BE1025756B1 - Flexibele en thermische isolerende mantel - Google Patents

Flexibele en thermische isolerende mantel Download PDF

Info

Publication number
BE1025756B1
BE1025756B1 BE2017/5903A BE201705903A BE1025756B1 BE 1025756 B1 BE1025756 B1 BE 1025756B1 BE 2017/5903 A BE2017/5903 A BE 2017/5903A BE 201705903 A BE201705903 A BE 201705903A BE 1025756 B1 BE1025756 B1 BE 1025756B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
flexible
strips
thermal insulating
particles
insulating sheath
Prior art date
Application number
BE2017/5903A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025756A1 (nl
Inventor
Kris Dullaert
Original Assignee
Microtherm Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Microtherm Nv filed Critical Microtherm Nv
Priority to BE2017/5903A priority Critical patent/BE1025756B1/nl
Priority to EP18811653.7A priority patent/EP3710737B1/en
Priority to PCT/IB2018/058892 priority patent/WO2019092673A1/en
Publication of BE1025756A1 publication Critical patent/BE1025756A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025756B1 publication Critical patent/BE1025756B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L59/00Thermal insulation in general
    • F16L59/02Shape or form of insulating materials, with or without coverings integral with the insulating materials
    • F16L59/026Mattresses, mats, blankets or the like
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B30/00Compositions for artificial stone, not containing binders
    • C04B30/02Compositions for artificial stone, not containing binders containing fibrous materials
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L59/00Thermal insulation in general
    • F16L59/02Shape or form of insulating materials, with or without coverings integral with the insulating materials
    • F16L59/028Composition or method of fixing a thermally insulating material
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L59/00Thermal insulation in general
    • F16L59/14Arrangements for the insulation of pipes or pipe systems
    • F16L59/16Arrangements specially adapted to local requirements at flanges, junctions, valves or the like
    • F16L59/22Arrangements specially adapted to local requirements at flanges, junctions, valves or the like adapted for bends
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B2111/00Mortars, concrete or artificial stone or mixtures to prepare them, characterised by specific function, property or use
    • C04B2111/20Resistance against chemical, physical or biological attack
    • C04B2111/28Fire resistance, i.e. materials resistant to accidental fires or high temperatures
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W30/00Technologies for solid waste management
    • Y02W30/50Reuse, recycling or recovery technologies
    • Y02W30/91Use of waste materials as fillers for mortars or concrete

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Thermal Insulation (AREA)

Abstract

Een flexibele en thermische isolerende mantel omvat een flexibele drager waaraan meerdere thermisch isolerende stroken zijn aangehecht. Elk van de stroken, die een mengsel omvattende thermisch isolerend partikels omvatten, heeft • twee hoofdvlakken die de vorm van een rechthoek, driehoek of trapezium hebben, • twee eindvlakken en • twee zijoppervlakken. De doorsnede van de elk van de stroken volgens een vlak loodrecht op hun hoofdvlakken en loodrecht op de langsrichting heeft een geometrische vorm gekozen uit de groep van rechthoeken, trapeziums en trapeziums met de afgeknot hoeken tussen de schuine zijden en de langste zijde, waarbij de naast elkaar gelegen zijde van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken substantieel parallel zijn en ter hoogte van de aanhechting aan de flexibele drager van elkaar gescheiden zijn, en waarbij de thermisch isolerende partikels aerogel partikels, pyrogene metaal oxide partikels of een combinatie van beide zijn.

Description

FLEXIBELE EN THERMISCHE ISOLERENDE MANTEL
Technisch gebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op flexibele en thermische isolerende mantels, in het bijzonder mantels die een mengsel omvattende thermisch isolerend partikels omvatten. De uitvinding heeft ook betrekking op methoden voor het thermisch isoleren van gebogen, bijvoorbeeld cilindrische of conische voorwerpen met dergelijke mantels.
Stand van de techniek
Flexibele en thermische isolerende mantels voor het thermisch isoleren van cilindrische of conische voorwerpen zijn gekend. Een voorbeeld van dergelijke mantel is het product MICROTHERM® SLATTED - 1000R van Microtherm NV (Sint Niklaas, België).
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doelstelling van de uitvinding om in flexibele en thermische isolerende mantels te voorzien, dewelke eenvoudig te vervaardigen zijn in verschillende dimensies, geschikt voor het thermisch isoleren van cilindrische of conische voorwerpen met verschillende diameters.
Eén of meerdere van de bovengenoemde doelen en/of voordelen wordt bereikt door flexibele en thermische isolerende mantels volgens de onderhavige uitvinding.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt in een flexibele en thermische isolerende mantel voorzien, welke mantel geschikt voor het bekleden van het binnen- en/of buitenoppervlak van gebogen voorwerp. De mantel omvat een flexibele drager waaraan meerdere thermisch isolerende stroken zijn
BE2017/5903
2017/5903 aangehecht. Elk van de stroken, dewelke elke strook een mengsel omvattende thermisch isolerend partikels omvatten, heeft • twee hoofdvlakken die de vorm van een rechthoek, driehoek of trapezium hebben, • twee eindvlakken en • twee zijoppervlakken, die de twee hoofdvlakken in langstichting met elkaar verbinden.
De doorsnede van de elk van de stroken volgens een vlak loodrecht op hun hoofdvlakken en loodrecht op de langsrichting een geometrische vorm is gekozen uit de groep van rechthoeken, trapeziums en trapeziums met de afgeknot hoeken tussen de schuine zijden en de langste zijde en waarbij de hoeken van deze geometrische vormen afgerond kunnen zijn. De naast elkaar gelegen zijde van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken zijn substantieel parallel en ter hoogte van de aanhechting aan de flexibele drager van elkaar gescheiden. De thermisch isolerende partikels zijn aerogel partikels, pyrogene metaal oxide partikels of een combinatie van beide.
De flexibele en thermische isolerende mantels kunnen in het bijzonder geschikt zijn voor het bekleden van een cilindrisch of conisch binnen- en/of buitenoppervlak van voorwerp.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de doorsnede van elk van de stroken volgens een vlak loodrecht op hun hoofdvlakken en loodrecht op de langsrichting een geometrische vorm zijn gekozen uit de groep van rechthoeken, symmetrisch trapeziums en symmetrisch trapeziums met de afgeknot hoeken tussen de schuine zijden en de langste zijde welke vorm symmetrisch is ten opzichte van een langsrichting. De hoeken kunnen telkens afgerond zijn. De straal van de afronding kan variëren van 0 mm (geen afronding) tot de helft van de gemiddelde dikte van de strook. De sector waarover de hoeken zijn afgerond kan variëren tussen 0° (geen afronding) en 90°.
BE2017/5903
2017/5903
BE2017/5903
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de naast elkaar gelegen zijde van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken ter hoogte van de aanhechting aan de flexibele drager over een afstand van minstens 0.5 mm van elkaar gescheiden zijn.
Bij voorkeur zijn de naast elkaar gelegen zijde van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken over een afstand van minstens 1mm, eventueel minstens 2 mm van elkaar gescheiden, bijvoorbeeld minstens 3 mm of zelfs minstens 4 mm. Deze afstand is bij voorkeur minder dan 100mm, bijvoorbeeld minder dan 90 mm.
De “hoofdvlakken van de strook” zijn de vlakken met het grootste oppervlak van het volume van de strook. De “zijvlakken van de strook” zijn de langste van de vier vlakken die het volume van de strook omschrijven, samen met de twee hoofdvlakken, en grenzen aan de hoofdvlakken langsheen de grens van de hoofdvlakken in langsrichting. De eindvlakken zijn de kopse vlakken van het volume van de strook die samen met de hoofdvlakken en de zijvlakken het volume van de stroken omschrijven. De langsrichting van een strook is de gemiddelde richting van de twee zijvlakken.
Thermisch isolerend betekent een thermische geleiding van minder dan 50 mW/m*K. Bij voorkeur is de thermische geleiding van de stroken minder 45 mW/m*K, bij voorkeur minder 30 mW/m*K. Deze thermische geleiding is de thermische geleiding bij 300°C, gemeten volgens ASTM C177.
Meerdere stroken betekent minstens 2 stroken, vaak 3, 4, 5, 6 of meer stroken, bijvoorbeeld 4 tot 10 stroken of meer.
De stroken kunnen identieke, gelijkaardige of verschillende vormen hebben.
2017/5903
BE2017/5903
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de stroken substantieel identieke vormen hebben.
De stroken kunnen een verschillende lengte hebben in langsrichting. De stroken kunne op dergelijke wijze over de flexibele dragen gepositioneerd en bevestigd zijn, dat deze stroken een deel of het gehele oppervlak van de flexibele drager bekleedt. De flexibele drager kan eigenlijk gelijk welke uiterlijke omtrek hebben. De omtrek kan bijvoorbeeld vierkant of rechthoekig zijn, driehoekig, paralellogramvormig of trapeziumvormig zijn, maar ook een willekeurige veelhoek of een vorm met een vloeiende of voor een deel vloeiende omtrek. Eventueel kan het oppervlak van de flexibele dragen van openingen of insnijdingen voorzien zijn, dewelke openingen of insnijdingen niet worden bekleed of overbrugd zijn met of door stroken.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de maximale dikte van de aangrenzende zijden van twee naast elkaar gelegen stroken M zijn, de afstand tussen aangrenzende zijden van twee naast elkaar gelegen stroken kan tussen de 1 mm en M + 20 mm zijn.
Bij voorkeur is de afstand tussen aangrenzende zijden van twee naast elkaar gelegen stroken tussen de 1 mm en M +15 mm, zoals tussen de 1 mm en M +10 mm.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de stroken een gemiddelde dikte hebben van 1 mm tot 80 mm. Bij voorkeur is de gemiddelde dikte tussen de 1,5 mm en 70 mm, bij voorkeur tussen de 2mm en 60 mm. De gemiddelde dikte is het gemiddelde van de gemeten diktes over het geheel van de hoofdvlakken.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de stroken een substantieel uniforme dikte hebben. Een substantieel uniforme dikte betekent dat de dikte van de strook in elk punt van een hoofdval quasi identiek is. Met de dikte van een strook in een punt van het hoofdvlak wordt bedoeld de minimale afstand
2017/5903
BE2017/5903 van dit punt op het eerste hoofdvlak tot een punt van het andere hoofdvlak.
Stroken met een substantieel uniforme dikte hebben in essentie vlakke en quasi parellel hoofdvlakken. Eventueel zijn de stroken voorzien van uitsparingen en/of dunnere plaatsen die de mantel toelaten aan uitstekende elementen of oneffenheden aan het oppervlak van de te omwikkelen vorm aan te laten sluiten.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de stroken in langsrichting een lengte hebben van 20 mm tot 1500 mm. Bij voorkeur is deze lengte tussen de 50 mm tot 1200 mm. Verschillende stroken kunnen verschillende lengtes hebben in deze richting.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de stroken in richting dwars op de langsrichting en parellel met de hoofdvlakken een lengte hebben van 10 mm tot 1500 mm. Bij voorkeur is deze afstand tussen de 20 en 1000 mm, bijvoorbeeld tussen 100mm en 1000mm. Verschillende stroken kunnen verschillende lengtes hebben in deze richting.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de flexibele drager een textieldoek of folie zijn.
Geschikte textieldoeken zijn bij voorkeur glas- en/of kunstvezel gebaseerde textieldoeken, bijvoorbeeld glas- en/of kunstvezel weefsels of glas- en/of kunstvezel nonwovens. In een voorkeursuitvoering is het textieldoek een geweven glasvezeldoek, bijvoorbeeld een glasvezeldoek vervaardigd uit glasvezels van type E-glas, S glas, silica glas, kwarts glas of combinaties van deze vezels, welk doek al of niet gesiliconeerd is.
Geschikte folies kunnen bijvoorbeeld polymere of aluminium folies zijn. De dikte van de folie is bij voorkeur tussen de 0,01 mm en 1 mm.
2017/5903
BE2017/5903 6
Met flexibel wordt bedoeld dat de drager rond een cilindrisch oppervlak kan gewikkeld worden, welk oppervlak een buigstraal van 10 cm heeft. Eventueel kan de drager rond een cilindrisch oppervlak gewikkeld worden, welk oppervlak een buigstraal van 5 cm heeft. Eventueel kan de drager rond een cilindrisch oppervlak gewikkeld worden, welk oppervlak een buigstraal van 1 cm heeft.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de stroken aan de flexibele drager gehecht zijn door middel van hechtmiddel en/of dubbelzijdige tape. Het hechtmiddel is bij voorkeur waterglas (alkali-silicaat) gebaseerd (bv. Na waterglas, K waterglas, Li waterglas of combinaties van dergelijk waterglas), fosfaat gebaseerd hechtmiddel, organische hechtmiddelen. Eventueel omvat het waterglas gebaseerd hechtmiddel mineralen, bijvoorbeeld klei. Bij voorkeur is het hechtmiddel, of het hechtmiddel van de dubbelzijdige tape, temperatuurbestendig, bij voorkeur hoog bestand tegen hogere temperaturen. Bestand tegen hogere temperaturen betekent dat de hechting niet substantieel verandert bij temperaturen tussen kamertemperatuur en 100 °C, tussen kamertemperatuur en 300 °C. in een alternatieve vorm wordt snellijm gebruikt, bijvoorbeeld thermoplastisch of thermohardende smeltlijmen.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de vorm van elk van de stroken voorzien worden door een in vorm geperst mengsel omvattende thermisch isolerend partikels.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan het in vorm geperste mengsel omvattende thermisch isolerend partikels omhuld zijn door een textieldoek.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, wordt het mengsel hetwelk thermisch isolerende partikels omvat, eerst in een uit textieldoek bestaande sloot gebracht, waarna het mengsel in het doek wordt verperst. Het verpersen, al of
2017/5903
BE2017/5903 niet reeds in een uit textieldoek bestaande sloop, kan in natte of droge toestand gebeuren. Dit omhulsel kan een in een sloop dicht gestikte textieldoek zijn, bijvoorbeeld een glas- of kunstvezeldoek, bijvoorbeeld een geweven of nonwoven doek.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de geometrische vorm van de doorsnede afgeronde hoeken hebben.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de geometrische vorm van de doorsnede een al of niet symmetrisch trapezium zijn, waarbij de hoek tussen elk van de schuine zijden en de grote zijde tussen 30° en 90° is. Bij voorkeur is deze helling van de schuine zijde tussen de 45 en 90°.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de stroken langsheen de lange zijde van hun symmetrisch trapezium doorsnede aan de flexibele drager gehecht zijn .
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de thermisch isolerende partikels deel uitmaken van een thermisch isolerend mengsel omvattende • 30 tot 90%w thermisch isolerende partikels;
• 1 tot 50%w infrarood opacificeer- of adsorberend middel;
• 0 tot 30%w stapelvezels;
• 0 tot 30%w endothermisch materiaal;
• 0 tot 20%w microsilica.
Het mengsel is uiteraard bij voorkeur homogeen in samenstelling.
Bij voorkeur is het specifiek oppervlak van de thermisch isolerende partikels tussen 50 en 1000 m2/g.
2017/5903
Het infrarood opacificeer- of adsorberend middel kan rutiel (natuurlijk en/of synthetisch), anataas, ijzer oxide, silicium carbide, koolstof, grafiet, zirconium en/of klei zijn, of mengsels van deze.
De stapelvezels zijn bij voorkeur vezels uit E glas, R glas, S glas, silicaatvezels, alumina vezels, aard alkali silicaat vezels, aluminium silicaat vezels, keramische vezels en/of combinaties van dergelijke vezels. Bij voorkeur hebben de vezels een lengte van 1 tot 12 mm en een dikte van 0,1 tot 15 micron.
Het endothermisch materiaal kan aluminium tri hydraat (ATH), magnesium hydraat (MgOH), of gips zijn, of mengsels van deze.
Het microsilica (ook gekend als silica fume) heeft bij voorkeur een specifiek oppervlak van 10 tot 50 m2/g.
Pyrogeen metaal oxide partikels zijn bijvoorbeeld pyrogeen aluminium oxide of pyrogeen silicium oxide zijn
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de thermisch isolerende partikels pyrogene silicium oxide partikels omvatten. Pyrogeen silicium oxide is ook gekend als pyrogeen kiezelzuur. In het algemeen wordt vaker de Engelse term fumed silica” gebruikt.
Aerogel partikels kunnen metal oxide aerogels zijn, bijvoorbeeld silicium oxide (silica) aerogels, alumina aerogels, zirconia aerogels, titania aerogels, maar ook polymeric aerogels, of combinaties ervan. Silicon oxide (silica) aerogels worden bij voorkeur gebruikt.
Aerogels kunnen xenogels, cryogels, pyrogels, zijn.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen de thermisch isolerende partikels silicium oxide (silica) aerogel partikels omvatten.
BE2017/5903
2017/5903
BE2017/5903
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan het mengsel in de stroken een densiteit hebben van tussen de 50 en 500 kg/m3.
Het voordeel van deze flexibele en thermische isolerende mantels is dat deze zich lenen tot het bekleden, eventueel omwikkelen van gebogen, bijvoorbeeld cilindrische, bolle, dome-vormige of conische oppervlakken. Bij het ommantelen wordt de flexibele drager zo gepositioneerd, dat de flexibele drager een grotere buigstraal ondervindt dan de neutrale lijn van de mantel. Indien de mantel aan de zijde van het voorwerp wordt aangebracht, weg van het krommingspunt of -as, dan zal de flexibele drager de stroken tegen het oppervlak duwen. Indien de mantel aan de zijde van het voorwerp wordt aangebracht, georiënteerd naar het krommingspunt of -as, dan zal de flexibele drager de stroken tegen zijdelings tegen elkaar aanduwen. In beide gevallen zal de kracht uitgeoefend op de stroken ervoor zorgen dat de stroken zich tegen de te bekleden wand aanduwen.
Voor cilindrische oppervlaken kunnen de zijden van de stroken allen parallel verlopen. In dit geval kunnen de stroken elk twee quasi parelellen hoofdvlakken hebben, die de vorm van een rechthoek hebben.
De flexibele en thermische isolerende mantel kan gebogen worden rond een as die parallel is met de langsrichting van de stoken. Door deze as te laten samenvallen met de as van het te bekleden of te ommantelen cilindrisch voorwerp (bijvoorbeeld buis of pijpleiding, stoomleiding, gasleiding, leiding voor chemische of petrochemische producten, etc.), kan de mantel zich krommen rondom de buitenwand van dit voorwerp. De kleine afstand tussen twee naast elkaar gelegen strips, laat toe dat de zijvlakken van elk van de strips zich naar elkaar klikken, waardoor deze kromming van de mantel niet als gevolg heeft dat het materiaal waaruit de stroken zijn vervaardigd, onder al te grote druk of trek komen zodat deze materialen eventueel kunnen barsten, breken of beschadigd worden.
2017/5903
BE2017/5903
Voor conische oppervlaken kunnen de zijden van de stroken allen niet parallel verlopen. In dit geval zullen de stroken elk twee quasi parelellen hoofdvlakken hebben, die de vorm van een eerder lang uitgerekte trapezium hebben.
De flexibele en thermische isolerende mantel kan gebogen worden rond een as die georiënteerd is van de ene kopse zijde naar de andere kopse zijde. Door deze as te laten samenvallen met de as van het te bekleden of te ommantelen cilindrisch voorwerp (bijvoorbeeld buis of pijpleiding, stoomleiding, gasleiding, leiding voor chemische of petrochemische producten, etc.), kan de mantel zich krommen rondom de buitenwand van dit voorwerp.
Voor andere gekromde oppervlakken, bijvoorbeeld bolvormen of domes, kunnen combinaties van verschillende vormen, lengtes en doorsnedes gekozen worden.
Het voordeel van deze producten heeft ook een voordeel bij het produceren van dergelijke mantels. Indien mantels dienen vervaardigd te worden voor et ommantelen van voorwerpen met verschillende diameters, volstaat het eenvoudig het aantal nodige stroken naast elkaar aan een draagoppervlak te hechten. Aldus is het op maat maken van verschillende mantels eenvoudig te realiseren door de keuze van dit aantal stroken.
Kleinere breedtes van stroken, eventueel gecombineerd met gepaste afstand tussen de stroken zijdelings en/of de dikte van de stroken, laat toe de mantel geschikte maken voor grotere of kleinere diameters van te omhullen voorwerpen.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt voorzien in het gebruik van een flexibele en thermische isolerende mantel volgens het eerste aspect van de uitvinding, voor het thermisch isoleren van het binnen- en/of buitenoppervlak van een gebogen, bij voorkeur cilindrisch, bolvormige, dome-vormige of conisch voorwerp.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan het voorwerp gekozen zijn uit de groep bestaande uit buizen, conus, bochten, koepels en/of ovens.
2017/5903
BE2017/5903
Deze voorwerpen kunnen deel uitmaken van schouwen of uitlaten, buizenstelsels, bijvoorbeeld buizenstelsels voor het transporteren van verhit of gekoeld fluïdum, bijvoorbeeld in de chemische of petrochemische nijverheid, compensatoren, wastorens, bijvoorbeeld gaswastorens, of kanalen voor het geleiden van hete vloeistofstromen, bijvoorbeeld stromen gesmolten glas, alsook zogenaamde “feederbowls”, zijnde het eindstuk van een kanaal voor het geleiden van gesmolten glas, waar de glasblobs gevormd worden die vervolgens omgevormd worden tot glazen voorwerpen, bijvoorbeeld flessen.
Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de flexibele en thermische isolerende mantel gebruikt worden voor het bekleden van een deel van het binnenoppervlak van een ovenwand.
De onafhankelijke en afhankelijke conclusies geven specifieke en geprefereerde kenmerken van de uitvoeringsvormen van de uitvinding weer. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen gecombineerd worden met kenmerken van de onafhankelijke en afhankelijke conclusies, en dit op om het even welke geschikte manier zoals duidelijk zou zijn voor een vakman.
De bovengemelde en andere kenmerken, eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt met behulp van volgende voorbeelden van uitvoeringsvormen, eventueel in combinatie met de tekeningen. De beschrijving van deze voorbeelden van uitvoeringsvormen is gegeven als verduidelijking, zonder de intentie de omvang van de uitvinding te beperken. De referentiecijfers in de hiernavolgende beschrijving refereren naar de tekeningen.
Korte beschrijving van de figuren
2017/5903
BE2017/5903
Figuur 1 is een schematische voorstelling van een bovenaanzicht van uitvoeringsvorm van een flexibele en thermische isolerende mantel volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een schematische voorstelling van een deel van de doorsnede van deze mantel in figuur 1, volgens het vlak AA’.
Figuur 3 is een schematische voorstelling van een detail van de stroken, deel van een flexibele en thermische isolerende mantel volgens de uitvinding.
Figuur 4 is een schematische voorstelling van een deel van een doorsnede van een alternatieve mantel volgens het vlak AA’.
Figuur 5 is een schematische voorstelling van een mantel volgens de uitvinding, die omwikkeld werd rondom een cilindrisch voorwerp.
Figuren 6a tot 6g zijn schematische voorstellingen van mantels volgens de uitvinding.
Figuren 7a en 7b tonen een schematische voorstelling van een mantel volgens de uitvinding, die gebruikt werd voor het bekleden van de binnenzijde van een cilindrische oven.
Dezelfde referentiecijfers verwijzen naar identieke, gelijkaardige of analoge elementen in de andere figuren. De figuren zijn schematisch en niet op schaal 20 getekend.
Beschrijving van voorbeelden van uitvoeringsvormen
De onderhavige uitvinding wordt hierna beschreven gebruik makende van specifieke uitvoeringsvromen.
Het moet opgemerkt dat de term “omvattende”, zoals bijvoorbeeld gebruikt in de conclusies, niet mag geïnterpreteerd worden in beperkende zin, beperkend tot de daarna volgende elementen, kenmerken en/of stappen. De term “omvattende” sluit niet de aanwezigheid van andere elementen, kenmerken of stappen uit.
Dus de omvang van een uitdrukking “een voorwerp omvattende de elementen A en B”, is niet gelimiteerd tot een voorwerp dat enkel de elementen A en B bevat.
2017/5903
BE2017/5903
De omvang van een uitdrukking “een methode omvattende de stappen A en B”, is niet gelimiteerd tot een methode die enkel de stappen A en B bevat.
In het licht van de onderhavige uitvinding betekenen deze uitdrukkingen enkel dat de relevante elementen respectievelijk stappen voor de uitvinding de elementen respectievelijk stappen A en B zijn.
In de hiernavolgende specificatie wordt referentie gemaakt naar “een uitvoeringsvorm” of “de uitvoeringsvorm”. Dergelijke referentie betekent dat een specifiek element of kenmerk, beschreven aan de hand van deze uitvoeringsvorm, is omvat in minstens deze ene uitvoeringsvorm.
Het voorkomen van de termen “in een uitvoeringsvorm” of “in één uitvoeringsvorm” op verschillende plaatsen in deze beschrijving, refereert echter niet noodzakelijkerwijze naar dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel het echter wel kan refereren naar een zelfde uitvoeringsvorm.
Voorts kunnen de eigenschappen of de kenmerken op om het even welke geschikte manier in een of meerdere uitvoeringsvormen worden gecombineerd, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman.
Een bovenaanzicht van uitvoeringsvorm van een flexibele en thermische isolerende mantel volgens de uitvinding wordt getoond in figuur 1. Figuur 2 toont een deel van de doorsnede van deze mantel volgens het vlak AA’.
Een flexibele en thermische isolerende mantel 1 omvat een flexibele drager 10 waaraan 5 thermisch isolerende en in essentie vlakke stroken 20 zijn aangehecht. In deze uitvoeringsvorm heeft elk van de stroken 20 twee quasi parallelle hoofdvlakken 22 en 24 die de vorm van een rechthoek hebben, welke vorm symmetrisch is ten opzichte van een langsrichting 30. De langsrichting van de stroken zijn parallel. Elk van de stroken 20 heeft ook twee eindvlakken 42 en 44 en twee zijvlakken 52 en 54.
2017/5903
BE2017/5903
De doorsnede van de mantel volgens het vlak AA’, loodrecht op de hoofdvlakken en 24 en loodrecht op de langsrichting 30 is getoond in figuur 2. De doorsnede van elk van de stroken 20 volgens AA’ is een geometrische vorm is gekozen uit de groep van rechthoeken, symmetrisch trapeziums en symmetrisch trapeziumvormig met de afgeknot hoeken tussen de schuine zijden en de langste zijde. In deze uitvoeringsvorm is dit een rechthoekige vorm 60 met afgeronde hoeken 61. De ronding van de hoek is de halve dikte van de strook, en dit over 90°. 84 duidt de stiknaad aan van een textieldoek, in dit geval een glasvezeldoek in de vorm van een sloop, die opgevuld werd met pyrogeen kiezelzuur, na hetwelke deze combinatie werd geperst tot de strook zelf.
Zoals zichtbaar in figuren 1 en 2, zijn de naaste elkaar gelegen zijden 70 en 71 van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken 200 en 210 substantieel parallel. Ter hoogte van de aanhechting aan de flexibele drager zijn de naaste elkaar gelegen zijden 70 en 71 over een afstand D van 1 mm van elkaar gescheiden. Elke strook heeft een dikte H van 18 mm, een lengte L van 520 mm en een breedte B van 119 mm.
In een alternatieve uitvoeringsvorm, waar de mantel geschikt is voor het omwikkelen van een conisch voorwerp, hebben de twee quasi parallelle hoofdvlakken een symmetrisch trapeziumvormige vorm. Ook hier zullen de naaste elkaar gelegen zijden van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken substantieel parallel en op een gelijkaardige kleine aftstand van elkaar liggen. De langsrichting van de stroken lopen niet parallel, maar eerder, straalvormig vanuit een imaginair centraal punt.
Elke strook 20 is een strook zoals getoond in figuur 3. Een geperst volume 80 omvat een mengsel omvattende thermisch isolerend partikels, in deze uitvoeringsvorm pyrogeen kiezelzuur, met specifiek oppervlak van de thermisch isolerende partikels tussen 50 en 1000 m2/g. Als verdere toeslagstoffen werden opacifierende partikels en glasvezels toegevoegd in dit geperste volume 80
2017/5903
BE2017/5903 toegevoegd. Alle te persen producten worden in een sloop gemaakt uit gestikt glasvezeldoek 82 gevuld. Het stiksel wordt aangeduid met 84. Het glasvezeldoek is vervaardigd uit glasvezels van type E-glas, S- glas, silica glas, kwarts glas of combinaties van deze vezels. In een voorkeursuitvoering wordt een E-glasvezel gewoven doek gebruikt. De producten worden samen met het textieldoek verperst in de vorm van de balkvormige strook. Er wordt geperst tot een densiteit van 140 tot 500 kg/m3, bij voorkeur tot een densiteit van 220 à 300 kg/m3.
De stroken hebben een thermische geleidbaarheid van minder dan 33 mW/mK. Volgens verschillende uitvoeringsvormen is de gemiddelde dikte van de stroken tussen de 3 en 50mm.
Door middel van een lijm 90 bijvoorbeeld gebaseerd op waterglas (meer bepaald Na waterglas ofte Natriumsilicaat) worden de stroken 20 naast elkaar en met een onderlinge afstand van ongeveer 1 mm gelijmd op een flexibele drager 10, zijnde een geweven glasvezeldoek vervaardigd uit glasvezels van type E-glas, S- glas, silica glas, kwarts glas of combinaties van deze vezels, welk doek al of niet gesiliconeerd is. Bij voorkeur wordt hetzelfde doek gebruikt als het doek gebruikt voor het vervaardigen van de stroken.
In deze uitvoeringsvorm zijn alle stroken even lang en even breed. In alternatieve uitvoeringsvorm kunnen stroken ten opzichte van elkaar in langt en/of breedte verschillen. Ook zijn in deze uitvoeringsvorm alle paren stroken op een zelfde afstand van elkaar gescheiden. In alternatieve uitvoeringsvorm kan de scheiding tussen elk paar stroken verschillen. Deze voorzieningen laten toe om de mantel te matchen met meer complexe gebogen oppervlakken.
Alternatief voor de lijm is het gebruik van een dubbelzijdige tape. Deze tape kan in langsrichting met elk van de stroken samenvallen en aangebracht worden op de te bevestigen zijde van de strook waarna de strook aangebracht wordt op de flexibele drager. Deze tape kan ook in langsrichting
2017/5903 met elk van de stroken samenvallen en aangebracht worden op de flexibele drager waarna de te bevestigen zijde van de strook tegen de tape wordt gebracht. Deze tape kan ook in dwarsrichting ten opzichte van elk van de stroken aangebracht worden op de flexibele drager waarna de te bevestigen zijde van de strook tegen de verschillende tapes wordt gebracht. In dit laatste geval zijn de stroken aan de flexibele drager aangehecht doormiddel van verschillende stukken dubbelzijdige tape.
Alternatief voor de flexibele drager is het gebruik van een aluminium of polymere folie, bij voorbeeld in aluminium folie.
Een alternatieve dwarsdoorsnede van de stroken is afgebeeld in figuur 4. Elke strook heeft doorsnede volgens een symmetrisch trapezium met de afgeknot hoeken tussen de schuine zijden en de langste zijde. De hoek tussen schuine zijde en de lange zijde is ongeveer 45°
De flexibele en thermische isolerende mantel 1 kan gewikkeld worden rond een cilindrisch voorwerp 100, bijvoorbeeld een transportmedium voor het transporteren van een verhit fluïdum, zoals getoond in figuur 5. De zijden van de mantel worden rond een as 101 mantel gebogen worden, welke as die parallel is met de langsrichting van de stoken. Door deze as te laten samenvallen met de as van het te bekleden of te ommantelen cilindrisch voorwerp 100, kan de mantel 1 zich krommen rondom de buitenwand van dit voorwerp. De flexibele drager 1000 is in dit geval aan de buitenzijde van de mantel gelegen, en de stroken 1010 contacteren het te bekleden voorwerp 100, bijvoorbeeld een buis. De flexibele drager 1000 heeft een rechthoekige omtrek, en de stroken 1010 bedekken quasi het volledige oppervlak van de flexibele drager 1000.
Alternatieve uitvoeringsvormen van mantels (1001,1002,1003,1004, 1005, 1006, 1007,1008) worden getoond in figuren 6a tot 6g en 7a en b. De flexibele dragers hebben verschillende vormen, bijvoorbeeld trapeziumvormig (1100), een
BE2017/5903
2017/5903 vorm met één of twee deels gekromde zijden (1200, 1600, 1700,1800), een geheel grillige vorm (1300), of de vorm (1400) van bijvoorbeeld een rechthoek met een insnijding. De stroken, die gelijke of verschillende vormen, lengten en/of breedtes kunnen hebben (1110, 1210, 1211, 1310, 1410, 1610, 1710, 1810), bedekken een groot deel van de flexibele dragers (1120, 1220,1320, 1420, 1520, 1620,1720, 1820). Deze keuze van vormen van flexibel dragers en richtingen en vormen van stroken zorgen ervoor dat verschillende vormen van gebogen voorwerpen kunnen bekleed worden.
De uitvoering van figuur 6b kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het bekleden van bijvoorbeeld de buitenzijde van een dome-vormig oppervlak 1250, zoals getoond volgens doorsnede BB’. Het stuk met stroken 1210, waar de stroken smaller zijn dan de stroken 1211, wordt gebruikt om het meer cilindrisch deel vanhet oppervlak 1250 te bekleden. Het stuk met stroken 1211 wordt dan weer gebruikt om de koepel van de dome te bekleden.
Een veelvoud van groepen stroken kunnen ook voorzien worden op één en dezelfde flexibele drager 1520 van een mantel 1005, zoals getoond in figuur 6h.
De mantel 1006 volgens de uitvoering van figuur 6d kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het bekleden van een bochtsegment van een mantel voor het bekleden van een buis, waarbij in de bocht eventueel een extra leiding dient omvat te worden. Om die leiding te kunnen toelaten door de mantel te gaan, is eventueel een opening 1630 voorzien. Het bochtsegment kan een deel van een gesegmenteerde , bijvoorbeeld gelaste buis zijn, of een steunpunt, of kan een deel zijn van een getrokken buis. Figuur 6e toont een alternatief voor een mantel 1007 ter bekleding van een bochtsegment, dewelke kan samenwerken met een mantel 1008 zoals getoond in figuur 6f. Andermaal kan een opening 1730 worden voorzien voor het accommoderen van een extra leiding die aan de te bekleden bocht aansluit. De maximale breedte B2 van de mantels 1006 en 1007 komt overeen met de lengte van de te bekleden buis in asrichting aan de
BE2017/5903
2017/5903 buitenzijde van de kromming van het bochtsegment. De minimale breedte B1 van de mantels 1006 en 1007 komt overeen met de lengte van de te bekleden buis in asrichting aan de binnenzijde van de kromming van het bochtsegment.
De mantel 1008 zoals getoond in figuur 6f, wordt gebruikt om de aanzetten van de bochten van de buis. De maximale hoogte C2 is typisch slechts de helft van de maximale hoogte B2 van de overige mantels 1006 of 1007, vaak in geval direct na de bocht in de buis, een flans flens is voorzien om de bocht aan een recht stuk buis te koppelen. De minimale breedte C1 komt overeen met de lengte van de te bekleden buis in asrichting aan de binnenzijde van de kromming van het eerste of laatste bochtsegment. Maar, bijvoorbeeld in geval van een gelaste of getrokken buis, kan de lengte C1 langer gemaakt worden om een deel van het overige buiswerk te isoleren.
Het gebruik van de mantels 1007 en 1008 is getoond in figuur 6g. Twee mantels 1008 worden gebruikt om de aanzet van de bocht van een buis 3000 naast de respectievelijke flenzen 3010 te bekleden. De bocht zelf is onderverdeeld in segmenten, die elk met een mantel 1007 worden bekleed. Het spreekt voor zich dat enkel het segment waar een extra leiding dient geaccommodeerd te worden, van een gepaste opening 1730 wordt voorzien.
Zoals in figuur 7a en 7b wordt getoond, wordt de binnenzijde van een verbrandingsinrichting 2000 (slechts deels afgebeeld voor de duidelijkheid van de figuur), welke verbrandingsinrichting voorzien is van een brandglas 2001, bekleed met een mantel 1004. De stroken 1410 hebben een langsrichting in de asrichting van de cilindrische verbrandingsinrichting 2000. De flexibele drager 1420 wordt tegen de binnenzijde van de verbrandingsinrichtingswand geplaatst terwijl de stroken 1410 zijdelings tegen elkaar worden geduwd. Ter hoogte van het brandglas 2001, wordt de inkeping 1430 gepositioneerd, zodat het zich in de verbrandingsinrichting gevrijwaard blijft.
BE2017/5903
2017/5903
Het is duidelijk dat, hoewel de uitvoeringsvormen en/of de materialen voor het verstrekken van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding zijn besproken, diverse wijzigingen of veranderingen kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van het werkingsgebied en/of de geest van deze uitvinding

Claims (26)

1Een flexibele en thermische isolerende mantel, geschikt voor het bekleden van het binnen- en/of buitenoppervlak van gebogen voorwerp, genoemde mantel omvat een flexibele drager waaraan meerdere thermisch isolerende stroken zijn aangehecht, elk van de stroken, dewelke elke strook een mengsel omvattende thermisch isolerend partikels omvatten, heeft • twee hoofdvlakken die de vorm van een rechthoek, driehoek of trapezium hebben, • twee eindvlakken en • twee zijoppervlakken, de doorsnede van de elk van de stroken volgens een vlak loodrecht op hun hoofdvlakken en loodrecht op de langsrichting een geometrische vorm is gekozen uit de groep van rechthoeken, trapeziums en trapeziums met de afgeknot hoeken tussen de schuine zijden en de langste zijde, waarbij de naast elkaar gelegen zijde van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken substantieel parallel zijn en ter hoogte van de aanhechting aan de flexibele drager van elkaar gescheiden zijn, en waarbij de thermisch isolerende partikels aerogel partikels, pyrogene metaal oxide partikels of een combinatie van beide zijn.
2.- Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 1, waarbij de doorsnede van elk van de stroken volgens een vlak loodrecht op hun hoofdvlakken en loodrecht op de langsrichting een geometrische vorm is gekozen uit de groep van rechthoeken, symmetrisch trapeziums en symmetrisch trapeziums met de afgeknot hoeken tussen de schuine zijden en de langste zijde, welke vorm symmetrisch is ten opzichte van een langsrichting.
2017/5903
BE2017/5903
3. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de naast elkaar gelegen zijde van elke twee naast elkaar gepositioneerde stroken ter hoogte van de aanhechting aan de flexibele drager over een afstand van minstens 0.5 mm van elkaar gescheiden zijn.
4. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroken substantieel identieke vormen hebben.
5. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de maximale dikte van de aangrenzende zijden van twee naast elkaar gelegen stroken M is, de afstand tussen aangrenzende zijden van twee naast elkaar gelegen stroken is tussen de 1 mm en M + 20 mm.
6. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroken een gemiddelde dikte hebben van 1 mm tot 80 mm.
7. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroken een substantieel uniforme dikte hebben.
8. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroken in langsrichting een lente hebben van 20 mm tot 1500 mm.
9. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroken in richting dwars op de
2017/5903 langsrichting en parellel met de hoofdvlakken een lengte hebben van 10 mm tot 1500 mm.
10. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de flexibele drager een textieldoek of folie is.
11. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroken aan de flexibele drager gehecht zijn door middel van hechtmiddel en/of dubbelzijdige tape.
12. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vorm van elk van de stroken voorzien wordt door een in vorm geperst mengsel omvattende thermisch isolerend partikels.
13. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 12, waarbij het in vorm geperste mengsel omvattende thermisch isolerend partikels omhuld is door een textieldoek.
14. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de geometrische vorm van de doorsnede afgeronde hoeken heeft.
15. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de geometrische vorm van de doorsnede een symmetrisch trapezium is, waarbij de hoek tussen elk van de schuine zijden en de grote zijde tussen 30° en 90° is.
BE2017/5903
2017/5903
BE2017/5903
16. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 15, waarbij de stroken langsheen de lange zijde van hun symmetrisch trapezium doorsnede aan de flexibele drager zijn gehecht.
17. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de thermisch isolerende partikels deel uitmaken van een thermisch isolerend mengsel omvattende • 30 tot 90%w thermisch isolerende partikels;
• 1 tot 50%w infrarood opacificeer- of adsorberend middel;
• 0 tot 30%w stapelvezels;
• 0 tot 30%w endothermisch materiaal;
• 0 tot 20%w microsilica.
18. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de thermisch isolerende partikels pyrogene silicium oxide partikels omvat.
19. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de thermisch isolerende partikels silicium oxide (silica) aerogel partikels omvat.
20. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het mengsel in de stroken een densiteit heeft van tussen de 50 en 500 kg/m3.
21. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoeken van de geometrische vorm afgerond zijn.
2017/5903
BE2017/5903
22. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 21, waarbij de straal van de afronding varieert tussen 0 en de helft van de gemiddelde dikte van de strook.
23. - Een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 21 of 22, waarbij de sector van de afronding varieert tussen 0 en 90°.
24. - Het gebruik van een flexibele en thermische isolerende mantel volgens één van de voorgaande conclusies, voor het thermisch isoleren van het binnen- en/of buitenoppervlak van een gebogen voorwerp.
25. - Het gebruik van een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 24, waarbij het voorwerp gekozen is uit de groep bestaande uit buizen, conus, bochten, koepels en/of ovens.
26. - Het gebruik van een flexibele en thermische isolerende mantel volgens conclusie 24 of 25, waarbij de flexibele en thermische isolerende mantel gebruikt wordt voor het bekleden van een deel van het binnenoppervlak van een oven wand.
BE2017/5903A 2017-11-13 2017-12-05 Flexibele en thermische isolerende mantel BE1025756B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5903A BE1025756B1 (nl) 2017-12-05 2017-12-05 Flexibele en thermische isolerende mantel
EP18811653.7A EP3710737B1 (en) 2017-11-13 2018-11-13 Flexible and thermal insulating sheet
PCT/IB2018/058892 WO2019092673A1 (en) 2017-11-13 2018-11-13 Flexible and thermal insulating sheet

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5903A BE1025756B1 (nl) 2017-12-05 2017-12-05 Flexibele en thermische isolerende mantel

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025756A1 BE1025756A1 (nl) 2019-07-01
BE1025756B1 true BE1025756B1 (nl) 2019-07-08

Family

ID=60971870

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5903A BE1025756B1 (nl) 2017-11-13 2017-12-05 Flexibele en thermische isolerende mantel

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1025756B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0022581A1 (de) * 1979-07-16 1981-01-21 Grünzweig + Hartmann und Glasfaser AG Wärmeisolierkörper
EP0038063A2 (de) * 1980-04-15 1981-10-21 Kraftwerk Union Aktiengesellschaft Wärmedämmkassette
EP0290677A1 (de) * 1987-05-14 1988-11-17 Theodor Pecha Verfahren zur Isolierung von Bauteilen
DE9418369U1 (de) * 1994-11-18 1995-01-19 Heraklith Baustoffe Ag Isoliermantel für Rohrleitungen
EP0790366A1 (en) * 1996-02-13 1997-08-20 Micropore International Limited Flexible insulation panel and method of manufacture

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0022581A1 (de) * 1979-07-16 1981-01-21 Grünzweig + Hartmann und Glasfaser AG Wärmeisolierkörper
EP0038063A2 (de) * 1980-04-15 1981-10-21 Kraftwerk Union Aktiengesellschaft Wärmedämmkassette
EP0290677A1 (de) * 1987-05-14 1988-11-17 Theodor Pecha Verfahren zur Isolierung von Bauteilen
DE9418369U1 (de) * 1994-11-18 1995-01-19 Heraklith Baustoffe Ag Isoliermantel für Rohrleitungen
EP0790366A1 (en) * 1996-02-13 1997-08-20 Micropore International Limited Flexible insulation panel and method of manufacture

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
ETEX INDUSTRY C/O MICROTHERM N.V.: "MICROTHERM SLATTED Technical Data Sheet A L S", 30 September 2017 (2017-09-30), pages 1 - 2, XP055489794, Retrieved from the Internet <URL:https://www.promat-hpi.com/en/products/microporous/microtherm-slatted-1000r-products> [retrieved on 20180703] *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1025756A1 (nl) 2019-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5947158A (en) Flexible insulated duct and the method of making the duct
CN102741377B (zh) 多层防火材料
JP4125799B2 (ja) 切溝付絶縁ボード
JP2012506984A (ja) 断熱製品
KR102224000B1 (ko) 와권 가스켓
CN1603675A (zh) 管道的绝热保温结构及绝热保温成套工具
US8757629B2 (en) Thermal seal and methods therefor
JP2012506984A5 (nl)
TW200804707A (en) Heat resisting vacuum insulating material and heating device
BE1025756B1 (nl) Flexibele en thermische isolerende mantel
WO2012077648A1 (ja) ジャケットヒータ及びジャケットヒータを用いた加熱方法
EP3710737B1 (en) Flexible and thermal insulating sheet
EP3260290A1 (en) Thermally insulating cloths
BE1025703B1 (nl) Flexibele en thermische isolerende mantel
CN1327141A (zh) 耐火隔热通道
US20180099478A1 (en) Thermally Insulating Cloths
TWM368001U (en) Liquid delivery pipe made of plastics
EP2491290B1 (en) Ventilation duct
JP2018112329A (ja) ダクト
EP3534053A1 (en) Insulation
US20050092384A1 (en) Semi-flexible air duct
US9273881B2 (en) Connecting piece and a method and tool for its manufacture
JP2010044254A (ja) 光インドアケーブル及び光インドアケーブル敷設方法
JP4153593B2 (ja) フレキシブルダクト
RU143267U1 (ru) Многослойный гибкий теплоизоляционный материал

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190708