BE1025671B1

BE1025671B1 - Waterdichtheid van sensoren

Info

Publication number: BE1025671B1
Application number: BE2017/5711A
Authority: BE
Inventors: Vos Pieter De; Gert Verheule
Original assignee: Niko Nv
Priority date: 2017-10-04
Filing date: 2017-10-04
Publication date: 2019-05-29
Also published as: DK3467444T3; EP3467444A1; BE1025671A1; PL3467444T3; EP3467444B1

Abstract

Er wordt een waterdicht sensorsamenstel (100, 500) geopenbaard. Het samenstel (100, 500) omvat een eerste element (102, 502), ten minste één sensor gepositioneerd in of op het eerste element (102, 502), en een afdekelement (101, 501) voor het afdekken van de ten minste één sensor. Het eerste element (102, 502) omvat ten minste één basisgedeelte (103, 503) en een eerste segment (104, 504) dat een omcirkelende wand vormt voor de ten minste één sensor en het afdekelement (101, 501) omvat ten minste één bovenste gedeelte en een tweede segment (107, 507). Het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507) zijn aangepast in vorm en/of positie zodat, wanneer het afdekelement (101, 501) bevestigd is op het eerste element (102, 502), het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507) grenzend aan en in contact met elkaar gepositioneerd zijn om een afdichtingsgebied te vormen tussen het eerste element (102, 502) en het afdekelement (101, 501) op basis van een nauwe passing in een contactgebied (314) tussen het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507).

Description

Gebied van de uitvinding

De huidige uitvinding heeft betrekking op het gebied van vloeistofdichte verpakking van elektronische onderdelen, en heeft meer specifiek betrekking op het gebied van waterdichte verpakking van sensoren die moeten worden afgeschermd van bv. water.

Achtergrond van de uitvinding

Vochtvrije verpakking voor gevoelige elektronische onderdelen vormt een belangrijk veiligheids- en duurzaamheidsaspect voor elektronische verbruiksproducten in vochtige of natte omgevingen. Regen- en omgevingslichtsensoren in elektronica in de automobielsector, bewakingscamera's voor buiten, bewegingsdetectoren in alarmsystemen voor binnen en buiten en kamerlicht-regelsystemen, aangepast voor vochtige omgevingen, zoals gebieden in een vochtig klimaat, badkamers, enz., zijn andere voorbeelden die nog steeds een gepaste bescherming van de sensorische inrichtingen tegen vocht vereisen, doordat vochtvorming bovenop of in de sensorische inrichtingen niet alleen hun verwachte levensduur significant vermindert als gevolg van corrosie, maar ook een werkelijk veiligheidsrisico vormt voor de klant omdat er kortsluitingen kunnen optreden die leiden tot ongewenste ontladingen of brand veroorzaken.

Eén manier om de waterdichtheid van een drijvend alarmapparaat te verzekeren, is beschreven in het Amerikaanse octrooi US 4644328A (Edward Szymansky [US] et al.) 17 februari 1987 (1987-02-17). Deze aanvrage openbaart een elektronisch circuit, omhuld in een vochtvrije kamer die gevormd is door samenvoeging van twee onderdelen van een omhulling en het inbrengen van een pakking in een aldus gevormde verbindingssectie. Deze oplossing heeft echter een gepaste ringvormige pakking, bv. een O-ring, nodig en daarom verdient het de voorkeur om een verpakkingsoplossing te hebben die geen dergelijke extra afdichtingsonderdelen vereist, waardoor de kostprijs en het risico op verlies van die onderdelen in gevallen waarin het apparaat wordt geopend voor vervanging van één of meer onderdelen daarin, bv. vervangen van een batterij die de sensorelektronica van stroom voorziet, vermindert.

Samenvatting van de uitvinding

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding om een waterdicht sensorsamenstel zonder extra afdichtingsonderdelen te verschaffen.

BE2017/5711

Het bovenstaande doel wordt bewerkstelligd door een inrichting volgens de huidige uitvinding.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een sensorsamenstel, omvattende een eerste element, ten minste één sensor gepositioneerd in of op het eerste element, en een afdekelement voor het afdekken van de ten minste één sensor, waarbij het eerste element ten minste één basisgedeelte en een eerste segment dat een omcirkelende wand vormt voor de ten minste één sensor, omvat, en waarbij het afdekelement ten minste één bovenste gedeelte en een tweede segment omvat, waarbij het eerste segment en het tweede segment aangepast zijn in vorm en/of positie zodat, wanneer het afdekelement op het eerste element bevestigd is, het eerste segment en het tweede segment grenzend aan en in contact met elkaar gepositioneerd zijn om een afdichtingsgebied te vormen tussen het eerste element en het afdekelement op basis van een nauwe passing in het contactgebied tussen het eerste segment en het tweede segment.

Het contactgebied tussen het eerste segment en het tweede segment kan zich uitstrekken langsheen een binnenzijde van de omcirkelende wand die naar de sensor gericht is, of de tegenoverliggende zijde van de binnenzijde van de omcirkelende wand die naar de sensor gericht is.

Het afdichtingsgebied tussen het eerste element en het afdekelement kan een pakking-vrij afdichtingsgebied zijn.

Het eerste segment en het tweede segment kunnen ten minste gedeeltelijk schuine oppervlakken hebben en licht overlappend gepositioneerd zijn om het contact te vergroten wanneer het eerste segment en het tweede segment grenzend aan elkaar gepositioneerd zijn bij bevestiging van het afdekelement op het eerste element.

Het afdekelement kan dienst doen als een lens.

Het afdekelement dat dienst doet als een lens kan er één zijn van een vlakke lens, een Fresnel-lens, een convexe lens of een hemisferische lens.

Het sensorsamenstel kan verder een omhullingselement omvatten dat het afdekelement in ten minste één gesloten configuratie van het sensorsamenstel ondersteunt.

Het sensorsamenstel kan verder een behuizingselement omvatten, aangepast om bevestigd te worden aan de zijde van het eerste element tegenover de zijde die gericht is naar het afdekelement in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel.

Het sensorsamenstel kan verder draadverbindingen naar de sensor omvatten en waarbij het behuizingselement zodanig geconfigureerd is dat het ten minste deze

BE2017/5711 draadverbindingen in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel omhult en beschermt.

Het sensorsamenstel kan aan een wand worden bevestigd tijdens gebruik van het sensorsamenstel zodat het behuizingselement niet zichtbaar is voor de gebruiker.

Eén of meer elementen kunnen integraal vervaardigd zijn uit polymeerkunststof.

Het sensorsamenstel kan verder regelmiddelen omvatten voor het regelen van de sensororiëntatie tijdens installatie.

Het sensorsamenstel kan verder een beschermfolie omvatten die de sensor bedekt en die rechtstreeks contact van de sensor vanop de zijde van het eerste element dat gericht is naar het afdekelement in gesloten configuratie van het sensorsamenstel voorkomt.

Het sensorsamenstel kan verder vergrendelmiddelen omvatten voor het vasthouden van twee of meer elementen van het sensorsamenstel in een vaste positie ten opzichte van elkaar in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel, zodat de nauwe passing permanent gehandhaafd wordt in die gesloten configuratie van het sensorsamenstel.

De vergrendelmiddelen kunnen ten minste één bajonetbevestiging omvatten.

Ten minste één van de segmenten die in contact zijn met elkaar om het gebied van nauwe passing te vormen in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel omvat ten minste één gedeeltelijk hellende rand.

Het sensorsamenstel kan een koppelingsmiddel omvatten voor koppeling van de ten minste één sensor aan het eerste element via een sensordrager.

Het sensorsamenstel kan verder middelen omvatten om te communiceren met een externe verwerkingseenheid.

Specifieke en te verkiezen aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de bijbehorende onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals gepast en niet louter zoals expliciet uiteengezet in de conclusies.

Voor het samenvatten van de uitvinding en de voordelen die bereikt worden ten opzichte van de stand der techniek, werden hierboven bepaalde doelen en voordelen van de uitvinding beschreven. Het is natuurlijk duidelijk dat niet noodzakelijk al dergelijke doelen en voordelen kunnen worden verkregen volgens elke specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Eenieder die onderlegd is in het vakgebied zal dus, bijvoorbeeld, erkennen dat de uitvinding kan worden uitgevoerd of bewerkstelligd op een manier die één voordeel of groep

BE2017/5711 van voordelen zoals hierin vermeld verkrijgt of optimaliseert zonder noodzakelijk andere doelen of voordelen te bereiken zoals hierin kan worden gesteld of gesuggereerd.

De bovenstaande en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden uit en toegelicht worden met verwijzing naar de hieronder beschreven uitvoeringsvorm(en).

Korte beschrijving van de tekeningen

De uitvinding wordt nu, bij wijze van voorbeeld, verder beschreven met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin:

Fig. 1 is een perspectiefaanzicht van een vlakke lens-sensorsamenstel, omvattende twee koppelende elementen in een open configuratie volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Fig. 2 is een perspectiefaanzicht van hetzelfde vlakke lens-sensorsamenstel als Fig. 1 in een gesloten configuratie.

Fig. 3 illustreert een weergave in dwarsdoorsnede van een waterdicht sensorsamenstel, omvattende een eerste element en een vlakke lens-afdekelement, volgens Figuren 1 en 2.

Fig. 4 is een perspectiefaanzicht van een sensorsamenstel met hemisferische lens omvattende twee koppelende elementen in een open configuratie volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Fig. 5 is een perspectiefaanzicht van hetzelfde sensorsamenstel met hemisferische lens als Fig. 4 in een gesloten configuratie.

Fig. 6 toont een weergave in dwarsdoorsnede van een waterdicht sensorsamenstel, omvattende een eerste element en een hemisferische lens-afdekelement volgens Figuren 4 en 5.

De tekeningen zijn louter schematisch en zijn niet beperkend. In de tekeningen kan de afmeting van sommige van de elementen, voor illustratieve doeleinden, overdreven en niet op schaal getekend zijn. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met werkelijke omzettingen van de uitvinding in de praktijk.

Alle referentietekens in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd als zijnde beperkend voor de beschermingsomvang.

BE2017/5711

In de verschillende tekeningen verwijzen dezelfde referentietekens naar dezelfde of analoge elementen.

Gedetailleerde beschrijving van de illustratieve uitvoeringsvormen

De huidige uitvinding wordt beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, maar de uitvinding is niet beperkt hiertoe maar alleen tot de conclusies.

De termen eerste, tweede en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies worden gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijke elementen, en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een opeenvolging, zowel tijdelijk, ruimtelijk, in rangschikking of op elke andere manier. Het dient vermeld dat de aldus gebruikte termen onder de juiste omstandigheden onderling verwisselbaar zijn en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere opeenvolgingen dan hierin beschreven en geïllustreerd.

Daarnaast wordt directionele terminologie, zoals bovenzijde, onderzijde, voorzijde, achterzijde, voorste, achterste, onder, over en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor descriptieve doeleinden met verwijzing naar de oriëntatie van de beschreven tekeningen, en niet noodzakelijk voor het beschrijven van relatieve posities. Omdat componenten van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding in verschillende oriëntaties kunnen worden gepositioneerd, wordt de directionele terminologie uitsluitend gebruikt met het ook op illustratie, en is op geen enkele manier bedoeld als zijnde beperkend, tenzij anders vermeld. Het dient dus vermeld dat de aldus gebruikte termen onder de juiste omstandigheden onderling verwisselbaar zijn en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere opeenvolgingen dan hierin beschreven en geïllustreerd.

Het dient duidelijk te zijn dat de term omvattende, gebruikt in de conclusies, niet mag worden geïnterpreteerd als zijnde beperkt tot de daarna opgesomde middelen; hij sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij dient dus te worden geïnterpreteerd als zijnde specificerend voor de aanwezigheid van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meer andere eigenschappen, gehele getallen, stappen of componenten, of groepen daarvan, niet uit. De beschermingsomvang van de uitdrukking een apparaat omvattende middel A en B mag dus niet worden beperkt tot inrichtingen die

BE2017/5711 uitsluitend bestaan uit componenten A en B. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding de enige relevante componenten van het apparaat A en B zijn.

Referentie doorheen deze specificatie aan één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een specifieke eigenschap, structuur of kenmerk, beschreven in verband met de uitvoeringsvorm, opgenomen is in ten minste één uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Gebruik van de termen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op diverse plaatsen doorheen deze specificatie verwijzen dus niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar kunnen dit wel. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen op elke geschikte manier worden gecombineerd, zoals duidelijk is voor eenieder de onderlegd is in het vakgebied van deze openbaring, in één of meer uitvoeringsvormen.

Evenzo dient het duidelijk te zijn dat in de beschrijving van kenschetsende uitvoeringsvormen van de uitvinding diverse eigenschappen van de uitvinding soms gegroepeerd zijn in een enkele uitvoeringsvorm, figuur, of beschrijving daarvan voor het stroomlijnen van de openbaring en het verschaffen van meer inzicht in één of meer van de diverse inventieve aspecten. Deze methode van openbaring dient echter niet te worden geïnterpreteerd als verwijzend naar een intentie dat de geclaimde uitvinding meer eigenschappen vereist dan die expliciet vermeld in elke conclusie. Zoals de volgend conclusies aantonen, liggen de inventieve aspecten echter in minder dan alle eigenschappen van een enkele geopenbaarde uitvoeringsvorm. De conclusies die volgen op de gedetailleerd beschrijving zijn dus expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, waarbij elke conclusie op zichtzelf staat als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

Verder, hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige maar geen andere kenmerken omvatten die opgenomen zijn in andere uitvoeringsvormen, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om binnen de beschermingsomvang van de uitvinding te vallen, en vormen verschillende uitvoeringsvormen, zoals duidelijk is voor eenieder die onderlegd is in het vakgebied. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kan elke van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie worden gebruikt.

Het dient vermeld dat het gebruik van bepaalde terminologie bij het beschrijven van bepaalde eigenschappen of aspecten van de uitvinding niet mag worden geïnterpreteerd alsof de terminologie hierin geherdefinieerd is als zijnde beperkt tot het omvatten van alle

BE2017/5711 specifieke eigenschappen van de kenmerken of aspecten van de uitvinding waarmee die terminologie geassocieerd is.

In de hierin verschafte beschrijving zijn meerdere specifieke details opgenomen. Het dient echter vermeld dat uitvoeringsvormen van de uitvinding in de praktijk kunnen worden gebracht zonder deze specifieke details. In andere instanties werden bekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail weergegeven om de duidelijkheid van deze beschrijving niet te bemoeilijken.

In een eerste aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op een sensorsamenstel dat waterdicht is. Het omvat een eerste element, ten minste één sensor gepositioneerd in of op het eerste element, en een afdekelement voor het afdekken van de ten minste één sensor. Het eerste element omvat ten minste één basisgedeelte en een eerste segment dat een omcirkelende wand vormt voor de ten minste één sensor. Het eerste segment hoeft niet ringvormig te zijn maar passeert volledig rond de sensor. Bijvoorbeeld, het eerste segment kan ook vierkant, ovaal, rechthoekig, enz. zijn. M.a.w., elke gesloten vorm die volledig rond de sensor passeert, kan worden gebruikt. Het afdekelement omvat ten minste één bovenste gedeelte en een tweede segment. Het eerste segment en het tweede segment zijn in vorm en/of positie aangepast zodat, wanneer het afdekelement op het eerste element bevestigd is , het eerste segment en het tweede segment grenzend aan en in contact met elkaar gepositioneerd zijn om een afdichtingsgebied te vormen tussen het eerste element en het afdekelement op basis van een nauwe passing in het contactgebied tussen het eerste segment en het tweede segment.

Kenmerken en voordelen van de uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding worden nu verder geïllustreerd met verwijzing naar de tekeningen, die kenschetsende uitvoeringsvormen illustreren.

Er wordt verwezen naar Fig. 1 en Fig., 2 die een perspectiefaanzicht tonen van een kenschetsend vlak lens-sensorsamenstel 100 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, het sensorsamenstel 100 omvattende ten minste twee afzonderlijke, koppelende elementen,

d.w.z. een afdekelement 101 en een eerste element 102, in een open en gesloten configuratie, respectievelijk. De twee elementen 101, 102 zijn geconfigureerd voor perspassing in elkaar in een gesloten configuratie. Een eerste element 102, dat bij voorkeur gevormd is als een integraal onderdeel, omvat een nagenoeg vlak onderoppervlak 103 en een vlak bovenoppervlak 1031, waarbij de nagenoeg vlakke onder- 103 en bovenoppervlakken 1031 parallel lopen met elkaar. Een hoofdvlak van het element 102 is

BE2017/5711 gedefinieerd door de nagenoeg vlakke oppervlakken 103, 1031. Het eerste element 102 omvat verder een eerste segment 104 waarvan een gedeelte zich omlaag uitstrekt vanuit het onderoppervlak 103 en in een richting dwars op het hoofdvlak, en een ander gedeelte dat zich omhoog uitstrekt vanuit het bovenoppervlak 1031 en ook in een richting dwars op het hoofdvlak. Het eerste segment 104 is, in het huidige voorbeeld, gepositioneerd op een eerste radiale positie 131 en ondersteunt een schoudersegment 140 dat aan zijn bovenste gedeelte daarmee verbonden is. Het schoudersegment 140 kan vlak zijn en is naar het centrum van het eerste element 102 gericht. Een steunstructuur 117 voor een behuizing 116 steekt in opwaartse richting uit het schoudersegment 140. Aan een binnenste omtreksrand is het schoudersegment 140 verbonden met een zich opwaarts oprichtend afgeknotte kegelsegment 141 dat een cirkelvormige opening 142 aan zijn bovenoppervlak omvat. Het sensorsamenstel 100 kan een sensor omvatten, dat een elektronisch circuit kan zijn, bv. een elektronisch circuit dat één of meer lichtcellen omvat, en kan bevestigd zijn aan een drager, bv. door binden of lijmen. Een algemene drager voor elektronische sensoren kan een printplaat zijn. Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding is de drager die de sensor draagt zelf bevestigd aan een integraal gevormd element, bv. door lijmen of door middel van bevestigingsmiddelen, bv. schroeven, bij voorkeur vlakbij of op zijn centrale locatie. In een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm is het element waaraan de sensordrager bevestigd kan zijn het eerste element 102 en omvat een cirkelvormige opening 142 aan zijn centrale locatie die de sensordrager omsluit. Het is ook mogelijk om een element van het sensorsamenstel 100 te verschaffen dat ook dienst doet als drager voor de sensorelektronica. Voor een dergelijk geval moet er geen specifieke sensordrager worden verschaft, wat dus de kosten voor extra onderdelen bespaart. Volgens de huidige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de sensordrager die de sensor draagt (niet weergegeven) in deze opening 142 geplaatst en bevestigd aan het bovenoppervlak van het afgeknotte kegel-segment 141 door middel van geschikte bevestigingsmiddelen. In een specifieke uitvoeringsvorm kunnen de bevestigingsmiddelen regelschroeven zijn die het voordeel bieden dat de gebruiker of installateur de oriëntatie van de sensor tijdens installatie van het sensorsamenstel 100 kan optimaliseren voor een optimale respons op een bestralingssignaal, voor een optimaal gezichtsveld, enz. Tijdens installatie kan het dus noodzakelijk zijn om de sensor van de sensordrager van energie te voorzien en het afdekelement 101 tegelijk laten verwijderen om toegang te verkrijgen tot de sensor of de sensordrager en deze te regelen. Voor een verhoogde veiligheid voor de installateur kan het in uitvoeringsvormen van de uitvinding

BE2017/5711 voordelig zijn om een dunne kunststoffolie te verschaffen die ten minste de opening 142 en de van energie voorziene sensor of sensordrager daarin bedekt. Een behuizing 116 is verbonden met de steunstructuur 117 van het eerste element 102. Deze behuizing 116 beschermt typisch draadverbindingen die zich uitstrekken vanuit een externe elektrische energietoevoer naar de sensor of sensordrager, verbindingsdraden of interfaces die communicatie tussen het sensorsamenstel 100 en een afzonderlijke verwerkingseenheid mogelijk maken, enz., en is gewoonlijk niet zichtbaar voor de gebruiker na aan een wand bevestigde installatie. Het eerste element 102 omvat verder een tweede ringvormig segment 105 waarvan een gedeelte omlaag uitsteekt vanuit het onderoppervlak 103 en in een richting dwars op het hoofdvlak, en een ander gedeelte dat omhoog uitsteekt vanuit het bovenoppervlak 1031 en ook in een richting dwars op het hoofdvlak. Het tweede ringvormige segment 105 is gepositioneerd op een tweede radiale positie 133 die groter is dan de eerste radiale positie 131 van het eerste segment 104.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het afdekelement 101 ook gevormd als een integraal onderdeel, bv. als een polymeer kunststofdeel, door spuitgieten. Verder is ten minste één gedeelte van het afdekelement 101 tegenover de opening 142 die de sensor omvat typisch vervaardigd uit een transparant materiaal om de detectie van optische stralingssignalen mogelijk te maken als het sensorsamenstel 100 zich in een gesloten configuratie bevindt, zoals weergegeven in Fig. 2. Additioneel kan het transparante gedeelte van het afdekelement 101, volgens de huidige uitvoeringsvorm, dienst doen als een vlakke lens, waardoor stralingssignalen die invallen op de sensor, geconcentreerd worden zodat het detectiesignaal vergroot. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de vlakke lens verschaft als een Fresnellens, bv. door patroonvorming van een bovenste, nagenoeg vlak binnenoppervlak 111 of het overeenkomstige buitenoppervlak ervan zodat het patroonvormige hoogteprofiel het karakteristieke diffractieve gedrag van een collimatorlens toont, bv. een collimerende, positieve lens met een focale lengte van 10 m. Het afdekelement 101 omvat een tweede segment 107 dat, in het huidige voorbeeld, uitsteekt uit het bovenste, binnenste, nagenoeg vlakke oppervlak 111 ervan op een derde radiale positie 132 zodat binnen zeer kleine toleranties de derde radiale positie 132 gedefinieerd is als de negatieve som van de eerste radiale positie 131 van het eerste segment 104 van het eerste element 102 en de wanddikte ervan, en zodat in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel 100 ten minste één gedeelte van een grensoppervlak 112 van het eerste segment 104 van het eerste element

BE2017/5711

102 en een gedeelte van het grensoppervlak 113 van het tweede segment 107 van het afdekelement 101 in contact zijn met elkaar. Aldus wordt een waterdichte afdichting gevormd door een nauwe passing van de twee contacterende oppervlakken 112, 113 wanneer het sensorsamenstel 100 is een gesloten configuratie gebracht wordt, zoals aangetoond in Fig. 2, waarin de bovenrand 109 van het tweede segment 107 van het afdekelement 101 in contact is met een fractie van het onderoppervlak van het schoudersegment 140 van het eerste element 102 en dit ondersteunt. Het omlaag afhangende gedeelte van het eerste segment 104 van het eerste element 102 is voldoende kort gekozen om het bovenste binnenoppervlak 111 van het afdekelement 101 niet te raken. Gedeelten 105 en 110 kunnen gepositioneerd zijn op een radiale positie 133 zodat deze gedeelten de eerste en tweede segmenten volledig omhullen zodanig dat het eerste element

102 in contact is met het afdekelement 101 indien de twee elementen 101, 102 correct met elkaar verbonden zijn in een gesloten configuratie.

In specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen de bovenranden 108, 109 van het eerste segment 104 van het eerste element 102 en het tweede segment 107 van het afdekelement 101, respectievelijk, een gedeeltelijk hellende rand omvatten, bv. een afschuining of schuine afkanting, die het risico op falen van materiaal na het uitoefenen van spanning vermindert, bv. na verbinding van de twee elementen 101, 102. Typische hellingshoeken van de randen liggen in het bereik van 15° tot 50°, bij voorkeur in het bereik van 25° tot 45°.

In de tekeningen zijn ook onderdelen 150, 151 van de kabelfixatie weergegeven, evenals een bevestigingsholte 152, een draadingang 153 en een knop om de draden 154 vrij te geven.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het integraal gevormde eerste element

102 vervaardigd zijn uit kunststof materiaal, bv. pvc. Een algemene productietechnologie hiervoor kan spuitgieten van kunststof zijn, hoewel uitvoeringsvormen hiertoe niet beperkt zijn. Het eerste element 102 omvat een basisgedeelte, bv. een vlak oppervlak 103 dat een hoofdvlak van het element definieert, en omvat verder een eerste, bv. rechtopstaand, segment 104 dat de sensor omcirkelt. De eerste sensor kan in een dwarse richting vanuit het basisgedeelte uitsteken en een centraal gedeelte van het eerste element 102, dichtbij de plaats waar de sensordrager zich bevindt, omsluiten. In sommige uitvoeringsvormen omvat het eerste element 102 verder een ander gedeelte 105 dat in een dwarse richting uit het basisgedeelte uitsteekt. Het buitenoppervlak van het andere gedeelte 105 kan samenvallen

BE2017/5711 met een gedeelte van het buitenoppervlak 106 van het sensorsamenstel 100. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het afdekelement 101 ook gevormd als een integraal onderdeel en kan ook vervaardigd zijn uit kunststof materiaal, bv. uit PVC, door een geschikt productieproces, bv. spuitgieten. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat het afdekelement 101 ten minste één bovengedeelte en een tweede segment 107.

Fig. 3 illustreert een dwarsdoorsnede van een waterdicht sensorsamenstel omvattend een eerste element 102 en een vlak lensbedekkingselement 102 volgens de uitvoeringsvorm, geïllustreerd in Figuren 1 en 2. Het eerste segment 104 en het tweede segment 107 zijn in vorm positie aangepast zodat, wanneer het afdekelement 101 op het eerste element 102 bevestigd is , het eerste segment 104 en het tweede segment 107 grenzend aan en in contact met elkaar gepositioneerd zijn om een afdichtingsgebied te vormen tussen het eerste element 102 en het afdekelement 101 op basis van een nauwe passing in het contactgebied of overlap 314 tussen het eerste segment 104 en het tweede segment 107. Daardoor wordt een waterdichte afdichting gevormd door een nauwe passing van de tweede contacterende oppervlakken 112, 113 van respectievelijk het eerste segment 104 en het tweede segment 107 wanneer het sensorsamenstel 100 in een gesloten configuratie wordt gebracht. Een perifeer ander gedeelte 110 vormt een buitenrand van het afdekelement 101. Het kan, wanneer het samenstel zich in een gesloten configuratie bevindt, het buitenoppervlak 106 vormen, samen met een ander gedeelte 105 van het eerste segment. Het kan samen met het andere gedeelte 105 van het eerste segment 104 een volledig gesloten buitengrens 106 van het sensorsamenstel 100 vormen. Deze gedeelten kunnen ook aangepast worden om aan elkaar bevestigd te worden door middel van een schroefdraad of klikmechanisme.

Het is een voordeel van de nauwe passing tussen ten minste één gedeelte van een buitenoppervlak 112 van het eerste segment 104 van het eerste element 102 en een gedeelte van een binnenoppervlak 113 van het tweede segment 107 van het afdekelement 101 dat een waterdichte afdichting gevormd wordt die de binnensensor, evenals zijn verbonden drager, beschermt tegen vocht, stof en tegen elk mechanisch indringen van vreemde voorwerpen, bv. instrumenten of vingers, dat een gevaar kan vormen voor de gebruiker, bv. kortsluitingen, corrosie, elektrische ontlading, enz. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding worden beschermingsgraden van zelfs IP54, volgens de IEC standaard 60529, verkregen, inclusief bescherming tegen spatten van water vanuit alle richtingen, zonder een pakking te moeten gebruiken tussen de koppelende elementen 101, 102.

BE2017/5711

Het materiaal van het afdekelement 101 en het materiaal van het eerste element 101 kan elk geschikt materiaal zijn zoals bekend bij eenieder die is onderlegd in het vakgebied, zolang één van het eerste segment 104 en het tweede segment 107 flexibel is om te kunnen gekoppeld worden aan het afdekelement 101 en het eerste element 102 en zodat na koppeling van het afdekelement 101 en het eerste element 102 spanning gecreëerd wordt in het contactgebied of de overlap 314 zodat een nauwe passing gevormd wordt tussen het afdekelement 101 en het eerste element 102. Op deze manier wordt een waterdichte afdichting verkregen tussen het afdekelement 101 en het eerste element 102 zonder dat er een pakking gebruikt moet worden tussen het afdekelement 101 en het eerste element 102. Flexibiliteit van één van de segmenten 104, 107 kan ook worden verkregen door het materiaal plaatselijk dunner te maken.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het contactoppervlak of overlap 314 tussen het eerste segment 104 en het tweede segment 107 ook worden gevormd door een steun die aanwezig is in het contactoppervlak 112, 113 van één van het eerste of tweede segment 104, 107 (niet weergegeven in de tekeningen).

In specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen het eerste element 102 en het afdekelement 101 verder aan elkaar worden gekoppeld door een geschikt koppelingsmiddel. Dit garandeert dat de twee elementen 101, 102 niet bewegen ten opzichte van elkaar in een gesloten configuratie en daarom een efficiënt afdichtend effect behouden. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens Fig. 1 en Fig. 2 wordt een geschikt koppelingsmiddel verschaft door een bajonetbevestiging gelijk aan deze die bekend is voor cameralensbevestigingen of CD-opslagvaten. Deze bajonetbevestiging omvat één of meer uitstekende lippen 144, gesitueerd langsheen het binnenste grensoppervlak van het perifere segment 110 van het afdekelement 101 dat een maas vormt met een gelijk aantal uitstekende flenzen 143 die verdeeld zijn langsheen het buitenste grensoppervlak van het tweede ringvormige segment 105 van het eerste element 102 onder een rotatie-actie. Door de resistente wrijvingskrachten tussen de flenzen 143 en de lippen 144 is het koppelmechanisme een zelfvergrendelend mechanisme. Verder kan een L-vormig uiteinde 145 worden verschaft aan één van de twee buitenste uiteinden van de flenzen 143, waardoor het zich verticaal uitstrekkende gedeelte van het L-vormige uiteinde 145 dienst doet als een stopmiddel dat verdere rotatie van de twee elementen 101, 102 ten opzichte van elkaar voorkomt, waardoor het maasvormend effect verdwijnt.

BE2017/5711

Er wordt nu verwezen naar Fig. 4 en Fig. 5 waarin een perspectiefaanzicht wordt getoond van een hemisferisch lens-sensorsamenstel 500 volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, het sensorsamenstel 500 omvattende twee koppelende elementen 501, 502 in een open en gesloten configuratie, respectievelijk. In een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens Fig. 4 en Fig. 5 omvat het sensorsamenstel 500 verder een behuizing 516 en een omhulling 550.

In vergelijking met de uitvoeringsvorm, geïllustreerd in Fig. 1 en Fig. 2, d.w.z. het vlakke lens-sensorsamenstel 100 met een focale lengte van 10 m, illustreert de alternatieve uitvoeringsvorm van Fig. 4 en Fig. 5 een convex, bv. hemisferisch, lens-sensorsamenstel 500 met een focale lengte van 24 m. Dit verlengde collimatiebereik van het afdekelement 501 dat dienst doet als lens, wordt verkregen door een groot gedeelte van de oorspronkelijk nagenoeg vlakke flat plaat gedefinieerd door het nagenoeg vlakke bovenoppervlak 511 ervan te veranderen in een convex structuur, bv. een koepelvormige structuur, bv. een hemisfeer, waardoor er slechts een klein, plat gedeelte aan bevestigd blijft dat een buitenrand 511 vormt. Het afdekelement 501 is bij voorkeur in integrale vorm.

Een eerste element 502 omvat, in het huidige voorbeeld, een ringvormig basissegment 503 met een nagenoeg vlak boven- en onderoppervlak van waaruit een Lvormig eerste segment 504 naar omlaag afhangt waarvan de horizontale staaf naar het centrum van het eerste element 502 gericht is. Verder omvat het L-vormige eerste segment 504 twee randachtige poten 5041, 5042 die omlaag uitsteken uit en bevestigd zijn aan het onderoppervlak van zijn horizontale staaf. Er is een schoudersegment 540 bevestigd aan de eerste poot 5041 dat afhangt vanuit het L-vormige eerste segment 504 op een licht lateraal verschoven manier; het strekt zich uit over het centrale gedeelte het eerste element 502. In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1 en Fig. 2 is het schoudersegment 540 van het eerste element 502 naar het afdekelement 501 georiënteerd. Dit is mogelijk doordat het afdekelement 501 een koepelvormige structuur omvat die in zijn binnenste holle gebied voldoende ruimte verschaft om het schoudersegment 540 in op te nemen. Op deze manier wordt op een voordelige manier een meer compact sensorsamenstel 500 gevormd. In het centrum verschaft het schoudersegment 540 een basis voor een omgekeerde piramidestructuur 541 waarmee het verbonden is. De piramidestructuur is voorzien van één of meer openingen 542 die een rechthoekig venster kunnen zijn, en kan worden aangepast voor bevestiging van een sensor of sensordrager (niet weergegeven). Het is te verkiezen en voordelig om een vierzijdige piramidestructuur 541 te hebben met openingen 542 in elke van

BE2017/5711 de vier zijwanden en bevestiging van een sensor of sensordrager daarop. Dit maakt een vergroot gezichtsveld mogelijk waarop het sensorsamenstel 500 reageert, wat wenselijk is met het oog op het convexe lensafdekelement 501 met een verlengde focale lengte van 24 m. Een enkele sensor op slechts één plaats kan mogelijk niet volstaan om een goede concentratie en detectie van straling vanuit alle richtingen te garanderen. Er kan een additionele kunststoffolie aan de basis-piramidestructuur 541 worden bevestigd zodat tijdens installatie de gebruiker geen gevaar loopt op elektrische schokken. Bovendien kunnen regelschroeven worden verschaft met de sensorbevestiging om de installateur in staat te stellen de prestatie van het sensorsamenstel 500 tijdens installatie te optimaliseren. Het elektriciteitsnet en andere draadverbindingen en circuits, bv. temperatuurregelcircuit, uitlaatcircuit, druk- of vochtigheidsregelcircuits, en communicatiecircuits of draden voor communicatie met een externe verwerkingseenheid zijn beschermd door een behuizing 516 die geplaatst is bovenop en bevestigd is aan het bovenoppervlak van de horizontale staaf van het L-vormige eerste segment 504 van het eerste element 502 zodat deze de gevoelige onderdelen omhult. Het eerste element omvat ook een ringvormig segment 505 dat omhoog en omlaag uitsteekt uit de omtrek van het ringvormige basissegment 503.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding volgens Fig. 4 en Fig. 5 is er ook een omhulling 550 opgenomen in het sensorsamenstel 500. Deze omvat een hellend basissegment 551 met een centrale opening en een perifeer segment waarvan de wand een buitenste grensoppervlak 506 van het sensorsamenstel 500 vormt in een gesloten configuratie zoals geïllustreerd in Fig. 5. De omhulling 550 omvat verder een ringvormig segment 552 dat omhoog uitsteekt nabij de binnenrand ervan. Indien correct geïnstalleerd komt de diameter van de centrale opening van het basissegment 551 overeen met de diameter van de koepelvormige structuur van het afdekelement 501 binnen een kleine tolerantie, zodat het afdekelement 501 aangrijpt op de omhulling 550 en ondersteund wordt door zijn ringvormig segment 552 dat in contact is met de buitenrand 511 in een geïnstalleerde configuratie. Bovendien strekt het buitenste grensoppervlak 506 van de omhulling 550 zich in de hoogte uit tot hetzelfde niveau als het ringvormige segment 505 van het eerste element 502 in een dergelijke geïnstalleerde en gesloten configuratie, wat installatie van het sensorsamenstel 500, bevestigd aan een vlak installatieoppervlak, bv. een plafond van een kamer, vergemakkelijkt zonder al te veel spanning op of vervorming van het sensorsamenstel 500.

BE2017/5711

In uitvoeringsvormen van de uitvinding volgens Fig. 4 en Fig. 5 wordt een gebied van nauwe passing voor een waterdichte werking van het sensorsamenstel 500 gevormd door het met elkaar verbinden en samenpersen, in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel 500, van de buitenste grensoppervlak 512 van de eerste poot 5041 afhangend van het Lvormige eerste segment 504 van het eerste element 502 en het binnenste grensoppervlak 513 van het afdekelement 501. Het overhangende gedeelte van het eerste element 502 gevormd door de tweede poot 5042 die afhangt vanuit het L-vormige eerste segment 504 bevestigt verder de bovenrand van het afdekelement 501 en voorkomt laterale afwijkingen ervan. Additioneel heeft dit overhangende gedeelte het voordeel dat het een verhoogde bescherming biedt tegen waterspatten vlakbij het gebied van nauwe passing.

De nauwe passing van het sensorsamenstel 500 geïllustreerd in Fig. 4 en Fig. 5 is in detail geïllustreerd in Fig. 6. Er wordt een waterdichte afdichting gevormd door een gebied van overlap 314 van nauwe passing van gedeelten van de twee contacterende oppervlakken 512, 513 indien het sensorsamenstel 500 in een gesloten configuratie wordt gebracht. Uit Fig. 6 blijkt ook duidelijk dat de randen 508, 509 van het eerste segment 504 van het eerste element 502 en het tweede segment 507 van het afdekelement 501, respectievelijk, typisch een hellend kenmerk, bv. een afschuining of schuine afkanting, vertonen die een aanwezig kenmerk van het integraal gevormd element 501, 502 kunnen vormen of daarvan kunnen worden afgesneden. Typische hellingshoeken van de randen liggen in het bereik van 15° tot 50°, bij voorkeur in het bereik van 25° tot 45°. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de uitvinding dat de randen 508, 509 van het eerste segment 504 van het eerste element 502 en het tweede segment 507 van het afdekelement 501, respectievelijk, gevormd zijn als hellende randen doordat dit technisch kenmerk de montage van de twee elementen 501, 502 vergemakkelijkt door middelen die druk uitoefenen of door mechanische bevestigingsmiddelen waardoor het contact tussen de segmenten vergroot zonder schade te veroorzaken aan of teveel spanning uit te oefenen op het eerste segment 504 van het eerste element 502 en het tweede segment 507 van het afdekelement 501.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het afdekelement 501 vervaardigd uit een transparant materiaal, bv. een transparante polymeerkunststof, zodat de sensor, bv. een lichtgevoelig halfgeleiderapparaat, een verhoogde interactie ervaart met een omgevingsvariabele, bv. een stralingssignaal, bv. zichtbaar of infraroodlicht. Verder kan het afdekelement 501, in een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm, een gewijzigd gedeelte omvatten om een lens te vormen en dienst te doen als lens die een stralingssignaal op de

BE2017/5711 sensor concentreert. Dit kan worden verkregen door plaatselijk de materiaalsamenstelling te veranderen om optisch meer compact te zijn, door de vorm van ten minste een gedeelte van het afdekelement 501 te veranderen in een gekromd oppervlak, door een refracterende dunne film aan te brengen op één of meer grens- of tussenoppervlakken van het afdekelement 501, door patroonvorming van één of meer grens- of tussenoppervlakken van het afdekelement, bv. patroonvorming van een vlak oppervlak om dienst te doen als Fresnellens, door het aanbrengen van een diffracterend optisch element of hologram op één of meer vlakke of gekromde oppervlakken van het afdekelement 501, enz. Als gevolg daarvan kan het afdekelement 501 worden geconfigureerd als een vlakke lens, een hemisferische lens, een asferische lens, enz. In een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het afdekelement 501 nog steeds transparant zijn zonder de functie van een lens te hebben. In dit geval, indien er nog steeds een lens vereist is voor een gepast gebruik van het sensorapparaat, kan een afzonderlijke lensdop verschaft en bevestigd worden aan het sensorsamenstel 500.

Over het algemeen, en zoals hierboven reeds beschreven, kan het materiaal van het afdekelement 501 en het materiaal van het eerste element 502 elk geschikt materiaal zijn zoals bekend bij eenieder die onderlegd is in het vakgebied, zolang ten minste één van het eerste segment 504 en het tweede segment 507 flexibel is om het afdekelement 501 en het eerste element 502 te kunnen koppelen en zodat na koppeling van het afdekelement 501 en het eerste element 502 spanning gecreëerd wordt in het contactgebied of de overlap 314 zodat een nauwe passing wordt gevormd tussen het afdekelement 501 en het eerste element 502. Op deze manier wordt een waterdichte afdichting verkregen tussen het afdekelement 501 en het eerste element 502 zonder dat er een pakking moet worden gebruikt tussen het afdekelement 501 en het eerste element 502.

In specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen het eerste element 502 en de omhulling 550 verder aan elkaar gekoppeld worden door een geschikt koppelingsmiddel. Dit garandeert dat het eerste element 502, de omhulling 550, en de afdekelementen 501 die daardoor worden ondersteund niet bewegen ten opzichte van elkaar in een gesloten configuratie en zodoende een efficiënt afdichtend effect behouden. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens Fig. 4 en Fig. 5 wordt een geschikt koppelingsmiddel verschaft door een bajonetbevestiging. Deze bajonetbevestiging omvat één of meer uitstekende lippen die gesitueerd zijn langsheen het binnenste grensoppervlak van het perifere segment van de omhulling 550 die een maas vormen met een gelijk aantal uitstekende flenzen die verdeeld

BE2017/5711 zijn langsheen het buitenste grensoppervlak van het perifere ringvormige segment 505 van het eerste element 502 onder een rotatie-actie. Door de resistente wrijvingskrachten tussen de flenzen en de lippen is het koppelmechanisme een zelfvergrendelend mechanisme. Verder kan een L-vormig uiteinde worden verschaft aan één van de twee buitenste uiteinden van de flenzen, waardoor het zich verticaal uitstrekkende gedeelte van het L-vormige uiteinde dienst doet als een stopmiddel dat verdere rotatie van de twee delen 550, 502 ten opzichte van elkaar voorkomt, waardoor het maasvormend effect verdwijnt.

Voor de volledigheid worden ook optionele componenten kabelfixatiedelen 560, 561 weergegeven evenals een bevestigingsholte 562, een positioneringholte 563, een tegenvorm 564 voor schroeven, een element dat de juiste positie van een gebruikt PCB 565 garandeert en een opening om toegang te verschaffen tot het apparaat 566.

Hoewel de uitvinding in detail werd geïllustreerd en beschreven in de tekeningen en bovenstaande beschrijving, dienen dergelijke illustratie en beschrijving louter als zijnde illustratief en kenschetsend en niet als beperkend te worden geïnterpreteerd. De bovenstaande beschrijving detailleert bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het dient duidelijk te zijn dat ongeacht hoe gedetailleerd het voorgaande in de tekst wordt beschreven, de uitvinding op vele manieren in de praktijk kan worden gebracht. De uitvinding is niet beperkt tot de geopenbaarde uitvoeringsvormen.

Andere variaties op de geopenbaarde uitvoeringsvormen kunnen worden begrepen en bewerkstelligd door eenieder die onderlegd is in het vakgebied voor het in praktijk brengen van de geclaimde uitvinding, uit bestudering van de tekeningen, de openbaring en de bijgevoegde conclusies. In de conclusies sluit het woord omvattende geen andere elementen of stappen uit, en sluit het onbepaalde lidwoord een geen veelheid uit. Het louter feit dat bepaalde maten vermeld zijn in onderling verschillende afhankelijke conclusies betekent niet dat er op voordelige wijze geen combinatie van deze maten kan worden gebruikt. Aie referentietekens in de conclusies mogen niet worden beschouwd als zijnde een beperking voor de beschermingsomvang van de uitvinding.

Claims

Conclusies

1, - Een sensorsamenstel (100, 500), omvattende een eerste element (102, 502), ten minste één sensor gepositioneerd in of op het eerste element (102, 502), en een afdekelement (101, 501) voor het afdekken van de ten minste één sensor, waarbij het eerste element (102, 502) ten minste één basisgedeelte (103, 503) en een eerste segment (104, 504) dat een omcirkelende wand vormt voor de ten minste één sensor, omvat, en waarbij het afdekelement (101, 501) ten minste één bovenste gedeelte en een tweede segment (107, 507) omvat, waarbij het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507) aangepast zijn in vorm en/of positie zodat, wanneer het afdekelement (101, 501) op het eerste element (102, 502) bevestigd is, het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507) grenzend aan en in contact met elkaar gepositioneerd zijn om een afdichtingsgebied te vormen tussen het eerste element (102, 502) en het afdekelement (101, 501) op basis van een nauwe passing in een contactgebied (314) tussen het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507).
2, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens conclusie 1, waarbij het contactgebied (314) tus- sen het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507) zich uitstrekt langsheen een binnenzijde van de omcirkelende wand die naar de sensor gericht is, of de tegenoverliggende zijde van de binnenzijde van de omcirkelende wand die naar de sensor gericht is.
3, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het afdichtingsgebied tussen het eerste element (102, 502) en het afdekelement (101, 501) een pakking-vrij afdichtingsgebied is.
4, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de segmenten (104, 504; 107, 507) die in contact zijn met elkaar om een gebied met nauwe passing te vormen in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel (100, 500) ten minste één gedeeltelijk hellende rand (108,109; 508, 509) omvat.
5, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507) licht overlappend gepositioneerd zijn om het contact te vergroten wanneer het eerste segment (104, 504) en het tweede segment (107, 507) grenzend aan elkaar gepositioneerd zijn bij bevestiging van het afdekelement (101, 501) op het eerste element (102, 502).
6, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het afdekelement (101, 501) dienst doet als lens.

B E2017/5711
7, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens conclusie 6, waarbij het afdekelement (101, 501) dat dienst doet als lens er één is van een vlakke lens, een Fresnel-lens, een convex lens of een hemisferische lens.
8, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het sensorsamenstel (100, 500) verder een omhullingselement (550) omvat dat het afdekelement (101, 501) in ten minste één gesloten configuratie van het sensorsamenstel (100, 500) ondersteunt.
9, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het sensorsamenstel (100, 500) verder een behuizingselement (116, 516) omvat, aangepast om bevestigd te worden aan de zijde van het eerste element (104, 504) tegenover de zijde die gericht is naar het afdekelement (101, 501) in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel (100, 500).
10, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens conclusie 9, waarbij het sensorsamenstel (100,

500) verder draadverbindingen naar de sensor omvat en waarin het behuizingelement (116, 516) zodanig geconfigureerd is dat het ten minste deze draadverbindingen in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel (100, 500) omhult en beschermt.
11, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens conclusie 10, waarbij het sensorsamenstel (100,

500) aan een wand bevestigd is tijdens gebruik van het sensorsamenstel (100, 500) zodat het behuizingselement (116, 516) niet zichtbaar is voor de gebruiker.
12, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij één of meer elementen integraal vervaardigd zijn uit polymeerkunststof.
13, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het sensorsamenstel (100, 500) verder regelmiddelen omvat voor het regelen van de sensororiëntatie tijdens installatie.
14, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het sensorsamenstel (100, 500) verder een beschermfolie omvat die de sensor bedekt en die rechtstreeks contact van de sensor vanop de zijde van het eerste element (104, 504) dat gericht is naar het afdekelement (101, 501) in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel (100, 500) voorkomt.
15, - Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het sensorsamenstel (100, 500) verder vergrendelmiddelen omvat voor het vasthouden van twee of meer elementen van het sensorsamenstel (100, 500) in een vaste positie ten opzichte van elkaar in een gesloten configuratie van het sensorsamenstel (100, 500), zodat

B E2017/5711 de nauwe passing permanent gehandhaafd wordt in die gesloten configuratie van het sensorsamenstel (100, 500).
16,- Een sensorsamenstel (100, 500) volgens conclusie 15, waarbij de vergrendelmiddelen ten minste één bajonetbevestiging (143,144,145) omvatten.

5
17,- Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de geschikte koppelingsmiddelen voor koppeling van de ten minste één sensor aan het eerste element (104, 504) bevestiging van de ten minste één sensor op een sensordrager omvat.
18,- Een sensorsamenstel (100, 500) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het sensorsamenstel (100, 500) een koppelingsmiddel omvat voor koppeling van de ten min10 ste één sensor met het eerste element (104, 504) via een sensordrager.