BE1025205B1 - Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor en werkwijze daarvoor - Google Patents

Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor en werkwijze daarvoor Download PDF

Info

Publication number
BE1025205B1
BE1025205B1 BE2017/5477A BE201705477A BE1025205B1 BE 1025205 B1 BE1025205 B1 BE 1025205B1 BE 2017/5477 A BE2017/5477 A BE 2017/5477A BE 201705477 A BE201705477 A BE 201705477A BE 1025205 B1 BE1025205 B1 BE 1025205B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
liquid
inlet
fluid
side wall
separation means
Prior art date
Application number
BE2017/5477A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025205A1 (nl
Inventor
Glenn Vinck
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap filed Critical Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap
Priority to EP18717126.9A priority Critical patent/EP3615173B1/en
Priority to PCT/IB2018/051851 priority patent/WO2018197967A1/en
Priority to CA3057001A priority patent/CA3057001C/en
Priority to RU2019138051A priority patent/RU2735684C1/ru
Priority to US16/499,485 priority patent/US11235269B2/en
Priority to BR112019022182-4A priority patent/BR112019022182B1/pt
Priority to CN201820624083.5U priority patent/CN208757187U/zh
Priority to CN201810393214.8A priority patent/CN108786341B/zh
Publication of BE1025205A1 publication Critical patent/BE1025205A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025205B1 publication Critical patent/BE1025205B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D45/00Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces
    • B01D45/12Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces by centrifugal forces
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D50/00Combinations of methods or devices for separating particles from gases or vapours
    • B01D50/20Combinations of devices covered by groups B01D45/00 and B01D46/00
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D45/00Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces
    • B01D45/02Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces by utilising gravity
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C9/00Combinations with other devices, e.g. fans, expansion chambers, diffusors, water locks
    • B04C2009/002Combinations with other devices, e.g. fans, expansion chambers, diffusors, water locks with external filters
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • B04C5/24Multiple arrangement thereof
    • B04C5/28Multiple arrangement thereof for parallel flow
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C18/00Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids
    • F04C18/08Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing
    • F04C18/12Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type
    • F04C18/14Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type with toothed rotary pistons
    • F04C18/16Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type with toothed rotary pistons with helical teeth, e.g. chevron-shaped, screw type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/0007Injection of a fluid in the working chamber for sealing, cooling and lubricating
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/02Lubrication; Lubricant separation
    • F04C29/026Lubricant separation

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Cyclones (AREA)
  • Separating Particles In Gases By Inertia (AREA)

Abstract

De huidige uitvinging heeft betrekking op een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstrom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor, waarbij de inrichting een eerste vat omvattende een eerste bodemplaat, een eerste zijwand omvattende een inlaat in fluïdumverbinding met een uitlaat voor gecomprimeerd gas en een deksel omvattende een uitlaat omvat, waarbij de inrichting verder het volgende omvat : - een eerste scheidingdmiddel; - een tweerde scheidingdmidde; - een derde scheidingdmidde; waarbij de inrichting verder het volgende omvat - een inlaatkanaal dat in fluïdumverbinding staat met de inlaat, waarbij het inlaatkanaal een bovenste paneel en een onderste paneel omvat, waarbij ten minste het bovenste paneel een helling creëert, met het hoogste punt op de eerste zijwand en het laagste punt bij het tegenover gelegen uiteinde.

Description

Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor en werkwijze daarvoor.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïn j ecteerde compressor, waarbij de inrichting een eerste vat omvattende een eerste bodemplaat, een eerste zijwand omvattende een inlaat in fluïdumverbinding met een uitlaat voor gecomprimeerd gas en een deksel omvattende de uitlaat omvat, waarbij de inrichting verder het volgende omvat: - een eerste scheidingsmiddel omvattende een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone, waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone in fluïdumverbinding staan met de inlaat; waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone elk een eerste plaat omvatten, waarop een cirkelvormige wand is gemonteerd, waarbij een eerste en een tweede fluïdumkanaal tussen elk van de cirkelvormige wand en de eerste zijwand gevormd worden; - een tweede scheidingsmiddel voorzien in elk van de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, waarbij het tweede scheidingsmiddel ten minste een daarin gemonteerde cycloon omvat; - een derde scheidingsmiddel dat ten minste een daarin gemonteerd filter omvat, waarbij het filter in fluïdumverbinding staat met één van de cyclonen en waarbij het derde scheidingsmiddel in fluïdumverbinding staat met de uitlaat; en - waarbij het inlaatkanaal een vinachtige structuur omvat om het door de inlaat stromende gas in twee stromingen te verdelen.
In de industrie wordt voortdurend getracht bestaande vloeistofscheiders te vervolmaken omdat de eisen die gesteld worden aan de zuiverheid van het gas dat dergelijke vloeistofscheiders verlaat, steeds stringenter worden.
Alhoewel bestaande vloeistofscheiders een goede oplossing bieden, zoals bijvoorbeeld die welke in WO 2016/172.770 A gedefinieerd is met Atlas Copco Airpower als Aanvraagster, trachten de bedrijven die dergelijke vloeistofscheiders gebruiken, continu dergelijke inrichtingen te vervolmaken.
Dienovereenkomstig is het een doel van de huidige uitvinding om een efficiënte vloeistofscheider te voorzien, waarvoor de zuiverheid van het gas dat door de uitlaat stroomt verhoogd is.
Het is een ander doel van de huidige uitvinding om een oplossing te voorzien om de onderdelen van de vloeistofscheider nog beter te beschermen tegen de potentieel beschadigende kracht van het fluïdum dat daarin treedt.
Een ander doel van de huidige uitvinding is het voorzien van een eenvoudig en goedkoop alternatief voor bestaande inrichtingen.
De huidige uitvinding biedt een oplossing voor ten minste één van de bovengenoemde en/of andere problemen door het voorzien van een inrichting voor het afscheiden van een vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor, waarbij de inrichting een eerste vat omvattende een eerste bodemplaat, een eerste zijwand omvattende een inlaat in fluïdumverbinding met een uitlaat voor gecomprimeerd gas en een deksel omvattende een uitlaat omvat, waarbij de inrichting verder het volgende omvat: - een eerste scheidingsmiddel omvattende een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone, waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone in fluidumverbinding staan met de inlaat; waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone elk een eerste plaat omvatten waarop een cirkelvormige wand is gemonteerd, waarbij een eerste en een tweede fluidumkanaal tussen elk van de cirkelvormige wand en de eerste zijwand gevormd worden; - een tweede scheidingsmiddel voorzien in elk de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, waarbij het tweede scheidingsmiddel ten minste een daarin gemonteerde cycloon omvat; - een derde scheidingsmiddel dat ten minste een daarin gemonteerd filter omvat, waarbij het filter in fluïdumverbinding staat met één van de cyclonen en waarbij het derde scheidingsmiddel in fluïdumverbinding staat met de uitlaat; - een inlaatkanaal dat in fluïdumverbinding staat met de inlaat, waarbij het inlaatkanaal een vinachtige structuur omvat om het door de inlaat stromende gas in twee stromingen te verdelen; waarbij de inrichting verder het volgende omvat - het inlaatkanaal omvattende een bovenste paneel en een onderste paneel waarvan één uiteinde aangepast is om op de eerste zijwand gemonteerd te worden, waarbij ten minste het bovenste paneel een helling creëert, met het hoogste punt op de eerste zijwand en het laagste punt bij het tegenover gelegen uiteinde.
Omdat het inlaatkanaal een bovenste paneel en een onderste panel omvat, wordt het fluïdum dat door de inlaat stroomt, in een neerwaartse beweging geleid, waarbij dit in de richting van de bodemplaat wordt gedwongen. Door een dergelijke beweging aan te nemen, zullen de vloeistofdruppeltjes die in het fluïdum aanwezig zijn, efficiënter onder invloed van de zwaartekracht vallen en zal meer vloeistof verzameld worden.
Verder doet zich een symbiotisch effect voor omdat de inrichting een dergelijk inlaatkanaal omvat, waarvan ten minste het bovenste paneel voorzien is onder een hoek en de twee cirkelvormige wanden een eerste en tweede fluïdumkanaal vormen, omdat het fluïdum niet alleen in een neerwaartse beweging geleid wordt terwijl het fluïdum in de richting van het eerste en tweede fluïdumkanaal stroomt, maar een dergelijke beweging door dergelijke kanalen in stand gehouden wordt, wat de hoeveelheid geëxtraheerde vloeistof nog verder vergroot.
Door een grotere hoeveelheid vloeistof te verzamelen onmiddellijk nadat dit de inrichting binnentreedt, worden de cyclonen en het ten minste ene filter verder beschermd tegen de potentiële beschadigende eigenschappen van de vloeistof, wat de frequentie van onderhoudsbeurten verlaagt en de levensduur van de cyclonen en van het ten minste ene filter verlengt.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het afscheiden van een vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een eerste scheidingsmiddel omvattende een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone, waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone elk een eerste plaat omvatten, waarop een cirkelvormige wand gemonteerd is en een eerste en tweede fluïdumkanaal tussen elk van de cirkelvormige wand en een eerste zijwand voorzien worden; - het voorzien van een tweede scheidingsmiddel in elk van de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, en het voorzien van ten minste een cycloon daarin; - het voorzien van een derde scheidingsmiddel omvattende ten minste een filter, waarbij het filter in fluïdumverbinding met één van de cyclonen voorzien wordt; - het voorzien van een eerste vat omvattende de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, het tweede scheidingsmiddel en het derde scheidingsmiddel, waarbij het eerste vat de eerste zijwand omvattende de inlaat, een eerste bodemplaat en een deksel omvattende een uitlaat omvat; - het voorzien van een vinachtige structuur voor het splitsen de fluïdumstroming uit de inlaat door de eerste en tweede fluïdumkanalen; - het geleiden van het fluïdum uit de eerste en tweede vloeistofscheidingszone door het tweede scheidingsmiddel, het verzamelen van de vloeistof die uit het fluïdum op de eerste bodemplaat druppelt, en verder het geleiden van het fluïdum door het derde scheidingsmiddel voordat dit door de uitlaat geleid wordt; waarbij de werkwijze verder de volgende stappen omvat: - het voorzien van een inlaatkanaal omvattende een bovenste paneel en een onderste paneel en het geleiden van het fluïdum dat in een neerwaartse beweging door het inlaatkanaal stroomt en verder het splitsen daarvan in twee stromingen, door het eerste en tweede fluïdumkanaal, door een vin.
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn dat de met betrekking tot de inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom getoonde voordelen eveneens gelden voor de werkwijze voor het afscheiden van een vloeistof uit een gasstroom.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde vacuümpomp, waarbij de inrichting een eerste bodemplaat, een eerste zijwand omvattende een inlaat in fluïdumverbinding met een uitlaat van de vacuümpomp en een deksel omvattende een uitlaat omvat, waarbij de inrichting verder het volgende omvat: - een eerste scheidingsmiddel omvattende een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone, waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone in fluïdumverbinding staan met de inlaat; waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone elk een eerste plaat omvatten waarop een cirkelvormige wand gemonteerd is, waarbij een eerste en een tweede fluïdumkanaal tussen elk van de cirkelvormige wand en de eerste zijwand gevormd worden; - een tweede scheidingsmiddel voorzien in elk van de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, waarbij het tweede scheidingsmiddel ten minste een daarin gemonteerde cycloon omvat; - een derde scheidingsmiddel dat ten minste een daarin gemonteerd filter omvat, waarbij het filter in fluïdumverbinding staat met één van de cyclonen en waarbij het derde scheidingsmiddel· in fluïdumverbinding staat met de uitlaat; - een inlaatkanaal dat in fluïdumverbinding staat met de inlaat, waarbij het inlaatkanaal een vinachtige structuur omvat om het door de inlaat stromende gas in twee stromingen te verdelen, waarbij de inrichting verder het volgende omvat: - het inlaatkanaal omvattende een bovenste paneel en een onderste paneel waarvan één uiteinde aangepast is om op de zijwand gemonteerd te worden, waarbij ten minste het bovenste paneel een helling creëert, met het hoogste punt op de eerste zijwand en het laagste punt bij het tegenover gelegen uiteinde.
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn dat de met betrekking tot de inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïn j ecteerde compressor getoonde voordelen eveneens gelden voor een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde vacuümpomp.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter te illustreren, worden in het navolgende enkele voorkeursdragende configuraties volgens de huidige uitvinding bij wijze van voorbeeld zonder enige beperkende aard beschreven, waarbij verwezen wordt naar de bijgaande tekeningen, waarbij: figuur 1 schematisch een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom gemonteerd in een vloeistof-geïnjecteerde compressor toont; figuur 2 schematisch een doorsnede van een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, langs de lijn I~I in figuur 1 toont; figuur 3 een bovenaanzicht van de eerste vloeistofscheidingszone, de tweede vloeistofscheidingszone en een deel van het inlaatkanaal volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding toont; figuur 4 schematisch een doorsnede van een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, langs de lijn ΪΙ-ΙΙ in figuur 1 toont; figuur 5 schematisch een zijaanzicht van een tweede vat en van een cirkelvormige wand volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding toont; figuur 6 een bovenaanzicht van de eerste vloeistofscheidingszone, de tweede vloeistofscheidingszone en het inlaatkanaal volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding toont; en figuur 7 schematisch een inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom gemonteerd in een vloeistof-geïnjecteerde vacuümpomp toont.
Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom, waarbij de inrichting 1 een inlaat 2 verbonden met een uitlaat voor gecomprimeerd gas 3 van de compressor 4 en een uitlaat 5 die verhoudingsgewijs zuiver gas aan een gebruikersnetwerk 6 levert, omvat.
De compressor 4 is hierbij een vloeistof-geïnjecteerde compressor.
De compressor 4 heeft hierbij typisch een gasiniaat 7 waardoorheen omgevingslucht ingezogen wordt of procesgas uit een gebruikerssysteem (niet getoond) aangezogen wordt.
Zoals uit figuur 2 blijkt, omvat de inrichting 1 een eerste vat 8 dat een eerste bodemplaat 9 omvat, een eerste zijwand 10 die de inlaat 2 in fluïdumverbinding met de uitlaat voor gecomprimeerd gas 3 omvat en een deksel 11 die de uitlaat 5 omvat.
De inrichting 1 omvat verder een scheidingsmiddel dat een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone, 12a en 12b, omvat, waarbij het fluïdum dat door de inlaat 2 binnentreedt, in de richting van de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, 12a en 12b, stroomt.
De eerste en tweede vloeistofscheidingszone, 12a en 12b, omvatten elk verder een eerste plaat, 13a of 13b, waarop een cirkelvormige wand, 14a of 14b, gemonteerd is.
Voor het efficiënt afscheiden van de vloei stofdeeitjes uit de gasstroom omvat de inrichting 1 verder een eerste en een tweede f luïdumkanaal, 15a en 15b, die tussen elk van de cirkelvormige wanden, 14a en 14b, en de eerste zijwand 10, gevormd worden, zoals getoond in figuur 3.
Er wordt weer verwezen naar figuur 2, waarin de inrichting 1 verder voorzien is van een eerste scheidingsmiddel dat de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, 12a en 12b, omvat, waarbij het eerste scheidingsmiddel ten minste een daarin gemonteerde cycloon 16 omvat.
De inrichting omvat verder een tweede scheidingsmiddel dat ten minste een daarin gemonteerd filter 17 omvat. Om een efficiënte eliminatie van de fluïdumdeeltjes te vergemakkelijken, staat het filter 17 in fluïdumverbinding met één van de cyclonen 16.
De inlaat van het filter 17 is bij voorkeur direct op de uitlaat van de cycloon 16 gemonteerd.
Dientengevolge stroomt het uit het filter 17 stromende fluïdum verder door de uitlaat 5.
Zoals getoond in figuren 3 en 4, omvat de inrichting 1 verder een inlaatkanaal 18 dat in fluïdumverbinding staat met de inlaat 2.
Een dergelijk inlaatkanaal 18 omvat bij voorkeur een bovenste paneel 19 en een onderste paneel 20, waarbij het bovenste paneel 19 en het onderste paneel 20 elk één uiteinde hebben, dat aangepast is om op de eerste zijwand 10 gemonteerd te worden, liet bovenste paneel 19 is bij voorkeur op de eerste zijwand 10 boven de inlaat 2 bevestigd en het onderste paneel 20 is op de eerste zijwand 10 onder de inlaat 2 bevestigd. Dienovereenkomstig is de inlaat 2 tussen het onderste paneel 20 en het bovenste paneel 19 opgenomen.
Om de extractie van de fluïdumdeeltjes uit de fluïdumstroming te vergemakkelijken, creëert ten minste het bovenste paneel 19 een helling, met het hoogste punt op de eerste zijwand 10 en het laagste punt bij het tegenover gelegen uiteinde.
Onder het creëren van een helling door het bovenste paneel 19 dient te worden verstaan dat het bovenste paneel 19 zodanig gemonteerd wordt, dat dit neerwaarts van de zijwand 10 en in de richting van het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b uitsteekt.
Met andere woorden, bij de snijlijn tussen het bovenste paneel 19 en de eerste zijwand 10 is een scherpe hoek aanwezig, waarbij de scherpe hoek door het bovenste paneel 19 en de eerste zijwand 10 gevormd wordt. Een scherpe hoek dient te worden opgevat ais een hoek kleiner dan 90°(negentig graden).
Verder omvat het inlaatkanaal 18 voor het verdelen van het door de inlaat 2 stromende gas in twee stromingen een vinachtige structuur 21.
Bij voorkeur is de vin 21 op het onderste paneel 20 gemonteerd.
Omdat de vin 21 op het onderste paneel 20 gemonteerd is, kan het fluïdum dat door de inlaat 2 stroomt, alleen door het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b stromen.
Omdat de vin 21 helpt om de stroming van fluïdum in twee stromingen te splitsen, wordt de inrichting 1 verder op een zodanige wijze gebouwd, dat twee ongeveer identieke helften ontstaan, de eerste die de eerste vloeistofscheidingszone 12a omvat en de tweede die de tweede vloeistofscheidingszone 12b omvat, en omdat de druk in de twee helften ongeveer gelijk is, wordt het fluïdum dat door de inlaat 2 stroomt, in twee ongeveer gelijke stromen gesplitst.
Omdat het fluïdum dat de inrichting 1 binnentreedt, een dergelijk patroon aanneemt, wordt de efficiëntie van de olieafscheiding een langere tijd in stand gehouden, omdat een dergelijke inrichting 1 de mogelijkheid dat één helft functionele problemen ondervindt vanwege een groter volume vloeistof dat zijn onderdelen bereikt in vergelijking met de andere helft zou minimaliseren.
Om de productiekosten laag te houden, omvat de vin 21 een eerste en een tweede continue verticale structuur, 21a en 21b, die onder een hoek met elkaar verenigd zijn.
Bij voorkeur zijn de eerste en tweede continue verticale structuur 21a en 21b op de eerste zijwand 10 bevestigd. De vin 21 is daarbij op de tegenover gelegen zijde van de inlaat 2 en verhoudingsgewijs centraal met betrekking tot de inlaat 2 gemonteerd.
Voor het in stand houden van een cirkelvormige beweging van het fluïdum dat door het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b stroomt, is één van de eerste en tweede continue verticale structuur, 21a en 21b, bij voorkeur in de vorm van een cirkelvormige boog.
Met meer voorkeur vormen de eerste zijwand 10 en elk van de eerste en tweede continue verticale structuur, 21a en 21b, een cirkelvormige boog. Met andere woorden, op het punt waar één van de twee continue verticale structuren 21a en 21b op de eerste zijwand 10 gemonteerd is, wordt de cirkelvormige boog die door elk van de eerste en tweede continue verticale structuur, 21a en 21b, gevormd wordt, voortgezet door de kromming van de eerste zijwand 10.
De cirkelvormige boog wordt bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, gevormd door elk van de eerste en tweede continue verticale structuur, 21a en 21b, en de kromming van de eerste zijwand 10 is een continue cirkelvormige boog, zonder enige keerpunten.
Omdat een dergelijke continue cirkelvormige boog gevormd wordt, zullen de vloeistofdeeltjes die aanwezig zijn in het fluïdum dat door de inlaat 2 stroomt, niet direct de eerste en tweede continue verticale structuur, 21a en 21b, of de eerste zijwand treffen, maar zullen zij daaraan hechten en onder invloed van de zwaartekracht in de richting van het onderste paneel 20 en verder in de richting van de eerste bodemplaat 9 glijden, wat het risico wegneemt dat dergelijke vloeistofdeeltjes in de stroming terugbotsen en de hoeveelheid vloeistof die over de lengte van het inlaatkanaal 18, het eerste fluïdumkanaal 15a en tweede fluïdumkanaal 15b geëxtraheerd wordt, vergroten.
Zoals blijkt uit figuur 3, zal derhalve de eerste zijwand 10 de vorm hebben van twee halve cirkels die verenigd zijn door een middengedeelte dat het inlaatkanaal 18 omvat.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, en zonder daartoe beperkt te zijn, is elk van de twee continue verticale structuren, 21a en 21b, evenwijdig aan elk van de cirkelvormige wanden, 14a en 14b.
Bij voorkeur zijn de cirkelvormige wanden 14a en 14b elk aan het ene uiteinde op de eerste zijwand 10, daarna op de inlaat 2, en aan het andere uiteinde op de respectieve eerste plaat 13a en 13b gemonteerd.
Dienovereenkomstig wordt de inlaat 2 begrensd door de cirkelvormige wanden 14a en 14b, het bovenste paneel 19 en het onderste paneel 20, zoals te zien is in figuur 2.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm en zonder daartoe beperkt te zijn, is het bovenste paneel 19 bij zijn onderste uiteinde, of het uiteinde aan de tegenover gelegen zijde van de inlaat 2, met de vin 21 verenigd.
Dienovereenkomstig zal het fluïdum dat door de inlaat 2 stroomt, continu neerwaarts geleid worden, ten minste totdat dit de vin 21 bereikt, wat de efficiëntie van vloeistofextractie verhoogt.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan de bovenste paneel 19 alleen op de eerste zijwand 10 bevestigd zijn.
In een verdere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan het bovenste paneel 19 bevestigd worden aan de eerste zijwand 10 en aan de cirkelvormige wanden 14a en 14b.
Onder bevestigd worden dient te worden verstaan een of andere montagetechniek voor het verenigen van het bovenste paneel· 19 met de eerste zijwand 10 en mogelijk met de cirkelvormige wanden 14a en 14b, zoals lassen, lijmen of bevestiging met bouten, met gebruikmaking van schroeven of een andere techniek. Verder dient niet uitgesloten te worden dat het bovenste paneel 19 een gegoten component in de eerste zijwand en mogelijk in de cirkelvormige wanden 14a en 14b kan zijn.
In nog een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan het bovenste paneel 19 een lengte LL' hebben, gekozen tussen ongeveer 25% van de diepte LL" van het eerste vat 8 en ongeveer 90% van de diepte LL".
Bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, wordt de lengte LL' van het bovenste paneel 19 zo gekozen, dat deze ten minste de vin 21 bereikt.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding zijn het bovenste paneel 19 en het onderste paneel 20 evenwijdig aan elkaar.
Vanwege een dergelijk ontwerpkenmerk elimineert de inrichting 1 volgens de huidige uitvinding het risico dat de vloeistofdeeltjes direct het onderste paneel 20 treffen en terugbotsen in de fluïdumstroom.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding is de helling van het bovenste paneel 19 en/of van het onderste paneel 20, of de hoek α in figuur 4, ten minste ongeveer 10° (tien graden), waarbij de hoek van 10° gemeten wordt bij de snijlijn tussen het bovenste paneel 19 en een horizontaal oppervlak. Zoals getoond in figuur 4, kan de hoek α gemeten worden bij de snijlijn tussen de scheidingsplaat 22 en het bovenste paneel 19 indien de scheidingsplaat 22 en het bovenste paneel 19 op dezelfde plaats op de eerste zijwand 10 bevestigd zijn.
Daarnaast kan de hoek α gemeten worden tussen het bovenste paneel 19 en een oppervlak evenwijdig aan de scheidingsplaat 22, waarbij het oppervlak getekend wordt door de plaats waar het bovenste paneel 19 de eerste zijwand 10 snijdt.
Indien figuur 4 weer beschouwd wordt, dan kan de hoek α derhalve gemeten worden tussen het virtuele oppervlak AA' dat getekend wordt langs en in het verlengde van het oppervlak dat wordt gedefinieerd door het bovenste paneel 19 en het virtuele oppervlak AA" dat getekend wordt vanaf de plaats waar het bovenste paneel 19 de eerste zijwand 10 snijdt en evenwijdig aan of langs en in het verlengde van het oppervlak dat wordt gedefinieerd door de scheidingsplaat 22 .
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn dat de helling groter of kleiner kan zijn dan 10° (tien graden) en bij voorkeur verschilt de helling van 0° (nul graden).
Indien we een oppervlak CC' zouden tekenen langs en in het verlengde van het oppervlak dat gedefinieerd wordt door het onderste paneel 20, dan kan de maximale hoek Oi van de helling bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, als volgt bepaald worden: indien we het virtuele punt HH bij de snijlijn tussen het oppervlak CC' en de eerste zijwand 10 zouden beschouwen, waarbij het virtuele punt HH zich bevindt op een hoogte Hl gemeten vanaf het niveau van de eerste bodemplaat 9, dan kan de hoogte Hl op zijn laagste punt ongeveer drie maal de maximale hoogte H2 van vloeistof zijn, die in het eerste vat 8 aanwezig kan zijn, waarbij de hoogte H2 eveneens vanaf het niveau van de eerste bodemplaat 9 gemeten kan worden.
Verder dient het duidelijk te zijn dat de huidige uitvinding eveneens geïmplementeerd kan worden voor een inrichting 1 met een hoek α voor de helling met een waarde gekozen tussen ongeveer 10° en een maximale hoek bepaald door een virtueel oppervlak dat door het punt HH' getekend wordt, zoals bijvoorbeeld zonder daartoe beperkt te zijn: de hoek a kan gekozen worden als een waarde tussen ongeveer 10° en ongeveer 45° (vijfenveertig graden), met meer voorkeur kan de hoek α gekozen worden als een waarde tussen ongeveer 10° en ongeveer 30° (dertig graden) , met nog meer voorkeur kan de hoek α gekozen worden tussen ongeveer 10° en ongeveer 20° (twintig graden).
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan de helling van het bovenste paneel 19 dezelfde waarde hebben als de helling van het onderste paneel 20 of kan deze een andere waarden hebben.
Het eerste vat 8 omvat verder een eerste vloeistofextractiemiddel, zoals bijvoorbeeld een klep, een buis, een kraan of dergelijke, gemonteerd op de eerste zijwand 10, voor het aftappen van de vloeistof die zich op de eerste bodemplaat 9 verzameld heeft en mogelijk het recirculeren van dergelijke vloeistof door het injecteren daarvan in de compressor 4.
De maximale hoogte H2 van vloeistof in het eerste vat 8 is de maximaal toegestane hoogte waarop het eerste vloeistofextractiemiddel vloeistof uit het eerste vat 8 begint te extraheren.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm en zonder daartoe beperkt te zijn, is de vloeistof olie. Een andere vloeistof, zoals water of een ander smeermiddel dient eveneens niet te worden uitgesloten bij de huidige uitvinding.
Voor het afscheiden van het tweede scheidingsmiddel van het derde scheidingsmiddel, omvat de inrichting 1 verder een scheidingsplaat 22 waarop het filter 17 gemonteerd is.
Omdat een dergelijke scheidingsplaat 22 gemonteerd is, kan het fluïdum dat door de eerste en tweede vloeistofscheidingszone 12a en 12b stroomt, het derde scheidingsmiddel niet bereiken zonder door de ten minste ene cycloon 16 te stromen. Dienovereenkomstig wordt een vereiste minimale concentratie van vloeistof in het door het derde scheidingsmiddel stromende fluïdum verzekerd.
Om de weg van het fluïdum dat door de inlaat 2 stroomt, nog verder te regelen, strekken de cirkelvormige wanden 14a en 14b zich bij voorkeur tussen de respectieve eerste plaat 13a of 13b en de scheidingsplaat 22 uit. Dienovereenkomstig kan het fluïdum dat door de inlaat 2 stroomt, niet direct het derde scheidingsmiddel bereiken, maar zal dit eerst door het inlaatkanaal 18, het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b en verder door de ten minste ene cycloon 15 dienen te stromen.
In een andere voorkeursdragende uitvoeringsvorm en zonder daartoe beperkt te zijn, is de vin 21 gemonteerd op het onderste paneel 20 en op de scheidingsplaat 22.
In nog een andere uitvoeringsvorm is het onderste paneel 20 een continue structuur met een lengte DD' met een waarde gekozen tussen ongeveer 25% van de diepte LL" van het eerste vat 8 en ongeveer 95% van de diepte LL".
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding is het onderste paneel 20 een continue structuur langs de diepte van het eerste vat 8. Met andere woorden, het onderste paneel 20 kan een lengte DD' hebben, die gelijk is aan de diepte LL" van het eerste vat 8.
In nog een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan het onderste paneel 20 een continue structuur zijn, die zich langs ten minste een deel van het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b uitstrekt. Nog een mogelijkheid is dat het onderste paneel 20 zich langs de lengte van het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b uitstrekt.
In een verdere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan het onderste paneel 20 de vorm van een geperforeerd paneel hebben of kan het onderste paneel 20 perforaties met bepaalde tussenafstanden omvatten, wat het mogelijk maakt dat de vloeistof de eerste bodemplaat 9 bereikt.
Voor het in stand houden van een cirkelvormige beweging zodat het fluïdum de eerste vloeistofscheidingszone 12a en de tweede vloeistofscheidingszone 12b bereikt, zijn de eerste en tweede vloeistofscheidingszone 12a en 12b verhoudingsgewijs cirkelvormig.
Dienovereenkomstig wordt een eerste cycloon verwezenlijkt vanaf de inlaat 2 langs het inlaatkanaal 18 en het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b. De cirkelvormige beweging van het fluïdum wordt in de eerste en tweede vloeistofscheidingszone 12a en 12b voortgezet, totdat het fluïdum de ten minste ene cycloon '16 binnentreedt.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding heeft ten minste één cirkelvormige wand, 14a of 14b, een lengte van ten minste 50% van de lengte van de uitwendige contour van de eerste plaat, 13a of 13b.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding hebben de cirkelvormige wanden 14a en 14b elk een lengte van ten minste 50% van de lengte van de uitwendige contour van elk van de respectieve eerste plaat, 13a en 13b.
Door de lengte van de cirkelvormige wanden 14a en 14b te vergroten, worden het eerste fluïdumkanaal 15a en het tweede fluïdumkanaal 15b langer gemaakt, wat het fluïdum dwingt om een langere weg door het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b te volgen en de hoeveelheid vloeistof die geëxtraheerd wordt voordat respectievelijk de eerste vloeistofscheidingszone 12a en de tweede vloeistofscheidingszone 12b bereikt worden vergroot.
De lengte van de cirkelvormige wanden 14a en 14b kan nog langer gemaakt worden. Zoals getoond in figuur 3 kan, indien we de as 00' en de as 00" zouden tekenen, de lengte van de cirkelvormige wanden 14a en 14b op welk punt dan ook tussen de as 00' en de as 00" gekozen worden.
Bij voorkeur wordt, zonder daartoe beperkt te zijn, de lengte van de cirkelvormige wanden 14a en 14b zo gekozen dat de cirkelvormige wanden 14a en 14b in de nabijheid van de virtuele as 00' eindigen.
Omdat de lengte van de cirkelvormige wanden 14a en 14b vergroot is, zou het fluïdum dat door het eerste en tweede fluïdumkanaal 15a en 15b stroomt, langer in een neerwaartse en cirkelvormige beweging gehouden worden, wat een dergelijk fluïdum dwingt om meer vloeistofdeeltjes te verliezen voordat de inlaat van de ten minste ene cycloon 16 bereikt wordt. Verder zal de cirkelvormige beweging nog steeds behouden blijven in de eerste vloeistofscheidingszone 12a en de tweede vloeistofscheidingszone 12b, totdat het fluïdum de inlaat van de ten minste ene cycloon 16 bereikt.
Tests hebben laten zien dat tegen de tijd dat het fluïdum respectievelijk de eerste vloeistofscheidingszone 12a en de tweede vloeistofscheidingszone 12b bereikt, het grootste deel van het daarin gevangen fluïdum zich onder het niveau van respectievelijk de eerste plaat 13a en 13b bevindt, wat betekent dat de hoeveelheid vloeistofdeeltjes die de ten minste ene cycloon 16 bereikt, veel kleiner is dan bij bestaande inrichtingen.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kunnen de cirkelvormige wanden 14a en 14b een constante hoogte langs hun lengte hebben, waarbij een dergelijke hoogte gedefinieerd wordt door de afstand tussen respectievelijk elk van de eerste plaat 13a en 13b en de scheidingsplaat 22.
Omdat de ruimte die gedefinieerd wordt tussen het onderste paneel 20 en de scheidingsplaat 22 groter kan zijn dan de ruimte die gedefinieerd wordt door elk van de eerste plaat 13a en 13b en de scheidingsplaat 22, wordt de hoogte van de cirkelvormige wanden gedefinieerd door de afstand tussen het onderste paneel 20 en de scheidingsplaat 22, zodanig dat het inlaatkanaal 18 gedefinieerd zal worden door ten minste de cirkelvormige wanden 14a en 14b, het bovenste paneel 19 en het onderste paneel 20.
Derhalve kan de hoogte van de cirkelvormige wand 14a en 14b nadat het inlaatkanaal 18 geëindigd is, constant zijn en gelijk zijn aan de afstand tussen het onderste paneel 20 en de scheidingsplaat op de plaats waar het inlaatkanaal 18 geëindigd is, en derhalve waar het onderste paneel 20 zich op zijn laagste punt bevindt.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kunnen de cirkelvormige wanden 14a en 14b elk over een minimale afstand een hoogte houden, die gelijk is aan de afstand tussen het onderste paneel 20 en de scheidingsplaat 22 bij het laagste punt van het onderste paneel 20 en dan zou een dergelijke hoogte bij voorkeur geleidelijk afnemen totdat het niveau van respectievelijk elk van de eerste plaat 13a en 13b bereikt wordt.
In nog een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, zoals getoond in figuur 5, kan de hoogte van elk van de cirkelvormige wanden 14a en 14b geleidelijk afnemen vanaf de plaats waar het inlaatkanaa.1 18 geëindigd is en totdat het niveau van respectievelijk elk van de eerste plaat 13a en 13b bereikt wordt, of totdat de plaats of de nabijheid van de plaats waar de virtuele as 00' gedefinieerd wordt op de eerste plaat 13a en 13b bereikt wordt. Nadat de plaats of de nabijheid van de plaats die gedefinieerd wordt door de virtuele as 00' bereikt wordt, zijn de cirkelvormige wanden 14a en 14b loodrecht of ongeveer loodrecht op de eerste plaat 13a of 13b doorgesneden. Onder loodrecht of ongeveer loodrecht dient men te verstaan dat een hoek van 90° (negentig graden) of een hoek van ongeveer 90° (negentig graden) ontstaat tussen het einde van de cirkelvormige wand 14a of 14b en de respectieve eerste plaat 13a of 13b.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat de inrichting 1 verder een tweede vat 24 dat een tweede bodemplaat 25 en een tweede zijwand 26 omvat, waarbij de eerste plaat 13a en 13b elk gemonteerd zijn op de tweede zijwand 26.
Bij voorkeur steekt het inlaatkanaal 18 in het tweede vat 24, en loopt dit daardoorheen naar het midden.
Verder staat het inlaatkanaal 18 bij voorkeur niet direct in f luïdumverbinding met het tweede vat 24, waarbij het inlaatkanaal 18 zich uitwendig van het tweede vat 24 bevindt.
Bij voorkeur omvatten de eerste plaat 13a en 13b elk een veelvoud aan gaten, waarbij in elk van de gaten een cycloon 16 gemonteerd is. Het aantal cyclonen 16 wordt gekozen naar gelang de capaciteit van de inrichting 1, waarbij een dergelijk aantal een aantal gekozen tussen zes en zestien is. Met meer voorkeur omvatten de eerste platen 13a en 13b elk negen, twaalf of dertien gaten, waarbij in elk gat een cycloon 16 gemonteerd is.
Verder is bij voorkeur een filter 17 gemonteerd bij de uitlaat van elk van de cyclonen 16, zodanig dat het fluïdum dat de cycloon 16 verlaat, door het filter 17 stroomt voordat dit de uitlaat 5 bereikt.
Daarbij is elk van de cyclonen 16 gemonteerd in het gat van de eerste plaat 13a en 13b, waarbij de in de cyclonen geëxtraheerde vloeistof op de tweede bodemplaat 25 druppelt.
Tests hebben laten zien dat door een dergelijke configuratie toe te passen, de vloeistof die de inlaten van de cyclonen 16 bereikt, een zeer hoge zuiverheid heeft, en dat ongeveer 95% van de vloeistof die aanwezig is in het fluïdum dat door de inlaat 2 stroomt, afgescheiden en verzameld is op de eerste bodemplaat 9, en een zeer hoge zuiverheid bereikt bij de uitlaat 5, waar ongeveer 98% van de vloeistof uit het fluïdum zou zijn afgescheiden.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat het tweede vat 24 een tweede vloeistofextractiemiddel 27.
Het eerste vloeistofextractiemiddel 23 en het tweede vloeistofextractiemiddel 27 kunnen gekozen worden uit een groep omvattende: een eenwegklep, een handmatig of automatisch bediende klep, een slang, een kraan of een buis, mogelijk, maar niet noodzakelijkerwijze verbonden met een zuiginrichting, of dergelijke.
Verder dient het duidelijk te zijn dat het eerste vloeistofextractiemiddel 23 van hetzelfde type kan zijn als het tweede vloeistofextractiemiddel 27 of dat dit verschillend kan zijn.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding zijn de eerste platen 13a en 13b elk bevestigd op de eerste zijwand 10 door bijvoorbeeld, zonder daartoe beperkt te zijn, lassen, bevestiging met bouten of met gebruikmaking van extra bevestigingsmechanismen.
In nog een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding zijn de eerste platen 13a en 13b elk op de tweede zijwand 26 bevestigd en is de tweede zijwand 26 verder aan de eerste zijwand 10 bevestigd door dezelfde mogelijke technieken als hierboven genoemd met betrekking tot bevestiging van de eerste platen 13a en 13b aan de eerste zijwand.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding wordt een kanaal gevormd tussen de tweede zijwand 26 en de eerste zijwand 10, waarbij de uit het fluïdum geëxtraheerde vloeistof druppelt en de eerste bodemplaat 9 bereikt,
Verder heeft het de voorkeur dat de bevestigingsmiddelen van de eerste platen 13a en 13b op een zodanige wijze verwezenlijkt zijn, dat vloeistof tussen de bevestigingsmiddelen in kan druppelen en de eerste bodemplaat 9 kan bereiken.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding is het tweede vat 24 bevestigd aan de eerste bodemplaat 9, waarbij de bevestiging direct wordt verwezenlijkt tussen de eerste bodemplaat 9 en de tweede bodemplaat 25 of wordt de bevestiging uitgevoerd met gebruikmaking van bijvoorbeeld zuilen tussen de eerste bodemplaat 9 en tweede bodemplaat 25.
Het functioneren van de inrichting 1 volgens de huidige uitvinding is zeer eenvoudig en is als volgt.
Het fluïdum dat uit de uitlaat voor gecomprimeerd gas 3 van de vloeistof-geïnjecteerde compressor 4 stroomt, wordt door de inlaat 2 van de inrichting 1 geleid, waarbij het fluïdum een gas en vloeistofdeeltjes omvat.
De stroming van fluïdum dat door de inlaat 2 binnentreedt, passeert het inlaatkanaal 18 en wordt vervolgens door de vin 21 in twee stromingen gesplitst, waarbij elk van de twee stromingen één van het eerste of tweede fluïdumkanaal 15a of 15b passeert en de eerste vloeistofscheidingszone 12a of de tweede vloeistofscheidingszone 12b bereikt.
Het fluïdum bereikt verder een tweede scheidingsmiddel dat ten minste een cycloon 16 omvat en verder een derde scheidingsmiddel dat ten minste een filter 17 omvat, dat bij de uitlaat van de ten minste ene cycloon 16 gemonteerd is.
Nadat het fluïdum door het ten minste ene filter 17 stroomt, wordt dit door de uitlaat 4 in de richting van het gebruikersnetwerk 6 geleid.
Ten minste langs het inlaatkanaal 18 wordt het fluïdum in een neerwaartse beweging geleid.
De neerwaartse beweging dient te worden beschouwd als de richting van de zwaartekracht.
Alhoewel het fluïdum het inlaatkanaal 18, het eerste en tweede f luïdumkanaa.1 15a en 15b, de eerste vloeistofscheidingszone 12a en de tweede vloeistofscheidingszone 12b passeert, wordt de uit de gasstroom afgescheiden vloeistof verzameld op de eerste bodemplaat 9 waarvandaan deze later met behulp van het eerste vloeistofextractiemiddel 23 geëxtraheerd wordt.
Vanwege de vorm van het inlaatkanaal 18, de vorm van de cirkelvormige wanden 14a en 14b en van de vin 21, wordt een neerwaartse en cirkelvormige beweging aan het door de inlaat 2 binnentredende fluïdum opgelegd.
Dienovereenkomstig doet zich een synergetisch effect voor: vanwege de neerwaartse beweging druppelen de vloeistofdeeltjes onder invloed van de zwaartekracht gemakkelijker in de richting van het onderste paneel 20 en verder in de richting van de eerste bodemplaat 9; en vanwege de cirkelvormige beweging worden de vloeistofdeeltjes onder invloed van de centrifugaalkracht in de richting van de eerste zijwand 10 geduwd, waar zij daaraan hechten en verder in de richting van de eerste bodemplaat 9 druppelen. Een dergelijk synergetisch effect verhoogt daarbij de efficiëntie van de afscheiding van vloeistof.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding is ten minste één gat voorzien op de eerste plaat 13a en 13b voor het daarin monteren van de ten minste ene cycloon 16.
Verder is een tweede vat 24 voorzien, waarbij het tweede vat 24 een tweede bodemplaat 25, een tweede zijwand 26 en de eerste platen 13a en 13b omvat. De vloeistof die uit de ten minste ene cycloon 16 druppelt, wordt op de tweede bodemplaat 25 verzameld.
Omdat een tweede vat 24 is voorzien van een tweede bodemplaat 25, wordt de vloeistof die verzameld is vóór en in de eerste vloeistofscheidingszone 12a en de tweede vloeistofscheidingszone 12b gescheiden van de vloeistof die verzameld is met behulp van de cyclonen die op de eerste plaat 13a en 13b gemonteerd zijn. Dientengevolge wordt het risico dat de verzamelde vloeistof de gasstroom opnieuw binnentreedt, geminimaliseerd zo niet geëlimineerd.
Verder wordt de neerwaartse en cirkelvormige beweging een langere afstand in stand gehouden door het geleiden van het fluïdum dat uit de inlaat 2 door het eerste en tweede fluïdumkanaal· 15a en 15b, langs ten minste 50% van de lengte van de uitwendige contour van de respectieve eerste plaat, 13a en 13b stroomt.
Voor het verhogen van de efficiëntie van de afscheiding van vloeistof is een scheidingsplaat 22 voorzien voor het afscheiden van het tweede scheidingsmiddel van het derde scheidingsmiddel.
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn dat de inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom en de werkwijze voor het afscheiden van een vloeistof uit een gasstroom niet beperkt zijn tot vloeistof-geïnjecteerde compressoren, maar dat een dergelijke inrichting en werkwijze eveneens geïmplementeerd kunnen worden in een vloeistof-geïnjecteerde vacuümpomp.
Indien de inrichting 101 gebruikt wordt in een vloeistof-geïnj ecteerde vacuümpomp 104, dan komt het ontwerp van het systeem nauw overeen met dat wanneer de inrichting 1 gebruikt wordt in een vloeistof-geïnjecteerde compressor 4.
De inrichting 101 omvat daarbij een inlaat 102 die verbonden is met een gasuitlaat 103 van de vacuümpomp 104.
De enige verschillen zijn dat de vloeistof-geïnjecteerde vacuümpomp 104 een gas bij zijn inlaat 107 uit een gebruikersnetwerk 106 ontvangt en dat het gas dat uit de uitlaat 105 van de inrichting 101 stroomt, verder geëvacueerd wordt naar de atmosfeer of naar een extern systeem 108, zoals getoond in figuur 7.
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn dat de verschillende kenmerken zoals gedefinieerd in het huidige document, in welke combinatie dan ook gebruikt kunnen worden zonder de beschermingsomvang van de uitvinding te verlaten.
De huidige uitvinding is op generlei wijze beperkt tot de uitvoeringsvormen die als voorbeeld beschreven zijn en in de tekeningen getoond zijn, en een dergelijk gasfilter 1 kan in alle soorten varianten uitgevoerd worden zonder de beschermingsomvang van de uitvinding te verlaten.

Claims (21)

  1. Conclusies .
    1. Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor (4), waarbij de inrichting (1) een eerste vat (8) omvattende een eerste bodemplaat (9), een eerste zijwand (10) omvattende een inlaat (2) in fluïdumverbinding met een uitlaat voor gecomprimeerd gas (3) en een deksel (11) omvattende een uitlaat (5) omvat, waarbij de inrichting (1) verder het volgende omvat: - een eerste scheidingsmiddel omvattende een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone (12a en 12b), waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b) in f luïdumverbinding staan met de inlaat (2); waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b) elk een eerste plaat (13a, 13b) omvatten, waarop een cirkelvormige wand (14a, 14b) gemonteerd is, waardoor een eerste en een tweede fluïdumkanaal (15a, 15b) tussen elk van de cirkelvormige wand (14a, 14b) en de eerste zijwand (10) gevormd worden; - een tweede scheidingsmiddel voorzien in elk van de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b), waarbij het tweede scheidingsmiddel ten minste een daarin gemonteerde cycloon (16) omvat; - een derde scheidingsmiddel omvattende ten minste een daarin gemonteerd filter (17), waarbij het filter (17) in fluïdumverbinding staat met één van de cyclonen (16) en waarbij het derde scheidingsmiddel in fluïdumverbinding staat met de uitlaat (5); - een inlaatkanaal (18) die in f .luïdumverbinding staat met de inlaat (2), waarbij het inlaatkanaal (18) een vinachtige structuur (21) omvat om het door de inlaat (2) stromende gas in twee stromingen te verdelen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) verder het volgende omvat - het inlaatkanaa.1 (18) omvattende een bovenste paneel (19) en een onderste paneel (20) waarvan één uiteinde aangepast is om op de eerste zijwand (10) gemonteerd te worden, waarbij ten minste het bovenste paneel (19) een helling creëert, met het hoogste punt op de eerste zijwand (10) en het laagste punt aan het tegenover gelegen uiteinde.
  2. 2. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de vin (21) aangepast is om op het onderste paneel (20) gemonteerd te worden.
  3. 3. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de vin (21) een eerste en een tweede continue verticale structuur (21a, 21b) omvat, die onder een hoek met elkaar verenigd zijn.
  4. 4. Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de twee continue verticale structuren (21a, 21b) de vorm van een cirkelvormige boog hebben.
  5. 5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de twee continue verticale structuren (21a, 21b) elk evenwijdig zijn aan elk van de cirkelvormige wanden (14a, 14b).
  6. 6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de cirkelvormige wanden (14a, 14b) aan het ene uiteinde op de eerste zijwand (10) en aan het andere uiteinde op de eerste plaat (13a, 13b) gemonteerd zijn.
  7. 7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het bovenste paneel (19) bij zijn onderste uiteinde met de vin (21) verenigd is.
  8. 8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het bovenste paneel (19) en het onderste paneel (20) evenwijdig aan elkaar zijn.
  9. 9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) verder een scheidingsplaat (22) omvat waarop het filter (17) gemonteerd is,
  10. 10. Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de vin (21) op het onderste paneel (20) en op de scheidingsplaat (22) gemonteerd is.
  11. 11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het onderste paneel (20) een continue structuur langs de diepte van het eerste vat (8) is.
  12. 12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b) verhoudingsgewijs cirkelvormig zijn.
  13. 13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ten minste één cirkelvormige wand (14a, 14b) een lengte heeft, die ten minste 50% van de lengte van de uitwendige contour van de respectieve eerste plaat (13a, 13b) bedraagt.
  14. 14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een tweede vat (24) omvat, dat een tweede bodemplaat (25) en een tweede zijwand (26) omvat, waarbij de eerste plaat (13a, 13b) op de tweede zijwand (26) gemonteerd is.
  15. 15. Werkwijze voor het afscheiden van een vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor (4), waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het voorzien van een eerste scheidingsmiddel omvattende een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone (12a en 12b), waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b) elk een eerste plaat (13a, 13b) omvatten, waarop een cirkelvormige wand (14a, 14b) gemonteerd is en een eerste en tweede fluïdumkanaal (15a, 15b) tussen elk van de cirkelvormige wand (14a, 14b) en een eerste zijwand (10) voorzien wordt; het voorzien van een tweede scheidingsmiddel in elk van de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b), en het voorzien van ten minste een cycloon (16) daarin; het voorzien van een derde scheidingsmiddel omvattende ten minste een filter (17), waarbij het filter (17) in f luïdumverbinding met één van de cyclonen (16) voorzien is; het voorzien van een eerste vat (8) omvattende de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b), het tweede scheidingsmiddel en het derde scheidingsmiddel, waarbij het eerste vat (8) een eerste zijwand (10) omvattende de inlaat (2), een eerste bodemplaat (9} en een deksel (11) omvattende een uitlaat (5) omvat; - het voorzien van een vinachtige structuur (21) voor het splitsen de fluïdumstroming uit de inlaat (2) door het eerste en tweede fluïdumkanaal (15a, 15b); - het geleiden van het fluïdum uit de eerste en tweede vloeistofscheidingszone (12a, 12b) door het tweede scheidingsmiddel, het verzamelen van de vloeistof die uit het fluïdum op de eerste bodemplaat (9) druppelt en verder het geleiden van het fluïdum door het derde scheidingsmiddel voordat dit door de uitlaat (5) gestuurd wordt; daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder de volgende stappen omvat: - het voorzien van een inlaatkanaal (18) omvattende een bovenste paneel (19) en een onderste paneel (20) en het geleiden van het fluïdum dat door het inlaatkanaal (18) stroomt in een neerwaartse beweging en verder het door een vin (21) splitsen daarvan in twee stromingen door het eerste en tweede fluïdumkanaal (15a, 15b).
  16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de vin (21) op het onderste paneel (20) gemonteerd is.
  17. 17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, verder omvattende het voorzien van ten minste één gat op de eerste plaat (13a, 13b) voor het daarin monteren van de ten minste ene cycloon (16).
  18. 18. Werkwijze volgens een van de conclusies 15 tot 17, verder omvattende het voorzien van een tweede vat (24) omvattende een tweede bodemplaat (25), een tweede zijwand (26) en de eerste plaat (13a, 13b) en het verzamelen van de vloeistof die uit de ten minste ene cycloon (16) op de tweede bodemplaat (25) druppelt.
  19. 19. Werkwijze volgens een van de conclusies 15 tot 18, verder omvattende het geleiden van het fluïdum dat uit de inlaat (2) stroomt door het eerste en tweede fluïdumkanaal (15a, 15b) langs ten minste 50% van de lengte van de uitwendige contour van de respectieve eerste plaat (13a, 13b).
  20. 20. Werkwijze volgens een van de conclusies 15 tot 19, verder omvattende het scheiden van het tweede scheidingsmiddel van het derde scheidingsmiddel door het daartussen voorzien van een scheidingsplaat (22).
  21. 21. Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde vacuümpomp (104), waarbij de inrichting (101) een eerste bodemplaat, een eerste zijwand omvattende een inlaat (102) in fluïdumverbinding met een uitlaat (103) van de vacuümpomp (104) en een deksel omvattende een uitlaat (105) omvat, waarbij de inrichting (101) verder het volgende omvat: - een eerste scheidingsmiddel omvattende een eerste en een tweede vloeistofscheidingszone, waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone in fluïdumverbinding staan met de inlaat (102); waarbij de eerste en tweede vloeistofscheidingszone elk een eerste plaat omvatten, waarop een cirkelvormige wand gemonteerd is, waarbij een eerste en een tweede fluïdumkanaal tussen elk van de cirkelvormige wand en de eerste zijwand gevormd worden; - een tweede scheidingsmiddel voorzien in elk van de eerste en tweede vloeistofscheidingszone, waarbij het tweede scheidingsmiddel ten minste een daarin gemonteerde cycloon omvat; - een derde scheidingsmiddel omvattende ten minste een daarin gemonteerd filter, waarbij het filter in fluïdumverbinding staat met één van de cyclonen en waarbij het derde scheidingsmiddel in fluïdumverbinding staat met de uitlaat (105); - een inlaatkanaal dat in fluïdumverbinding staat met de inlaat (102), waarbij het inlaatkanaal een vinachtige structuur omvat om het door de inlaat (102) stromende gas in twee stromingen te verdelen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (101) verder het volgende omvat: - het inlaatkanaal omvattende een bovenste paneel en een onderste paneel waarvan één uiteinde aangepast is om op de eerste zijwand gemonteerd te worden, waarbij ten minste het bovenste paneel een helling creëert, met het hoogste punt op de eerste zijwand en het laagste punt bij het tegenover gelegen uiteinde.
BE2017/5477A 2017-04-27 2017-07-04 Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor en werkwijze daarvoor BE1025205B1 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP18717126.9A EP3615173B1 (en) 2017-04-27 2018-03-20 A device for separating liquid from a gas stream within a liquid injected compressor or vacuum pump and method thereof.
PCT/IB2018/051851 WO2018197967A1 (en) 2017-04-27 2018-03-20 A device for separating liquid from a gas stream within a liquid injected compressor and method thereof.
CA3057001A CA3057001C (en) 2017-04-27 2018-03-20 A device for separating liquid from a gas stream within a liquid injected compressor and method thereof.
RU2019138051A RU2735684C1 (ru) 2017-04-27 2018-03-20 Устройство для сепарации жидкости из газового потока в компрессоре с впрыском жидкости и способ для него
US16/499,485 US11235269B2 (en) 2017-04-27 2018-03-20 Device for separating liquid from a gas stream within a liquid injected compressor and method thereof
BR112019022182-4A BR112019022182B1 (pt) 2017-04-27 2018-03-20 Dispositivo e método para separar líquido de um fluxo de gás dentro de um compressor injetado com líquido
CN201820624083.5U CN208757187U (zh) 2017-04-27 2018-04-27 用于从喷液式压缩机或真空泵内的气流中分离液体的装置
CN201810393214.8A CN108786341B (zh) 2017-04-27 2018-04-27 用于从喷液式压缩机内的气流中分离液体的装置及其方法

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US201762490830P 2017-04-27 2017-04-27
US62490830 2017-04-27

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025205A1 BE1025205A1 (nl) 2018-12-04
BE1025205B1 true BE1025205B1 (nl) 2018-12-11

Family

ID=59381035

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5477A BE1025205B1 (nl) 2017-04-27 2017-07-04 Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor en werkwijze daarvoor

Country Status (7)

Country Link
US (1) US11235269B2 (nl)
EP (1) EP3615173B1 (nl)
CN (1) CN208757187U (nl)
BE (1) BE1025205B1 (nl)
BR (1) BR112019022182B1 (nl)
CA (1) CA3057001C (nl)
RU (1) RU2735684C1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3912469A (en) * 1974-09-11 1975-10-14 Lone Star Steel Co Apparatus for the removal of contaminants from gas streams
US5053126A (en) * 1990-02-28 1991-10-01 Ingersoll-Rand Company Apparatus for gas liquid separation
EP1915940A1 (en) * 2005-08-19 2008-04-30 Suzhou Kingclean Floorcare Co., Ltd. A dust removing appliance of a parallel type cleaner
CN201441861U (zh) * 2009-02-16 2010-04-28 山富机械厂有限公司 油雾分离机
WO2016172770A1 (en) * 2015-04-30 2016-11-03 ATLAS COPCO AIRPOWER ,naamloze vennootschap Device for separating liquid from a gas stream coming from a liquid injected vacuum pump or compressor

Family Cites Families (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1239456A (en) * 1914-01-26 1917-09-11 Huntley Mfg Company Dust-collector.
US1708697A (en) * 1927-11-14 1929-04-09 Jensen Chris Dust collector
BE489468A (nl) * 1948-04-21
US2662610A (en) * 1950-08-04 1953-12-15 Oswald X Heinrich Apparatus for centrifugal separation of suspended particles
DE135995C (nl) * 1952-10-15
US2867290A (en) * 1953-03-16 1959-01-06 Western Precipitation Corp Multiple element cyclonic separator
US2904130A (en) * 1956-10-24 1959-09-15 Western Precipitation Corp Construction of multiple tube cyclone dust collector
US3543931A (en) * 1968-02-29 1970-12-01 Nichols Eng & Res Corp Multiple cyclone assembly
US3853505A (en) * 1973-07-16 1974-12-10 Georgia Pacific Corp Removal of haze-forming constituents from wood dryer effluent
SU636036A1 (ru) 1977-01-04 1978-12-05 Ждановский металлургический институт Инерционный пылеуловитель
US4315815A (en) * 1980-06-30 1982-02-16 Kerr-Mcgee Refining Corporation Process for separating bituminous materials and recovering solvent
SU1438829A1 (ru) * 1986-06-10 1988-11-23 Сибирский государственный проектный и научно-исследовательский институт цветной металлургии Устройство дл очистки газов
US5221301A (en) * 1992-10-28 1993-06-22 Emtrol Corporation Multi-stage cyclone separator system with intermediate manifold
US5788728A (en) * 1996-12-03 1998-08-04 Nordson Corporation Powder coating booth with improved cyclone separator
US6238451B1 (en) * 1999-01-08 2001-05-29 Fantom Technologies Inc. Vacuum cleaner
DE19912271A1 (de) * 1999-03-18 2000-09-28 Hengst Walter Gmbh & Co Kg Ölabscheider zur Entölung von Kurbelgehäuse-Entlüftungsgasen einer Brennkraftmaschine
US6576029B2 (en) * 2001-06-13 2003-06-10 National Tank Company System for separating an entrained liquid component from a gas stream
US6673135B2 (en) * 2002-02-08 2004-01-06 National Tank Company System and method of separating entrained immiscible liquid component of an inlet stream
KR100549990B1 (ko) * 2004-04-16 2006-02-08 삼성광주전자 주식회사 진공청소기용 집진장치
KR100645376B1 (ko) * 2005-03-29 2006-11-14 삼성광주전자 주식회사 멀티사이클론 집진장치
DE602006019600D1 (de) * 2005-06-29 2011-02-24 Danieli Corus Technical Services B V Zyklonabscheider für hochofengas
DE602005021992D1 (de) * 2005-08-17 2010-08-05 Lg Electronics Inc Staubsammelvorrichtung für staubsauger
KR101003417B1 (ko) * 2005-08-17 2010-12-23 엘지전자 주식회사 진공 청소기의 집진장치
WO2007021042A1 (en) * 2005-08-17 2007-02-22 Lg Electronics Inc. Dust collecting device for vacuum cleaner
KR100706622B1 (ko) * 2006-05-03 2007-04-13 삼성광주전자 주식회사 진공청소기의 컴팩트 듀얼 사이클론 집진장치
DE502007003698D1 (de) * 2006-07-27 2010-06-24 Sulzer Chemtech Ag Eintrittseinrichtung für ein tangential in einen Apparat eingespeistes Fluid
CN201123782Y (zh) * 2007-04-03 2008-10-01 苏州金莱克家用电器有限公司 吸尘器的除尘装置
US7931719B2 (en) * 2007-12-03 2011-04-26 National Tank Company Revolution vortex tube gas/liquids separator
RU2380166C1 (ru) * 2008-08-19 2010-01-27 Леонид Анатольевич Ярыгин Устройство для мокрой очистки газов
JP5467180B1 (ja) 2012-07-30 2014-04-09 孝雄 本橋 空気吹出し手段用の気液分離装置
CN105311905A (zh) 2014-08-05 2016-02-10 上海卓旋化工科技有限公司 一种脉冲袋式过滤器
US9795898B2 (en) * 2015-03-31 2017-10-24 Jci Cyclonics Ltd. Cyclonic separator system
CN114711662A (zh) * 2015-07-24 2022-07-08 恩弗里德系统公司 用于从空气和流体中分离颗粒的装置、方法和系统

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3912469A (en) * 1974-09-11 1975-10-14 Lone Star Steel Co Apparatus for the removal of contaminants from gas streams
US5053126A (en) * 1990-02-28 1991-10-01 Ingersoll-Rand Company Apparatus for gas liquid separation
EP1915940A1 (en) * 2005-08-19 2008-04-30 Suzhou Kingclean Floorcare Co., Ltd. A dust removing appliance of a parallel type cleaner
CN201441861U (zh) * 2009-02-16 2010-04-28 山富机械厂有限公司 油雾分离机
WO2016172770A1 (en) * 2015-04-30 2016-11-03 ATLAS COPCO AIRPOWER ,naamloze vennootschap Device for separating liquid from a gas stream coming from a liquid injected vacuum pump or compressor

Also Published As

Publication number Publication date
EP3615173B1 (en) 2021-09-01
BR112019022182B1 (pt) 2024-01-02
CA3057001C (en) 2022-06-28
RU2735684C1 (ru) 2020-11-05
US20200070078A1 (en) 2020-03-05
CA3057001A1 (en) 2018-11-01
US11235269B2 (en) 2022-02-01
BE1025205A1 (nl) 2018-12-04
EP3615173A1 (en) 2020-03-04
CN208757187U (zh) 2019-04-19
BR112019022182A2 (pt) 2020-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7459001B2 (en) Vane diffuser
US20110056379A1 (en) Multi-stage oil separation system including a cyclonic separation stage
US10792604B2 (en) Horizontal coalescing filter
US9157307B2 (en) Downhole gas separator
US8906142B2 (en) Phase separation of a multiphase mixture
BE1025205B1 (nl) Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom in een vloeistof-geïnjecteerde compressor en werkwijze daarvoor
US10583382B2 (en) Effluent processing apparatus for a vehicle air brake charging system
US10105625B2 (en) Method for extending turndown in a gas-liquid separator
RU172733U1 (ru) Газожидкостной сепаратор
CN108786341B (zh) 用于从喷液式压缩机内的气流中分离液体的装置及其方法
RU171614U1 (ru) Газожидкостный сепаратор
US10583820B2 (en) Effluent processing apparatus and method for a vehicle air brake charging system
RU2695207C2 (ru) Фазовый сепаратор с использованием разности давлений
RU2519418C1 (ru) Газожидкостный сепаратор
US10543512B2 (en) Apparatus and method of separation with a pressure differential device
US10561974B2 (en) Bulk deliquidizer/desander coalescer
RU2545332C1 (ru) Каскадный гидродинамический фильтр-водоотделитель
BE1023276B1 (nl) Inrichting voor het afscheiden van vloeistof uit een gasstroom die uit een vloeistof-geïnjecteerde vacuümpomp of compressor komt
EP3262354B1 (en) A device for separating oil from a refrigerant fluid
RU2666443C1 (ru) Сепаратор для очистки газа от примесей
KR20180117584A (ko) 왕복동 공기압축기 유분 회수장치
KR20190021289A (ko) 왕복동 공기압축기 유분 회수장치
KR20230005657A (ko) 다상 물질 분리 장치
KR20180060448A (ko) 왕복동 공기압축기 유분 회수장치

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20181211