BE1024885A1 - Regeling in gesloten lus van de agressiviteit van een nadorser - Google Patents

Regeling in gesloten lus van de agressiviteit van een nadorser Download PDF

Info

Publication number
BE1024885A1
BE1024885A1 BE20175000A BE201705000A BE1024885A1 BE 1024885 A1 BE1024885 A1 BE 1024885A1 BE 20175000 A BE20175000 A BE 20175000A BE 201705000 A BE201705000 A BE 201705000A BE 1024885 A1 BE1024885 A1 BE 1024885A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
grain
post
harvester
threshing
controller
Prior art date
Application number
BE20175000A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024885B1 (nl
Inventor
Jr Clayton E Banks
Dré W J Jongmans
Thomas Mahieu
Bart M A Missotten
William M Mccully
Original Assignee
Cnh Ind Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Ind Belgium Nv filed Critical Cnh Ind Belgium Nv
Priority to BE2017/5000A priority Critical patent/BE1024885B1/nl
Priority to PCT/US2017/061076 priority patent/WO2018089774A1/en
Priority to EP17811405.4A priority patent/EP3537868B1/en
Priority to US16/349,118 priority patent/US11076533B2/en
Priority to BR112019009492-0A priority patent/BR112019009492B1/pt
Publication of BE1024885A1 publication Critical patent/BE1024885A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024885B1 publication Critical patent/BE1024885B1/nl
Priority to US17/380,728 priority patent/US20210345551A1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/52Arrangements for returning unthreshed grain to the threshing device
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/127Control or measuring arrangements specially adapted for combines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/127Control or measuring arrangements specially adapted for combines
    • A01D41/1271Control or measuring arrangements specially adapted for combines for measuring crop flow
    • A01D41/1272Control or measuring arrangements specially adapted for combines for measuring crop flow for measuring grain flow
    • A01D41/1273Control or measuring arrangements specially adapted for combines for measuring crop flow for measuring grain flow for measuring grain loss
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/127Control or measuring arrangements specially adapted for combines
    • A01D41/1277Control or measuring arrangements specially adapted for combines for measuring grain quality
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/18Threshing devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/18Threshing devices
    • A01F2012/188Rethreshing devices

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

Een systeem voor het regelen van de agressiviteit van een nadorser (80) die niet- gedorste aren die ontvangen werden van het graanreinigingssysteem (26) in een oogstmachine voor landbouwtoepassingen (10) nadorst, is uitgerust met minstens één beeldvormingstoestel (90) om een afbeelding van een graanmonster (200) te maken. Ten minste een gedeelte van het graanmonster (200) is minstens een keer door de nadorser (80) gepasseerd. Een controller (106) is verbonden met het beeldvormingstoestel (90) en met een opstelling (108) om de agressiviteit van de nadorser (80) automatisch aan te passen. De controller (106) is geconfigureerd om de agressiviteit van de nadorser (80) met behulp van de opstelling (108) automatisch aan te passen op basis van informatie verschaft door het minstens één beeldvormingstoestel (90).

Description

(71) Aanvrager(s) :
CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV
8210, ZEDELGEM
België (72) Uitvinder(s) :
BANKS Jr. Clayton E.
17508 BROWNSTOWN, PA PENNSYLVANIA Verenigde Staten van Amerika
JONGMANS Dré W.J.
4791 AG KLUNDERT
Nederland
MAHIEU Thomas
8900 IEPER
België
MISSOTTEN Bart M.A.
3020 HERENT
België
McCULLY William M.
17603 LANCASTER
Verenigde Staten van Amerika (54) REGELING IN GESLOTEN LUS VAN DE AGRESSIVITEIT VAN EEN NADORSER (57) Een systeem voor het regelen van de agressiviteit van een nadorser (80) die niet- gedorste aren die ontvangen werden van het graanreinigingssysteem (26) in een oogstmachine voor landbouwtoepassingen (10) nadorst, is uitgerust met minstens één beeldvormingstoestel (90) om een afbeelding van een graanmonster (200) te maken. Ten minste een gedeelte van het graanmonster (200) is minstens een keer door de nadorser (80) gepasseerd. Een controller (106) is verbonden met het beeldvormingstoestel (90) en met een opstelling (108) om de agressiviteit van de nadorser (80) automatisch aan te passen. De controller (106) is geconfigureerd om de agressiviteit van de nadorser (80) met behulp van de opstelling (108) automatisch aan te passen op basis van informatie verschaft door het minstens één beeldvormingstoestel (90).
Figure BE1024885A1_D0001
52762
BE2017/5000
REGELING IN GESLOTEN LUS VAN DE AGRESSIVITES VAN EEN
NADORSER
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines voor landbouwtoepassingen (verder kortweg oogstmachines genoemd) en meer bepaald op processors van nietgedorste aren (hiema nadorser(s) genoemd) in het graanreinigingssysteem van oogstmachines.
De term maaidorser (of pikdorser, combine in het Engels) voor een oogstmachine is historisch gegroeid doordat deze machine meerdere oogstfuncties combineert in een enkele oogsteenheid, zoals plukken, dorsen, scheiden en reinigen. Een maaidorser bevat een maaier die het gewas van een veld verwijdert en een toevoerhuis dat het gewas naar een dorsrotor transporteert. De dorsrotor draait in een geperforeerd huis, dat de vorm kan hebben van verstelbare dorskorven, en een dorsbewerking uitvoert op het gewas om het graan te verwijderen. Eens het graan gedorst is, valt het door perforaties in de dorskorven op een graanschaal. Vanaf de graanschaal wordt het graan gereinigd door gebruik te maken van een reinigingssysteem, en wordt daarna naar een graantank aan boord van de maaidorser getransporteerd. Een reinigingsventilator blaast lucht door de zeven om kaf en andere deeltjes vuil naar de achterkant van de maaidorser af te voeren. Oogstmateriaal dat geen graan is (verder niet-graan genoemd), zoals stro, afkomstig van de dorssectie, passeert door een restantenbehandelingssysteem dat gebruik kan maken van een strohakselaar om het niet-graan te verwerken en naar de achterkant van de maaidorser te richten. Wanneer de graantank vol raakt, wordt de maaidorser in de buurt van een voertuig gepositioneerd waarin het graan moet worden ontladen, zoals een oplegger, een zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke, en wordt een ontlaadsysteem op de maaidorser aangedreven om het graan naar het voertuig over te brengen.
Meer bepaald bevat een roterend dors- of scheidingssysteem één of meer rotoren die zieh axiaal (van voor naar achter) of dwars (van zijkant naar zijkant) kunnen uitstrekken, en die gedeeltelijk of volledig omringd zijn door geperforeerde dorskorven. Het oogstmateriaal wordt gedorst en gescheiden door het draaien van de rotor binnen de dorskorven. Grof niet-graan, zoals stengels en bladeren, passeert door een dorstrommel om eventuele resterende graankorrels te verwijderen, en wordt daarna naar de achterkant van de maaidorser getransporteerd en op het veld ontladen. De gescheiden graankorrels
52762
B E2017/5000 worden, samen met een deel fijner niet-graan zoals kaf, stof, stro en andere oogstrestanten ontladen via de dorskorven en vallen op een graanschaal waar ze naar een reinigingssysteem getransporteerd worden. Als alternatief kunnen het graan en fijner niet-graan ook rechtstreeks op het reinigingssysteem zelf vallen.
Een reinigingssysteem scheidt vervolgens het graan van het niet-graan en bevat gewoonlijk een ventilator die een luchtstroom opwaarts en naar achteren rieht door verticaal aangebrachte zeven die op een voorwaartse en achterwaartse manier heen en weer bewegen. De luchtstroom tilt het lichtere niet-graan op en vervoert het naar het achterste uiteinde van de maaidorser om het op het veld te lossen. Schoon graan, dat zwaarder is, en grotere stukken niet-graan, die niet weggeblazen worden door de luchtstroom, vallen op een oppervlak van een bovenste zeef (ook kortstrozeef genoemd), waar het schoon graan gedeeltelijk of volledig door passeert naar een onderste zeef (ook reinigingszeef genoemd). Graan en niet-graan die op de bovenste en onderste zeven achterblijven, worden fysiek gescheiden door de heen-en-weergaande actie van de zeven wanneer het materiaal naar achteren beweegt. Alle graan en/of niet-graan dat door de bovenste zeef, maar niet door de onderste zeef passeert, wordt gericht naar een schaal met niet-gedorste aren. Graan dat door de onderste zeef valt, belandt op een bodemschaal van het reinigingssysteem, waar het voorwaarts vervoerd wordt naar een schoongraanvijzel. De schoongraanvijzel brengt het graan over naar een graanelevator, die het graan opwaarts transported! naar een graantank om het tijdelijk op te slaan. Het graan hoopt zieh op tot wanneer de graantank vol is en gelost wordt in een naburig voertuig zoals een oplegger, een zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke, door een ontlaadsysteem op de maaidorser dat bediend wordt om graan naar het voertuig over te brengen.
Ondertussen kan onvolledig gereinigd graan, niet-gedorste aren genoemd (tailings in het Engels), bestaan uit onvolledig of niet-gedorst gewas, vrije korrels van volledig gedorst gewas en ander plantaardig materiaal of niet-graan (in het Engels MOG = non-grain crop material, verder in het Nederlands meestal afgekort tot niet-graan). Zulke niet-gedorste aren van de bovenste of onderste zeef die gevallen zijn op de vijzelschaal met niet-gedorste aren worden door het reinigingssysteem teruggevoerd. Dikwijls ontvangt een retourvijzel of transportmiddel voor niet-gedorste aren de nietgedorste aren uit een vijzeltrog voor niet-gedorste aren aan het voorste uiteinde van de vijzelschaal, en tilt de niet-gedorste aren verticaal op om de niet-gedorste aren door het dors- en scheidings- of reinigingssysteem terug te voeren. Tussen de vijzeltrog voor niet52762
B E2017/5000 gedorste aren en de retourvijzel of transporteur voor niet-gedorste aren, kan een nadorser worden aangebracht, met als functie de niet-gedorste aren verder te dorsen vooraleer ze naar het reinigingssysteem terug te sturen.
De agressiviteit van de nadorser wordt geregeld door de radiale speling of dorsspeling tussen de raspen op de draaiende trommel van de nadorser en een gedeelte van het cilindrische huis, gewoonlijk de bodem van het huis, te vergroten of te verkleinern Verschillende gewassen en verschillende oogstomstandigheden vereisen verschillende maten van agressiviteit van de nadorser om de niet-gedorste aren die door het reinigingssysteem gepasseerd zijn effectief na te dorsen. Vroeger was het bepalen en optimaliseren van de doeltreffendheid van de nadorser vaak een omslachtig procès van gissen en missen, bestaande uit het inspecteren van de uitvoer van de nadorser of van het graan in de graantank van de maaidorser, en het manueel aanpassen van de radiale speling of dorsspeling van de nadorser, waarbij zulke manuele instelling ingewikkeld en tijdrovend was.
Bijvoorbeeld leert het U.S.-octrooi 3.247.855 ons om manueel de bedrijfsspeling aan te passen tussen de schoepenbladen en de wand van een nadorseenheid die is aangebracht boven op de transporteur van niet-gedorste aren die deze naar het reinigingssysteem terugvoert. De bedrijfsspeling wordt versteld door gebruik te maken van excentrische blokken waarop de as van het schoepenrad gemonteerd is en met een ermee verbonden handgreep die voorafbepaalde posities kan innemen. Octrooi E.P. 2.064.941 leert ons op een gelijkaardige wijze om de bedrijfsspeling tussen de schoepenbladen en een wand van het huis van de nadorser aan te passen door gebruik te maken van een verstelbare wand. Internationale octrooiaanvraag nr. WO 2009034442A2 onthult op vergelijkbare wijze een nadorser waarvan het huis zieh boven op de retourvijzel bevindt die niet-gedorste aren naar het reinigingssysteem terugstuurt, waarbij de nadorskorf manueel versteld wordt met behulp van schroefdraden. U.S.- octrooi 6.342.006 onthult het gebruik van een korrelteller om te bepalen hoeveel graan achter het eerste dorssysteem van de maaidorser passeert, en past daarna de instellingen van dit primaire dorssysteem aan. Een zeef op een uitvoervijzel van de elevator of vijzeltransporteur voor niet-gedorste aren is verstelbaar om het neervallen van graan op de korrelteller te regelen, maar de agressiviteit van een nadorser wordt niet automatisch aangepast, aangezien er ook geen afzonderlijke nadorser is aangebracht.
U.S.-octrooi nr. 4.348.855 onthult een zeefsysteem dat bovenaan de graanelevator van de maaidorser is aangebracht die de verhouding van beschadigd en onbeschadigd
BE2017/5000
52762 graan bepaalt door het beschadigde graan te scheiden en die vervolgens op een opnemer te laten inslaan. Het systeem varieert daama de snelheid van de primaire dorsrotor om de graanschade te minimaliseren tijdens het werken met het grootste toerental van de rotor. Er is echter geen nadorser bij betrokken. Het U.S.-octrooi 20030216159 onthult een gereedschap voor het verwijderen van dorskorven van een maaidorser met dwarse rotor. Een dorskorfverstelmechanisme wordt verschaft dat gebruik maakt van één of meer actuators. Ook nu gebeurt dit door de dorskorven van het primaire dors- en scheidingssysteem te verstellen, en door de agressiviteit van een nadorser aan te passen. U.S.-octrooi onthult een dorskorf van een dwarse hoofddorsrotor die een schamierend uiteinde heeft met een overbruggingstoestel tussen het schamierende eindgedeelte en de rest van het dorssysteem. Ook nu gebeurt dit echter door de dorskorven van het primaire dors- en scheidingssysteem te verstellen en niet door de agressiviteit van een nadorser aan te passen.
Wat hier ten opzichte van de stand van de techniek nodig is, is zodoende een systeem en een werkwijze om de doeltreffendheid van de nadorser te optimaliseren zonder dat de operator een gissen en missen-proces moet doorlopen gevolgd door het manueel instellen van de radiale speling of dorsspeling van de nadorser.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding verschaft zulke manier om de doeltreffendheid van de nadorser te optimaliseren. Uitvoeringsvormen van deze uitvinding worden toegepast op de nadorser die als functie heeft niet-gedorste aren te dorsen vooraleer ze via het reinigingssysteem van de oogstmachine terug te voeren. De nadorser kan uitgerust zijn met raspen op een draaiende trommel die binnen een cilindrisch huis draait. Het cilindrische huis bevat een bodem, die al dan niet uitgerust kan zijn met uitsteeksels om de dorsende werking van de nadorser te verbeteren. Een sensor of graancamera kan bevestigd worden aan de uitlaat van de graanelevator van de maaidorser of aan het cilindrische huis van de nadorser, of elders in het reinigingssysteem of op eropvolgende graanbehandelingsapparatuur van de maaidorser om de doeltreffendheid van het nadorsen van de niet-gedorste aren te bepalen. De informatie die verschaft wordt door de sensor of graancamera wordt gebruikt om de agressiviteit van de nadorser in te stellen om het nadorsen van de niet-gedorste aren te optimaliseren.
De raspen van de draaiende trommel passeren binnen een radiale speling of dorsspeling t.o.v. de bodem van het huis van de nadorser wanneer de draaitrommel
BE2017/5000
52762 draait. De agressiviteit van de nadorser wordt in ruime mate geregeld door het variëren van deze radiale speling of dorsspeling. Verschillende gewassen en verschillende oogstomstandigheden vereisen verschillende maten van agressiviteit van de nadorser om de niet-gedorste aren die door het reinigingssysteem gepasseerd zijn effectief na te dorsen. Meer bepaald, als er te veel peulen, aren of halmen ongedorst graan door de nadorser passeren, is het noodzakelijk om de radiale speling of dorsspeling te verkleinen om de agressiviteit van de nadorser te vergroten. Anderzijds is het noodzakelijk, als er te veel graan of te veel korrels in de nadorser gebroken worden, om de radiale speling of dorsspeling te vergroten om de agressiviteit van de nadorser te verkleinen. Verstelmechanismen zijn in Staat om de radiale speling of dorsspeling te vergroten of te verkleinen door een bodem van het cilindrische huis van de nadorser omhoog of omlaag te bewegen, met behulp van één of meer actuators.
De sensor of graancamera, die verbonden is met een regelsysteem of de controller, werkt samen met het regelsysteem of de controller om te bepalen of er te veel peulen, aren of halmen ongedorst graan door de nadorser passeren, of dat er te veel graan of te veel korrels in de nadorser gebroken worden. Als het regelsysteem of de controller in samenwerking met de sensor of graancamera bepaalt dat er te veel peulen, aren of halmen ongedorst graan door de nadorser passeren, bepaalt het regelsysteem of de controller daama dat het noodzakelijk is om de radiale speling of dorsspeling te verkleinen om de agressiviteit van de nadorser te vergroten. De controller of het regelsysteem zet daama de bodem van het huis hoger door gebruik te maken van verstelmechanismen. Na dit verstellen werkt het regelsysteem of de controller ook nu samen met de sensor of graancamera om te bepalen of er nog altijd te veel peulen, aren of halmen ongedorst graan door de nadorser passeren, of als er nu te veel graan of te veel korrels in de nadorser gebroken worden, en voert indien nodig een verdere verstelling van de radiale speling of dorsspeling uit, in gesloten lus of onvertraagd (in real time).
Als het regelsysteem of de controller besluit, in samenwerking met sor of de graancamera, dat er te veel graan of te veel korrels in de nadorser gebroken worden, bepaalt het regelsysteem of de controller daarna dat het noodzakelijk is om de radiale speling of dorsspeling te vergroten om de agressiviteit van de nadorser te verkleinen. De controller of het regelsysteem laat daarna de bodem van het huis zakken door gebruik te maken van verstelmechanismen. Maar ook nu werkt het regelsysteem of de controller na dit verstellen weer samen met de sensor of graancamera om te bepalen of er nog altijd te veel graan of te veel korrels in de nadorser gebroken worden, of als te veel peulen, aren
52762
BE2017/5000 of halmen ongedorst graan nu door de nadorser passeren, en voert indien nodig een verdere verstelling uit van de radiale speling of dorsspeling, in gesloten lus of onvertraagd (in real time).
Een indicator kan of indicatoren kunnen verbonden zijn met één of elk verstelmechanisme om visuele feedback te geven over de huidige grootte van de radiale speling of dorsspeling aan een operator die een visuele inspectie uitvoert. Als alternatief kan feedback gegeven worden aan de operator in de operatorcabine van de maaidorser door middel van een manometer of een ander optisch of akoestisch toestel, of door middel van een elektronisch rendementscontroletoestel. De sensor of graancamera is in staat en heeft als functie om een beeid te maken van graan dat door de nadorser nagedorst werd. De sensor of graancamera kan een digitale camera zijn die digitale beeiden produceert die nadien verwerkt worden door de controller of het regelsysteem. Als alternatief kan de sensor of graancamera een ander type sensor met beeldvormingsmogelijkheden zijn, zoals via ultrasone, thermische of infrarode beeldvorming, of radarbeeldvorming, als niet-beperkende voorbeelden. Onafhankelijk of in samenwerking met het regelsysteem of de controller, werkt de sensor of de graancamera om in het graanmonster peulen met niet-gedorste korrels, aren en halmen te identificeren, en om in het graanmonster gebroken graankorrels te identifîceren. De controller of het regelsysteem maakt gebruik van deze informatie om de radiale speling of de dorsspeling, de agressiviteit in gesloten lus en in real time (onvertraagd) respectievelijk te vergroten of te verkleinen, zoals hierboven beschreven.
De sensor of graancamera kan op de uitlaat van de graanelevator, op het cilindrische huis van de nadorser of ergens anders binnen het reinigingssysteem, de graanelevator, de graantank of zelfs op het transportsysteem aangebracht zijn, op voorwaarde dat ten minste een gedeelte van het graanmonster op die plaats eerder door de nadorser als niet-gedorste aren gepasseerd is. Andere zulke plaatsen waar een sensor of graancamera volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding geplaatst kan zijn, zijn de voor- of achtervlak van de nadorser, bevestigd aan de retourvijzel, en bevestigd op de bodemschaal van het graanreinigingssysteem, of bevestigd aan de schoongraanvijzel, als niet-beperkende voorbeelden.
De uitvinding is in één vorm gericht op èen systeem voor het regelen van de agressiviteit van een nadorser in een oogstmachine. De oogstmachine bevat een dors- en scheidingssysteem, een graanreinigingssysteem, een vijzeltrog voor niet-gedorste aren en een retourvijzel, een schoongraanvijzel, een graanelevator met een uitlaat en een
BE2017/5000
52762 graantank. De nadorser heeft als functie niet-gedorste aren die ontvangen werden van het graanreinigingssysteem na te dorsen. De nadorser is gekoppeld met de vijzeltrog voor niet-gedorste aren en met de retourvijzel, en heeft een draaiend dorstoestel binnen een huis. Het systeem is uitgerust met minstens één beeldvormingstoestel dat gericht is om een afbeelding van een graanmonster te maken, waarvan minstens een gedeelte eenmaal door de nadorser gepasseerd is. Het systeem is verder uitgerust met een controller die of een regelsysteem dat verbonden is met het beeldvormingstoestel. De nadorser is uitgerust met een opstelling om de agressiviteit van de nadorser automatisch aan te passen, die verbonden is met en geregeld wordt door de controller of het regelsysteem. De controller of het regelsysteem is geconfigureerd om de agressiviteit van de nadorser met behulp van de opstelling automatisch aan te passen op basis van informatie verschaft door het minstens één beeldvormingstoestel.
In een andere vorm is de uitvinding gericht op een oogstmachine die een dors- en scheidingssysteem bevat dat gedragen wordt door het chassis om graan van niet-graan te scheiden, een reinigingssysteem dat graan ontvangt van het dors- en scheidingssysteem om het graan verder te reinigen, een nadorser die niet-gedorste aren van het reinigingssysteem ontvangt, en een systeem voor het regelen van de agressiviteit van de nadorser. De oogstmachine bevat verder een vijzeltrog voor niet-gedorste aren en een retourvijzel, een schoongraanvijzel, een graanelevator met een uitlaat en een graantank. De nadorser heeft als functie niet-gedorste aren die hij ontvangen heeft van het graanreinigingssysteem na te dorsen. De nadorser is met de vijzeltrog voor niet-gedorste aren en met de retourvijzel gekoppeld, en bevat een draaiend dorstoestel binnen een huis. Het systeem voor regelen van de agressiviteit van de nadorser is uitgerust minstens één beeldvormingstoestel dat gericht is om een afbeelding van een graanmonster te maken, waarvan minstens een gedeelte eenmaal door de nadorser gepasseerd is. Het systeem is verder uitgerust met een controller die of een regelsysteem dat verbonden is met het beeldvormingstoestel. De nadorser is uitgerust met een opstelling om de agressiviteit van de nadorser automatisch aan te passen, die verbonden is met en geregeld wordt door de controller of het regelsysteem. De controller of het regelsysteem is geconfigureerd om de agressiviteit van de nadorser met behulp van de opstelling automatisch aan te passen op basis van informatie verschaft door het minstens één beeldvormingstoestel.
Een voordeel van deze uitvinding is dat ze de doeltreffendheid van de nadorser, automatisch optimaliseert zodat een minimum aan ongedorst graan of gebroken graankorrels aan de graantank wordt toegevoerd. Een ander voordeel is dat de werking
BE2017/5000
52762 van deze uitvinding in ruime mate automatisch is en vanwege de operator van de oogstmachine een minimum aan gissen en missen en fysieke inspanning vereist.
Aanvullende kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen nu duidelijk gemaakt worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen waarin verwezen wordt naar de begeleidende tekeningen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding samen met de bijbehorende tekeningen, waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht is van een oogstmachine in de vorm van een maaidorser;
Figuur 2 een isometrisch aanzicht is van een schoongraanvijzel, een vijzeltrog voor niet-gedorste aren, een nadorser en een retourvijzel, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 3 een opengewerkt vooraanzicht is van een nadorser volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 4 een isometrisch aanzicht is van een nadorser volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding;
Figuur 5 een isometrisch aanzicht is van een nadorser volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding;
Figuur 6 een isometrisch aanzicht is van een verstelmechanisme van een nadorser volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 7 een isometrisch aanzicht is van een sensor of een graancamera die gebruikt wordt met een nadorser volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 8A een afbeelding is van een graanmonster als gevolg van voordien onvoldoende gedorste aren;
Figuur 8B een afbeelding is van een graanmonster volgend uit onvoldoende eerder niet-gedorste aren; en
Figuur 8C een afbeelding is van een graanmonster dat het resultaat is van overdreven gedorste aren;
Figuur 9 een werkwijze illustreert voor het regelen van de nadorser van Figuur 4, in overeenstemming met een uitvoeringsvorm van deze uitvinding; en
Figuur 10 een beslissingsmatrix illustreert voor het regelen van de nadorser van
52762
BE2017/5000
Figuur 4, in overeenstemming met een bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm van deze uitvinding. Overeenkomstige verwijzingen (nummers en/of letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. De hier uiteengezette voorbeelden illustreren uitvoeringsvormen van de uitvinding, en zulke voorbeelden mögen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwijdte van de uitvinding op enige wijze zouden beperken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De termen graan, stro en niet-gedorste aren worden over heel deze specificatie voornamelijk gebruikt voor het gemak, maar er dient verstaan te worden dat deze termen niet beperkend bedoeld zijn. Dus verwijst “graan” naar dat deel van het oogstmateriaal dat gedorst en gescheiden wordt van het weg te gooien deel van het oogstmateriaal, waarnaar verwezen wordt als niet-graan, MOG (in het Engels) of stro. Onvolledig gedorst oogstmateriaal dat ongedorst oogstmateriaal kan bevatten, vrije korrels van volledig gedorst gewas, - en ander niet-graan (MOG); worden hier nietgedorste aren genoemd. Ook de termen voorwaarts, achterwaarts, links en rechts, wanneer ze gebruikt worden in verband met de oogstmachines en/of onderdelen ervan zijn gewoonlijk bepaald met verwijzing naar de voorwaartse rijrichting van de oogstmachine in werking, maar nogmaals, ze mögen niet geïnterpreteerd worden als beperkende termen. De termen “in de lengte”, “lengte-” en “dwars” zijn bepaald ten opzichte van de lengterichting van de oogstmachine en mögen evenmin als beperkend gezien worden.
Nu met verwijzing naar de tekeningen en meer bepaald naar Figuur 1, wordt een oogstmachine weergegeven in de vorm van een maaidorser 10, die over het algemeen een chassis 12, wielen 14 en 16 die met de grond contact maken, een maaier 18, een toevoerhuis 20, een operatorcabine 22, een dors- en scheidingssysteem 24, een reinigingssysteem 26, een graantank 28 en een lostransporteur 30 bevatten. De lostransporteur 30 is geïllustreerd als een losvijzel, maar kan ook geconfigureerd worden als een transportband, een kettinglift enz. De voorwielen 14 zijn grotere wielen van het flotatietype, en achterwielen 16 zijn kleinere bestuurbare wielen. De aandrijfkracht wordt selectief aangebracht op de voorwielen 14 door een krachtbron in de vorm van een dieselmotor 32 en een transmissie (niet weergegeven).
Hoewel de maaidorser 10 weergegeven is met wielen, dient ook te worden begrepen dat de maaidorser 10 rupsbanden kan bevatten, bv. volledige of halve
BE2017/5000
52762 rupsbanden. Het maaibord 18 is op de voorkant van de maaidorser 10 aangebracht en bevat een snijbalk 34 voor het afsnijden van gewassen van een veld tijdens het vooruit bewegen van maaidorser 10. Een draaibare haspel 36 voert gewas toe aan de maaibord 18, en een dubbele vijzel 38 voert gehakseld gewas lateraal naar binnen toe aan elke kant van het toevoerhuis 20. Het toevoerhuis 20 transporteert het afgesneden gewas naar het dors- en scheidingssysteem 24, en is selectief verticaal beweegbaar met behulp van geschikte actuators, bv. hydraulische cilinders (niet weergegeven).
Het dors- en scheidingssysteem 24 is van het type met axiale stroming, en bevat over het algemeen een rotor 40 die minstens gedeeltelijk omsloten wordt door en draaibaar is binnen een overeenkomstig geperforeerde dorskorf 42. De afgesneden gewassen worden gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor 40 binnen in de dorskorf 42 en grotere elementen, zoals stengels, bladeren en dergelijke, worden vanaf de achterkant van de maaidorser 10 ontladen. Kleinere elementen van het oogstmateriaal, met inbegrip van graan en niet-graan, inclusief deeltjes die lichter zijn dan graan, zoals kaf, stof en stro, worden via de perforaties van de dorskorf 42 ontladen.
Graan dat gescheiden werd door het dors- en scheidingsgeheel 24 valt op een graanschaal 44 en wordt naar het reinigingssysteem 26 getransporteerd. Het reinigingssysteem 26 kan een facultatieve voorreinigingszeef 46, een bovenste zeef 48 (ook bekend als kortstrozeef), een onderste zeef 50 (ook reinigingszeef genoemd) en een reinigingsventilator 52 bevatten. Graan op de zeven 46, 48 en 50 wordt onderworpen aan een reinigingsactie door de ventilator 52, die een luchtstroom door de zeven opwekt om niet-graan, restanten kaf om onzuiverheden, zoals stof, uit het graan te verwijderen door dit oogstmateriaal in de lucht te doen zweven om het via de strokap 54 uit de maaidorser 10 te ontladen. De graanschaal 44 en de voorreinigingszeef 46 bewegen heen en weer in de lengterichting van de machine om het graan en fijner niet-graan naar het bovenvlak van de bovenste zeef 48 te transporteren. De bovenste zeef 48 en de onderste zeef 50 zijn ten opzichte van elkaar verticaal aangebracht en bewegen ook heen en weer in de lengterichting van de machine om het graan over zeven 48, 50 te verspreiden waarbij gereinigd graan onder invloed van de zwaartekracht door de openingen van de zeven 48, 50 kan vallen.
Gereinigd graan valt op een schoongraanvijzel 56 die overdwars onder en vôôr de onderste zeef 50 is geplaatst. De graanvijzel 56 ontvangt schoon graan vanaf elke zeef 48, 50 en van de bodemschaal 58 van het graanreinigingssysteem 26. De schoongraan vijzel 56 transporteert het schone graan lateraal naar een over het algemeen
B E2017/5000
52762 verticaal aangebrachte graanelevator 60 om het aan de graantank 28 toe te voeren. De dwarse vijzels 68 op de bodem van graantank 28 transporteren het schone graan in de graantank 28 naar de losvijzel 30 om het uit de maaidorser 10 te ontladen. Een in de achterkant van de oogstmachine 10 ge'integreerd restantenbehandelingssysteem 70 ontvangt in de lucht zwevend niet-graan, restanten en kaf van het dors- en scheidingssysteem 24 en van het reinigingssysteem 26. Ondertussen vallen niet-gedorste aren uit het graanreinigingssysteem 26 in een trog van een vijzel voor niet-gedorste aren 62. De niet-gedorste aren worden getransporteerd via de vijzeltrog voor niet-gedorste aren 64 op een retourvijzel 66, die de niet-gedorste aren van het graanreinigingssysteem 26 terugvoert voor een herhaalde reinigingsactie.
Terugkerend nu naar Figuur 2, wordt een deelaanzicht weergegeven van de schoongraanvijzel 56, de vijzeltrog voor niet-gedorste aren 64, en de retourvijzel 66 van het reinigingssysteem 26. Aan het eind van de vijzeltrog voor niet-gedorste aren 64 waar niet-gedorste aren toegevoerd worden aan de retourvijzel 66 voor verder transport naar het stroomopwaartse uiteinde van het reinigingssysteem 26, is een restantenbehandelingssysteem 80 volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding aangebracht. De nadorser 80 dient om de niet-gedorste aren tijdens hun weg terug naar het stroomopwaartse uiteinde van het reinigingssysteem 26 verder te dorsen, en is uitgerust met raspen 94 op een draaiende trommel 82 die binnen in een cilindrisch huis 84 draait. Het cilindrische huis 84 bevat een bodem 86, die al dan niet uitgerust kan zijn met uitsteeksels 96 om de dorsactie van de nadorser 80 verder te versterken. Een sensor of graancamera 90a kan bevestigd zijn aan de uitgang van de graanelevator 60, zoals weergegeven in Figuur 1, om de doeltreffendheid van het nadorsen van de niet-gedorste aren te bepalen. Als alternatief kan de sensor of graancamera 90b aan het cilindrische huis 84 van de nadorser 80 bevestigd zijn, zoals weergegeven in Figuren 1 en 2. De sensor of graancamera 90a of 90b kan een digitale camera zijn die digitale beeiden produceert. Als alternatief kan de sensor of graancamera 90a of 90b een ander type sensor zijn met beeldvormingsmogelijkheden, zoals via ultrasone, thermische of infrarode beeldvorming, of radarbeeldvorming, als niet-beperkende voorbeelden. De informatie verschaft door de sensor of graancamera 90a of 90b wordt gebruikt voor het instellen van de agressiviteit van de nadorser 80 om het nadorsen van de niet-gedorste aren te optimaliseren zoals zal worden aangetoond.
Terugkerend nu naar Figuur 3, wordt een deelaanzicht van de bouw van de nadorser 80 getoond. Ook nu zijn raspen 94 aan de draaiende trommel 82 binnen het
BE2017/5000
52762 cilindrische huis 84 bevestigd en staan in wisselwerking met de uitsteeksels 96 die op de bodem 86 van het huis zijn aangebracht voor het nadorsen van de niet-gedorste aren op hun weg terug stroomopwaarts van het reinigingssysteem 26 (niet getoond), zoals in Figuur 2. Zoals te zien is in Figuur 3, passeren de raspen 94 binnen een radiale speling of dorsspeling t.o.v. de bodem 86 van het huis wanneer de draaiende trommel 82 draait. Verschillende gewassen en verschillende oogstomstandigheden vergen verschillende maten van agressiviteit van nadorser 80 om de niet-gedorste aren die door het reinigingssysteem 26 gepasseerd zijn effectief na te dorsen. Meer bepaald, als er te veel peulen, aren of halmen van niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren, is het daama noodzakelijk om de radiale speling of dorsspeling 88 te verkleinen om de agressiviteit van de nadorser 80 te vergroten. Anderzijds is het daarna noodzakelijk, als er te veel graan of te veel korrels gebroken worden in de nadorser, om de radiale speling of dorsspeling 88 te vergroten om de agressiviteit van de nadorser 80 te verkleinen.
Vroeger was het bepalen en optimaliseren van de doeltreffendheid van de nadorser vaak een omslachtig procès van gissen en missen, bestaande uit het inspecteren van de uitvoer van de nadorser of van het graan in de graantank van de maaidorser, en het manueel aanpassen van de radiale of dorsspeling van de nadorser. Om dit te verhelpen, is de bodem 86 van het huis van de nadorser 80 volgens de uitvoeringsvorm van deze uitvinding weergegeven in Figuur 3, uitgerust met een opstelling 108 in de vorm van verstelmechanismen 98a en 98b om de agressiviteit van de nadorser 80 automatisch aan te passen. De verstelmechanismen 98a en 98b hebben als functie de radiale speling of dorsspeling 88 te vergroten of te verkleinen door de bodem 86 van het huis omhoog of omlaag te bewegen zoals verder in detail zal worden aangetoond. Elk van de verstelmechanismen 98a en 98b bevat respectievelijk een nok 104a en 104b, zodat de bodem 86 van het huis hoger komt te liggen in het voorbeeld dat weergegeven is in Figuur 3 wanneer het rechtse verstelmechanisme 98b rechtsom wordt gedraaid en het linkse verstelmechanisme 98a linksom wordt gedraaid. De bodem 86 van het huis wordt omlaag bewogen in het voorbeeld dat weergegeven is in Figuur 3 wanneer het rechtse verstelmechanisme 98b linksom wordt gedraaid en het linkse verstelmechanisme 98a rechtsom wordt gedraaid.
Hoewel de nokken 104a en 104b van de verstelmechanismen 98a en 98b die weergegeven zijn in de uitvoeringsvorm van deze uitvinding die weergegeven is in Figuur 3 aangebracht zijn zoals getoond, kan men bedenken dat de nokken 104a en 104b zo aangebracht kunnen worden dat ze in de tegenovergestelde richting werken, zodat de
BE2017/5000
52762 bodem 86 van het huis hoger komt te liggen wanneer het rechtse verstelmechanisme 98b linksom wordt gedraaid en het linkse verstelmechanisme 98a rechtsom wordt gedraaid, en neergelaten wanneer het rechtse verstelmechanisme 98b rechtsom wordt gedraaid en het linkse verstelmechanisme 98a linksom wordt gedraaid. Verder zijn de verstelmechanismen 98a en 98b weergegeven als werkend via nokken 104a en 104b in de uitvoeringsvorm van deze uitvinding die weergegeven is in Figuur 3, aangezien overwogen wordt dat het binnen de reikwijdte van deze uitvinding valt dat de verstelmechanismen 98a en 98b uitgevoerd kunnen worden als een ander type van een bewegingoverbrengend mechanisme, zoals een stangenstelsel, een tandheugelaandrijving, een schroefaandrijving of een kabel en een riemschijf.
Terugkerend nu naar Figuur 4, is een ander aanzicht van een nadorser 80 volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding weergegeven. De draaiende trommel 82 is gedeeltelijk zichtbaar binnen het cilindrische huis 84, terwijl een sensor of graancamera 90b weergegeven wordt die bevestigd is aan de buitenkant van het cilindrische huis 84. Het linkse verstelmechanisme 98a is gedeeltelijk zichtbaar onder de nadorser 80 en is uitgerust met een actuator 92a die verbonden is met een hefboomarm 100a die werkt om het linkse verstelmechanisme 98a te doen draaien, door de bodem 86 van het huis (niet zichtbaar in Figuur 4) omhoog of omlaag te bewegen. De actuator 92a is aan zijn andere einde verbonden met een vast montagepunt, zoals het chassis 12 van de maaidorser 10. Het rechtse verstelmechanisme 98b (niet zichtbaar) is op vergelijke wijze uitgerust met een actuator 92b die verbonden is met een hefboomarm 100b die op zijn beurt als functie heeft het rechtse verstelmechanisme 98b te doen draaien. Een of meer indicatoren 102 kunnen verbonden zijn met één of elk verstelmechanisme 98a en 98b om visuele feedback te geven over de huidige grootte van de radiale speling of dorsspeling 88 aan een operator die een visuele inspectie uitvoert. Als altematief kan feedback gegeven worden aan de operator in de operatorcabine 22 van de maaidorser 10 via een manometer of een ander optisch of akoestisch toestel (niet weergegeven), of door middel van een elektronisch rendementscontroletoestel (niet weergegeven).
De aan de uitlaat van de graanelevator 60 bevestigde sensor of graancamera 90a wijst naar het graan dat naar de graantank 28 beweegt. Als altematief zoals weergegeven in Figuur 4, wijst de aan de buitenkant van het cilindrische huis 84 bevestigde sensor of graancamera 90b naar het cilindrische huis 84 waar de niet-gedorste aren door de draaiende trommel 82, raspen 94 en (wanneer aangebracht) uitsteeksels 96 worden nagedorst.
BE2017/5000
52762
De sensor of graancamera 90b is verbonden met een controller of een regelsysteem 106 (hierna controller genoemd) via een signaalleiding 91b. De sensor of graancamera 90b en de controller 106 werken samen om te bepalen of te veel peulen, aren of halmen met niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren of dat er te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden. De controller 106 is verbonden met een regelklep 105 via een signaalleiding 105. De regelklep 105 is binnen de hydraulische kring 110 van de maaidorser 10 aangebracht om de actuator 92a te bedienen. De regelklep 105 heeft als functie hydraulische vloeistof selectief toe te voeren vanuit de hydraulische kring 110 aan de actuator 92a via een hydraulische voedingsleiding 93a of om selectief te voorkomen dat hydraulische vloeistof uit de hydraulische kring 110 aan de actuator 92a via de hydraulische voedingsleiding 93a wordt toegevoerd.
In één bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm kan de sensor of graancamera 90b een digitale camera zijn die beeld(en) opneemt van de binnenkant van de nadorser 80 en zulke opgenomen beeld(en) als beeldgegevens codeert. In een andere bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm kan de sensor of graancamera 90b een ander type sensor zijn met beeldvormingsmogelijkheden, zoals via ultrasone, thermische of infrarode beeldvorming, of radarbeeldvorming, als niet-beperkende voorbeelden. In zulke uitvoeringsvorm genereert de sensor of graancamera 90b ook de passende beeldgegevens.
In één bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm brengt de sensor of graancamera 90b de beeldgegevens over naar de controller 106 via de signaalleiding 91b. De controller 106 ontvangt de beeldgegevens en verwerkt ze om te bepalen of er te veel peulen, aren of halmen van niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren of dat er te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden. Als de controller 106 besluit dat te veel peulen, aren of halmen van niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren, bepaalt de controller 106 dat het noodzakelijk is om de radiale speling of dorsspeling 88 te verminderen om de agressiviteit van de nadorser 80 te vergroten. Anderzijds als de controller 106 besluit dat te veel graan of te veel korrels in de nadorser gebroken worden, besluit de controller 106 dat het noodzakelijk is om de radiale speling of dorsspeling 88 te vergroten om de agressiviteit van de nadorser 80 te verkleinen. De controller 106 bepaalt daama de mate waarin de bodem 86 van het huis zou moeten versteld worden en geeft een signaal door via de signaalleiding 107 naar de regelklep 105 om deze te openen (om de dorsspeling 88 te verkleinen) of te sluiten (om de dorsspeling
B E2017/5000
52762 te vergroten).
In een andere bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm, stuurt de sensor of graancamera 90b de beeldgegevens niet naar de controller 106 via de signaalleiding 91b maar bepaalt de sensor of graancamera 90b zelf, op basis van de beeldgegevens, of er te veel peulen, aren of halmen niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren ofwel dat er te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden. Als de sensor of graancamera 90b besluit dat te veel peulen, aren of halmen van niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren, stuurt de sensor of graancamera 90b een signaal naar controller 106 die deze toestand meldt. De controller 106 ontvangt dit signaal, dat aangeeft dat het nodig is om de radiale speling of dorsspeling 88 te verkleinen om de agressiviteit van nadorser 80 te vergroten. Anderzijds als de sensor of graancamera 90b besluit dat te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden, stuurt de sensor of graancamera 90b een signaal naar controller 106 die deze toestand meldt. De controller 106 ontvangt dit signaal, dat aangeeft dat het noodzakelijk is om de radiale speling of dorsspeling 88 te vergroten om de agressiviteit van de nadorser 80 te verkleinen. In elk geval bepaalt de controller 106 daarna mate waarin de bodem 86 van het huis versteld zou moeten worden en stuurt een signaal door de signaalleiding 107 naar de regelklep 105 om deze te openen (om de dorsspeling 88 te verkleinen) of te sluiten (om de dorsspeling 88 te vergroten).
In het geval waarbij ofwel de sensor of de graancamera 90b of de controller 106 besluit dat te veel graan of te veel korrels gebroken werden in de nadorser 80, doet het regelsysteem of de controller 106, die functioneel verbonden is met de linkse actuator 92a, via de signaalleiding 107, de regelklep 105 en de hydraulische ingangsleiding 93a, de linkse actuator 92a intrekken, waardoor het linkse verstelmechanisme 98a linksom draait door middel van de hefboomarm 100a. Het linkse uiteinde van de bodem 86 van het huis wordt daarbij omhoog bewogen via de nok 104a van het linkse verstelmechanisme 98a. Evenzo zorgt het regelsysteem dat of de controller 106, die functioneel verbonden is met de rechteractuator 92b, via een andere signaalleiding vergelijkbaar met de signaalleiding 107, een regelklep vergelijkbaar met de regelklep 105, en een hydraulische ingangsleiding vergelijkbaar met de hydraulische ingangsleiding 93a, ervoor dat de rechteractuator 92b (niet zichtbaar) intrekt, waardoor het rechtse verstelmechanisme 98b (niet zichtbaar) rechtsom draait door middel van de hefboomarm 100b (niet zichtbaar). Het rechteruiteinde van de bodem 86 van het huis wordt daarbij omhoog bewogen door middel van de nok 104b van het rechtse
BE2017/5000
52762 verstelmechanisme 98b. Volgens deze instelling werkt het regelsysteem of de controller 106 opnieuw samen met de sensor of graancamera 90a of 90b om te bepalen of te veel peulen, aren of er nog altijd halmen van niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren, of dat er te veel graan of te veel korrels nu in de nadorser 80 gebroken worden, en zorgt zo nodig voor een verdere verstelling van de radiale speling of dorsspeling 88, in gesloten lus of onvertraagd (in real time).
In het geval waarbij ofwel de sensor of de graancamera 90b of de controller 106 besluit dat te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden, is het daarna noodzakelijk om de radiale speling of dorsspeling 88 te vergroten om de agressiviteit van de nadorser 80 te verminderen. In dit geval doet het regelsysteem of de controller 106 de linkse actuator 92a uitschuiven, waardoor het linkse verstelmechanisme 98a rechtsom draait door middel van de hefboomarm 100a, en het linkse uiteinde van de bodem 86 van het huis wordt daardoor omlaag bewogen via de nok 104a van het linkse verstelmechanisme 98a. Evenzo zorgt het regelsysteem of de controller 106 ervoor dat de rechtse actuator 92b (niet zichtbaar) uitschuift, waardoor het rechtse verstelmechanisme 98b (niet zichtbaar) linksom draait door middel van de hefboomarm 100b (niet zichtbaar), en het rechteruiteinde van de bodem 86 van het huis daarbij omlaag bewogen wordt door middel van de nok 104b van het rechtse verstelmechanisme 98b. Maar ook nu werkt het regelsysteem of de controller 106 volgens deze instelling eens te meer mee met de sensor of graancamera 90a of 90b om te bepalen of er nog altijd te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden, of als te veel peulen, aren of halmen van niet-gedorst graan nu door de nadorser 80 passeren, en zorgt zo nodig voor een verdere verstelling van de radiale speling of dorsspeling 88, in gesloten lus of onvertraagd (in real time).
Hoewel het voornoemde beschreven is met betrekking tot de sensor of graancamera 90b, is de sensor of graancamera 90a ook verbonden met de controller 106 via een signaalleiding 91a (niet geïllustreerd). De sensor of graancamera 90a werkt samen met de controller 106 op een wijze die vergelijkbaar is met de wijze waarop de sensor of graancamera 90b met de controller 106 samenwerkt. Dus kan de sensor of de graancamera 90a ofwel beeldgegevens doorsturen naar de controller 106 om te bepalen of er nog altijd te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden, of dat er nu te veel peulen, aren of halmen van niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren. Als alternatief kan de sensor of graancamera 90a zulke vaststelling doen en een signaal met vaststelling doorsturen naar de controller 106 zodat de controller 106 de actuators
BE2017/5000
52762
92a en 92b dienovereenkomstig kan bedienen.
Met verwijzing nu naar Figuur 9, wordt een werkwijze 900 geïllustreerd voor het regelen van de nadorser van Figuur 4, in overeenstemming met een uitvoeringsvorm van deze uitvinding. De werkwijze 900 begint met een Stap 910 voor het instellen van een standaardspeling 88 door het uitschuiven of intrekken van de actuators 92a, 92b. In een als voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm wordt de speling 88 ingesteld via een manuele selectie door een operator van de maaidorser 10, zoals door in een interface in de cabine 22 van de maaidorser 10 een standaardspeling 88 van de nadorser 80 in te voeren of te kiezen voor een gewas dat geoogst moet worden. Zulke selectie wordt doorgestuurd naar de controller 106, die ze ontvangt in Stap 910 en op basis van de ingevoerde of gekozen standaardspeling 88, beveelt de controller 106 de actuators 92a, 92b uit te schuiven of in te trekken om de speling 88 te verkrijgen die standaard is voor het gewas. In een als voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm, ontvangt de controller 106 in Stap 910 van de gebruiker ook een indicatie van een gewenst niveau van gebroken graankorrels en/of niet-gedorst graan. Zulk niveau kan laag, gemiddeld, of hoog zijn.
De werkwijze 900 gaat verder met Stap 920, waarin de graancamera 90a, 90b beeld(en) neemt van de binnenkant van de nadorser 80 en die opgenomen beeld(en) als beeldgegevens codeert. In Stap 930 verwerkt ofwel de graancamera 90a, 90b ofwel de processor 106 de beeldgegevens, afhankelijk van welke uitvoeringsvorm werd toegepast. Op basis van de verwerkte beeldgegevens berekent in Stap 940 ofwel de graancamera 90a, 90b of de processor 106 de inhoud aan gebroken graankorrels en niet-gedorst graan op basis van de beeldgegevens. In een als voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm berekent ofwel de graancamera 90a, 90b of de processor 106 de inhoud aan gebroken graankorrels en niet-gedorst graan als laag, gemiddeld, of hoog.
In Stap 940 vergelijkt de graancamera 90a, 90b of de processor 106 deze aantallen, bv., laag gemiddeld en hoog, met de gewenste niveaus, bv., laag gemiddeld, of hoog, die ingevoerd werden door de gebruiker in de Stap 910 om te bepalen of er nog altijd te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken worden, of dat er nu te veel peulen, aren of halmen niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren. Op basis van de vaststelling gedaan in Stap 940, beveelt de processor 106 de actuators 92a, 92b om uit te schuiven of in te trekken om een gewenste speling 88 te verkrijgen om de berekende inhoud aan gebroken graankorrels en niet-gedorste aren naar het gewenste niveau te brengen dat door de gebruiker in de Stap 910 werd ingevoerd. De werkwijze 900 keert daarna terug naar de Stap 920 om het voornoemde procès te herhalen. Figuur
BE2017/5000
52762 illustreert een bij wijze van voorbeeld gegeven tabel met de beslissingsregels voor het regelen van de speling 88 op basis van berekende inhoud aan gebroken graankorrels en niet-gedorst graan en de gewenste inhoud aan gebroken graankorrels en niet-gedorst graan.
Het is wel te verstaan dat de werking van het hierin beschreven regelsysteem of de controller 106 verkregen wordt door het regelsysteem of de controller 106 na het laden en uitvoeren van softwarecode of instructies die tastbaar opgeslagen zijn op een tastbaar, door een computer leesbaar medium 109, zoals een magnetisch medium, bv. een harde computerschijf, een optisch medium, bv. een optische schijf, een halfgeleidergeheugen, bv. een flashgeheugen of andere opslagmedia die bekend zijn volgens de stand van de techniek. Dus zijn elke functie die uitgevoerd wordt door het hierin beschreven regelsysteem of de controller 106, zoals de verwerking van de beeldgegevens die ontvangen worden van de sensor of graancamera's 90a, 90b, het genereren van het regelsignaal en het doorsturen ervan via de signaalleiding 107, en de stappen van de werkwijze 900, ingevoerd in softwarecode of instructies die tastbaar opgeslagen zijn op het door de computer leesbare tastbare medium 109. Na het laden en uitvoeren van zulke softwarecode of instructies door het regelsysteem of de controller 106, kan het regelsysteem of de controller 106 elke functie van het regelsysteem of de controller 106 en de hierin beschreven werkwijze 900 uitvoeren.
In de bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm waarin de sensor of graancamera 90a, 90b op basis van de beeldgegevens bepaalt of te veel graan of te veel korrels in de nadorser 80 gebroken werden, of dat er te veel peulen, aren of halmen van niet-gedorst graan door de nadorser 80 passeren, kan de sensor of graancamera 90a, 90b ook een respectief concreet op het opgeslagen interne tastbare leesbare computermedium 93a, 93b bevatten (niet geïllustreerd). In zulke uitvoeringsvorm wordt de functie van de hierin beschreven sensor of graancamera 90a, 90b uitgevoerd door de sensor of graancamera 90a, 90b na het laden en uitvoeren van softwarecode of instructies die tastbaar opgeslagen zijn op het tastbare leesbare computermedium 93a, 93b, zoals op een magnetisch medium, bv. een harde computerschijf, een optisch medium, bv. een optische schijf, een halfgeleidergeheugen, bv. een flashgeheugen of andere opslagmedia die bekend zijn volgens de stand van de techniek. Dus zijn alle functies die uitgevoerd worden door de hierin beschreven sensor of graancamera 90a, 90b, zoals de verwerking van de beeldgegevens en de transmissie van de indicatie van of er te veel graan of te veel korrels gebroken werden in de nadorser 80, of dat er nu te veel peulen, aren of halmen
BE2017/5000
52762 niet-gedorst graan door de nadorser 80 via de signaalleiding 91a, 91b naar de controller 106 passeren, en de stappen van de werkwijze 900, ingevoerd in softwarecode of instructies die tastbaar opgeslagen zijn op het tastbare leesbare computermedium 93a, 93b. Na het laden en uitvoeren van zulke softwarecode of instructies door de sensor of graancamera 90a, 90b, kan de sensor of graancamera 90a, 90b elke functie van de hierin beschreven sensor of graancamera 90a, 90b zoals hier beschreven, uitvoeren.
Opnieuw met verwijzing naar de Figuren 5 en 6 worden verdere details gegeven van de opstelling 108 om de agressiviteit van de nadorser 80 automatisch aan te passen in de vorm van verstelmechanismen 98a en 98b die verbonden zijn met de bodem 86 van het cilindrische huis 84 van de nadorser 80 volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding. Zoals in de vorige Figuren zijn raspen 94 aan de draaiende trommel 82 bevestigd en werken samen met de uitsteeksels 96 die op de bodem 86 van het huis aangebracht zijn om niet-gedorste aren op hun weg terug naar het stroomopwaartse uiteinde van het reinigingssysteem 26 (niet weergegeven) na te dorsen. Maar ook nu passeren de raspen 94 binnen een radiale speling of dorsspeling 88 t.o.v. de bodem 86 van het huis wanneer de draaiende trommel 82 terugkeert, waarbij de radiale speling of dorsspeling 88 opnieuw versteld kan worden door de actuators 92a en 92b die de verstelmechanismen 98a en 98b d.m.v. de hefboomarmen 100 draaien. De verstelmechanismen 98a en 98b werken opnieuw om de bodem 86 van het huis omhoog of omlaag te bewegen door de bodem te draaien door middel van de nokken 104a en 104b of een ander bewegingoverbrengend mechanisme, en daarbij de radiale speling of dorsspeling 88 aan te passen.
Zoals te zien is in Figuur 5, wijst, als de sensor of graancamera 90b bevestigd is aan het cilindrische huis 84 van de nadorser 80, de sensor of graancamera 90b naar de binnenkant van het cilindrische huis 84 van de nadorser 80 om de doeltreffendheid van het nadorsen van de niet-gedorste aren te bepalen. Als de aan de uitlaat van de graanelevator 60 bevestigde sensor of graancamera 90a wordt gebruikt, wijst deze op vergelijke wijze naar de binnenkant van de uitlaat van de graanelevator 60, om de doeltreffendheid te bepalen van het nadorsen van de niet-gedorste aren door de nadorser 80. Deze informatie wordt gebruikt om de agressiviteit van de nadorser 80 in te stellen om het nadorsen van de niet-gedorste aren te optimaliseren, zoals eerder beschreven. Maar ook nu kan een indicator of indicatoren 102 verbonden worden met één of elk verstelmechanisme 98 om visuele feedback te geven over de huidige grootte van de radiale speling of dorsspeling 88 aan een operator die een visuele inspectie uitvoert. Als
BE2017/5000
52762 alternatief kan feedback gegeven worden aan de operator in de operatorcabine 22 van de maaidorser 10 via een manometer of een ander optisch of akoestisch toestel (niet weergegeven), of door middel van een elektronisch rendementscontroletoestel (niet weergegeven).
Terugkerend nu naar Figuur 7, wordt een uitvoeringsvorm getoond van de sensor of graancamera 90a of 90b. De sensor of graancamera 90a of 90b is in Staat en werkt om een beeid te maken van graan dat door de nadorser 80 nagedorst werd. Onafhankelijk of in samenwerking met het regelsysteem of controller 106 (niet weergegeven), werkt de sensor of graancamera 90a of 90b om in het graanmonster 200 niet-gedorste graanpeulen, aren en halmen te identificeren, en om het graanmonster 200 gebroken graankorrels 204, zoals getoond in Figuren 8A, 8B en 8C te identificeren. De controller of het regelsysteem 106 maakt gebruik van deze informatie om de radiale speling of dorsspeling 88 te vergroten of te verkleinen, om de agressiviteit van de nadorser 80 in gesloten luswijze en in real time respectievelijk zoals hierboven beschreven te vergroten of te verkleinen.
Hier wordt opgemerkt dat, ter wille van de eenvoud van de voorstelling, de sensor of graancamera 90a of 90b tot nu toe werden weergegeven en beschreven als respectievelijk gelegen op de uitgang van de graanelevator 60 of op het cilindrische huis 84 van de nadorser 80. Het wordt echter beschouwd als de binnen de reikwijdte van de uitvinding vallend dat de sensor of graancamera 90a of 90b om het even waar gelegen kan zijn binnen het reinigingssysteem 26, de graanelevator, graantank of zelfs op het transportsysteem 30, op voorwaarde dat ten minste een gedeelte van het graanmonster 200 op die plaats voordien als niet-gedorste aren door de nadorser 80 gepasseerd is. Andere zulke plaatsen waar een sensor of graancamera 90a of 90b volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding gelegen kan zijn, omvatten de voorkant of achterkant van de nadorser 80, bevestigd aan de retourvijzel, bevestigd op de bodemschaal 58 van het reinigingssysteem 26, of bevestigd aan de schoongraanvijzel 56, als niet-beperkende voorbeelden.
Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan deze uitvinding verder gewijzigd worden binnen de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvraag is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te dekken door gebruik te maken van de algemene principes ervan. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen
BE2017/5000
52762 21 de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.
BE2017/5000
52762

Claims (12)

  1. CONCLUSIES:
    1. Nadorser (80) voor gebruik in een oogstmachine voor landbouwtoepassingen (10) met een dors- en scheidingssysteem (24), een graanreinigingssysteem (26), een vijzeltrog (64) voor niet-gedorste aren en een retourvijzel (66), een schoongraanvijzel (56), een graanelevator (60) met een uitlaat en een graantank (28), waarbij nadorser (80):
    een huis (84) bevat met een draaiend dorstoestel (82) voor het nadorsen van nietgedorste aren, waarbij het dorstoestel (82) geconfigureerd is om de niet-gedorste aren uit de vijzeltrog voor niet-gedorste aren (64) te ontvangen en om de nagedorste niet-gedorste aren aan de retourvijzel (66) toe te voeren;
    gekenmerkt doordat:
    de nadorser (80) verder uitgerust is met een systeem om de agressiviteit van de nadorser (80) automatisch aan te passen, dat minstens één beeldvormingstoestel (90) bevat dat gericht is om een afbeelding van een graanmonster (200) te maken, waarbij minstens een gedeelte van het graanmonster (200) ten minste een keer door de nadorser (80) gepasseerd is;
    het systeem verder uitgerust is met een controller (106) die verbonden is met het beeldvormingstoestel (90);
    de nadorser (80) uitgerust is met een opstelling (108) om de agressiviteit van de nadorser (80) automatisch aan te passen, waarbij de opstelling (108) verbonden is met en geregeld wordt door de controller (106); en de controller (106) geconfigureerd is om de agressiviteit van de nadorser (80) met behulp van de opstelling (108) automatisch aan te passen op basis van informatie verschaft door het minstens één beeldvormingstoestel (90).
  2. 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de opstelling (108) om de agressiviteit van de nadorser (80) automatisch aan te passen geconfigureerd is om een radiale speling of dorsspeling (88) tussen het draaiende dorstoestel (82) en een sectie (86) van het huis (84) aan te passen.
  3. 3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij de controller (106) geconfigureerd is om de opstelling (108) te regelen om de radiale speling of dorsspeling (88) te verkleinen om de agressiviteit van de nadorser (80) te vergroten wanneer de informatie verschaft door het minstens één beeldvormingstoestel (90) aangeeft dat er een overmaat aan elementen
    B E2017/5000
    52762 (202) niet-gedorst graan door de nadorser (80) passeert.
  4. 4. Systeem volgens conclusie 2, waarbij de controller (106) geconfigureerd is om de opstelling (108) te regelen om de radiale speling of dorsspeling (88) te vergroten om de agressiviteit van de nadorser (80) te verkleinen wanneer de informatie verschaft door het minstens één beeldvormingstoestel (90) aangeeft dat een overmaat aan gebroken graankorrels (204) door de nadorser (80) passeert.
  5. 5. Systeem volgens conclusies 2 tot 4, waarin:
    de opstelling (108) om de agressiviteit van de nadorser (80) automatisch aan te passen verder een beweegbare sectie (86) van de omtrek van het huis (84) bevat, waarbij de beweegbare sectie (86) geconfigureerd is om de radiale speling of dorsspeling (88) tussen het draaiende dorstoestel (82) en de beweegbare sectie (86) te vergroten of te verkleinen;
    waarbij de beweegbare sectie (86) verbonden is met minstens één verstelmechanisme (98); en het minstens één verstelmechanisme (98) verbonden is met en geregeld wordt door de controller (106).
  6. 6. Systeem volgens conclusie 5, waarin:
    het draaiende dorstoestel (82) verder een draaiende trommel (82) bevat waarop minstens één rasp (94) bevestigd is;
    en de beweegbare sectie (86) verder een bodem (86) van het huis (84) bevat, waarbij op de bodem (86) van het huis (84) minstens één uitsteeksel (96) bevestigd is; en de radiale speling of dorsspeling (88) verder een speling (88) bevat tussen een uiteinde van de minstens één rasp (94) dat het verst van de draaiende trommel (82) en de bodem (86) van het huis (84) gelegen is.
  7. 7. Regelsysteem volgens conclusie 5-6, waarbij het minstens één verstelmechanisme (98) verder minstens één nok (104), minstens één hefboomarm (100) en minstens één actuator (92) bevat.
  8. 8. Systeem volgens conclusies 1 tot 7, waarbij het minstens één beeldvormingstoestel (90) minstens één van de volgende toestellen is: een digitale
    BE2017/5000
    52Ί&2 camera, een ultrasoon beeldvormingstoestel, een thermisch of infrarood beeldvormingstoestel, en een radar beeldvormingstoestel.
  9. 9. Systeem volgens conclusies 1 tot 8, waarbij het minstens één
    5 beeldvormingstoestel (90) bevestigd is aan minstens één van de volgende elementen: de vijzeltrog voor niet-gedorste aren (64), de retourvijzel (66), de schoongraanvijzel (56), de graanelevator (60), de uitlaat van de graanelevator (60) en het huis (84) van de nadorser (80).
  10. 10 10. Systeem volgens conclusies 1 tot 8, dat verder minstens één toestel of indicator (102) bevat om feedback te geven aan een operator over de huidige instelling van de opstelling (108) om de agressiviteit van de nadorser (80) automatisch aan te passen.
  11. 11. Oogstmachine voor landbouwtoepassingen (10) die een chassis (12) bevat, een
  12. 15 dors- en scheidingssysteem (24) dat gedragen wordt door het chassis (12) om graan van niet-graan te scheiden, een reinigingssysteem (26) dat graan ontvangt van het dors- en scheidingssysteem (24) om het graan verder te reinigen en een nadorser (80) volgens eender welke van de conclusies 1 tot 10.
    BE2017/5000
    52762
    BE2017/5000
    52762
    BE2017/5000
    BE2017/5000
    BE2017/5000 S2762
    BE2017/5000
    52762 cs ο
    ο
    BE2017/5000
    52762
    BE2017/5000
    52762
    900
BE2017/5000A 2016-11-10 2017-01-03 Regeling in gesloten lus van de agressiviteit van een nadorser BE1024885B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5000A BE1024885B1 (nl) 2017-01-03 2017-01-03 Regeling in gesloten lus van de agressiviteit van een nadorser
PCT/US2017/061076 WO2018089774A1 (en) 2016-11-10 2017-11-10 Closed loop control of tailings processor aggressiveness
EP17811405.4A EP3537868B1 (en) 2016-11-10 2017-11-10 Closed loop control of tailings processor aggressiveness
US16/349,118 US11076533B2 (en) 2016-11-10 2017-11-10 Closed loop control of tailings processor aggressiveness
BR112019009492-0A BR112019009492B1 (pt) 2016-11-10 2017-11-10 Processador de resíduos para uso em uma segadora agrícola e segadora agrícola
US17/380,728 US20210345551A1 (en) 2016-11-10 2021-07-20 Closed loop control of tailings processor aggressiveness

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5000A BE1024885B1 (nl) 2017-01-03 2017-01-03 Regeling in gesloten lus van de agressiviteit van een nadorser

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024885A1 true BE1024885A1 (nl) 2018-08-02
BE1024885B1 BE1024885B1 (nl) 2018-08-09

Family

ID=57962953

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5000A BE1024885B1 (nl) 2016-11-10 2017-01-03 Regeling in gesloten lus van de agressiviteit van een nadorser

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1024885B1 (nl)
WO (1) WO2018089774A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20200296895A1 (en) * 2019-03-21 2020-09-24 Cnh Industrial America Llc Removable insert for a threshing rotor cage
DE102021110556A1 (de) 2021-04-26 2022-10-27 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Mähdrescher sowie Verfahren zum Betreiben eines Mähdreschers
EP4101285A1 (en) * 2021-06-09 2022-12-14 CNH Industrial Belgium N.V. Threshing control system

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3115142A (en) * 1961-05-10 1963-12-24 Massey Ferguson Ltd Auxiliary rethresher for a combine
US3247855A (en) * 1962-03-13 1966-04-26 Massey Ferguson Ltd Auxiliary rethresher for a combine
US3976084A (en) * 1975-04-23 1976-08-24 Massey-Ferguson Industries Limited Rethresher blower for a combine
US4348855A (en) 1980-09-22 1982-09-14 International Harvester Company Crop damage responsive control of rotor speed
US5421777A (en) * 1993-07-02 1995-06-06 New Holland North America, Inc. Tailings return system for combine harvester
US6053811A (en) * 1996-10-10 2000-04-25 Case Corporation Tailings monitor for an agricultural combine
DE19912372C1 (de) 1999-03-19 2000-11-09 Case Harvesting Sys Gmbh Vorrichtung zur Messung des Kornanteiles in einer Überkehr eines Mähdreschers
GB2385505A (en) 2002-02-22 2003-08-27 Ford New Holland Nv Tool and method for removal and installation of threshing concaves
DE10318280A1 (de) * 2003-04-22 2004-12-02 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Dresch-/Seperator-System
GB0717952D0 (en) * 2007-09-14 2007-10-24 Agco Do Brasil Com E Ind Stria Auger conveyors
US7762877B2 (en) * 2007-11-29 2010-07-27 Deere & Company Tailing re-thresher rasp bar and rotor housing
DE102013107169A1 (de) * 2013-07-08 2015-01-08 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Landwirtschaftliche Erntemaschine
BE1022889B1 (nl) * 2015-05-29 2016-10-07 Cnh Industrial Belgium Nv controller voor een oogstmachine

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024885B1 (nl) 2018-08-09
WO2018089774A1 (en) 2018-05-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10588261B2 (en) Residue handling system for an agricultural harvester
US4492237A (en) Rotary combine
BE1022423B1 (nl) Hakselaar en strooier voor een oogstmachine
US20210345551A1 (en) Closed loop control of tailings processor aggressiveness
EP3672391B1 (en) Adjustable fan based on grain throughput
US8821230B2 (en) Combine spreader arrangement having independently positionable spreader disks
EP3046409A1 (en) Combine side-shake cleaning control system
US10334781B2 (en) Side shake rate based on machine throughputs
BE1024885B1 (nl) Regeling in gesloten lus van de agressiviteit van een nadorser
US10080330B2 (en) Variable amount of side shake based on user inputs
BE1021147B1 (nl) Dekplaat voor een schoongraanvijzel in een reinigingssysteem van een oogstmachine
US20220361412A1 (en) Chopper arrangement for an agricultural harvester
BE1021870B1 (nl) Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine.
EP4388861A1 (en) Modular combine harvester
US11653599B2 (en) Remote infeed deck cleanout door for a header
EP4101285A1 (en) Threshing control system
WO2023212329A1 (en) Active crop divider for a harvesting header
US20240155975A1 (en) System and method for sensor-based monitoring of a harvesting operation
US20240049638A1 (en) Active deck plate opening
US20230072664A1 (en) Active loss monitor for a harvester
EP4205527A1 (en) System for detecting a condition indicative of plugging of an agricultural combine
CA1191032A (en) Unloading system
CN115380698A (zh) 用于农业收割机中的筛子的调节装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180809