BE1024928B1 - Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/balenpers- combinaties - Google Patents

Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/balenpers- combinaties Download PDF

Info

Publication number
BE1024928B1
BE1024928B1 BE2017/5335A BE201705335A BE1024928B1 BE 1024928 B1 BE1024928 B1 BE 1024928B1 BE 2017/5335 A BE2017/5335 A BE 2017/5335A BE 201705335 A BE201705335 A BE 201705335A BE 1024928 B1 BE1024928 B1 BE 1024928B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tractor
baler
swath
sensor
sensors
Prior art date
Application number
BE2017/5335A
Other languages
English (en)
Inventor
Wouter Boone
Joachim Boydens
Thomas Debbaut
Dries Liefooghe
Didier Verhaeghe
Kesel Francis De
Johan O. Vanpoucke
Jeroen Vermander
Neel Vanhecke
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2017/5335A priority Critical patent/BE1024928B1/nl
Priority to PCT/EP2018/062074 priority patent/WO2018206678A1/en
Priority to EP18726086.4A priority patent/EP3634104B1/en
Priority to RU2019139872A priority patent/RU2738777C1/ru
Priority to US16/612,664 priority patent/US11812680B2/en
Priority to BR112019023434-9A priority patent/BR112019023434B1/pt
Priority to AU2018265089A priority patent/AU2018265089B2/en
Priority to NZ759247A priority patent/NZ759247B2/en
Priority to CN201880039386.3A priority patent/CN110740632B/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1024928B1 publication Critical patent/BE1024928B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B69/00Steering of agricultural machines or implements; Guiding agricultural machines or implements on a desired track
    • A01B69/001Steering by means of optical assistance, e.g. television cameras
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B69/00Steering of agricultural machines or implements; Guiding agricultural machines or implements on a desired track
    • A01B69/003Steering or guiding of machines or implements pushed or pulled by or mounted on agricultural vehicles such as tractors, e.g. by lateral shifting of the towing connection
    • A01B69/004Steering or guiding of machines or implements pushed or pulled by or mounted on agricultural vehicles such as tractors, e.g. by lateral shifting of the towing connection automatic
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B69/00Steering of agricultural machines or implements; Guiding agricultural machines or implements on a desired track
    • A01B69/007Steering or guiding of agricultural vehicles, e.g. steering of the tractor to keep the plough in the furrow
    • A01B69/008Steering or guiding of agricultural vehicles, e.g. steering of the tractor to keep the plough in the furrow automatic
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0825Regulating or controlling density or shape of the bale

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Guiding Agricultural Machines (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Abstract

Een beweegbare tractor/balenpers-combinatie (10) bestaat uit: (a) een tractor (11) met eigen energievoorziening die een reeks grondrakende elemen ten (13, 14, 16, 17) bevat en een stuurmechanisme voor het sturen van ten minste één van de grondrakende elementen om veranderingen in een bewegingsrich- ting van de tractor (11) te veroorzaken; (b) een balenpers (12) die achter de trac- tor (11) wordt getrokken wanneer de tractor (11) voorwaarts beweegt en schar- nierbaar met de tractor (11) verbonden is; (c) één of meer sensoren (36, 38) voor het aftasten van één of meer lijnen (hier zwadlijnen genoemd) van gewasmateri- aal corresponderend met een maximale hoeveelheid gewasmateriaal per lengte- eenheid van een zwad (24); en (d) een verwerkingsinrichting (41). De verwer- kingsinrichting (41) werkt afhankelijk van ten minste één uitgangssignaal van de één of meer sensoren (36, 38) om het stuurmechanisme van de tractor (11) te be- dienen zodat de balenpers (12) een zwadlijn volgt op een wijze die de inname van gewasmateriaal in de balenpers (12) voor het persen van balen optimaliseert. Eén of meer sensoren (36, 38) zijn ten minste tijdelijk bedienbaar om een zwadlijn af te tasten die zijdelings afwijkt van de voorwaartse bewegingsrichting van de tractor (11). Als gevolg daarvan kan de uitlijning van de balenpers (12) geoptima- liseerd worden alvorens het vormen van balen van een zwad (24) begint.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV
8210, ZEDELGEM
België (72) Uitvinder(s) :
BOONE Wouter 9880 AALTER België
BOYDENS Joachim 8210 ZEDELGEM België
DEBBAUT Thomas 9932 RONSELE België
LIEFOOGHE Dries 8690 ALVERINGEM België
VERHAEGHE Didier 8900 IEPER België
DE KESEL Francis 9991ADEGEM België
VANPOUCKE Johan O. 8210 VELDEGEM België
VERMANDER Jeroen 8433 MIDDELKERKE
België
VANHECKE Neel 8501 HEULE België (54) VERBETERINGEN IN OF MET BETREKKING TOT TRACTOR/BALENPERSCOMBINATIES (57) Een beweegbare tractor/balenpers-combinatie (10) bestaat uit: (a) een tractor (11) met eigen energievoorziening die een reeks grondrakende elemen ten (13, 14, 16, 17) bevat en een stuurmechanisme voor het sturen van ten minste één van de grondrakende elementen om veranderingen in een bewegingsrich- ting van de tractor (11) te veroorzaken; (b) een balenpers (12) die achter de trac- tor (11) wordt getrokken wanneer de tractor (11) voorwaarts beweegt en scharnierbaar met de tractor (11) verbonden is; (c) één of meer sensoren (36, 38) voor het aftasten van één of meer lijnen (hier zwadlijnen genoemd) van gewasmateri- aal corresponderend met een maximale hoeveelheid gewasmateriaal per lengteeenheid van een zwad (24); en (d) een verwerkingsinrichting (41). De verwer- kingsinrichting (41) werkt afhankelijk van ten minste één uitgangssignaal van de één of meer sensoren (36, 38) om het stuurmechanisme van de tractor (11) te be- dienen zodat de balenpers (12) een zwadlijn volgt op een wijze die de inname van gewasmateriaal in de balenpers (12) voor het persen van balen optimaliseert. Eén of meer sensoren (36, 38) zijn ten minste tijdelijk bedienbaar om een zwadlijn af te tasten die zijdelings afwijkt van de voorwaartse bewegingsrichting van de tractor (11). Als gevolg daarvan kan de uitlijning van de balenpers (12) geoptima- liseerd worden alvorens het vormen van balen van een zwad (24) begint.
Figure BE1024928B1_D0001
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024928 Nummer van indiening: BE2017/5335
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: A01B 69/00 A01B 69/04 Datum van verlening: 13/08/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 09/05/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV, Leon Claeysstraat 3A, 8210 ZEDELGEM België;
vertegenwoordigd door
BEETZ Joeri, Leon Claeysstraat 3A, 8210, ZEDELGEM;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor:
VERBETERINGEN IN OF MET BETREKKING TOT TRACTOR/BALENPERS- COMBINATIES.
UITVINDER(S):
BOONE Wouter, Raasakker 15, 9880, AALTER;
BOYDENS Joachim, Veldegemsestraat 85, 8210, ZEDELGEM;
DEBBAUT Thomas, B.H. Ryckaertstraat 6, 9932, RONSELE;
LIEFOOGHE Dries, Gapaard 1, 8690, ALVERINGEM;
VERHAEGHE Didier, Meenseweg 229, 8900, IEPER;
DE KESEL Francis, Kerselare 2A, 9991, ADEGEM;
VANPOUCKE Johan O., Halfuurdreef 94, 8210, VELDEGEM;
VERMANDER Jeroen, Diksmuidestraat 25, 8433, MIDDELKERKE;
VANHECKE Neel, Hoogweide 1Y, 8501, HEULE;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 13/08/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2017/5335
VERBETERINGEN IN OF MET BETREKKING TOT TRACTOR/BALENPERSCOMBINATIES
Achtergrond van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op een tractor/balenpers-combinatie.
Het is bekend op het gebied van landbouwmachines om een balenpers op wielen achter een tractor te trekken, met als doel balen te produceren van waardevolle stengelproducten (of andere plantenbestanddelen), zoals hooi, kuilvoedervegetatie en stro, die op de velden worden neergelegd, wanneer oogst- of maaibewerkingen plaatsvinden. In de meeste gevallen is de balenpers niet autonoom en heeft deze ook geen eigen energievoorziening, maar wordt deze achter een landbouwtractor gesleept, die draaiend vermögen Ievert om de opraapcomponenten en inwendige machinedelen aan te drijven.
Het hooi, stro of soortgelijke producten die tot balen moeten worden gevormd, worden gewoonlijk op velden achtergelaten in de vorm van zwaden,
d.w.z. lange rijen van de betreffende producten, die gestapeld worden rond de dwarshartlijn en gewoonlijk aflopen naar de respectieve dwarse randen. Hoewel er volgens sommige definities verschillen zijn tussen bijvoorbeeld swaths en windrows, worden deze beide termen hier verwisselbaar met het woord zwad aangeduid.
leder zwad strekt zieh gewoonlijk uit in een zo recht mogelijke lijn over bijna de gehele lengte van een veld. Een geoogst veld bevat gewoonlijk vele, in wezen onderling evenwijdige, zwaden. De zwaden liggen met grotendeels constante tussenruimtes uit elkaar die normaliter bepaald worden door het breedste deel, dat gewoonlijk de maaibalk of de voorste snijbalk is van de oogst- of maaimachine die gebruikt wordt om het betreffende oogstmateriaal af te snijden.
De breedte van een zwad is bijna altijd kleiner dan het spoor van de wielen van een tractor, die vervolgens längs de zwaden moet rijden. Daardoor kan
BE2017/5335 zo'n tractor tijdens het vormen van de balen met één stel wielen aan beide kanten van het zwad rijden. Op andere momenten is het echter gewenst dat een tractor lang het zwad rijdt, met de balenpers erachter getrokken en zijdelings verschoven t.o.v. de tractor zodat de wielen van de balenpers zieh aan weerskan5 ten schrijlings längs het zwad bevinden.
In sommige gevallen, meer bepaald wanneer het oogstproduct hooi is, is het bekend om een harkschudder, keermachine of riek te gebruiken, die aan een tractor is vastgemaakt, om de zwaden te draaien die door de maaimachine zijn achtergelaten, nadat de zwaden een bepaalde période neer hebben gelegen om io daardoor een gewenste mate van beluchting van de stengels (of andere van belang zijnde plantendelen) te verkrijgen. In dergelijke gevallen kunnen de daaruit verkregen zwaden, die in het algemeen de lijnen volgen van de zwaden die door de maaimachine zijn achtergelaten, andere afmetingen hebben dan die van de stengels enz. zoals deze werden neergelegd.
De uitvinding kan worden toegepast bij het gebruik van balenpersen om stengels (of andere plantendelen indien gewenst) tot balen samen te persen, zoals deze zijn neergelegd in zwaden die door eerste bewerking, zoals oogsten of maaien, of door een tweede bewerking, zoals harken, keren of schudden, zijn gevormd.
Balenpersen vallen in verschillende categorieën. De meest gebruikelijke machines, die momenteel worden toegepast, zijn die voor het vormen van zogenaamde ronde balen, gewoonlijk van hooi of stro (die ongeveer cilindervormig zijn); en die voor het vormen van zogenaamde “rechthoekige of “vierkante balen (die kubusvormig zijn). Ieder type baal heeft bepaalde typische opslag- en be25 werkingseigenschappen.
Van de rechthoekigebalenpersen produceren de meest gebruikelijke types “grote rechthoekige balen of “middelgrote rechthoekige balen. Zoals de benamingen al zeggen, zijn de eerste groter dan de laatste.
BE2017/5335
Ongeacht het exacte type is een balenpers bij gebruik vast gekoppeld aan de achterkant van een tractor en is de aftakas (PTO-as) van de tractor verbonden om aan de balenpers draaiend aandrijfvermogen toe te voeren. De PTO-as draait met een snelheid die bepaald wordt door de instellingen van de motor van de tractor en in sommige gevallen door bepaalde andere variabele parameters, die bijvoorbeeld door de tractorbestuurder kunnen worden ingesteld of als gevolg van automatische of halfautomatische bedieningsacties in de tractor of balenpers worden geactiveerd, zoals wanneer één of meer sensoren een specifiek uitgangssignaal, een uitgangssignaalklasse, een waarde of een bereik produceren. Ge10 woonlijk bevat de PTO-as ook een cardankoppeling of een gelijkaardige soepele aandrijfvermogen overbrengende constructie, met als gevolg dat de verbinding met de balenpers niet rechtstreeks op één lijn hoeft te liggen met de PTO-verbinding op de tractor, en in plaats daarvan zijdelings kan worden geplaatst.
De PTO-as verschaft draaiend aandrijfvermogen voor de verschillende de15 len van de balenpers, die bewegen om de opname en het verwerken van de Stengels tot balen te bewerkstelligen. Octrooi US-4433533-A geeft een uitleg over de werking van een rondebalenpers. Een voorbeeld van de werking van een rechthoekigebalenpers is beschreven in octrooi FR-2684517-A.
De uitvinding kan worden toegepast op tractor/balenpers-combinaties, met inbegrip van ronde- of rechthoekigebalenpersen van alle types, met inbegrip van maar niet beperkt tot die welke hierboven beschreven werden, en kan inderdaad worden gebruikt wanneer het ook maar nodig is om een balenpers in de nabijheid van zwaden te trekken.
Bij het trekken van een balenpers is het gewoonlijk een doelstelling van de tractorbestuurder om een bepaald onderdeel (zoals het midden vooraan rechts) van de balenpers uitgelijnd te houden met de aslijn van het in tot balen te persen zwad. Sommige balenpersen, zoals die welke beschreven zijn in octrooien US4433533-A en FR-2684517-A bevatten elementen die het mogelijk maken het
BE2017/5335 dwarse midden van de getrokken balenpers te bewegen naar en weg van een verschoven positie t.o.v. de hartlijn van de tractor om de Stengels op te rapen. Dit is gewenst om de positie ten opzichte van het midden (hoogste punt van het zwad) te regelen, van het deel van de voorste opening van de balenpers, waar Stengels (of andere plantendelen) worden ingevoerd en zo een gelijkmatige vu Hing van de kamer(s) van de balenpers garanderen. Dit is günstig, doordat ongelijk vullen kan leiden tot balen met een verkeerde vorm, en/of die niet sterk genoeg zijn om ze te verwerken en op te slaan en/of met wisselende dichtheid en dus lagere commerciële ίο waarde.
In sommige gevallen worden gewassen op een veld gezaaid op een wijze die een respectieve boord overlaat (genaamd wendakker), aan elke van de twee tegenoverliggende zijden van het veld, waarop geen gewassen geteeld worden. Op vele velden worden de gewassen, als alternatief, op het volledige veld gezaaid, tot aan de uiterste randen van het veld. In dergelijke gevallen, wanneer de oogst van het veld plaatsvindt, voltooit de oogstmachine eerst één of twee omtrekgangen rond de buitenomtrek van het veld om een gewasvrije boord te creëren die vergelijkbaar is met een wendakker, behalve dat deze zieh rond de volledige omtrek van het veld uitstrekt met voldoende breedte voor het aantal uit te voeren gangen van de oogstmachine.
Een ruimte zoals een wendakker of bovengenoemde geoogste omtrek is om verscheidene redenen noodzakelijk. Eén van de redenen is het mogelijk maken van het manoeuvreren van landbouwvoertuigen en voer25 tuigeombinaties zonder te rijden over, en dus verspillen van, gecultiveerde gewassen.
Wanneer het gewas met behulp van een oogstmachine wordt geoogst, blijven stengels of ander plantaardig materiaal dat in balen moet
BE2017/5335 worden geperst in zwaden achter op het veld, zoals hierboven beschreven werd. Als gevolg van de afwezigheid van gewas op de wendakkers van het veld, zijn deze gebieden meestal vrij van zwaden. Als er eerst een gewasvrije boord aan de rand van het veld gecreëerd wordt, zullen de stengels die op deze boord liggen tijdens het oogsten eerst in balen worden geperst om voor een zwadvrije ruimte te zorgen. Tijdens het persen van de balen verschaffen de wendakker of de omtrekruimte aan elk uiteinde of aan elke zijde van het veld dus een ruimte waarin een tractor/balenpers-combinatie zieh kan positioneren voor het persen van balen plantaardig materiaal in de evenwijdige zwaden die zieh längs het veld uit10 strekken.
Meestal rijdt de tractor/balenpers-combinatie het veld op via de wendakker waar ze zieh opstelt om van het eerst zwad balen te persen. Dit kan een zwad zijn aan het uiteinde van een reeks in wezen evenwijdige zwaden op het veld, of het kan ergens zijn längs de reeks zwaden. De keuze van het zwad waarvan als eerste balen geperst moeten worden, wordt bepaald door een aantal factoren waarvan een hoofdfactor vaak de ligging is van de toegang van het veld ten opzichte van de reeks zwaden, hoewel andere factoren ook relevant kunnen zijn, zoals, maar niet beperkt tot, de voorkeur van de bestuurder, het waarschijnlijke of gedetecteerde vochtgehalte van de zwaden, de indeling en de terreingesteldheid van het veld, de breedte van de wendakker en de aanwezigheid van obstakels.
Tijdens de werking beweegt de tractor/balenpers-combinatie längs het gekozen zwad en worden geperste balen achter de balenpers neergelegd, als ze haar werk doet. Zodra het eerste zwad op deze wijze in balen is geperst, bereikt de tractor de wendakker aan een tegenoverliggend uiteinde van het veld waar het persen van de balen begonnen is. Dat is het punt waarop de tractor/balenpers-combinatie moet draaien om in de tegenovergestelde richting längs het veld te rijden om het volgende zwad in balen te persen. Dit kan het zwad zijn dat in de reeks zwaden direct naast het eerst in balen geperste zwad ligt, of (afhan6
BE2017/5335 kelijk van de dwarsafstand van de zwaden, de afmetingen van de wendakker enzovoort) kan dit worden gescheiden van het eerst in balen geperste zwad door één of meer tussenliggende zwaden.
Als de wendakker relatief breed is, is er ruimte om de tractor/balen5 pers-combinatie 180 graden te laten draaien om het volgende zwad te benaderen dat vanaf het uiteinde in balen moet worden geperst, waarbij de balenpers uitgelijnd wordt voor de inname van gewassen voordat het uiteinde van het zwad bereikt wordt.
Op veel velden is de wendakker echter niet breed genoeg om de io tractor/balenpers-combinatie 180 graden te laten draaien voordat ten minste de tractor, en mogelijk ook de balenpers, het uiteinde van het zwad heeft bereikt. Dit kan bijvoorbeeld zijn doordat de wendakker smal is; of doordat de tractor/balenpers-combinatie te lang is in vergelijking met de omvang van het veld waarop ze moet werken en in plaats daarvan bedoeld is om op een groter veld met een bredere wendakker te werken. Ook kan de aanwezigheid van obstakels op de wendakker de beschikbare ruimte voor het keren van de tractor/balenpers-combinatie beperken.
Tegenwoordig zijn nieuwe tractoren steeds vaker uitgerust met sensoren, zoals optische sensoren, die het gebied voor de tractor kunnen aftasten. Een verwerkingseenheid (processor) die deel uitmaakt van of functioneel verbonden is met de tractor kan vanuit de sensoruitvoer een gegevensbank, beelduitvoer, een logboek of een kaart van het terrein opstellen waar de tractor naar toe beweegt.
Een dergelijke uitvoer kan nuttig zijn wanneer de tractor een balen25 pers trekt omdat zodoende de dwarspositie van de balenpers ten opzichte van een zwad geoptimaliseerd kan worden. Als gevolg daarvan kan de inname van plantaardig materiaal plaatsvinden op een wijze die het vullen
BE2017/5335 van de kamer(s) van de balenpers waarborgt zodat het risico op een wisselende dichtheid of de vorming van onvolledige balen wordt verkleind. Zoals hierboven uitgelegd werd, is de vorming van dergelijke balen ongewenst.
Eén wijze waarop een dergelijke sensoruitvoer kan worden gebruikt is het identifîceren van de lijn die door het zwaartepunt van de gedetecteerde dwarsdoorsnede van het zwad kan worden getrokken. Deze wordt hierin ook aangeduid als de zwadlijn of de lijn van het zwad. De verwerkingseenheid kan een dergelijke lijn plotten of registreren en deze gebruiken als invoer van een werkwijze voor het regelen van de balenpers. Een dergelijke regelwerkwijze kan het io minimaliseren van de afwijking van een voorkeursdeel van de balenpers omvatten, zoals het dwarse midden van de opraapinrichting aan de voorzijde van de balenpers, vanaf de zwadlijn. Aanpassingen van de dwarspositie van de balenpers kunnen bijvoorbeeld worden beïnvloed door het sturen van de tractor, of door het verstellen van een mechanisme van de balenpers dat een dwarsafwijking ver15 oorzaakt, zoals hierboven vermeld werd. In dat opzicht bevatten vele tractoren functies die de automatisering van stuurfuncties mogelijk maken. Dergelijke functies omvatten aangedreven actuatoren, zoals hydraulische of elektrische motoren, stangenstelsels en bedieningselementen die meestal programmeerbaar zijn en de vorm kunnen aannemen van verwerkingseenheden die geïnstalleerd zijn in of tijdens de werking functioneel verbonden zijn met de tractor.
Een aspect van de sensormechanismen die hierboven beschreven werden met betrekking tot de stand van de techniek is dat ze uitsluitend het terrein voor de tractor aftasten. Als gevolg daarvan, wanneer de tractor het uiteinde van een zwad bereikt tijdens balenperswerkzaamheden, of wanneer de tractor op de wendakker in een richting beweegt die niet met het uiteinde met een zwad uitgelijnd is, is het voor de sensor en de bijbehorende verwerkingseenheid helemaal niet mogelijk om een zwadlijn in kaart te brengen.
BE2017/5335
Om het persen van balen van een nieuw zwad te starten, is het noodzakelijk dat de tractorbestuurder op een dergelijk moment de tractor draait totdat een zwad in het zichtveld van de sensor voor de tractor is. In de praktijk zal de tractorbestuurder daarna waarschijnlijk de besturing van de tractor/balenpers-combinatie niet aan een of ander geautomatiseerd systeem teruggeven, zoals hierboven beschreven, totdat de combinatie een bepaalde afstand heeft gereden längs het volgende zwad dat in balen moet worden geperst.
Aan een dergelijke aanpak kleven nadelen met betrekking tot de io efficiëntie van het persen van balen.
Dit komt gedeeltelijk doordat de tractorbestuurder de tractor niet bijzonder nauwkeurig kan positioneren ten opzichte van het zwad, met als gevolg dat er eerst aanpassingen van de dwarspositie van de tractor/balenpers-combinatie nodig zijn vooraleer de positie van de opraapin15 richting van de balenpers ten opzichte van de zwadlijn te optimaliseren. Als, zoals waarschijnlijk is, de bestuurder over enige afstand zelf de besturing van de tractor/balenpers-combinatie in handen neemt nadat de tractor een zwad is tegengekomen, kan dit leiden tot een inefficiente vulling van de balenpers over een aanzienlijk percentage van de lengte van het zwad.
Ook kan een systeem dat op de uitvoer van een voorwaarts gerichte sensor op de tractor vertrouwt, leiden tot een suboptimale positionering van de balenpers, zelfs als de bestuurder de regeling weer aan de sensor- en verwerkingseenheidscombinatie overlaat, kort nadat de sensor een nieuw zwad detecteert. Dit komt doordat de verwerkingseenheid mogelijk vertrouwt op Signalen in de balenpers om te bepalen of de dwarspositie van de balenpers geoptimaliseerd is, en er kunnen verscheidene
BE2017/5335 meters verplaatsing van de balenpers längs het zwad voor nodig zijn voordat er zinvolle of voldoende gegevens verkregen zijn.
De verwerkingseenheid kan gedurende deze période geen zinvolle terugkoppeling (feedback) krijgen over de positie van de balenpers. Als gevolg daar5 van kan de dwarspositie van de opraapinrichting langer dan nodig suboptimaal zijn.
Een verder potentieel probleem is dat de bestuurder een bocht in een zwad eenvoudigweg eerder of later kan beginnen dan wenselijk is vanuit het oogpunt van het optimaliseren van de vulling van de balenpers. Ook dit kan lei10 den tot verlies van waardevolle balen plantaardig materiaal.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt er een beweegbare tractor/balenpers-combinatie verschaft die bestaat uit (a) een tractor met eigen energievoorziening die een reeks grondrakende elementen bevat en een stuurmechanisme voor het sturen van ten minste één van de grondrakende elementen om veranderingen in een bewegingsrichting van de tractor te veroorzaken; (b) een balenpers die achter de tractor wordt getrokken wanneer de tractor voorwaarts beweegt en schamierbaar met de tractor verbonden is; (c) één of meer sensoren voor het aftasten van één of meer lijnen (hier zwadlijnen genoemd) van gewasmateriaal corresponderend met een maximale hoeveelheid gewasmateriaal per lengte-eenheid zwad; en (d) een verwerkingsinrichting die afhankelijk van ten minste één uitgangssignaal van de één of meer sensoren functioneert om het stuurmechanisme van de tractor te bedienen zodat de balenpers een zwadlijn volgt op een wijze die de inname van gewasmateriaal in de balenpers voor het persen van balen optimaliseert, waarbij één of meer sensoren ten minste tijdelijk functioneren om een zwadlijn af te tasten die zijdelings afwijkt van de voorwaartse beweging van de tractor.
BE2017/5335
Een dergelijke inrichting is, zelfs als de tractor gericht is in een richting die belet dat een voorwaarts gerichte sensor het zwad detecteert, in Staat om een zwad te detecteren en de zwadlijn ervan te bepalen.
Als gevolg daarvan kunnen regelactiviteiten die gericht zijn op het 5 optimaal draaien van de tractor/balenpers-combinatie vooraleer te beginnen met het persen van balen van een zwad op een beter moment begonnen worden (meestal maar niet noodzakelijkerwijs eerder) tijdens het gemanoeuvreer van de tractor/balenpers-combinatie op de wendakker dan mogelijk was volgens de stand van de techniek.
io Bovendien betekent de aanwezigheid van een sensor die zijdelings verschoven zwaden detecteert dat een groter deel van de regeling van een manoeuvre op de wendakker op geautomatiseerde wijze kan plaatsvinden, onder aansturing van software en constructieonderdelen om de richting van een tractor/balenpers-combinatie te sturen, dan mogelijk was volgens de stand van de techniek. In het algemeen verhoogt dit de nauwkeurigheid van de vuloptimalisatie van de balenpers.
In een optionele uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn één of meer sensoren beweegbaar tussen een eerste oriëntatie waarin de sensor in de voorwaartse richting van de tractor gericht is en een tweede oriënta20 tie waarin hij naar één kant van de tractor gericht is.
Een dergelijke sensor kan door middel van bijvoorbeeld een scharnierbare bevestiging aan de tractor bevestigd zijn. Een dergelijke bevestiging kan één of meer dan één vrijheidsgraad van de sensor tussen de eerste en tweede oriëntaties mogelijk maken. In sommige uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de sensor dus draaibaar zijn in een enkel vlak, bijvoorbeeld tussen een voorwaarts gerichte oriëntatie en een zijwaarts gerichte oriëntatie. In andere uitvoeringsvormen kan de sensor in twee vlakken draaibaar zijn zodat zijn richting en hellings- of hoogtehoek versteld
BE2017/5335 kunnen worden. Deze laatste mogelijkheid kan bijvoorbeeld handig zijn wanneer de tractor/balenpers-combinatie over ongelijkmatig terrein beweegt.
In praktische uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat de tractor optioneel één of meer motoren voor het bewegen van ten minste één sensor tussen de eerste oriëntatie en de tweede oriëntatie.
Als gevolg hiervan kan optimalisatie van de oriëntatie van de beweegbare sensor voor het detecteren van zijdelings verschoven zwadlijnen op een geautomatiseerde wijze plaatsvinden. De motoren kunnen eender welke van een reeks vormen aannemen, waaronder elektrische, hydraulische en pneumatische toestel10 len.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de één of meer sensoren respectieve eerste en tweede sensoren voor het detecteren van één of meer zwadlijnen, waarbij de eerste sensor voorwaarts t.o.v. de tractor gericht is en de tweede sensor zijdelings t.o.v. of zijwaarts van de tractor gericht is.
In een dergelijke opstelling kunnen de eerste en/of de tweede sensor vast op de tractor aangebracht zijn zodat de oriëntatie ervan niet veranderbaar is ten opzichte van die van de tractor. Op dezelfde wijze kunnen één of beide sensoren in kwestie draaibaar zijn, zoals hierboven beschreven werd. In een dergelijke uitvoeringsvorm kunnen één of meer motoren verschaft zijn om veranderingen van de oriëntatie van één of beide respectieve sensoren te bewerkstelligen. Dergelijke motoren kunnen zijn zoals hierin beschreven wordt.
Vast op de tractor bevestigde sensoren zijn hier gedefinieerd als sensors waarvan de lichamen of behuizingen vast zijn ten opzichte van de tractor. Zoals hierin wordt uitgelegd, blijft het bij een dergelijke opstelling mogelijk om bij25 voorbeeld het zichtveld van een sensor te verstellen, bijvoorbeeld door het verstellen van de relatieve posities van inwendige optische of andere aftastcomponenten van de sensoren; en/of door het filteren of anderszins selectief verwerken van uitgangssignalen van de sensoren.
BE2017/5335
Men moet zieh realiseren dat in uitvoeringsvormen van de uitvinding, wanneer respectieve eerste en tweede sensoren verschaft zijn, meestal ten minste één sensor op de tractor aangebracht wordt. In praktische opstellingen is het waarschijnlijk dat zowel de respectieve eerste als tweede sensor op de tractor aangebracht zijn, maar dit hoeft niet noodzakelijk zo te zijn. Het is dus mogelijk dat één of meer sensoren zieh op de balenpers bevinden. Zoals bekend zal zijn voor de vakman, kan het uitgangssignaal van een dergelijke sensor toegevoerd worden aan een verwerkingseenheid die onderdeel vormt van de tractor of functioneel ver10 bonden is met de tractor om de besturing van de tractor te regelen.
Meer in detail en optioneel detecteert een sensor die voorwaarts t.o.v. de tractor gericht is, een zwadlijn die zieh voorwaarts voor de tractor uitstrekt; en detecteert een sensor die naar één zijde van de tractor gericht is, een zwadlijn die zieh zijwaarts van de tractor uitstrekt. Zoals hier ge15 bruikt sluiten de uitdrukkingen voorwaarts t.o.v. de tractor gericht en naar één zijde van de tractor gericht de mogelijkheid niet uit dat één of beide van de sensoren in kwestie op de balenpers aangebracht zijn, hoewel het te verwachten is dat in de meeste uitvoeringsvormen van de uitvinding ten minste één van de sensoren op de tractor zal worden aange20 bracht.
Men moet zieh ook realiseren dat verwijzingen naar een zwadlijn die zieh zijwaarts van de tractor of zijdelings t.o.v. de tractor uitstrekt, niet beperkt zijn tot zwadlijnen (of de detectie van zwadlijnen) die zieh onder een rechte hoek uitstrekken t.o.v. de voornaamste bewegingsrichting of (als de tractor stilstaat) oriëntatie van de tractor. Integendeel, de sensor die gericht is naar één zijde van de tractor kan zwadlijnen detecteren die zieh onder een reeks hoeken uitstrekken ten opzichte van de middellijn van de tractor en deze kan zelf in eender welk hoekbereik gericht zijn. Zo13
BE2017/5335 als vermeld, hoeven de zwadlijnen bovendien niet recht te zijn. We spreken dus algemeen gezien van sensoren die naar verschillende hoeken gericht zijn t.o.v. voorwaartse bewegingsrichting van de tractor.
Men moet zieh verder realiseren dat verwijzingen naar een sensor die zij5 waarts van de tractor gericht is geen opstellingen uitsluit waarin ofwel (a) ten minste één verdere sensor aanwezig is voor het detecteren van zwadlijnen aan een tegenoverliggende zijde van de tractor dan die welke door de sensor wordt afgetast; of (b) een sensor beweegbaar is zodat deze zwadlijnen aan weerszijden van de tractor kan detecteren.
io In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn één of meer sensoren optioneel functioneel verbonden met de verwerkingsinrichting waarbij, nadat de sensor een zwadlijn detecteert die zijdelings afwijkt van de voorwaartse bewegingsrichting van de tractor, de verwerkingsinrichting het stuurmechanisme van de tractor regelt om sturing van de tractor/balenpers-combinatie te veroorzaken zo15 dat de balenpers zieh uitlijnt voor de inname van gewasmateriaal dat overeenkomt met de zwadlijn.
Zoals hier omvatten verwijzingen naar de balenpers die zieh tijdens de werking uitlijnt voor de inname van gewasmateriaal dat overeenkomt met de zwadlijn, bijvoorbeeld het positioneren van het midden van het voorste gedeelte van de opraapinrichting van de balenpers zodat dit samenvalt met de zwadlijn, of een andere regelactie. In de meeste gevallen zou een dergelijke regelactie tot doel hebben om op een of andere wijze de inname van gewasmateriaal in de balenpers te optimaliseren, zodat de balen zo efficiënt mogelijk gevormd worden.
In uitvoeringsvormen van de uitvinding is ten minste één sensor een op25 tisch toestel dat ten minste één uitgangssignaal genereert dat afgeleid is van een tweedimensionale afbeelding van de dwarsdoorsnede van een zwad dat gedetecteerd werd door het optische toestel. Een dergelijk uitgangssignaal met
BE2017/5335 beeldinformatie kan, zoals bekend is aan de vakman, gemakkelijk op verschillende manieren worden verwerkt, bijvoorbeeld om één of meer zichtbare of weer te geven beeiden te genereren; om bepaalde artefacten te identificeren in de gegevens die door de sensor verkregen werden; en/of voor het verzenden, opslaan of analyseren van beeiden of gegevens die er in één of meer vormen mee betrekking hebben. Dergelijke Signalen zullen meestal elektrische Signalen zijn, hoewel ze andere vormen kunnen aannemen, zoals, maar niet beperkt tot, optische, akoestische of andere fysische Signalen die bekend zijn in het elektromagnetische spectrum.
io Bovendien hoeft de sensor in uitvoeringsvormen van de uitvinding niet per se een optisch toestel te zijn en kan hij in plaats daarvan een hele reeks andere vormen aannemen.
Wanneer de sensor in uitvoeringsvormen van de uitvinding echter een optisch toestel is, is dit functioneel gekoppeld aan een verwerkings15 eenheid (processor) die een voorspelde zwadlijn genereert die afgeleid is van een reeks tweedimensionale afbeeldingen van de dwarsdoorsnede, het silhouet of de omtrek van een zwad die sequentieel geregistreerd werden door het optische toestel wanneer de tractor beweegt.
Zoals opgemerkt, kan een dergelijke verwerkingseenheid deel uit20 maken van of functioneel verbonden zijn met de tractor. In andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de verwerkingseenheid deel uitmaken van of functioneel verbonden zijn met de balenpers; of deze kan zieh gedeeltelijk in de tractor en gedeeltelijk in de balenpers bevinden. In nog verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de verwerkingseenheid zieh op een afstand van de plaats van de tractor/balenpers-combinatie bevinden en kan de sensor ermee verbonden zijn, bijvoorbeeld door middel van één of meer draadloze verbindingsinrichtingen.
BE2017/5335
Om twijfel te voorkomen is de balenpers in praktische uitvoeringsvormen van de uitvinding optioneel met de tractor verbonden met een dissel die scharnierbaar verbonden is (a) op de plaats van een tractorverbinding met de tractor en (b) op een plaats längs de dissel met een bevestigingsplaats op de balenpers.
In andere uitvoeringsvormen zijn echter andere verbindingsopstellingen mogelijk. Bij voorkeur maakt de verbinding tussen de tractor en de balenpers het Scharnieren van deze laatste ten opzichte van de eerste mogelijk; hoewel het mogelijk is om binnen de beschermingsomvang van de uitvinding opstellingen te bedenken waarin de balenpers vast (d.w.z. niet-scharnierend) met de tractor verio bonden is.
De uitvinding berust eveneens in een werkwijze voor het aansturen van een beweegbare tractor/balenpers-combinatie die bestaat uit (a) een tractor met eigen energievoorziening die een reeks grondrakende elementen bevat en een stuurmechanisme voor het sturen van ten minste één van de grondrakende ele15 menten om veranderingen in een bewegingsrichting van de tractor te veroorzaken; (b) een balenpers die achter de tractor wordt getrokken wanneer de tractor voorwaarts beweegt en scharnierbaar met de tractor verbonden is; (c) één of meer sensoren voor het aftasten van één of meer lijnen (hier zwadlijnen genoemd) van gewasmateriaal corresponderend met een maximale hoeveelheid gewasmateriaal per lengte-eenheid zwad; en (d) een verwerkingsinrichting die afhankelijk van ten minste één uitgangssignaal van de één of meer sensoren functioneert om het stuurmechanisme van de tractor te bedienen zodat de balenpers een zwadlijn volgt op een wijze die de inname van gewasmateriaal in de balenpers voor het persen van balen optimaliseert, waarbij één of meer sensoren ten minste tijdelijk functioneren om een zwadlijn af te tasten die zijdelings afwijkt van de voorwaartse beweging van de tractor (hier een zijdelings verschoven zwadlijn), waarbij de werkwijze ook inhoudt: ervoor te zorgen dat de sensor een zijdelings verschoven zwadlijn detecteert terwijl de balenpers geen lijn van een zwad
BE2017/5335 volgt; en het uitgangssignaal van de sensor te gebruiken als invoer van de regelinrichting om het stuurmechanisme waardoor de uitiijning van de balenpers geoptimaliseerd wordt t.o.v. de zijdelings verschoven zwadlijn voordat de inname van gewasmateriaal aanvangt.
De uitvinding strekt zieh dus uit tot een werkwijze voor het bedienen van de inrichting die ook deel uitmaakt van de uitvinding, samen met eender welke nodige programmering voor de toepassing van de werkwijze en eventuele media waarop bijvoorbeeld relevante programma-instructies opgeslagen kunnen worden.
io In het bijzonder is de werkwijze van de uitvinding optioneel zo dat één of meer sensoren beweegbaar zijn tussen een eerste oriëntatie waarin ze in voorwaartse richting van de tractor gericht zijn en een tweede oriëntatie waarin ze in zijwaartse richting van de tractor gericht zijn, waarbij de werkwijze het bewerkstelligen van beweging van de sensor(en) tussen de eerste en tweede oriëntatie omvat.
Als altematief kan de werkwijze echter worden zo uitgevoerd worden dat ten minste de oriëntatie van de tweede sensor vast is ten opzichte van de tractor, zoals hierboven uitgelegd werd met betrekking tot de toestelaspecten van de uitvinding.
Wanneer één of meer sensoren beweegbaar zijn tussen een eerste oriëntatie waarin ze voorwaarts t.o.v. de tractor gericht zijn en een tweede oriëntatie waarin ze zijwaarts t.o.v. de tractor gericht zijn, kan de werkwijze het schamierbaar bevestigen van ten minste één sensor ten opzichte van de tractor omvatten om één of meer vrijheidsgraden van de sensor moge25 lijkte maken.
Meer in het algemeen kan de werkwijze van de uitvinding worden toegepast voor het belichamen van werkwijzen van inrichtingen die eigenschappen vertonen die analoog zijn met de hierin beschreven inrichtingen.
BE2017/5335
Nu volgt er een beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding, door middel van een niet-beperkend voorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen waarin:
Figuur 1 in een schematisch bovenaanzicht enkele trajecten en posities 5 van een tractor/balenpers-combinatie volgens de uitvinding toont tijdens gebruikelijke baalvormings- en manoeuvreeractiviteiten op de wendakker; en
Figuren 2a tot 2c meer in detail het traject van de tractor en de aanhangwagen van een tractor/aanhangwagen-combinatie volgens de uitvinding tonen, tijdens het nemen van één bepaalde bocht op de wendakker; en
Figuren 3a en 3b exemplarische inrichtingen tonen voor het bewerkstelligen van een scharnierende verstelling van een sensor die onderdeel uitmaakt van de uitvinding.
Gedetailleerde beschrijving van de tekeningen
Met verwijzing naar de tekeningen is een tractor/aanhangwagen-combinatie 10 afgebeeld bestaande uit een landbouwtractor 11 die tijdens het gebruik een balenpers 12 trekt. De tractor 11 is in vele opzichten conventioneel en bevat daarom een door een voertuigframe ondersteunde dieselmotor, een transmissie en andere componenten die tezamen een aandrijftrein vormen met vier grondra20 kende elementen in de vorm van voorste en achterste paren linker- en rechterwielen met banden 13,14,16,17.
Het voertuigframe en de elementen van de aandrijftrein zijn niet zichtbaar doordat ze verborgen zijn onder een motorkap 18 die bevestigd is op een bovenzijde van het voorste deel van het motorframe. Achter de kap 18 is op het voertuigframe een bestuurderscabine 19 aangebracht met een weerbestendig dak 21 dat bovenop een rij ramen met beglazing 22 bevestigd is die ongeveer
BE2017/5335 volgens een vierkant patroon aangebracht zijn om een goed uitzicht te bieden rondom de tractor 11.
In het getoonde voorbeeld is de aandrijftrein geconfigureerd om via één of meer koppelingen een transmissie met een reeks versnellingen te verschaffen en een draaiende aandrijving van alle vier wielen 13, 14,16, 17 via respectievelijke voorste en achterste aangedreven differentieelassen, maar in andere tractorontwerpen binnen de beschermingsomvang van de uitvinding worden alleen de achterwielen 16, 17 aangedreven om te draaien, waarbij de voorwielen 13, 14 vrijlopen, zoals bekend is in het io vakgebied.
Ook kunnen de wielen 13,14, 16,17 vervangen worden door eindeloze grondrakende rupsbanden of riemen zoals bekend is in sommige tractorontwerpen; of kunnen alleen de achterwielen 16, 17 (of mogelijkerwijs alleen de voorwielen 13, 14) door eindeloze grondrakende rupsban15 den of riemen worden vervangen. Alle dergelijke grondrakende elementen en andere Varianten op het ontwerp van grondrakende elementen, zoals bekend zal zijn aan de vakman, vallen binnen de beschermingsomvang van de uitvinding.
Ongeacht de precieze opstelling van de grondrakende elementen is de tractor 11 in staat tot aangedreven beweging in voorwaartse en, afhankelijk van de gekozen overbrengingsverhouding, achterwaartse richtingen, zoals welbekend is.
De voorwielen 13,14 zijn bestuurbaar, zoals het beste wordt geïllustreerd in Figuur 2. Daartoe omvat de tractor 11 een schamierende beves25 tiging van elk voorwiel 13,14 waarmee het betreffende wiel 13,14 rond een zieh bovenwaarts uitstrekkende as scharniert. Er is een stuurmechanisme verschaft met een stuurstang, een stuurcarter, een stuurkolom en een stuurwiel, waarbij het stuurwiel zieh in de cabine 19 bevindt en de
BE2017/5335 stuurkolom zieh vanaf het stuurwiel uitstrekt naar het stuurcarter om ermee verbonden te worden.
Dergelijke stuuronderdelen zijn op een op zieh bekende wijze verbonden om de voorwielen stuurbaar te maken. Dit aspect van het stuurmechanisme ver5 eist hier geen gedetailleerde beschrijving aangezien het algemeen bekend is aan de vakman. De componenten van de stuurinrichting zijn niet zichtbaar in de Figuren aangezien ze verborgen zitten onder de motorkap 18 en het dak 21.
Het stuurcarter omvat bovendien een stuurmotor, zoals, maar niet beperkt tot, een elektromotor die verbonden is om het stuurcarter aan te drijven en daar10 door de besturing van het voertuig bewerkstelligt zonder dat de tractorbestuurder aan het stuurwiel hoeft te draaien. De stuurmotor is ook niet zichtbaar in de Figuren, en is verbonden met een verwerkingsinrichting. Deze kan een verwerkingseenheid of processor 41 zijn, of een deel ervan (deze termen worden hierin verwisselbaar gebruikt) die hieronder beschreven is en deel uitmaakt van of func15 tioneel verbonden is met de tractor. Binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zijn ook andere inrichtingen voor het regelen van gebruikelijke functies van de tractor mogelijk, zoals de vakman zal begrijpen.
De verwerkingsinrichting is geprogrammeerd of anderszins ingericht voor het genereren van instructies die ervoor zorgen dat de motor stuuracties uitvoert op basis van bijvoorbeeld de uitgangssignalen van één of meer sensoren die ook deel uitmaken van de tractor 11. De uitvinding berust op de aanwezigheid en werking van bepaalde sensoren, zoals hieronder beschreven, die aanleiding geven tot dergelijke stuurinstructies.
Zoals hierboven uitgelegd werd, trekt de tractor 11 tijdens de werking de balenpers 12. De balenpers 12 bevat een machineframe dat wordt bedekt door een bekleding of carrosserie 23, zoals het beste te zien is in Figuur 2. In de uitvoeringsvorm bevatten de framesteunen twee evenwijdige assen waarop op hun
BE2017/5335 beurt draaibare linker- en rechter, voor- en achterwielen 26, 27, 28 en 29 aangebracht zijn.
De balenpers 12 bevat een voorwaarts gerichte tong 31 die verbonden is met een (schematisch afgebeelde) dissel of soortgelijke inrichting
32 die zieh achterwaarts van de tractor 11 uitstrekt. De verbinding tussen de tong 31 en de dissel 32 bevat een scharnierpunt waarmee de balenpers ten minste in het vlak van de dissel ten opzichte van de tractor kan draaien. In sommige versies van de uitvinding maakt het scharnierpunt meer dan één vrijheidsgraad mogelijk waardoor de verbinding tussen de io balenpers en de tractor bijvoorbeeld veranderingen in de hoogte van het terrein op kan vangen wanneer de tractor/balenpers-combinatie voorwaarts beweegt. In eenvoudiger versies is slechts één bewegingsgraad (nl. Scharnieren) mogelijk, zodat de oriëntatie van de balenpers 12 zieh in een algemeen horizontaal vlak kan aanpassen t.o.v. de tractor 11. Verschil15 lende soorten verbindingen van de balenpers 12 met de tractor 11 vallen binnen de beschermingsomvang van de uitvinding.
Achterwaarts van de tractor steekt ook een aftakas (PTO, power take-off) 33 ook om verbinding te maken met de balenpers 12. Zoals algemeen bekend in het vakgebied van tractoren kan de PTO-as 33 draaiend vermögen overbrengen van de motor van de tractor 11 naar een getrokken voertuig zoals de balenpers 12, en kan hij daardoor een draaiend vermögen verschaffen om de onderdelen van een dergelijk voertuig aan te drijven.
Zoals uitgelegd werd, kunnen het koppel en het toerental van de
PTO-as ingesteld worden, bijvoorbeeld als gevolg van de instelling van bedieningselementen door de tractorbestuurder; als gevolg van instructies die gegenereerd worden door een verwerkingsinrichting (zoals, maar niet beperkt tot, verwerkingsinrichting 41 die hierboven genoemd werd en
BE2017/5335 hieronder meer in detail wordt beschreven); of in sommige gevallen als een vaste verhouding tot het ogenblikkelijke motortoerental. Wanneer de PTO-as verbonden is om een balenpers zoals balenpers 12 aan te drijven draait de as 33 bij voorkeur met een vaste snelheid die onafhankelijk is van de voorwaartse snelheid van de tractor 11, aangezien variaties in de snelheid van de PTO-as tot inconsistent balen vormen van oogstproducten kunnen leiden.
De balenpers 12 bevat aan zijn onderrand vooraan een opraapinrichting 34. Opraapinrichting 34 wordt gebruikt om te zorgen voor de inname van geoogste delen van planten (d.w.z. gewasmateriaal) van de zwaden, zoals zwaden io 24 die in de Figuren zijn weergegeven, in de binnenzijde van de balenpers, waar ze meestal tot balen worden geperst door draaiende componenten, die worden aangedreven door de PTO-as 33. De balen worden uit de achterzijde van de balenpers 12 op het veldoppervlak gestoten wanneer de balenpers door de tractor längs een zwad 24 wordt getrokken. Tijdens dergelijke beweging van de balen15 pers kan de PTO-as draaiend vermögen toevoeren om de inwendige, baalvormende onderdelen van de balenpers aan te drijven, zoals bekend is in het vakgebied.
De tractor 11 bevat, bijvoorbeeld op de voorzijde van de cabine of een voorwaartse sectie van de motorkap 18 aangebracht, een eerste sensor 36 die voorwaarts van de tractor 11 gericht is en daardoor objecten, de terreingesteldheid en of andere eigenschappen of elementen op/in het pad voor de tractor 11 detecteert wanneer deze beweegt.
De eerste sensor 36 kan een reeks vormen aannemen die bekend zijn aan de vakman, en is in de voorkeursuitvoeringsvormen van deze uitvinding een op25 tisch toestel. De eerste sensor kan bijvoorbeeld een optische camera zijn zoals, maar niet beperkt tot, een ladinggekoppelde inrichting (CCD) die elektrische uitvoer genereert op basis van het zichtbare beeid in een zichtveld 37. Tijdens het normale gebruik van de specifieke ge'illustreerde tractor/balenpers-combinatie
BE2017/5335 is het zichtveld 37a gedefinieerd door een denkbeeldig piramidevormig of anders gevormd zichtveld 37a.
In de afgebeelde uitvoeringsvorm kan het zichtveld 37a worden weergegeven als een denkbeeldig tweedimensionaal vlak dat zieh voor de tractor 11 uitstrekt, zoals is afgebeeld. Het moet echter worden opgemerkt dat het zichtveld 37a om verscheidene redenen niet de afgebeelde vorm kan aannemen en in plaats daarvan een reeks andere vormen kan hebben, afhankelijk van de aard van de sensor 36. Bovendien kan het zichtveld 37a zieh in meer of mindere mate voorwaarts van de tractor uit10 strekken dan het gebied dat in de Figuren wordt aangegeven. Hoewel het in de Figuren is weergegeven als een tweedimensionaal zichtveld 37a, is het zichtveld in werkelijkheid driedimensionaal en houdt het derhalve rekening met bijvoorbeeld de hoogte van een zwad 24 die door de eerste sensor 36 wordt gedetecteerd.
Dit is een gevolg van de voorkeursvorm van sensor 36 die een vast aantal pixels genereert. Deze zijn gelijkmatig verdeeld in het piramidevormige zichtveld dat van de sensor 36 afkomstig is. Als gevolg daarvan is de hoek tussen alle aangrenzende pixels in zowel de horizontale als verticale richting vast. Hieruit volgt dat voor elke pixel driedimensionale informatie opgebouwd wordt aangezien een afstand tot het gedetecteerde object wordt bepaald. Met andere woorden is het resultaat een reeks horizontale en verticale hoeken en een afstandswaarde die aan elke pixel wordt toegekend, waarmee voor tot elke pixel driedimensionale informatie wordt opgebouwd.
In sommige uitvoeringsvormen van de uitvinding is de sensor 36 bevestigd onder een vaste hoek ten opzichte van de tractor 11. In zo'n geval kan ook het zichtveld 37a vast zijn, hoewel het in sommige uitvoeringsvormen, zelfs wanneer de positie van de sensor vast is, mogelijk kan
BE2017/5335 zijn om het zichtveld 37a tijdens de werking aan te passen, bijvoorbeeld door het verstellen van één of meer inwendige componenten van de sensor 36; of door het filteren of verbeteren van de Signalen die door de sensor 36 gegenereerd worden, of van verwerkte afgeleiden van dergelijke Signalen tijdens het gebruik.
Eén doel van de eerste sensor 36 is te helpen bij het optimaliseren van de positionering van de balenpers ten opzichte van de zwaden 24, terwijl de tractor/balenpers-combinatie 10 een zwad 24 volgt voor het creëren van balen.
Hiertoe omvat de tractor/balenpers-combinatie 10 een verwerkingseenheid die schematisch afgebeeld is met verwijzingsnummer 41.
io Verwerkingseenheid 41 wordt in de Figuren getoond als volledig binnen de tractor 11 geplaatst, maar, zoals al werd opgemerkt, kan deze in uitvoeringsvormen van de uitvinding bijvoorbeeld in of op de balenpers 12 geplaatst zijn, of kan hij verdeeld worden tussen de tractor 11 en de balenpers 12, of kan hij gedeeltelijk of volledig op een afstand van de tractor/balenpers-combinatie 10 ge15 plaatstzijn.
Verwerkingseenheid 41 is ingericht voor het ontvangen van Signalen door de eerste sensor 36 en het daaruit afleiden van één of meer instructiesignalen voor het regelen van de zijdelingse positie van de balenpers 12 ten opzichte van de tractor 11 wanneer de tractor/balenpers-combinatie 10 tijdens het persen van balen längs een zwad 24 beweegt.
De verbinding van de balenpers 12 met de tractor 11 kan bijvoorbeeld schamierbaar en/of anderszins zijdelings verplaatsbaar zijn ten opzichte van de tractor 11. De tractor/balenpers-combinatie kan één of meer positiemotoren van de balenpers bevatten die na activering zorgen voor het verstellen van de zijde25 lingse positie van de balenpers 12 ten opzichte van de tractor 11. De instructiesignalen die in de verwerkingseenheid worden gegenereerd, kunnen aan de motor worden toegevoerd om veranderingen in de zijdelingse relatieve positie van
BE2017/5335 de balenpers te bewerkstelligen op een wijze die de inname van gewasmateriaal optimaliseert.
In de meeste omstandigheden zal de optimalisatie van de zijdelingse positie van de balenpers 12 ten opzichte van de tractor 11 ertoe lei5 den dat het midden van de opraapinrichting 34 uitlijnt met het deel van het zwad 24 dat de hoogste dichtheid gewasmateriaal bevat. Dit is meestal de middellijn in de lengterichting van het zwad 24.
Deze situatie wordt geïllustreerd met verwijzing naar positie 10a van de tractor/balenpers-combinatie 10 die in Figuur 1 van de tekeningen zichtbaar is, en ook in Figuur 2a. Voor het bereiken van het gewenste doel van het optimaliseren van de inname van gewasmateriaal volgt de positiemotor van de balenpers de instructies die in de verwerkingseenheid worden gegenereerd op basis van de uitvoer van de eerste sensor 36 om indien nodig de relatieve zijdelingse positie van de balenpers 12 aan te pas15 sen.
In uitvoeringsvormen van de uitvinding is de tractor 11, waarbij het zichtveld 36 vast is, en in verschillende uitvoeringsvormen waarin de sensor 36 vast is, maar het zichtveld 37a aanpasbaar is voor het verstellen van inwendige onderdelen van de sensor 36 of door het filteren van de uit20 gangssignalen ervan zoals aangegeven, uitgerust met een tweede sensor 38.
Een dergelijke sensor 38 is in Staat om een zwadprofiel van ten minste één zwad af te tasten dat zijdelings verschoven is ten opzichte van de richting van de voorwaartse beweging van de tractor 11. Het doel van een dergelijke tweede sensor 38 is het detecteren van zwaden 24 wanneer ten minste de tractor 11, en meestal de volledige tractor/balenpers-combinatie 10 over de wendakker beweegt onder een hoek van ten minste 90
BE2017/5335 graden (of een andere hoek) t.o.v. de richting waarin het zwad 24 zieh uitstrekt.
Deze situatie wordt getoond in Figuur 1 door de oriëntatie 10b van de tractor/balenpers-combinatie 10 onder een hoek van in wezen 90 graden t.o.v. de overlangse richting van de zwaden 24, zoals die zieh voordoet wanneer de tractor/balenpers-combinatie op de wendakker van een veld manoeuvreert.
Het zichtveld 39 van de tweede sensor 38 is gei'llustreerd als een tweedimensionaal driehoekig vlak dat zieh zijwaarts uitstrekt t.o.v. de tractor 11, zoals is afgebeeld. Wanneer de tractor/balenpers-combinatie 10 op de wendakker beweegt, zoals aangegeven met nummer 10b, zodat de zwaden 24 zieh zijwaarts io uitstrekken ten opzichte van de tractor 11, kan de tweede sensor 38 de zwaden aan het uiteinde detecteren, zelfs wanneer de eerste sensor op dat moment niet is uitgelijnd voor het detecteren van de zwaden 24.
Referentie 10b illustreert een zichtveld 39 dat zieh naar de rechterzijde van de tractor 11 uitstrekt, zoals is afgebeeld. De tweede sensor 38 zal in uitvoerings15 vormen van de tractor/balenpers-combinatie 10 waarschijnlijk vast zijn ten opzichte van de tractor 11. Als gevolg daarvan kan in een dergelijke uitvoeringsvorm de oriëntatie van het zichtveld 39 niet veranderd worden, behalve in sommige uitvoeringsvormen door het verstellen van inwendige onderdelen van de sensor en/of het filteren (of andere signaalverwerking) zoals vermeld met betrek20 king tot sensor 38. In een dergelijke situatie kan in een derde sensor worden verschaft die gericht is naar de linkerzijde van de tractor 11 (zoals weergegeven in Figuur 1). Een dergelijke sensor is in Staat om zwaden 24 te detecteren wanneer de zwaden zieh aan de linkerzijde van de tractor/balenpers-combinatie 10 uitstrekken. De rest van deze beschrijving heeft voornamelijk betrekking op de situ 25 atie van zwaden die zieh aan de rechterzijde van de tractor 11 uitstrekken, zoals is afgebeeld. Dit is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. De werking van de naar links gerichte derde sensor zou analoog zijn aan de hieronder beschreven werking.
BE2017/5335
Na het detecteren van een zwad (zoals zwad 24a in Figuur 1) dat geschikt is om balen van te persen, genereert de tweede sensor 38 een signaal (dat meestal maar niet noodzakelijk een elektrisch signaal is). Dit signaal wordt naar de verwerkingsinrichting 41 verzonden die daarna een instructiesignaal genereert. Het instructiesignaal wordt naar de motor verzonden, zoals hierboven beschreven werd, die bevestigd is aan en inwerkt op het stuurcarter van de tractor 11. De bewegende tractor 11 stuurt vervolgens de tractor/balenpers-combinatie 10, zoals aangegeven met nummer 10c in Figuur 10c, op optimale wijze om op optimale wijze te beginio nen met het persen van balen van het geselecteerde zwad 24a.
Het optimaliseren van het begin van het persen van de balen kan plaatsvinden doordat de balenpers 12 uitgelijnd wordt met het meest compacte deel van het zwad 24a voordat de inname van gewasmateriaal begint, of kan het gevolg zijn van het manoeuvreren van de tractor 11 zo15 dat de balenpers 12 niet afwijkt van een optimaal traject zodra het persen van de balen is begonnen. Er zijn combinaties van dergelijke effecten mogelijk.
In andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de eerste sensor 36 beweegbaar (meestal, maar niet noodzakelijk schamierbaar) aange20 bracht zijn ten opzichte van de tractor 11, zodat hij kan kantelen wanneer de tractor/balenpers-combinatie 10 op de wendakker beweegt, zoals wordt aangegeven met nummer 10b.
Figuur 3a toont een niet-beperkende vorm van een scharnierende opstelling, waarbij de sensor 36 op een draaibaar aangebrachte voet 51 aangebracht is. De buitenomtrek van voet 51 is gevormd als een tandwiel, zoals aangegeven met nummer 52. De fanden van tandwiel 52 grijpen in, in een wormwielaandrijving 53 die gevormd is op of bevestigd is aan de
BE2017/5335 buitenzijde van een draaibare as 54. As 54 is de uitgaande as van een motor zoals een elektromotor 56. Motor 56 kan een stappenmotor of een ander motortype zijn en kan worden geregeld bijvoorbeeld door middel van een verwerkingsinrichting die een deel uitmaakt van de tractor 11 om, indien nodig, rechtsom en linksom te draaien. Dit zorgt vervolgens voor een gewenste mate van geregelde rotatie van de voet 56 en dus van de sensor 36.
In een alternatieve opstelling voor het veroorzaken van een geregelde kanteling van de sensor 36 kan een kinematische koppeling worden gebruikt, zoals is weergegeven in Figuur 3b.
io In Figuur 3b is de sensor 36 afgebeeld, bevestigd aan een montagebeugel
57, die aan een uiteinde 58 scharnierbaar bevestigd is aan bijvoorbeeld het machineframe van de tractor 11.
Aan zijn tegenoverliggende uiteinde 59 is de beugel 57 scharnierbaar bevestigd aan een stang 61 die deel uitmaakt van een linéaire actuator zoals een pneumatische of hydraulische ram 62. Het tegenoverliggende uiteinde 63 van ram 62 is draaibaar bevestigd aan het machineframe. Als gevolg daarvan veroorzaakt het uitstrekken en intrekken van de ram 62 het draaien van het zichtveld 37 van de sensor rond scharnierpunt 58. Zoals bij de opstelling van Figuur 3a kan de mate van kanteling van het zichtveld 37 worden geregeld, bijvoorbeeld door ge20 bruik te maken van een verwerkingsinrichting die deel uitmaakt van of functioneel verbonden is met de tractor 11.
In dergelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de tweede sensor 38 worden weggelaten. In plaats daarvan kan de eerste sensor, wanneer de tractor zo op een wendakker beweegt dat de eerste sensor 36 geen zwaden 24 meer detecteert, gekanteld worden om naar één zijde van de tractor 11 te worden gericht, zoals weergegeven door een gedraaid zichtveld 42.
Op een dergelijk moment kan de eerste sensor vervolgens de rol van de tweede sensor 38, die hierboven beschreven werd, overnemen om zwaden 24 te
BE2017/5335 detecteren die geschikt zijn om tot balen geperst te worden. Als gevolg hiervan genereert de eerste sensor 36 een signaal (bijvoorbeeld een elektrisch signaal) dat naar de verwerkingsinrichting 41 gestuurd wordt. De verwerkingsinrichting 41 genereert een instructiesignaal dat aan de motor van het stuurcarter wordt toegevoerd en zorgt voor besturing van de tractor/balenpers-combinatie zoals bijvoorbeeld aangegeven met nummer 10c in Figuur 1.
Het kantelen van de eerste sensor 36 kan in dergelijke omstandigheden door een verscheidenheid aan werkwijzen plaatsvinden. De sensor io 36 kan bijvoorbeeld met behulp van een motor van links naar rechts draaien zodra de tractor 11 de wendakker betreedt en de sensor 36 stopt met het detecteren van zwaden 24. Dergelijk aftasten van het veld kan doorgaan totdat de sensor 36 een zwad detecteert (zoals zwad 24a) en als gevolg daarvan een zwadsignaal genereert, zoals beschreven werd.
Als alternatief kan het kantelen van de sensor 36 uitgevoerd worden op basis van informatie over de bocht die door de tractor genomen wordt. Als de tractor 11 dus bijvoorbeeld naar rechts draait bij het manoeuvreren aan het uiteinde van een veld, kan de sensor tijdens de bocht automatisch (bv.) 30 graden naar rechts worden gekanteld om het zicht20 veld 37 van de sensor 36 zodanig uit te lijnen dat deze waarschijnlijk het volgende zwad zal detecteren dat in balen moet worden geperst. Op soortgelijke wijze kan de sensor 36 automatisch naar links worden gekanteld na een bocht naar links aan het uiteinde van het veld. De mate en de richting van dit draaien kan gemakkelijk worden gedetecteerd in een trac25 tor met een automatisch of halfautomatische stuurinrichting waarbij sensorsignalen, die de mate van draaiing van een stuurmotor vertegenwoordigen, aan een verwerkingsinrichting toegevoerd kunnen worden.
BE2017/5335
In vele uitvoeringsvormen van de uitvinding zou het wenselijk zijn dat de sensor 36 in staat is om naar links of naar rechts te kantelen zodat hij beeiden of gegevens aan weerszijden van de tractor/balenpers-combinatie kan registreren. Als een alternatief is het echter mogelijk om binnen de beschermingsomvang van de uitvinding een respectieve sensor 36 te verschaffen die naar elke zijde van de tractor gericht is. Dergelijke sensoren 36 kunnen draaibaar of vast zijn op de wijze die hierin wordt uitgelegd. Het is mogelijk om verscheidene combinaties van vaste en kantelbare sensoren in één en dezelfde tractor/balenpers-combinatie 10 op te nemen. Zoals hieronder genoemd is, kunnen één of meer sensoren io op de balenpers 12 aangebracht zijn in plaats van op de tractor.
In Figuur 1 zijn de zwaden 24 afgebeeld als rechte, evenwijdige zwaden die zieh op een hoek van ongeveer 90 graden uitstrekken t.o.v. op overlangse afmeting van de wendakker. Het kan echter ook zo zijn dat de zwaden zieh onder een hoek verschillend van 90 graden t.o.v. de wendakker uitstrekken, often minis ste onder een hoek verschillend van 90 graden t.o.v. de tractor/balenpers-combinatie 10 wanneer deze manoeuvreert op de wendakker. Zelfs in dit geval is de uitvinding ook voordelig.
Figuren 2a tot 2c tonen op een niet-beperkende wijze de bewegingsvolgorde van de tractor 11 en balenpers 12 die het resultaat kan zijn wanneer de trac20 tor 11 eerst volgens de werkwijze van de uitvinding draait om de balenpers uit te lijnen met het uiteinde van een zwad, zoals geïllustreerd met nummer 10c in Figuur 1.
In Figuren 2a tot 2c is het zijdelingse midden van de sensor 36, corresponderend met de richting waarin de sensor (bijvoorbeeld camera) 36 gericht is, aan25 gegeven met nummer 44. Zoals duidelijk blijkt uit Figuren 2a tot 2c kan deze zichtlijn aanzienlijk verschillen van de lijn 24 van het zwad wanneer de tractor zijn richting aanpast overeenkomstig de werkwijze van de uitvinding. Het midden van de achteras van de tractor 11, zoals aangegeven met nummer 45, volgt echter
BE2017/5335 een lijn die aanzienlijk minder afwijkt van de lijn 24 van het zwad. Het midden van de opraapinrichting van de balenpers is aangegeven met nummer 48 en het traject van de as van de balenpers met nummer 46. Zoals blijkt uit Figuren 2a tot 2c volgen deze laatste trajecten de zwadlijn 24 zeer nauwkeurig, ondanks het feit (zoals aangegeven met nummer 44) dat de voorwielen 13,14 van de tractor herhaaldelijk sturen om dit resultaat te bereiken. Dergelijke sturing van de voorwielen 13, 14 vindt plaats onder de aansturing van besturingsregelelementen, zoals hierin beschreven wordt.
io Zoals uitgelegd zijn in sommige uitvoeringsvormen van de inrichting van de uitvinding één of meer sensoren 36 beweegbaar tussen een eerste oriëntatie waarin deze in voorwaartse richting van de tractor gericht zijn en een tweede oriëntatie waarin deze in zijwaartse richting van de tractor gericht is. In dergelijke uitvoeringsvormen kan de werkwijze van de uitvinding optioneel de stap omvatten van het veroorzaken van beweging van de sensor tussen de eerste en de tweede oriëntatie.
Typisch kan dergelijke beweging plaatsvinden onder invloed van één of meer motoren voor het kantelen of anderszins bewegen van de sensor 36 tussen de eerste en de tweede oriëntatie, maar zoals hierin ver20 meld is, zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding andere werkwijzen mogelijk voor het bewerkstelligen van dergelijke beweging, waaronder handmatige aanpassing van de sensororiëntatie, bijvoorbeeld met behulp van schakelaars, hendels, koppelingen en/of door het handmatig vastgrijpen van een schamierbaar aangebrachte behuizing van de sensor 36.
Wanneer de werkwijze van de uitvinding uitgevoerd wordt bij een tractor/balenpers-combinatie 10 waarin de sensoren 36, 38 vast op de tractor bevestigd zijn, kan de verwerkingsinrichting 41 geprogrammeerd
BE2017/5335 worden of anderszins ingericht worden om ervoor te zorgen dat regeling van de stuurinrichting van de tractor beïnvloed wordt door het uitgangssignaal van de zijwaarts gerichte sensor 38 in plaats van de voorwaarts gerichte sensor 36 wanneer de tractor op een wendakker beweegt.
Een dergelijke wijziging van de sensorregeling kan bijvoorbeeld worden gestart wanneer de voorwaarts gerichte sensor 36 stopt met het detecteren van een zwad 24 aan het uiteinde van een balenpersactiviteit die gepaard gaat met het volgen van een dergelijk zwad 24. De verwerkingsinrichting 41 kan geprogrammeerd worden voor het identificeren van de overgang tussen het persen io van balen en het manoeuvreren op de wendakker op basis van één of meer van een reeks factoren, waaronder bijvoorbeeld het uitgangssignaal van de sensor 36, de duur waarop de balenpers 12 gewasmateriaal heeft ingenomen sinds het vorige manoeuvre op de wendakker, de uitvoer van een GPS-module 47 die deel uitmaakt van de tractor 11 of de balenpers 12, of een reeks soortgelijke parame15 ters van het in balen persen.
Ter aanvulling op het voorgaande wordt overwogen dat de uitvinding ook berust in een door de computer leesbaar medium dat instructies bevat voor het uitvoeren van een werkwijze zoals die hier gedefinieerd is. Een dergelijk medium kan de vorm hebben van een schijf, een geheugentoestel zoals een zogenaamde geheugenstick of usb-stick, inwendige delen van een computer of een verwerkingseenheid zoals verwerkingsinrichting 41, of een hele reeks andere media zoals bekend aan de vakman.
De uitvinding is hierin beschreven onder verwijzing naar optische sensoren, maar men zal begrijpen dat de optische sensoren gemakkelijk kunnen wor25 den vervangen door verscheidene andere sensortypes. Dus zijn akoestische sensoren, radarsensoren, sensoren die gebruik maken van het Doppler-effect of andere sensortypes werkzaam in uitvoeringsvormen van de uitvinding.
BE2017/5335
Verder kunnen, zoals aangegeven, de sensoren, hoewel ze bij voorkeur op de tractor 11 geplaatst zijn, als alternatief op de balenpers 12 geplaatst zijn, of is er een opstelling mogelijk waarin bijvoorbeeld één sensor die in de uitvinding wordt gebruikt op de tractor bevestigd is en een an5 dere op de balenpers.
Zoals vermeld, kan de tractor 11 een van de vele types tractoren zijn, en is de uitvinding niet beperkt tot het gebruik of de aanwezigheid van een bepaalde grootte of constructie van tractor 11. De tractor 11 kan talrijke Subsystemen en regelinrichtingen bevatten. Deze kunnen een GPS10 module of een ander positiebepalingsopstelling bevatten. Een dergelijke inrichting kan functioneel verbonden zijn met de verwerkingsinrichting 41 en kan daarom voor hulpeffecten zorgen om de nauwkeurigheid van de positionering van de tractor 11 te verbeteren op een wijze die de uitlijning van de aanhangwagen 12 optimaliseert bij de uitvoering van de hier ont15 hulde werkwijzen.
Ook de balenpers 12 kan verscheidene vormen aannemen. De balenpers 12 kan aldus talrijke hulpstukken, krachtbronnen, sensoren en plaatsbepalende inrichtingen bevatten zoals bekend zal zijn aan de vakman. De balenpers 12 kan ook met de tractor verbonden zijn op eender welke van een ruim aantal wijzen, zoals ook bekend zal zijn aan de vakman. Alle dergelijke Varianten op de hierin beschreven basisversie van de uitvinding liggen binnen de beschermingsomvang van de volgende conclusies, en de tractor en balenpers die in de Figuren worden geïllustreerd, zijn uitsluitend exemplarisch en beperken de uitvinding niet tot de ge25 toonde types.
Verder dient te worden opgemerkt dat verwijzingen naar bijvoorbeeld zwaden 24 die zijdelings verschoven zijn t.o.v. de voorwaartse bewe33
BE2017/5335 gingsrichting van de tractor 11 ook opgevat worden kunnen als verwijzingen naar dergelijke zwaden 24 die zijdelings verschoven zijn t.o.v. de lengterichting van de tractor 11 wanneer de tractor 11 stilstaat en/of als verwijzingen naar het verschuiven van de zwaden t.o.v. de voorwaartse bewegingsrichting van de ba5 lenpers 12, of de lengterichting van de balenpers 12 wanneer deze laatste stilstaat.
Dergelijke zijdelingse verschuiving van de zwaden 24, zoals hierboven beschreven werd, kan zo groot of zo klein zijn als men zieh maar kan voorstellen.
De uitvinding is dus niet beperkt tot eender welke specifieke oriëntatie van de io zwaden 24 die gedetecteerd moeten worden ten opzichte van de voorwaartse bewegingsrichting van de tractor 11 en/of de balenpers 12. Bovendien, hoewel in het merendeel van de gevallen een veld waarschijnlijk een aanzienlijk aantal zwaden 24 bevat die zieh in het algemeen evenwijdig naast elkaar uitstrekken, hoeft dit niet het geval te zijn. De inrichtingen en de werkwijze van de uitvinding zijn dus bruikbaar op bijvoorbeeld een veld dat uit slechts één enkel zwad 24 bestaat, dat eender welke lengte en oriëntatie kan hebben.
Om twijfel te vermijden, wordt overwogen dat de uitvinding ook berust in een programmeerbare inrichting zoals die hier beschreven werd; een door de computer leesbaar medium dat instructies bevat voor de werking van een derge20 lijke programmeerbare inrichting; en een aanhangwagen zoals een balenpers zoals hierin gedefinieerd, wanneer deze onafhankelijk van eender welke trekkende tractor beschouwd wordt.
De opname of discussie van een ogenschijnlijk voorgepubliceerd document in deze beschrijving is niet noodzakelijkerwijs een bevestiging dat het do25 cument deel uitmaakt van de stand van de techniek of algemeen bekend is
Voorkeuren en opties voor een bepaald aspect, kenmerk of parameter van de uitvinding moeten worden beschouwd als te zijn geopenbaard in combinatie
BE2017/5335 met iedere en alle voorkeuren en opties voor alle andere aspecten, kenmerken en parameters van de uitvinding, tenzij uit de context anders blijkt.
BE2017/5335

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Beweegbare tractor/balenpers-combinatie (10) bestaande uit: (a) een tractor (11) met eigen energievoorziening die een reeks grondrakende elementen
    5 (13,14, 16, 17) bevat en een stuurmechanisme voor het sturen van ten minste één van de grondrakende elementen om veranderingen in een bewegingsrichting van de tractor (11) te veroorzaken; (b) een balenpers (12) die achter de tractor (11) wordt getrokken wanneer de tractor (11) voorwaarts beweegt en scharnierbaar met de tractor (11) verbonden is; (c) één of meer sensoren (36, 38) voor io het aftasten van één of meer lijnen (hier zwadlijnen genoemd) van gewasmateriaal corresponderend met een maximale hoeveelheid gewasmateriaal per lengteeenheid van een zwad (24); en (d) een verwerkingsinrichting (41) die afhankelijk van ten minste één uitgangssignaal van de één of meer sensoren (36, 38) functioneert om het stuurmechanisme van de tractor te bedienen zodat de balenpers
    15 een zwadlijn volgt op een wijze die de inname van gewasmateriaal in de balenpers (12) voor het persen van balen optimaliseert, waarbij één of meer van de sensoren (36, 38) ten minste tijdelijk bedienbaar is om een zwadlijn af te tasten die zijdelings afwijkt van de voorwaartse bewegingsrichting (44) van de tractor (11).
    20
  2. 2. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens Conclusie 1, waarin één of meer van de sensoren (36) beweegbaar zijn tussen een eerste oriëntatie waarin hij/zij in de voorwaartse richting van de tractor (11) gericht is/zijn en een tweede oriëntatie waarin hij/zij naar de zijkant van de tractor (11) gericht is.
  3. 3. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens Conclusie 2, die een scharnier25 bare bevestiging bevat die de minstens één sensor (36) t.o.v. de tractor bevestigt, zodat één of meer vrijheidsgraden van de sensor (36) mogelijk zijn.
    BE2017/5335
  4. 4. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens Conclusie 2 of Claim 3, die één of meer motoren bevat voor het bewegen van ten minste één sensor (36) tussen de eerste oriëntatie en de tweede oriëntatie.
  5. 5. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens Conclusie 1, waarin de één of
    5 meer sensoren (36, 38) respectieve eerste (36) en tweede (38) sensoren bevatten voor het detecteren van één of meer zwadlijnen, waarbij de eerste sensor (36) voorwaarts t.o.v. de tractor (11) gericht is en de tweede sensor (38) zijdelings van de tractor (11) gericht is, en de oriëntaties van de eerste en de tweede sensor (36, 38) vast zijn t.o.v. de tractor (11).
    10
  6. 6. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens Conclusie 5, waarin de eerste sensor (36) beweegbaar is tussen een eerste oriëntatie waarin hij in voorwaartse richting van de tractor (11) wijst en een tweede oriëntatie waarin hij zijwaarts gericht is t.o.v. de tractor (11).
  7. 7. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens één of meer van de vorige con15 clusies, waarin de ten minste één sensor (36, 38) op de tractor (11) is aangebracht.
  8. 8. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens één of meer van de vorige conclusies, waarin één of meer van de sensors (36, 38) functioneel verbonden zijn met de verwerkingsinrichting (41), waarbij op de sensor (36, 38) die een zwad
    20 (24) aftast dat zijdelings verschoven is t.o.v. de voorwaartse bewegingsrichting van de tractor (11) de verwerkingsinrichting (41) het stuurmechanisme van de tractor (11) bedient om de tractor/balenpers-combinatie (10) zo te doen sturen dat de balenpers (12) zieh uitlijnt voor de inname van oogstmateriaal overeenkomstig het zwad (24).
    25
  9. 9. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens één of meer van de vorige
    Conclusies, waarin de minstens één sensor (36, 38) een optisch toestel is dat een uitgangssignaal genereert dat afgeleid is van een tweedimensionale afbeelding
    BE2017/5335 van de dwarsdoorsnede van een zwad dat gedetecteerd werd door het optische toestel.
  10. 10. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens Conclusie 11, waarin optische toestel functioneel is gekoppeld aan een processor (41) die een voorspelde
    5 zwadlijn genereert die afgeleid is van een reeks tweedimensionale afbeeldingen van de dwarsdoorsnede, het silhouet of de omtrek van een zwad (24) die sequentieel geregistreerd werden door het optische toestel wanneer de tractor beweegt.
  11. 11. Tractor/balenpers-combinatie (10) volgens één of meer van de vorige con10 clusies, waarin de balenpers (13) verbonden is met de tractor door een trekstang (32) die scharnierbaar verbonden is (a) op de plaats van een tractorverbinding met de tractor (11) en (b) op een plaats längs de dissel met een bevestigingsplaats op de balenpers (12).
  12. 12. Werkwijze voor het regelen/bedienen van beweegbare tractor/balenpers15 combinatie (10) bestaande uit: (a) een tractor (11) met eigen energievoorziening die een reeks grondrakende elementen (13, 14,16, 17) bevat en een stuurmechanisme voor het sturen van ten minste één van de grondrakende elementen om veranderingen in een bewegingsrichting van de tractor (11) te veroorzaken; (b) een balenpers (12) die achter de tractor (11) wordt getrokken wanneer de tractor
    20 (11) voorwaarts beweegt en scharnierbaar met de tractor (11) verbonden is; (c) één of meer sensoren (36, 38) voor het aftasten van één of meer lijnen (hier zwadlijnen genoemd) van gewasmateriaal corresponderend met een maximale hoeveelheid gewasmateriaal per lengte-eenheid van een zwad (24); en (d) een verwerkingsinrichting (41) die afhankelijk van ten minste één uitgangssignaal van
    25 de één of meer sensoren (36, 38) functioneert om het stuurmechanisme van de tractor te bedienen zodat de balenpers een zwadlijn volgt op een wijze die de inname van gewasmateriaal in de balenpers (12) voor het persen van balen opti38
    BE2017/5335 maliseert, waarbij één of meer van de sensoren (36, 38) ten minste tijdelijk bedienbaar zijn om een zwadlijn af te tasten die zijdelings afwijkt van de voorwaartse bewegingsrichting (44) van de tractor (11) (hier een zijdelings verschoven zwadlijn), waarbij de werkwijze ook erin bestaat ervoor te zorgen dat de sensor (36, 38) een zijdelings verschoven zwadlijn detecteert terwijl de balenpers (12) een lijn van een zwad (24) niet volgt; en in het gebruik van het uitgangssignaal van de sensor (36, 38) als invoer van de regelinrichting (41) zodat het stuurmechanisme zo bediend wordt dat de uitlijning van de balenpers (12) geoptimaliseerd wordt t.o.v. de zijdelings verschoven zwadlijn voordat de inname van gewasmateriaal aanvangt.
  13. 13. Werkwijze volgens Conclusie 12, waarin één of meer van de sensors (36, 38) beweegbaar zijn tussen een eerste oriëntatie waarin hij/zij in de voorwaartse richting van de tractor (11) gericht is/zijn en een tweede oriëntatie waarin hij/zij naar één kant van de tractor (11) gericht is/zijn, waarbij de werkwijze ook bestaat in het veroorzaken van beweging van de sensor (36, 38) tussen de eerste oriëntatie en de tweede oriëntatie.
  14. 14. Werkwijze volgens Conclusie 2, waarin de tractor/balenpers-combinatie (10) respectieve eerste (36) en tweede (38) sensoren bevat voor het aftasten van één of meer zwadlijnen, waarbij de eerste sensor (36) voorwaarts t.o.v. de tractor (11) gericht is en de tweede sensor (38) zijdelings t.o.v. tractor gericht is en de oriëntaties van de eerste een de tweede sensor (36, 38) vast is ten opzichte van de tractor (11); en de werkwijze ook bestaat in ervoor te zorgen dat de verwerkingsinrichting (41) werkt om het stuurmechanisme te bedienen afhankelijk van het uitgangssignaal van de tweede sensor (38) wanneer de eerste sensor (36) geen zwadlijn (24) detecteert.
    BE2017/5335
  15. 15. Door de computer leesbaar medium dat instructies bevat voor het uitvoeren van een werkwijze volgens Conclusie 12 of 13.
    BE2017/5335
    BE2017/5335
    BE2017/5335
    BE2017/5335
    VERBETERINGEN IN OF MET BETREKKING TOT TRACTOR/BALENPERSCOMBINATIES
BE2017/5335A 2017-05-09 2017-05-09 Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/balenpers- combinaties BE1024928B1 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5335A BE1024928B1 (nl) 2017-05-09 2017-05-09 Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/balenpers- combinaties
PCT/EP2018/062074 WO2018206678A1 (en) 2017-05-09 2018-05-09 Improvements in or relating to tractor-baler combinations
EP18726086.4A EP3634104B1 (en) 2017-05-09 2018-05-09 Improvements in or relating to tractor-baler combinations
RU2019139872A RU2738777C1 (ru) 2017-05-09 2018-05-09 Комбинация подвижного трактора и пресс-подборщика, способ управления комбинацией подвижного трактора и пресс-подборщика и машиночитаемый носитель, содержащий команды для осуществления способа
US16/612,664 US11812680B2 (en) 2017-05-09 2018-05-09 Tractor-baler combinations
BR112019023434-9A BR112019023434B1 (pt) 2017-05-09 2018-05-09 Combinação de enfardadeira de trator móvel, método de controle de uma combinação de enfardadeira de trator móvel e mídia legível por computador
AU2018265089A AU2018265089B2 (en) 2017-05-09 2018-05-09 Improvements in or relating to tractor-baler combinations
NZ759247A NZ759247B2 (en) 2017-05-09 2018-05-09 Improvements in or relating to tractor-baler combinations
CN201880039386.3A CN110740632B (zh) 2017-05-09 2018-05-09 拖拉机-打捆机组合中的改进或与之有关的改进

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5335A BE1024928B1 (nl) 2017-05-09 2017-05-09 Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/balenpers- combinaties

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1024928B1 true BE1024928B1 (nl) 2018-08-13

Family

ID=59506003

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5335A BE1024928B1 (nl) 2017-05-09 2017-05-09 Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/balenpers- combinaties

Country Status (8)

Country Link
US (1) US11812680B2 (nl)
EP (1) EP3634104B1 (nl)
CN (1) CN110740632B (nl)
AU (1) AU2018265089B2 (nl)
BE (1) BE1024928B1 (nl)
BR (1) BR112019023434B1 (nl)
RU (1) RU2738777C1 (nl)
WO (1) WO2018206678A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20210195827A1 (en) * 2019-12-27 2021-07-01 Agco International Gmbh System and method for windrow path planning

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11388852B2 (en) * 2019-01-25 2022-07-19 Deere & Company System and method for controlling an implement connected to a vehicle
DE102019204243A1 (de) * 2019-03-27 2020-10-01 Zf Friedrichshafen Ag Verfahren und Steuereinrichtung zur Spurführung
US11452253B2 (en) 2019-08-13 2022-09-27 Deere & Company Rearward facing multi-purpose camera with windrow width indications
GB201919381D0 (en) * 2019-12-27 2020-02-05 Agco Int Gmbh System and method for windrow path planning
US11575810B2 (en) * 2020-09-09 2023-02-07 Deere & Company Auto-positioning camera for drawn implements
DE102020126960A1 (de) * 2020-10-14 2022-04-14 Amazonen-Werke H. Dreyer SE & Co. KG System zum Erfassen von Pflanzenreihen
US20220287240A1 (en) * 2021-03-12 2022-09-15 Deere & Company Methods for controlling articulating tongue arrangements utilized in towing agricultural implements

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6389785B1 (en) * 1997-06-24 2002-05-21 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Contour scanning apparatus for agricultural machinery
EP1529428A1 (de) * 2003-11-06 2005-05-11 Deere & Company Verfahren und Lenksystem zum selbstständigen Lenken einer landwirtschaftlichen Maschine
EP2517543A2 (de) * 2011-04-29 2012-10-31 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges. m.b.H. Landwirtschaftliche Maschine
EP2798928A1 (en) * 2013-04-29 2014-11-05 CLAAS Agrosystems KGaA mbH & Co KG. Operating system for and method of operating an automatic guidance system of an agricultural vehicle
US20150321694A1 (en) * 2014-05-09 2015-11-12 Raven Industries, Inc. Refined row guidance parameterization with hough transform
EP3123858A1 (en) * 2015-07-29 2017-02-01 CLAAS Omaha Inc. Agricultural system

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3166404D1 (en) 1981-03-25 1984-11-08 Deere John Baling press
DE4140483C2 (de) 1991-12-09 1994-03-10 Claas Ohg Strohballenpresse mit Lastprüfvorrichtung
DE10204702A1 (de) * 2002-02-05 2003-08-14 Claas Selbstfahr Erntemasch Ortungssystem an selbstfahrenden landwirtschaftlichen Arbeitsmaschinen
US9002566B2 (en) * 2008-02-10 2015-04-07 AgJunction, LLC Visual, GNSS and gyro autosteering control
DE102008015277A1 (de) * 2008-03-20 2009-09-24 Deere & Company, Moline Verfahren und Vorrichtung zur Lenkung einer zweiten landwirtschaftlichen Maschine, die relativ zu einer ersten landwirtschaftlichen Maschine über ein Feld lenkbar ist
US8234033B2 (en) * 2009-06-12 2012-07-31 Cnh America Llc Guidance method for agricultural vehicle
US9849909B2 (en) * 2009-11-10 2017-12-26 Cnh Industrial America Llc Towable agricultural implement having automatic steering system
US10115158B2 (en) * 2010-10-25 2018-10-30 Trimble Inc. Generating a crop recommendation
US10318138B2 (en) * 2011-03-11 2019-06-11 Intelligent Agricultural Solutions Llc Harvesting machine capable of automatic adjustment
US9078398B2 (en) * 2012-05-25 2015-07-14 Deere & Company Agricultural baler with shape sensors and method
GB2527574A (en) * 2014-06-26 2015-12-30 Kuhn Geldrop Bv Pick-up device
CN204014495U (zh) * 2014-07-28 2014-12-17 四川农业大学 联合收割机牵引式大方捆打捆机
CN104798475B (zh) * 2015-05-04 2017-06-20 府谷县鑫兴泰农贸有限公司 作物收割打捆联合作业机

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6389785B1 (en) * 1997-06-24 2002-05-21 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Contour scanning apparatus for agricultural machinery
EP1529428A1 (de) * 2003-11-06 2005-05-11 Deere & Company Verfahren und Lenksystem zum selbstständigen Lenken einer landwirtschaftlichen Maschine
EP2517543A2 (de) * 2011-04-29 2012-10-31 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges. m.b.H. Landwirtschaftliche Maschine
EP2798928A1 (en) * 2013-04-29 2014-11-05 CLAAS Agrosystems KGaA mbH & Co KG. Operating system for and method of operating an automatic guidance system of an agricultural vehicle
US20150321694A1 (en) * 2014-05-09 2015-11-12 Raven Industries, Inc. Refined row guidance parameterization with hough transform
EP3123858A1 (en) * 2015-07-29 2017-02-01 CLAAS Omaha Inc. Agricultural system

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20210195827A1 (en) * 2019-12-27 2021-07-01 Agco International Gmbh System and method for windrow path planning

Also Published As

Publication number Publication date
EP3634104B1 (en) 2022-11-23
BR112019023434A2 (pt) 2020-06-16
AU2018265089A1 (en) 2019-12-05
CN110740632A (zh) 2020-01-31
BR112019023434B1 (pt) 2023-01-17
WO2018206678A1 (en) 2018-11-15
RU2738777C1 (ru) 2020-12-16
AU2018265089B2 (en) 2021-03-04
US11812680B2 (en) 2023-11-14
US20200205336A1 (en) 2020-07-02
CN110740632B (zh) 2023-06-20
NZ759247A (en) 2021-06-25
EP3634104A1 (en) 2020-04-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024928B1 (nl) Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/balenpers- combinaties
BE1024801B1 (nl) Verbeteringen in of met betrekking tot tractor/aanhangwagen-combinaties
EP2517543B1 (de) Landwirtschaftliche Maschine
EP3398420A1 (de) Verfahren und anordnung zur kontrolle der geschwindigkeit einer ballenpresse
US20120240546A1 (en) Tractor Implement Combination
US11172613B2 (en) Arrangement for controlling the height and/or incline of a combine header for harvesting thin-stemmed crops
RU2738423C1 (ru) Комбинация подвижного транспортного средства и прицепа и способ управления комбинации транспортного средства и прицепа
EP2574229B1 (de) Selbstfahrende landwirtschaftliche Erntemaschine mit einem um eine vertikale Achse schwenkbaren Erntevorsatz
US20190116717A1 (en) Method and device for operating an agricultural machine
EP3725150A1 (en) Agricultural implement
RU2769473C2 (ru) Сельскохозяйственная рабочая машина
US6029431A (en) Vehicle
US10264730B2 (en) Agricultural tool control system
EP2119341A2 (de) Erntevorsatz mit einem Gutaufnehmer und einer Querförderschnecke
DE102011084288A1 (de) Selbstfahrende Erntemaschine mit pendelnd aufgehängter Lenkachse und pendelwinkelabhängiger Lenkwinkelbegrenzung
US6644001B2 (en) Implement combination
NZ759247B2 (en) Improvements in or relating to tractor-baler combinations
EP4321011A1 (en) Actively variable swath gate position
EP4292423A1 (en) Variable speed conditioner rolls for mower-conditioner
EP3378302B1 (en) Agricultural method for forming from previously-cut agricultural crop a windrow on a field
DE102022107805A1 (de) Maschine zur Futterernte mit vorausschauender Ansteuerung

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180813