BE1025600B1

BE1025600B1 - Haard en werkwijze daarvoor

Info

Publication number: BE1025600B1
Application number: BE2010/0378A
Authority: BE
Inventors: Bartholomeus Bonifatius Schaafsma
Original assignee: Glen Dimplex Benelux B.V.; Faber International B.V.
Priority date: 2009-06-29
Filing date: 2010-06-24
Publication date: 2019-04-24
Also published as: GB201010877D0; NL2003102C2; GB2471561B; GB2471561A

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een haard en een werkwijze voor het voorzien van een gesegmenteerde vlam. De haard omvat - een behuizing; - een in de behuizing geplaatste brander voor het voorzien van vlammen in de behuizing, waarbij de brander twee of meer brander segmenten omvat; - besturingsmiddelen voor het aansturen van de brandersegmenten.

Description

HAARD EN WERKWIJZE DAARVOOR DL 4 U A U / U O i O

De onderhavige uitvinding betreft een haard omvattende een behuizing en een brander voorzien in de behuizing. Een dergelijke haard heeft in aanvulling op een decoratieve of visuele functie de functie van het verwarmen van de ruimte waarin de haard is geplaatst.

Bekende baarden omvatten een behuizing waarin een brander is voorzien voor het voorzien van vlammen. De brander omvat een ontsteking om de vlammen te starten zodra de gastoevoer naar de haard is gestart. Om de hoeveelheid warmte verschaft door de haard te verminderen wordt de gastoevoer veelal verminderd. Dit beïnvloedt de visuele aspecten van de vlammen in de haard gerelateerd aan de afmetingen zoals hoogte en kleur van de vlammen. Dit reduceert de visuele aspecten en decoratieve functie van de haard.

De onderhavige uitvinding heeft als doel een haard te verschaffen waarmee de regeling van de warmteproductie door de brander mogelijk is zonder de decoratieve functie van de vlammen te verminderen.

Dit doel wordt bereikt met de haard volgens de onderhavige uitvinding, de haard omvattende:

- een behuizing;

- een in de behuizing geplaatste brander voor het voorzien van vlammen in de behuizing, waarbij de brander twee of m.eer brander segmenten omvat;

- besturingsmiddelen voor het aansturen van de brandersegmenten.

Een haard wordt veelal voorzien met ten minste een doorkijk of aanzicht, zoals een glazen voorzijde met een raam om de decoratieve functie van de haard te verkrijgen. In geval van een glazen voorzijde kan een dergelijke

BE 20xO/OJ^r<8 2010/0378 voorzijde een vlak zijn, gebogen zijn of een andere vorm hebben. Verder is de haard voorzien van een zekere breedte, hoogte en diepte. Bij voorkeur is de haard voorzien van een gasbrander die gas consumeert, en meer specifiek veelal aardgas. Het gas wordt ontstoken door een ontsteking. Door het voorzien van twee of meer brandersegmenten voor de brander, samen met regelmiddelen voor het bedrijven van deze brandersegmenten, wordt een onafhankelijke regeling van de dimensies van de vlammen in de haard en de hoeveelheid warmteproductie bewerkstelligd. In geval alle brandersegmenten worden bedreven met de maximale gastoevoer wordt een maximale warmteproductie bewerkstelligd. In geval het gewenst is, of vereist is, de warmteproductie te reduceren, wordt ten minste één van de segmenten uitgezet, of wordt de gastoevoer in deze segmenten gereduceerd. Dit reduceert de totale warmteproductie van de haard. De resterende segmenten behouden hun bedrijf op de maximum, of relatief hoge gastoevoer. Derhalve behouden de vlammen geproduceerd door deze segmenten in hoofdzaak hun dimensies.

Dit betekent dat de visuele aspecten en decoratieve functie van de vlammen worden behouden onafhankelijk van de reductie in warmteproductie.

Volgens de uitvinding wordt een brander voorzien met brandersegmenten. Dit minimaliseert kosten voor de haard en, tegelijkertijd, voorziet dit in een in hoofdzaak, onafhankelijke regeling van het visuele aspect van de vlammen, zoals de hoogte van de vlammen, versus de warmte geproduceerd door de haard.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de brandersegmenten in hoofdzaak voorzien in hun breedterichting van de haard.

Door het voorzien van de branderdelen of brandersegmenten in hun breedterichting van de haard of met

BE aulO/OälS

2010/0378 andere woorden in een zij-bij-zijconfiguratie, regelen de regelmiddelen de totale breedte van de vlammen in de haard. Afhankelijk van de gewenste warmteproductie activeren de regelmiddelen alle of slechts enkele van de individuele brandersegmenten. Op alternatieve wijze, of in combinatie daarmee, bedrijven de regelmiddelen enige van de segmenten op een verschillend niveau. Dit maakt regelen van de warmteproductie door de haard mogelijk terwijl tegelijkertijd in hoofdzaak de visuele aspecten van de vlammen als decoratieve functie behouden blijven. De breedte van de vlammen kunnen worden gereduceerd om de warmteproductie te reduceren, echter, het visuele aspect in kleur, hoogte etcetera van de vlammen wordt behouden.

Bij voorkeur regelen de regelmiddelen de gastoevoer naar de afzonderlijke brandersegmenten. Voor efficiëntieredenen kan een aantal segmenten gegroepeerd worden en worden verbonden met dezelfde gastoevoer. Door het voorzien van meer dan één gastoevoer, bij voorkeur geregeld met de regelmiddelen, is het mogelijk het bedrijf van de brandersegmenten onafhankelijk van elkaar te regelen, of van de groep segmenten, om het gewenste niveau van warmteproductie te bewerkstelligen terwijl de gewenste visuele aspecten van de vlammen behouden blijven.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de brander een centraal brandersegment en ten minste één branderzijsegment aan elk van de branderzijden. Door het voorzien van een centraal brandersegment en ten minste één branderzijsegment aan elke zijde van de brander wordt een symmetrische vlam gerealiseerd. Bij voorkeur blijft het centrale brandersegment behouden op de optimale verbrandingspunt alwaar het een gewenst visueel effect realiseert alsook een decoratieve functie met vlammen. De branderzijsegmenten

2010/0378 worden bij voorkeur geregeld en bedreven om de warmteproductie aan te passen.

Op alternatieve wijze wordt het centrale segment geregeld en worden enige of alle van de branderzijsegmenten bedreven op het optimale verbrandingspunt resulterend in twee of meer decoratieve hot spots binnen de haard alwaar het optimale visuele aspect van de vlammen wordt voorzien. Momenteel heeft het regelen en aanpassen van de zijsegmenten, terwijl het centrale segment of segmenten worden bedreven op de optimale en visuele effect van de vlammen de voorkeur. Het regelen van enkele van de segmenten manipuleert de breedte van de vlammen, echter, het visuele effect gerelateerd aan kleur en hoogte blijft behouden. In feite ontkoppelt dit de warmteproductie van de decoratieve functie. Bij voorkeur bedrijven de regelmiddelen de branderzijsegmenten simultaan resulterend in een symmetrisch visueel effect van de vlam.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding ligt de ratio tussen de breedte van de centrale brandersegmenten en de totale breedte van de branderzijsegmenten tussen 0,25 en 2, en bijvoorkeur tussen 0,6 en 1,6.

In een ruimte voorzien met een haard met dimensies passend bij de afmetingen van de ruimten dient de warmteproductie veelal gereduceerd te worden met 50%, i.e. de brander dient bedreven te worden op 50% van de totale volle capaciteit. Bij bekende haarden wordt het visuele aspect en de decoratieve functie van de vlammen gereduceerd zelfs verder dan 50% als het verbrandingsproces zich anders gedraagt op dit werkpunt.

In een haard volgens de onderhavige uitvinding ligt de ratio tussen de breedte van het centrale brandersegment en de totale breedte van de

2010/0378 branderzijsegmenten, i.e. de som van breedte van deze zij segmenten, tussen 0,25 en 2. Indien de ratio 0,25 bedraagt hebben de zij segmenten een totale breedte van vier keer de breedte van het centrale segment. Dit is een relevante ratio voor relatief grote haarden met een relatief grote breedte. Voor haarden met een relatief kleine breedte, vergelijkbaar met een toortsachtige haard, zijn de zij segmenten relatief smal. In dat geval bedraagt de breedte van de centrale segmenten twee keer de breedte van de zij segmenten. Voor de meeste haarden die in de praktijk worden gebruikt hebben experimenten aangetoond dat de ratio tussen 0,6 en 1,6 de voorkeur heeft. Met deze ratio wordt de regelbaarheid van de warmteproductie van de haard en de breedte van vlammen geproduceerd door de brander, onderwijl behoudend de vlam op het gewenste visuele effect of niveau van decoratieve functie, optimaal over in hoofdzaak het gehele bereik van het bedrijf van de brander.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is ten minste de gastoevoer naar de centrale brandersegmenten aanpasbaar in het bereik van 10-100%, en bij voorkeur in het bereik van 20-100%.

Door het regelen van de gastoevoer naar de centrale brandersegmenten in het bereik van 10-100% is het mogelijk om de warmteproductie door de haard verder te reduceren. De actuele ondergrens voor dit bereik hangt, naast andere zaken, af van het ontwerp van de brander. Als één van de voordelige mogelijkheden bewerkstelligd door de haard volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk om, in een eerste stap, de gastoevoer naar de zij segmenten te reduceren en/of zelfs deze gastoevoer te sluiten. Dit reduceert warmteproductie door de haard enorm. In een tweede stap is het mogelijk de warmteproductie verder te reduceren

2010/0378 door het regelen van de gastoevoer naar het centrale brandersegment. Een 10%, veelal bijvoorbeeld 20%, gastoevoer is vereist om een continue (kleine) vlam in de haard te behouden. Ingeval dat de gastoevoer onder 10%, veelal bijvoorbeeld 20%, komt dient de gastoevoer afgesloten te worden voor veiligheidsredenen. Bij voorkeur is de gastoevoer naar het centrale brandersegment continu regelbaar in het complete bereik. Dit voorziet een regelbare warmteproductie door de haard, terwijl zolang mogelijk een optimale vlam, in de haard behouden blijft.

De onderhavige uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het voorzien van een gesegmenteerde vlam omvattende de stap van het voorzien van een haard zoals bovenstaande beschreven.

Een dergelijke werkwijze voorziet dezelfde effecten en voordelen als welke beschreven in relatie tot de haard.

Verdere voordelen, kenmerken en details worden getoond op basis van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij gerefereerd wordt aan de bijgevoegde tekeningen, waarin:

- figuur 1 toont een haard volgens de uitvinding; en

- figuur 2 toont de gesegmenteerde brander met de segmenten volgens de uitvinding.

Een ruimte 2 (figuur 1) met een plafond 4, zijwand 6 en vloer 8 is voorzien van een haard 10. Haard 10 voorziet vlammen 12 in een behuizing. Vlammen 12 zijn zichtbaar door een voorzijde 14 van glas, en een zijpaneel 16 van glas. Verder omvat haard 10 een achterwand 18 en zijwand 20. Haard 12 is verbonden met een aan- en afvoersysteem, in de getoonde uitvoering schoorsteen 22 voor het verwijderen van verbrandingsgassen en toevoer van gas en primaire lucht. In

2010/0378 de getoonde voorbeelden is haard 10 geplaatst op een ondersteuning 24.

Haard 10 is voorzien van een brander 26 (figuur 2). Brander 26 is in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van een centraal segment 28 met een breedte A, en een eerste zij segment 30 met breedte B en een tweede zij segment 32 met breedte C. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn segmenten 28, 30, 32 van haard 10 voorzien van branderopeningen 34 die op symmetrische wijze zijn voorzien. Andere configuraties van branderopeningen 34 behoren eveneens tot de mogelijkheden afhankelijk van de gewenste dimensies van de vlammen 12. Gas wordt toegevoerd via gasleiding 36 met klep 38. Leiding 36 is verbonden met de centrale gasleiding 40. Gasleiding 36 voorziet gas aan het centrale segment 28. Zij segment 32 wordt voorziet van gas door gasleiding 42 en zij segment 30 wordt voorzien van gas door gasleiding 44. Beide gasleidingen 42, 44 worden geregeld door klep 46. Brander 26 is voorzien van een regeleenheid 48 die kleppen 38, 46 regelt met regelsignalen 50, 52 respectievelijk.

In geval de warmteproductie gereduceerd dient te worden, bijvoorbeeld in geval ruimte 2 reeds de gewenste temperatuur heeft bereikt, manipuleert regelaar 48 kleppen 38 en 46. Door het manipuleren van klep 46 worden zij segmenten 30 en 32 van minder gas voorzien, terwijl centraal segment 28 nog steeds dezelfde hoeveelheid gas ontvangt. Derhalve gaat centraal segment 28 verder met de gewenste decoratieve vlammen, terwijl de vlammen van de zij segmenten 30, 32 worden gereduceerd of zelfs worden afgesloten. Dit betekent dat het visuele aspect van vlammen 12 behouden blijft in het centrum van haard 10, terwijl warmteproductie is gereduceerd.

De onderhavige uitvinding wordt geenszins beperkt door de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan.

2010/0378

De gevraagde rechten worden gedefinieerd door de nevolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties mogelijk zijn.

Bijvoorbeeld, het is mogelijk brander 26 te voorzien met additionele zijsegmenten 30, 32. Eveneens is het mogelijk om meer dan één centraal segment 28 te voorzien en/of dit centraal segment 28 enigszins uit het centrum van brander 26 te voorzien afhankelijk van het type haard. Voorts is het mogelijk om meer dan één centraal segment 28 te voorzien verdeeld, over de gehele breedte van haard 10 in geval van een haard 10 met een relatief grote breedte. Dit zou resulteren in diverse zogeheten hot spots met vlammen, zelfs in het geval van een gereduceerde warmteproductie.

Claims

CONCLUSIES

1. Haard, omvattende;

- een behuizing;

- een in de behuizing geplaatste brander voor het voorzien van vlammen in de behuizing, waarbij de brander twee of meer brander segmenten omvat;

- besturingsmiddelen voor het aansturen van de brandersegmenten.
2. Haard volgens conclusie 1, waarin de brander segmenten in hoofdzaak zijn voorzien in een breedterichting van de haard.
3. Haard volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende separate gastoevoeren voor de brander segmenten.
4. Haard volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin tijdens gebruik de gastoevoer van ten minste één van de brander segmenten instelbaar is.
5. Haard volgens Haard volgens één of meer van de conclusies 1-4, waarin de brander omvattende een centraal brander segment en ten minste één brander zij-segment aan elke zijde van de brander.
6. Haard volgens conclusie 5, waarin de besturingsmiddelen de brander zij-segmenten simultaan aansturen.

2010/0378
7. Haard volgens conclusie 5 of 6, waarin de ratio tussen de breedte van het centrale brander segment en de totale breedte van de brander zij-segmenten is gelegen tussen 0,25 en 2 en bij voorkeur tussen 0,6

5 en 1,6.
8. Haard volgens conclusie 5, 6 of 7, waarin ten minste de gastoevoer naar het centrale brandersegment regelbaar is in het bereik van 10-100%, bij voorkeur

10 in het bereik van 20-100%.
9. Werkwijze voor het voorzien van een gesegmenteerde vlam omvattende de stap van het voorzien van een haard volgens één of meer van de conclusies 1-8.