BE1025945B1 - Geprefabriceerd draagframe voor poorten - Google Patents

Geprefabriceerd draagframe voor poorten Download PDF

Info

Publication number
BE1025945B1
BE1025945B1 BE2018/5029A BE201805029A BE1025945B1 BE 1025945 B1 BE1025945 B1 BE 1025945B1 BE 2018/5029 A BE2018/5029 A BE 2018/5029A BE 201805029 A BE201805029 A BE 201805029A BE 1025945 B1 BE1025945 B1 BE 1025945B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gate
frame base
posts
frame
wings
Prior art date
Application number
BE2018/5029A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025945A1 (nl
Inventor
Geert Pouleyn
Original Assignee
Pouleyn Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pouleyn Nv filed Critical Pouleyn Nv
Priority to BE2018/5029A priority Critical patent/BE1025945B1/nl
Publication of BE1025945A1 publication Critical patent/BE1025945A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025945B1 publication Critical patent/BE1025945B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B11/00Means for allowing passage through fences, barriers or the like, e.g. stiles
    • E06B11/02Gates; Doors
    • E06B11/028Gates; Doors with posts connected underground

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Gates (AREA)

Abstract

In een eerste aspect betreft de uitvinding een framebasis voor het vormen van een in hoofdzaak U-vormig draagframe van een poort, welke poort twee staande poortpalen omvat, en waarbij de framebasis een liggende verbinding onder en tussen de staande poortpalen bewerkstelligt, de framebasis omvattende een eerste en een tweede paalaansluiter, elk omvattende een bevestigingspunt voor bevestiging van de poortpalen; in het bijzonder zijn de genoemde paalaansluiters met elkaar verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting. In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een draagframe van een poort, en op kits en werkwijzen voor het plaatsen en vervaardigen van poorten.

Description

GEPREFABRICEERD DRAAGFRAME VOOR POORTEN
TECHNISCH DOMEIN
De huidige uitvinding heeft betrekking op poorten zoals tuinpoorten en andere buitenpoorten, en in het bijzonder op geprefabriceerde draagframes voor dergelijke poorten, alsook op werkwijzen voor plaatsing ervan.
STAND DER TECHNIEK
Typisch omvatten poorten zoals tuinpoorten en andere buitenpoorten twee poortpalen, waartussen zich een poortopening uitstrekt, en verder nog minstens één poortvleugel, voor het afsluiten dan wel vrijgeven van die poortopening.
Opdat de poort een stevige afsluiting zou bieden, en opdat de poortpalen met verloop van tijd niet zouden gaan doorhangen, is het belangrijk dat de poortpalen voldoende stevig zitten verankerd in de ondergrond. Veelal worden zij daartoe ingegoten in beton, of worden de poortpalen althans op een stevige betonnen sokkel bevestigd. Het blijkt echter een allerminst eenvoudige opgave om de poortpalen daarbij waterpas te plaatsen, met een nauwkeurige positionering ten opzichte van elkaar en in hun omgeving.
Geprefabriceerde draagframes voor buitenpoorten, zoals gekend uit de stand der techniek, trachten aan deze en andere problemen te verhelpen.
EP 2 154 327 B1, bijvoorbeeld, beschrijft een buitenpoort omvattende een in hoofdzaak U-vormig draagframe. Dat draagframe bestaat daarbij uit twee verticaal staande poortpalen die d.m.v. een ondergrondse, liggende dwarsverbinding met elkaar zijn verbonden. Bij plaatsing wordt de liggende dwarsverbinding neergelaten in een sleuf en ingegoten in beton; zij definieert daarbij de basis van de “U-vorm”. De staande poortpalen zijn daarbij aangesloten op de ondergrondse dwarsverbinding, en loodrecht uit de ondergrond gericht; zij definiëren de opstaande benen van de “U-vorm”. In het bijzonder kan de dwarsverbinding scharnierend worden toegevouwen, voor eenvoudig en compact transport van het draagframe.
BE2018/5029
Verder beschrijft FR 2 873 743 A1 een geprefabriceerde, schuivende buitenpoort met schuivende poortvleugel. Opnieuw strekken de poortpalen zich loodrecht uit op een liggende steunbalk, die wordt neergelaten in een sleuf en ingegoten in beton.
Tot slot beschrijft FR 2 686 936 A1 nog een geprefabriceerde, scharnierende buitenpoort, met twee scharnierende poortvleugels. Onderaan zijn de poortpalen verbonden tot een draagframe, door middel van een holle dwarsverbinding. Na plaatsing is die holle dwarsverbinding omgeven door beton, waarbij zij een doorgang voor elektrische bekabeling voorziet.
Een voordeel van dergelijke draagframes is dat zij het plaatsen van een poort aanzienlijk vereenvoudigen; in het bijzonder wordt het aantal vereiste handelingen ter plaatse daarbij tot een minimum herleid.
Echter, gezien het draagframe op voorhand wordt gefabriceerd en geassembleerd, wordt de flexibiliteit van het plaatsingsproces ernstig ingeperkt. Het is daarbij cruciaal om reeds vooraf, zeer nauwkeurig de benodigde afmetingen voor het draagframe op te meten. Voor de vervaardiging van een poort dienen nu niet alleen de poortvleugels, maar verder ook het draagframe zelf op maat te worden gemaakt. Als vanzelfsprekend verhoogt dit de complexiteit van de productieprocessen en logistieke processen.
Een aantal belangrijke eigenschappen van buitenpoorten zijn hun materiaalkost, productiekost, installatiekost, uitzicht, duurzaamheid en stevigheid. De huidige uitvinding beoogt nu één of meerdere van deze eigenschappen te verbeteren, of althans een oplossing te bieden voor minstens één van bovenvermelde problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Daartoe voorziet de uitvinding in een eerste aspect een framebasis volgens conclusie 1, voor het vormen van een in hoofdzaak U-vormig draagframe van een poort. De framebasis omvat eerste en tweede paalaansluiters met bevestigingspunten voor bevestiging van de poortpalen, welke paalaansluiters met elkaar zijn verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting.
Een gevolg van deze onderlinge verschuifbaarheid, is dat ook voorgenoemde bevestigingspunten onderling kunnen worden verschoven, in de liggende richting. I.h.b. kunnen zij dichter bij elkaar, of juist verder weg van elkaar worden gebracht. Dit laat
BE2018/5029 toe om de afstand tussen de poortpalen, en daarmee ook de breedte van de poortopening te wijzigen. De poort heeft daardoor een breder toepassingsbereik. Ook verhoogt het de flexibiliteit van het installatieproces. Optioneel bezit de framebasis minstens een compacte, ingeschoven configuratie voor transport en/of opslag. Optioneel kunnen de paalaansluiters ook geheel, los uit elkaar worden geschoven; dit draagt bij tot het modulair karakter van de framebasis, en kan eveneens voordelig zijn voor transport en/of opslag.
In verdere aspecten voorziet de uitvinding nog een draagframe volgens conclusie 15, kits volgens conclusies 16 en 19, en werkwijzen volgens conclusies 17, 18 en 20.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 geeft een schematische doorsnede van een poort volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuur 2 toont een gedeeltelijke explosietekening van een draagframe volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuren 3A en 3B illustreren, d.m.v. gedeeltelijke explosietekeningen, de aansluiting van een poortpaal op een op een paalaansluiter, volgens mogelijke uitvoeringsvormen van onderhavige uitvinding.
Figuur 4 geeft een perspectivistisch aanzicht van een framebasis volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuren 5A en 5B tonen een perspectivistisch aanzicht van een framebasis volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding, in uitgeschoven (Fig. 5A) respectievelijk ingeschoven (Fig. 5B) toestand.
Figuur 5C toont tien framebases volgens hun uitvoeringsvorm van figuren 5A en 5B, in ingeschoven toestand en bovenop elkaar gestapeld.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
BE2018/5029
De uitvinding betreft een framebasis, voor het vormen van een draagframe van een poort, en verder nog een draagframe van een poort, alsook een kit en werkwijze voor het vormen van dergelijke poorten en draagframes.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent één of meer dan één segment.
Wanneer “ongeveer” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een framebasis voor het vormen van een in hoofdzaak U-vormig draagframe van een poort, welke poort twee staande poortpalen omvat, en waarbij de framebasis een liggende verbinding onder en tussen de staande poortpalen bewerkstelligt, de framebasis omvattende een eerste en een tweede paalaansluiter, elk omvattende een bevestigingspunt voor bevestiging van de
BE2018/5029 poortpalen; in het bijzonder zijn de genoemde paalaansluiters met elkaar verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting.
Bij voorkeur is elk van beide paalaansluiters in hoofdzaak een integraal deel, welke integrale delen elk een bevestigingspunt voor een poortpaal omvatten. Een bevestigingspunt moet hierin worden begrepen als omvattende middelen waaraan/waartegen een poortpaal kan worden bevestigd, middelen voor het bevestigen van poortpalen en/of middelen voor ontvangst van dergelijke bevestigingsmiddelen. Het bevestigingspunt laat bij voorkeur toe om, op rigide wijze, een poortpaal aan elk van beide genoemde, integrale delen te bevestigen. Volgens een aantal niet-limitatieve uitvoeringsvormen geschiedt dit bevestigen d.m.v. lassen, lijmen, schroeven, klikken, schuiven en/of klemmen.
Bij voorkeur zijn de paalaansluiters daarbij twee afzonderlijke, integrale delen, welke weliswaar met elkaar zijn verbonden zoals hierboven gespecifieerd. Dit verbonden zijn” dient te worden begrepen als de paalaansluiters zijnde minstens daartoe geconfigureerd om te worden verbonden. In werkzame toestand, dat is, bij het installeren van het draagframe op de locatie voor de poort, zijn zij ook effectief verbonden. De paalaansluiters kunnen rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn.
Het geassembleerde en geïnstalleerde draagframe is in hoofdzaak U-vormig, waarbij de twee staande poortpalen worden vereenzelvigd met de opstaande benen van de U, en waarbij de framebasis overeenstemt met de tussenverbinding van deze benen, onderaan de U. Aldus definieert het draagframe een poortopening tussen de poortpalen. De framebasis bewerkstelligt daarbij een in hoofdzaak ondergrondse verbinding tussen de poortpalen. Bij voorkeur komt deze daarbij onder of althans ongeveer gelijk met het grondoppervlak te liggen, onder de poortopening. Optioneel vormt zij een dorpel, ongeveer op niveau van het grondoppervlak, en/of middelen voor het ertegen sluiten van een poortvleugel. Bij voorkeur omvat het draagframe minstens één dergelijke U-vorm. Echter, het is geenszins uitgesloten dat zij twee of meerdere Uvormen omvat, waarbij meer dan twee poortpalen worden voorzien, bijvoorbeeld voor de ontvangst van poortvleugels voor zijpoorten/zijpoortjes. Een ontwerp waarbij een relatief grote buitenpoort langs één zijde of langs weerszijden door een voetgangerspoortje wordt geflankeerd, is immers algemeen gekend. De uitvinding wordt dan overeenkomstig uitgevoerd. Verder is de uitvinding geenszins beperkt tot één enkele hoofdpoort met één enkele U-vorm, en kan zij eveneens worden toegepast op
BE2018/5029 dubbele en meervoudige hoofdpoorten die zich naast elkaar uitstrekken, waarbij dan meer dan twee staande poortpalen op de liggende framebasis zijn aangesloten.
Typisch omvat één poort één poortvleugel (e.g. voor een schuifpoort of enkele scharnierpoort) of twee poortvleugels (e.g. voor een dubbele scharnierpoort). Echter, in het algemeen kan zij één, twee of meer dan twee poortvleugels omvatten. In dit opzicht is de uitvinding ook geenszins tot scharnierende, schuivende en/of pivoterende poorten gelimiteerd. De koppeling van de poortvleugels met de poortpalen wordt uitgevoerd al naargelang het gewenste mechanisme voor het openen en sluiten van de poort, zoals gekend uit de stand der techniek.
In elk geval maken dergelijke draagframes een erg stevige en geprefabriceerde verankering van de poortpalen in de ondergrond mogelijk. In het bijzonder zullen de poortvleugels minder geneigd zijn tot doorhangen, bijvoorbeeld ingeval de poort zich overwegend in open dan wel in gesloten toestand bevindt. Zoals hierboven vermeld, zijn de paalaansluiters met elkaar verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting. Dit moet worden begrepen als de paalaansluiters zijnde, in een nietgeïnstalleerde toestand van de framebasis, minstens daartoe geconfigureerd om te worden verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting”. Bij voorkeur omvat dit schuifmechanisme één of meerdere delen die, bij verdere voorkeur op passende wijze, in en/of langs elkaar schuiven. Het is niet noodzakelijk zo dat de paalaansluiters per se onderling kunnen worden verschoven. Typisch bijvoorbeeld, bij een geïnstalleerde framebasis die in beton is ingegoten, is dit onderling verschuiven niet langer mogelijk. Bovendien kan dat onderling verschuiven optioneel worden vergrendeld, d.m.v. een vergrendelingsmechanisme zoals hieronder beschreven.
Een gevolg van de onderlinge verschuifbaarheid, in de liggende richting, is dat ook voorgenoemde bevestigingspunten onderling kunnen worden verschoven, in de liggende richting. I.h.b. kunnen zij dichter bij elkaar, of juist verder weg van elkaar worden gebracht. Dit verschuifmechanisme laat daardoor toe om de afstand tussen de poortpalen, en daarmee de breedte van de poortopening te wijzigen. De poort heeft daardoor een breder toepassingsbereik. Ook verhoogt het de flexibiliteit van het installatieproces. Bijvoorbeeld kan dit voordelig zijn in situaties die een hoge precisie en nauwkeurigheid vereisen, bijvoorbeeld waarbij de het draagframe van een poort nauwsluitend moet passen binnen een bestaande onderbreking van een afsluiting. Ter plaatse kan de breedte van de poort dan worden afgeregeld tot een maximale waarde, binnen die onderbreking passend. Optioneel is de poortvleugel voorzien van middelen
BE2018/5029 voor het centeren ervan, binnen de verkregen poortopening, en/of kan zij d.m.v. opzetstukken een weinig worden verbreed of versmald. Als alternatief worden poortvleugels van gepaste breedte voorzien, naargelang de voorziene breedte van de poortopening.
Bij voorkeur is het verschuifmechanisme zodanig dat de framebasis een compacte configuratie bezit, corresponderend met een minimale afstand tussen voorgenoemde bevestigingspunten, en waarbij de breedte van de uiteindelijk beoogde poortopening groter dan, of gelijk is aan deze afstand. Dit is voordelig bij transport en/of opslag, en optioneel omvat het installeren van het draagframe dan het ter plaatse minstens gedeeltelijk uitschuiven van de paalaansluiters.
Optioneel kunnen de paalaansluiters volledig uit elkaar kunnen worden geschoven, waarbij zij in een losse, niet-verbonden toestand worden gebracht. Ook dit kan voordelig zijn bij transport en/of opslag. Verder maakt het de onderdelen modulair, waarbij de verschillende onderdelen (minstens omvattende een eerste en een tweede paalaansluiter) kunnen worden geselecteerd en onderling gecombineerd, al naargelang het gewenste poortontwerp. Volgens een niet-limitatieve uitvoeringsvorm wordt een eerste type paalaansluiter, met een bevestigingspunt voor zware poortpalen, gecombineerd met een tweede type paalaansluiter, met een bevestigingspunt voor lichte poortpalen. Een dergelijk poortframe zou kunnen worden toegepast in enkele scharnierpoorten; de poortvleugel wordt dan scharnierend gedragen door de zware poortpaal, en gesloten tegen de lichte poortpaal. Dergelijke modulaire framebases (en
i.h.b. hun modules, o.a. de paalaansluiters) hebben daardoor een veel breder toepassingsbereik.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn de paalaansluiters integraal omvat door de framebasis, en zijn zij vast met elkaar verbonden - i.p.v. op onderling verschuifbare wijze, in de liggende richting; zodoende bezit de framebasis een hogere stevigheid, en kunnen de poortpalen dus steviger worden verankerd in de ondergrond.
In een niet-limitatieve uitvoeringsvorm omvat de framebasis een langwerpig profiel, waarbij elke paalaansluiter in hoofdzaak bevestigingsmiddelen (e.g. een bevestigingsplaat) omvat, voor bevestiging van een poortpaal, en schuifmiddelen omvat, voor schuifbare positionering van die bevestigingasmiddelen langs dat langwerpig profiel.
BE2018/5029
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat de framebasis telescopische middelen. Bij voorkeur omvat zij daarbij één of meerdere delen die passend in elkaar kunnen schuiven, voor instelling van de afstand tussen de bevestigingspunten. Bij voorkeur overlappen deze delen, wanneer ingesteld op de maximale breedte van de poortopening, nog minimaal 20 cm en maximaal 400 cm, bij verdere voorkeur maximaal 300 cm, bij verdere voorkeur maximaal 200 cm, bij verdere voorkeur minimaal 30 cm, bij verdere voorkeur minimaal 40 cm. Een dergelijke, telescopische verbinding kan een voldoend hoge buigstijfheid en weerstand tegen breken/plooien verschaffen. Zo kan de framebasis, eventueel met de poortpalen er reeds aan bevestigd, eenvoudig worden geïnstalleerd. Ook wordt het overmatig doorhangen van de poortvleugel(s) na installatie vermeden, zelfs wanneer de poort overwegend open/gesloten is.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat de framebasis een vergrendelingsmechanisme. Bij voorkeur omvat zij een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van dat onderling verschuiven van de paalaansluiters. Daarbij kan de correct ingestelde framebasis in die hoedanigheid worden vergrendeld. Bij voorkeur omvat dat vergrendelingsmechanisme borgingsgaten, borgingspinnen en/of draadbouten en moeren. Echter, de uitvinding is geenszins tot deze bevestigingsmiddelen gelimiteerd. Bij voorkeur laat dat vergrendelingsmechanisme een afregeling tot en vergrendeling in twee of meerdere, regelmatige onderlinge verschuifposities toe. Bij verdere voorkeur omvat dat vergrendelingsmechanisme minstens een regelmatige positionering (e.g. onder de vorm van een rij of rooster) van borgingsgaten. Echter, de uitvinding is geenszins daartoe gelimiteerd; bijvoorbeeld zou dat verschuiven kunnen worden geregeld én vergrendeld door middel van een liggende spindel.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvatten de genoemde paalaansluiters elk minstens één, liggend profiel. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, strekken de genoemde profielen zich in hoofdzaak in elkaars verlengde uit. Bij voorkeur zijn de profielen geconfigureerd voor onderling verschuifbare verbinding van de paalaansluiters, bij verdere voorkeur op telescopische wijze. Bij voorkeur hebben de genoemde profielen een vrije lengte” van minimaal 10 cm en maximaal 500 cm, bij verdere voorkeur minimaal 20 cm, minimaal 30 cm, minimaal 40 cm, minimaal 50 cm, bij verdere voorkeur maximaal 400 cm, maximaal 300 cm, bij verdere voorkeur minimaal 60 cm, minimaal 70 cm en bij verdere voorkeur minimaal 80 cm, welke vrije lengte” beschikbaar is voor schuivende samenwerking met verdere, tussenliggende profielen of met elkaar, voor onderling verschuifbare verbinding van de paalaansluiters.
BE2018/5029
Bij voorkeur zijn de genoemde bevestigingspunten geschikt voor een vaste en rigide bevestiging van de poortpalen op deze profielen. Bij voorkeur omvat deze bevestiging een neerwaartse klemming van de poortpalen op de paalaansluiters, ter hoogte van de bevestigingspunten voor de poortpalen. Bij voorkeur zijn de vrije lengtes van minstens één profiel van beide paalaansluiters naar elkaar toe gericht. Als gevolg voorzien de profielen zelf reeds een voldoende verankering in de ondergrond, van de ermee verbonden poortpalen, en des te meer wanneer omgoten met beton. Optioneel fungeert hun schuivende verbinding dan slechts als een instelmechanisme voor de breedte van de poortopening. Echter, bij voorkeur draagt de (onderling verschuifbare) verbinding verder bij tot de verankering van de poortpalen in de ondergrond, en is zij hier zelfs cruciaal voor. Bij voorkeur omvatten voorgenoemde profielen substantieel rechthoekige profielen.
Bij voorkeur biedt de framebasis een bandbreedte voor het instellen van de poortbreedte, welke bandbreedte minimaal 2 cm en maximaal 4,0 m bedraagt, bij verdere voorkeur minimaal 5 cm, bij verdere voorkeur minimaal 10 cm, bij verdere voorkeur minimaal 20 cm, bij verdere voorkeur maximaal 3,5 m, bij verdere voorkeur maximaal 3,0 m, bij verdere voorkeur maximaal 2,5 m, bij verdere voorkeur maximaal 2,0m. Bij voorkeur biedt de framebasis een precisie voor dergelijke verschuivingen, van minimaal 1 mm en maximaal 50 cm, bij verdere voorkeur minimaal 5 mm en maximaal 20 cm. Optioneel is het schuifmechanisme slechts geschikt voor relatief kleine maar zeer precieze aanpassingen aan de poortbreedte, van maximaal enkele centimeters. Optioneel is het schuifmechanisme slechts ontworpen voor een ruwe instelling op één van de twee of meerdere, gestandaardiseerde poortbreedtes. Bij voorkeur is de framebasis echter geschikt voor beide toepassingen.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding kan worden toegepast op eender welke poortbreedte, gaande van tientallen centimeters tot vijftien meter en meer. De uitvinding beperkt zich daarbij geenszins tot welbepaalde waarden of intervallen voor de poortbreedte. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm wordt de uitvinding toegepast op een poort met een breedte van 80 cm. Volgens een andere, mogelijke uitvoeringsvorm wordt de uitvinding toegepast op een poort met een breedte van 15 m. Echter, de uitvinding kan worden toegepast op poorten met eender welke waarde voor de poortbreedte, daartussen gelegen.
BE2018/5029
In elk geval omvat de framebasis volgens onderhavige uitvinding één of meerdere, integrale delen die langs en/of in elkaar kunnen worden verschoven, met als resultaat dat op zijn minst de twee paalaansluiters onderling kunnen worden verschoven, in de liggende richting. Het is daarbij echter niet noodzakelijk zo dat de paalaansluiters zelf, rechtstreeks in en/of langs elkaar schuiven. Optioneel is dit onrechtstreeks, i.e. d.m.v. één of meerdere verdere, tussenliggende onderdelen van de framebasis.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de framebasis een centraal verbindingsstuk, welk verbindingsstuk langs minstens één zijde verbonden is met een paalaansluiter, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is dat verbindingsstuk langs weerszijden verbonden met een paalaansluiter, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting. Bij voorkeur is dat verbindingsstuk minstens even lang als voorgenoemde vrije lengte van de profielen van de paalaansluiters, en bij verdere voorkeur minstens dubbel zo lang. In het laatste geval kunnen de profielen in elkaars verlengde worden voorzien, waarbij hun vrije lengte bij voorkeur volledig in het verbindingsstuk kan worden ingeschoven.
Bij voorkeur is de framebasis in hoofdzaak spiegelsymmetrisch in de liggende richting, ten opzichte van het centrale verbindingsstuk. Dit vereenvoudigt de productieprocessen en logistieke processen, bv. omdat linker en rechter paalaansluiter in hoofdzaak identiek zijn. De schuivende instelling van quasi identieke paalaansluiters langs weerszijden laat bovendien toe om het zwaartepunt van de framebasis steeds ongeveer centraal in te stellen, wat voordelig is bij het hanteren van de framebasis.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat de framebasis middelen voor samenwerking met een hefinrichting. Bij voorkeur zijn deze middelen voorzien aan het centrale verbindingsstuk. Bij voorkeur zijn deze middelen voorzien nabij het zwaartepunt van de framebasis en/of van het poortframe. Bij voorkeur omvatten of definiëren deze middelen één of meerdere lepelopeningen, voor het aangrijpen van een vork-hefinrichting.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de framebasis stapelbaar. Zij omvat daarbij middelen voor verhindering van het onderling verschuiven, in de liggende richting, van op elkaar gestapelde framebases. Bij voorkeur omvatten deze middelen conische middelen, zodat de framebases eenvoudiger kunnen worden gestapeld. In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn deze middelen bovendien geschikt voor samenwerking met een hefinrichting.
BE2018/5029
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de framebasis geconfigureerd voor de ontvangst van losmaakbare hanteringsmiddelen. Optioneel omvat zij daarbij middelen voor het ingrijpen op hanteringsstaven (e.g. door klikken of inschuiven). Bij voorkeur is zij minstens geconfigureerd voor de ontvangst van liggende hanteringsstaven, die zich in het liggende vlak, dwars op de liggende richting van de framebasis uitstrekken. Bij voorkeur is zij daarbij geconfigureerd voor ontvangst van hanteringsstaven, nabij en/of onder de bevestigingspunten van de poortpalen. Hanteringsstaven laten toe om de framebasis - en dus het poortframe in zijn geheel - vast te klemmen. Dit bijvoorbeeld toe om de poort inclusief poortpalen en poortvleugels op voorhand te assembleren en te testen; het poortframe is daarbij vastgeklemd. Volgens een niet-limitatief voorbeeld gaat het poortframe daarbij niet omkantelen als gevolg van het openen en sluiten van een scharnierende poortvleugel, bij wijze van test. In het algemeen laten zij toe om het losse poortframe in evenwicht te houden, bij het assembleren en testen van de poort. Ook kan het poortframe hierdoor eenvoudiger worden gehanteerd (e.g. bij assemblage en/of installatie), omdat het langs de wapeningstaven kan worden aangegrepen; in een mogelijke uitvoeringsvorm wordt de framebasis uitgeschoven door het manueel trekken aan de ontvangen wapeningsstaven.
Optioneel is de framebasis geconfigureerd voor de ontvangst van wapeningsstaven. Optioneel omvatten zij daarbij middelen voor het ingrijpen op wapeningsstaven (e.g. door klikken of inschuiven). Bij voorkeur is zij minstens geconfigureerd voor de ontvangst van liggende wapeningsstaven. Bij verdere voorkeur is zij minstens geconfigureerd voor de ontvangst van liggende wapeningsstaven, die zich in het liggende vlak, dwars op de liggende richting van de framebasis uitstrekken. Bij voorkeur is zij daarbij geconfigureerd voor ontvangst van wapeningstaven, nabij en/of onder de bevestigingspunten van de poortpalen. Wapeningsstaven verhogen de verankering en stabiliteit van het poortframe. Optioneel fungeren bovengenoemde hanteringsmiddelen daarbij als wapeningsstaven. Dit is echter niet noodzakelijk het geval.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat de framebasis een doorgang voor elektrische bekabeling, voor het geleiden en/of afschermen van deze bekabeling. De poort kan ook elektronische middelen omvatten, bijvoorbeeld voor aansturing van de poortvleugels. In een mogelijke uitvoeringsvorm definiëren de poortpalen en de framebasis één inwendige, samenhangende holte, voor doorgang van elektrische bekabeling.
BE2018/5029
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de framebasis staal. Gezien de geïnstalleerde framebasis grotendeels ondergronds zit, beïnvloedt het materiaal ervan nauwelijks het uitzicht van de poort. Bij voorkeur betreft het roestvast staal, of althans staal dat voorzien is van een oppervlakte behandeling (e.g. een verflaag of gegalvaniseerd). Echter, als alternatief kan de framebasis ook aluminium omvatten. In een mogelijke uitvoeringsvorm omvatten ook de poortpalen staal en/of aluminium. In een mogelijke, verdere uitvoeringsvorm omvatten de framebasis en de poortpalen stalen profielen en/of aluminium profielen. Mogelijks zijn de framebasis en of de poortpalen opgebouwd uit verschillende materialen; bv. omvatten zij een geraamte uit aluminium/staal, bekleed met een hout en/of steen.
Het dient echter benadrukt dat de uitvinding in eerste instantie niet tot een welbepaald materiaal is beperkt. In het bijzonder kunnen de poortvleugels, poortpalen en de framebasis zijn opgebouwd uit eender welk materiaal, hiervoor gekend uit de stand der techniek. Bij voorkeur omvat de framebasis daarbij staal.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een in hoofdzaak U-vormig draagframe voor een poort, het draagframe omvattende een liggende framebasis en twee staande poortpalen, welke poortpalen zich vanaf de liggende framebasis in een staande richting uitstrekken, ter ondersteuning van één of meerdere poortvleugels. In het bijzonder omvat de framebasis daarbij middelen voor het schuivend instellen van de afstand tussen de poortpalen. In een uitvoeringsvorm zijn de poortpalen integraal gevormd of althans integraal verbonden met de paalaansluiters van de framebasis, waarbij de afstand tussen de poortpalen kan worden gewijzigd door het in- en uitschuiven van de framebasis. In een andere uitvoeringsvorm is de framebasis in hoofdzaak een framebasis volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de poortpalen op de framebasis zijn bevestigd, ter hoogte van de bevestigingspunten. In verband met de uitschuifbare aard van de framebasis, kunnen de hierboven genoemde voordelen worden hernomen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn de poortpalen en de framebasis integraal met elkaar verbonden, en vormen zij in hoofdzaak één rigide draagframe. In het bijzonder omvat de framebasis daarbij geen middelen voor het schuivend instellen van de afstand tussen de poortpalen, en zijn de poortpalen integraal met de framebasis verbonden. Zodoende bezit het draagframe een hogere stevigheid, en kunnen de poortpalen dus steviger worden verankerd in de ondergrond.
BE2018/5029
In een derde aspect betreft de uitvinding een kit voor het vormen van een in hoofdzaak U-vormig draagframe voor een poort, de kit omvattende een framebasis, twee of meerdere poortpalen en verder nog één of meerdere poortvleugels. In het bijzonder betreft de framebasis daarbij een framebasis volgens het eerste aspect van de uitvinding, zoals hierboven beschreven. In dit verband kunnen de hierboven genoemde voordelen worden herhaald. In een mogelijke uitvoeringsvorm betreft het een modulaire kit, waarbij poorten van gelijkaardige breedte worden samengesteld uit in hoofdzaak gelijksoortige framebases, en/of waarbij poorten van gelijkaardige hoogte worden samengesteld uit in hoofdzaak gelijksoortige poortpalen. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de kit nog één of meerdere wapeningsstaven en/of hanteringsstaven zoals hierboven beschreven. Bij voorkeur leidt het samenstellen van de kit tot een poort volgens het tweede aspect van de uitvinding.
In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen van een poort, de werkwijze omvattende de stappen van:
- het voorzien van een ingeschoven framebasis, twee of meerdere poortpalen en één of meerdere poortvleugels, nabij een vooropgestelde locatie voor de poort,
- het bevestigen van de poortpalen op de framebasis, ter vorming van een in hoofdzaak U-vormig draagframe,
- het uitschuiven van de framebasis, waarbij de uitgeschoven framebasis overeenstemt met een vooropgestelde afstand tussen de poortpalen,
- het voorzien van een sleuf in het grondoppervlak, op de genoemde locatie,
- het neerlaten van de framebasis in de sleuf,
- het vullen van de sleuf met vulmiddelen, en
- het voorzien van de poortvleugels aan de poortpalen.
De genoemde vulmiddelen kunnen zand, aarde, grind, betonmortel en dergelijke omvatten. Optioneel worden de poortvleugels reeds aangesloten, voorafgaand aan het neerlaten van het draagframe in de sleuf. I.h.b. hoeft er optioneel ook niet te worden gewacht totdat de betonmortel afdoende zou zijn uitgehard. Dit is mogelijk omdat de poortpalen reeds in rigide verbinding staan. Bij voorkeur betreft de framebasis een framebasis volgens het eerste aspect van de uitvinding, met de hierboven genoemde voordelen.
In een vijfde aspect heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een poort, de werkwijze omvattende de stappen van:
BE2018/5029
- het vervaardigen van een framebasis volgens het eerste aspect van de uitvinding, en
- het positioneel instellen van de paalaansluiters, op onderling verschuivende wijze in de liggende richting, in overeenstemming met een vooropgestelde afstand tussen de poortpalen.
Dat positioneel instellen kan zowel op locatie plaatsgrijpen, bij het plaatsen van de poort, als voorafgaand aan het plaatsten van de poort (e.g. in de productiefaciliteiten). In een verder aspect heeft de uitvinding nog betrekking op een kit voor het plaatsen van poorten, de kit omvattende een veelheid aan poortvleugels, en verder nog een veelheid aan in hoofdzaak U-vormige draagframes voor poorten, waarbij elk draagframe een framebasis en twee poortpalen omvat, welke poortpalen vast met de framebasis zijn verbonden, en waarbij de poortvleugels en draagframes in drie of meerdere, onderling opeenvolgende types van poortvleugels respectievelijk draagframes zijn onderverdeeld, op zodanige wijze dat poortvleugels en draagframes van hetzelfde type geconfigureerd zijn voor het plaatsen van poorten met onderling dezelfde poortbreedte, en dat poortvleugels en draagframes van onderling verschillende types geconfigureerd zijn voor het plaatsen van poorten met onderling verschillende poortbreedtes. In het bijzonder is de poortbreedte van een gegeven type daarbij een vaste afstand kleiner is dan de poortbreedte van het volgend type, en/of een vaste afstand groter dan de poortbreedte van het voorgaand type, welke afstand minimaal 2 cm en maximaal 200 cm bedraagt.
In een verder aspect heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van een poort, aan de hand van de zopas beschreven kit, de werkwijze omvattende stappen van:
- het bepalen, op een locatie voor de poort, van een gewenste poortbreedte,
- het selecteren van een type draagframe en een type poortvleugel, overeenkomstig de gewenste poortbreedte,
- het voorzien van een draagframe en een poortvleugel van de selecteerde types, en
- het vormen van een sleuf, het neerlaten van de framebasis in de sleuf, en het vullen van de sleuf met vulmiddelen.
Voordelen van laatstgenoemde kit en werkwijze is dat zij gebruik maken van een integraal verbonden of gevormd, in hoofdzaak U-vormig draagframe voor poorten. Een dergelijk draagframe laat een nog stevigere verankering van de poortpalen in de grond toe, dan reeds het geval was voor de draagframes met uitschuifbare framebases.
BE2018/5029
Daarenboven kunnen de poortvleugels en draagframes eenvoudig worden aangepast aan de gewenste poortbreedte, door het voorzien van verschillende types of klassen, met opeenvolgende poortbreedtes die met regelmatige intervallen toenemen. Volgens een niet-limitatieve uitvoeringsvorm voorziet de kit in twaalf opeenvolgende types, geschikt voor het plaatsen van poorten met een respectievelijke poortbreedte van ongeveer 80 cm, 100 cm, 120 cm, 140 cm, 160 cm, 180 cm, 200 cm, 220 cm, 240 cm, 260 cm, 280 cm en 300 cm.
In wat volgt wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
Figuur 1 geeft een schematische doorsnede van een poort 1 volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding. Het betreft een scharnierende poort 1 met slechts één poortvleugel 2. Uiteraard beperkt de uitvinding zich geenszins tot scharnierende poorten 1; mutatismutandis kan zij worden toegepast op poorten 1 die zich volgens eender welk mechanismeopenen/sluiten (e.g. scharnierende, pivoterende en schuivende poorten 1), met één dan wel met meerdere poortvleugels 2. Nu omvat de poort 1 een linkerpoortpaal 3 en een rechterpoortpaal 3, welke poortpalen 3 zich in hoofdzaak loodrecht opwaarts vanuit het grondoppervlak 4 uitstrekken, volgens de staande richting 13. Daarbij sluit voorgenoemde poortvleugel 2 via scharnieren 5 aan op de linkerpoortpaal 3, terwijl zij door middel van een sluitmechanisme 6 tegen de rechterpoortpaal 3 is gesloten.
In de ondergrond 7 sluiten deze poortpalen 3 aan op een framebasis 8, welke framebasis 8 daarbij een ondergrondse, liggende verbinding tussen en onder de poortpalen 3 vormt. Bijvoorbeeld zijn de poortpalen 3 rechtstreeks op de framebasis 8 gelast, ter hoogte van bevestigingspunten 10. In elk geval spannen de poortpalen 3 samen met de framebasis 8 een draagframe 9 voor de poort 1 op. De framebasis 8 omvat daarbij een linkse en een rechtse paalaansluiter 11. Deze paalaansluiters 11 zijn rechtstreeks met elkaar verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting 12. Daartoe omvatten de genoemde paalaansluiters 11 elk een hol profiel 14; deze profielen 14 kunnen daarbij op telescopische wijze in elkaar worden geschoven, volgens de liggende richting 12. Verder zijn de genoemde profielen 14 van een reeks borgingsgaten 15 voorzien, op zodanige wijze dat hun onderling verschuiven door middelvan een borgingspin 16 kan worden vergrendeld, overeenkomstig een gewenste afstand tussen de poortpalen 3 (bv. overeenkomstig een gewenste breedte voor de
BE2018/5029 poortopening). Typisch wordt deze afstand vooraf ingesteld, waarna het draagframe 9, inclusief de framebasis 8 wordt neergelaten in een daartoe voorziene sleuf in de ondergrond 7. Tot slot wordt deze sleuf gevuld met vulmiddelen 17, bijvoorbeeld met betonmortel.
Zoals getoond op de figuur, vormt het draagframe 9 in deze uitvoeringsvorm één samenhangende holte, van bovenaan de linkerpoortpaal 3 tot bovenaan de rechterpoortpaal 3, langs de borgingspin 16. Dit kan voordelig zijn bij de aanleg van elektrische bekabeling, en elektronische middelen voor een eventuele automatische poortaansturing, voor intercomsystemen, voor camerabewaking en dergelijke.
Figuur 2 toont een gedeeltelijke explosietekening van een draagframe 9 volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding. Het draagframe 9 omvat twee poortpalen 3, zijnde kokers van rechthoekige doorsnede, zich volgens de staande richting 13 uitstrekkend. Onderaan sluiten deze poortpalen 3 elk zijdelings aan op een overeenkomstige paalaansluiter 11; bijvoorbeeld zijn zij aan de uiteinden van de paalaansluiters gelast. Beide paalaansluiters 11 bestaan in hoofdzaak uit een rechthoekig kokerprofiel 14. Het profiel 14 van de linkse paalaansluiter 11 kan daarbij op passende en telescopische wijze, rechtstreeks in het profiel 14 van de rechtse paalaansluiter 11 worden geschoven. Zodoende vormen zij samen een liggende framebasis 8die zich onder en tussen de staande poortpalen 3 uitstrekt.
Eens hun gewenste, onderlinge verschuivingsafstand is ingesteld, kan dat onderling verschuiven van de kokerprofielen 14 worden vergrendeld. Daarbij worden twee draadbouten 18 doorheen de wand van het rechtse kokerprofiel 14, en tegen de wand van het linkse kokerprofiel 14 gespannen. Twee overeenkomstige moeren 19 zijn daartoe gelast over twee bijhorende borgingsgaten 15, die zich doorheen de wand van het rechtse kokerprofiel 14 uitstrekken. Een dergelijk vergrendelingsmechanisme laat een continue (of traploze) instelling en vergrendeling van de afstand tussen de poortpalen 3 toe.
Figuren 3A en 3B illustreren, d.m.v. gedeeltelijke explosietekeningen, de aansluiting van een poortpaal 3 op een op een paalaansluiter 11, volgens mogelijke uitvoeringsvormen van onderhavige uitvinding. De paalaansluiter 11kan dan, middels het kokerprofiel 14, verder met een gelijksoortige paalaansluiter 11 worden verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting. Bijvoorbeeld geschiedt dit op gelijkaardige wijze als in voorgaande figuur 2.
BE2018/5029
In de uitvoeringsvorm van figuur 3A omvat de paalaansluiter11twee opwaarts gerichte draadbeugels 20, die integraal met het kokerprofiel 14zijn verbonden. De poortpaal 3, anderzijds, is langs de onderzijde ervan integraal verbonden met een bevestigingsplaat 21. Deze laatste is van vier bevestigingsgaten 22 voorzien, geschikt voor ontvangst van de draadeinden van de draadbeugels 20. Onderliggende en bovenliggende moeren 23, laten een nauwkeurige afstelling van de diepte en helling van de poortpaal 3 toe. In het bijzonder laat dit bevestigingsmechanisme toe om de poortpaal 3 perfect waterpas te installeren stellen. Bijvoorbeeld worden de diepte en de helling van de poortpalen 3 een minimum gecorrigeerd, nadat de framebasis 8 in de sleuf is neergelatenen voorafgaand aan het volstorten van die sleuf met betonmortel.
In de uitvoeringsvorm van figuur 3B is de poortpaal 3 weerom integraal verbonden met een bevestigingsplaat 21, die van vier bevestigingsgaten 22 voorzien. Echter, bovendien steekt een deel van de poortpaal 3 onderaan uit, daarbij een neerwaartse connector 23 vormend. De paalaansluiter 11, anderzijds, omvat een bevestigingsblok 24 dat een overeenkomstige ontvanger 25 definieert, voor neerwaarts schuivende ontvangst van de genoemde connector 23. Verder omvat dat bevestigingsblok 24 vier bevestigingsgaten 22 met inwendige schroefdraad. Deze situeren zich ter hoogte van de bevestigingsgaten 22 in de bevestigingsplaat 21, zodat de poortpaal 3 door middel door middel van vier draadbouten 18op het bevestigingsblok 24 kan worden geklemd.
Figuur 4 geeft een perspectivistisch aanzicht van een framebasis 8 volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding. De framebasis 8 omvat daarbij een linker paalaansluiter 11, een centraal verbindingsstuk 26 en een rechter paalaansluiter 11. Alle zijn in hoofdzaak gevormd als een liggend, U-vormig profiel 14 met opwaarts gerichte benen (langs dewelke bovenaan een flens 27 is voorzien). De profielen 14van de linkse en rechtse paalaansluiters 11 zijn daarbij iets groter dan het profiel 14van het centrale verbindingsstuk 26, zodat deze passend langs de onderzijde over dat laatste profiel 14 kunnen worden gebracht, aan weerzijden van het verbindingsstuk 26.
In deze configuratiekunnen de paalaansluiters 11 in de liggende richting 12 langs het centrale verbindingsstuk 26 worden geschoven. Voor vergrendeling van dit verschuiven is er een veelheid aan overeenkomstige borgingsgaten 15 voorzien, in zowel de paalaansluiters 11 als in het verbindingsstuk 26 zelf.Wat betreft de paalaansluiters 11 zijn deze borgingsgaten 15 telkens (i.e. in elk been van de twee U-profielen 14)
BE2018/5029 geordend volgens twee groepen; enerzijds omvatten deze een distale groep borgingsgaten 15', voor het vormen van relatief brede poortopeningen, hetgeen een relatief ver uitschuiven van de paalaansluiters 11 vereist, en anderzijds een proximale groep borgingsgaten 15”, voor het vormen van relatief smalle poortopeningen. Het verbindingsstuk 26 zelf voorziet aan weerszijden van elk beide U-benen slechts één groep borgingsgaten 15, welke volgens een langgerekt rechthoekig rooster zijn geordend. De borging zelf kan bijvoorbeeld worden verkregen door draadbouten 18met moeren 19 (niet getoond, max. 12 per paalaansluiter 11), doorheen de uitgelijnde borgingsgaten 15 in de paalaansluiters 11 en het verbindingsstuk 26te spannen. Een dergelijk vergrendelingsmechanisme voorziet een aanzienlijk instelbereik wat betreft de breedte van de poortopening, met slechts een minimum aan borgingsgaten 15. De productiekosten (o.a. het vormen van die borgingsgaten 15) worden dus beperkt gehouden.
Verder voorziet het centrale verbindingsstuk 26 nog twee lepelopeningen 28, voor samenwerking met de lepels van een vork-hefinrichting (niet getoond). De getoonde framebasis 8 is in hoofdzaak spiegelsymmetrisch in de liggende richting 12, ten opzichte van het verbindingsstuk 26. Op voorwaarde dat de paalaansluiters 11 symmetrisch zijn afgesteld/vergrendeld, kan de framebasis 8 (of het draagraam 9 ermee gevormd) dus centraal worden aangegrepen aan de lepelopeningen 28, zonder gevaar dat het vanzelf zou gaan hellen in één of andere richting; het zwaartepunt van de framebasis 8is tussen de lepelopeningen 28 in gelegen.
Elke paalaansluiter 11 omvat nu verder, langs zijn proximaal uiteinde, een bevestigingspunt 10 omvattende een bevestigingsplaat 21. De bevestigingsplaat 21 definieert daarbij een rechthoekige ontvanger 25 voor ontvangst van een rechthoekige paalconnector 23, vier bevestigingsgaten 22' voor bevestiging van een poortpaal 3, en verder nog vier bevestigingsgaten 22” voor bevestiging van een eventuele poortaansturing.
Figuren 5A en 5B tonen een perspectivistisch aanzicht van een framebasis 8 volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding, in uitgeschoven (Fig. 5A) respectievelijk ingeschoven (Fig. 5B) toestand. De framebasis 8 omvat daarbij twee paalaansluiters 11, die langs weerszijden van een centraal verbindingsstuk 26 zijn voorzien. Beide paalaansluiters 11 omvatten een bevestigingspunt 10 voor een poortpaal 3, inclusief een bevestigingsplaat 21 met bevestigingsgaten 22 voor poortpaal 3 en poortaansturing. In het bijzonder is de bevestigingsplaat nog voorzien
BE2018/5029 van een doorgang 30voor elektrische/elektronische bekabeling (bv. vanuit de poortpaal 3).
Nu voorziet het verbindingsstuk 26twee dwarsverbonden 29,holle kokerprofielen 14, volgens de liggende richting 12 georiënteerd. De paalaansluiters 11, anderzijds, voorzien eveneens twee holle (in hoofdzaak koker- of U-vormige) profielen 14, welke schuivend in voorgenoemde kokerprofielen 14 van het verbindingsstuk 26 kunnen worden aangebracht. Beide profielen 14 van beide paalaansluiters 11definiëren daarbij elk twee rijen borgingsgaten 15, telkens voor samenwerking met een eerste 15' dan wel tweede 15” groep borgingsgaten, aan de uiteinden van de kokerprofielen 14 van het verbindingsstuk 26. Elk van deze laatste groepen borgingsgaten omvat vier borgingsgaten 15, gelegen op de hoekpunten van een liggend parallellogram - dit is vooral goed te zien in figuur 5C; zij zijn daarbij met voorgenoemde rijen uitgelijnd. Bovendien is de liggende afstand tussen minstens twee borgingsgaten 15van een groep 15',15” slechts half zo groot als deze tussen twee opeenvolgende borgingsgaten 15 van voorgenoemde rijen. Dit verdubbelt de nauwkeurigheid waarmee de afstandtussen de bevestigingspunten/poortpalen 10/3 kan worden afgesteld, met slechts een beperkte productiekost.
De framebasis 8 omvat nu nog twee gaten voor de ontvangst van hanteringsstaven 30. Deze hanteringsstaven 30 zijn liggend voorzien nabij en onder de bevestigingspunten
10, dwars op de liggende richting van de framebasis 8, en doorheen de paalaansluiters
11.
In figuur 5B wordt nog diezelfde framebasis 8 getoond, in volledig ingeschoven toestand. Dit laat eenvoudig en compact transporten opslagvan dergelijke framebases 8 toe.
Tot slot toont figuur 5Cnog tien framebases 8volgens hun uitvoeringsvorm van figuren 5A en 5B, in ingeschoven toestand en bovenop elkaar gestapeld. Zoals ook te zien valt in voorgaande figuren 5B-C, steken de lepelopeningen 28 van de framebases 8 in opwaartse richting uit, weliswaar binnen de profielen 14 van het centrale verbindingsstuk 26. Op elkaar gestapelde framebases 8 kunnen als gevolg hiervan minder eenvoudig onderling verschuiven. Bovendien zijn de lepelopeningen 28 in hoofdzaak conisch van vorm; een lepelopening 28 van een gestapelde framebasis 8 is daarbij op conische wijzeover een lepelopening 28 van de onderliggende framebasis 8 gevat. Dit laat compact en stabiel transport toe. Dat de lepelopeningen 28 opwaarts
BE2018/5029 uitsteken laat ook het eenvoudig aangrijpen van de bovenste framebasis 8 toe, bijvoorbeeld d.m.v. een vork-hefinrichting.
Voorbeeld: werkwijze voor het vervaardigen van een poort
In een mogelijke uitvoeringsvorm wordt de poort volledig geassembleerd, voorafgaand aan de plaatsing ervan. Daarbij worden de poortbasis (e.g. qua uitzicht, stevigheid en instellingsbereik) en de poortpalen (e.g. qua uitzicht, stevigheid en hoogte) geselecteerd, al naargelang het ontwerp voor de poort, en gecombineerd tot een poortframe. Eén of meerdere poortvleugels worden reeds aan de staande poortpalen voorzien. Hanteringsstaven verhinderen daarbij het kantelen van de (minstens gedeeltelijk) geassembleerde poort, bijvoorbeeld bij het assembleren en/of testen ervan. Ook worden een eventuele poortsturing en elektrische/elektronische bekabeling reeds aan de poort voorzien, zodat de poort in feite in zijn geheel is geprefabriceerd. Gezien de complexiteit van deze handelingen, is het voordelig dat de assemblage in een gecontroleerde omgeving kan worden uitgevoerd. Optioneel wordt ook reeds de afstand tussen de poortpalen/bevestigingspunten afgesteld. In de plaats daarvan of daarenboven volgt een dergelijke, positionele instelling van de paalaansluiters op locatie, bij het daadwerkelijk plaatsen van de poort in een daartoe voorziene sleuf.
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden en figuren kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.
De genummerde elementen op de figuren zijn:
1. Poort
2. Poortvleugel
3. Poortpaal
4. Grondoppervlak
5. Scharnier
6. Sluitmechanisme
7. Ondergrond
8. Framebasis
9. Draagframe
10. Bevestigingspunt
11. Paalaansluiter
12. Liggende richting
BE2018/5029
13.Staande richting
14.Profiel
15.Borgingsgat
16.Borgingspin
17.Vulmiddelen
18.Draadbout
19.Moer
20.Draadbeugel
21.Bevestigingsplaat
22.Bevestigingsgat
23.Connector
24.Bevestigingsblok
25.Ontvanger
26.Verbindingsstuk
27.Flens
28.Lepelopening
29.Dwarsverbinding
30.Doorgang voor bekabeling
31.Hanteringsstaaf

Claims (20)

  1. CONCLUSIES
    1. Een framebasis 8 voor het vormen van een in hoofdzaak U-vormig draagframe
    9 van een poort 1, welke poort 1 twee staande poortpalen 3 omvat, en waarbij de framebasis 8 een liggende verbinding onder en tussen de staande poortpalen
    3 bewerkstelligt, de framebasis 8 omvattende een eerste en een tweede paalaansluiter 11, elk omvattende een bevestigingspunt 10 voor bevestiging van de poortpalen 3, met het kenmerk, dat de genoemde paalaansluiters 11 met elkaar zijn verbonden, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting
    12.
  2. 2. De framebasis 8 volgens voorgaande conclusie 1, met het kenmerk, dat zij telescopische middelen 14 omvat.
  3. 3. De framebasis 8 volgens één der voorgaande conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat zij een vergrendelingsmechanisme 15,16 omvat.
  4. 4. De framebasis 8 volgens voorgaande conclusie 3, waarbij het vergrendelmechanisme 15, 16 een regelmatige positionering van borgingsgaten 15 omvat.
  5. 5. De framebasis 8 volgens voorgaande conclusie 4, waarbij de borgingsgaten 15 volgens twee groepen 15', 15” zijn gegroepeerd.
  6. 6. De framebasis 8 volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat de genoemde paalaansluiters 11 elk minstens één, liggend profiel 14 omvatten.
  7. 7. De framebasis 8 volgens voorgaande conclusie 6, met het kenmerk, dat de genoemde profielen 14 zich in hoofdzaak in elkaars verlengde uitstrekken.
  8. 8. De framebasis 8 volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat zij een centraal verbindingsstuk 26 omvat, welk verbindingsstuk 26 langs minstens één zijde verbonden is met een paalaansluiter 11, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting 12.
  9. 9. De framebasis 8 volgens voorgaande conclusie 8, met het kenmerk, dat het verbindingsstuk 26 langs weerszijden verbonden is met een paalaansluiter 11, op onderling verschuifbare wijze in de liggende richting 12.
  10. 10. De framebasis 8 volgens één der voorgaande conclusies 8 en 9, met het kenmerk, dat het verbindingsstuk 26 is voorzien van lepelopeningen 28, voor samenwerking met een hefinrichting.
  11. 11. De framebasis 8 volgens voorgaande conclusie 10, met het kenmerk, dat zij 8 stapelbaar is, waarbij de genoemde lepelopeningen 28 het onderling verschuiven verhinderen, in de liggende richting 12, van op elkaar gestapelde framebases 8.
    BE2018/5029
  12. 12. De framebasis 8 volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zij 8 geconfigureerd is voor de ontvangst van losmaakbare hanteringsmiddelen 31.
  13. 13. De framebasis 8 volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zij 8 een doorgang 30 voor elektrische bekabeling omvat.
  14. 14. De framebasis 8 volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zij 8 staal omvat.
  15. 15. Een in hoofdzaak U-vormig draagframe 9 voor een poort 1, het draagframe 9 omvattende een liggende framebasis 8 en twee staande poortpalen 3, welke poortpalen 3 zich vanaf de liggende framebasis 8 in een staande richting 13 uitstrekken, ter ondersteuning van één of meerdere poortvleugels 2, met het kenmerk, dat de framebasis 8 daarbij geconfigureerd is voor het schuivend instellen van de afstand tussen de poortpalen 3.
  16. 16. Een kit voor het vormen van een in hoofdzaak U-vormig draagframe 9 voor een poort 1, de kit omvattende een framebasis 8, twee of meerdere poortpalen 3 en verder nog één of meerdere poortvleugels 2, met het kenmerk, dat de genoemde framebasis 8 een framebasis 8 volgens één der conclusies 1 tot en met 14 betreft.
  17. 17. Een werkwijze voor het plaatsen van een poort 1, de werkwijze omvattende de stappen van:
    - het voorzien van een ingeschoven framebasis 8, twee of meerdere poortpalen 3 en één of meerdere poortvleugels 2, nabij een vooropgestelde locatie voor de poort 1,
    - het bevestigen van de poortpalen 3 op de framebasis 8, ter vorming van een in hoofdzaak U-vormig draagframe 9,
    - het uitschuiven van de framebasis 8, waarbij de uitgeschoven framebasis 8 overeenstemt met een vooropgestelde afstand tussen de poortpalen 3,
    - het voorzien van een sleuf in het grondoppervlak 4, op de genoemde locatie,
    - het neerlaten van de framebasis 8 in de sleuf,
    - het vullen van de sleuf met vulmiddelen 17, en
    - het voorzien van de poortvleugels 2 aan de poortpalen 3.
  18. 18. Een werkwijze voor het vervaardigen van een poort 1, de werkwijze omvattende de stappen van:
    - het vervaardigen van een framebasis 8 volgens één der conclusies 1 tot en met 14, en
    BE2018/5029
    - het positioneel instellen van de paalaansluiters 11, op onderling verschuivende wijze in de liggende richting 12, in overeenstemming met een vooropgestelde afstand tussen de poortpalen.
  19. 19. Een kit voor het plaatsen van poorten 1, de kit omvattende een veelheid aan poortvleugels 2, en verder nog een veelheid aan in hoofdzaak U-vormige draagframes 9 voor poorten 1, waarbij elk draagframe 9 een framebasis 8 en twee poortpalen 3 omvat, welke poortpalen 3 vast met de framebasis 8 zijn verbonden, en waarbij de poortvleugels 2 en draagframes 9 in drie of meerdere, onderling opeenvolgende types van poortvleugels 2 respectievelijk draagframes 9 zijn onderverdeeld, op zodanige wijze dat poortvleugels 2 en draagframes 9 van hetzelfde type geconfigureerd zijn voor het plaatsen van poorten 1 met onderling dezelfde poortbreedte, en dat poortvleugels 2 en draagframes 9 van onderling verschillende types geconfigureerd zijn voor het plaatsen van poorten 1 met onderling verschillende poortbreedtes, met het kenmerk, dat de poortbreedte van een gegeven type een vaste afstand kleiner is dan de poortbreedte van het volgend type, en/of een vaste afstand groter is dan de poortbreedte van het voorgaand type, welke afstand minimaal 2 cm en maximaal 200 cm bedraagt.
  20. 20. Een werkwijze voor het plaatsen van een poort 1, aan de hand van de kit volgens voorgaande conclusie 19, de werkwijze omvattende stappen van:
    - het bepalen, op een locatie voor de poort 1, van een gewenste poortbreedte,
    - het selecteren van een type draagframe 9 en een type poortvleugel 2, overeenkomstig de gewenste poortbreedte,
    - het voorzien van een draagframe 9 en een poortvleugel 2 van de selecteerde types, en
    - het vormen van een sleuf, het neerlaten van de framebasis 8 in de sleuf, en het vullen van de sleuf met vulmiddelen 17.
BE2018/5029A 2018-01-18 2018-01-18 Geprefabriceerd draagframe voor poorten BE1025945B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5029A BE1025945B1 (nl) 2018-01-18 2018-01-18 Geprefabriceerd draagframe voor poorten

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5029A BE1025945B1 (nl) 2018-01-18 2018-01-18 Geprefabriceerd draagframe voor poorten

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025945A1 BE1025945A1 (nl) 2019-08-14
BE1025945B1 true BE1025945B1 (nl) 2019-08-21

Family

ID=61156929

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5029A BE1025945B1 (nl) 2018-01-18 2018-01-18 Geprefabriceerd draagframe voor poorten

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1025945B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2169174A2 (en) * 2008-09-26 2010-03-31 Angelo Vidotto Gate that lifts while rotating and compacts laterally and its procedure of construction, transport and installation
EP2211013A2 (en) * 2009-01-23 2010-07-28 F.LLI MANNORI s.n.c. di MANNORI SIMONE E MARCO Gate of an improved type
WO2015114235A1 (fr) * 2014-01-31 2015-08-06 Europorte Gabarit pour la pose d'un portail, portique ou similaire

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2169174A2 (en) * 2008-09-26 2010-03-31 Angelo Vidotto Gate that lifts while rotating and compacts laterally and its procedure of construction, transport and installation
EP2211013A2 (en) * 2009-01-23 2010-07-28 F.LLI MANNORI s.n.c. di MANNORI SIMONE E MARCO Gate of an improved type
WO2015114235A1 (fr) * 2014-01-31 2015-08-06 Europorte Gabarit pour la pose d'un portail, portique ou similaire

Also Published As

Publication number Publication date
BE1025945A1 (nl) 2019-08-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7204471B2 (en) Method and arrangement for forming construction panels and structures
FI103065B (fi) Maston jalusta, erityisesti tilapäisesti pystytettävää mastoa varten
BE1025945B1 (nl) Geprefabriceerd draagframe voor poorten
CN109252511A (zh) 一种钢筋笼安装及混凝土浇筑平台
FI87679B (fi) Staellningsgolbottendel
AU2019101431A4 (en) A support assembly
EP1312732A2 (en) Modular fence
US20090151297A1 (en) Method for attaching a cabinet to a ground surface
SE426610B (sv) Rormast
NL2014368B1 (nl) Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting.
DE102014010286B4 (de) Vorrichtung zum lagegerechten Anordnen von Verankerungen für Bauelemente
EP2211013A2 (en) Gate of an improved type
DE202004001781U1 (de) Balkon- oder Zaunbausystem
US20200332529A1 (en) Kitchen Kit
NL2003309C2 (nl) Stelinrichting en werkwijze voor het verticaal stellen van een langwerpig profiel.
NL194648C (nl) Werkwijze voor het plaatsen van een paal- of muurelement voor een erfafscheiding, alsmede voetstuk, kolom of wand.
AU754164B2 (en) Method and arrangement for forming construction panels and structures
KR200253633Y1 (ko) 건축물의 벽거푸집 수평받침구 설치를 위한 수평줄 조정장치
NL1025294C1 (nl) Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen.
AT264112B (de) Metallisches Schutzgitter für Grundstückseinfriedungen, Balkone, Brücken od.dgl.
BE1015483A6 (nl) Inrichting voor het positioneren van een geleidingspaal.
CZ34852U1 (cs) Mobilní plotový sloupek
BE1017720A3 (nl) Inrichting voor het ondersteunen van een metselprofiel.
EP2372045A2 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Erstellen einer Wand mit abgeschrägter Oberkante
BE1020723A3 (nl) Profielsteun.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190821