BE1024900A1

BE1024900A1 - Halmverdeler met verstelbare punt voor een maïsmaaibord

Info

Publication number: BE1024900A1
Application number: BE20175026A
Authority: BE
Inventors: Frederik Baes; Stijn Borry; Yvan C C Vandergucht; Maarten Ysebaert
Original assignee: Cnh Ind Belgium Nv
Priority date: 2017-01-17
Filing date: 2017-01-17
Publication date: 2018-08-08
Also published as: US20200053964A1; WO2018134155A1; BR112019014252A2; BE1024900B1; US11375666B2; EP3573445B1; EP3573445A1; BR112019014252B1

Abstract

Een maïskopgeheel (10) voor een maaidorser (1) bevat een reeks rijeenheden (40) voor het verwerken van maïsplanten in rijen. Verstelbare halmverdelers (44) zijn aangebracht tussen aangrenzende rijeenheden (40) om aangrenzende maïsplanten rechtstreeks zijdelings te richten naar aangrenzende rijeenheden (40). Elke verstelbare halmverdeler (44) heeft een verstelbare halmverdelerpunt (74) met een verstelbaar werkhoogteprofiel tussen een kortere, laagste en een langere hoogste positie, de hoogste positie om de werkhoogte van de verstelbare halmverdeler (44) te verstellen voor verschillende oogstomstandigheden.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(71) Aanvrager(s) :

CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV

8210, ZEDELGEM

België (72) Uitvinder(s) :

BAES Frederik 8647 RENINGE België

BORRY Stijn 8740 PITTEM België

VANDERGUCHT Yvan C.C. 8647 LO-RENINGE België

YSEBAERT Maarten 8700 TIELT België (54) HALMVERDELER MET VERSTELBARE PUNT VOOR EEN MAÏSMAAIBORD (57) Een maïskopgeheel (10) voor een maaidorser (1) bevat een reeks rijeenheden (40) voor het verwerken van ma'isplanten in rijen. Verstelbare halmverdelers (44) zijn aangebracht tussen aangrenzende rijeenheden (40) om aangrenzende ma'isplanten rechtstreeks zijdelings te richten naar aangrenzende rijeenheden (40). Elke verstelbare halmverdeler (44) heeft een verstelbare halmverdelerpunt (74) met een verstelbaar werkhoogteprofiel tussen een kortere, laagste en een längere hoogste positie, de hoogste positie om de werkhoogte van de verstelbare halmverdeler (44) te verstellen voor verschillende oogstomstandigheden.

Fig. 4

B E2017/5026

53321

HALMVERDELER MET VERSTELBARE PUNT VOOR EEN

MAÏSMAAIBORP

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines voor gebruik in de landbouw (verder kortweg oogstmachines genoemd), zoals maaidorsers, meer bepaald op de maaibordhulpstukken daarvoor, en nog meer bepaald op de punten van de halmverdeler van maaibordhulpstukken voor maaidorsers.

De term maaidorser (of pikdorser, combine in het Engels) voor een oogstmachine is historisch gegroeid doordat deze machine meerdere oogstfuncties combineert in een enkele oogsteenheid, zoals plukken, dorsen, scheiden en reinigen. Een typische maaidorser bevat een maaibord dat het gewas van een veld verwijdert en een toevoerhuis dat het gewas naar een dors- en reinigingssectie transported! waar het gewenste graan gescheiden wordt van het ongewenste materiaal, het niet-graan. Het gereinigde graan wordt naar een graanopslagtank of vultrechter aan boord getransporteerd, en oogstmateriaal dat geen graan is (ook niet-graan genoemd) zoals stengels, halmen of bladeren uit de dors- en reinigingssectie gaat verder door een restantensysteem, dat een hakselaar kan gebruiken om het niet-graan te verwerken en naar de achterkant van de maaidorser te richten. Wanneer de graantank aan boord vol raakt, wordt de maaidorser in de buurt gepositioneerd van een voertuig waarin het graan moet worden ontladen, zoals een oplegger, een zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke; en wordt een ontlaadsysteem op de maaidorser aangedreven om het graan naar het voertuig over te brengen.

Eén type maaibord dat gebruikt wordt voor het maaien en oprapen van gewasplanten dat bekend is bij deskundigen op het gebied van maaidorsers, is een maïskop. De maïskop is een speciaal ontworpen maaibord dat gebruikt wordt om rijpe maïsaren van de plantenstengels te strippen. De maïskop voert de maïsaren toe aan de maaidorser, waar de maïs gescheiden wordt van de kolven en de vliezen.

Gewoonlijk wordt maïs geplant op akkers in een aantal evenwijdige rijen, waarbij de onderlinge afstand tussen de rijen kan variëren. Een maïskop voor het oogsten van gewas bevat daarom een aantal individuele rijeenheden die uit elkaar zijn geplaatst längs de breedte van de maïskop op een overeenkomstige afstand zodat elke rijeenheid inwerkt op een afzonderlijke rij maïs. Maïskoppen zijn beschikbaar in een aantal configuraties, meestal gaande van vier rijeenheden tot vierentwintig rijeenheden in de breedte.

B E2017/5026

53321

De rijeenheden van een maïskop voeren de kritieke taak uit van het afstrippen van maïsaren van de stengels zodat de maïsaren in de maaidorser verwerkt kunnen worden. Om deze taak te vervullen, is een smalle opening aangebracht die zieh uitstrekt tussen twee stripperplaten. De smalle opening is breed genoeg om ervoor te zorgen dat de maïsstengels zieh over de lengte van de opening vrij kunnen verplaatsen, maar is smaller dan de diameter van de maïsaren zodat de maïsaren zelf zieh niet door de lengte van de opening kunnen verplaatsen. Ook aangebracht is een stel stengelrollen onder de smalle opening, waarbij aan weerszijden van de opening telkens één stengelrol gepositioneerd is. Elke stengelrol bevat een cilindrisch hoofddeel met spiraalvormige schoepen die zieh naar buiten uitstrekken ten opzichte van het cilinderoppervlak. De stengelrollen draaien rond een ruwweg horizontale as die in een vlak ligt evenwijdig met de rijen maïs en de smalle opening. Wanneer de maïsplanten het voorste uiteinde van de smalle opening binnenkomen, grijpen de draaiende spiraalvormige schoepen van de stengelrollen de maïsstengels vast en trekken de stengels naar beneden. Wanneer de maïsstengels naar beneden getrokken worden door de smalle opening, worden de bredere maïsaren door de stripperplaten van de stengel gestript. Opraapvoorzieningen verzamelen de afgestripte maïsaren en voeren ze toe aan een opraper en tot in de maaidorser.

Eén probleem met deze werkwijze voor het afstrippen van maïsaren van de stengels is de moeilijkheid voor de operator van de maaidorserom om de maaidorser nauwkeurig te richten en de smalle opening uit te lijnen om de maïsrij te ontvangen. Eventuele variaties in stengelposities binnen de rij of variaties van de groeihoek van de stengels kan de uitiijning zelfs nog moeilijker maken. Bijgevolg is het bekend om voor de opening een zieh trechtervormig vernauwende kamer aan te brengen om de maïsplanten behoorlijk naar de maïskop te richten, zelfs wanneer de stengels niet nauwkeurig ten opzichte van de opening uitgelijnd zijn. Een halmverdeler, die ook met de algemene term tuit genoemd kan worden, strekt zieh voorwaarts uit vanaf de zijkanten van de opening. De halmverdeler kan gemaakt zijn van metaalplaat of kunststof in een vorm die smal en laag is aan de voorkant en zieh in de breedte en hoogte uitstrekt naar een bredere en längere configuratie aan de achterkant van de halmverdeler, naast de stengelopening. Elke halmverdeler vormt een barrière tussen naburige maïsrij en, strekt zieh voorwaarts uit vanaf de rijeenheid en beweegt tussen de rijen maïs wanneer de maaidorser over de rijen maïs rijdt. Als de individuele maïsplanten in de rijen maïsplanten contact maken met de zijkanten van een halmverdeler, worden de maïsplanten als in een trechter naar de smalle opening afgeleid.

BE2017/5026

53321

Hoewel de beschreven halmverdelers redelijkerwijs goed gewerkt hebben, is een vaste halmverdeler niet optimaal geschikt voor alle gewasomstandigheden of voor alle gewasvariëteiten. Zo kunnen bijvoorbeeld moeilijkheden ontmoet worden bij het oogsten van platliggende of op de grond Iiggende maïsgewassen en bij het oogsten van verschillende maïsvariëteiten met verschillende maïskolfposities. Een hogere halmverdeler kan betere resultaten verschaffen voor hoge staande gewassen, terwijl een lagere, kortere halmverdeler verbeterde resultaten kan opleveren voor platliggende of beschadigde gewassen. Hoewel bekende constructies van halmverdelers voor een mai'skop in hun geheel omhoog en omlaag bewogen kunnen worden en ze samengevouwen kunnen worden om het transport ervan te vergemakkelijken, is het niet bekend om in de hoogte verstelbare halmverdelers voor rijeenheden te verschaffen.

Wat hier volgens de stand van de techniek nodig is, is een verstelbare halmverdeler die hoger of lager geplaatst kan worden naargelang van de geschikte positie voor de aanwezige gewasomstandigheden.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Deze uitvinding verschaft een halmverdeler voor een mai'skop met een configuratie met uitzetbare en intrekbare hoogte zodat de totale hoogte van een voorwaarts gedeelte van de halmverdeler kan toenemen of afnemen zoals vereist en gewenst voor een verbeterd oogstrendement.

In één vorm is de uitvinding gericht op een maiskopgeheel voor een maaidorser, waarbij het maiskopgeheel een frame bevat om het maiskopgeheel op een maaidorser te monteren, een reeks rijeenheden die zieh ten opzichte van het frame uitstrekken voor het ontvangen en verwerken van de maisstengels in een rij en een verstelbare halmverdeler tussen aangrenzende rijeenheden om de maisstengels naar de rijeenheden te richten. De verstelbare halmverdeler heeft een verstelbare punt die een onderframe bevat en bovenaan een beschermkap die via een verstelbare verbinding met het onderframe is verbonden. De bovenste beschermkap kan tussen een laagste positie en een hoogste positie ten opzichte van het onderframe bewogen worden m.b.v. de verstelbare verbinding.

Een voordeel van deze halmverdeler voor een mai’skop is dat hij in de hoogte verstelbaar is voor een verbeterd rendement bij platliggende of beschadigde gewasposities, alsook voor netjes rechtopstaande gewasposities.

BE2017/5026

53321

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding samen met de bijbehorende tekeningen waarin:

Figuur 1 een perspectiefaanzicht is van een maaidorser die een maïskopgeheel met verstelbare halmverdelers bevat volgens een hierin onthulde uitvoeringsvorm;

Figuur 2 een bovenaanzicht is van het maïskopgeheel dat weergegeven is in Figuur 1 ;

Figuur 3 een perspectiefaanzicht is van de verstelbare halmverdeler voor een maïskop in een eerste positie;

Figuur 4 een perspectiefaanzicht is van de verstelbare maïshalmverdeler in een tweede positie;

Figuur 5 een aanzicht is van de dwarsdoorsnede van de verstelbare halmverdeler voor een maïskop zoals weergegeven in Figuur 3, genomen längs lijn 5-5 van Figuur 3; en

Figuur 6 een aanzicht is in dwarsdoorsnede van de verstelbare halmverdeler voor een maïskop zoals weergegeven in Figuur 4, genomen längs lijn 6-6 van Figuur 4.

Overeenkomstige verwijzingen (nummers en/of letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. De hier uiteengezette voorbeelden illustreren uitvoeringsvormen van de uitvinding en zulke voorbeelden mögen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwîjdte van de uitvinding op enige wijze zouden beperken.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

De termen graan, niet-graan en restanten worden gemakshalve over heel deze specificatie voornamelijk gebruikt voor het gemak, maar er dient verstaan te worden dat deze termen niet beperkend bedoeld zijn. Dus verwijst “graan” naar dat deel van het oogstmateriaal dat gedorst en gescheiden wordt van het weg te gooien deel van het oogstmateriaal, waarnaar verwezen wordt als oogstmateriaal dat geen graan is of nietgraan. Ook de termen voorwaarts, achterwaarts, links en rechts, wanneer ze gebruikt worden in verband met de oogstmachines en/of onderdelen ervan, zijn gewoonlijk bepaald met verwijzing naar de voorwaartse rijrichting van de oogstmachine in werking, maar nogmaals, ze mögen niet geïnterpreteerd worden als beperkende

B E2017/5026

53321 termen. De termen “in de lengte”, “lengte-” en “dwars” zijn bepaald ten opzichte van de lengterichting van de oogstmachine en mögen evenmin als beperkend gezien worden.

Nu met verwijzing naar de tekeningen, toont meer bepaald Figuur 1 een maïskopgeheel 10 op een maaidorser 1. Maïskopgeheel 10 is operationeel verbonden met maaidorser 1 voor het oogsten van maïs en het toevoeren van de maïs aan een toevoerhuis 12. Verder ontvangt en verwerkt maïskopgeheel 10 maïsrestanten die geknakt kunnen worden, vertrappeld, afgesneden, fijngehakt of dergelijke en uitgestoten onder of achter maaidorser 1. Oogstbewerkingen uitgevoerd door maaidorser 1 zijn welbekend volgens de stand van de techniek en een verdere gedetailleerde beschrijving van de structuren, functies, werking en bediening van onderdelen van maaidorser 1 is niet noodzakelijk voor een volledig begrip van de hierin beschreven verstelbare punt van een halmverdeler voor een maïskop.

Maïskopgeheel 10 bevat een frame 20 om het op een voorwaarts uiteinde van maaidorser 1 te monteren, een transporteur 30 die een vijzel kan zijn die zieh dwars over frame 20 uitstrekt om oogstmateriaal te transporteren naar een plaats 23 op het toevoerhuis 12 om het aan de maaidorser toe te voeren. Een reeks rijeenheden 40 strekt zieh naar voren uit ten opzichte van het frame 20. Elke rijeenheid 40 is gericht en gepositioneerd om tijdens de oogstbewerkingen een stroom oogstmateriaal, zoals ma'isstengels in rijen, mee te nemen.

Frame 20 kan geconfigureerd zijn met eender welke vorm die geschikt is voor het bedoelde gebruik, en is in de bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm in wezen rechthoekig. Nu met verwijzing naar de Figuren 1 en 2 bevat frame 20 een achterwand 21, een bodem 22 en een paar tegenoverliggende, uit elkaar geplaatste zijwanden 25, 26 aan tegenoverliggende randen van bodem 22. Frame 20 bevat verder een kanaal 24 dat gedeeltelijk door de bodem 22 wordt gevormd. Transporteur 30 transported! geoogst maïs längs kanaal 24 naar de plaats 23 van de maaidorser voor toevoer aan het toevoerhuis 12, een plaats die in wezen gelegen is naast een punt in het midden van kanaal 24 tussen zijwanden 25, 26. Zoals getoond in de bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm, kan frame 20 verbonden worden met een voorwaarts uiteinde van maaidorser 1. Als alternatief kan frame 20 geconfigureerd zijn om verbonden te worden met eender welk toestel om te gebruiken voor het maïskopgeheel 10.

Transporteur 30 kan geconfigureerd zijn als een schroefvijzeltransporteur of als een transporteur van elk ander type dat geschikt is en in Staat is om graan door kanaal 24 te te bewegen. Zo kunnen bijvoorbeeld ook een schoepensysteem, een transportband of

B E2017/5026

53321 een systeem op basis van druk of combinaties ervan gebruikt worden. Zulke transporteurs zijn bekend volgens de stand van de techniek en een gedetailleerdere beschrijving van de structuur, de functie en de werking/bediening is niet noodzakelijk voor een volledig begrip van de hierin beschreven verstelbare punt van een halmverdeler voor een maïskop. Zoals een vakman gemakkelijk kan inzien, is vijzel 30 via de zijwanden 25, 26 met frame 20 verbonden, en draait rond een as A. De tegenoverliggende helften van vijzel 30 zijn geconfigureerd om oogstmateriaal naar het midden van maïskopgeheel 10 te transporteren, tussen zijwanden 25, 26.

Maïskopgeheel 10 bevat een reeks op een passende afstand van elkaar geplaatste rijeenheden 40 voor het ontvangen en verwerken van individuele rijen maïs. Elke rij eenheid 40 is bevestigd aan frame 20 en strekt zieh in een voorwaartse richting uit ten opzichte van het frame 20 en weg van maaidorser 1. Een verstelbare halmverdeler 44 strekt zieh voorwaarts uit ten opzichte van het frame 20 tussen elk naburig paar rijeenheden 40 en aan de buitenkanten van de meest naar buiten gelegen rijeenheden 40. De verstelbare halmverdelers 44 zijn verbonden met de reeks rijeenheden 40 om de rijen maïsstengels naar een vangplaat 50 en stripplaten 60 van de rijeenheden 40 te richten. De algemene functie en werking/bediening van halmverdelers samen met rijeenheden 40 zijn welbekend bij deskundigen ter zake en moeten niet verder in detail beschreven worden voor een volledig begrip van de hierna beschreven verstelbare elementen. Tijdens de oogstbewerking worden te oogsten rijen planten uitgelijnd en gericht naar een spieet 42 die tussen de stripplaten 60 is gevormd. Wanneer maaidorser 1 längs een rij of rijen te oogsten maïsplanten beweegt, worden maisplanten naar de tussenruimten 42 geleid waar de maïsaren vervolgens van de stengels gestript worden door de stripplaten 60 en door de werking van stengelrollen (niet weergegeven) die de maïsstengels naar beneden trekken. De stengels blijven op de grond en de maïsaren bewegen achterwaarts en naar het frame 20. Transporteur 30 beweegt de maïsaren daarna naar het midden van het frame 20, om ze toe te voeren aan het toevoerhuis 12 van de maaidorser op toevoerplaats 23. De configuratie en werking van de inlaatopstellingen zijn typisch voor een standaardmaaidorser 1.

Elke verstelbare halmverdeler 44 heeft een verstelbaar hoogteprofïel tussen een korter werkhoogteprofiel en een hoger werkhoogteprofiel zodat de hoogte van de halmverdeler versteld kan worden voor verschillende oogstomstandigheden. Met verwijzing nu meer bepaald naar Figuren 3-6 wordt een verstelbare halmverdeler van maïsmaaibord 44 weergegeven. De verstelbare halmverdeler 44 van de maïskop bevat

B E2017/5026

53321 een onderframe 70 dat zieh in wezen over de hele lengte van de verstelbare halmverdeler 44 uitstrekt, een hoofdlichaam 72 met een vast hoogteprofiel boven het onderframe 70 en een verstelbare punt 74 van de halmverdeler die een verticaal verstelbaar hoogteprofiel boven het onderframe 70 heeft. Hoofdlichaam 72 is een achterwaarts gedeelte van de verstelbare halmverdeler 44, en de verstelbare punt 74 van de halmverdeler is een voorwaarts gedeelte van de verstelbare halmverdeler 44.

Hoofdlichaam 72 bevat een deksel 76 dat op het onderframe 70 bevestigd is met geschikte middelen zoals bouten, klinknagels of andere bevestigingselementen, lassen, lijmen of nog andere geschikte middelen. Als alternatief kunnen het deksel 76 en het onderframe 70 gevormd zijn als één enkel monolithisch hoofddeel bv. d.m.v. plastische vervorming van metaal, door spuitgieten van kunststof, gemaakt van gegoten metaal of kunststof of d.m.v. andere middelen die geschikt zijn voor het gebruikte materiaal, dat metaal, kunststof of een combinatie ervan kan zijn. Bijgevolg definiëren het deksel 76 en het bodemframe 70 een vaste hoogte van het werkprofiel aan de achterkant van de verstelbare halmverdeler 44.

De verstelbare punt 74 van de halmverdeler bevat een bovenaan gelegen beschermkap 78 en een voorste punt 80. De voorste punt 80 strekt zieh ten opzichte van het bodemframe 70 naar voren uit. De bovenaan gelegen beschermkap 78 is verstelbaar met bodemframe 70 verbonden. De verstelbare verbinding van de bovenaan gelegen beschermkap 78 met het bodemframe 70 bestaat uit een scharnierende verbinding 82 achteraan de voorste punt 80. De schamierende verbinding 82 kan een Scharnier, een draaibare bout, stang, pen of een andere geschikte structuur zijn die een over het algemeen horizontale draaibare as definieert waarrond de bovenaan gelegen beschermkap 78 kan draaien ten opzichte van bodemframe 70, over het algemeen in de buurt of aan de voorkant van de beschermkap bovenaan 78. Aan de achterkant van de bovenaan gelegen beschermkap 78 bevat de verstelbare verbinding van de bovenaan gelegen beschermkap 78 met bodemframe 70 verder een uitzetbare en intrekbare verbinding 84 tussen de bovenaan gelegen beschermkap 78 en het bodemframe 70. De uitzetbare en intrekbare verbinding 84 kan een actuator zijn, zoals een pneumatische cilinder, een hydraulische cilinder of een stappenmotor, en geschikte verbindingen, een mechanisch verstelbaar element zoals een draadstang, een uitzetbare en borgbare bevestiging, of een andere geschikte structuur om de positie van de bovenaan gelegen beschermkap 78 in een gekozen verticaal verstelde positie ten opzichte van bodemframe 70 te borgen. In een laagste positie die weergegeven is in de Figuren 3 en 5 wordt de bovenaan gelegen

BE2017/5026

53321 beschermkap 78 vastgehouden ter hoogte van het deksel 76 en vormt een vloeiende overgang op dezelfde hoogte tussen de bovenaan gelegen beschermkap 78 en het deksel 76. In de laagste positie van de bovenaan gelegen beschermkap 78 is de uitzetbare en intrekbare verbinding 84 volledig ingetrokken. Verlenging van de uitzetbare en intrekbare verbinding 84, zoals weergegeven in Figuur 6 doet het achterste uiteinde van de bovenaan gelegen beschermkap 78 omhoog bewegen ten opzichte van het bodemframe 70, waarbij het voorwaartse gedeelte van de bovenaan gelegen beschermkap 78 rond scharnierverbinding 82 scharniert. Zodoende, zoals weergegeven in Figuur 4, wordt de bovenaan gelegen beschermkap 84 opgeheven ten opzichte van het deksel 76.

Om de beweging en de positie van bovenaan gelegen beschermkap 78 ten opzichte van het bodemframe 70 te stabiliseren, kunnen één of meer stabilisatiestructuren 86 aangebracht worden. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm bevat de stabilisatiestructuur 86 een sleuf 88 in het bodemframe 70 of in de bovenaan gelegen beschermkap 78, en een pen 90 bevestigd aan de andere bovenaan gelegen beschermkap 78 en het bodemframe 70, waarbij pen 90 zieh tot in sleuf 88 uitstrekt. Sleuf 88 definieert een pad voor de slag van pen 90 tussen de neergelaten positie van bovenaan gelegen beschermkap 78 en de hoogst opgeheven positie van de bovenste bescherming 78.

De werking van de uitzetbare en intrekbare verbinding 84 ten opzichte van de bovenaan gelegen beschermkap 78 kan zo zijn dat de bovenaan gelegen beschermkap 78 in een beperkt aantal afzonderlijke posities geplaatst kan worden, zoals een laagste positie en een hoogste positie Als alternatief kunnen tussenliggende posities gedefinieerd worden als vaste stappen tussen de laagste positie en de hoogste positie. Bovendien kan de uitzetbare en intrekbare verbinding 84 traploos verstelbaar zijn tussen een volledig ingetrokken positie die overeenkomt met een laagste positie voor de bovenaan gelegen beschermkap 78 en een volledig uitgeschoven positie die overeenkomt met een hoogste positie voor de bovenaan gelegen beschermkap 78, waardoor de bovenaan gelegen beschermkap 78 oneindig verstelbaar is tussen de laagste positie en de hoogste positie ervan.

Men dient te begrijpen dat één enkele uitzetbare en intrekbare verbinding 84 zoals een pneumatische of hydraulische actuator aangebracht kan worden voor elke verstelbare bovenaan gelegen beschermkap 78, of dat zulke enkelvoudige actuator aangebracht kan worden voor het bedienen van verscheidene of alle verstelbare bovenste beschermingen 78 d.m.v. een geschikt stangenstelsel tussen naburige verstelbare halmverdelers 44. Daarenboven kunnen voor elke bovenaan gelegen beschermkap 78 individuele actuators

BE2017/5026

53321 met elkaar verbonden zijn om gelijktijdig te werken zodat ze allemaal gelijktijdig versteld worden. Er dient verder te worden begrepen dat elke uitzetbare en intrekbare verbinding 84 versteld kan worden door een manuele ingreep of door ze afzonderlijk te activeren, of dat meerdere uitzetbare en intrekbare verbindingen 84 gelijktijdig bediend kunnen worden. Verder kan de bediening van de uitzetbare en intrekbare verbindingen 84 gei'ntegreerd zijn in met software werkende regelsystemen voor het bedienen van de maaidorser 1 zodat geautomatiseerde wijzigingen kunnen aangebracht worden samen met andere instel- en/of regelelementen bij het gebruik van maaidorser 1. Daarenboven dient begrepen te worden dat, hoewel de uitzetbare en intrekbare verbinding 84 werd weergegeven en beschreven als zijnde rechtstreeks verbonden met bodemframe 70 dat ze op andere manieren verankerd kunnen worden om de bovenaan gelegen beschermkap 78 ten opzichte van bodemframe 70 bewegen.

Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan deze uitvinding verder gewijzigd worden binnen de geest en de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvraag is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te omvatten door gebruik te maken van de algemene principes ervan. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.

53321

BE2017/5026

Claims

CONCLUSIES:

1. Maïskopgeheel (10) voor een maaidorser (1), waarbij het maïskopgeheel bestaat uit:

een frame (20) om het maïskopgeheel op een maaidorser te monteren;

een reeks rijeenheden (40) die zieh ten opzichte van het frame (20) uitstrekken voor het ontvangen en verwerken van de maïsstengels in een rij; en een verstelbare halmverdeler (44) tussen aangrenzende rijeenheden (40) om de maïsstengels naar de rijeenheden (40) te richten; gekenmerkt doordat:

de verstelbare halmverdeler (44) een verstelbare punt (74) heeft die een onderframe (70) bevat en bovenaan een beschermkap (78) die in verstelbare posities gehouden wordt boven het onderframe (70) door een verstelbare verbinding (82, 84), waarbij de bovenaan gelegen beschermkap (78) beweegbaar is door de verstelbare verbinding (82, 84) tussen een laagste positie en een hoogste positie ten opzichte van het onderframe (70).

2. Maïskopgeheel dat (10) volgens conclusie 1, waarbij de verstelbare halmverdeler (44) een hoofdlichaam (72) heeft met vaste hoogte aan een achterste gedeelte ervan en de verstelbare punt (74) van de halmverdeler aan een voorwaarts gedeelte ervan.

3. Maïskopgeheel (10) volgens conclusies 1 of 2, waarbij de verstelbare verbinding van de bovenaan gelegen beschermkap (78) met het bodemframe (70) bestaat uit een scharnierende verbinding (82) aan het voorwaartse gedeelte van de bovenaan gelegen beschermkap (78).

4. Maïskopgeheel (10) volgens conclusies 1-3, waarbij de verstelbare verbinding van de bovenaan gelegen beschermkap (78) met het bodemframe (70) een uitzetbare en intrekbare verbinding (84) aan een achterwaarts uiteinde van de bovenaan gelegen beschermkap (78) bevat.

5. Maïskopgeheel (10) volgens conclusie 4, waarbij de uitzetbare en intrekbare verbinding (84) verbinding een pneumatische cilinder is.

BE2017/5026

53321

6. Maïskopgeheel (10) volgens conclusie 4, waarbij de uitschuifbare en intrekbare verbinding (84) een hydraulische cilinder is.

7. Maïskopgeheel (10) volgens eender welke van de conclusies 4 tot 6, waarbij de uitschuifbare en intrekbare verbinding (84) geconfigureerd is voor manuele bediening.

8. Maïskopgeheel volgens eender welke van de conclusies 4 tot 7, waarbij de uitschuifbare en intrekbare verbinding (84) verbonden is met het onderframe (70).

9. Maïskopgeheel (10) volgens eender welke van de conclusies 1 tot 8, waarbij een stabilisatiestructuur (86) is aangebracht voor de bediening van de bovenaan gelegen beschermkap (78) ten opzichte van het onderframe (70).

10. Maïskopgeheel (10) volgens conclusie 9, waarbij de stabilisatiestructuur (86) een sleuf (88) bevat in de bovenaan gelegen beschermkap (70) en in het bodemframe (78), en een pen (90) die bevestigd is aan de andere bovenaan gelegen beschermkap (88) en het bodemframe (70),

11. Maïskopgeheel (10) volgens conclusie 1, die verder een reeks verstelbare halmverdelers (44) bevat, en verder gekenmerkt is doordat elke verstelbare halmverdeler (44) een verstelbare halmverdelerpunt (74) heeft bestaande uit een onderframe (70) en een bovenaan gelegen beschermkap (78) die op het onderframe (70) gehouden wordt door een verstelbare verbinding (82, 84), waarbij de bovenaan gelegen beschermkap (78) beweegbaar is door de verstelbare verbinding (82, 84) tussen een laagste positie en een hoogste positie ten opzichte van het onderframe (70).

12. Maïskopgeheel (10) volgens conclusie 11, waarbij elke verstelbare halmverdeler (44) bestaat uit uit een hoofdlichaam (72) met vaste hoogte aan het achterste gedeelte ervan en de verstelbare halmverdelerpunt (74) aan een voorwaarts gedeelte ervan.

13. Maïskopgeheel (10) van conclusie 11 en/of 12, waarbij elke verstelbare halmverdeler (44) een verschillende pneumatische of hydraulische actuator bevat voor de bediening ervan.

BE2017/5026

53321

14. Maïskopgeheel (10) volgens conclusies 11-13 waarbij elke verstelbaar halmverdeler (44) een schamierende verbinding (82) heeft tussen het onderframe (70) en de bovenaan gelegen beschermkap (78) ervan.

5 15. Maïskopgeheel (10) volgens eender welke van de voorgaande conclusies waarin de verstelbare verbinding (82, 84) geconfigureerd is voor een traploze instelling tussen de laagste positie en de hoogste positie.

BE2017/5026

53321