BE1026421B1 - Chocoladetempereermachine en werkwijze voor temperen van chocolade - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een chocoladetempereermachine omvattende een behuizing, een reservoir voorzien in de behuizing en een roerwerk roteerbaar voorzien binnen het reservoir. Het roerwerk is bevestigd aan een as welke strekt door het reservoir en wordt aangedreven door een motor welke buiten het reservoir is voorzien. Zowel een verwarmingseenheid als een koeleenheid is voorzien in de behuizing op een functionele nabijheid van het reservoir. Een regelaar is functioneel verbonden met ten minste de motor, de verwarmingseenheid en de koeleenheid. De tempereermachine omvat verder een viscositeitsensor voor meten van de viscositeit van chocolade in het reservoir en voor voorzien van een viscositeitsignaal aan de regelaar indicatief voor de gemeten viscositeit.

Description

CHOCOLADETEMPEREERMACHINE EN WERKWIJZE VOOR TEMPEREN VAN CHOCOLADE

TECHNISCH VELD EN ACHTERGROND

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een chocoladetempereerm achine.

Een zodanige chocoladetempereermachine is bijvoorbeeld bekend uit US-A-4,706,558. In deze bekende tempereermachine is een kom, waarin chocoladestukjes kunnen worden voorzien, verwijderbaar gemonteerd in een behuizing. Een bewegend apparaat in de behuizing is gekoppeld aan de kom voor roteren van de kom. Een verwarmer is voorzien in de behuizing op een functionele nabijheid van de kom voor smelten van de chocolade. Een koeleenheid is voorzien in de behuizing op een functionele nabijheid van de kom voor koelen van de coating. Een regelcircuit is elektrisch verbonden met de verwarmingseenheid en koeleenheid voor regelen van het verwarmen en koelen van de coating. Deze chocoladetempereermachine produceert getempereerde chocolade welke, bijvoorbeeld, kan worden gevoerd aan een machine voor het aanbrengen van chocoladecoatings aan snoepjes, repen en andere artikelen, of het kan worden voorzien aan een malmachine of aan een handmatig bediend productiestation. De chocolade wordt getempereerd tot de juiste temperatuur, consistentie en type en hoeveelheid kristallisatie door het binnen een bepaald bereik houden van de temperatuur. Een nadeel van deze machine is echter dat het een machine voor thuisgebruik is, niet geschikt voor industrieel gebruik en ook niet geschikt voor de professionele chocolatier.

Een professionele chocoladetempereermachine kan een reservoir omvatten waarin de chocolade wordt ontvangen, een distributietuit voorzien op de verticale lijn van het reservoir, en een wormtransporteur voor transporteren van de chocolade uit het reservoir omhoog naar de distributietuit. In het reservoir zijn mengbladen behuisd welke geactiveerd

BE2018/5463 worden door een elektromotor. Het reservoir is van buiten voorzien van flexibele, elektrische-weerstandsverwarmingselementen welke door middel van een kleefmiddel verbonden zijn met de bodem van het reservoir.

In het bijzonder is de professionele chocolatier gebruik makend van conventionele chocoladetempereermachines sterk afhankelijk van zijn eigen ervaring en kunde. Vandaar dat het beroep van chocolatier moeihjk is en het tijd kost om te leren omdat een hoop van de kunde en kennis verkregen moeten worden voordat een relatief constante chocoladekwaliteit verkregen kan worden op een professionele manier.

Desondanks moet de chocolatier zelfs dan nog constant zijn machine in de gaten houden om constant de kwaliteit van de gesmolten chocolade in de gaten te houden. Dit maakt opschalen naar meer tempereermachines of voorzien van reproduceerbare chocoladekwahteit lastig.

Verder hebben zulke conventionele machines vaak een relatief lange tijd nodig om de chocolade te smelten en op de juiste manier te tempereren. Gedurende deze tijd kan er effectief gezien bijna geen chocolade worden geproduceerd. Omdat een dergelijke machine niet alleen gelaten kan worden en permanent in de gaten moet worden gehouden, wordt de machine 's nachts gestopt en 's morgens weer opgestart. Het opnieuw starten van de machine vergt significant veel tijd gedurende welke geen productie kan worden gedaan. Het opschalen van de productie is daarom lastig.

Documenten WO 92/000015 of US 5514390 beschrijven een chocoladetempereermachine met een koelzone en een verwarmingszone elk omvattende verschillende roerwerken welke individueel kunnen worden geregeld. Echter, een nadeel van deze machine is dat, ondanks individuele regeling van de verticaal roterende assen, het professionele oog van de chocolatier nog steeds nodig is om de gewenste tempering van de chocolade te verkrijgen. Daarnaast is de machine erg complex, moeilijk om schoon te

BE2018/5463 maken en energie-onzuinig. Op de roerbladen zijn knoppen of schrapers nodig om chocolademassa van de bodem van de verwerkingssectie en de erboven geplaatste verwerkingssectie te schrapen wat resulteert in verlies en wat het moeilijk maakt om een homogene massa te verkrijgen. Ook deze machine moet constant in de gaten worden gehouden voor de chocolatier.

Er is dus een continue behoefte om chocoladetempereermachines te verbeteren voor het op een constante wijze produceren van allerlei verschillende getempereerde chocolade met de gewenste eigenschappen. In het bijzonder is er een behoefte om een betrouwbare machine te voorzien welke chocolade op een reproduceerbare en constante wijze kan produceren.

SAMENVATTING

Het is daarom een doel van de uitvinding om een verbeterde chocoladetempereermachine te voorzien.

Volgens de uitvinding wordt dit verkregen door voorzien van een professionele een professionele chocoladetempereermachine omvattende een behuizing; een reservoir voorzien in de behuizing; een roerwerk roteerbaar voorzien binnen het reservoir, het roerwerk zijnde gemonteerd op een as zich uitstrekkend door een bodem van het reservoir en aangedreven door een motor welke buiten het reservoir is voorzien; een verwarmingseenheid voorzien in de behuizing op een functionele nabijheid voorzien van het reservoir; een koeleenheid voorzien in de behuizing op een functionele nabijheid voorzien van het reservoir; en een regelaar functioneel verbonden met ten minste de motor, de verwarmingseenheid en de koeleenheid; de tempereermachine verder omvattende een viscositeitsensor voor meten van de viscositeit van chocolade in het reservoir en voor het voorzien van een viscositeitsignaal aan de regelaar indicatief voor de gemeten viscositeit.

Volgens de uitvinding is het mogelijk om een getempereerde chocolade te voorzien met een gewenste viscositeit op een consistente wijze door voorzien van een viscositeitsensor voor meten van de viscositeit van

BE2018/5463 chocolade in het reservoir en door voorzien van een viscositeitssignaal indicatief voor de gemeten viscositeit aan de regelaar. In het bijzonder kan door monitoren en regelen van de viscositeit een meer betrouwbare manier van produceren van chocolade worden verkregen. Bovendien bewaken conventionele machines, zoals beschreven in bijvoorbeeld WO92/00015 of US 5514390, vaak alleen temperatuur, terwijl alleen temperatuur niet impliceert dat de chocolade de gewenste viscositeit heeft. Bovendien kan, als een constante temperatuur behouden wordt, een overkristallisatie van de chocolade gebeuren, wat de kwaliteit van de chocolade verminderd.

Daarom is het aan te raden, voor verder verwerken van de gesmolten chocolade, dat de gesmolten chocolade van een optimale of gewenste viscositeit in plaats van temperatuur is.

Verder kan, door voorzien van een viscositeitssignaal aan de regelaar, een semiautomatische machine worden gerealiseerd welke geen constante supervisie van de chocolatier nodig heeft. Optioneel kan de regelaar een waarschuwingssignaal geven wanneer het viscositeitsignaal buiten een vooraf bepaald viscositeitsbereik is. Een dergelijk waarschuwingssignaal kan bijvoorbeeld een visueel signaal, een auditief signaal, of een bericht op een mobiel communicatieapparaat, of iets dergelijks zijn. Optioneel kan de regelaar verder een regelsignaal uitsturen om andere delen van de machine te regelen, bijvoorbeeld temperatuur of hoeveelheid chocolade en dergelijke om een gemeten viscositeitssignaal te verkrijgen welke binnen een vooraf bepaald viscositeitsbereik is.

Door voorzien van de regelaar, kan een meer geautomatiseerde of semiautomatische chocoladetempereermachine worden verkregen, zodanig dat de kwaliteit van de chocolade constanter en meer reproduceerbaar kan worden. Zo wordt een geautomatiseerde chocoladetempereermachine verkregen. Produceren van gesmolten chocolade kan dus minder afhankelijk worden van de kunde en kennis van de chocolatier. Daarnaast krijgt de

BE2018/5463 chocolatier meer tijd om te focussen op creëren van unieke chocolades in plaats van bijna constant de machine in de gaten te moeten houden.

Voordeligerwijs heeft de professionele tempereermachine een reservoir waarin de roerwerken roteerbaar zijn opgesteld op een omhooggerichte rotatieas. De rotatieas strekt bij voorkeur omhoog door de bodem van het reservoir en wordt aangedreven door een motor buiten het reservoir. De motor is gebruikelijk voorzien onder het reservoir. Het reservoir kan dan in fluïde verbinding worden gebracht met een omhoog strekkend chocoladekanaal voor brengen van de gesmolten chocolade naar een aflevermond. De aflevermond is dus boven het reservoir voorzien, zodanig dat vergaarbakken of andere vormen gemakkelijk onder de aflevermond kunnen worden gehouden.

Door voorzien van een koeleenheid welke water gebruikt als een koelvloeistof worden complexe koelvloeistoffen vermeden welke vaak extra voedselacceptatietesten vereisen. Verder zijn zulke complexe koelvloeistoffen vaak schadelijk voor het milieu. Door simpelweg gebruik te maken van een koeleenheid welke werkt met water als een koelvloeistof wordt een milieu- en voedselvriendelijke koeleenheid verkregen. Additioneel zijn de verwarmingselementen ook ingericht om werkzaam te zijn zonder een complexe verwarmings- en/of koelvloeistof wat resulteert in een milieuen voedselveilig opwarmen in de machine. De verwarmingselementen zijn bij voorkeur een inductieverwarmingselement of een Peltierverwarmingselement.

In een uitvoeringsvorm van een tempereermachine volgens de uitvinding is de viscositeitsensor een koppelsensor voor meten van het koppel benodigd om het roerwerk binnen het reservoir, wanneer het gevuld is met chocolade, op een bepaalde snelheid te roteren.

Het benodigde koppel om de roerwerken door de chocolade te duwen wordt gemeten.

BE2018/5463

De koppelmeting wordt voorzien door een koppelsensor op de as van het roerwerk aangedreven door de motor. Bijvoorbeeld kan de koppelsensor boven de motor zijn voorzien, maar onder de bodem van het reservoir, zodanig dat het zich buiten het reservoir bevindt. Het gemeten koppel relateert aan de effectieve viscositeit van de chocolade.

Optioneel kan het volume van de chocolade in het reservoir relevant zijn voor de viscositeitsmeting. Het volume van de chocolade in het reservoir dat geduwd moet worden door het roerwerk kan bijvoorbeeld worden gemeten met een chocoladeniveaumeting, als het chocoladeniveau lager is dan de hoogte van het roerwerk. Alternatief kan het minimumniveau van chocolade in het reservoir worden bepaald als zijnde hoger dan de hoogte van het roerwerk, zodanig dat geen aparte chocoladeniveaumeting benodigd is en kan het volume van de chocolade wat geduwd dient te worden door het roerwerk bepaald worden met de hoogte van het roerwerk vermenigvuldigd met het oppervlakte van het reservoir. Bijvoorbeeld kan dit verkregen worden door de hoogte van het roerwerk te beperken tot ongeveer 1/3 van de totale hoogte van het reservoir. Hierdoor kan in het reservoir, ook met een beperkte - minimum - hoeveelheid chocolade, een betrouwbare viscositeitsmeting worden verkregen. Door voorzien van deze minimum hoeveelheid chocolade in het reservoir zijn de roerwerken altijd ondergedompeld in chocolade en dus wordt de viscositeitsmeting onafhankelijk van het werkelijke volume van de chocolade in het reservoir.

Omdat chocolade een niet-newtoniaanse vloeistof is kan de effectieve viscositeit worden gebruikt om door middel van berekenen de dynamische viscositeit van de chocolade te bepalen. Deze dynamische viscositeit bepaalt de kwaliteit van de chocolade. Op deze wijze kan de viscositeit van de gesmolten poel van chocolade in het reservoir worden vastgesteld aan de hand van de veranderingen in de wrijvingskracht benodigd om het roerwerk op een niet-turbulente manier in de chocolade te

BE2018/5463 bewegen. Dit zal getempereerde chocolade met een gewenste viscositeit op een zeer consistente wijze voorzien.

De viscositeitsmeting start typisch op relatief hoge temperaturen van de chocolade in het reservoir, ongeveer 45 graden Celsius. Op een dergelijk hoge temperatuur is de chocolade niet gekristalliseerd en is er geen kristallisatiestructuur aanwezig in de chocolade. Deze meting kan dan de kalibratiemeting vormen. Daarna wordt de chocolade langzaam afgekoeld om kristallisatie te veroorzaken. Deze kristallisatie is dan verantwoordelijk voor een toename in kracht om de roerwerken door de chocolade te duwen, en dus voor een toename in viscositeit. De chocolade wordt daarna afgekoeld totdat de optimale viscositeit wordt verkregen. De optimale viscositeit is afhankelijk van het type chocolade en op de temperatuur en een dergelijke temperatuur-viscositeit curve wordt voorzien door de maker van de chocolade.

In een verdere uitvoeringsvorm van een tempereermachine volgens de uitvinding omvat de tempereermachine verder een chocoladekanaal in fluïde verbinding met het reservoir en ingericht voor aan zijn onderste uiteinde ontvangen van chocolade komend uit het reservoir, bij voorkeur heeft het chocoladekanaal een middelste deel welke omhoog strekt, en omvattende aan het bovenste uiteinde een aflevermond voorzien boven het reservoir; een chocoladepomp voor pompen van chocolade van het onderste uiteinde naar de aflevermond van het chocoladekanaal, de chocoladepomp zijnde functioneel verbonden met de regelaar. Het kan gewenst zijn dat, wanneer het middelste deel van het chocoladekanaal een eerste temperatuursensor omvat en een eerste verwarm/koelelement, zoals een Peltier-element, en/of waarin de aflevermond een tweede temperatuursensor en een tweede verwarm/koelelement omvat, zoals een Peltier-element, elke temperatuursensor en elk verwarm/koelelement functioneel verbonden is met de regelaar. Door het chocoladekanaal kan de gesmolten chocolade gemakkelijk worden overdragen van het reservoir of

BE2018/5463 zelfs terug worden gebracht in het reservoir om een gesmolten poel van chocolade te voorzien met uniforme eigenschappen terwijl op hetzelfde moment de temperatuur van de gesmolten chocolade in het kanaal nauwkeurig kan worden ingesteld en/of aangepast voor verkrijgen van correcte kristallisatie van de chocolade in het chocoladekanaal. Door gebruik te maken van een verwarm/koelelement zoals een Peltier-element kan een milieu- en voedselveilige wijze worden verkregen van opwarmen en/of koelen van de chocolade in het kanaal om de temperatuur van de chocolade die kan worden uitgevoerd te optimaliseren.

Optioneel sturen de eerste en/of tweede temperatuursensor een respectievelijk temperatuursignaal uit naar de regelaar. De regelaar kan een waarschuwingssignaal uitsturen wanneer de temperatuur corresponderende met het eerste temperatuursignaal en/of met het tweede temperatuursignaal zich buiten een vooraf bepaald temperatuurbereik bevindt.

Een dergelijk waarschuwingssignaal kan een visueel waarschuwingssignaal zijn, of een auditief waarschuwingssignaal, of kan bijvoorbeeld een bericht op een mobiel communicatieapparaat of een gebruikersinterface of centraal regelpaneel of iets dergelijks zijn.

Optioneel kan de regelaar een regelsignaal voorzien aan de verwarm/koelelementen om bijvoorbeeld instellingen van het verwarmingselement aan te passen om de gewenste of benodigde temperatuur te verkrijgen bij de eerste en/of tweede temperatuursensor.

In een verdere uitvoeringsvorm van een tempereermachine volgens de uitvinding omvat het reservoir een binnenwand en een buitenwand en een tussenruimte tussen de binnenwand en de buitenwand, de tussenruimte zijnde verbonden met een verwarm/koelcircuit. Bij voorkeur is de tussenruimte verbonden met het verwarm/koelcircuit aan een onderste uiteinde en aan een bovenste uiteinde. Aan het bovenste uiteinde treedt de vloeistof, verwarmd of afgekoeld, de tussenruimte binnen, en aan

BE2018/5463 een onderste uiteinde kan de vloeistof worden uitgestoten uit de tussenruimte het verwarm/koelcircuit in. Voordeligerwijs wordt water gebruikt als een medium voor het verwarm/koelcircuit, wat milieuvriendelijk is en ook veilig voor gebruik in voedselverwerkingsapparaten. Door voorzien van zo'n tussenruimte kan de chocolade in een binnenste reservoir voorzien door de binnenwand van het reservoir au bain-marie worden opgewarmd en/of afgekoeld, wat een voordelige werkwijze is voor opwarmen en/of koelen van, in het bijzonder, chocolade.

Voordeligerwijs omvat het verwarm/koelcircuit een koeleenheid met een waterreservoir, en omvat het een verwarmingseenheid met ten minste een verwarmingselement, zoals een inductie-element. Bij voorkeur, is het ten minste een verwarmingselement voorzien onder het reservoir, nabij de bodem van het reservoir om het water in tussenruimte van het reservoir op te warmen. Als alternatief en/of additioneel kan een verwarmingselement zijn voorzien nabij de buitenwand van het reservoir om het water in de tussenruimte vanaf de zijkant op te warmen.

De koeleenheid omvat een koelwaterreservoir, het water in het koelwaterreservoir wordt permanent of afwisselend afgekoeld door een koelelement, bijvoorbeeld een warmtewisselaar. Als zodanig vormt het koelwaterreservoir een groot volume gekoeld water dat bijna permanent beschikbaar is. Wanneer snelle koeling van de chocolade vereist is, is een relatief groot volume gekoeld water beschikbaar wat verzonden kan worden door het verwarm/koelcircuit en dus door de tussenruimte om de chocolade relatief snel af te koelen.

Voordeligerwijs omvat het verwarm/koelcircuit een onderste koelleiding verbonden aan een onderste uiteinde van de tussenruimte in fluïde verbinding met een inlaat van een koelwaterreservoir, een bovenste koelleiding verbonden met een bovenste uiteinde van de tussenruimte in fluïde verbinding met een uitlaat van het koelwaterreservoir, waarin een

BE2018/5463 eerste klep en een waterpomp in serie geschakeld zijn voorzien met de uitlaat van het waterreservoir aan een bovenste uiteinde van de tussenruimte, waarin een derde klep is voorzien in de onderste koelleiding, en waarin een verwarmingsleiding is verbonden tussen de onderste koelleiding en de bovenste koelleiding, de verwarmingsleiding zijnde verbonden aan de onderste koelleiding tussen de derde klep en het onderste uiteinde van de tussenruimte en zijnde verbonden aan de bovenste koelleiding tussen de waterpomp en de eerste klep, een tweede klep zijnde voorzien in de verwarmingsleiding, waarin het koelwaterreservoir een koelelement omvat, de waterpomp, de kleppen en het koelelement zijnde functioneel verbonden met de regelaar.

Als zodanig is het verwarm/koelcircuit een gesloten circuit welke in feite kan opereren in twee modi, een koelmodus en een verwarmingsmodus, afhankelijk van de open of gesloten kleppen.

Voordeligerwijs kunnen de drie onafhankelijke kleppen worden gecombineerd tot een enkele driewegklep voor compactheid en efficiëntie. Een eerste inlaat van driewegklep is bij voorkeur in serie geschakeld met de pomp en terug verbonden door het bovenste kanaal aan de inlaat aan het bovenste uiteinde van de tussenruimte, waarin een tweede inlaat van de driewegklep is verbonden met het onderste uiteinde van het koelwaterreservoir, de klep kan zijn verbonden met de regelaar en kan worden gebruikt om de te gebruiken modus van het verwarm/koelcircuit te kiezen. Twee verschillende watercirculatiemodi kunnen worden gebruikt afhankelijk van de werking van de machine. Gedurende de verwarmingsmodus staat de driewegklep het water toe om te stromen vanaf de onderste inlaat van de tussenruimte naar de bovenste inlaat door de eerste inlaat van de klep direct verbonden met het onderste uiteinde van de tussenruimte. Gedurende de koelcyclus staat de driewegklep water toe te stromen van het koelwaterreservoir naar het bovenste uiteinde van de tussenruimte en daarna terug naar het koelwaterreservoir door het

BE2018/5463 onderste uiteinde van de tussenruimte via de second inlaat van de driewegklep.

Aanvullend wordt een koelelement dicht bij het koelwaterreservoir gebruikt om het water af te koelen door in een gesloten circuit pompen van het water in het reservoir. Het koelelement en een additionele temperatuursensor in het koelwaterreservoir zijn functioneel verbonden met de regelaar.

Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld chocoladestukjes voorzien aan het reservoir gesmolten worden tot een nauwkeurige temperatuur gebaseerd op de au bain-marie wijze en ook snel worden afgekoeld, door een beschikbaar volume van gekoeld water, wanneer gewenst. Bij voorkeur omvat het verwarmingselement ten minste een inductiespoel op een functionele nabijheid van de tussenruimte en een daarmee geassocieerde derde temperatuursensor, de inductiespoel en de derde temperatuursensor zijnde functioneel verbonden met de regelaar.

Gebruik makend van inductieverwarming kan het reservoir worden gebruikt om de warmte nodig om de chocolade te smelten op een meer efficiënte en nauwkeurigere wijze over te dragen.

Ook hier kan de regelaar optioneel een temperatuursignaal van de derde temperatuursensor ontvangen en/of een regelsignaal uitsturen naar het verwarmingselement. Optioneel kan ook hier een waarschuwingssignaal, zoals hierboven beschreven, worden uitgestuurd wanneer een gemeten temperatuur zich buiten een vooraf bepaald temperatuurbereik bevindt.

Dus, de verwarming is direct onder het reservoir voorzien, door middel van inductieverwarming. Wanneer een tussenruimte is voorzien kan het inductieverwarmingselement gepositioneerd zijn onder de tussenruimte, aldus het water in de tussenruimte opwarmend en een au bain marie opwarming van de chocolade voorzienend.

BE2018/5463

De koeling wordt voorzien in een apart circuit, onafhankelijk van de verwarming, in een koelcircuit gebruik makend van vloeistof, bijvoorbeeld water. Gebruik makend van een apart en onafhankelijk koelreservoir kan een relatief snelle koeling worden verkregen door pompen van de beschikbare vloeistof in het reservoir door het koelcircuit. De tussenruimte tussen de binnenwand en de buitenwand is deel van het koelcircuit, en dus kan de koelvloeistof direct de binnenwand koelen, en de chocolade die daarbinnen wordt bevat. Dus kan een efficiënte en effectieve, alsook een relatief snelle koeling worden verkregen.

In een verdere uitvoeringsvorm van een tempereermachine volgens de uitvinding omvat de tempereermachine een gewichtssensor voor meten van het gewicht van de inhoud van het reservoir, de gewichtssensor zijnde functioneel verbonden met de regelaar voor aan de regelaar voorzien van een gewichtssignaal indicatief voor het gemeten gewicht. Op deze wijze kan de hoeveelheid chocolade aanwezig in het reservoir worden gemeten en worden gebruikt door de regelaar om bijvoorbeeld de onderdelen in de tempereermachine te regelen zodanig dat de gewenste viscositeit wordt verkregen. Bij voorkeur omvat de tempereermachine een chocoladestukjesaanlevereenheid, bij voorkeur functioneel verbonden met de regelaar, zodat chocoladestukjes op een nauwkeurige wijze en in een juiste hoeveelheid aan het reservoir kunnen worden voorzien, bij voorkeur is de chocoladestukjesaanlevereenheid functioneel verbonden met de regelaar. Als zodanig kan de regelaar een “slimme regelaar” zijn, als in dat de regelaar computergestuurd is en geavanceerde aansluitmogelijkheden heeft. Door voorzien van een dergelijke “slimme regelaar” kan de tempereermachine onafhankelijk en/of autonoom opereren. De regelaar is ingericht om goede aansluitmogelijkheden te hebben zodanig dat het op afstand bestuurd kan worden vanaf elke computer of mobiel apparaat.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een tempereermachine volgens de uitvinding omvat de tempereermachine een vierde

BE2018/5463 temperatuursensor voor meten van de temperatuur van gesmolten poel van chocolade in het reservoir, de vierde temperatuursensor zijnde functioneel verbonden met de regelaar. Op deze manier kan niet alleen de temperatuur van de gesmolten poel van chocolade in het reservoir worden geregeld, maar kan ook de viscositeit daarvan worden aangepast door aanpassen van de temperatuur. Als zodanig kan een meer geautomatiseerde tempereermachine worden verkregen waarin een constant of permanent toezicht van een chocolatier niet vereist zou kunnen zijn. Dit is voordelig voor professionele chocolatiers die wellicht willen opschalen en/of dit kan ook voor industriële omgevingen voordelig zijn. Houdt er rekening mee dat de viscositeit ook bijvoorbeeld kan worden aangepast door voorzien van meer chocoladestukjes aan het reservoir, optioneel kan dit in werking worden gezet naar aanleiding van een regelsignaal van de regelaar.

In een verdere uitvoeringsvorm van een tempereermachine volgens de uitvinding omvat de tempereermachine een gebruikersinterface met een scherm functioneel verbonden met de regelaar, de regelaar omvattende een geheugen voor opslaan van software en andere data zoals recepten, parameters, gebruikersvoorkeuren (bijvoorbeeld temperatuurbereiken, viscositeitsbereiken en drukbereiken), en/of apparatuurinstellingen, de regelaar zijnde geprogrammeerd om gebaseerd op een gebruikersinput selectief te regelen in een van een veelvoud aan verschillende werkwijzen, ten minste een van het veelvoud aan verschillende werkwijzen operating ten minste gebaseerd op het viscositeitsignaal voorzien door de viscositeitsensor. Gebruik makend van een gebruikersinterface kan een gebruiker bijvoorbeeld een recept kiezen voor een bepaald type chocolade om te worden getempereerd waarna de regelaar automatisch het functioneren van de tempereermachine regelt volgens vooraf opgeslagen modi of kan de gebruiker paramaters ingeven, bijvoorbeeld een viscositeitsbereik, waarin de tempereermachine dient te werken. Zulke recepten voor verschillende chocolades kunnen worden

BE2018/5463 gedownload vanaf een centrale locatie en kunnen lokaal worden op geslagen op de regelaar of een ander geheugenapparaat. Als een andere mogelijkheid kunnen de recepten opgeslagen blijven op een centrale locatie, bijvoorbeeld “in the cloud” op een externe server, en kunnen ze door de regelaar worden benaderd.

Aanvullend voorziet het beeldscherm informatie aan de gebruiker, bijvoorbeeld kan het beeldscherm de gebruiker vragen om handmatig een bepaalde hoeveelheid chocoladestukjes toe te voegen aan het reservoir om een ingestelde of gewenste viscositeit te verkrijgen. Alternatief en/of additioneel aan de gebruikersinterface, kan mobiel communicatieapparaat worden gebruikt, in het bijzonder een applicatie op het mobiele communicatieapparaat waaraan de signalen van de verschillende sensoren kunnen worden voorzien, of via welke verschillende inputparameters kunnen worden ingevoerd aan de regelaar en/of waarop alarmsignalen van de regelaar getoond kunnen worden. Mobiele communicatieapparaten, zoals een smartphone, tablet of laptop, zijn algemeen bekend.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen worden vertegenwoordigd in de onderconclusies.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor tempereren van chocolade gebruik makend van een chocoladetempereermachine volgens een van de voorgaande conclusies, de werkwijze omvattende de volgende stappen:

- initialiseren van de chocoladetempereermachine;

- selecteren van een chocoladerecept;

- parameters instellen voor het geselecteerde chocoladerecept;

- smelten van de chocolade gebaseerd op de ingestelde parameters;

- tempereren van de chocolade gebaseerd op de ingestelde parameters; en

- behouden van de viscositeit van de chocolade gebaseerd op de ingestelde parameters.

BE2018/5463

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Deze en andere kenmerken, aspecten, en voordelen van het inventieve vacuümsysteem van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden aan de hand van de volgende beschrijving, bijgevoegde conclusies, en begeleidende figuren waarin:

Fig. 1 schematisch een uitvoeringsvorm laat zien van een chocoladetempereermachine volgens de uitvinding, en

Fig. 2 schematisch een uitvoeringsvorm laat zien van een chocoladetempereermachine volgens de uitvinding met een driewegklep;

Fig. 3 schematisch een algoritme laat zien van een voorbeeldopereren van de chocoladetempereermachine volgens de uitvinding;

Fig. 4 schematisch een perspectief laat zien van een chocoladetempereermachine waarin de uitvinding is verwerkt.

BESCHRIJVING VAN DE UITVOERINGSVORMEN

Tenzij anders bepaald, hebben alle hierin gebruikte termen, waaronder technische en wetenschappelijke termen, dezelfde betekenis zoals deze normaliter begrepen wordt door de vakman op het technische gebied waartoe deze uitvinding behoord, als gelezen in de context van de beschrijving en de tekeningen. Verder zal men begrijpen dat termen zoals die in algemeen gebruikelijke woordenboeken worden gedefinieerd, geïnterpreteerd dienen te worden als hebbende een betekenis die consistent is met hun betekenis in de context van de desbetreffende techniek en niet in een geïdeahseerde of al te formele zin geïnterpreteerd zullen worden, tenzij uitdrukkelijk als zodanig hierin omschreven. In sommige gevallen kunnen gedetailleerde beschrijvingen van algemeen bekende inrichtingen en werkwijzen weggelaten worden om te vermijden dat de beschrijving van de onderhavige systemen en werkwijzen daardoor anders onduidelijk zou worden. Terminologie die gebruikt wordt voor het beschrijven van bepaalde

BE2018/5463 uitvoeringsvormen is niet bedoeld om de uitvinding te beperken. De enkelvoudige vormen een en de zoals hierin gebruikt worden geacht ook de meervoudsvormen te omvatten, tenzij de context daarvan duidelijk anderszins aangeeft. De term en/of omvat tevens alle combinaties van één of meer van de desbetreffende opgesomde zaken. De termen omvat(ten) en/of omvattend worden geacht de aanwezigheid van de genoemde kenmerken of elementen aan te duiden, maar sluiten de aanwezigheid of toevoeging van één of meer andere kenmerken of elementen niet uit. Voorts wordt, wanneer een bepaalde stap van een werkwijze wordt gekwalificeerd als volgend op een andere stap, dit geacht te betekenen dat de ene stap direct op de andere stap kan volgen of dat één of meer tussenstappen kunnen worden uitgevoerd alvorens de bepaalde stap uit te voeren, tenzij anders wordt aangegeven. Eveneens wordt wanneer een verband tussen structuren of componenten wordt beschreven, dit geacht te betekenen dat het verband direct tot stand gebracht kan worden dan wel middels tussenliggende structuren of componenten, tenzij anders aangegeven. Alle publicaties, octrooiaanvragen, octrooien, en andere hierin genoemde referentiestukken worden hierin door verwijzing daarnaar in hun geheel opgenomen.

De uitvinding wordt hierna meer in detail beschreven onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin uitvoeringsvormen van de uitvinding worden getoond. Deze uitvinding kan evenwel in vele verschillende vormen belichaamd zijn en dient niet uitgelegd te worden als zijnde beperkt tot de hierin uiteengezette uitvoeringsvormen. Deze uitvoeringsvormen worden namelijk gegeven zodat de beschrijving grondig en volledig zal zijn, en de beschermingsomvang van de uitvinding volledig aan de vakman zal overbrengen. De beschrijving van de uitvoeringsvoorbeelden is bedoeld om gelezen te worden in samenhang met de bijgaande tekeningen, die beschouwd dienen te worden als deel van de beschrijving als geheel. In de tekeningen kunnen de absolute en relatieve

BE2018/5463 afmetingen van systemen, componenten, lagen, en gebieden om redenen van duidelijkheid overdreven zijn weergegeven. Opgemerkt wordt dat de tekeningen niet op schaal zijn. Uitvoeringsvormen kunnen beschreven worden onder verwijzing naar schematische en/of in doorsnede weergegeven illustraties van mogelijk geïdealiseerde uitvoeringsvormen en tussenstructuren van de uitvinding. In de beschrijving en tekeningen verwijzen gelijke cijfers overal naar gelijke elementen. Relatieve termen evenals afgeleiden daarvan dienen te worden uitgelegd als verwijzend naar de oriëntatie zoals dan beschreven of getoond in de tekening die dan wordt besproken. Deze relatieve termen worden gemakshalve bij de beschrijving gebruikt en vereisen niet dat het systeem in een bepaalde oriëntatie geconstrueerd of bedreven wordt, tenzij anders vermeld. Voor duidelijkheid en een beknopte beschrijven worden kenmerken beschreven als deel van dezelfde of verschillende uitvoeringsvormen. Echter wordt opgemerkt dat de omvang van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten met combinaties van alle of enkele van de beschreven kenmerken. In het licht van deze passage is het duidelijk voor de vakman als lezer dat de variaties van conclusie 1 zoals ingediend gecombineerd kunnen worden met andere kenmerken beschreven in de ingediende aanvrage, in het bijzonder met kenmerken zoals kenbaar gemaakt in de afhankelijke conclusies, deze conclusies vaak relaterend aan de uitvoeringsvormen van een uitvinding die de meeste voorkeur hebben.

Fig. 1 laat schematisch een uitvoeringsvorm zien van een chocoladetempereermachine 1 volgens de uitvinding. De chocoladetempereermachine 1 omvat een behuizing 9 in welke een reservoir 13 is voorzien. Het reservoir 13 is ingericht voor ontvangen van relatief koude chocoladestukjes en omvat een binnenwand 21 en een buitenwand 22 tussen welke zich een tussenruimte 23 bevindt. De tussenruimte 23 heeft een lager uiteinde 24 welke is verbonden met een lager koelleiding 25. De lagere koelleiding 25 is in fluïde verbinding met een inlaat 29 van een

BE2018/5463 koelwaterreservoir 26. De tussenruimte heeft een bovenste uiteinde 27 verbonden met een bovenste koelleiding 28, welke bovenste koelleiding 28 in fluïde verbinding is met een uitlaat 30 van het koelwaterreservoir 26. De machine omvat een verwarm/koelcircuit 100 welke een verwarmingseenheid 10 en een koeleenheid 11 omvat. De koeleenheid 11 omvat een koelwaterreservoir 26, ten minste een koelelement 35 en een onderste koelleiding 25 en een bovenste koelleiding 28. De verwarmingseenheid 10 omvat ten minste een verwarmingselement 36 en een verwarmingsleiding. De verwarmingseenheid 10 en de koeleenheid 11 zijn met elkaar verbonden via ten minste een klep.

Een eerste klep 31 en een waterpomp 32 zijn voorzien in serie geschakeld vanaf de uitlaat 30 van het waterreservoir 26 naar het bovenste uiteinde 27 van de tussenruimte 23. Een derde klep 33 is voorzien in de onderste koelleiding 25.

Het koelwaterreservoir 26 omvat een koelelement 35, bij voorkeur een Peltier-element en een koelwatertemperatuursensor 35A voor meten van de temperatuur van het koelwater. De waterpomp 32, de kleppen 31, 33 en 43, het koelelement 35 en de koelwatertemperatuursensor 35A zijnde functioneel verbonden met een regelaar 12, zoals schematisch aangegeven door de dubbele pijl bij de regelaar 12. De bovenste en onderste koelleiding 28, 25, de kleppen 31, 33 en 43, de waterpomp 32, het koelwaterreservoir 26, het koelelement 35 en koelwatertemperatuursensor 35A vormen dus een koeleenheid 11 welke is voorzien in de behuizing 9 op een functionele nabijheid van het reservoir 13. Het water wordt rondgepompt in het koelwaterreservoir 26 via het koelelement 35 door de pomp 45. Een roerwerk 2 is roterend voorzien binnen het reservoir 13. Het roerwerk 2 is bevestigd aan een as 3 welke strekt door het reservoir 13, in het bijzonder naar een bodem van het reservoir 13. Een motor 4 buiten het reservoir 13 voorzien drijft de as 3 aan voor roteren van het roerwerk 2. Een koppelsensor 15 is verbonden met de motor 4 voor meten van het koppel

BE2018/5463 benodigd om het roerwerk 2 te roteren door een gesmolten poel van chocolade op een bepaalde snelheid. De door de koppelsensor 15 verkregen waardes voorzien een indicatie van de viscositeit van de gesmolten chocolade. De koppelsensor 15 functioneert dus als een viscositeitsensor 15, samen met de regelaar en de vooraf bepaalde set parameters, voor meten van de viscositeit van de chocolade in het reservoir 13. De koppelsensor 15 is functioneel verbonden met de regelaar 12 voor voorzien van een signaal indicatief voor de gemeten viscositeit aan de regelaar 12. Ook de motor 4 is functioneel verbonden met de regelaar 12.

Een verwarmingsleiding 34 van het verwarm/koelcircuit 100 van de chocoladetempereermachine 1 is verbonden tussen de onderste koelleiding 25 en de bovenste koelleiding 28, zodanig dat de verwarmingsleiding 34 is verbonden met de lagere koelleiding 25 op een positie tussen de derde klep 33 en het onderste uiteinde 24 van de tussenruimte 23 en met de bovenste koelleiding 28 op een positie tussen de waterpomp 32 en de eerste klep 31.

In de verwarmingsleiding 34 is een tweede klep 43 voorzien. Een verwarmingseenheid 10 in de getoonde uitvoeringsvorm omvat ten minste een verwarmingselement 36, hier uitgevoerd als twee inductiespoelen 36, op een functionele nabijheid van de tussenruimte 23 en geassocieerde derde temperatuursensoren 37, welke in de behuizing 9 zijn voorzien op een functionele nabijheid van het reservoir 13. Als een andere mogelijkheid kan het verwarmingselement een enkele spoel omvatten of kan het zijn uitgevoerd als een op maat gemaakte spoel rondom het reservoir, in het bijzonder rondom de tussenruimte 23 van het reservoir. Als zodanig kan het gebied van de tussenruimte dat verwarmd kan worden vergroot worden, en kan een snellere verwarming van het water in de tussenruimte en dus van het water in het verwarm/koelcircuit, wanneer het zich in verwarmingsmodus bevindt, sneller verwarmd worden. Dit kan de

BE2018/5463 opstarttijd van de machine verminderen, wat de machine 1 sneller bruikbaar maakt.

Het verwarm/koelcircuit 100 kan in een verwarmingsmodus en in een koelmodus functioneren. In de verwarmingsmodus zijn de kleppen 31 en 33 open om het koelwaterreservoir 26 van het verwarm/koelcircuit 100 te ontkoppelen. De tweede klep 43 is gesloten om de pomp 32 toe te staan water te pompen van het lagere uiteinde 24 van de tussenruimte 23 door de verwarmingsleiding 34 en het bovenste kanaal 28 naar het bovenste uiteinde 27 van de tussenruimte 23. Als zodanig kan het water dat wordt verwarmd door ten minste een verwarmingselement 10 rond worden gepomp om een relatief snelle toename van watertemperatuur en dus, via de au bain-marie opwarming, van de chocolade in het reservoir 13 toe te staan.

In de koelmodus is de klep 43 open en zijn de kleppen 31 en 33 gesloten. Het water wordt dan gepompt vanaf het lagere uiteinde 24 van de tussenruimte door de derde klep 33 en de onderste koelleiding 25 naar het koelwaterreservoir 26. Van het koelwaterreservoir gaat gekoeld water dan door de eerste klep 31 en de bovenste koelleiding 28 naar het bovenste uiteinde 27 van de tussenruimte om gekoeld water in de tussenruimte 23 te brengen. Het gekoelde water kan rond worden gepomp voor gelijke koeling, of de inhoud van het koelwaterreservoir 26 kan in eens worden losgelaten voor snelle koeling.

De verwarmingseenheid 10, zijnde de verwarmingselementen 36 en de derde temperatuursensoren 37 zijn functioneel verbonden met de regelaar 12. Houdt er rekening mee dat in andere uitvoeringsvormen van de uitvinding iedere andere hoeveelheid inductiespoelen en geassocieerde temperatuursensoren kan worden gebruikt. De tempereermachine 1 omvat een vierde temperatuursensor 42 voor meten van de temperatuur van gesmolten poel van chocolade MPC in het reservoir 13, welke vierde temperatuursensor 42 ook functioneel verbonden is met de regelaar 12. In

BE2018/5463 een verdere uitvoeringsvorm kan deze vierde temperatuursensor afwezig zijn.

Een chocoladekanaal 5 is in fluïde verbinding met het reservoir 13 voorzien en ontvangt aan zijn onderste uiteinde 6 gesmolten chocolade komende van het reservoir 13. Het chocoladekanaal heeft een middelste deel 16 welke in hoofdzaak omhoog strekt. Aan het bovenste uiteinde 7 heeft het chocoladekanaal 5 een aflevermond 8 welke boven het reservoir 13 is voorzien. Een chocoladepomp 14 is voorzien voor pompen van chocolade van het onderste uiteinde 6 naar de aflevermond 8 van het chocoladekanaal 5. Het middelste deel 16 van het chocoladekanaal 5 omvat verder een eerste temperatuursensor 17 en een eerste verwarmingselement 18 en de aflevermond 8 omvat een tweede temperatuursensor 19 en een tweede verwarmingselement 20. Houdt er rekening mee dat in andere uitvoeringsvormen slechts een van verwarmingselementen 18 of 19 aanwezig kan zijn. De chocoladepomp 14, elke temperatuursensor 17, 19 en elk verwarmingselement 18, 20 zijn functioneel verbonden met de regelaar

12. Het verwarmingselement 18, 20 kan zijn uitgevoerd als een Peltierelement, wat voordelig is voor efficiëntie en de afwezigheid van giftige of complexe koelvloeistof.

In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de tempereermachine 1 verder een gewichtssensor 38 voor meten van het gewicht van de inhoud van het reservoir 13. De gewichtssensor 38 is functioneel verbonden met de regelaar 12 voor aan de regelaar 12 voorzien van een gewichtssignaal indicatief voor het gemeten gewicht. Een chocoladestukjesaanlevereenheid 39, bij voorkeur functioneel verbonden met de regelaar 12 van de tempereermachine 1 kan een hoeveelheid (relatief koude) chocoladestukjes voorzien in het reservoir 13.

De chocoladestukjesaanlevereenheid 39 kan automatisch geregeld worden door de regelaar 12 om een bepaalde hoeveelheid chocoladestukjes toe te voegen, die geverifieerd dient te worden door de gewichtssensor 38, of

BE2018/5463 gebaseerd op een gebruikersinput kan een gebruiker de regelaar 12 passeren en de chocoladestukjesaanlevereenheid 39 instrueren om een gewenste hoeveelheid chocoladestukjes in het reservoir 13 aan te leveren. De gewichtssensor kan ook afwezig zijn. Wanneer er geen gewichtssensor is kan de stukjesaanlevereenheid 39 ook door tijd worden geregeld, wanneer de aanleversnelheid van de aanlevereenheid bekend is en de tijd geregeld wordt of is ingesteld kan het volume aangeleverde chips dus worden geregeld.

Hiervoor omvat de tempereermachine 1 een gebruikersinterface 40 met een scherm 40A beide functioneel verbonden met de regelaar 12. De regelaar 12 zijnde voorzien van een geheugen 41 voor opslaan van software en allerhande (vooraf opgeslagen of invoer door de gebruiker via de gebruikersinterface) data zoals recepten, parameters, gebruikersvoorkeuren (bijvoorbeeld temperatuurbereiken, viscositeitsbereiken en drukbereiken), en/of apparatuurinstellingen. Als een andere mogelijkheid, kan de regelaar 12 niet zijn voorzien van een intern geheugen voor opslaan van software en kan de regelaar data en/of software opvragen en opslaan op een externe server, bijvoorbeeld ‘in the cloud'. De regelaar 12 is geprogrammeerd om gebaseerd op een gebruikersinput selectief te regelen in een van een veelvoud aan verschillende functioneringsmodi, ten minste een van het veelvoud aan verschillende functioneringsmodi opererend ten minste gebaseerd op het viscositeitsignaal voorzien door de viscositeitsensor 15 zoals hier beneden in meer detail zal worden besproken.

Figuur 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de chocoladetempereermachine 1. Het verschil met de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1 is dat de eerste klep 31, de tweede klep 43 en de derde klep 33 nu zijn verenigd in een enkele driewegklep 31' met twee invoeren B en C en ene enkele uitvoer A. Ook hier kan het verwarm/koelcircuit 100 worden geopereerd in een verwarmingsmodus en in een koelmodus, afhankelijk van het openen/sluiten van de inlaten van de driewegklep 31'. In

BE2018/5463 de verwarmingsmodus is de invoer B gesloten en stroomt het verwarmde water door de inlaat C en de uitlaat A. In de koelmodus is de inlaat C gesloten, en stroomt het water door de inlaat B en de uitlaat A. Om beknopt te blijven wordt de rest van figuur 2 niet besproken omdat het hetzelfde of gelijkend is aan wat is getoond in figuur 1.

Een voorbeeld van werking van de chocoladetempereermachine volgens de uitvinding zal hieronder worden gegeven en het algoritme van deze modi van functioneren wordt gegeven in Figuur 3.

Op het moment van aanzetten van de chocoladetempereermachine 1 bijvoorbeeld via de gebruikersinterface 40 zal de chocoladetempereermachine 1 worden geïnitialiseerd zodanig dat deze klaar is om te functioneren. Via de gebruikersinterface 40 kan de gebruiker kiezen om of een nieuw chocoladerecept in te voeren, een recept welke al is opgeslagen in het geheugen 41 van de regelaar 12 te kiezen of de configuratie van de chocoladetempereermachine 1 aan te passen of in te stellen.

Als een reeds opgeslagen recept is geselecteerd wordt het geheugen 41 van de regelaar 12 geraadpleegd om de parameters op te halen, zoals een gebruikte hoeveelheid chocolade, temperatuur en viscositeit, behorende tot dat geselecteerde recept zodat de regelaar 12 de onderdelen van de chocoladetempereermachine 1 dienovereenkomstig kan regelen.

Houdt er rekening mee dat de regelaar 12 ook kan worden verbonden via bijvoorbeeld een internetverbinding aan een centraal onderhoudssysteem en van dat centrale onderhoudssysteem informatie kan ophalen bijvoorbeeld gerelateerd aan een nieuw recept voor een specifieke soort chocolade en de bijbehorende parameters. De parameters kunnen bijvoorbeeld de temperatuur of temperatuurbereik, viscositeit of viscositeitsbereik, druk of drukbereik zijn. Via een dergelijke verbinding kan de regelaar de benodigde informatie voor het nieuwe recept downloaden en de chocoladetempereermachine 1 kan dienovereenkomstig functioneren.

BE2018/5463

Op deze manier hoeft de gebruiker niet door trial-and-error de optimale instelling van de parameters te vinden en kan hij de chocoladetempereermachine meteen gebruiken.

Voor verkrijgen van getempereerde chocolade volgens het geselecteerde recept dienen er drie hoofdstappen te worden uitgevoerd door de chocoladetempereermachine 1. De eerste stap is een smeltstap van smelten van de chocolade in het reservoir 13, de tweede stap is een tempereerstap van tempereren van de gesmolten chocolade in het reservoir 13 en de derde stap is een viscositeitsbehoudstap waarin de viscositeit van de getempereerde chocolade behouden wordt op een benodigd niveau voor het geselecteerde recept.

In de smeltstap, uitgevoerd na of tijdens aanvoer van chocoladestukjes in het reservoir 13 sluit de regelaar 12 de eerste en derde kleppen 31 en 33, en opent de tweede klep 43 en activeert de waterpomp 32, welke ofwel als drie verschillende kleppen of als een enkele driewegklep kan zijn uitgevoerd. Door activeren van de waterpomp 32 wordt een waterstroom door de tussenruimte 23 verkregen welke de inhoud van het reservoir 13 opwarmt op een au bain-marie manier, welke energie-efficiënt is, in het bijzonder wanneer de tussenruimte is ingericht om relatief smal te zijn en heel erg geschikt voor smelten van chocolade.

Het Peltier-koelelement 35 wordt geactiveerd om het water in het koelwaterreservoir 26 te koelen naar een koelwatertemperatuur ingesteld in het recept en gemonitord door de koelwatertemperatuursensor 35A.

De inductiespoelen 36 worden geactiveerd tot de ingestelde smelttemperatuur wordt bereikt gemonitord door de temperatuursensoren 37 en 42.

In het geselecteerde recept is er ook een bepaalde wachttijd opgeslagen na activeren van de inductiespoelen 36 voordat de motor 4 geactiveerd wordt om het roerwerk 2 te roteren. Een dergelijke periode kan bijvoorbeeld in de orde van een halve minuut zijn. Gedurende rotatie wordt

BE2018/5463 de last op de bladen van het roerwerk 2 gemonitord door de koppelsensor 15. Als het gemeten koppel te groot is, wat aangeeft dat chocolade niet voldoende gesmolten is wordt de motor 4 uitgeschakeld gedurende een bepaalde stand-byperiode.

Het eerste verwarmingselement 18 en (wanneer aanwezig) het second verwarmingselement 20 worden geactiveerd om een ingestelde temperatuur te voorzien voor het chocoladekanaal 5, gemonitord door de eerste en tweede temperatuursensoren 17, 18. In het selecteerde recept is er ook een bepaalde wachttijd opgeslagen na activeren van de eerste en tweede verwarmingselementen 18 alvorens de chocoladepomp 14 geactiveerd wordt. Zo'n periode kan bijvoorbeeld in de orde van een halve minuut liggen.

In de tempereerstap is de tweede klep 43 gesloten en zijn de eerste en derde kleppen 31 en 33, of de respectievelijke inlaten van de driewegklep, geopend. Het Peltier-element 35, de inductiespoelen 36 en de waterpomp 32 worden zo geregeld dat de benodigde temperatuur wordt bereikt, ten minste gebaseerd op de temperatuurinformatie van temperatuursensor 42. Wanneer een additionele hoeveelheid chocoladestukjes wordt aangeleverd door de chocoladestukjesaanleveraar 39, wordt de chocoladepomp 14 gedeactiveerd om te voorkomen dat onvoldoende gesmolten chocolade door het chocoladekanaal wordt gepompt. Tijdens toevoegen van nieuwe chocoladestukjes worden de inductiespoelen 36 geactiveerd gehouden om de temperatuur zoals ingesteld in het geselecteerde recept te bereiken. Tevens blijft de motor 4 draaien om de roerwerken 2 te roteren om te voorzien in effectief mengen en roeren van de chocolade en om het smelten van de chips in de gesmolten chocolade te versnellen. Na een bepaalde periode kan de chocoladepomp 14 weer worden geactiveerd, en wordt dus de gesmolten chocolade door het chocoladekanaal gepompt zodat het terug kan keren via de aflevermond 8 in het reservoir 13 dus een gesmolten poel van chocolade MPC verkrijgend met een uniforme temperatuur. Gedurende deze tempereerstap worden de waardes verkregen door de koppelsensor 15,

BE2018/5463 welke indicatief zijn voor de viscositeit van de chocolade in de gesmolten poel, voorzien aan de regelaar 12, welke alle onderdelen regelt zodat de viscositeitswaarde zoals ingesteld in het geselecteerd recept wordt bereikt, waarna een indicatie kan worden gegeven aan de gebruiker, bijvoorbeeld via het scherm 40A (of via een additioneel alarmgeluid, of alleen door een additioneel alarmgeluid) dat de getempereerde chocolade zijn gewenste viscositeit heeft bereikt. Houdt er rekening mee dat het smelten en tempereerstap afwisselend een aantal keren kunnen worden geactiveerd totdat de parameters benodigd voor het geselecteerde recept bereikt worden, en dat gedurende deze stappen de temperatuur en hoeveelheid toegevoegde chocoladestukjes worden aangepast om de benodigde viscositeit te verkrijgen.

Hoewel gedurende de tempereerstap de viscositeit gemonitord wordt, regelt de regelaar 12 nadat de tempereerstap is geëindigd de onderdelen van de chocoladetempereermachine 1 zodat dat de viscositeit behouden wordt op de geselecteerde waarde in de viscositeitsbehoudstap. In deze viscositeitsbehoudstap worden geen additionele chocoladestukjes voorzien in het reservoir 13, echter worden samen met de motor 4 en de chocoladepomp 14 de inductiespoelen 36 en de eerste en tweede verwarmingselementen 18 en 20 geactiveerd zodanig dat onder terugkoppelingsregeling van de temperatuursensor 42 (welke de temperatuur van gesmolten poel van chocolade MPC meet) en de temperatuursensor 19, welke de temperatuur van de chocolade die de aflevermond 8 verlaat meet, de viscositeitswaarde zoals ingesteld in het geselecteerde recept en zoals gededuceerd uit de gemeten waardes van de koppelsensor 15 constant gehouden wordt.

Figuur 4 geeft een schematische weergave van een chocoladesmeltmachine 1. De behuizing 9 bedekt zelfs de binnenruimte van de machine 1 waarin onder andere het reservoir 13 en het verwarm/koelcircuit 100 is verenigd, zoals aangegeven bijvoorbeeld in figuur

BE2018/5463 of figuur 2. Hier is de behuizing 9 gedeeltelijk open, zodanig dat een inzicht wordt gegeven in de binnenruimte van de machine 1, met het reservoir 13, de motor 4, de as 3, het koelwaterreservoir 26 met het koelelement 36. De koppelsensor is boven de motor 4 gepositioneerd, maar in dit zijaanzicht niet zichtbaar. Ook is de pomp 14 zichtbaar welke chocolade naar het chocoladekanaal pompt. Boven het reservoir 13 wordt de aflevermond 8 getoond. Hier is de machine 1 voorzien van wielen 44 welke gemakkelijke herplaatsing van de machine 1 toestaan. De machine 1 hoeft in feite alleen te worden verbonden met het lichtnet om elektriciteit te ontvangen voor bekrachtigen, en kan verder onafhankelijk werken.

Hoewel de uitvinding in bijzonder detail beschreven is verwijzend naar specifieke voorbeeldsuitvoeringsvormen ervan, moet worden gewaardeerd dat verschillende aanpassingen en alternatieve uitvoeringsvormen kunnen worden bedacht door een vakman zonder af te wijken van de omvang van de onderhavige uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

Claims (14)

1. Claims

   1. Een chocoladetempereermachine (1) omvattende:

   - een behuizing (9);

   - een reservoir (13) voorzien in de behuizing;

   - een roerwerk (2) roteerbaar voorzien binnen het reservoir, het roerwerk zijnde gemonteerd op een as (3) zich uitstrekkend door een bodem van het reservoir en aangedreven door een motor (4) buiten het reservoir voorzien;

   - een verwarmingseenheid (10) voorzien in de behuizing op een functionele nabijheid voorzien van het reservoir;

   - een koeleenheid (11) voorzien in de behuizing op een functionele nabijheid voorzien van het reservoir; en

   - een regelaar (12) functioneel verbonden met ten minste de motor, de verwarmingseenheid en de koeleenheid;

   de tempereermachine verder omvattende:

   een viscositeitssensor (15) voor meten van de viscositeit van chocolade in het reservoir en voorzien van een viscositeitsignaal aan de regelaar indicatief voor de gemeten viscositeit.
2. 2. Een tempereermachine (1) volgens conclusie 1, waarin de viscositeitsensor een koppelsensor omvat (15) voor meten van het koppel benodigd om het roerwerk op een bepaalde snelheid te laten roteren.
3. 3. Een tempereermachine (1) volgens conclusie 1 of 2, de tempereermachine verder omvattende:

   - een chocoladekanaal (5) in fluïde verbinding met het reservoir en ingericht voor aan zijn onderste uiteinde ontvangen van (6) chocolade komend uit het reservoir, en omvattende aan zijn bovenste uiteinde (7) een aflevermond (8) voorzien boven het reservoir;

   BE2018/5463

   - een chocoladepomp (14) voor pompen van chocolade van het onderste uiteinde naar de aflevermond van het chocoladekanaal, de chocoladepomp zijnde functioneel verbonden met de regelaar.
4. 4. Een tempereermachine (1) volgens conclusie 3, waarin een middendeel van het chocoladekanaal een eerste temperatuursensor (17) omvat en een eerste verwarm/koelelement (18) en/of waarin de aflevermond een tweede temperatuursensor (19) en een tweede verwarm/koelelement (20) omvat, elke temperatuursensor en elk verwarm/koelelement zijnde functioneel verbonden met de regelaar.
5. 5. Een tempereermachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een verwarm/koelcircuit welke de verwarmingseenheid en de koeleenheid verbindt.
6. 6. Een tempereermachine (1) volgens conclusie 5, waarin het reservoir een binnenwand (21) en een buitenwand (22) omvat en een tussenruimte (23) tussen de binnenwand en de buitenwand, de tussenruimte aan een onderste uiteinde (24) zijnde verbonden aan het verwarm/koelcircuit en aan een buitenste uiteinde zijnde verbonden aan het verwarm/koelcircuit.
7. 7. Een tempereermachine (1) volgens conclusie 5 of 6, waarin het verwarm/koelcircuit een lagere koelleiding (25) omvat verbonden aan een lager uiteinde van de tussenruimte in fluïde verbinding met een inlaat (29) van een koelwaterreservoir (26), een bovenste koelleiding (28) verbonden met een bovenste uiteinde van de tussenruimte in fluïde verbinding met een uitlaat (30) van het koelwaterreservoir (26), waarin een eerste klep (31) en een waterpomp (32) zijn voorzien in serie geschakeld met de uitlaat van het waterreservoir aan een bovenste uiteinde van de tussenruimte, waarin een derde klep (33) is voorzien in de onderste koelleiding, en waarin een verwarmingsleiding (34) is verbonden tussen de lagere koelleiding en de bovenste koelleiding, de verwarmingsleiding zijnde verbonden aan de lagere koelleiding tussen de derde klep en het lagere uiteinde van de tussenruimte

   BE2018/5463 en zijnde verbonden aan de bovenste koelleiding tussen de waterpomp en de eerste klep, een tweede klep (43) zijnde voorzien in de verwarmingsleiding, waarin het koelwaterreservoir een koelelement (35) omvat, de waterpomp, de kleppen en het koelelement zijnde functioneel verbonden met de regelaar.
8. 8. Een tempereermachine volgens conclusie 6, waarin de eerste klep, de tweede klep en de derde klep zijn omvat door een enkele driewegklep.
9. 9. Een tempereermachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de verwarmingseenheid ten minste een verwarmingselement (36) omvat, bij voorkeur een inductiespoel (36), op een functionele nabijheid van een tussenruimte van het reservoir en een daarmee geassocieerde derde temperatuursensor (37), het verwarmingselement en de derde temperatuursensor zijnde functioneel verbonden met de regelaar.
10. 10. Een tempereermachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de tempereermachine een gewichtssensor (38) omvat voor meten van het gewicht van de inhoud van het reservoir, de gewichtssensor zijnde functioneel verbonden met de regelaar voor aan de regelaar voorzien van een gewichtssignaal indicatief voor het gemeten gewicht.
11. 11. Een tempereermachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de tempereermachine een chocoladestukjesaanlevereenheid omvat (39), bij voorkeur functioneel verbonden met de regelaar.
12. 12. Een tempereermachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de tempereermachine een vierde temperatuursensor (42) omvat voor meten van de temperatuur van een gesmolten poel van chocolade in het reservoir, de vierde temperatuursensor zijnde functioneel verbonden met de regelaar.

    BE2018/5463
13. 13. Een tempereermachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de tempereermachine een gebruikersinterface (40) omvat functioneel verbonden met de regelaar, de regelaar omvattende een geheugen (41) voor opslaan van software en andere data zoals recepten, parameters, gebruikersvoorkeuren (bijvoorbeeld temperatuurbereiken, viscositeitsbereiken en drukbereiken), en/of apparatuurinstellingen, de regelaar zijnde geprogrammeerd om gebaseerd op een gebruikersinput selectief te regelen in een van een veelvoud aan verschillende werkwijzes, ten minste een van het veelvoud aan verschillende werkwijzes ten minste gebaseerd op het viscositeitsignaal voorzien door de viscositeitsensor.
14. 14. Werkwijze voor tempereren van chocolade gebruik makend van een chocoladetempereermachine volgens een van de voorgaande conclusies, de werkwijze omvattende de volgende stappen:

    - opstarten van de chocoladetempereermachine;

    - selecteren van een chocoladerecept;

    - parameters instellen voor het geselecteerde chocoladerecept;

    - smelten van de chocolade gebaseerd op de ingestelde parameters;

    - tempereren van de chocolade gebaseerd op de ingestelde parameters; en

    - behouden van de viscositeit van de chocolade gebaseerd op de ingestelde parameters.