BE1026290B9 - Werkwijze voor het verplaatsen van een modulair opgebouwd winkelrek - Google Patents

Abstract

Een werkwijze voor het verplaatsen van een modulair opgebouwd winkelrek, waarbij het winkelrek op karretjes (12) wordt geplaatst door voor elk van de modules of afwisselend: een draagelement (9) onder de modules aan te brengen; het draagelement (9) met de module van de grond op te lichten door middel van pneumatische hefkusssens (13); een karretje (12) onder het opgelichte draagelement (10) te plaatsen; en het draagelement (10) met de daarop rustende module op het karretje neer te laten. De werkwijze omvat verder het op de karretjes (12) verrijden van het winkelrek en het van de karretjes (12) terug op de grond plaatsen van het winkelrek met behulp van de pneumatische hefkusssens (13). De geringe dikte van de pneumatische hefkussens (13) in hun afgelaten toestand laat toe om deze te plaatsen in de beperkte ruimte tussen de vloer en het draagelement (10). Eveneens kunnen de pneumatische hefkussens (13) voldoende kracht uitoefenen zodat de modules, zelfs indien volgeladen, in één keer voldoende hoog kunnen worden getild.

Description

“Werkwijze voor het verplaatsen van een modulair opgebouwd winkelrek” De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verplaatsen van een modulair opgebouwd winkelrek waarvan de modules staanders met daarop gemonteerde schappen bevatten. De staanders hebben elk onderaan een voet die via pootjes op de grond rust. Dergelijke winkelrekken worden in de praktijk in verschillende mogelijke uitvoeringen in kleinere en grotere winkels of warenhuizen toegepast. Ze vormen al dan niet lange rijen waarop de producten op schappen of eventueel ook aan staven uitgestald worden. Meestal bevinden deze schappen zich zowel aan de voor- als aan de achterzijde van de winkelrekken, doch er bestaan ook zogenoemde muurmodellen met enkel schappen aan de voorzijde.

De winkelrekken zijn opgebouwd uit dwarse, meestal omgekeerd T-vormige, staanders die doorgaans door verticale wandpanelen aan elkaar bevestigd zijn. Aan deze wandpanelen kunnen staven voor het ophangen van koopwaar bevestigd worden, terwijl de gewenste schappen aan de staanders zelf kunnen bevestigd worden. In de praktijk worden de wandpanelen en de schappen aan de staanders vastgehaakt zonder enige bijkomende bevestiging door schroeven of dergelijke, hetgeen een snelle opbouw en afbraak mogelijk maakt. Dit laatste was belangrijk om de inrichting van de winkels van tijd tot tijd te kunnen veranderen. In de praktijk was het echter ook reeds mogelijk om de volledige winkelrekken te verplaatsen zelfs zonder deze leeg te moeten maken. De werkwijze dit hierbij toegepast werd is beschreven in BE-A-

1010275.

Deze werkwijze omvat ten eerste de stap: (a) van het op karretjes plaatsen van het winkelrek door (a.1.) onder elke van de staanders van het winkelrek ten minste één draagelement aan te brengen, waarbij de draagelementen elk zodanig onder één van de modules van hetwinkelrek aangebracht worden dat de beide uiteinden van het draagelement zich tot onder de voeten van de staanders, die zich aan weerszijden van de module bevinden, uitstrekken; en door (a.2.) voor elk van de aangebrachte draagelementen het draagelement met de daarop rustende module van de grond op te lichten; (a.3.) een karretje onder het opgelichte draagelement te plaatsen; en (a.4.) het draagelement met de daarop rustende module op het karretje neer te laten.

Verder bevat de werkwijze de stap (b.) van het op de karretjes verrijden van het winkelrek en de stap (c.) van het van de karretjes terug op de grond plaatsen van het winkelrek door voor elk van de onder elk van de staanders aangebrachte draagelementen (c.1.) het draagelement met de daarop rustende module van het karretje op te lichten; (c.2.) het karretje van onder het opgelichte draagelement te verwijderen; en (c.3.) het draagelement met de daarop rustende module op de grond neer te laten.

In de bekende werkwijze zoals bekend uit BE-A-1010275 brengt men afwisselend onder de verschillende modules een draagelement aan dat wordt omhoog getild door gebruik van te maken van verrijdbare transpaletten.

Daartoe is het draagelement voorzien van een verhoogd middengedeelte dat voldoende hoog is zodat de vorken van de transpaletten daar onder kunnen worden geplaatst, waarna het draagelement, incl. de daarop rustende module, omhoog kunnen worden gekrikt.

In de omhoog gekrikte stand worden dan karretjes geplaatst onder de draagelementen, waarna de transpaletten omlaag worden gelaten zodat het draagelement, incl. de daarop rustende module, rust op de karretjes.

Van zodra voldoende modules rusten op de karretjes kan het winkelrek in zijn geheel worden verplaatst.

Door wederom gebruik te maken van transpaletten worden de modules terug omhoog gekrikt zodat de karretjes kunnen worden verwijderd, waarna de modules op de grondworden neergelaten door het laten zakken van de transpaletten.

Doordat de transpaletten slechts een beperkte breedte hebben, worden de transpaletten telkens ter plaatse van een staander geplaatswaarbij de beide vorken van de transpalet zich aan weerszijden van de staander uitstrekken. Een nadeel hiervan is dat niet onder elke module een karretje aangebracht kan worden doordat de niet gebruikte vork van de transpalet zich telkens te ver onder de aanliggende module uitstrekt. In de werkwijze volgens BE-A-1010275 worden de karretjes dus afwisselend onder de verschillende modules aangebracht. De draagelementen, die ook slechts afwisselend onder de modules aangebracht worden, dienen aldus bij het opkrikken van de modules aan grote krachten te kunnen weerstaan waardoor ze uit relatief dikke buisprofielen vervaardigd dienen te worden. De toepassing van dikke profielen brengt uiteraard met zich mee dat er onder de draagelementen minder vertikale ruimte vrij is voor het plaatsen van de transpaletten. Tegenwoordig willen de warenhuizen steeds optimaler gebruik maken van de beschikbare ruimte in de winkel om zo veel mogelijk goederen uit te stallen. Deze optimalisatie heeft teweeg gebracht dat er minder ruimte wordt voorzien tussen de vloer en het onderste schap in vergelijking met vroeger. Er kan bijvoorbeeld maar sprake zijn van 100 à 105mm open ruimte tussen de vloer en het onderste schap van het winkelrek. Bij een dergelijke beperkte ruimte tussen de vloer en het onderste schap, is het niet mogelijk om de vorken van een transpalet nog onder het draagelement te plaatsen. De in de praktijk toegepaste draagelementen hebben bijvoorbeeld een dikte van ongeveer 50 mm, aangezien bij kleinere diktes het draagelement niet noodzakelijk meer sterk genoeg is om het gewicht van de, normalerwijze nog volgeladen, modules nog te ondersteunen. Aangezien dergelijke lage transpaletten, die tevens moeten toelaten om de modules in één keer zo hoog op te krikken dat de karretjes onder de draagelementen gereden kunnen worden, niet bestaan, laat de bekende werkwijze niet toe om de nieuwe, verlaagde winkelrekken op te krikken.

In de praktijk wordt hieraan soms verholpen door de draagelementen met daarop de modules van het winkelrek eerst met eenkoevoet wat op te lichten zodanig dat de transpalet eronder gereden kan worden. Het nadeel van een koevoet is echter dat deze lokaal een hoge druk op de vloer uitoefent. Wanneer zoals in de moderne winkel dunne vloertegels voor de vloer gebruikt werden in plaats van de vroeger toegepaste robuuste betonnen vloertegels is het risico op beschadiging van deze vloertegels bij gebruik van een koevoet zeer groot. In plaats van een koevoet zou men ook kunnen overwegen om een kleine krik te gebruiken voor het opkrikken van de module totdat de transpalet eronder gereden kan worden. Een dergelijke werkwijze, namelijk het gebruik van een aparte krik om het draagelement een zeker hoogte op te tillen en daarna het gebruik van een transpalet voor de resterende hoogte, kost meer tijd om uit te voeren in vergelijking met een werkwijze waarbij het optillen in één keer kan worden uitgevoerd en is dus ongewenst. Hierbij dient de krik ook slechts een relatief beperkte hoogte te hebben om onder het draagelement geplaatst te kunnen worden. Dit is zeker het geval wanneer onder de krik eerst nog een stevige plaat aangebracht zou worden om beschadiging van de vloer te vermijden. Door de beperkte hoogte van de krik, is de hoogte waarover de module met de krik in één keer opgekrikt kan worden zodanig beperkt dat de module in meerdere keren opgekrikt zou moeten worden alvorens de transpalet onder het draagelement gereden kan worden. Dit is uiteraard allemaal zodanig omslachtig dat het in de praktijk niet toegepast kan worden om de volle winkelrekken in een winkel snel te verrijden. Een snelle manier van werken is hierbij echter essentieel aangezien de volledige inrichting van een winkel bijvoorbeeld in één nacht gerealiseerd moet kunnen worden. Op deze manier dient de winkel immers niet te sluiten.

Ten slotte heeft het gewenste optimaal gebruik van de beschikbare ruimte voor warenhuizen er verder toe geleidt dat de gangen tussen de modulaire winkelrekken vaak smaller zijn in vergelijking met vroeger. Dit zorgt voor een beperkte ruimte waartussen de transpaletten dienen te laveren en kan het zelfs onmogelijk maken om de transpalettenonder de draagelementen te rijden.

De uitvinding heeft dan ook tot doel een nieuwe werkwijze voor het verplaatsen van een modulair winkelrek te voorzien die toelaat om ook de modernere winkelrekken waarvan het onderste schap zich dichter bij de 5 grond bevindt op een snelle manier in één maal op te krikken zonder dat er een risico is op beschadiging van de vloer onder het gewicht van het beladen winkelrek.

Tot dit doel is de werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat stap a.2. omvat: (a.2.i.) het plaatsen van ten minste één pneumatisch hefkussen onder het draagelement; en (a.2.ii.) het opblazen van het ten minste één hefkussen om het draagelement met de daarop rustende module van de grond op te lichten; dat stap a.4. het aflaten omvat van het ten minste één hefkussen om het draagelement op zijn respectievelijk karretje neer te laten, dat stap c.1. omvat: (c.1.i.) het plaatsen van ten minste één pneumatisch hefkussen onder het draagelement; en (c.1.ii.) het opblazen van het ten minste één hefkussen om het draagelement met de daarop rustende module van zijn respectievelijk karretje op te lichten; en dat stap c.3. het aflaten omvat van het ten minste één hefkussen om het draagelement met de daarop rustende module op de grond neer te laten.

De geringe dikte van pneumatische hefkussens in hun afgelaten toestand laat toe om deze te plaatsen in de beperkte ruimte tussen de vloer en het draagelement. Verder werd ook vastgesteld dat pneumatische hefkussens voldoende compact kunnen zijn opdat er tussen beide hefkussens onder een draagelement nog voldoende plaats overblijft voor het daaronder rijden van het karretje. Het karretje zelf dient immers ook een zekere lengte te hebben om voldoende stabiel en stevig te zijn en tevens om te vermijden dat het draagelement enkel in het midden ondersteund zou worden waardoor dit nog dikker en steviger zou uitgevoerd moeten worden (waarbij het aldus bijna niet meer manueel te hanteren zou zijn). De vaststelling dat de hefkussens voldoende compactuitgevoerd kunnen worden is verrassend gezien het feit dat de hefkussens enerzijds, door het grote gewicht van een beladen winkelrek, een grote hefkracht moeten kunnen uitoefenen en aangezien de hefkussens de draagelementen in één keer zodanig hoog moeten kunnen oplichten dat de karretjes onder de draagelementen gereden kunnen worden. Ook in de hiervoor vereiste opgeblazen toestand van de hefkussens dienen deze nog de nodige hefkracht te kunnen ontwikkelen. De hefkracht van de hefkussens neemt immers af naarmate deze meer opgeblazen zijn en aldus boller komen te staan.

Een belangrijk voordeel van het gebruik van hefkussens is dat ze de druk waarmee ze het winkelrek omhoog houden gelijkmatig over hun contactoppervlak met de vloer verdelen waardoor het risico op beschadiging van de vloer sterk beperkt wordt.

In een uitvoeringsvorm wordt in stap a.2.ii. het draagelement met de daarop rustende module door het opblazen van genoemd pneumatisch hefkussen van de grond opgelicht en verder tot op een zodanige hoogte boven de grond gebracht wordt dat het karretje onder het draagelement met de daarop rustende module gereden kan worden.

In deze uitvoeringsvorm worden met de pneumatische hefkussens de draagelementen telkens onmiddellijk tot om de vereiste hoogte opgelicht zodanig dat het oplichten van de draagelementen snel en eenvoudig kan gebeuren.

In een uitvoeringsvorm wordt door het aflaten van genoemd pneumatisch hefkussen, waarmee het draagelement met de daarop rustende module in stap c.1.i. opgelicht werd, in stap c.3. het draagelement met de daarop rustende module verder tot op de grond neergelaten.

In deze uitvoeringsvorm worden met de pneumatische hefkussens de draagelementen telkens onmiddellijk tot op de grond neergelaten zodanig dat ook het terug neerlaten van de draagelementen snel en eenvoudig kan gebeuren.

In een uitvoeringsvorm omvatten stappen a.2.i. en c.1.i. het plaatsen van twee pneumatische hefkussens onder het draagelement, waarbij elk van de twee pneumatische hefkussens nabij één van genoemde uiteinden van het draagelement wordt geplaatst.

In deze uitvoeringsvorm wordt het totale gewicht van de module, met de zich eventueel daarop bevinden goederen, en het draagelement verdeeld over twee pneumatische hefkussens. Doordat de twee pneumatische hefkussens nabij de uiteinden geplaatst zijn, ontstaan er minimale buigspanningen in het draagelement waardoor dit lichter of dunner kan uitgevoerd worden.

In een uitvoeringsvorm zijn de modules opeenvolgend opgesteld in een rij om het modulair opgebouwd winkelrek te vormen, waarbij stap a. achtereenvolgens wordt uitgevoerd voor elke opeenvolgende staander van het winkelrek en waarbij stap c. achtereenvolgens wordt uitgevoerd voor elke opeenvolgende staander van het winkelrek.

In deze uitvoeringsvorm wordt het winkelrek geleidelijk aan over de lengte daarvan opgelicht en is er slechts een beperkt aantal pneumatische hefkussens vereist.

In een uitvoeringsvorm omvat stap a.1. het plaatsen van ten minste twee draagelementen onder genoemde ene module, waarbij een eerste van de ten minste twee draagelementen zich aan een eerste zijde van de module bevindt en een tweede van de ten minste twee draagelementen zich aan een tweede zijde van de module bevindt, welke tweede zijde zich in de dwarsrichting van het winkelrek tegenover genoemde eerste zijde bevindt.

Bij voorkeur worden in deze uitvoeringsvorm onder elk van de modules van het winkelrek ten minste twee draagelementen geplaatst.

Het volledige winkelrek kan aldus op een stabiele manier door de karretjes gedragen worden, waardoor het gewicht van het winkelrek maximaal over de karretjes verdeeld kan worden.

In plaats van onder elke module draagelementen aan te brengen,

kunnen de draagelementen ook afwisselend onder de modules aangebracht worden, waarbij de draagelementen aan de voorzijde en de achterzijde van het winkelrek onder dezelfde modules of onder andere modules aangebracht kunnen worden Bij voorkeur omvatten stappen a.2.ii. en c.1.ii. het gelijktijdig opblazen van de hefkussens die onder één staander aangebracht werden en omvatten stappen a.4. en c.3. het gelijktijdig aflaten van de hefkussens die onder één staander aangebracht werden.

In deze uitvoeringsvorm worden de staanders op een stabiele manier opgelicht.

In een uitvoeringsvorm omvatten stappen a. en c. verder het voorzien van een opvulelement onder het ten minste één hefkussen.

Dit opvulelement zorgt ervoor dat het hefkussen zich op een hoger niveau bevindt waardoor het minder dient opgeblazen te worden om het winkelrek tot op het gewenste niveau op te lichten.

Hierdoor neemt de drukkracht van het kussen bij het opblazen tot deze beperktere hoogte minder af, en kan eventueel een kleiner hefkussen toegepast worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het voorzien van een opvulelement onder het ten minste één hefkussen het plaatsen van een verder hefkussen op de grond, waarbij stappen a.2.ii. en c.1.i. het opblazen van genoemd verder hefkussen omvatten en waarbij stappen a.4. en c.3. het aflaten van genoemd verder hefkussen omvatten.

Door meerdere pneumatische hefkussens op elkaar te plaatsen verhoogt de maximale hoogte waarover de module kan worden getild zodat hogere karretjes onder de opgetilde draagelementen kunnen worden geplaatst.

Het voordeel van hogere karretjes is dat deze voorzien kunnen worden van grotere wielen die een kleinere druk op de vloer uitoefenen en waarmee het winkelrek ook gemakkelijker verreden kan worden.

Het toepassen van meerdere pneumatische hefkussens op elkaar maakt het ook mogelijk om kleinere hefkussens te gebruiken aangezien ze minder sterk dienen opgeblazen te worden waardoor zealdus meer hun optimale hefkracht behouden. Het voordeel van kleinere hefkussens is dat er meer ruimte onder de draagelementen overblijft voor het plaatsen van grotere karretjes. Doordat deze grotere karretjes zich tot dichter bij de uiteinden van de draagelementen uitstrekken, kunnen deze draagelementen ook lichter/dunner uitgevoerd worden.

In een uitvoeringsvorm heeft het draagelement een verhoogd middengedeelte heeft, waarbij stap a.3. het plaatsen van het karretje onder genoemd verhoogd middengedeelte omvat.

Door het middengedeelte te verhogen dient de module minder hoog opgekrikt te worden opdat de nodige karretjes onder de draagelementen kunnen geplaatst worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemd middengedeelte voorzien van ten minste één verbreed plaatgedeelte, waarbij stappen a.2.i. en c.1.i. het plaatsen van het ten minste één hefkussen onder het ten minste één verbreed plaatgedeelte omvatten.

Deze verbrede plaatgedeelten zorgen voor een groter contactoppervlak met de pneumatische hefkussens waardoor deze een groter gewicht kunnen ondersteunen.

In een uitvoeringsvorm zijn genoemde staanders van het winkelrek door middel van rugpanelen aan elkaar vastgehaakt, waarbij de werkwijze verder omvat: het blokkeren van de rugpanelen ten opzichte van de staanders, in het bijzonder met behulp van schroeven, alvorens het winkelrek op te lichten.

Op deze manier zijn de rugpanelen van het winkelrek t.o.v. elkaar geblokkeerd waardoor het risico op het uit elkaar vallen van het winkelrek wordt verlaagd.

Verdere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het verplaatsen van modulair opgebouwde winkelrekken volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt evenwel uitsluitend als voorbeeld gegeven en is geenszins bedoeld omde draagwijdte van de uitvinding te beperken.

De gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgaande figuren waarin: figuur 1 schematisch een perspectief zicht weergeeft op een deel van een duidelijkheidshalve gedeeltelijk gedemonteerd winkelrek dat met behulp van draagelementen en pneumatisch hefkussens opgetild werd en op karretjes werd geplaatst; figuur 2 een zijaanzicht geeft van een draagelement uit figuur 1 met daaronder twee pneumatische hefkussens in hun afgelaten toestand; figuur 3 een bovenaanzicht geeft van een alternatieve uitvoering van een draagelement met daaronder twee pneumatische hefkussens en een karretje dat gebruikt kan worden bij het optillen van het winkelrek in figuur 1; figuur 4 op grotere schaal, een detail van het opgekrikte winkelrek uit figuur 1 weergeeft; figuur 5 schematisch een eerste uitvoeringsvorm voor het op de karretjes 12 plaatsen van het winkelrek weergeeft; en figuur 6 schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm voor het op de karretjes 12 plaatsen van het winkelrek weergeeft.

Het in figuur 1 weergegeven winkelrek is modulair opgebouwd en bevat staanders, 1 die onderaan voorzien zijn van een voet 2 en die door middel van rugpanelen 3 aan elkaar vastgemaakt zijn.

Op de staanders 1 zijn schappen 4 gemonteerd waarop de goederen kunnen uitgestald worden.

In plaats van schappen 4 kunnen ook staven 5 voorzien worden waaraan bepaalde producten kunnen opgehangen worden en die bijvoorbeeld aan de rugpanelen 3 bevestigd zijn.

Onder de voeten 2 van de staanders 1 zijn verder pootjes 6 voorzien die normalerwijze verstelbaar zijn om eventuele oneffenheden in de vloer te kunnen compenseren.

Eventueel zijn de pootjes 6 niet afzonderlijk op de voeten 2 gemonteerd doch kunnen zij door een naar onder uitstekend gedeelte van de voet zelf gevormd worden.

In de praktijk wordt er voor het monteren van dergelijkewinkelrekken geen gebruik gemaakt van schroeven of dergelijke, doch zijn de staanders 1 zijdelings bijvoorbeeld voorzien van omhooggerichte haken 7 waarin de randen van de rugpanelen 3 vastgeschoven worden. Voor het bevestigen van de schappen 4 zijn deze aan de achterzijde voorzien zijn van haken waarmee deze in gleuven 8 in de staanders 1 kunnen vastgehaakt worden. Dit kan zowel in de voor- als in de achterzijde van de staanders 1 gebeuren. Door deze haakverbindingen is het winkelrek eenvoudig te monteren en te demonteren. Een nadeel is evenwel dat het moeilijk in zijn geheel te verplaatsen is gezien het feit dat deze haakverbindingen snel uit elkaar kunnen schieten.

De werkwijze volgens de uitvinding laat nu toe een dergelijk winkelrek te verplaatsen, zelfs met alle goederen er nog op, zonder dat het winkelrek uit elkaar valt. Hiertoe worden onder de verschillende modules van het winkelrek draagelementen 9 aangebracht, meer bepaald met beide uiteinden 10 onder de voeten 2 van de staanders 1 die zich aan weerszijden van de respectievelijke modules bevinden. Bij voorkeur is het middengedeelte 11 van de draagelementen 9 verhoogd, meer bepaald omgekeerd U-vormig, zodanig dat het winkelrek, zoals hierna zal blijken, minder hoog dient opgekrikt te worden opdat de nodige karretjes 12 onder de draagelementen 9 kunnen geplaatst worden.

In een uitvoeringsvorm zijn de draagelementen 9 vervaardigd uit metaal, bij voorkeur staal, bij verdere voorkeur roestvast staal.

Voor het opkrikken van de modules van het winkelrek wordt gebruik gemaakt van pneumatische hefkussens 13 (zoals getoond in figuur 2). In de getoonde uitvoering is het pneumatisch hefkussen 13 voorzien op een opvulelement 14, bijvoorbeeld een metalen plaat of een multiplexplank. Het opvulelement 14 draagt ertoe bij dat de hefkussens minder vergaand opgeblazen dienen te worden waardoor ze aldus minder van hun hefkracht verliezen. Verder kunnen kleinere hefkussens gebruikt worden aangezien het opvulelement 14 bijdraagt aan de maximale hoogte dat het draagelement 9 kan worden omhoog getild enderhalve dus aan de maximale hoogte die de karretjes 12 kunnen hebben.

In andere uitvoeringsvormen kunnen de pneumatische hefkussens 13 ook rechtstreeks op de vloer worden geplaatst zonder gebruik te maken van een opvulelement 14. Dit biedt het voordeel dat de druk in het hefkussen gelijkmatig over het contactoppervlak met de vloer verdeeld wordt.

In nog andere uitvoeringsvormen kan het opvulelement 14 ook worden gevormd door een verder pneumatisch hefkussen.

Dit heeft als voordeel dat de maximale tilhoogte, i.e. de maximale verplaatsing in de hoogte van een draagelement met een daarop rustende module die kan worden bereikt door het opblazen van het ten minste één pneumatisch hefkussen onder het draagelement, van het draagelement met de daarop rustende module wordt verhoogd aangezien er nu sprake is van twee opeengestapelde pneumatisch hefkussens die beide worden opgeblazen.

De zijdelingse afmetingen van de beide hefkussens kunnen aldus beperkt worden waardoor er meer plaats voor de karretjes onder de draagelementen overblijft.

In een uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van commercieel verkrijgbare pneumatisch hefkussens, bijvoorbeeld zoals commercieel aangeboden door “Holmatro”. Zoals weergegeven in figuur 1 wordt er bij voorkeur zowel onder de voorzijde als onder de achterzijde van de verschillende staanvoeten 2 een draagelement 9 aangebracht.

Onder elk draagelement 9 van één welbepaalde module worden dan de nodige pneumatische hefkussens 13 geplaatst, met daarbij eventueel de nodige opvulelementen 14. In de getoonde uitvoeringsvorm werd gebruik gemaakt van twee pneumatische hefkussens 13 per draagelement 9 nabij de uiteinden 10 daarvan, waarbij het karretje 12, na optillen, dan tussen de pneumatische hefkussens 13 kan worden geplaatst.

Om het kantelen van de modules te voorkomen worden de pneumatische hefkussens 13 bij voorkeur gelijktijdige aan devoor- en aan de achterzijde van het winkelrek opgeblazen en afgelaten.

Figuur 5 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm voor het op de karretjes 12 plaatsen van het winkelrek. In deze figuur worden enkel de voeten 2 van de staanders 1, de draagelementen 9, de hefkussens 13 en de karretjes 12 op een zeer schematische wijze aangegeven.

In figuur 5A wordt aan de voorzijde en aan de achterzijde van de eerste module een draagelement 9 aangebracht, met onder beide uiteinden van deze draagelementen 9 een hefkussen 13. De eerste module kan aldus eenvoudig met deze vier hefkussens 13 opgelicht worden.

In figuur 5B wordt dan onder beide draagelementen 9 een karretje 12 geplaatst waarna twee hefkussens afgelaten en weggenomen worden zodanig dat de eerste module gedeeltelijk op het karretje komt te rusten. De twee hefkussen worden weggenomen aan de zijde van het winkelrek dat niet meer opgelicht hoeft te worden. Aan de zijde waar het winkelrek nog opgelicht moet worden, blijven de hefkussens bij voorkeur opgeblazen om de staander aan die zijde nog optimaal te blijven ondersteunen.

Zoals weergegeven in figuur 5C worden dan onder de volgende module opnieuw twee draagelementen 9 aangebracht en vier hefkussens 13 waarmee de volgende module dan ook opgelicht kan worden. In figuur 5D werden dan twee karretjes 12 onder de beide draagelementen geplaatst. Opnieuw werden dan de twee hefkussens die zich aan de opgelichte zijde van het winkelrek bevinden afgelaten en verwijderd zodanig dat deze, zoals weergegeven in figuur 5E, opnieuw gebruikt kunnen worden voor het oplichten van de volgende module.

Volgens deze manier van werken zijn er dus slechts zes hefkussens nodig om het winkelrek op een veilige en betrouwbare manier volledig op te lichten en op de karretjes te plaatsen. Elke module wordt hierbij door twee karretjes gedragen waardoor de verdeling van het gewicht van het winkelrek op de vloer optimaal is.

Voor lichtere winkelrekken, of bij stevige vloeren, is het mogelijk om slechts de helft van de karretjes te plaatsen. Dit is weergegeven in figuur 6. Hierbij stemmen figuren 6A en 6B volledig overeen met figuren 5A en 5B. In figuur 6C wordt dan echter niet de tweede module opgelicht maar wordt er een module overgeslagen zodanig dat de derde module opgelicht wordt. Belangrijk hierbij is wel dat elke staander opgelicht wordt. De draagelementen 9 die gebruikt worden voor het oplichten van de derde staander strekken zich echter onder de derde module uit zodanig dat één module overgeslagen wordt. Onder de tweede module worden met andere woorden geen karretjes 12 aangebracht.

In nog een andere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk om slechts één karretje per module te voorzien, waarbij aan de voorzijde van het winkelrek de karretjes, en de draagelementen, bijvoorbeeld afwisselend onder de even modules aangebracht worden en aan de achterzijde van het winkelrek onder de andere modules, namelijk onder de oneven modules.

In nog andere uitvoeringsvormen is het mogelijk om slechts één pneumatisch hefkussen 13 per draagelement te gebruiken dat dan centraal geplaatst wordt t.o.v. het draagelement 9 met bijvoorbeeld karretjes 12 langszij het pneumatisch hefkussen 13 nabij beide uiteinden

10.

In verdere uitvoeringsvormen is het ook mogelijk om, in tegenstelling tot de getoonde uitvoeringsvorm waarbij onder de voor- en de achterzijde van de modules van het winkelrek afzonderlijke karretjes aangebracht worden, slechts één in plaats van twee karretjes karretjes te gebruiken dat zich dan onder de volledige breedte van het winkelrek uitstrekt.

De karretjes 12 kunnen zeer eenvoudig gehouden worden en bestaan bijvoorbeeld uit een rechthoekige plaat, bijvoorbeeld een multiplex plaat of een metalen plaat, waaronder vier draaiwieltjes gemonteerd zijn. De hoogte van de karretje 12 is zodanig dat ze na hetoptillen van het winkelrek over bijvoorbeeld een 10-tal centimeter, juist onder de draagelementen 9 kunnen gereden worden.

Een specifiek voorbeeld m.b.t. de nodige afmeting wordt hieronder beschreven.

Vervolgens wordt de opgetilde module van het winkelrek op de karretjes 12 neergelaten en kan een volgende module van het winkelrek, met behulp van dezelfde pneumatische hefkussens 13 op verdere karretjes 12 gekrikt worden.

Wanneer het ganse winkelrek op karretjes 12 rust, kan het naar de gewenste plaats verreden worden.

Gezien het grote gewicht dat op het winkelrek kan rusten, kan het soms aangewezen zijn het rek in meerdere stukken te delen alvorens het te verplaatsen, bijvoorbeeld in stukken van negen of elf meter , opdat het winkelrek nog manueel zou kunnen verreden worden.

Hiertoe dient uiteraard een module leeg gemaakt en gedemonteerd te worden.

Figuur 3 toont een voordelige uitvoeringsvorm van een draagelement 9 waarbij op het verhoogd middengedeelte 9 twee verbrede plaatgedeelten 15 zijn voorzien, nabij de uiteinden 10 van het draagelement 9, waaronder de pneumatische hefkussens 13 worden geplaatst.

Deze verbrede plaatgedeelten 15 zorgen voor een groter contactoppervlak met de pneumatische hefkussens 13 waardoor deze een groter gewicht kunnen ondersteunen.

In andere uitvoeringsvormen zijn er meer of minder verbrede plaatgedeelten 15 voorzien per draagelement 9 afhankelijk van het aantal en de positionering van de pneumatische hefkussens 13. Om alle risico's uit te sluiten dat een winkelrek toch nog uit elkaar zou kunnen vallen, bijvoorbeeld in het geval dat er op dit winkelrek dure, breekbare produkten uitgestald liggen, voorziet de uitvinding verder in de mogelijkheid om de rugpanelen 3 ten opzichte van de staander 1 te blokkeren.

Zoals weergegeven in figuur 4 kan dit eenvoudig gerealiseerd worden met behulp van een stuk draadstang 16 die onderaan haakvormig omgeplooid is zodanig dat deze haak 17 doorheen de holle staander 1 in een gleuf 8 daarvan kan vastgehaakt worden.

Aan debovenzijde van de staander 1 wordt dan een dop 18 over de draadstang 16 geschoven en door middel van een moer 19 tot tegen de bovenzijde van het rugpaneel 3 vastgedraaid. Op deze manier kan dit rugpaneel 3 dus niet meer uit de op de staanders 1 voorziene haken gelicht worden en kan het winkelrek bijgevolg niet meer uiteen vallen.

Met verwijzing naar figuren 1 tot en met 3 wordt hierna een specifieke uitvoeringsvorm beschreven ter illustratie van de afmetingen van de draagelementen 9, karretjes 12, pneumatische hefkussens 13, etc. Zoals getoond in figuur 1 bevinden de voeten 2 van een module zich op een afstand L1 van elkaar. De afstand L1 is in de getoonde uitvoeringsvorm 1300 mm, maar deze afstand L1 kan variëren afhankelijk voor verschillende winkelrekken. De breedte van de draagelementen B1 is afhankelijk van de afstand L1 en is in dit geval 1380 mm waarbij het verhoogd gedeelte een breedte B2 heeft van 1280 mm. De uiteinden van de draagelement worden gevormd door lippen 10 die elk 50 mm t.o.v. het verhoogd gedeelte van de draagelementen 9 uitsteken. Het verhoogd gedeelte strekt zich uit over een afstand L2 van 1180 mm en vormt de maximale afstand waartussen de pneumatische hefkussens 13 en het karretje 12 dienen te passen. De draagelementen 9 hebben een totale hoogte H1 van 99 mm zodat deze passen onder de ruimte die beschikbaar is tussen de vloer en het onderste schap van het winkelrek, dewelke minstens 105 mm bedraagt. De beschikbare hoogte voor de pneumatische hefkussen 13 is afhankelijk van de dikte van het verhoogd middengedeelte van de draagelementen 9. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft het verhoogd middengedeelte van de draagelementen 9 een dikte van 50mm, waardoor er een afstand H2 is tussen de onderzijde van het verhoogd middengedeelte en de vloer van 49 mm. Deze afstand H2 laat toe om zowel een opvulelement 14 met een hoogte H3 te plaatsen van 25 mm als een pneumatisch hefkussen 13.

Zoals getoond in figuur 3 hebben de pneumatische hefkussens 13 een lengte 11 en een breedte b1 die beide gelijk zijn aan 300 mm en hebbende verbrede plaatgedeelten 15 elk een lengte 12 en een breedte b2 die beide gelijk zijn aan 200 mm.

Dit laat nog maximaal een afstand over van 580 mm voor de karretjes 12, die, zoals getoond in figuur 3, een breedte b3 hebben van 500 mm.

De pneumatische hefkussens 13 laten toe om de draagelementen 9 en de daarop rustende module 100 mm omhoog te verplaatsen zodat er een ruimte is van 149 mm tussen de vloer en de onderzijde van het verhoogd middengedeelte van de draagelementen 9. Vandaar wordt gebruikt gemaakt van karretjes 12 die een hoogte hebben van 133 mm.

Dit is te realiseren door gebruik te maken van draaiwieltjes met een diameter van 60 mm.

Claims (17)

Conclusies

1. Werkwijze voor het verplaatsen van een modulair opgebouwd winkelrek waarvan de modules staanders (1) met daarop gemonteerde schappen bevatten, welke staanders (1) elk onderaan een voet (2) bevatten die via pootjes (6) op de grond rust, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat die sequentieel worden uitgevoerd: a. het op karretjes (12) plaatsen van het winkelrek door: a.i. onder elk van de staanders (1) van het winkelrek ten minste één draagelement (9) aan te brengen, waarbij de draagelementen (9) elk zodanig onder één van de modules van het winkelrek aangebracht worden dat de beide uiteinden (10) van het draagelement (9) zich tot onder de voeten van de staanders (1), die zich aan weerszijden van de module bevinden, uitstrekken; en door a.2. voor elk van de aangebrachte draagelementen het draagelement (9) met de daarop rustende module van de grond op te lichten; a.3. een karretje (12) onder het opgelichte draagelement (9) te plaatsen; en a.4. het draagelement (9) met de daarop rustende module op het karretje (12) neer te laten; b. het op de karretjes (12) verrijden van het winkelrek; en c. het van de karretjes (12) terug op de grond plaatsen van het winkelrek door voor elk van de onder elk van de staanders aangebrachte draagelementen (9): c.1. het draagelement (9) met de daarop rustende module van het karretje (12) op te lichten; c.2. het karretje (12) van onder het opgelichte draagelement (9) te verwijderen; en c.3. het draagelement (9) met de daarop rustende module op degrond neer te laten, daardoor gekenmerkt dat stap a.2. omvat: a.2.i. het plaatsen van ten minste één pneumatisch hefkussen (13) onder het draagelement (9); en a.2.ii. het opblazen van het ten minste één hefkussen (13) om het draagelement (9) met de daarop rustende module van de grond op te lichten, stap a.4. omvat het aflaten van het ten minste één hefkussen (13) om het draagelement (9) op zijn respectievelijk karretje (12) neer te laten, stap c.1. omvat: c.1.i. het plaatsen van ten minste één pneumatisch hefkussen (13) onder het draagelement (9); en c.1. ii. het opblazen van het ten minste één hefkussen (13) om het draagelement (9) met de daarop rustende module van zijn respectievelijk karretje (12) op te lichten; en stap c.3. omvat c.3. het aflaten van het ten minste één hefkussen (13) om het draagelement (9) met de daarop rustende module op de grond neer te laten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat stappen a.2.i. en c.1.i. het plaatsen van twee pneumatische hefkussens (13) onder het draagelement (9) omvatten, waarbij elk van de twee pneumatische hefkussens (13) nabij één van genoemde uiteinden (10) van het draagelement (9) wordt geplaatst.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat stap a.3. het plaatsen van het karretje (12) in een ruimte onder het opgelichte draagelement (9) tussen genoemde twee hefkussens (13) omvat.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoorgekenmerkt dat de modules opeenvolgend zijn opgesteld in een rij om het modulair opgebouwd winkelrek te vormen, waarbij stap a. achtereenvolgens wordt uitgevoerd voor elke opeenvolgende staander van het winkelrek en waarbij stap c. achtereenvolgens wordt uitgevoerd voor elke opeenvolgende staander van het winkelrek.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat stappen a. en c. verder het voorzien van een opvulelement (14) onder het ten minste één hefkussen (13) omvatten.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het voorzien van een opvulelement (14) onder het ten minste één hefkussen (13) het plaatsen van een plaat op de grond omvat.

7. Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het voorzien van een opvulelement (14) onder het ten minste één hefkussen (13) het plaatsen van een verder hefkussen op de grond omvat, waarbij stappen a.2.ii. en c.1.ii. het opblazen van genoemd verder hefkussen omvatten en waarbij stappen a.4. en c.3. het aflaten van genoemd verder hefkussen omvatten.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ten minste één draagelement (9) een verhoogd middengedeelte (11) heeft, waarbij stap a.3. het plaatsen van het karretje (12) onder genoemd verhoogd middengedeelte (11) omvat.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat genoemd middengedeelte (11) voorzien is van ten minste één verbreed plaatgedeelte (15), waarbij stappen a.2.i. en c.1.i. het plaatsen van het ten minste één hefkussen (13) onder het ten minste één verbreed plaatgedeelte (15) omvatten.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat genoemd middengedeelte voorzien is van een verbreed plaatgedeelte (15) nabij elk van genoemde uiteinden (10) van het draagelement (9), waarbij stappen a.2i. en c.1.i. het plaatsen van twee pneumatisch hefkussens (13) onder elk van het ten minste één draagelement (9) omvatten, waarbij elk van de twee pneumatisch hefkussens (13) onder één van de twee verbrede plaatgedeelten (15) wordt geplaatst.

11. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde staanders (1) van het winkelrek door middel van rugpanelen (3) aan elkaar vastgehaakt zijn, waarbij de werkwijze verder omvat: het blokkeren van de rugpanelen (3) ten opzichte van de staanders (1), in het bijzonder met behulp van schroeven, alvorens het winkelrek op te lichten.

12. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat stap a.1. het plaatsen omvat van ten minste twee draagelementen (9) onder genoemde ene module, waarbij een eerste van de ten minste twee draagelementen (9) zich aan een eerste zijde van de module bevindt en een tweede van de ten minste twee draagelementen (9) zich aan een tweede zijde van de module bevindt, welke tweede zijde zich in de dwarsrichting van het winkelrek tegenover genoemde eerste zijde bevindt.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat onder elk van de modules van het winkelrek ten minste twee draagelementen (9) geplaatst worden.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat stappen a.2.ii. en c.1.i. het gelijktijdig opblazen van de hefkussens (13)

die zich in dwarsrichting van het winkelrek tegenover elkaar bevinden omvat en waarbij stappen a.4. en c.3. het gelijktijdig aflaten van de hefkussens (13) die zich in dwarsrichting van het winkelrek tegenover elkaar bevinden omvat.

15. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat stappen a.2.ii. en c.1.ii. het gelijktijdig opblazen van de hefkussens (13) die onder één staander aangebracht werden omvatten en dat stappen a.4. en c.3. het gelijktijdig aflaten van de hefkussens (13) die onder één staander aangebracht werden omvatten.

16. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 15, daardoor gekenmerkt dat door het opblazen van genoemd pneumatisch hefkussen (13) in stap a.2.ii. het draagelement (9) met de daarop rustende module van de grond opgelicht wordt en verder tot op een zodanige hoogte boven de grond gebracht wordt dat het karretje (12) onder het draagelement met de daarop rustende module gereden kan worden.

17. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 16, daardoor gekenmerkt dat door het aflaten van genoemd pneumatisch hefkussen (13), waarmee het draagelement (9) met de daarop rustende module in stap c.1.i. opgelicht werd, in stap c.3. het draagelement (9) met de daarop rustende module verder tot op de grond neergelaten wordt.