaire verpakking 280. Voorts zijn de vorm en positie van de contactgebieden complementair aan een contactoppervlak

BE2018/5476

295 van de drankcontainer 290, dusdanig dat elk van de drankcontainers 290 in aanraking is met één van de corresponderende drankcontainers 212 bij het contactoppervlak 295 ervan.

Voorts omvat bij sommige uitvoeringsvormen de veelheid van containergebieden 212 een veelheid van uit elkaar geplaatste verlagingen 215, elk aangepast om te worden bekleed met het vooraf bepaalde materiaal, en definiërend een contactpunt voor contact met de veelheid van drankcontainers 290 op een uit elkaar geplaatste wijze. Voorts heeft elk van de veelheid van de uit elkaar geplaatste verlagingen 215 een dikte variërend tussen 5 mm en 30 mm en bij voorkeur tussen 10 mm in 2 0 mm.

Bijgevolg zijn de verlagingen 215 gevormd volgens een vorm van het contactoppervlak 295 van de drankcontainer 190. Voorts zijn in sommige gevallen de uit elkaar geplaatste verlagingen 215 bekleed met een laag met een dikte T, in het algemeen identiek aan de grootte van de verlagingen, zodat, wanneer zij bekleed zijn, elk van de containergebieden zich in genoemd vlak bevinden dat identiek is aan het niet-containergebied. In sommige andere gevallen worden de uit elkaar geplaatste verlagingen 215 echter bekleed met een laag met een dikte T, die in het algemeen geringer is dan de grootte van de verlagingen, zodat, wanneer zij bekleed zijn, elk van de containergebieden 212, terwijl zij wrijving geven, een vasthoudende structuur bij het contactpunt verschaft, een mannelijke een langere

Het basisgedeelte 210 kan zijn gevormd van een enkele-laagstructuur / multilaagstructuur, gevormd van

BE2018/5476 een materiaal op papierbasis gekozen uit één of meer van, maar niet beperkt tot, een gevouwen onafgewerkt materiaal, alle soorten papier, spaanplaat, golfkarton en dergelijke. Voorts heeft het basisgedeelte 210, in 5 elke bovengenoemde configuratie, een afmeting in een horizontaal vlak die in hoofdzaak identiek is aan een binnenafmeting van de primaire houder 281 in het horizontale vlak.

Bij andere uitvoeringsvormen kan het 10 basisgedeelte 210 echter een multilaagstructuur zoals een karton, behuizing en dergelijke zijn. Bij dergelijke uitvoeringsvormen omvat het basisgedeelte 210 in één geval een bovenste laag 231 en een onderste laag 232, in het algemeen verbonden met en zich van de bovenste laag 15 231 uitstrekkend. Bij voorkeur is de onderste laag 232 op afstand geplaatst van de bovenste laag 231 en omvat zij een veelheid van gaten 235 daarop geconfigureerd en aangepast voor het ontvangen van ondersteuning van de van de onderliggende drankcontainers. Het aantal van de 20 veelheid van gaten 235 is in het algemeen gelijk aan het aantal drankcontainers aangepast om in de behuizing 281 te worden opgeslagen. Voorts is deze veelheid van op afstand geplaatste gaten 235 dusdanig ingericht, dat, wanneer het basisgedeelte in de binnenruimte 295 is 25 gepositioneerd, elk van de drankcontainers is aangepast voor het ondersteunen van het basisgedeelte door een gat van de veelheid van gaten 325. Een dergelijke uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt wanneer de drankcontainer een in het algemeen flesvormige container 30 is.

BE2018/5476

Terugkijkend naar Fig. 2, is het oriëntatiesamenstel 200 in het algemeen binnen het binnenste oppervlak 285 op ten minste één oppervlak van het paar horizontale oppervlakken 286 gepositioneerd. Bij sommige uitvoeringsvormen omvat de secundaire verpakking 280 slechts één oriëntatiesamenstel 200. Bij dergelijke uitvoeringsvormen en in geprefereerde gevallen is het oriëntatiesamenstel 200 op het onderste oppervlak 284 gepositioneerd, dusdanig dat een onderste oppervlak 292 van elk van de veelheid van drankcontainers 290 werkt als het contactoppervlak 295 en in aanraking is met één van de beklede containergebieden 212. In andere gevallen is het oriëntatiesamenstel 200 echter op het bovenste oppervlak 283 gepositioneerd, dusdanig dat een bovenste gedeelte 294 werkt als het contactoppervlak 295 en in aanraking is met één van de beklede containergebieden 212.

Bij een modificatie van de eerste uitvoeringsvorm, zoals toegelicht in FIG. 3, omvat de secundaire verpakking 280 meer dan één oriëntatiesamenstel 200 gepositioneerd in de primaire houder 281. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm omvat de primaire houder 281 in het algemeen twee oriëntatiesamenstellen 200, één gepositioneerd op het bovenste oppervlak 283 en de andere gepositioneerd op het onderste gedeelte 292. Een dergelijke uitvoeringsvorm verschaft, hoewel hij de kosten enigszins verhoogt, wrijvingsondersteuning van beide einden en sluit derhalve verder de mogelijkheid van desoriëntatie van de containers 290, die daarin zijn opgeslagen, uit, zelfs onder schokken met hoge impact,

BE2018/5476 vibraties en dergelijke tijdens de hantering en het transport daarvan.

FIG. 2 en 3 tonen schematisch de ordening van de basiscomponenten van de secundaire verpakking 280 volgens de onderhavige openbaring. Bij de constructie van commerciële functionele eenheden kunnen secundaire componenten, zoals koppelingen, connectors, ondersteunende structuur en andere functionele componenten, die bij een vakman op het gebied van 10 secundaire verpakkingen bekend zijn, en meer in het bijzonder de secundaire verpakking voor drankcontainertechnologie, in de secundaire verpakking 280 zi jn opgenomen. Dergelijke commerciële ordeningen worden bij de onderhavige uitvinding opgenomen, mits de 15 structurele componenten en ordeningen, die hier zijn geopenbaard, aanwezig zijn. Bijgevolg wordt beschouwd dat de secundaire verpakking 280 kan worden geconfigureerd om te worden gebruikt bij elke soort drank- en/of vloeistof- en/of voedingsmiddelcontainers 20 en kan hij in elke mogelijke vorm, zoals mogelijk geacht, worden opgenomen zonder buiten de omvang van de onderhavige uitvinding te treden.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is de primaire houder, algemeen weergegeven door het nummer 25 281, een karton dat in het algemeen is gevormd uit een recycleerbaar materiaal gekozen uit één of meer, maar niet beperkt tot, elk gewenst materiaal, waaronder alle soorten papier, spaanplaat, golfkarton, opvouwbare ruwe materialen, hybride materiaal of enigerlei combinaties 30 daarvan, en elke bekende behuizing gevormd door een bekend mechanisme en geschikt voor toepassing

BE2018/5476 overeenkomstig de onderhavige openbaring zonder buiten de omvang daarvan te treden, kan worden gebruikt. Voorts kunnen de vorm en grootte, waaronder de hoogte van de primaire houder 281, worden gevarieerd in afhankelijkheid van de ontwerpbeperkingen en de vereisten voor de toepassing ervan. Bijvoorbeeld is, in de gevallen wanneer de container 281 is aangepast om twaalf containers in één laag in een 3x4-ordening te herbergen, het karton overeenkomstig gedimensioneerd. Voorts kan in andere gevallen het karton zijn gedimensioneerd en gevormd voor het bevatten van containers met een verschillende of identieke hoeveelheid in een enkele laag, meer dan twee lagen en/of in verschillende rij/kolom-ordeningen (bijvoorbeeld 1x6, 3x6, 2x6, 4x6, 2x3x4, 2x6x2, 2x9, 3x5, 3x5x2, enz.}.

Bij een andere uitvoeringsvorm is de primaire houder 281 integraal gevormd en vervaardigd van een kunststofmateriaal met gering gewicht gekozen uit één of meer van, maar niet beperkt tot, kunststofmateriaal als groep van thermoplastische materialen, waaronder acetaal, acryl, cellulose-acetaat, polyethyleen, polystyreen, vinyl en nylon. In dergelijke gevallen kan het oriëntatiesamenstel 200 het best geschikt zijn om te worden geconfigureerd op het bovenste oppervlak alsook het onderste oppervlak van de primaire houder, daar in dergelijke gevallen, door gladheid van kunststof, wrijving tussen de container en de primaire houder zeer gering is.

Bij sommige uitvoeringsvormen omvat het vooraf bepaalde materiaal één of meer polymeermaterialen met in

BE2018/5476 het algemeen rubberachtige karakteristieken naast hoge wrijvingscoëfficiënt. Dergelijke materialen produceren ook, terwijl zij een hoge wrijving op het punt van contact 295 verschaffen, hoge uitsteeksels bij dat punt in de richting van het contactoppervlak van de drankcontainer 290. Een dergelijke uitsteekselkarakteris-tiek naast de wrijving voorkomt dat de drankcontainers met betrekking tot het containergebied glijden op het punt van het contact, terwijl een schokabsorberende karakteristiek wordt verschaft, die het mogelijk maakt dat de container plotselinge schokken, vibraties en dergelijke te boven komt.

Bij sommige uitvoeringsvormen omvat het vooraf bepaalde bekledingsmateriaal voorts één of meer daarin ingebedde granulaire en/of geaggregeerde vulstofmaterialen.

Bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan de bekledingslaag met een oppervlak met hoge wrijving verder worden onderworpen aan het aanbrengen van verhogingen ( 'embossing') of aan het aanbrengen van verlagingen ( 'debossing') of op een andere wijze worden verwerkt teneinde het definitieve uiterlijk en de definitieve textuur van de containergebieden 212 te veranderen. Een dergelijke verwerking, waaronder debossing en/of embossing, kan de wrijvingscoëfficiënt F_c verder verhogen.

Bij gebruik is, zoals eerder geopenbaard, het oriëntatiesamenstel 200 aangepast om te worden geplaatst binnen het binnenste oppervlak 285, dusdanig dat elk van de drankcontainers 292 één van de containergebieden 212

BE2018/5476 bij het contactpunt 217 ontmoet. Bij sommige uitvoeringsvormen wordt het oriëntatiesamenstel 200 aan één van het bovenste oppervlak en het onderste oppervlak van de primaire houder 281 vastgemaakt. Bij een andere uitvoeringsvorm wordt het oriëntatiesamenstel 200 vastgemaakt aan het ene oppervlak van het paar van horizontale oppervlakken 286, waarbij één of meer fixatiemechanismen gekozen uit één of meer van, maar niet beperkt tot, pocket-gebaseerd fixatiemechanisme, inkeping-gebaseerd fixatiemechanisme, nieten, lijmen, hechtende plaatjes (stukken), vasthoudende lipjes, nieten, klinknagels en elke ander geschikt mechanisch bevestigingsmechanisme, dat conventioneel in de techniek bekend is en geschikt is voor gebruik bij de onderhavige uitvinding zonder buiten de omvang ervan te treden.

Maar in het bijzonder bij een geprefereerde uitvoeringsvorm, waarbij de primaire houder 281 is gevormd van een materiaal op papierbasis, kan het oriëntatiesamenstel 200 integraal worden gevormd met één of meer van het paar horizontale oppervlakken 286 van de secundaire houder 280, dat wil zeggen dat het basisgedeelte van het oriëntatiesamenstel ten minste een integraal deel van de onderste of bovenste horizontale wand van de secundaire verpakking is. Een dergelijke uitvoeringsvorm vergemakkelijkt verder de implementatie van de onderhavige uitvinding, daar het oriëntatiesamenstel in de primaire houder 281 tijdens de vervaardiging daarvan wordt gevormd. Bijgevolg is het niet vereist dat een gebruiker het oriëntatiesamenstel 281 extern hecht aan één of meer oppervlakken van de

BE2018/5476 primaire houder 281, waardoor wordt bespaard op tijd, kosten alsook ongewenste taken voor de gebruiker.

Fig. 4 met verwijzing naar Figuren 1 tot en met 3 is een stroomschema, dat een werkwijze 400 voor het vervaardigen van het oriëntatiesamenstel 200 volgens de onderhavige openbaring toelicht. De werkwijze begint bij stap 402 en gaat verder naar stap 404, waar het basisgedeelte 210 gevormd van een materiaal op papierbasis wordt opgenomen. Daarna gaat de werkwijze 400 verder naar stap 406, waar een veelheid van containergebieden 212 wordt geïdentificeerd. Bij sommige uitvoeringsvormen omvat de identificatie van de containergebieden 212 het definiëren van een veelheid van gebieden met een grootte en/of vorm corresponderend met het contactoppervlak 295 van de drankcontainer 290. Maar bij sommige andere uitvoeringsvormen, waarbij het containergebied 212 een veelheid van op afstand geplaatste verlagingen 215 heeft, worden de containergebieden 212 in het basisgedeelte 210 gevormd onder gebruikmaking van een willekeurig geschikt mechanisme, dat reeds in de techniek bekend is. Daarna gaat de werkwijze verder naar stap 408, waar elk van de containergebieden 212 ten minste gedeeltelijk wordt bekleed met een laag van een vooraf bepaald materiaal met een vooraf bepaalde wrijvingscoëfficiënt F_c, dusdanig dat wordt voorkomen dat de drankcontainer 290, zodra deze in contact is met het containergebied 212, enigerlei beweging ondergaat en in het bijzonder desoriëntatie daarvan.

Bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt de stap van het bekleden uitgevoerd

BE2018/5476 door het vooraf bepaalde materiaal op de geïdentificeerde containergebieden 212 te spuiten. Bij een andere uitvoeringsvorm wordt het bekleden met een laag uitgevoerd door het plaatsen van een masker met gaten corresponderend met de containergebieden 212 en vervolgens het verspreiden van het bekledingsmateriaal daarop, waardoor de containergebieden 212 worden bekleed. Bij nog een andere uitvoeringsvorm kan de stap van het bekleden worden uitgevoerd met een willekeurig geschikt mechanisme, dat conventioneel in de techniek bekend is, zoals waaronder, maar niet beperkt tot, extrusie, borstelen of rollen van de vloeibare oplossing op de containergebieden 212. Bij dergelijke uitvoeringsvormen van dien aard laat men de bekledingslaag drogen voordat het oriëntatiesamenstel 200 wordt gebruikt voor de toepassing ervan in verschillende situaties.

De werkwijze 400 omvat voorts bijkomende optionele stap 410 van het vormen van verschillende bekledingspatronen en/of texturen op de containergebieden 212 aangepast voor het verder verhogen van de wrijving daarvan. Bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan de stap 410 samen met de stap 408 bij het uitvoeren van de stap van het bekleden van de containergebieden 212 worden uitgevoerd. Als alternatief kunnen de texturen / patronen worden gevormd door het aanbrengen van één of meer vernissen en/of een tactiel bekledingsmateriaal in een vooraf bepaald patroon teneinde de wrijving van reeds beklede containergebieden 212 te verhogen.

BE2018/5476

Bij nog andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan elk van de stappen van de werkwijze 400 in een gewenste volgorde, sequentieel en/of gelijktijdig worden uitgevoerd.

Fig. 5 licht een werkwijze 500 voor het assembleren van de secundaire verpakking 280 onder gebruikmaking van het oriëntatiesamenstel 200 volgens de onderhavige openbaring toe. De werkwijze begint bij stap 502 en gaat verder naar stap 504, waar het karton 281 wordt ontvangen en/of gevormd. De werkwijze 500 gaat vervolgens verder naar stap 506, waar één of meer oriëntatiesamenstellen 200 in de primaire houder 281 worden gepositioneerd. Bij een uitvoeringsvorm wordt het oriëntatiesamenstel 200 in de primaire houder 281 gepositioneerd door hechten aan één of meer van het paar van horizontale oppervlakken 286 onder gebruikmaking van één of meer fixatiemechanismen gekozen uit, maar niet beperkt tot, pocket-gebaseerde fixatiemechanisme, inkeping-gebaseerd fixatiemechanisme, nieten, lijmen, hechtende plaatjes, vasthoudende lipjes, nieten, klinknagels en elk ander geschikt mechanisch fixatiemechanisme. Bij een andere uitvoeringsvorm kan het oriëntatiesamenstel 200 worden gevormd in de één of meer van het paar van de horizontale oppervlakken onder gebruikmaking van een mechanisme vergelijkbaar met het mechanisme zoals geopenbaard in de stap 406 van de werkwijze 400. Daarna wordt bij stap 508 een veelheid van drankcontainers 290 binnen het binnenste oppervlak 285 van de primaire houder 281 geplaatst, dusdanig dat elk van de containers 290 met het containergebied 212 bij het contactpunt 295 in aanraking is.

BE2018/5476

Bij nog andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan elk van de stappen van de werkwijze 500 in een gewenste volgorde, sequentieel en/of gelijktijdig worden uitgevoerd.

INDUSTRIËLE TOEPASBAARHEID

De onderhavige openbaring heeft betrekking op een oriëntatiesamenstel 200 gevormd van een veelheid van containergebieden, elk bekleed met een vooraf bepaald materiaal met een hoge wrijvingscoëfficiënt, in het algemeen variërend tussen 0,5 en 0,8 bij voorkeur tussen 0,6 en 0,7, voor gebruik bij het handhaven van een oriëntatie van een veelheid van drankcontainers 290 opgeslagen in een secundaire verpakking 280. De veelheid van drankcontainers omvat in het algemeen containers bevattende vloeistoffen, zoals bier, wijn, cider, hard liquor (bijvoorbeeld gedestilleerde drank, sterke drank, alcoholische drank, sterke drank (hard alcohol), frisdranken (bijvoorbeeld cola, soda, priklimonade, tonic, selterswater), ijsthee, sodawater en andere typen koolzuurhoudende / niet-koolzuurhoudende dranken. Een dergelijke hoge alsook gerichte wrijving bij het punt van contact verleent een hoge stabiliteit alsook wrijving genoeg om enigerlei beweging / verkeerde uitrichting van de drankcontainers met betrekking tot de container te weerstaan. Derhalve wordt enigerlei schade aan de drankcontainers en labels daarvan vermeden. Bijgevolg kunnen de containers vervaardigd van een breekbaar materiaal zoals glas gemakkelijk worden vervoerd onder gebruikmaking van de secundaire verpakking van de onderhavige openbaring.

BE2018/5476

Voorts verschaft de onderhavige openbaring de mogelijkheid van het vervaardigen van de secundaire verpakking 280 met integraal gevormde oriëntatiesamenstellen op verschillende horizontale oppervlakken van de primaire houder 281. Een dergelijke secundaire verpakking 280 met integraal gevormd georiënteerd samenstel kan, terwijl deze kostenefficiënt en draagbaar is, zeer snel en gemakkelijk door consumenten of door de kleinhandelaren worden geassembleerd en biedt een gemakkelijke, maar toch comfortabele hantering van verpakkingen van elke vorm, grootte en willekeurige variëteit van configuraties.

Terwijl de secundaire verpakking 280 primair wordt beschreven voor het vasthouden en oriënteren van drankcontainers, wordt voor een vakman ook makkelijk gecontempleerd dat de secundaire verpakking 280 volgens de onderhavige openbaring in verschillende industrieën zoals voedselindustrie, transportindustrie, industrie voor huishoudelijke apparatuur bij het vervoer van elk soort product of groep van producten, met willekeurige vorm, grootte of variëteit van configuraties kan worden geïmplementeerd zonder dat zij tot de drankindustrie wordt beperkt.

Hoewel het orientât!esamenstel 200 volgens de onderhavige openbaring is beschreven met verwijzing naar de secundaire verpakking 280 volgens de onderhavige openbaring, kan zij bovendien ook worden gebruikt als een onafhankelijke zelfstandige eenheid. Voorts kan zij worden geïntegreerd met verschillende geschikte containers, die in de techniek bekend zijn, waaronder verschillende kartons gevormd uit opvouwbare ruwe

BE2018/5476 materialen alsook kartons geconstrueerd van materialen zoals stof, geweven materiaal, niet-geweven materiaal, geweven metaalweefsei, waaronder ferro- of niet-ferrometalen enz. of een willekeurig ander geschikt materiaal.

Hoewel het orientatiesamenstel 200 wordt beschreven voor het vasthouden en oriënteren van drankcontainers met in het algemeen een blikvorm, wordt het voor een vakman ook gecontempleerd dat de secundaire verpakking 200 volgens de onderhavige openbaring in verschillende industrieën zoals voedselindustrie, transportindustrie, industrie voor huishoudelijke apparatuur bij het transport van een willekeurige soort containers van enigerlei vorm, grootte of variëteit van configuraties kan worden geïmplementeerd zonder haar tot de drankindustrie te beperken.

Met verwijzing naar Fig. 4 en 5 wordt methodologie overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de geclaimde materie toegelicht. Hoewel voor doeleinden van eenvoudigheid van uiteenzetting de methodologie wordt getoond en beschreven als een reeks handelingen, moet worden begrepen en gewaardeerd dat de geclaimde materie niet door de volgorde van handelingen wordt beperkt, daar sommige handelingen in verschillende volgorden en/of gelijktijdig met andere handelingen dan die welke hier zijn getoond en beschreven kunnen plaatsvinden.

Claims

CONCLUSIES

1. - Oriëntatiesamenstel voor een secundaire verpakking, die een veelheid van containers vasthoudt, waarbij het samenstel bevat:

een basisgedeelte met een veelheid van containergebieden en overblijvende nietcontainergebieden, waarbij één of meer van de veelheid van containergebieden ten minste gedeeltelijk is bekleed met een vooraf bepaald materiaal, dusdanig dat een wrijvingscoëfficiënt bij de beklede containergebieden hoger is in vergelijking met de overblijvende nietcontainergebieden.

2. - Samenstel volgens conclusie 1, waarbij elk van de containergebieden een contactpunt is, dat is aangepast om met een contactoppervlak van ten minste één van de drankcontainers in aanraking te komen.

3. - Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de veelheid van containergebieden een veelheid van op afstand geplaatste verlagingen bevat, elk gevormd en aangepast voor het opnemen van een contactoppervlak van één van de drankcontainers.

4. - Samenstel volgens conclusie 2, waarbij het contactoppervlak een onderste oppervlak van de drankcontainer is.

5. - Samenstel vorig conclusie 2, waarbij het contactoppervlak een bovenste oppervlak van de drankcontainer is.

6. -Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de één of meer beklede containergebieden een vooraf bepaalde textuur en/of patroon bevatten, die zijn

BE2018/5476 aangepast om de wrijvingscoëfficiënt van het bekledingsmateriaal verder te verhogen.

7. - Samenstel volgens conclusie 1, waarbij het vooraf bepaalde materiaal een bekledingsvloeistof en/of vernis en/of polymeer of een combinatie van polymeren omvat.

8. - Verpakking volgens conclusie 1, waarbij het vooraf bepaalde materiaal voorts één of meer granulaire en/of geaggregeerde vulstofmaterialen daarin ingebed bevat.

9. - Secundaire verpakking voor het vasthouden van drankcontainers, waarbij de verpakking bevat:

een primaire houder met een paar horizontale oppervlakken, waaronder een bovenste oppervlak dat zich via een veelheid van verticale zijwanden, die een binnenoppervlak daartussen definiëren, naar een bodemoppervlak uitstrekt; waarbij de primaire houder bevat: één of meer oriëntatiesamenstellen volgens een der voorgaande conclusies geconfigureerd op ten minste één van genoemd paar van horizontale oppervlakken, dusdanig dat een oriëntatie van de in de primaire houder aanwezige containers wordt gehandhaafd.

10. - Verpakking volgens conclusie 9, waarbij het oriëntatiesamenstel op het bovenste horizontale oppervlak en/of het onderste horizontale oppervlak van de primaire houder is geconfigureerd.

11. - Verpakking volgens conclusie 9, waarbij het oriëntatiesamenstel integraal met het bovenste horizontale oppervlak en/of onderste horizontale oppervlak van de primaire houder is gevormd.

BE2018/5476

12.- Verpakking volgens conclusie 9, waarbij het oriëntatiesamenstel extern aan het bovenste horizontale oppervlak en/of het onderste horizontale oppervlak is gehecht.

5

13.- Secundaire verpakking volgens conclusie 9, waarbij de secundaire verpakking een karton gevormd van één of meer materialen gekozen uit, maar minder niet beperkt tot, opvouwbaar onafgewerkt materiaal, karton, bordpapier, golfkarton, kunststof, 10 alle soorten papier en dergelijke omvat.

14.- Werkwijze voor het vervaardigen van een oriëntatiesamenstel, waarbij de werkwijze de stappen bevat van:

het ontvangen van een basisoppervlak gevormd 15 van een materiaal op papierbasis;

het definiëren en/of vormen van een veelheid van containergebieden op het basisoppervlak;

het als bekleding aanbrengen van een laag van een tweede vooraf bepaald materiaal op de één of meer 20 containergebieden;

waarbij de beklede laag gevormd van het vooraf bepaalde materiaal een wrijvingscoëfficiënt hoger dan die van het materiaal op papierbasis heeft.