<Desc/Clms Page number 1>
"Werkwijze voor het verplaatsen van een modulair opgebouwd winkelrek"
De uitvinding heeft betrekking op een modulair opgebouwd winkelrek waarvan de modules staanders met daarop gemonteerde schappen bevatten, welke staanders elk onderaan voorzien zijn van een op pootjes staande voet.
Dergelijke winkelrekken worden in de praktijk in verschillende mogelijke uitvoeringen in kleinere en grotere winkels of warenhuizen toegepast. Ze vormen lange rijen waarop de produkten op schappen of eventueel ook aan staven uitgestald worden. Meestal bevinden deze schappen zich zowel aan de voor-als aan de achterzijde van de winkelrekken doch er bestaan ook zogenoemde muurmodellen met enkel schappen aan de voorzijde.
De winkelrekken zijn opgebouwd uit dwarse, meestal omgekeerd T-vormige staanders die doorgaans door verticale wandpanelen aan elkaar bevestigd zijn. Aan deze wandpanelen kunnen staven voor het ophangen van koopwaar bevestigd worden terwijl de gewenste schappen aan de staanders zelf kunnen bevestigd worden. In de praktijk worden de wandpanelen en de schappen aan de staanders vastgehaakt zonder enige bijkomende bevestiging door schroeven of dergelijke, hetgeen een snelle montage en demontage mogelijk maakt.
Wanneer een winkelrek moet verplaatst worden, is het in de praktijk dan ook gebruikelijk eerst het winkelrek leeg te maken en het rek vervolgens te demonteren en op een andere plaats opnieuw in elkaar te steken. Niettegenstaande de winkelrekken voorzien zijn om dit op een eenvoudige en snelle manier te verwezenlijken, blijft deze operatie toch zeer
<Desc/Clms Page number 2>
tijdrovend. Soms tracht men in de praktijk het leeggemaakte winkelrek over de grond te verschuiven, waarbij men zeep op de grond smeert om het verschuiven te vergemakkelijken, doch afhankelijk van de vloer is dit niet steeds mogelijk terwijl het leegmaken en het opnieuw vullen van de winkelrekken nog steeds veel tijd vergt.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een nieuwe werkwijze voor het verplaatsen van modulaire winkelrekken voor te stellen die toelaat een winkelrek in zijn geheel te verplaatsen zelfs zonder dat dit noodzakelijkerwijze vooraf leeggemaakt moet worden.
Tot dit doel is de werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat men afwisselend onder de verschillende modules een draagelement aanbrengt dat zich met beide uiteinden tot onder de voeten van de staanders die zich aan weerszijden van de respectievelijke module bevinden, uitstrekt, men dit draagelement en de daarop rustende module opkrikt en men onder het opgekrikte draagelement telkens een karretje plaatst waarop men het draagelement laat zakken en waarmee men het winkelrek verrijdt, waarna men de draagelementen opnieuw opkrikt, de karretjes verwijdert en het winkelrek terug laat zakken.
Verrassenderwijze werd vastgesteld dat het niettegenstaande de losse modulaire opbouw van de winkelrekken, mits gebruikmaking van draagelementen die afwisselend onder de verschillende modules aangebracht worden, mogelijk is het winkelrek op te krikken en op karretjes te verrijden zonder dat het winkelrek uit elkaar valt. Hierbij is het zelfs niet nodig het winkelrek vooraf leeg te maken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding maakt men gebruik van draagelementen met een verhoogd middengedeelte, waarbij men de karretjes onder dit verhoogd middengedeelte
<Desc/Clms Page number 3>
plaatst zodanig dat het winkelrek slechts over een beperkte hoogte dient opgekrikt te worden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding maakt men voor het opkrikken van de draagelementen en het daarop rustende winkelrek gebruik van verrijdbare transpaletten.
Verdere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het verplaatsen van modulair opgebouwde winkelrekken volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt evenwel uitsluitend als voorbeeld gegeven en is geenszins bedoeld om de draagwijdte van de uitvinding te beperken. De gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgaande tekening waarin :
Figuur 1 schematisch een perspectief zicht weergeeft op een deel van een duidelijkheidshalve gedeeltelijk gedemonteerd winkelrek dat met behulp van transpaletten opgekrikt werd ; en
Figuur 2 op grotere schaal, een detail van het opgekrikte winkelrek uit figuur 1 weergeeft.
Het in figuur 1 weergegeven winkelrek is modulair opgebouwd en bevat staanders,. 1 die onderaan voorzien zijn van een voet 2 en die door middel van rugpanelen 3 aan elkaar vastgemaakt zijn. Op de staanders 1 zijn schappen 4 gemonteerd waarop de goederen kunnen uitgestald worden. In plaats van schappen 4 kunnen ook staven 5 voorzien worden waaraan bepaalde produkten kunnen opgehangen worden en die bijvoorbeeld aan de rugpanelen 3 bevestigd zijn. Onder de voeten 2 van de staanders 1 zijn verder pootjes 6 voorzien die normalerwijze verstelbaar zijn om eventuele oneffenheden in de vloer te kunnen compenseren. Eventueel zijn de pootjes 6 niet afzonderlijk op de voeten 2 gemonteerd doch kunnen zij door een naar onder uitstekend gedeelte van de voet zelf gevormd worden.
<Desc/Clms Page number 4>
In de praktijk wordt er voor het monteren van dergelijke winkelrekken geen gebruik gemaakt van schroeven of dergelijke, doch zijn de staanders 1 zijdelings bijvoorbeeld voorzien van omhooggerichte haken 7 waarin de randen van de rugpanelen 3 vastgeschoven worden. Voor het bevestigen van de schappen 4 zijn deze aan de achterzijde voorzien zijn van haken waarmee deze in gleuven 8 in de staanders 1 kunnen vastgehaakt worden. Dit kan zowel in de voor-als in de achterzijde van de staanders 1 gebeuren. Door deze haakverbindingen is het winkelrek eenvoudig te monteren en te demonteren. Een nadeel is evenwel dat het moeilijk in zijn geheel te verplaatsen is gezien het feit dat deze haakverbindingen snel uit elkaar kunnen schieten.
De werkwijze volgens de uitvinding laat nu toe een dergelijk winkelrek te verplaatsen, zelfs met alle goederen er nog op, zonder dat het winkelrek uit elkaar valt. Hiertoe worden vooreerst afwisselend onder de verschillende modules van het winkelrek draagelementen 9 aangebracht, meer bepaald met beide uiteinden 10 onder de voeten 2 van de staanders 1 die zich aan weerszijden van de respectievelijke modules bevinden. Bij voorkeur is het middengedeelte 11 van de draagelementen 9 verhoogd, meer bepaald omgekeerd U-vormig, zodanig dat het winkelrek, zoals hierna zal blijken, minder hoog dient opgekrikt te worden opdat de nodige krikken en karretjes 12 onder de draagelementen 9 kunnen geplaatst worden.
Voor het opkrikken van het winkelrek kan gebruik gemaakt worden van zogenoemde transpaletten 13 of van eventuele analoge pneumatische of mechanische kriksystemen. De vork van de transpaletten 13 wordt telkens rond de voet 1 van een staander 1 gereden zodanig dat ten minste een been daarvan zich onder een uiteinde van het verhoogd middengedeelte 11 van het
<Desc/Clms Page number 5>
draagelement 9 bevindt. Zoals weergegeven in figuur 1 wordt er bij voorkeur zowel onder de voorzijde als onder de achterzijde van de verschillende staanvoeten 2 een draagelement 9 aangebracht. Het gebruik van transpaletten 13 met een voldoend lange vork laat dan toe het winkelrek gelijktijdig aan de voor-en achterzijde op te krikken.
Wanneer een eerste deel van het winkelrek bijvoorbeeld met een 4 ä 5-tal transpaletten 13 opgekrikt werd, kunnen onder de eerste draagelementen 9 reeds de nodige karretjes 12 gereden worden. Deze karretjes 12 kunnen zeer eenvoudig gehouden worden en bestaan bijvoorbeeld uit een Vierkante plaat waaronder vier draaiwieltjes gemonteerd zijn. De hoogte van de karretje 12 is zodanig dat ze na het opkrikken van het winkelrek over bijvoorbeeld een 3-tal centimeter, juist onder de draagelementen 9 kunnen gereden worden.
Vervolgens wordt het opgekrikte deel van het winkelrek op de karretjes 12 neergelaten en kan een volgend deel van het winkelrek, met behulp van dezelfde transpaletten 13 op verdere karretjes 12 gekrikt worden. Wanneer het ganse winkelrek op karretjes 12 rust, kan het naar de gewenste plaats verreden worden. Gezien het grote gewicht dat op het winkelrek kan rusten, kan het soms' aangewezen zijn het rek in meerdere stukken te delen alvorens het te verplaatsen, bijvoorbeeld in stukken van negen of elf meter (in het geval van modules met een lengte van 1 meter), opdat het winkelrek nog manueel zou kunnen verreden worden. Hiertoe dient uiteraard een module leeg gemaakt en gedemonteerd te worden, hetgeen evenwel veel minder tijd kost dan het gehele winkelrek leeg te maken en te demonteren.
Om alle risico's uit te sluiten dat een winkelrek toch nog uit elkaar zou kunnen vallen, bijvoorbeeld in het geval dat er op dit winkelrek dure, breekbare produkten uitgestald liggen, voorziet de
<Desc/Clms Page number 6>
uitvinding de mogelijkheid om de rugpanelen 3 ten opzichte van de staander 1 te blokkeren. Zoals weergegeven in figuur 2 kan dit eenvoudig gerealiseerd worden met behulp van een stuk draadstang 14 die onderaan haakvormig omgeplooid is zodanig dat deze haak 15 doorheen de holle staander 1 in een gleuf 8 daarvan kan vastgehaakt worden. Aan de bovenzijde van de staander 1 wordt dan een dop 16 over de draadstang 14 geschoven en door middel van een moer 17 tot tegen de bovenzijde van het rugpaneel 3 vastgedraaid.
Op deze manier kan dit rugpaneel 3 dus niet meer uit de op de staanders 1 voorziene haken gelicht worden en kan het winkelrek bijgevolg niet meer uiteen vallen.
In een variante uitvoeringsvorm van de hierboven beschreven werkwijze volgens de uitvinding wordt, in plaats van de transpaletten, gebruik gemaakt van hydraulische krikken. Deze worden in het bijzonder onder het verhoogd middengedeelte van de draagelementen 9 geplaatst en wel aan de zijkanten zodanig dat er nog voldoende plaats overblijft voor het aanbrengen van de karretjes 12. Deze hydraulische krikken zijn bij voorkeur met een hydraulische leiding met elkaar verbonden zodanig dat men ze simultaan omhoog en omlaag kan laten gaan. Verder verdient het de voorkeur deze krikken onder het volledige te verplaatsen winkelrek of afgesplitst deel daarvan te plaatsen zodanig dat dit in zijn geheel kan opgekrikt worden en er aldus geen gevaar bestaat dat bepaalde haakverbindingen uit elkaar zouden schieten.
Uit de hierboven gegeven beschrijving zal het duidelijk zijn dat de werkwijze volgens de uitvinding op allerlei bekende types van winkelrekken kan toegepast worden, en dat aan deze werkwijze nog allerhande wijzigingen kunnen aangebracht worden zonder buiten het kader van de bijgaande conclusies te treden.
Zo werden in de beschreven en weergegeven uitvoeringsvorm onder de voor-en de achterzijde van de
<Desc/Clms Page number 7>
modules van het winkelrek afzonderlijke karretjes gereden doch het is tevens mogelijk om in plaats van twee karretjes slechts een karretje te gebruiken dat zieh dan onder de volledige breedte van het winkelrek uitstrekt.