BE1025033B1 - Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort - Google Patents

Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort Download PDF

Info

Publication number
BE1025033B1
BE1025033B1 BE2017/5630A BE201705630A BE1025033B1 BE 1025033 B1 BE1025033 B1 BE 1025033B1 BE 2017/5630 A BE2017/5630 A BE 2017/5630A BE 201705630 A BE201705630 A BE 201705630A BE 1025033 B1 BE1025033 B1 BE 1025033B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
eyebolt
hinge
mounting
bolt
gate
Prior art date
Application number
BE2017/5630A
Other languages
English (en)
Inventor
Joseph Talpe
Original Assignee
Locinox Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Locinox Nv filed Critical Locinox Nv
Priority to BE2017/5630A priority Critical patent/BE1025033B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025033B1 publication Critical patent/BE1025033B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D7/00Hinges or pivots of special construction
    • E05D7/04Hinges adjustable relative to the wing or the frame
    • E05D7/043Hinges adjustable relative to the wing or the frame by means of dowel attachments
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D11/00Additional features or accessories of hinges
    • E05D11/0018Anti-tamper devices
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D5/00Construction of single parts, e.g. the parts for attachment
    • E05D5/02Parts for attachment, e.g. flaps
    • E05D5/0215Parts for attachment, e.g. flaps for attachment to profile members or the like
    • E05D5/0223Parts for attachment, e.g. flaps for attachment to profile members or the like with parts, e.g. screws, extending through the profile wall or engaging profile grooves
    • E05D5/023Parts for attachment, e.g. flaps for attachment to profile members or the like with parts, e.g. screws, extending through the profile wall or engaging profile grooves with parts extending through the profile wall
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D5/00Construction of single parts, e.g. the parts for attachment
    • E05D5/02Parts for attachment, e.g. flaps
    • E05D5/06Bent flaps
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D7/00Hinges or pivots of special construction
    • E05D7/04Hinges adjustable relative to the wing or the frame
    • E05D7/043Hinges adjustable relative to the wing or the frame by means of dowel attachments
    • E05D2007/0446Hinges adjustable relative to the wing or the frame by means of dowel attachments with threaded bolts fixedly mounted on the hinge part
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
    • E05Y2900/00Application of doors, windows, wings or fittings thereof
    • E05Y2900/40Application of doors, windows, wings or fittings thereof for gates

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Hinges (AREA)
  • Gates (AREA)

Abstract

Een oogboutscharnier (1) voor het scharnierend bevestigen van een poort (2) aan een steun (3). De oogboutscharnier (1) heeft een vast scharnierelement (4), een oogbout die scharnierend omheen een rotatieas (8) bevestigd is op het vast scharnierelement (4) en een bevestigingsmechanisme om de oogbout vast te bevestigen aan de poort (2). Het bevestigingsmechanisme omvat een basiselement (10) met een eerste en een tweede plaatgedeelte (12) die loodrecht op elkaar staan, waarbij het eerste plaatgedeelte (11) voorzien is van twee montageopeningen (13) met een langwerpige vorm die zich volgens de richting van de rotatieas (8) uitstrekt en het tweede plaatgedeelte (12) voorzien is van een boutopening (14) met een langwerpige vorm die zich volgens een richting die loodrecht staat op het eerste plaatgedeelte (11) uitstrekt. De langwerpige vorm van de montageopeningen (13) in combinatie met de langwerpige vorm van de boutopening (14) en met de oogbout laat toe om de positie van het basiselement (10), en dus de poort (2), t.o.v. de steun (3) in drie dimensies te regelen.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
LOCINOX NV
8790, WAREGEM
België (72) Uitvinder(s) :
TALPE Joseph
8551 HEESTERT-ZWEVEGEM
België (54) Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort (57) Een oogboutscharnier (1) voor het scharnierend bevestigen van een poort (2) aan een steun (3). De oogboutscharnier (1) heeft een vast scharnierelement (4), een oogbout die scharnierend omheen een rotatieas (8) bevestigd is op het vast scharnierelement (4) en een bevestigingsmechanisme om de oogbout vast te bevestigen aan de poort (2). Het bevestigingsmechanisme omvat een basiselement (10) met een eerste en een tweede plaatgedeelte (12) die loodrecht op elkaar staan, waarbij het eerste plaatgedeelte (11) voorzien is van twee montageopeningen (13) met een langwerpige vorm die zich volgens de richting van de rotatieas (8) uitstrekt en het tweede plaatgedeelte (12) voorzien is van een boutopening (14) met een langwerpige vorm die zich volgens een richting die loodrecht staat op /8
Figure BE1025033B1_D0001
h?
het eerste plaatgedeelte (11) uitstrekt. De langwerpige vorm van de montageopeningen (13) in combinatie met de langwerpige vorm van de boutopening (14) en met de oogbout laat toe om de positie van het basiselement (10), en dus de poort (2), t.o.v. de steun (3) in drie dimensies te regelen.
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie Publicatienummer: 1025033 Nummer van indiening: BE2017/5630
Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: E05D 7/04 E05D 7/06 E05D 5/06 E05D 11/00 E05D 5/02 Datum van verlening: 03/10/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 05/09/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
LOCINOX NV, Mannebeekstraat 21, 8790WAREGEM België;
vertegenwoordigd door
GEVERS PATENTS, Holidaystraat 5, 1831, DIEGEM;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort.
UITVINDER(S):
TALPE Joseph, Kloosterstraat 2, 8551, HEESTERT-ZWEVEGEM;
VOORRANG :
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag :
Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 03/10/2018,
Bij bijzondere machtiging:
2017/5630
BE2017/5630 “Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort”
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een oogboutscharnier voor het scharnierend bevestigen van een poort aan een steun. De oogboutscharnier omvat een vast scharnierelement geconfigureerd om vastgelast te worden aan de steun, een scharnieras die bevestigd is op genoemd vast scharnierelement, een oogbout die door middel van genoemde scharnieras scharnierend omheen een rotatieas bevestigd is op genoemd vast scharnierelement en die een ooggedeelte en een boutgedeelte omvat, en een bevestigingsmechanisme geconfigureerd om het boutgedeelte van de oogbout vast te bevestigen aan de poort. Het bevestigingsmechanisme omvat een basiselement met een eerste en een tweede plaatgedeelte die nagenoeg loodrecht op elkaar staan, waarbij het eerste plaatgedeelte voorzien is van twee montageopeningen en waarbij het tweede plaatgedeelte voorzien is van een boutopening voorzien voor het ontvangen van het boutgedeelte van de oogbout. Het bevestigingsmechanisme omvat verder twee bevestigingsmiddelen voorzien om door de montageopeningen te steken om genoemd basiselement vast te bevestigen op de poort, en twee regelmoeren voorzien om aan weerszijden van het tweede plaatgedeelte op het boutgedeelte van de oogbout te worden geschroefd om het tweede plaatgedeelte op het boutgedeelte van de oogbout tussen hen in te klemmen.
Een dergelijke oogboutscharnier is beschreven in DE-B-10 2008 056 424 en wordt gebruikt om een poort op een steun, bijvoorbeeld een paal, te monteren. Typisch worden hierbij twee oogboutscharnieren gebruikt die de poort zowel bovenaan als onderaan verbinden met de steun. Normaal zijn de vaste scharnierelementen reeds voor montage aangebracht op de steun om te vermijden dat een installateur ter plaatse dient te lassen. Bovendien dient, na het lassen, de paal gelakt of
2017/5630
BE2017/5630 gegalvaniseerd te worden om deze tegen roest te beschermen. In de oogboutscharnier beschreven in DE-B-10 2008 056 424 bevindt de scharnieras zich naast de steun en strekt de oogbout zich uit vanaf de scharnieras naar de poort. Het basiselement omvat een eerste plaatgedeelte dat tegen de poort is bevestigd door middel van dwarse bevestigingsbouten en een tweede plaatgedeelte dat zich loodrecht uitstrekt vanaf een kopse rand van het eerste plaatgedeelte. Tussen het eerste en het tweede plaatgedeelte is aan beide zijden van het basiselement tevens een versteviging voorzien. Het boutgedeelte van de oogbout steekt door een opening in het tweede plaatgedeelte. Het basiselement heeft een relatief grote lengte en dient hierdoor op de bovenste en de onderste regel van de poort gemonteerd te worden.
Een nadeel van een dergelijke oogboutscharnier is dat enkel de afstand tussen de poort en de steun kan worden aangepast d.m.v. de plaatsing van de regelmoeren op het boutgedeelte. Echter is het niet mogelijk om de poort hoger of lager te positioneren t.o.v. de steun, noch om de poort meer naar de voorzijde of de achterzijde van de steun te positioneren, noch om de poort naar voor of achter te kantelen.
Een dergelijk gebrek aan regelmogelijkheden is, in het bijzonder, nadelig tijdens het monteren van de poort. Daarbij is het namelijk zo dat, aangezien de vaste scharnierelementen reeds op voorhand zijn vastgelast op de steun, de positie van beide oogbouten reeds vast ligt. Vandaar moeten de basiselementen exact op de poort gepositioneerd worden, in het bijzonder met een exacte onderlinge afstand daartussen, opdat de basiselementen op de boutgedeelten van hun respectievelijke oogbout vast bevestigd kunnen worden door de regelmoeren.
Een verder nadeel van de bekende oogboutscharnier is dat, aangezien de basiselementen op de bovenste en de onderste regel gemonteerd dienen te worden, de scharnierelementen vooraf correct op de juiste onderlinge afstand op de steun gelast dienen te worden in functie van de afstand tussen beide regels van de poort. Vandaar is de
2017/5630
BE2017/5630 paal met daarop de bevestigde Scharnierelementen niet universeel toepasbaar voor poortjes met verschillende hoogtes of met verschillende regelafstanden.
Het is een eerste doel van de onderhavige uitvinding om een oogboutscharnier te voorzien waarbij de positie van de poort t.o.v. de steun ter plaatse van elk van beide scharnieren zowel tijdens montage, als achteraf, in de drie dimensies geregeld kan worden.
Dit doel wordt gerealiseerd door dat elk van genoemde montageopeningen een langwerpige vorm heeft met een langsrichting die zich nagenoeg in de richting van genoemde rotatieas uitstrekt en dat genoemde boutopening een langwerpige vorm heeft met een langsrichting die nagenoeg loodrecht staat op het eerste plaatgedeelte.
Door de langwerpige vorm van de montageopeningen is het mogelijk om de bevestigingsbouten die het basiselement op de poort bevestigen in de richting van de rotatieas, d.w.z. omhoog of omlaag, te verschuiven in de montageopeningen. Vandaar is het mogelijk om de afstand tussen de basiselementen op de poort aan te passen aan de afstand tussen de voordien reeds op de steun vastgelaste Scharnierelementen, in het bijzonder zonder daarbij extra gaten te moeten voorzien in de poort.
De langwerpige vorm van de montageopeningen laat eveneens toe om de hoogte van de poort t.o.v. het basiselement, en daarmee t.o.v. de steun, aan te passen. Daarenboven is het, door de langwerpige vorm van de boutopening, mogelijk om het basiselement, en dus de poort, te verschuiven t.o.v. de oogbout in de richting loodrecht op de poort. Met andere woorden, de langwerpige vorm van de boutopening laat toe om het basiselement, en dus de poort, te verschuiven in de richting loodrecht op de poort, d.w.z. dichter bij of verder weg t.o.v. de voorzijde van de steun. Hierbij is het ook mogelijk om de poort meer naar voor of achter te kantelen om deze verticaal, of parallel met de paal, te kunnen opstellen. Eveneens, zoals ook bij de bekende oogboutscharnieren, laat de
2017/5630
BE2017/5630 plaatsing van het basiselement op het boutgedeelte van de oogbout
d.m.v. de regelmoeren toe om de afstand tussen het basiselement, en dus de poort, en de steun in te stellen. De oogboutscharnier volgens de onderhavige uitvinding laat dus toe om de positie van de poort t.o.v. de steun ter plaatse van elke scharnier zowel tijdens montage, als achteraf, in de drie dimensies te regelen.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om een oogboutscharnier te voorzien die universeel toepasbaar is voor poorten met verschillende hoogtes en/of met verschillende regelafstanden.
Dit verder doel wordt bereikt door een oogboutscharnier zoals hierboven beschreven waarbij genoemde montageopeningen zich, in de richting van de rotatieas, aan weerszijden van het boutgedeelte van de oogbout bevinden, en waarbij het eerste plaatgedeelte geconfigureerd is om op een zijstijl van de poort gemonteerd te worden. Beide montageopeningen liggen, bij voorkeur, op één lijn die nagenoeg evenwijdig is aan genoemde rotatieas.
Aangezien de rotatieas zich nagenoeg verticaal bevindt, betekent dit dat de montageopeningen zowel een verticale langwerpige vorm hebben en zich, in verticale richting, aan weerzijden van het boutgedeelte bevinden. Met andere woorden, kunnen de montageopeningen boven elkaar voorzien worden zodat het eerste plaatgedeelte een relatief beperkte breedte heeft. Deze relatief beperkte breedte laat toe om de basiselementen, in plaats van op de bovenste en onderste regels van de poort zoals bij de bekende oogboutscharnieren, op een zijstijl van de poort te plaatsen. Bijgevolg hoeft de onderlinge afstand tussen de oogboutscharnieren niet overeen te komen met de hoogte van de poort bepaald door de afstand tussen de bovenste en de onderste regel, wat dus toelaat om de oogboutscharnieren op een vaste afstand van elkaar te plaatsen onafhankelijk van de poort. Vandaar is de oogboutscharnier universeel toepasbaar voor poorten met verschillende hoogtes en/of met verschillende regelafstanden.
2017/5630
BE2017/5630
Daarenboven is het ook steeds mogelijk om de poort op de gewenste hoogte aan de steun te hangel. Immers, door middel van de langwerpige montageopeningen is slechts een beperkte hoogteregeling van de poort mogelijk.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is genoemd basiselement in één stuk uit metaal vervaardigd, bij voorkeur uit aluminium, bij verdere voorkeur geëxtrudeerd aluminium.
Deze integrale vervaardiging is vooreerst eenvoudig en snel uit te voeren. Verder is aluminium corrosiebestendig. Daarenboven is geëxtrudeerd aluminium ook minder bros in vergelijking met gietaluminium, waardoor het risico op breuken in het basiselement ook verkleind wordt. Eveneens kan geëxtrudeerd aluminium geanodiseerd worden om de vorming van een oxidelaag te vermijden.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten genoemde bevestigingsmiddelen elk een set met een bevestigingsbout en een huls met een inwendige schroefdraad, waarbij de bevestigingsbouten en de hulzen voorzien zijn om in een dwars gat doorheen de poort en doorheen genoemde montageopeningen geplaatst te worden en om op elkaar geschroefd te worden.
Door de combinatie van de bevestigingsbouten en de hulzen, ook bekend als een patentbout, is het basiselement vast bevestigd op de poort d.m.v. een dwarse verbinding doorheen de poort die zowel een volle als een holle stijl kan hebben. Een dergelijk dwarse verbinding is steviger in vergelijking met bevestigingsbouten die in de zijkant van de poort steken in de richting van het boutgedeelte van de oogbout. In dat laatste geval worden immers trekkrachten op de bouten uitgeoefend.
Eveneens is het mogelijk om dezelfde maat van bevestigingsbouten en hulzen te gebruiken voor poorten die een verschillende dikte, gemeten in de dwarse richting, hebben, aangezien de hulzen, afhankelijk van de dikte van de poort, meer of minder kunnen overlappen met de bevestigingsbouten.
2017/5630 g BE2017/5630
Bij voorkeur hebben genoemde hulzen of genoemde bevestigingsbouten een ronde kop met daarin een holte voorzien voor het door middel van een inbussleutel vastschroeven van de hulzen op de bevestigingsbouten, waarbij, wanneer de bevestigingsmiddelen in de montageopeningen steken en de regelmoeren op het boutgedeelte van de oogbout geschroefd zijn, één van beide regelmoeren ten minste gedeeltelijk de holte in één van genoemde hulzen of genoemde bevestigingsbouten afschermt zodat genoemde holte niet toegankelijk is voor genoemde inbussleutel.
In deze uitvoeringsvorm schermt één van beide regelmoeren ten minste gedeeltelijk de holte in één van de hulzen of bevestigingsbouten af wanneer de oogboutscharnier bevestigd is op de steun. Hierdoor is het niet mogelijk om gereedschap, bijvoorbeeld een inbussleutel, te plaatsen in de holte van genoemde huls, waardoor de huls, en dus het basiselement, niet kan worden losgemaakt. Dit verhoogt dus de veiligheid tegen inbraak.
Eventueel kunnen, na montage van de poort, de holtes uitgeboord worden zodat het onmogelijk is om de hulzen en de bevestigingsbouten nog van elkaar te schroeven. Dit verhoogt nogmaals de veiligheid.
Bij verdere voorkeur hebben zowel genoemde hulzen als genoemde bevestigingsbouten een ronde kop. Hierdoor is het niet mogelijk om de hulzen en de bevestigingsbouten d.m.v. gereedschap, bijvoorbeeld een tang, aan hun omtrekszijde vast te nemen met als doel deze los te schroeven.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten genoemde bevestigingsmiddelen elk een set met een bevestigingsbout, een ankerelement en een moerelement, waarbij elk ankerelement een niet-ronde kop heeft en het basiselement een overeenkomstige uitsparing, waarbij elk ankerelement een aflopend gedeelte projecties daarop heeft, welk aflopend gedeelte geconfigureerd is om zich gedeeltelijk binnenin de poort te bevinden, waarbij elk
2017/5630
BE2017/5630 moerelement armen heeft die geconfigureerd zijn om tussen genoemde projecties te passen, waarbij elke bevestigingsbout voorzien is om doorheen één van genoemde ankerelementen in één van genoemde moerelementen geschroefd te worden en waarbij, tijdens het vastschroeven van genoemde bevestigingsbout, genoemde armen uitzetten door over het aflopend gedeelte te schuiven.
Deze alternatieve uitvoeringsvorm voorziet in een verbinding met de poort met een holle stijl waarbij het niet nodig is om aan de voorzijde van de poort gaten te voorzien.
Bij voorkeur hebben genoemde bevestigingsbouten een ronde kop met daarin een holte voorzien voor het door middel van een inbussleutel vastschroeven van de bevestigingsbouten op de ankerelementen en de moerelementen, waarbij, wanneer de bevestigingsmiddelen in de montageopeningen steken en de regelmoeren op het boutgedeelte van de oogbout geschroefd zijn, één van beide regelmoeren ten minste gedeeltelijk de holte in één van genoemde bevestigingsbouten afschermt zodat genoemde holte niet toegankelijk is voor genoemde inbussleutel.
In deze uitvoeringsvorm schermt één van beide regelmoeren ten minste gedeeltelijk de holte in één van de bevestigingsbouten af wanneer de oogboutscharnier bevestigd is op de steun. Hierdoor is het niet mogelijk om gereedschap, bijvoorbeeld een inbussleutel, te plaatsen in de holte van genoemde bevestigingsbout, waardoor de bevestigingsbout, en dus het basiselement, niet kan worden losgemaakt. Dit verhoogt dus de veiligheid tegen inbraak.
Eventueel kunnen, na montage van de poort, de holtes uitgeboord worden zodat het onmogelijk is om de bevestigingsbouten uit de ankerelementen en de moerelementen te schroeven. Dit verhoogt nogmaals de veiligheid.
De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een poort die door middel van twee oogboutscharnieren zoals hierboven beschreven scharnierend op een steun bevestigd is.
2017/5630
BE2017/5630
Door gebruik van de oogboutscharnieren zoals hierboven beschreven is het mogelijk om de positie van de poort t.o.v. de steun ter plaatse van elke scharnier zowel tijdens montage, als achteraf, in de drie dimensies te regelen. Veder kunnen de vaste scharnierelementen op een vaste afstand op de steun vastgelast worden, waarbij de afstand tussen de basiselementen op de poort steeds kan aangepast worden in functie van de afstand tussen de vaste scharnierelementen, dit ongeacht de vorm en de afmetingen van de poort.
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van een aan een steun met twee oogboutscharnieren volgens de onderhavige uitvinding opgehangen poort.
Figuur 2 toont één van beide oogboutscharnieren van Figuur 1 in meer detail.
Figuur 3 toont een uiteengenomen zicht van de oogboutscharnier van Figuur 2 met een uitvoeringsvorm van de bevestiging aan de poort.
Figuur 4 toont een uiteengenomen zicht van de oogboutscharnier van Figuur 2 met een alternatieve uitvoeringsvorm van de bevestiging aan de poort.
De onderhavige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel bepaald door de conclusies.
Zoals getoond in figuur 1 wordt een oogboutscharnier 1 volgens de onderhavige uitvinding in tweevoud gebruikt voor het scharnierend bevestigen van een poort 2 aan een steun 3, bijvoorbeeld een paal of een andere poort in het geval van een meerledige poort. De oogboutscharnier 1 is specifiek ontworpen voor gebruik met metalen sluitingssystemen (d.w.z. metalen poorten en steunen) die vaak gebruikt worden buitenshuis, bijvoorbeeld als deel van een omheining rond een
2017/5630 g BE2017/5630 tuin of een industrieel terrein.
Zoals getoond in het detail van figuur 2 omvat de oogboutscharnier 1 een vast scharnierelement 4 dat vastgelast dient te worden op de steun 3, een scharnieras 5 die bevestigd is op het vast scharnierelement 4 en een oogbout met een ooggedeelte 6 en een boutgedeelte 7. Het ooggedeelte 6 van de oogbout is omheen de scharnieras 5 bevestigd zodat de oogbout kan scharnieren omheen een rotatieas 8 t.o.v. het vast scharnierelement 4. Het boutgedeelte 7 van de oogbout is bevestigd op de poort 2 d.m.v. een bevestigingsmechanisme zoals hierna beschreven.
Zoals getoond in figuur 2 wordt het vast scharnierelement 4 gevormd door een U-vormig element met twee benen die vast verbonden zijn met elkaar door een connectiedeel. Dit connectiedeel is op zijn beurt vastgelast op de steun 3. Elk van de benen is voorzien van een opening waarin de scharnieras 5 kan worden geplaatst. Op deze manier strekt de scharnieras 5 zich uit doorheen het vast scharnierelement 4 en het ooggedeelte 6 van de oogbout om deze delen scharnierend met elkaar te bevestigen, waarbij het ooggedeelte 6 zich dan tussen de benen van het vast scharnierelement 4 bevindt. Indien nodig kan speling tussen het ooggedeelte 6 en de benen worden opgevuld met één of meerdere sluitringen 9 zoals te zien in figuren 3 en 4.
Bij voorkeur wordt het vast scharnierelement 4 uit één stuk, m.a.w. integraal, vervaardigd uit een metalen plaat door plooien en uitsnijden, bijvoorbeeld stansen. Deze integrale vervaardiging verhoogt de sterkte van het vast scharnierelement 4. Alternatief kan het vast scharnierelement 4 ook integraal vervaardigd worden uit een stuk geëxtrudeerd metaal.
Het is duidelijk dat het vast scharnierelement 4 ook andere vormen kan hebben. Bijvoorbeeld kan het vast scharnierelement 4 ook bestaan uit twee afzonderlijke vlakke platen die elk een opening hebben waarin de scharnieras 5 kan worden geplaatst, waarbij elk van de vlakke platen afzonderlijk op de steun 3 wordt vastgelast. Alternatief kan het vast
2017/5630
BE2017/5630 scharnierelement 4 bestaan uit één plaat die vastgelast wordt op de steun 2, welke plaat voorzien is van een rechtopstaande pin die dienst doet als scharnieras 5.
Zoals getoond in figuren 3 en 4 omvat het bevestigingsmechanisme van de oogbout op de poort 2 een basiselement 10 met een eerste en een tweede plaatgedeelte 11, 12 die nagenoeg loodrecht op elkaar staan, waarbij het eerste plaatgedeelte 11 voorzien is van twee montageopeningen 13 en waarbij het tweede plaatgedeelte 12 voorzien is van een boutopening 14 waarin het boutgedeelte 7 van de oogbout zich uitstrekt. Verder zijn twee bevestigingsbouten 15 voorzien om via de montageopeningen 13 het basiselement 10 vast te bevestigen op de poort 2 en zijn twee regelmoeren 16 voorzien om aan weerszijden van het tweede plaatgedeelte 12 op het boutgedeelte 7 van de oogbout te worden geschroefd om het tweede plaatgedeelte 12 tussen hen in te klemmen en aldus op het boutgedeelte 7 van de oogbout van te zetten (zoals getoond in figuur 2).
Doordat het eerste en het tweede plaatgedeelte 11,12 nagenoeg loodrecht op elkaar staan, is het basiselement 10 bevestigd op de poort 2 door een dwarse verbinding, m.a.w. de bouten die het basiselement 10 en de poort 2 verbinden staan dwars op de oriëntatie van het boutgedeelte 7 van de oogbout. Een dergelijke dwarse verbinding heeft een aantal voordelen. Vooreerst is het mogelijk om de poort 2 geheel tegen de steun 3 te plaatsen, m.a.w. het zijvlak van de poort 2 kan, in de gesloten positie van de poort 2 zoals getoond in figuur 1, raken aan het zijvlak van de steun 3. Dit is mogelijk omdat er geen enkel onderdeel van het bevestigingsmechanisme zich tussen poort 2 en de steun 3 dient te bevinden. Verder kan de poort 2 over 180° geopend worden.
Daarenboven is een dergelijke dwarse verbinding veiliger in vergelijking met een langse verbinding die zich uitstrekt in de richting van het boutgedeelte 7 van de oogbout en die aan de zijkant van de poort
2017/5630
BE2017/5630 voorzien is. Het is namelijk zo dat, indien iemand de poort 2 wil forceren, een dwarse verbinding een grotere kracht kan weerstaan in vergelijking met een langse verbinding. Ook kunnen de bouten die als deel van de dwarse verbinding in de poort 2 geschroefd zijn een grotere kracht opvangen dan bouten die zijdelings in de poort 2 geschroefd zijn en die dus onder het gewicht van de poort 2 aan trekkrachten onderworpen zijn.
Figuren 3 en 4 tonen twee verschillende bevestigingen van het basiselement 10 op de poort 2. In figuur 3 wordt gebruikt gemaakt van bevestigingsbouten 15 met overeenkomstige hulzen 17 met een inwendige schroefdraad die elk voorzien zijn om op hun overeenkomstige bevestigingsbout 15 te worden geschroefd. Deze bevestiging is geschikt voor poorten 2 die zowel holle of volle stijlen kunnen hebben. De bevestigingsbouten 15 zijn zichtbaar aan de voorzijde van de poort 2 en hebben een nagenoeg vlakke ronde kop. Achter de kop van de bevestigingsbouten 15 is een gedeelte 26 voorzien met een niet-ronde, in het bijzonder een vierkante, doorsnede. Dit gedeelte 26 past in een ronde opening (niet getoond) op de voorzijde van de poort 2. Tijdens het vastschroeven van de bevestigingsbouten 15 op de hulzen 17 wordt het niet-ronde gedeelte 26 in de ronde opening in de poort 2 gewrongen zodat de bevestigingsbouten 15 geklemd worden in de poort 2 en dus niet meer kunnen roteren. Bij voorkeur heeft het gedeelte 26 een taps aflopende buitendiameter (zoals getoond in figuur 3) waardoor de vervorming van de poort 2 nabij de openingen kan worden beperkt terwijl de bevestigingsbouten 15 toch worden geklemd in de poort 2.
Door de combinatie van de bevestigingsbouten 15 en de hulzen 17, ook bekend als een patentbout, is het basiselement 10 vast bevestigd op de poort 2. Een dergelijke patentbout vormt een heel stevige verbinding en kan gebruikt worden voor het dragen van relatief zware poorten die zowel hol als vol kunnen zijn. Eveneens is het mogelijk om dezelfde maat van bevestigingsbouten 15 en hulzen 17 te gebruiken voor poorten 2 die een verschillende dikte, gemeten in de dwarse richting,
2017/5630
BE2017/5630 hebben, aangezien de hulzen 17, afhankelijk van de dikte van de poort 2, meer of minder kunnen overlappen met de bevestigingsbouten 15.
Het is duidelijk dat de rol van de bevestigingsbouten 15 en de hulzen 17 van de patentbouten ook kan worden omgedraaid. In het bijzonder kunnen de hulzen 17 aan de voorzijde van de poort 2 voorzien worden en de bevestigingsbouten 15 aan de achterzijde van de poort 2.
In figuur 4 wordt een alternatieve bevestiging van het basiselement 10 op de poort 2 getoond. In deze bevestiging wordt gebruikt gemaakt van pluggen zoals beschreven in EP-B-1 907 712. In het bijzonder wordt elke bevestigingsbout 15 doorheen een ankerelement 18 geschroefd in een moerelement 19. Het ankerelement 18 heeft een vierkante kop die past in een groef 20 in de achterzijde van het eerste plaatgedeelte 11 van het basiselement 10 zodat het ankerelement 18 niet kan roteren t.o.v. het basiselement 10. Het ankerelement 18 heeft een aflopend gedeelte met projecties daarop, welk aflopend gedeelte zich voornamelijk binnenin de holle stijl van de poort 2 bevindt. Het moerelement 19 heeft armen die passen tussen de projecties op het aflopend gedeelte van het ankerelement 18. Door het vastschroeven van de bevestigingsbout 15 schuiven de armen van het moerelement 19 over het aflopend gedeelte en zetten deze uit totdat ze een diameter bereiken die groter is dan het gat in de holle stijl 23 van de poort 2. Op die manier zit de wand van de holle stijl 23 van de poort 2 geklemd tussen de uitgezette armen van het moerelement 19 en het vierkant gedeelte van het ankerelement 18 en wordt het basiselement 10 dus vast bevestigd op de poort 2. Een dergelijke verbinding heeft als voordeel dat er geen opening doorheen de poort 2 nodig is zoals bij de patentbout van figuur 3 en kan typisch gebruikt worden voor lichtere poorten 2, die noodzakelijkerwijs hol zijn.
In de uitvoeringsvorm van figuur 3 hebben de hulzen 15 een ronde kop met daarin een holte 22 met een niet-ronde doorsnede voor het vastdraaien van de huls 15, bijvoorbeeld door gebruik van een inbussleutel. Zoals reeds beschreven kan de rol van de
2017/5630
BE2017/5630 bevestigingsbouten 15 en de hulzen 17 van de patentbouten worden omgedraaid, waarbij de bevestigingsbouten 15 dan een ronde kop hebben met daarin een holte 22 met een niet-ronde doorsnede voor het vastdraaien van de huls 15, bijvoorbeeld door gebruik van een inbussleutel. In de uitvoeringsvorm van figuur 4 hebben de bevestigingsbouten 15 een ronde kop met daarin een holte 22 met een niet-ronde doorsnede voor het vastdraaien van de bevestigingsbout 15, bijvoorbeeld door gebruik van een inbussleutel.
Het is duidelijk dat de groef 20 in het basiselement 10 noodzakelijk is voor de verbinding met de poort 2 d.m.v. pluggen zoals beschreven in EP-B-1 907 712 zoals getoond in figuur 4, echter is deze groef 20 overbodig bij een verbinding d.m.v. een patentbout zoals getoond in figuur 3.
In de getoonde uitvoeringsvorm is het basiselement 10 in één stuk uit metaal, in het bijzonder geëxtrudeerd aluminium, vervaardigd. Deze integrale vervaardiging is vooreerst eenvoudig en snel uit te voeren en levert daarenboven een steviger basiselement 10 op in vergelijking met een niet-integrale vervaardiging. Daarenboven levert het gebruik van geëxtrudeerd aluminium voor het vervaardigen van het basiselement 10 een aantal voordelen op. Geëxtrudeerd aluminium kan, in tegenstelling tot gietaluminium, geanodiseerd worden, hetgeen een oxidelaag voorkomt. Dit is bijzonder voordelig aangezien de oogboutscharnieren 1 namelijk voorzien zijn voor toepassing buitenshuis zoals hierboven beschreven. Daarenboven is geëxtrudeerd aluminium ook minder bros in vergelijking met gietaluminium, waardoor het risico op breuken in het basiselement 10 ook verkleind wordt.
Zoals getoond in figuur 2 is het basiselement 10 op het boutgedeelte 7 van de oogbout bevestigd doordat het boutgedeelte 7 zich doorheen de boutopening 14 uitstrekt en aan weerszijden een regelmoer 16 is voorzien. Deze regelmoeren 16, met eventueel daartussen één of meerdere sluitringen 21, zetten het basiselement 10
2017/5630
BE2017/5630 vast op het boutgedeelte 7 van de oogbout. Aangezien het boutgedeelte 7 een zeker lengte heeft, is het mogelijk om het basiselement 10, d.m.v. de regelmoeren 16, op verschillende plaatsen langsheen het boutgedeelte 7 vast te zetten. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 2 laat dit dus toe om de afstand tussen de zijvlakken van de poort 2 en de steun 3 te regelen binnen een marge bepaald door de lengte van het boutgedeelte 7 van de oogbout.
Zoals getoond in figuren 3 en 4 heeft de boutopening 14 een langwerpige vorm met een langsrichting die nagenoeg loodrecht staat op het eerste plaatgedeelte 11. Deze langwerpige vorm laat toe om het eerste plaatgedeelte 11, dat tegen de poort 2 bevestigd is, dichter bij of verder weg van het boutgedeelte 7 van de oogbout te plaatsen. Dit laat dus toe om de positie van het voorvlak van de poort 2 t.o.v. het voorvlak van de steun 3 te regelen binnen een marge bepaald door de lengte van de boutopening 14. Eveneens laat deze langwerpige vorm toe om de poort 2 te kantelen t.o.v. de steun 3. Op die manier kan de poort 2 bijvoorbeeld verticaal worden geplaatst in het geval de steun 3 afwijkt van de verticale richting.
Zoals getoond in figuren 3 en 4 hebben de montageopeningen 13 een langwerpige vorm met een langsrichting die zich nagenoeg in de richting van de rotatieas 8 uitstrekt. Deze langwerpige vormen laten toe om de hoogte van het basiselement 10 t.o.v. de poort 2 te bepalen zonder daarbij nieuwe gaten in de poort 2 dienen te voorzien. Dit laat dus toe om de hoogte van de poort 2 t.o.v. de steun 3 te regelen binnen een marge bepaald door de lengte van de montageopeningen 13.
Daarenboven laat dit toe om de afstand tussen de basiselementen 10 aan te passen in functie van de afstand tussen de scharnierelementen 4 die vooraf vastgelast werden op de steun 3 zonder daarbij bijkomende openingen te moeten voorzien in de poort 2.
Eveneens zijn de montageopeningen 13 aan weerzijden van het boutgedeelte 7 van de oogbout voorzien, en niet naast elkaar zoals bij
2017/5630
BE2017/5630 bekende oogboutscharnieren 1. Vandaar heeft het eerste plaatgedeelte een beperkte breedte zodat het basiselement 10 op een zijstijl 23 van de poort 2 geplaatst kan worden zoals getoond in figuur 1. Bijgevolg hoeft de onderlinge afstand tussen de oogboutscharnieren 1 niet overeen te komen met de hoogte van de poort 2, welke hoogte bepaald is door de afstand tussen de bovenste regel 24 en de onderste regel 25, wat dus toelaat om de oogboutscharnieren 1 dichter bij elkaar te plaatsen zoals getoond in figuur 1. Hierdoor is er een bijkomende mogelijkheid om de hoogte van de poort 2 t.o.v. de steun 3 te regelen die toelaat om de poort 2 steeds op de gewenste hoogte aan de steun 3 op te hangen. Daarenboven is het mogelijk om een standaardafstand te voorzien tussen de vaste scharnierelementen 4 op de steun 3 onafhankelijk van de hoogte van de te monteren poort 2.
Verder zijn, in de getoonde uitvoeringsvorm, de montageopeningen 13 zodanig dicht bij het tweede plaatgedeelte 12 geplaatst zodat, in de gemonteerde toestand van het oogboutscharnier 1 getoond in figuur 2, de regelmoer 16 aan de zijde van de montageopeningen 13 de kop van de hulzen 15 of van de bevestigingsbouten 15, in het bijzonder de holte 22 daarin, gedeeltelijk afschermt. Hierdoor is het niet mogelijk om, wanneer de oogboutscharnier 1 gemonteerd is op de poort 2 en de steun 3, gereedschap, bijvoorbeeld een inbussleutel, te plaatsen in de holte 22 van één of beide hulzen 15 of bevestigingsbouten 15, waardoor het basiselement 10 niet kan worden losgemaakt van de poort 2. Dit verhoogt dus de veiligheid tegen inbraak.
Eventueel kunnen, na montage van de poort, de holtes 22 uitgeboord worden zodat het onmogelijk is om de bevestigingsbouten 15 of de hulzen 17 nog te bedienen door middel van een inbussleutel. Dit verhoogt nogmaals de veiligheid tegen inbraak.
Alhoewel bepaalde aspecten van de onderhavige uitvinding zijn beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, is het
2017/5630
BE2017/5630 duidelijk dat deze aspecten in andere vormen kunnen worden geïmplementeerd.
2017/5630
BE2017/5630

Claims (13)

  1. Conclusies
    1. Oogboutscharnier (1) voor het scharnierend bevestigen van een poort (2) aan een steun (3), welk oogboutscharnier (1) omvat:
    - een vast scharnierelement (4) geconfigureerd om vastgelast te worden aan de steun (3);
    - een scharnieras (5) die bevestigd is op genoemd vast scharnierelement (4);
    - een oogbout die door middel van genoemde scharnieras (5) scharnierend omheen een rotatieas (8) bevestigd is op genoemd vast scharnierelement (4) en die een ooggedeelte (6) en een boutgedeelte (7) omvat; en
    - een bevestigingsmechanisme geconfigureerd om het boutgedeelte (7) van de oogbout vast te bevestigen aan de poort (2), waarbij het bevestigingsmechanisme omvat:
    - een basiselement (10) met een eerste en een tweede plaatgedeelte (11, 12) die nagenoeg loodrecht op elkaar staan, waarbij het eerste plaatgedeelte (11) voorzien is van twee montageopeningen (13) en waarbij het tweede plaatgedeelte (12) voorzien is van een boutopening (14) voorzien voor het ontvangen van het boutgedeelte (7) van de oogbout;
    twee bevestigingsmiddelen voorzien om door de montageopeningen (13) te steken om genoemd basiselement (10) vast te bevestigen op de poort (2); en
    - twee regelmoeren (16) voorzien om aan weerszijden van het tweede plaatgedeelte (12) op het boutgedeelte (7) van de oogbout te worden geschroefd, daardoor gekenmerkt dat elk van genoemde montageopeningen (13) een langwerpige vorm heeft met een langsrichting die zich nagenoeg in de richting van genoemde rotatieas (8) uitstrekt en dat genoemde boutopening (14) een langwerpige vorm heeft met een langsrichting die nagenoeg loodrecht staat op het eerste plaatgedeelte (11).
    2017/5630
    18 BE2017/5630
  2. 2. Oogboutscharnier (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat genoemde montageopeningen (13) zich, in de richting van de rotatieas (8), aan weerszijden van het boutgedeelte (7) van de oogbout bevinden, waarbij het eerste plaatgedeelte (11) geconfigureerd is om op een zijstijl (23) van de poort (2) gemonteerd te worden.
  3. 3. Oogboutscharnier (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat genoemde montageopeningen (13) op één lijn liggen die nagenoeg evenwijdig is aan genoemde rotatieas (8).
  4. 4. Oogboutscharnier (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemd basiselement (10) in één stuk uit metaal vervaardigd is.
  5. 5. Oogboutscharnier (1) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat genoemd basiselement (10) uit een stuk geëxtrudeerd aluminium vervaardigd is.
  6. 6. Oogboutscharnier (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemd vast scharnierelement (4) in één stuk uit een metalen plaat vervaardigd is door plooien en uitsnijden.
  7. 7. Oogboutscharnier (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemd vast scharnierelement (4) twee openingen heeft die voorzien zijn voor het ontvangen van de scharnieras (5).
  8. 8. Oogboutscharnier (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde bevestigingsmiddelen elk een set met een bevestigingsbout (15) en een huls (17) met een inwendige
    2017/5630
    19 BE2017/5630 schroefdraad omvatten, waarbij de bevestigingsbouten (15) en de hulzen (17) voorzien zijn om in een dwars gat doorheen de poort (2) en doorheen genoemde montageopeningen (13) geplaatst te worden en om op elkaar geschroefd te worden.
  9. 9. Oogboutscharnier (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat genoemde hulzen (17) of genoemde bevestigingsbouten (15) een ronde kop hebben met daarin een holte (22) voorzien voor het door middel van een inbussleutel vastschroeven van de hulzen (17) op de bevestigingsbouten (15), waarbij, wanneer de bevestigingsmiddelen in de montageopeningen (13) steken en de regelmoeren (16) op het boutgedeelte (7) van de oogbout geschroefd zijn, één van beide regelmoeren (16) ten minste gedeeltelijk de holte (22) in één van genoemde hulzen (17) of genoemde bevestigingsbouten (15) afschermt zodat genoemde holte (22) niet toegankelijk is voor genoemde inbussleutel.
  10. 10. Oogboutscharnier (1) volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat zowel genoemde hulzen (17) als genoemde bevestigingsbouten (15) een ronde kop hebben.
  11. 11. Oogboutscharnier (1) volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat genoemde bevestigingsmiddelen elk een set met een bevestigingsbout (15), een ankerelement (18) en een moerelement (19) omvatten, waarbij elk ankerelement (18) een nietronde kop heeft en het basiselement (10) een overeenkomstige uitsparing (20), waarbij elk ankerelement (18) een aflopend gedeelte met projecties daarop heeft, welk aflopend gedeelte geconfigureerd is om zich gedeeltelijk binnenin de poort (2) te bevinden, waarbij elk moerelement (19) armen heeft die geconfigureerd zijn om tussen genoemde projecties te passen, waarbij elke bevestigingsbout (15)
    2017/5630
    20 BE2017/5630 voorzien is om doorheen één van genoemde ankerelementen (18) in één van genoemde moerelementen (19) geschroefd te worden en waarbij, tijdens het vastschroeven van genoemde bevestigingsbout (15), genoemde armen uitzetten door over het aflopend gedeelte te schuiven.
  12. 12. Oogboutscharnier (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat genoemde bevestigingsbouten (15) een ronde kop hebben met daarin een holte (22) voorzien voor het door middel van een inbussleutel vastschroeven van de bevestigingsbouten (15) op de ankerelementen
    10 (18) en de moerelementen (19), waarbij, wanneer de bevestigingsmiddelen in de montageopeningen (13) steken en de regelmoeren (16) op het boutgedeelte (7) van de oogbout geschroefd zijn, één van beide regelmoeren (16) ten minste gedeeltelijk de holte (22) in één van genoemde bevestigingsbouten (15) afschermt zodat
    15 genoemde holte (22) niet toegankelijk is voor genoemde inbussleutel.
  13. 13. Poort (2) die door middel van twee oogboutscharnieren (1 ) volgens één van de voorgaande conclusies scharnierend op een steun (3) bevestigd is.
    BE2017/5630 / (N
BE2017/5630A 2017-09-05 2017-09-05 Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort BE1025033B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5630A BE1025033B1 (nl) 2017-09-05 2017-09-05 Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5630A BE1025033B1 (nl) 2017-09-05 2017-09-05 Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1025033B1 true BE1025033B1 (nl) 2018-10-03

Family

ID=59982206

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5630A BE1025033B1 (nl) 2017-09-05 2017-09-05 Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1025033B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3907362A1 (en) 2020-05-04 2021-11-10 Locinox Method for making an extruded transversal hinge bracket for constructing a door hinge

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19801635A1 (de) * 1997-04-10 1998-10-15 Bernhard Staufenbiel Scharniergelenk für Drehflügeltore
EP1528202A2 (en) * 2003-10-31 2005-05-04 Joseph Talpe Mechanism for hanging a gate at an adjustable height on a support
EP1746293A1 (en) * 2005-07-20 2007-01-24 Joseph Talpe Fixing device for hollow frames and plate surfaces
DE102012101884B3 (de) * 2012-03-06 2012-10-18 Simonswerk, Gesellschaft mit beschränkter Haftung Türbandbefestigung, Baugruppe mit der Türbandbefestigung und einem Türband sowie Türanordnung

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19801635A1 (de) * 1997-04-10 1998-10-15 Bernhard Staufenbiel Scharniergelenk für Drehflügeltore
EP1528202A2 (en) * 2003-10-31 2005-05-04 Joseph Talpe Mechanism for hanging a gate at an adjustable height on a support
EP1746293A1 (en) * 2005-07-20 2007-01-24 Joseph Talpe Fixing device for hollow frames and plate surfaces
DE102012101884B3 (de) * 2012-03-06 2012-10-18 Simonswerk, Gesellschaft mit beschränkter Haftung Türbandbefestigung, Baugruppe mit der Türbandbefestigung und einem Türband sowie Türanordnung

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3907362A1 (en) 2020-05-04 2021-11-10 Locinox Method for making an extruded transversal hinge bracket for constructing a door hinge

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1025033B1 (nl) Oogboutscharnier en daarmee op steun bevestigde poort
US20080000156A1 (en) Cantilever Gate
US8375517B1 (en) Hinge incorporating horizontal and vertical adjustments
BE1015758A3 (nl) Mechanisme voor het op een instelbare hoogte aan een steun ophangen van een poort.
US4141109A (en) Hinge support assembly
US20220106819A1 (en) Concealed hinge assembly
BE1018994A3 (nl) Beveiligd scharnier voor de ophanging van poorten en deuren.
US3292204A (en) Door and hinge combination
US9546889B2 (en) Lock rack for hydro, isolation or test blinds
EP2365166A2 (de) Türband, insbesondere für Gebäudeabschlusstüren
BE1023548B1 (nl) Sluitmechanisme voor een raam of deur
AU2016282074A1 (en) Reversible hinge and reinforced hinge assembly
US6782586B2 (en) Adjustable reinforcing hinge
BE1025182B1 (nl) Montagesysteem voor het monteren van een vizier op een jachtwapen
DE202008004433U1 (de) Anordnung zur schwenkbeweglichen Befestigung eines Torflügels an einem Pfosten
NL1023633C2 (nl) Kopplankhouder.
NL1032139C1 (nl) Speciale beveiligingsbeugel voor een bestaande raamuitzetter.
NL1022969C1 (nl) Verbindingssamenstel voor bouwhekken.
CN218265526U (zh) 一种重型门体可调合页
CN214091457U (zh) 一种铰链
BE1025686B1 (nl) Slot omvattende een grendel
AU2017100603A4 (en) Grate locking arm
CN103953257B (zh) 一种具有高防撬性能的薄壁保险柜
NL1016058C2 (nl) Kentekenplaathouder.
US908836A (en) Adjustable door-hanger.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20181003