BE1025230B1 - Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast - Google Patents

Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast Download PDF

Info

Publication number
BE1025230B1
BE1025230B1 BE2017/5360A BE201705360A BE1025230B1 BE 1025230 B1 BE1025230 B1 BE 1025230B1 BE 2017/5360 A BE2017/5360 A BE 2017/5360A BE 201705360 A BE201705360 A BE 201705360A BE 1025230 B1 BE1025230 B1 BE 1025230B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
stair
central
staircase
string
hinge axis
Prior art date
Application number
BE2017/5360A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025230A1 (nl
Inventor
Gaston Lijnen
Original Assignee
Nordag, Besloten Vennootschap Met Beperkte Aansprakelijkheid
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nordag, Besloten Vennootschap Met Beperkte Aansprakelijkheid filed Critical Nordag, Besloten Vennootschap Met Beperkte Aansprakelijkheid
Priority to BE2017/5360A priority Critical patent/BE1025230B1/nl
Publication of BE1025230A1 publication Critical patent/BE1025230A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025230B1 publication Critical patent/BE1025230B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/104Treads
    • E04F11/1041Treads having means to adjust the height, the depth and/or the slope of the stair steps
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/022Stairways; Layouts thereof characterised by the supporting structure
    • E04F11/025Stairways having stringers
    • E04F11/0255Stairways having stringers having adjustable gradient
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/022Stairways; Layouts thereof characterised by the supporting structure
    • E04F11/025Stairways having stringers
    • E04F11/028Stairways having stringers having a central stringer

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Steps, Ramps, And Handrails (AREA)

Abstract

Snelbouwtrap (1) die één centrale trapboom (2) omvat, die voorzien is van een hechtingsmechanisme (3) voor een reeks treden (4), daardoor gekenmerkt dat elke trede voorzien is van een instelbaar dragend stangenstelsel (5) dat op de centrale trapboom (2) kan worden vastgezet op voorgeperforeerde posities, en waarbij dit stangenstelsel (5) zodanig kan ingesteld worden, dat de trede die erop rust horizontaal waterpas is, en de optrede en aantrede ervan automatisch aangepast is aan de hellingshoek van de trapboom waarop de trede gemonteerd is.

Description

Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een snelbouwtrap en op een werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het snel inbouwen van een trap in een woning of gebouw, zonder deze trap volledig op maat te moeten vervaardigen.
Het is bekend dat trappen voor woningen of andere gebouwen, meestal uit hout of metaal worden gebouwd, en dat deze na opmeting van de ruimte waarin hij moet geplaatst worden, op voorhand op maat worden vervaardigd in een schrijnwerkerij voor houten trappen of in een werkplaats voor metalen trappen, en dat deze ter plaatse worden geleverd en geplaatst. De positie en het aantal treden ligt daarbij op voorhand vast.
Trappen onderscheiden zich door hun hellingshoek met de vloer van waaraf ze vertrekken. Trappen op publieke plaatsen hebben typisch een hellingshoek van 30°, een optrede van 17 cm zijnde het hoogteverschil tussen opeenvolgende treden en een aantrede van 29 cm zijnde de diepte van een trede. Trappen in particuliere woningen hebben typisch een hellingshoek van 37-38°, een optrede van 18,6 cm en een aantrede van 24 cm. Zoldertrappen hebben typisch een hellingshoek van 45°, een optrede van 19 cm en een aantrede van 19 cm.
Voor een bepaald hoogteverschil tussen twee verdiepingen bepaalt de hellingshoek de lengte van de trap en het aantal treden dat er in past. Traditioneel wordt ter plaatse opgemeten welke de maat van de trap dient te zijn, en wordt deze trap in een schrijnwerkerij of werkplaats vervaardigd met het voorziene aantal treden en wordt de trap vervolgens naar de werf gebracht.
Klassiek is dat de lengte of helling van de trap nog moet aangepast worden aan de werkelijke situatie omdat de op maat gemaakte trap toch niet helemaal past. Meestal komen hier vaklui aan te pas, die de plaatsing afwerken door de nodige aanpassingen aan de trap aan te brengen, waarbij soms de bovenste of onderste trede een verschillende optrede krijgt dan de andere treden van de trap.
Een nadeel van deze werkwijze is dat elke trap op maat gemaakt moet worden, en men geen gebruik kan maken van gestandaardiseerde en geprefabriceerde elementen.
Nog een nadeel is dat voor elke trap een gedetailleerde en individuele opmeting ter plaatse nodig is, hetgeen de nodige kosten met zich meebrengt.
Een bijkomend nadeel is dat de trap in de meeste gevallen niet kan hergebruikt worden in een andere situatie omdat de specifieke afstand en helling van de treden dit niet toelaten, en ook omdat de trap in zijn geheel zou moeten verplaatst worden, omdat hij niet eenvoudig te demonteren is.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een snelbouwtrap die toelaat. de trap snel en passend op te bouwen uitgaande van geprefabriceerde elementen, die door de eindgebruiker zelf bijvoorbeeld aangebracht, gemonteerd en afgesteld kunnen worden, en waarbij schrijnwerkers of vaklui niet meer vereist zijn.
Hiertoe betreft de uitvinding een snelbouwtrap tussen twee horizontale vlakken of verdiepingen, bestaande uit één centrale trapboom, die voorzien is van een hechtingsmechanisme voor een reeks treden, waarbij elke trede voorzien is van een instelbaar dragend stangenstelsel dat op de centrale trapboom kan worden vastgezet op voorgeperforeerde posities en waarbij dit stangenstelsel zo kan ingesteld worden, dat de trede die erop rust horizontaal waterpas is en de optrede en aantrede ervan automatisch aangepast is aan de hellingshoek van de trapboom waarop de trede gemonteerd is.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het instelbaar dragend stangenstelsel bestaat deze uit een steunplaat voor het dragen van een trede voorzien van een onderste scharnieras en een bovenste scharnieras; een langste scharnierbare stang die de onderste scharnieras verbindt met een voorste scharnieras van de trede; een kortste scharnierende stang die de bovenste scharnieras verbindt met een achterste scharnieras van de trede en een derde scharnierende stang van tussenliggende lengte, die de onderste scharnieras verbindt met een middelste scharnieras van de trede waarbij de achterste en de middelste scharnieras van de trede door een verschuifbare slede met elkaar verbonden zijn, waarbij de slede door een sleuf evenwijdig met het tredeoppervlak kan bewegen, terwijl de middelste scharnieras van de trede ook verbonden is met een verschuifbaar gedeelte dat rond een stang met schroefdraad kan bewegen, welke zich evenwijdig met het tredeoppervlak bevindt en de voorste scharnieras van de trede met schroefdraad verbindt met het verschuifbaar gedeelte rond de stang.
Bij voorkeur is de stang met schroefdraad voorzien van twee stelschroeven, die zich aan weerszijden van het verschuifbaar gedeelte bevinden en die beiden tot tegen het verschuifbaar gedeelte kunnen aangeschroefd worden, zodat de positie van het verschuifbaar gedeelte op de stang met schroefdraad vastgelegd wordt.
Een voordeel van deze stelschroeven is dat zij toelaten de positie van het trede-oppervlak zo in te stellen dat het oppervlak horizontaal en waterpas is en dat tevens de optrede en aantrede aangepast zijn aan de hellingshoek van de trapboom.
Bij voorkeur verhouden de afstanden tussen de scharnierassen zich als volgt: tussen onderste en bovenste scharnierassen van de steunplaat: 104,8 (A) ; - tussen onderste scharnieras van de steunplaat en voorste scharnieras van de trede: 120 (B); - tussen de onderste scharnieras van de steunplaat en de middelste scharnieras van de trede: 102 (C); tussen de middelste scharnieras van de trede en de achterste scharnieras van de trede: 48 (D); tussen de achterste scharnieras van de trede en de bovenste scharnieras van de steunplaat: 53,7 (E).
Een voordeel van deze verhouding is dat door het verschuiven van één enkel beweegbaar stuk, namelijk het beweegbaar gedeelte op de stang met schroefdraad, niet alleen de helling van het tredeoppervlak aangepast kan worden aan de helling van de trapboom, maar dat simultaan ook de afstanden van de optrede en aantrede aangepast worden aan de helling van de trapboom.
Bij voorkeur is de trapboom voorzien van een opzetbaar voetstuk waarmee de centrale trapboom op de vloer van een lagere verdieping staat.
Bij voorkeur is dit opzetbaar voetstuk voorzien van regelbare steunpoten, zodat de trapboom met voetstuk de vloer of de lagere verdieping zelf niet raakt, maar door middel van de afgeregelde steunpoten op de gepaste hoogte wordt gehouden om de onderste trede op de gewenste hoogte boven de vloer of lagere verdieping te brengen.
Bij voorkeur is voor de ophanging van de trapboom aan een muur of steunpunt een ophangstuk voorzien dat aan de opstaande muur is bevestigd en dat voorzien is van een wighaak met veer.
Bij voorkeur is de trapboom voorzien van een bovenstuk waarmee de centrale trapboom aan het ophangstuk aan de opstaande muur kan bevestigd worden om deze met de trap te beklimmen naar een hogere verdieping of een hoger horizontaal vlak.
Het hechtingsmechanisme van de trapboom voor een reeks treden bestaat uit een aantal voorgeboorde perforaties in de centrale trapboom op gelijke afstand van elkaar, die aan de binnenzijde van de holle trapboom voorzien zijn van een moer zoals een blindklinkmoer, waarin een schroefbout past, die doorheen een centraal dubbelgetand plaatje vanaf de buitenzijde kan aangeschroefd worden, waarbij het dubbelgetand plaatje in een vaste positie tussen twee getande randen van een steunplaatje wordt vastgehouden, dat op zijn beurt is vastgeklonken aan het instelbaar dragend stangenstelsel van de bijhorende trede, zodat de positie van de trede op de trapboom vastgelegd wordt.
Een voordeel van een dergelijke snelbouwtrap is dat men gebruik kan maken van geprefabriceerde elementen zijnde de trapboom, het bovenstuk, het voetstuk en de treden.
Nog een voordeel van een dergelijke snelbouwtrap is dat er geen gedetailleerde opmeting ter plaatse nodig is, maar dat een meting van het juiste hoogteverschil tussen het onderste en het bovenste horizontale vlak volstaat. Samen met de toegelaten hellingshoek bepaalt deze meting welke standaardlengte voor de trapboom gekozen dient te worden.
Zo kan voor een hoogteverschil van 2,45 m tot 2,55 m eenzelfde geprefabriceerde standaardlengte van trapboom gebruikt worden, of een langer formaat van geprefabriceerde trapboom worden gekozen indien men een minder steile hellingshoek wenst. Het passend aantal treden wordt gerealiseerd door het juiste aantal standaard geprefabriceerde treden uit voorraad te nemen en te monteren.
Het resultaat is een snellere uitvoering van de snelbouwtrap die ter plaatse geassembleerd kan worden uit de geprefabriceerde elementen en steeds past, omdat het voetstuk de vloer niet raakt, maar wel de twee regelbare steunpoten die aan het voetstuk zijn bevestigd. Ook de helling van elke trede kan ter plaatse perfect waterpas worden gemaakt door het regelen van de stelschroeven van het dragend stangenstelsel onder de trede.
Nog een voordeel van de snelbouwtrap is dat deze kan geassembleerd worden door elke handige klusser en niet noodzakelijk door gespecialiseerde vaklui dient vervaardigd en geplaatst te worden.
In een variante uitvoeringsvorm zijn de centrale trapboom en de traptreden in aluminium uitgevoerd, waarbij de centrale trapboom een aluminium profiel is met voorgeperforeerde posities waarop een instelbaar dragend stangenstelsel en steunvlak voor elke trede kan vastgezet worden.
De trede zelf kan volledig in aluminium zijn uitgevoerd waarbij zowel de trede zelf als de trapsteun, waarop de traptrede bevestigd is, uit aluminium vervaardigd zijn. De trapsteun bestaat uit twee draagvleugels en twee steunvleugels met daartussen twee centrale schuifstukken, een kort schuifstuk met één laterale perforatie, en een langer schuifstuk met twee laterale perforaties. Deze laterale perforaties zijn voorzien van blindklinkmoeren, die toelaten de schuifstukken op de gewenste positie te vergrendelen.
De draagvleugels zijn elk voorzien van twee perforaties waardoorheen ze bevestigd kunnen worden in de twee open sleuven die daartoe voorzien zijn aan de onderzijde van de trede uit aluminium.
Het spreekt voor zich dat deze twee perforaties ook kunnen dienen voor het bevestigen van bijvoorbeeld een houten traptrede op de draagvleugels.
De twee steunvleugels waarop de draagvleugels rusten zijn elk voorzien van een sleufvormige perforatie, waardoorheen een geleider van het langere schuifstuk geleid wordt naar een gewenste positie, die door middel van een centrale stelschroef, die in een centrale opening in het langere schuifstuk past, kan vastgezet worden, samen met het instelbaar stangenstelsel dat onder de trapsteun is bevestigd.
Een voordeel van deze variant uit aluminium, is dat de positie van de trede door één enkele centrale stelschroef kan vastgezet worden.
Nog een voordeel van deze variant is de hoge precisie waarmee de aluminium onderdelen vervaardigd kunnen worden voor een relatief lage kostprijs.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een snelbouwtrap volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in zijaanzicht een snelbouwtrap volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op grotere schaal en in zijaanzicht het gedeelte van figuur 1 weergeeft aangeduid met F2; figuur 3 op grotere schaal en in zijaanzicht het gedeelte van figuur 1 weergeeft aangeduid met F3; figuur 4 in perspectief het gedeelte van figuur 1 weergeeft aangeduid met F3; figuur 5 in perspectief het gedeelte van figuur 1 weergeeft aangeduid met F2; figuur 6 een geëxplodeerd zicht weergeeft van het instelbaar dragend stangenstelsel volgens de uitvinding; figuur 7 een zijaanzicht van het stangenstelsel volgens de uitvinding weergeeft; figuur 8 een variant van figuur 1 weergeeft; figuur 9 meer in detail het gedeelte aangeduid met F9 in figuur 8 weergeeft; figuur 10 meer in detail het gedeelte aangeduid met F10 in figuur 8 weergeeft; figuur 11 figuur 9 weergeeft maar bij een andere hellingshoek; figuur 12 ook figuur 9 weergeeft maar bij nog een andere hellingshoek; figuur 13 figuur 10 weergeeft maar bij een andere hellingshoek; figuur 14 figuur 10 weergeeft maar bij nog een andere hellingshoek; figuur 15 in perspectief en onderaanzicht een variant van een trede uit aluminium weergeeft; figuur 16 een doorsnede door figuur 15 volgens de lijn XVI- XVI weergeeft; figuur 17 een doorsnede door figuur 15 volgens de lijn XVII- XVII weergeeft; figuur 18 een bovenaanzicht weergeeft van figuur 17; figuur 19 op grotere schaal een detail weergeeft aangeduid met F19 in figuur 15; figuur 20 een dwarsdoorsnede weergeeft van een aluminium schuifstuk volgens lijn XVII-XVII in figuur 15; figuur 21 een zijaanzicht van een aluminium schuifstuk met twee perforaties weergeeft; figuur 22 een zijaanzicht van een aluminium schuifstuk met één perforatie weergeeft; figuur 23 een geëxplodeerd bovenaanzicht van een variant weergeeft van het instelbaar dragend stangenstelsel gekoppeld aan de onderste trede volgens de uitvinding; figuur 24 figuur 23 weergeeft maar nu gekoppeld aan een tussenliggende trede; figuur 25 in perspectief een geëxploreerd, bovenaanzicht weergeeft van een variante traptrede uit aluminium.
In figuur 1 is een snelbouwtrap 1 volgens de uitvinding in zijaanzicht weergegeven, bestaande uit één centrale trapboom 2, een hechtingsmechanisme 3 voor een reeks treden 4, die elk voorzien zijn van een instelbaar dragend stangenstelsel 5, een voetstuk 6 en een bovenstuk 7 waarmee de centrale trapboom 2 aan een ophangstuk 8 is bevestigd, dat zich tegen de te beklimmen muur 9 bevindt.
In figuur 2 is het gedeelte aangeduid met F2 in figuur 1, in zijaanzicht en meer in detail weergegeven. Dit gedeelte omvat het voetstuk 6, voorzien van twee instelbare steunpoten 10, en van de onderste trede 11 van de trap. Elke trede is voorzien van een instelbaar dragend stangenstelsel 5, dat één stang voorzien van schroefdraad 12 omvat en drie scharnierbare stangen 13, 14 en 15 waarrond het verschuifbaar gedeelte 15' van de scharnierbare stang 15 kan verschoven worden, en waarbij de stang 12 met schroefdraad twee stelschroeven 16, 16' bevat, waarmee het verschuifbaar gedeelte 15' op een gekozen positie op de stang 12 met schroefdraad kan vastgezet worden.
Het instelbaar dragend stangenstelsel 5 is gemonteerd op een dragend element 17 dat vastgeklonken is aan een steunplaatje 18 met twee getande randen, waartussen een dubbelgetand centraal plaatje 19 op een verschuifbare positie k.an vastgezet worden door middel van een centrale schroefbout 20, die samenwerkt met een blindklinkmoer 21 die zich aan de andere zijde van de centrale trapboom 2 bevindt.
In figuur 3 is meer in detail en in zijaanzicht het gedeelte weergegeven aangeduid door F3 in figuur 1. Dit gedeelte omvat het bovenstuk 7 waarmee de centrale trapboom 2 aan een ophangstuk 8 is bevestigd, dat zich tegen de te beklimmen muur 9 bevindt, en omvat ook de bovenste trede 22 waarvan het oppervlak gelijk loopt met het bovenste horizontale vlak 23.
In figuur 4 is in perspectief het gedeelte aangeduid met F2 in figuur 1 weergegeven, met het voetstuk 6, voorzien van twee instelbare steunpoten 10, die door middel van twee verbindingsstangen 24 verbonden zijn met de centrale trapboom 2, en met de voorkant van de onderste trede 11 van de trap. De centrale trapboom 2 zelf raakt het onderste horizontale vlak 25 of de vloer niet.
In figuur 5 is in perspectief het gedeelte weergegeven aangeduid door F3 in figuur 1. Dit gedeelte omvat het bovenstuk 7 waarmee de centrale trapboom 2 aan een ophangstuk 8 is bevestigd, door middel van een wig 26 die met behulp van een veer 27 achter een wighaak 28 wordt vastgehouden.
In figuur 6 is een geëxplodeerd zicht weergegeven op het instelbaar dragend stangenstelsel van een trede volgens de uitvinding, waarbij het dragend gedeelte bestaat uit het dragend element 17 dat vastgeklonken is aan een steunplaatje 18 met twee getande randen, waartussen een dubbelgetand centraal plaatje 19 op een verschuifbare positie kan vastgezet worden door middel van een centrale schroefbout 20, die samenwerkt met een blindklinkmoer 21 die het dragend gedeelte op de centrale trapboom 2 vast zet.
Het instelbaar stangenstelsel 5 bestaat uit de langste scharnierbare stang 13 die de onderste scharnieras 29 verbindt met de voorste scharnieras 31 van de trede, een kortste scharnierende stang 14 die de bovenste scharnieras 30 verbindt met de achterste scharnieras 32 van de trede, en een derde scharnierende stang 15 van tussenliggende lengte, die de onderste scharnieras 29 verbindt met de middelste scharnieras 32' van de trede terwijl de achterste 32 en de middelste scharnieras 32' van de trede door een verschuifbare slede 33 met elkaar verbonden zijn, waarbij de slede 3 door een sleuf 34 evenwijdig met het tredeoppervlak kan bewegen, terwijl de middelste scharnieras 32' van de trede ook verbonden is met een verschuifbaar gedeelte 15' dat rond de stang met schroefdraad 12 kan bewegen, die zich evenwijdig met het trede-oppervlak bevindt en de voorste scharnieras 31 van de trede verbindt met het verschuifbaar gedeelte 15' rond de stang met schroefdraad 12.
In figuur 7 wordt een zijaanzicht van het stangenstelsel 5 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de relatieve afstanden tussen de scharnierassen worden weergegeven: - tussen onderste 29 en bovenste 30 scharnierassen van de steunplaat 17: 104,8 (A); - tussen onderste scharnieras 29 van de steunplaat 17 en voorste scharnieras 31 van de trede: 120 (B); - tussen de onderste scharnieras 29 van de steunplaat 17 en de middelste scharnieras 32' van de trede: 102 (C); - tussen de middelste scharnieras 32' van de trede en de achterste scharnieras 32 van de trede: 48 (D); ~ tussen de achterste scharnieras 32 van de trede en de bovenste scharnieras 30 van de steunplaat: 53,7 (E).
In figuur 8 wordt een variant van een snelbouwtrap 1 volgens de uitvinding in zijaanzicht weergegeven, met een variante uitvoeringsvorm van het ophangstuk 8' waarmee de centrale trapboom 2 aan de te beklimmen muur 9 is bevestigd en waarbij de treden 4' elk voorzien zijn van een afgeronde voorzijde 35 die tot tegen het instelbaar stangenstelsel 5 kan verschoven worden en ook voorzien zijn van een afgeronde achterzijde 36.
In figuur 9 is het gedeelte aangeduid met F9 in figuur 8, meer in detail weergegeven, bij een hellingshoek van 52°, tussen de centrale trapboom 2 en de opstaande muur 9, waarbij een alternatieve uitvoeringsvorm van het ophangstuk 8' wordt gebruikt, waarbij de afgeronde voorzijde 35 van elke trede 4' tot tegen het instelbaar stangenstelsel 5 verschoven is.
In figuur 10 wordt het gedeelte aangeduid met F10 in figuur 8 meer in detail weergegeven bij een hellingshoek van 38° van de centrale trapboom 2 ten opzichte van de vloer 25 en de afgeronde voorzijde 35 van elke trede 4' tot tegen het instelbaar stangenstelsel 5 verschoven is.
In figuur 11 wordt figuur 9 weergegeven bij een hellingshoek van 45° met de vloer 25 en de opstaande muur 9, waarbij de afgeronde voorzijde 35 van elke trede 4' niet tot tegen het instelbaar stangenstelsel 5 verschoven blij ft.
In figuur 12 wordt figuur 9 weergegeven bij een hellingshoek van 60° met de opstaande muur 9 en 30° met de vloer 25, waarbij de afgeronde voorzijde 35 van elke trede 4' tot tegen het instelbaar stangenstelsel 5 verschoven is.
In figuur 13 wordt figuur 12 weergegeven maar nu bij een hellingshoek van 52° van de centrale trapboom 2 ten opzichte van de opstaande muur 9 of 38° ten opzichte van de vloer 25, waarbij de afgeronde voorzijde 35 van elke trede 4' niet tot tegen het instelbaar stangenstelsel 5 verschoven is.
In figuur 14 wordt figuur 10 weergegeven bij een hellingshoek van 30° van de centrale trapboom 2 ten opzichte van de vloer 25 of 60° ten opzichte van de opstaande muur 9, waarbij de afgeronde voorzijde 35 van elke trede 4' tot tegen het instelbaar stangenstelsel 5 verschoven blijft.
In figuur 15 wordt het onderaanzicht weergegeven van een variante traptrede 37 uit aluminium, voorzien van een afgeronde achterzijde 38 en een voorzijde 39 met stootrand 40, en van twee open sleuven 41, 42 waarin een trapsteun 43 kan bevestigd worden.
In figuur 16 wordt een doorsnede loodrecht op de lengterichting van de variante traptrede 37 getoond, waarop ook de twee open sleuven 41, 42 in doorsnede te zien zijn.
In figuur 17 wordt een doorsnede getoond van de trapsteun 43, waarop de traptrede bevestigd kan worden, met daarin twee centrale schuifstukken 44, 44' uit aluminium waaraan twee draagvleugels 45, 45' zijn bevestigd en twee steunvleugels 46, 46'.
Figuur 18 toont een bovenaanzicht van de trapsteun 43, waarop de een traptrede 37 kan bevestigd worden, waarop de perforaties 47 in de draagvleugels 45, 45' zijn voorzien voor de bevestiging van de draagvleugels in de open sleuven 41, 42 van de traptrede 37.
Figuur 19 toont in zijaanzicht een steunvleugel 46' met afgeschuinde achterkant 48', waarin de laterale perforatie 49 en sleufvormige perforatie 50 goed te zien zijn.
Figuur 20 toont een dwarsdoorsnede van de schuifstukken 44 of 44', met een centrale doorgang 51 voor het aanbrengen van een centrale stelschroef.
Figuur 21 en 22 tonen respectievelijk het schuifstuk 44 en 44', met respectievelijk twee laterale perforaties 52 en één laterale perforatie 52' waarin blindklinkmoeren kunnen passen.
Figuur 23 toont een variante uitvoeringsvorm van het stangenstelsel ter ondersteuning van een trede waarbij de bovenste assen 31, 32, 23 omgeven zijn door cilinders 53, 54, 55 die star met elkaar zijn verbonden met een dwarsverbinding 56, en die door één centrale stelschroef 57 in de gewenste positie kunnen worden gezet.
Figuur 24 toont dezelfde variante uitvoeringsvorm van het stangenstelsel ter ondersteuning van een trede maar nu bevestigd op dragende elementen 17 die vastgeklonken zijn aan een steunplaatje 18 met twee getande randen, waartussen een dubbelgetand centraal plaatje 19 op een verschuifbare positie kan vastgezet worden door middel van een centrale schroefbout 20, die samenwerkt met een blindklinkmoer 21 die het dragend gedeelte op de centrale trapboom 2 vastzet.
Figuur 25 toont in perspectief nog een variante uitvoeringsvorm van een traptrede uit aluminium in bovenaanzicht, bestaande uit twee geëxtrudeerde onderdelen 58, 59 die klemmend in elkaar kunnen worden geschoven, met vorming van een trede voorzien van een afgeronde achterzijde 38 en een voorzijde 39 met stootrand 40, en van twee open sleuven 41, 42 waarin een trapsteun 43 kan bevestigd worden. Deze variant kan voorzien worden van LED-strips 60 met houder 61 door deze te plaatsen op in de daartoe voorziene uitsparing 62 aan de onderkant van de voorzijde 39 van de trede. Het onderdeel 59 kan aan de bovenkant uitgerust worden met twee rubberen of kunststof antislip strips 63, 64 in de daartoe voorziene uitsparingen 65 van het voorste onderdeel 59 van de traptrede. De zijkanten van de traptrede zijn afgewerkt met twee zijdelingse afdekpanelen 66.
De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het plaatsen van deze snelbouwtrap, die tenminste bestaat uit de volgende stappen: - het opmeten van het hoogteverschil tussen de twee door de trap te verbinden horizontale vlakken, namelijk het bovenste horizontale vlak 23 en het onderste horizontale vlak 25 of vloer; - het kiezen van de hellingshoek en daaruit volgend de keuze van het aantal treden 4 en hun optrede en aantrede afmetingen; ~ het kiezen van een geprefabriceerde trapboomlengte die het gewenste hoogteverschil en hellingshoek en het gewenste aantal treden kan overbruggen; - het monteren van een bovenstuk 7 aan de bovenzijde van de trapboom waarmee de trapboom 2 aan een ophangstuk 8, 8' kan worden bevestigd; - het monteren van een voetstuk 6 aan de onderzijde van de trapboom waarmee de trapboom 2 op het onderste horizontale vlak 25 of vloer kan rusten; - het monteren van een ophangstuk 8, 8' aan de bovenzijde van de muur 9 of constructie waaraan het bovenstuk 7 van de trapboom 2 bevestigd dient te worden om het bovenste horizontale vlak 23 te bereiken; - het ophangen van de trapboom 2 door middel van zijn bovenstuk 7 aan het ophangstuk 8, 8' door het inschuiven van een wig 26 die met behulp van een veer 27 achter een wighaak 28 wordt vastgehouden in het ophangstuk 8, 8'; - het laten zakken van de onderkant van de trapboom 2 tot het voetstuk 6 aan de onderzijde van de trapboom contact maakt met het onderste horizontale vlak 25 door middel, van twee regelbare steunpoten 10, die aan het voetstuk zijn bevestigd door middel van twee verbindingsstangen 24; - het afstellen van de hoogte van het voetstuk boven het onderste horizontale vlak door het aandraaien of terugdraaien van de regelbare steunpoten 10, tot een horizontale stand van de onderste trede 11 mogelijk is; - het monteren van geprefabriceerde treden 4, 58, 59 op de daartoe voorziene voorgeboorde perforaties in de trapboom 2 door het inschroeven van een schroefbout 20 in een blindklinkmoer 21, doorheen een centraal dubbelgetand plaatje 19 en doorheen de perforatie van de trapboom 2, waarbij het dubbelgetand plaatje 19 in een vaste positie tussen twee getande randen van een steunplaatje 18 wordt vastgehouden; - het fijner afstellen van de positie van de trede 4 door het verschuiven van het dubbelgetand plaatje 19 over één of meer tanden van de getande randen van het steunplaatje 18 naar boven of naar beneden toe, waarbij een verschuiving van één tand overeenstemt met een hoogteverschil van +/- 2 mm van de trede 4 naargelang de hellingshoek van de centrale trapboom 2; - het afstellen van elke trede 4 afzonderlijk door het aandraaien van de twee stelschroeven 16, 16' of van een enkele centrale stelschroef 57 rond het verschuifbaar gedeelte 15 van het stangenstelsel 5 van elke trede, tot het oppervlak van de trede 4 waterpas of perfect horizontaal staat.
De trap is nu klaar voor gebruik, en kan naderhand nog gedemonteerd worden voor hergebruik op een andere locatie.
Het spreekt voor zich dat de treden ook door meer dan één trapboom kunnen worden ondersteund om bijvoorbeeld bredere trappen mogelijk te maken.
Ook kan het stangenstelsel op een andere manier dan de beschreven manier in een bepaalde stand vastgezet worden, waarbij de regelbaarheid van de treden ook verzekerd blij ft.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een snelbouwtrap volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden zoals deze in de volgende conclusies wordt gedefinieerd.

Claims (17)

Conclusies .
1. - Snelbouwtrap (1} die één centrale trapboom (2) omvat, die voorzien is van een hechtingsmechanisme (3) voor een reeks treden (4), daardoor gekenmerkt dat elke trede voorzien is van een instelbaar dragend stangenstelsel (5) dat op de centrale trapboom (2) kan worden vastgezet op voorgeperforeerde posities, en waarbij dit stangenstelsel (5) zodanig kan ingesteld worden, dat de trede die erop rust horizontaal waterpas is, en de optrede en aantrede ervan automatisch aangepast is aan de hellingshoek van de trapboom waarop de trede gemonteerd is.
2, - Snelbouwtrap volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het instelbaar dragend stangenstelsel (5) enerzijds een dragend gedeelte omvat dat bestaat uit het dragend element (17) met een bovenste (30) en onderste scharnieras (29), dat vastgeklonken is aan een steunplaatje (18) met twee getande randen, waartussen een dubbelgetand centraal plaatje (19) op een verschuifbare positie kan vastgezet worden door middel van een centrale schroefbout (20), die samenwerkt met een moer (21) die het dragend gedeelte op de centrale trapboom (2) vastzet, en anderzijds een instelbaar stangenstelsel (5) omvat dat bestaat uit een langste scharnierbare stang (13) die de onderste scharnieras (29) verbindt met een voorste scharnieras (31) van de trede, een kortste scharnierende stang (14) die de bovenste scharnieras (30) verbindt met een achterste scharnieras (32) van de trede, en een derde scharnierende stang (15) van tussenliggende lengte, die de onderste scharnieras (29) verbindt met de middelste scharnieras (32') van de trede terwijl de achterste (32) en de middelste scharnieras (32') van de trede door een verschuifbare slede (33) met elkaar verbonden zijn, waarbij de slede (33) door een sleuf (34) evenwijdig met het trede-oppervlak kan bewegen, terwijl de middelste scharnieras (32') van de trede ook verbonden is met een verschuifbaar gedeelte (15') dat rond een stang met schroefdraad (12) kan bewegen, die zich evenwijdig met het trede-oppervlak bevindt, en de voorste scharnieras (31) van de trede verbindt met het verschuifbaar gedeelte (15') rond de stang met schroefdraad (12).
3. - Snelbouwtrap volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de stang met schroefdraad (12) voorzien is van twee stelschroeven (16, 16'), die zich aan weerszijden van het verschuifbaar gedeelte (15') bevinden, en die beiden tot tegen het verschuifbaar gedeelte (15') kunnen aangeschroefd worden, zodat de positie van het verschuifbaar gedeelte (15') op de stang met schroefdraad (12) vastgelegd wordt.
4. - Snelbouwtrap volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de afstanden tussen de scharnierassen zich als volgt verhouden: ~ tussen onderste (29) en bovenste (30) scharnierassen van de steunplaat (17): 104,8 (A) ; - tussen onderste scharnieras (29) van de steunplaat (17) en voorste scharnieras (31) van de trede: 120 (B); - tussen de onderste scharnieras (29) van de steunplaat (17) en de middelste scharnieras (32') van de trede: 102 (C) ; - tussen de middelste scharnieras (32') van de trede en de achterste scharnieras (32) van de trede: 48 (D); - tussen de achterste scharnieras (32) van de trede en de bovenste scharnieras (30) van de steunplaat: 53,7 (E).
5. - Snelbouwtrap volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het hechtingsmechanisme (3) voor een reeks treden bestaat uit een aantal voorgeboorde perforaties in de centrale trapboom (2) op gelijke afstand van elkaar, die aan de binnenzijde van de holle trapboom voorzien zijn van een moer (21), waarin een schroefbout (20) past, waarmee een instelbaar dragend stangenstelsel op de centrale trapboom kan worden vastgezet.
6. - Snelbouwtrap volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de moer (21) een blindklinkmoer is.
7. - Snelbouwtrap volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de schroefbout (20) doorheen een centraal dubbelgetand plaatje (19) kan aangeschroefd worden, waarbij het dubbelgetand plaatje (19) in een vaste positie tussen twee getande randen van een steunplaatje (18) wordt vastgehouden, dat op z.ijn beurt is vastgeklonken aan het instelbaar dragend stangenstelsel (17) van de bijhorende trede (4), zodat de positie van de trede op de trapboom (2) vastgelegd wordt.
8. - Snelbouwtrap volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de trapboom (2) voorzien is van een opzetbaar voetstuk (6) waarmee de centrale trapboom (2) op de vloer (25) van een lagere verdieping staat.
9. ~ Snelbouwtrap volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het opzetbaar voetstuk (6) voorzien is van regelbare steunpoten (10), zodat de trapboom met voetstuk de vloer (25) of de lagere verdieping zelf niet raakt, maar door middel van de afgeregelde steunpoten (10) op de gepaste hoogte wordt gehouden om de onderste trede (11) op de gewenste hoogte boven de vloer (25) of lagere verdieping te brengen.
10. - Snelbouwtrap volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de trapboom (2) voorzien is van een bovenstuk (7) waarmee de centrale trapboom (2) aan een ophangstuk (8) aan de opstaande muur kan bevestigd worden om deze met de trap te beklimmen naar een hogere verdieping of een hoger horizontaal vlak (23).
11. - Snelbouwtrap volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het bovenstuk waarmee de centrale trapboom (2) aan een ophangstuk (8) wordt vastgehouden, bevestigd is door middel van een wig (26) die met behulp van een veer (27) achter een wighaak (28) wordt geklemd.
12. - Snelbouwtrap volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de centrale trapboom (2) en de traptreden (4) geheel of gedeeltelijk in aluminium zijn uitgevoerd.
13. - Snelbouwtrap volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de trede (4) volledig in aluminium is uitgevoerd waarbij zowel de trede zelf (37) als de trapsteun (43), waarop de traptrede (37) bevestigd is, uit aluminium vervaardigd zijn.
14. - Snelbouwtrap volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de trede (4) zelf in hout is uitgevoerd, maar de trapsteun (43), waarop de traptrede bevestigd is, uit aluminium is vervaardigd.
15. - Snelbouwtrap volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de trapsteun (43) bestaat uit twee draagvleugels (45, 45') en twee steunvleugels (46, 46') met daartussen twee centrale schuifstukken, een kort schuifstuk (44') met één laterale perforatie (52'), en een langer schuifstuk (44) met twee laterale perforaties (52), waarbij deze laterale perforaties zijn voorzien van blindklinkmoeren, die toelaten de schuifstukken (44, 44') op de gewenste posities te vergrendelen.
16. - Snelbouwtrap volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de draagvleugels (45, 45') elk voorzien zijn van twee perforaties (47) waar doorheen ze bevestigd kunnen worden in de twee open sleuven (41, 42) die daartoe voorzien zijn aan de onderzijde van de traptrede (37) uit aluminium.
17. - Werkwijze voor het plaatsen van een snelbouwtrap (1), beschreven in conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij ten minste volgende stappen omvat: - het opmeten van het hoogteverschil tussen de twee door de trap te verbinden horizontale vlakken, namelijk het bovenste horizontale vlak (23) en het onderste horizontale vlak (25) of vloer; - het kiezen van de hellingshoek en daaruit volgend de keuze van het aantal treden (4) en hun optrede en aantrede afmetingen; - het kiezen van een geprefabriceerde trapboomlengte die het gewenste hoogteverschil en hellingshoek en het gewenste aantal treden kan overbruggen; - het monteren van een bovenstuk (7) aan de bovenzijde van de trapboom waarmee de trapboom (2) aan een ophangstuk (8) kan worden bevestigd; - het monteren van een voetstuk (6) aan de onderzijde van de trapboom waarmee de trapboom (2) op het onderste horizontale vlak (25) kan rusten; - het monteren van een ophangstuk (8) aan de bovenzijde van de muur (9) of constructie waaraan het bovenstuk. (7) van de trapboom 2 bevestigd dient te worden om het bovenste horizontale vlak (23) te bereiken; - het ophangen van de trapboom (2) door middel van zijn bovenstuk (7) aan het ophangstuk (8) door het inschuiven van een wig (26) die met behulp van een veer (27) achter een wighaak (28) wordt vastgehouden in het ophangstuk (8); - het laten zakken van de onderkant van de trapboom (2) tot het voetstuk (6) aan de onderzijde van de trapboom contact maakt met het onderste horizontale vlak (25) door middel van twee regelbare steunpoten (10), die aan het voetstuk (6) zijn bevestigd door middel van twee verbindingsstangen (24) ; - het afstellen van de hoogte van het voetstuk (6) boven het onderste horizontale vlak (25) door het aandraaien of terugdraaien van de regelbare steunpoten (10), tot een horizontale stand van de onderste trede (11) mogelijk is; - het monteren van geprefabriceerde treden (4) (58, 59) op de daartoe voorziene voorgeboorde perforaties in de trapboom (2) door het inschroeven van een schroefbout (20) in een moer (21), doorheen een centraal dubbelgetand plaatje (19) en doorheen de voorgeboorde perforatie van de trapboom (2), waarbij het dubbelgetand plaatje (19) in een vaste positie tussen twee getande randen van een steunplaatje (18) wordt vastgehouden; - het fijner afstellen van de positie van de trede (4) door het verschuiven van het dubbelgetand plaatje (19) over één of meer tanden van de getande randen van het steunplaatje (18) naar boven of naar beneden toe, waarbij een verschuiving van één tand overeenstemt met een hoogteverschil van +/- 2 mm van de trede (4) naargelang de hellingshoek van de centrale trapboom (2); - het afstellen van elke trede (4) afzonderlijk door het aandraaien van de twee stelschroeven (16, 16') rond het verschuifbaar gedeelte (15') van het stangenstelsel (5) van elke trede, tot het oppervlak van de trede (4) waterpas of perfect horizontaal staat, of in het geval een variant stangenstelsel wordt gebruikt, door het aandraaien van één centrale stelschroef (57); - in het geval een variante trede uit aluminium gebruikt wordt die opgebouwd is uit twee samenstellende delen, dienen deze eerst in elkaar te worden geschoven, waarna de antislip strips uit rubber of kunststof aangebracht kunnen worden in de daartoe voorziene sleuven. Optioneel kan de voorkant van de trede voorzien worden van LED-strips in de daartoe voorziene uitsparing.
BE2017/5360A 2017-05-15 2017-05-15 Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast BE1025230B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5360A BE1025230B1 (nl) 2017-05-15 2017-05-15 Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5360A BE1025230B1 (nl) 2017-05-15 2017-05-15 Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025230A1 BE1025230A1 (nl) 2018-12-10
BE1025230B1 true BE1025230B1 (nl) 2018-12-17

Family

ID=58772287

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5360A BE1025230B1 (nl) 2017-05-15 2017-05-15 Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1025230B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110206244A (zh) * 2019-06-03 2019-09-06 吴旭标 一种方便轮椅上楼的升降楼梯

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3119851A1 (fr) * 2021-02-17 2022-08-19 Stéphane DORNIER Escalier modulaire à limon central

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1904742U (de) * 1964-09-10 1964-11-19 Eugen Riedling Bautreppenstufe.
DE2809704A1 (de) * 1978-03-07 1979-09-13 Dieter Glockner Mittelholmtreppe
DE8907261U1 (nl) * 1989-06-14 1989-08-03 Glockner, Dieter, Ing.(Grad.), 8540 Schwabach, De
US5131197A (en) * 1991-02-25 1992-07-21 Impo, Inc. Mounted stairway
GB2453189A (en) * 2007-09-29 2009-04-01 Tom Potter A stair assembly with pivoting steps

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1904742U (de) * 1964-09-10 1964-11-19 Eugen Riedling Bautreppenstufe.
DE2809704A1 (de) * 1978-03-07 1979-09-13 Dieter Glockner Mittelholmtreppe
DE8907261U1 (nl) * 1989-06-14 1989-08-03 Glockner, Dieter, Ing.(Grad.), 8540 Schwabach, De
US5131197A (en) * 1991-02-25 1992-07-21 Impo, Inc. Mounted stairway
GB2453189A (en) * 2007-09-29 2009-04-01 Tom Potter A stair assembly with pivoting steps

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110206244A (zh) * 2019-06-03 2019-09-06 吴旭标 一种方便轮椅上楼的升降楼梯

Also Published As

Publication number Publication date
BE1025230A1 (nl) 2018-12-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2805149C (en) Modular system for assembling ramps, decks, and other raised structures
BE1025230B1 (nl) Snelbouwtrap en werkwijze waarbij zulke trap wordt toegepast
US6125598A (en) Modular traditional staircase
CA2421669C (en) Adjustable stair stringer and railing
US9422726B2 (en) Stair system
US20210087821A1 (en) Telescopic staircase system and uses thereof
US3092372A (en) Railing
US20070000191A1 (en) Spiral staircase kit
WO2020065292A1 (en) Tile support apparatus and method
JP7162111B2 (ja) 階段用支柱及び階段用支柱と階段用手摺との固定構造
AU2021215192B2 (en) Temporary Stairway with Void Cover
BE1023924B1 (nl) Systeem van elementen voor het samenstellen van een trap en een trap samengesteld met elementen van zulk systeem
US4128976A (en) Spiral stair kit
KR20100055605A (ko) 개량형 조립식 계단
BE1024264B1 (nl) Draagsysteem voor een vloer voor standenbouw
CA1151833A (en) Stairs and stair brackets
GB2196035A (en) Staircases built from kit of parts
US10006207B2 (en) Open stair case with center uncut stringer
BE1008493A4 (nl) Treden.
WO2006061813A1 (en) A staircase
JPH0620779U (ja) スライド式仮設階段
US4831706A (en) Method of making spiral staircases
AU2022205141A1 (en) Stair stringer
JPH0527620Y2 (nl)
CA2857824A1 (en) Bracket for use in construction of a balustrade

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20181217

PD Change of ownership

Owner name: SKYLUX N.V.; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CESSION; FORMER OWNER NAME: NORDAG, BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID

Effective date: 20191125

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230531