BE1026181B1

BE1026181B1 - Schuifdeursysteem voor een veranda of terras

Info

Publication number: BE1026181B1
Application number: BE2018/5227A
Authority: BE
Inventors: Nicolas Libbrecht
Original assignee: Veranco Nv
Priority date: 2018-04-05
Filing date: 2018-04-05
Publication date: 2019-11-04
Also published as: BE1026181A1

Abstract

De uitvinding bevindt zich in het veld van schuifdeuren voor een veranda of terras. In het bijzonder voorziet de uitvinding een schuifdeursysteem met een verbeterde of vergelijkbare thermische geleiding, waarbij het schuifdeursysteem economischer, sneller en eenvoudiger te installeren is. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze om een schuifdeursysteem te installeren, alsook het gebruik van een schuifdeursysteem met verbeterde anti-inbraak beveiliging.

Description

BE2018/5227 SCHUIFDEURSYSTEEM VOOR EEN VERANDA OF TERRAS

TECHNISCH VELD

TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Schuifdeuren voor een veranda of terras bestaan typisch uit een stationair kader omvattende twee of meerdere vleugels welke in de horizontale richting schuiven. De vleugelkaders worden achter elkaar geplaatst om de ene vleugel ten opzichte van de andere te laten schuiven. Een bepaalde afstand is vereist om de deur te laten glijden, maar deze kan nadelig zijn voor een goede afsluiting van de deur. Als gevolg hiervan zijn deze schuifdeuren meestal niet zo warmte-isolerend als gewenst.

Schuifdeuren worden traditioneel uit een metaal vervaardigd, zoals aluminium. Aluminium heeft veel voordelen als profielmateriaal; het is namelijk tegelijk robuust en licht, goed bestand tegen slechte weersomstandigheden en vereist weinig onderhoud.

Echter, een probleem met een kader dat volledig uit aluminium bestaat is dat het een relatief hoge warmtegeleiding heeft. Hierdoor zal de warmte van de warmere binnenkant van het kader naar de koudere buitenkant getrokken worden, of omgekeerd. Niet alleen is dit ongewenst voor economische redenen, maar het zorgt ook voor een oncomfortabel “tocht”-gevoel bij de inwoners als ze in de buurt komen van de schuifdeur.

Gewoonlijk worden de aluminiumprofielen in één stuk geëxtrudeerd voor bijkomende robuustheid. Dit geeft een slechte thermische prestatie en heeft meestal condensatievorming als gevolg.

Alternatief kunnen de aluminiumprofielen ook in meerdere onderdelen worden geproduceerd, welke aan elkaar gekoppeld worden op de werf. De productie van meerdere onderdelen zijn echter ingewikkeld en tijdrovend. Bovendien vereist het ook bijkomende verwerkingsstappen, zoals het bijkomend lakken wegens de verhoogde oppervlakte. Daarnaast zijn dergelijke systemen ingewikkelder voor de plaatsing.

BE2018/5227 verbindingsstrips.Er is dus nood aan een systeem dat een oplossing biedt aan één of meerdere van voorgaande problemen.

SAMENVATTING

De huidige uitvinding en de geprefereerde uitvoeringsvormen ervan hebben tot doel een oplossing te bieden voor één of meerdere van de voornoemde nadelen. Hiertoe betreft de huidige uitvinding een schuifdeursysteem, alsook de onderdelen van het schuifdeursysteem, zoals het vleugelkader, buitenkader en middenstijl. Verder betreft de huidige uitvinding ook een methode voor installatie van het schuifdeursysteem, alsook het gebruik van het schuifdeursysteem en de onderdelen ervan.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een vleugelkader voor een schuifdeur, omvattende een vierhoekig kader, bij voorkeur rechthoekig kader, geconfigureerd voor het behuizen van een beglazing; het kader omvattende vier wanden, elke wand omvattende twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen die aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip, gekenmerkt doordat het verbindingsstrip van het vleugelkader uit polyamide 66 (PA66) vervaardigd is.

In sommige uitvoeringsvormen worden de profielen van het vleugelkader aan elkaar gekoppeld door minstens twee verbindingsstrips; bij voorkeur twee parallel aan elkaar gepositioneerde verbindingsstrips.

In sommige uitvoeringsvormen omvat minstens één profiel van het kader een verstevigingsmiddel, waarbij het verstevigingsmiddel loodrecht op het kader en uitwaarts ten opzichte van de beglazing gepositioneerd staat; optioneel waarbij beide profielen van het kader een verstevigingsmiddel omvatten.

In sommige uitvoeringsvormen zijn de twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen van minstens één wand identiek aan elkaar; bij voorkeur zijn de twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen van elke wand identiek aan elkaar.

In een verder aspect betreft de uitvinding een schuifdeursysteem, omvattende minstens twee aangrenzende en achter elkaar geplaatste vleugelkaders volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven; een buitenkader welke de minstens twee vleugelkaders omkadert, het buitenkader omvattende vier wanden, elke wand omvattende twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen, waarbij de profielen aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip, en waarbij de onderste wand van het buitenkader een dorpel vormt; een schuifsysteem, geconfigureerd om minstens één van de twee vleugelkaders te

BE2018/5227 verschuiven in de lengte van de dorpel; gekenmerkt doordat het verbindingsstrip van het buitenkader uit PA66vervaardigd is.

In sommige uitvoeringsvormen worden de profielen van het buitenkader aan elkaar gekoppeld door minstens twee verbindingsstrips; bij voorkeur twee parallel aan elkaar gepositioneerde verbindingsstrips.

In sommige uitvoeringsvormen omvat minstens één profiel van de dorpel een inkeping gelegen aan de uiterste onderzijde van de dorpel, waarbij de inkeping opgevuld is met een water-werend materiaal; bij voorkeur een polymeer; meer bij voorkeur rubber.

In sommige uitvoeringsvormen heeft de inkeping een U-vorm.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het schuifsysteem een rail en wielen; waarbij de wielen in het vleugelkader gemonteerd zijn en de rail op de dorpel van het buitenkader gemonteerd is, en waarbij de wielen en de rail in rechtstreeks contact staan met elkaar.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het schuifdeursysteem minstens vier vleugelkaders volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven; waarbij elke twee aangrenzende vleugelkaders verbonden worden door een middenstijl, de middenstijl omvattende minstens één verstevigingsmiddel en twee aluminium profielen waarbij de profielen aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip, en waarbij de middenstijl geconfigureerd is om twee vleugelkaders aan elkaar te bevestigen; en gekenmerkt doordat het verbindingsstrip van de middenstijl uit PA66 vervaardigd is.

In sommige uitvoeringsvormen worden de profielen van de middenstijl aan elkaar gekoppeld door minstens twee verbindingsstrips; bij voorkeur twee parallel gepositioneerde verbindingsstrips.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de middenstijl een kliksysteem, geconfigureerd om permanent vast te klikken met een vleugelkader wanneer het vleugelkader aan de middenstijl bevestigd wordt.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het kliksysteem een verankering welke geconfigureerd is om schuifbaar te koppelen met een vleugelkader; bij voorkeur waarbij de verankering aan minstens aan één zijde een verankeringspunt omvat; bijvoorbeeld een pin of een haak.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het kliksysteem twee parallel aan elkaar gepositioneerde verankeringen, welke geconfigureerd zijn om schuifbaar te koppelen met een vleugelkader; bij voorkeur waarbij elke verankering minstens één verankeringspunt omvat.

BE2018/5227 In een verder aspect betreft de uitvinding een methode voor het installeren van een schuifdeur, de methode omvattende de stappen van:

a. het voorzien van een schuifdeursysteem met een kliksysteem volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven;

b. de plaatsing van het buitenkader en van minstens één middenstijl;

c. het inschuiven van een vleugelkader in de middenstijl tot het kliksysteem het vleugelkader permanent aan de middenstijl vastklikt.

In een verder aspect betreft de uitvinding een gebruik van een schuifdeursysteem, vleugelkader, buitenkader en/of middenstijl volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Om de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn in de bijgaande figuren zonder enig beperkend karakter enkele geprefereerde uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding beschreven. De numerieke referenties worden nader besproken in de voorbeelden. Doorheen de figuren, conclusies en voorbeelden wordt de volgende nummering aangehouden: 100 - schuifdeursysteem; 200 - vleugelkader; 210 - profiel van een vleugelprofiel; 250 - verbindingsstrip van een vleugelkader; 300 buitenkader; 310 - profiel van een buitenkader; 350 - verbindingsstrip van een buitenkader; 380 - inkeping; 400 - schuifsysteem; 410 - rail; 420 - wielen; 500 middenstijl; 510 - profiel van een middenstijl; 550 - verbindingsstrip van een middenstijl; 580 - (anti-inbraak) kliksysteem.

Figuur 1 toont een doorsnede van een schuifdeursysteem volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 2A toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een wand van een vleugelkader (200) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Figuur 2B toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een wand van een vleugelkader (200) volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm.

Figuur 3A toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een wand van een buitenkader (300) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Figuur 3B toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een wand van een buitenkader (300) volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm.

Figuur 4A toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een deel van een middenstijl (500) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

BE2018/5227 Figuur 4B toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een deel van een middenstijl (500) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Figuur 5 toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen de onderste wand van een schuifdeursysteem (100) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Figuur 6 toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een zijwand van een schuifdeursysteem (100) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Figuur 7 toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een middenstijl van een schuifdeursysteem (100) volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Voordat het huidige systeem en werkwijze volgens de uitvinding worden beschreven, moet worden begrepen dat deze uitvinding niet beperkt is tot specifieke systemen en methoden of combinaties beschreven, aangezien dergelijke systemen en werkwijzen en combinaties natuurlijk kunnen variëren. Laat het ook duidelijk zijn dat de hierin gebruikte terminologie niet bedoeld is als beperkend, aangezien het bereik van de onderhavige uitvinding enkel beperkt wordt door de bijgevoegde conclusies.

Alle documenten geciteerd in de huidige specificatie worden hierin volledig opgenomen door middel van verwijzing.

Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.

De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt, zijn synoniem met “inclusief”, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of werkwijze stappen niet uit. De termen “omvatten”, “omvat” zijn inclusief de term “bevatten”.

De opsomming van numerieke waarden aan hand van een cijferbereik omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.

De term “ongeveer”, zoals gebruikt wanneer gerefereerd wordt naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te

BE2018/5227 functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.

In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding nader gedefinieerd. Elk aspect zo gedefinieerd kan worden gecombineerd met een ander aspect of aspecten, tenzij het tegendeel duidelijk wordt aangegeven. In het bijzonder, een kenmerk aangeduid als de “voorkeur” of “voordelig” kan worden gecombineerd met andere kenmerken of eigenschappen die vermeld worden als “voorkeur” en/of “voordelig”. Verwijzing in deze specificatie naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een bepaalde functie, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm van toepassing is in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Wanneer de zinnen in één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm op verschillende plekken in deze specificatie worden vermeld verwijzen zij niet noodzakelijk naar dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel dit niet wordt uitgesloten. Voorts kunnen de beschreven kenmerken, structuren of karakteristieken worden gecombineerd op elke geschikte wijze, zoals duidelijk zal voor een deskundige in de materie op basis van deze beschrijving. De beschreven en in de conclusies geclaimde uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt in elke combinatie. In de onderhavige beschrijving van de uitvinding wordt verwezen naar de bijgaande tekeningen die er deel van uitmaken, en die specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding illustreren. Cijfers tussen haakjes of in het vet gelinkt aan bepaalde elementen illustreren de betreffende elementen als voorbeeld, zonder de elementen hierdoor te beperken. Het moet worden begrepen dat andere uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt en structureel of logische wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder het bereik van de huidige uitvinding te verlaten. De volgende gedetailleerde beschrijving dient niet beschouwd te worden als beperkend, en de omvang van de onderhavige uitvinding wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt. De term “vierhoekig” zoals hierin gebruikt en verwijzend naar het kader betreft een opstelling waarvan de omlijning essentieel een vierhoek vormt, d.w.z. afgezien van enige afrondingen, uitsteeksels, koppelelementen, verbindingstukken, en dergelijke; voor verduidelijking wordt verwezen naar de figuren. Bij voorkeur zijn de profielen dat

BE2018/5227 deel uitmaken het kader uitmaken zo gepositioneerd zijn dat ze de buitenranden van het kader afgrenzen.

De term “profiel” zoals hierin gebruikt verwijst naar een bij voorkeur langwerpig en rigide object, typisch gebruikt als omlijsting van een kader. Een profiel kan afhankelijk van de uitvoeringsvorm zowel afgerond als plat zijn, met een brede of dunne wand, vanbinnen hol of gevuld zijn met een vulmateriaal, geribbeld of glad zijn, en/of ornamentele afwerkingen omvatten; de voordelen en nadelen van de verschillende uitvoeringsvormen zijn verondersteld gekend te zijn door de vakman. Indien er zich een holte in het profiel bevindt omsloten door de wanden van het profiel, dan kan er ook gesproken worden van een buisprofiel. Bij voorkeur zijn de profielen dunwandig. De profielen kunnen met verschillende productiemethoden gefabriceerd worden; bij voorkeur door middel van een extrusieproces.

De term “verbindingsstrip” zoals hierin gebruikt verwijst naar een bij voorkeur langwerpig en rigide object, typisch gebruikt om de profielen met elkaar te verbinden. De verbinding kan permanent zijn, of niet permanent. Bij de verbinding kan er gebruik gemaakt worden van bevestigingsmiddelen (e.g. schroeven en dergelijke). De verbindingsstrip vormt bovendien een thermische onderbreking tussen de profielen, waardoor de thermische prestaties van het kader kunnen verbeteren.

De term “U-waarde” zoals hierin gebruikt verwijst naar de thermische geleidbaarheid van een object, in het bijzonder een schuifdeur. De U-waarde wordt doorgaans bepaald tussen de binnen- en buitenzijde, per vierkante meter oppervlakte en per uur, bij een temperatuurverschil van 1°K tussen de ‘binnen- en buiten'-ruimte; de U-waarde wordt uitgedrukt in uitgedrukt in W/(m².K). Deze waarde kan met een meetinstallatie worden bepaald of in overeenstemming met NBN EN ISO 10077-2 worden berekend.

De psi-waarde (Ψ) zoals hierin gebruikt verwijst naar de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt die het warmteverlies in een raakvlak weergeeft per lopende meter bij een temperatuurverschil tussen de ‘binnen- en buiten'-ruimte van 1°K; in het bijzonder het raakvlak tussen het profiel en de glasplaten. De psi-waarde wordt uitgedrukt in uitgedrukt in W/(m.K) en kan equivalent aan de U-waarde gemeten of berekend worden.

De uitvinding betreft in een eerste aspect een vleugelkader voor een schuifdeur, het vleugelkader omvattende een vierhoekig kader geconfigureerd voor het behuizen van een beglazing; het kader omvattende vier wanden, elke wand omvattende twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen, waarbij de profielen aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip, gekenmerkt doordat de

BE2018/5227 verbindingsstrips van het vleugelkader uit Polyamide 66 (PA66) vervaardigd zijn. Een typisch vleugelkader heeft een rechthoekig kader, er kunnen echter talloze variaties bestaan op de afmetingen; bijvoorbeeld gaande van 0.5 m tot 7.0m per zijde (i.e. de maximale lengte van een profiel voor transport met een vrachtwagen); bijvoorbeeld 1.0 m, bijvoorbeeld 1.5m, enzovoort.

Een vleugelkader omvat hoofdzakelijk een kader en een beglazing, waarbij dit kader typisch samengesteld is uit profielen die aangepast kunnen worden naar een gewenste stijl en afwerking. Elke wand omvat minstens twee profielen; optioneel kan een wand onderverdeeld zijn in meerdere profielen die in serie geplaatst worden; bij voorkeur omvat elke wand exact twee profielen.

In sommige uitvoeringsvormen zijn de twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen van minstens één wand identiek aan elkaar of gespiegeld ten opzichte van aan elkaar. Bij voorkeur zijn de twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen van elke wand identiek aan elkaar. Dit is eenvoudiger zowel voor productie als installatie; maar variaties hierop zijn mogelijk.

De beglazing kan uit éénder welktype glaswerk bestaan gekend door de vakman. Bij voorkeur is het glaswerk meervoudig, bijvoorbeeld dubbel of drievoudig glaswerk, wat de thermische isolatie verder bevordert. In geval van meervoudig glaswerk is er een afstandshouder voorzien tussen de glasplaten ver vorming van een spouw; deze spouw kan opgevuld worden met een gas zoals argon of lucht.

De profielen kunnen in één zijvlak voorzien zijn van een sponning waarin het glaswerk gevat kan zijn tussen een dichting en een strip, welke sponning begrensd kan worden door minstens één wand van de betreffende stijl of regel, waarbij aan de binnenzijde van deze wand, een gleuf kan voorzien zijn, in de wand zelf, voor de bevestiging van de voornoemde strip. Alternatief kunnen deze profielen in het tegenoverliggende zijvlak voorzien zijn van een sponning die begrensd wordt door ribben in het verlengde van de wanden van het profiel, waarbij op de naar elkaar gerichte zijden van deze ribben uitsteeksels voorzien kunnen zijn voor de bevestiging van profielen en/of scharnieren. Bij wijze van voorbeeld om de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen wordt verwezen naar de figuren.

De profielen van het vleugelkader zijn vervaardigd uit aluminium. Aluminium heeft veel voordelen als profielmateriaal, het is namelijk tegelijk robuust en licht, goed bestand tegen slechte weersomstandigheden en vereist weinig onderhoud. De profielen worden doorgaans tegenover elkaar geplaatst in spiegelbeeld, met de bij voorkeur gladde en vlakke kant naar de buitenkant gericht, d.w.z. weg van elkaar, en de

BE2018/5227 verbindingsmiddelen en sponning naar de binnenkant gericht, d.w.z. weg naar elkaar toe. De profielen kunnen vervolgens gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip.

Traditioneel worden aluminium kaders uit één stuk geëxtrudeerd, ofwel in meerdere onderdelen geëxtrudeerd welke vervolgens rechtstreeks aan elkaar gekoppeld worden. Het voordeel van meerdere onderdelen is dat er een thermische onderbreking kan gevormd worden tussen de onderdelen zoals de aluminium profielen, wat zowel de thermische prestaties kan verbeteren, als de condensatievorming kan verminderen ten opzichte van een uit één stuk geëxtrudeerd kader.

De verbetering thermische isolatie kan nagegaan worden door middel van een Uwaarde, wat aangeeft hoe hoog het warmteverlies doorheen het gedeelte van het schuifdeursysteem is. Een overzicht van de gemeten U-waarden voor een dergelijk vleugelkader kan teruggevonden worden in voorbeeld 2. Het gebruik van PA66 voor een verbindingsstrip geeft een U-waarde die beter is dan een schuifdeurkader volledig vervaardigd uit aluminium verbindingsstrip.

Bovendien kan het gebruik van een PA66 verbindingsstrip allerhande voordelen bijbrengen in de productie, het vervoer en de toepassing. Allereerst kan de productie van PA66 verbindingsstrips minder materiaal vereisen om een kader van vergelijkbare sterkte en volume te verkrijgen. Door het inrollen van de verbindingsstrips tussen de aluminium profielen kan bovendien een robuustere en stevigere verbinding worden verkregen dan een verbinding tussen twee afzonderlijke aluminium profielen. Daarnaast kan het PA66 verbindingsstrip minder tot geen verdere afwerkingsstappen vereisen; zoals bijvoorbeeld het lakken, wat bij aluminium wel het geval is. Dit kan zowel de productietijd als kosten besparen, alsook de hoeveelheid werkkracht en materiaal verder beperken. Daarnaast kan een PA66 verbindingsstrip lichter geproduceerd worden dan een aluminium profiel, wat het vervoer en stockage kan vereenvoudigen alsook de installatie verlichten en daardoor de kans op werkongevallen beperken. Ten slotte zijn PA66 verbindingsstrips elastischer, waardoor het aluminium vleugelkader zich beter kan uitzetten en/of inkrimpen als gevolg van thermische expansie (zoals bij koud of warm weer). Dit kan de schade aan de profielen en/of het kader over langere periodes verminderen, waardoor de PA66 verbindingsstrips de levensduur van het kunnen schuifdeursysteem verlengen.

In sommige uitvoeringsvormen worden de profielen van het vleugelkader gekoppeld door minstens twee verbindingsstripsverbindingsstrips. Bij voorkeur worden de minstens twee verbindingsstrips parallel aan elkaar gepositioneerd. Het gebruik van

BE2018/5227 meerdere verbindingsstrips kan verdere voordelen opleveren voor de robuustheid van het vleugelkader. De parallelle oriëntatie laat toe om schokken uitgeoefend op de profielen beter op te vangen, bijvoorbeeld als gevolg van het open en dicht schuiven van de schuifdeur.

In sommige uitvoeringsvormen omvat minstens één profiel van het kader een verstevigingsmiddel, waarbij het verstevigingsmiddel loodrecht gepositioneerd staat op het kader en uitwaarts ten opzichte van de beglazing; optioneel waarbij beide profielen van het kader een verstevigingsmiddel omvatten. Het verstevigingsmiddel kan verdere voordelen opleveren voor de robuustheid van het vleugelkader. Bovendien kan het dienen als verstevigingsmiddel om het vleugelkader te verbinden met andere profielen, of te blokkeren tijdens de verschuiving in een kader.

De uitvinding betreft in een verder aspect een schuifdeur, het schuifdeursysteem omvattende minstens twee aangrenzende en achter elkaar geplaatste vleugelkaders volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven; een buitenkader welke de minstens twee vleugelkaders omkader, waarbij het buitenkader vier wanden omvat, elke wand omvattende twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen, waarbij de profielen aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip, en waarbij de onderste wand van het buitenkader een dorpel vormt; en een schuifsysteem, geconfigureerd om minstens één van de twee vleugelkaders te verschuiven in de lengte van de dorpel; gekenmerkt doordat de verbindingsstrips van het buitenkader uit PA66 vervaardigd zijn.

Net zoals voor het bovenbeschreven vleugelkader, zijn de profielen van het buitenkader bij voorkeur vervaardigd uit aluminium. Traditioneel werden ook de aluminium profielen van het buitenkader uit één stuk geëxtrudeerd, maar de uitvinders hebben echter gevonden dat het gebruik van PA66 ook als verbindingsstrip kan dienen in het buitenkader. Dit kan dezelfde voordelen opleveren als voor het vleugelkader en het buitenkader; met verbeteringen in de productietijd en kosten (lakken), het transport, de installatie, de isolatie en de stabiliteit van het systeem. Echter, doordat de omvang van het buitenkader groter is dan dat van één enkel vleugelkader (in lengte en breedte) kunnen de voorheen besproken voordelen op het gebied van productie, afwerking, vervoer, en installatie nog meer tot uiting komen. Het gebruik van een PA66 verbindingsstrip in zowel het vleugelprofiel(en) als het buitenkader kan dus een uitzonderlijk efficiënt systeem opleveren.

In sommige uitvoeringsvormen worden de profielen van het buitenkader gekoppeld door minstens twee verbindingsstrips. Bij voorkeur worden de minstens twee

BE2018/5227 verbindingsstrips parallel aan elkaar gepositioneerd. Het gebruik van meerdere verbindingsstrips kan verdere voordelen opleveren voor de robuustheid van het buitenkader.

De dorpel vormt de onderkant van het buitenkader. Door het in verbinding staan met de vloer kan de dorpel verdere aanpassingen omvatten ten opzichte van de zij en boven-profiel(en) van het buitenkader. In het bijzonder kan de dorpel voorzieningen omvatten voor ventilatie en tegen wateroverlast. Bij voorkeur is de dorpel volledig wind, water- en luchtdicht. De dorpel kan ook een steunblok omvatten dat vast verbonden staat met de grond of vloer van het gebouw of de betreffende ruimte.

Het schuifsysteem kan in principe in verschillende uitvoeringsvormen geplaatst worden en het heeft op zich geen impact op de verbindingsstrips. Bij voorkeur zorgt het schuifsysteem ervoor dat het vleugelkader kan schuiven over de dorpel door middel van wielen over een rail. Dit schuifsysteem kan permanent gekoppeld zijn, maar kan alternatief ook ontkoppeld worden, bijvoorbeeld door een hefschuifsysteem waarbij het schuifdeursysteem opgetild wordt voordat het over de rail schuift. In gesloten positie van het schuifdeursysteem wordt het hefschuifsysteem verankerd en is er bijgevolg geen verschuiving mogelijk. Het schuifsysteem kan ook meerdere sets van wielen en/of rails omvatten.

In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat het schuifsysteem een rail en wielen; waarbij de wielen in het vleugelkader gemonteerd zijn en de rail op de dorpel gemonteerd staat, en waarbij de wielen en de rail in rechtstreeks contact staan met elkaar.

In sommige uitvoeringsvormen omvat minstens één profiel van de dorpel een inkeping gelegen aan de uiterste onderzijde van de dorpel, waarbij de inkeping opgevuld is met een water-werend materiaal. Bij voorkeur is het materiaal een polymeer; meer bij voorkeur rubber. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is de inkeping een Uvormige inkeping, of heeft deze een vergelijkbare vorm.

De buitenste profielen komen vaak in contact met water, bijvoorbeeld bij regen of sneeuwval. Typisch worden deze profielen verder afgesloten met een waterwerende laag, zoals silicone. De toepassing hiervan bemoeilijkt echter de installatie, doordat deze dient aangebracht te worden na de installatie van de schuifdeur wat de installatietijd verlengd. Bovendien vereist de plaatsing van silicone vaak bijkomende afwerkingsstappen. Het merendeel van deze stappen kunnen enkel uitgevoerd worden wanneer het silicone nog niet gedroogd is (zoals het overmatig silicone verwijderen en uitlijnen), waardoor de installatietijd verlengd en mogelijke wachttijden introduceert.

BE2018/5227 Het voorzien van een waterwerend materiaal in het buitenste profiel voor de montage van de dorpel op de werf, kan de voorgaande stap overbodig maken. Hierdoor kunnen de installatietijd en -kosten beperkt worden, alsook de hoeveelheid vereiste werkkracht. Bovendien kan de kwaliteit van het materiaal nagegaan worden en in geval van een defect vervangen worden alvorens montage van het kader.

Het buitenkader kan ook voorzien zijn van bijkomende elementen om de kwaliteit en het comfort van het schuifdeursysteem te verhogen. Bijvoorbeeld een stof- of tochtborstel die zich uitstrekt van de dorpel tot aan, of tot tegen de bovenwand van het buitenkader om de beglazing zuiver te houden en te beschermen. Bijkomend kunnen allerhande afdichtingen, rubber en/of stootbuffers worden toegevoegd om het open en dicht doen en het schuiven van de deur te vergemakkelijken voor de gebruiker.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het schuifdeursysteem minstens vier vleugelkaders volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven; waarbij elke paar (bijvoorbeeld twee vleugelkaders) van aangrenzende vleugelkaders verbonden worden door een middenstijl, de middenstijl omvattende twee aluminium profielen, waarbij de profielen aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip, en waarbij de middenstijl geconfigureerd is om twee vleugelkaders aan elkaar te bevestigen; en gekenmerkt doordat de verbindingsstrips van de middenstijl uit PA66 vervaardigd zijn.

Bij sommige veranda's of terrassen is het gewenst dat het schuifdeursysteem een grotere oppervlakte van de zijwand moet overbruggen. Echter, doordat de kost van de beglazing alsook de robuustheid van het kader in het gedrang zouden komen wordt er doorgaans voor gekozen om meerdere vleugelkaders in serie te plaatsen. Elk paar van vleugelkaders kan op deze manier verder verstevigd worden door middel van een middenstijl of chicane.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de middenstijl minstens één verstevigingsmiddel; bij voorkeur een verstevigingsbuis; bijvoorbeeld een verstevigingsbuis die vanuit de dorpel tot de boven-wand loopt. Dit laat toe om het buitenkader en de vleugelkaders nog beter te ondersteunen, wat de opstellingen robuuster kan maken.

Net zoals voor het bovenbeschreven vleugelkader en het buitenkader, zijn de profielen van de middenstijl bij voorkeur vervaardigd uit aluminium. Traditioneel werden ook de aluminium profielen van de middenstijl uit één stuk geëxtrudeerd, maar de uitvinders hebben echter gevonden dat het gebruik van PA66 ook als verbindingsstrip kan dienen in de middenstijl. Dit kan dezelfde voordelen opleveren als voor het vleugelkader en

BE2018/5227 het buitenkader; met verbeteringen in de productietijd en kosten (lakken), het transport, de installatie, de isolatie en de stabiliteit van het systeem.

In sommige uitvoeringsvormen omvat de middenstijl een kliksysteem, geconfigureerd om permanent vast te klikken wanneer een vleugelkader aan de middenstijl bevestigd wordt.

Het kliksysteem laat toe om op een eenvoudige manier de middenstijl aan het vleugelkader te koppelen zonder het gebruik van bijkomende hechtingsmiddelen zoals schroeven of bouten, en daarbij bovendien een permanente en duurzame verbinding vormt.

Het is zo dat bij inbraak de middenstijl vaak een gevoelig punt vormt van het schuifdeursysteem. In het bijzonder, als het vleugelkader kan worden ontkoppeld van de middenstijl dat kan het vleugelkader eenvoudig worden verschoven of gekanteld. De huidige uitvinding voorziet echter een kliksysteem ontworpen om dergelijke inbraak te voorkomen of op zijn minst aanzienlijk moeilijker te maken.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het kliksysteem een verankering welke geconfigureerd is om schuifbaar te koppelen met een vleugelkader. Dit kliksysteem voorziet een optimale configuratie van het kliksysteem. Bij voorkeur wordt de verankering ingedrukt door de voor- of achterkant van het vleugelkader wanneer deze in de middenstijl wordt ingeschoven; wanneer het vleugelkader op de juiste positie staat kan de druk op het verankeringspunt verlicht worden zodat deze naar de oorspronkelijke positie kan terugkeren.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het schuifbaar koppelsysteem een verankeringspunt aan minstens één zijde van de verankering; bij voorkeur aan de zijde van het vleugelkader. De verankeringspunt kan bijvoorbeeld een pin of een haak zijn dat voorzien wordt op de verankering, hierdoor wordt het nog moeilijker om het vleugelkader in de omgekeerde richting uit te schuiven. Dit voorziet een bij voorkeur permanente verankering van het vleugelkader in de middenstijl.

In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat het kliksysteem twee parallel aan elkaar gepositioneerde verankeringen, welke geconfigureerd zijn om schuifbaar te koppelen met een vleugelkader. Het voorzien van meerdere verankeringen kan het kliksysteem nog veiliger en steviger maken. Bij voorkeur omvat elke verankering minstens één verankeringspunt.

De uitvinding betreft in een verder aspect een werkwijze voor het installeren van een schuifdeur, de werkwijze omvattende de stappen:

BE2018/5227

i. het voorzien van een schuifdeursysteem omvattende een kliksysteem volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven;

ii. de plaatsing van het buitenkader van het schuifdeursysteem en minstens één middenstijl;

iii. het inschuiven van een vleugelkader in de middenstijl tot het kliksysteem het vleugelkader bij voorkeur permanent aan de middenstijl koppelt en vastklikt.

De werkwijze heeft als voordelen dat de installatie eenvoudiger, gebruiksvriendelijker en sneller kan verlopen. Daarnaast kan er een verbetering zijn op het gebied van antiinbraak beveiliging bij een schuifdeursysteem dat een middenstijl omvat volgens een uitvoeringsvorm zoals hierin beschreven.

In sommige uitvoeringsvorm omvat het kliksysteem een schuifbaar koppelsysteem, geconfigureerd zijn om schuifbaar te koppelen met een vleugelkader. Bij voorkeur omvat het schuifbaar koppelsysteem een verankering aan minstens één zijde van het verankeringspunt; bij voorkeur aan de zijde van verankering. Als gevolg hiervan wordt een bij voorkeur permanente verankering gerealiseerd van het vleugelkader in de middenstijl.

De uitvinding betreft in een verder aspect een gebruik van een vleugelkader, volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven, voor het afsluiten van een veranda en/of terras. De uitvinding betreft in een verder aspect een gebruik van een schuifraam, volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven, voor het afsluiten van een veranda en/of terras. De uitvinding betreft in een verder aspect een gebruik van een middenstijl, volgens één of meerdere uitvoeringsvormen zoals hierin beschreven, voor het afsluiten van een veranda en/of terras.

Het gebruik van een schuifdeur, vleugelkader, buitenkader en/of middenstijl volgens een uitvoeringsvorm zoals hierin beschreven kan ervoor zorgen dat een veranda of terras een betere warmte-isolatie heeft in vergelijking met traditionele schuifdeuren of schuifdeursystemen. Bovendien kan er een verbetering zijn qua installatie-, vervoeren/of productietijd en/of -kosten. Bovendien kan er een verbetering zijn op het gebied van anti-inbraak beveiliging bij een schuifdeursysteem die een middenstijl omvat volgens een uitvoeringsvorm zoals hierin beschreven.

BE2018/5227 VOORBEELDEN

Bij wijze van voorbeeld wordt verwezen naar de figuren. De uitvoeringsvormen geïllustreerd in de figuren zijn voorkeursuitvoeringsvormen van de huidige uitvinding en horen geenszins als een beperking te worden geïnterpreteerd.

Voorbeeld 1

Figuur 1 toont een doorsnede van een schuifdeursysteem omvattende een vleugelkader (200), een buitenkader (300) en optioneel beglazing (150). Het vleugelkader (200) omvat twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen (210a, 210b) welke aan elkaar gekoppeld worden door middel van twee PA66 verbindingsstrips (250a, 250b). De profielen (210a, 210b) zijn identiek aan elkaar en staan gespiegeld tegenover elkaar. De verbindingsstrips zijn ook identiek en staan gespiegeld tegenover elkaar gepositioneerd. Het buitenkader (300) omvat twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen (310a, 310b) welke aan elkaar gekoppeld worden door middel van twee PA66 verbindingsstrips (350a, 350b). De profielen (310a, 310b) zijn verschillend qua breedte en uitvoering; waarbij het eerste profiel geschikt is om te koppelen met een vleugelkader (200) door middel van een schuifsysteem (400), en het tweede profiel ruimte voorziet voor de verschuiving van een vleugelkader (niet getoond).

Figuur 2A toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een wand van een vleugelkader (200) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm. De twee profielen (210a, 210b) hebben een hoogte van 72 mm. Wanneer de twee profielen (210a, 210b) gekoppeld worden door twee verbindingsstrips (250a, 250b) heeft het vleugelkader een dikte van 32,2 mm. Figuur 2B toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een wand van een vleugelkader (200) volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij de twee profielen (210a, 210b) verder een verstevigingsmiddel (260) omvatten. Als gevolg hiervan heeft het vleugelkader een dikte van 68,8 mm.

Figuur 3A toont een schematische voorstelling van een buitenkader (300) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm. De twee profielen (310a, 310b) hebben een hoogte van 51.7 mm. Wanneer de twee profielen (310a, 310b) gekoppeld worden door twee verbindingsstrips (350a, 350b) dan heeft het vleugelkader een dikte van 58,8 mm. De opening tussen de twee profielen (310a, 310b) is geschikt voor de plaatsing van één vleugelkader met een dikte kleiner dan 36,4 mm. Daarnaast omvat één profiel (310a) een inkeping (380). Figuur 3B toont een schematische voorstelling van een

BE2018/5227 buitenkader (300) volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij het eerste profiel (310a) ruimte voorziet voor een eerste vleugelkader en het tweede profiel (310b) voor een tweede vleugelkader.

Figuur 4A toont een schematische voorstelling van een deel van een middenstijl (500) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm; in het bijzonder een profiel (510) van een middenstijl (500). Het profiel (510) heeft een lengte van 35 mm en een breedte van

34,5 mm. Daarnaast omvat de middenstijl een kliksysteem (580), dat een verankeringspunten omvat geschikt om schuifbaar te koppelen met een vleugelkader. Figuur 4B toont een schematische voorstelling van een deel van een middenstijl (500) volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij het profiel een verstevigingsmiddel omvat.

Figuur 5 toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen de onderste wand van een schuifdeursysteem (100) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm. Het schuifdeursysteem omvat twee vleugelkaders (200, 200'), die beiden twee identieke profielen (210a, 210b) omvatten gekoppeld door twee verbindingsstrips (250a, 250b). Het schuifdeursysteem omvat verder een buitenkader (300), welke twee profielen (310a, 310b) omvat gekoppeld door twee verbindingsstrips (350a, 350b); waarbij de getoonde profielen (310a, 310b) samen de dorpel vormen. Daarnaast omvat het buitenkader een inkeping (380); waarbij de inkeping (380) opgevuld is met rubber. Het schuifdeursysteem omvat verder een schuifsysteem (400) geconfigureerd om minstens één van de twee vleugelkaders te verschuiven in de lengte van de dorpel. Het schuifsysteem (400) omvat een rail (410) en wielen (420); waarbij de wielen in het vleugelkader (200) gemonteerd zijn en de rail op de dorpel van het buitenkader (300) gemonteerd is, en waarbij de wielen en de rail in rechtstreeks contact staan met elkaar. De hoogte van de dorpel bedraagt 42,7 mm; en de hoogte van de dorpel tot de beglazing bedraagt 111,6 mm.

Figuur 6 toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een zijwand van een schuifdeursysteem (100) volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm. Dezelfde elementen besproken in figuur 5 zijn ook aanwezig in figuur 5. De lengte van de zijwand bedraagt 42,7 mm; en de lengte van de zijwand tot de beglazing bedraagt 114,7 mm.

Figuur 7 toont een schematische voorstelling van een doorsnede doorheen een middenstijl van een schuifdeursysteem (100) volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm. De middenstijl (500) vormt een barrière tussen een eerste vleugelkader (200) en een tweede vleugelkader (200'). De middenstijl (500) omvat

BE2018/5227 twee profielen (510a, 510b) gekoppeld door twee verbindingsstrips (550a, 550b). Daarnaast omvat de middenstijl (500) een kliksysteem (580) geconfigureerd om permanent vast te klikken met een vleugelkader wanneer het vleugelkader aan de middenstijl bevestigd wordt. Het kliksysteem (580) omvat twee parallel aan elkaar gepositioneerde verankeringspunten welke schuifbaar kunnen koppelen met een vleugelkader. In het bijzonder zal volgends de getoonde uitvoeringsvorm het vleugelkader de verankeringspunten indrukken van een eerste ruststand naar een tweede stand; wanneer het vleugelkader voorbij een bepaald punt ten opzichte van de middenstijl verschuift dan kunnen de verankeringspunten terug klikken naar hun oorspronkelijke ruststand, waarbij het vleugelkader permanent vastgeklikt zit aan de middenstijl.

Voorbeeld 2

Figuur 8 toont een overzicht van de meetrichtingen voor bepaling van de U-waarde van het schuifdeursysteem volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Het schuifdeursysteem omvat twee vleugelkaders omkaderd door een buitenkader. De hoogte van het schuifdeursysteem bedraagt 2,10 m en de lengte 3,00 m. De volledige oppervlakte A van het schuifdeursysteem bedraagt 6,3 m², en de oppervlakte van de profielen 1,12 m2 (d.w.z. het buitenkader en de kader van het vleugelprofiel) en van de glasrand 5,14 m2. De beglazing heeft een U-waarde van 1.10 W/m²K en de glasrand heeft een thermische geleiding ψvan 0,046W/mK naar het aluminium vleugelkader.

In het bijzonder omvat meetrichting (1) betreft de meting doorheen de zijwand van het buitenkader en de zijwand van het eerste vleugelkader; meetrichting (2) betreft de meting doorheen de zijwand van het eerste vleugelkader en de zijwand van het tweede vleugelkader; meetrichting (3) betreft de meting doorheen de zijwand van het buitenkader en de zijwand van het tweede vleugelkader; meetrichting (4) betreft de meting doorheen de bovenwand van het buitenkader en de bovenwand van het eerste vleugelkader; meetrichting (5) betreft de meting doorheen de bovenwand van het buitenkader en de bovenwand van het tweede vleugelkader; meetrichting (6) betreft de meting doorheen de dorpel van het buitenkader en de onderwand van het eerste vleugelkader; meetrichting (7) betreft de meting doorheen de dorpel van het buitenkader en de onderwand van het tweede vleugelkader.

Voor een overzicht van gemeten U-waarden volgens elke meetrichting (1) tot (7), alsook de bijhorende van de oppervlakte (A) voor elk meetsegment, wordt verwezen naar Tabel 1. Op basis van de waarden weergegeven in Tabel 1 kan de gemiddelde U18

BE2018/5227 waarde worden berekend voor het gehele schuifdeursysteem volgens de formule: Σ(Α*υ+Ι*ψ) / ZA. In het bijzonder kom dit uit op een gemiddelde U-waarde van 1.69 W/m²K voor deze uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Deze waarde is beter dan die van een traditioneel schuifdeursysteem met dezelfde type beglazing en afmetingen, maar omvattende aluminium profielen gekoppeld met aluminium verbindingsstrips. Er kan dus geconcludeerd worden dat het gebruik van PA66 als verbindingsstrip voor een verbetering in thermische isolatie kan zorgen in vergelijking met traditionele schuifdeuren of schuifdeursystemen.

Tabel 1: overzicht van de randlengte L (m), oppervlakte (A) en warmtegeleiding (U) voor elke meetrichting volgens figuur 8.

Zie Figuur 8	L(m)	A (m²)	U (W/m²K)	A*U
Meetrichting (1)	1.88	0.22	3.93	0.87
Meetrichting (2)	3.75 (2 * 1.88)	0.07	6.44	0.45
Meetrichting (3)	1.88	0.22	3.75	0.83
Meetrichting (4)	/	0.16	4.19	0.68
Meetrichting (5)	/	0.16	3.87	0.62
Meetrichting (6)	/	0.16	3.76	0.60
Meetrichting (7)	/	0.16	3.68	0.59
Glaswerk	/	5.14	1.10	5.66
Gemiddelde			1.69

Claims

1. Een vleugelkader (200) voor een schuifdeursysteem (100), omvattend:

een vierhoekig kader, bij voorkeur rechthoekig kader, geconfigureerd voor het behuizen van een beglazing (150); het kader omvattende vier wanden, elke wand omvattende twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen (210a, 210b) die aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip (250), gekenmerkt doordat het verbindingsstrip (250) van het vleugelkader (200) uit polyamide 66 (PA66) vervaardigd is.

2. Het vleugelkader (200) volgens conclusie 1, waarbij de profielen van het vleugelkader aan elkaar gekoppeld worden door minstens twee verbindingsstrips (250a, 250b); bij voorkeur twee parallel aan elkaar gepositioneerde verbindingsstrips.

3. Het vleugelkader (200) volgens conclusie 1 of 2, waarbij minstens één profiel (210) van het kader een verstevigingsmiddel (260) omvat, waarbij het verstevigingsmiddel loodrecht op het kader en uitwaarts ten opzichte van de beglazing gepositioneerd staat; optioneel waarbij beide profielen van het kader een verstevigingsmiddel omvatten.

4. Het vleugelkader (200) volgens eender welke der conclusies 1 tot en met 4, waarbij twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen (210a, 210b) van minstens één wand identiek zijn aan elkaar; bij voorkeur waarbij de twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen van elke wand identiek zijn aan elkaar.

5. Een schuifdeursysteem (100), omvattend:

- minstens twee aangrenzende en achter elkaar geplaatste vleugelkaders (200, 200') volgens eender welke der conclusies 1 tot en met 4;

- een buitenkader (300) welke de minstens twee vleugelkaders omkadert, het buitenkader omvattende vier wanden, elke wand omvattende twee parallel aan elkaar gepositioneerde aluminium profielen, waarbij de profielen aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip (350), en waarbij de onderste wand van het buitenkader (300) een dorpel vormt;

BE2018/5227

- een schuifsysteem (400), geconfigureerd om minstens één van de twee vleugelkaders (200) te verschuiven in de lengte van de dorpel;

gekenmerkt doordat het verbindingsstrip (350) van het buitenkader (300) uit PA66 vervaardigd is.

6. Het schuifdeursysteem (100) volgens conclusie 5, waarbij de profielen van het buitenkader aan elkaar gekoppeld worden door minstens twee verbindingsstrips (350a, 350b); bij voorkeur twee parallel aan elkaar gepositioneerde verbindingsstrips.

7. Het schuifdeursysteem (100) volgens conclusie 5 of 6, waarbij minstens één profiel van de dorpel een inkeping (380) omvat, gelegen aan de uiterste onderzijde van de dorpel, waarbij de inkeping opgevuld is met een waterwerend materiaal; bij voorkeur een polymeer; meer bij voorkeur rubber.

8. Het schuifdeursysteem (100) volgens conclusie 7, waarbij de inkeping (380) een U-vorm heeft.

9. Het schuifdeursysteem (100) volgens eender welke der conclusies 5 tot en met 8, waarbij het schuifsysteem (400) een rail (410) en wielen (420) omvat; waarbij de wielen in het vleugelkader (200) gemonteerd zijn en de rail op de dorpel van het buitenkader (300) gemonteerd is, en waarbij de wielen en de rail in rechtstreeks contact staan met elkaar.

10. Het schuifdeursysteem (100) volgens eender welke der conclusies 5 tot

9, omvattend: minstens vier vleugelkaders (200, 200', 200’’, 200’’’);

waarbij elke paar van aangrenzende vleugelkaders ((200, 200’) en (200’’, 200’’’)) gescheiden worden door een middenstijl (500), waarbij de middenstijl (500) twee aluminium profielen (510a, 510b) omvat waarbij de profielen aan elkaar gekoppeld worden door middel van een verbindingsstrip (550), en waarbij de middenstijl (500) geconfigureerd is om twee vleugelkaders aan elkaar te bevestigen;

gekenmerkt doordat het verbindingsstrip van de middenstijl (500) uit PA66 vervaardigd is.

11. Het schuifdeursysteem (100) volgens conclusie 10, waarbij de profielen van de middenstijl aan elkaar gekoppeld worden door minstens twee verbindingsstrips (550a, 550b); bij voorkeur twee parallel gepositioneerde verbindingsstrips.

BE2018/5227

12. Het schuifdeursysteem (100) volgens conclusie 10 of 11, waarbij de middenstijl een kliksysteem (580) omvat, geconfigureerd om permanent vast te klikken met een vleugelkader wanneer het vleugelkader (200) aan de middenstijl (500) bevestigd wordt.

13. Het schuifdeursysteem (100) volgens conclusie 12, waarbij het kliksysteem (580) een verankering omvat welke geconfigureerd is om schuifbaar te koppelen met een vleugelkader (200); bij voorkeur waarbij de verankering aan minstens één zijde een verankeringspunt omvat; bijvoorbeeld een pin of een haak.

14 Het schuifdeursysteem (100) volgens eender welke der conclusies 12 of

13, waarbij het kliksysteem (580) twee parallel aan elkaar gepositioneerde verankeringen omvat.

15 Een werkwijze voor het installeren van een schuifdeursysteem (100), waarbij de werkwijze volgende stappen omvat:

a. het voorzien van een schuifdeursysteem (100) volgens één der conclusies 11 tot 14;

b. de plaatsing van het buitenkader (300) en van minstens één middenstijl (500);

c. het inschuiven van een vleugelkader (200) in de middenstijl (500) tot het kliksysteem (580) het vleugelkader (200) bij voorkeur permanent aan de middenstijl (500) vastklikt.

16. Een gebruik van een schuifdeursysteem (100), vleugelkader (200), buitenkader (300) en/of middenstijl (500) volgens één der conclusies 1 tot 14 voor het afsluiten van een veranda en/of terras.