BE1024709A1 - Inrichting voor het omplooien van bladen. - Google Patents

Inrichting voor het omplooien van bladen. Download PDF

Info

Publication number
BE1024709A1
BE1024709A1 BE20165758A BE201605758A BE1024709A1 BE 1024709 A1 BE1024709 A1 BE 1024709A1 BE 20165758 A BE20165758 A BE 20165758A BE 201605758 A BE201605758 A BE 201605758A BE 1024709 A1 BE1024709 A1 BE 1024709A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
strip
conveyor belts
slats
elements
pleat
Prior art date
Application number
BE20165758A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024709B1 (nl
Inventor
Maarten Luc C HENNISSEN
Guido Peleman
Original Assignee
Peleman Industries Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE20165758A priority Critical patent/BE1024709B1/nl
Application filed by Peleman Industries Nv filed Critical Peleman Industries Nv
Priority to RU2019113856A priority patent/RU2722463C1/ru
Priority to KR1020197009675A priority patent/KR102348208B1/ko
Priority to US16/332,685 priority patent/US11433636B2/en
Priority to PL17772488T priority patent/PL3523135T3/pl
Priority to EP17772488.7A priority patent/EP3523135B1/en
Priority to MA45734A priority patent/MA45734B1/fr
Priority to JP2019519208A priority patent/JP2019529291A/ja
Priority to ES17772488T priority patent/ES2800322T3/es
Priority to PCT/IB2017/055597 priority patent/WO2018069776A1/en
Publication of BE1024709A1 publication Critical patent/BE1024709A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024709B1 publication Critical patent/BE1024709B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42CBOOKBINDING
    • B42C5/00Preparing the edges or backs of leaves or signatures for binding
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31FMECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31F1/00Mechanical deformation without removing material, e.g. in combination with laminating
    • B31F1/0003Shaping by bending, folding, twisting, straightening, flattening or rim-rolling; Shaping by bending, folding or rim-rolling combined with joining; Apparatus therefor
    • B31F1/0006Bending or folding; Folding edges combined with joining; Reinforcing edges during the folding thereof
    • B31F1/0009Bending or folding; Folding edges combined with joining; Reinforcing edges during the folding thereof of plates, sheets or webs
    • B31F1/0019Bending or folding; Folding edges combined with joining; Reinforcing edges during the folding thereof of plates, sheets or webs the plates, sheets or webs moving continuously
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H45/00Folding thin material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H45/00Folding thin material
    • B65H45/12Folding articles or webs with application of pressure to define or form crease lines
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H45/00Folding thin material
    • B65H45/12Folding articles or webs with application of pressure to define or form crease lines
    • B65H45/22Longitudinal folders, i.e. for folding moving sheet material parallel to the direction of movement

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Folding Of Thin Sheet-Like Materials, Special Discharging Devices, And Others (AREA)
  • Delivering By Means Of Belts And Rollers (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Abstract

Inrichting voor het omplooien van bladen (5), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van twee transportriemen (2) die zicht tegen elkaar bevinden zodanig dat bladen (5) tussen de transportriemen (2) geklemd kunnen worden met uitzondering van een uitstekend deel (6) dat tussen de transportriemen (2) uitsteekt, waarbij de inrichting (1) voorzien is twee latten (7) die zich langsheen de transportriemen (2) uitstrekken en waartussen het uitstekend deel (6) kan schuiven zodat er een strook (8) tussen de latten (7) uitsteekt, waarbij de inrichting (1) tevens voorzien is van één of meer plooi-elementen (9,10) langsheen de transportriemen (2) die de voornoemede strook (8) kunnen omplooien over of rond een lat (7) ter vorming van een vouwlijn en waarbij de inrichting (1) zodanig is voorzien dat bladen (5) door aandrijving van de transportriemen (2) met hun strook (8) langsheen de plooi-elementen (9,10) en latten (7) worden geleid.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(71) Aanvrager(s) :
PELEMAN INDUSTRIES naamloze vennootschap
2870, PUURS
België (72) Uitvinder(s) :
HENNISSEN Maarten Luc C
2870 PUURS
België
PELEMAN Guido 8300 KNOKKE-HEIST België (54) Inrichting voor het omplooien van bladen.
(57) Inrichting voor het omplooien van bladen (5), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van twee transportriemen (2) die zieht tegen elkaar bevinden zodanig dat bladen (5) tussen de transportriemen (2) geklemd kunnen worden met uitzondering van een uitstekend deel (6) dat tussen de transportriemen (2) uitsteekt, waarbij de inrichting (1) voorzien is twee latten (7) die zieh langsheen de transportriemen (2) uitstrekken en waartussen het uitstekend deel (6) kan schuiven zodat er een strook (8) tussen de latten (7) uitsteekt, waarbij de inrichting (1) tevens voorzien is van één of meer plooielementen (9,10) langsheen de transportriemen (2) die de voornoemede strook (8) kunnen omplooien over of rond een lat (7) ter vorming van een vouwlijn en waarbij de inrichting (1) zodanig is voorzien dat bladen (5) door aandrijving van de transportriemen (2) met hun strook (8) langsheen de plooi-elementen (9,10) en latten (7) worden geleid.
Figure BE1024709A1_D0001
Figure BE1024709A1_D0002
B E2016/5758
Inrichting voor het omplooien van bladen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het omplooien van bladen.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het realiseren van bladen waarvan een strook van de bladen werd omgeplooid längs een lijn, welke bladen voor een boek of farde zijn waarvan de bladen vlak kunnen opengeplooid worden.
Bovendien kan eventueel de bedrukking naadloos over de twee opengeplooide bladen doorlopen. Dat laatste is vooral gewenst voor het samenstellen van fotoboeken, magazines en dergelijke met foto's en illustraties die over de volledige breedte van het opengeslagen boek doorlopen.
In de praktijk zal men de strook dubbel omplooien om dit doel, namelijk het vlak kunnen openplooien, te kunnen realiseren.
Met dubbel omplooien wordt hier bedoeld dat de strook eerst in de ene richting is omgeplooid en vervolgens in de andere richting.
De aldus gecreëerde vouwlijn zal· toelaten dat de bladen langsheen deze vouwlijn opengeplooid kunnen worden en dat, wanneer de bundel bladen is ingebonden in een rug, de bladen met hun scherpe vouwlijnen tegen elkaar aan liggen en vlak liggen zodat de gevouwen bladen mooi vlak liggen en gemakkelijk kunnen gelezen worden en bovendien een
B E2016/5758 bedrukking als het ware zo goed als naadloos over de opengeplooide bladen kan doorlopen.
In plaats van de bundel in te binden in een rug, kan de 5 bundel ook met behulp van PUR-lijm gebonden worden, in een snelhecht map aangebracht worden of op een andere manier gebonden worden.
Bovendien is er geen spieet tussen de opengeplooide bladen 10 wanneer de bundel wordt opengeplooid, zodat de lijm of het stiksel of de nietjes die gebruikt worden om de bundel in de rug in te binden niet zichtbaar zijn en dus ook niet störend zijn voor de bedrukking die van het ene blad naar het andere blad doorloopt.
Men kent reeds inrichtingen voor het dubbel omplooien van bladen, zoals beschreven in de internationale octrooiaanvraag WO 2014/072778, waarbij een blad papier geklemd wordt tussen twee platen met een uitstekende strook van bijvoorbeeld ongeveer 15 millimeter.
Met een V-vormig element wordt deze strook naar onderen en naar boven omgeplooid. Hierbij zal het papier statisch zijn ten opzichte van de inrichting, bijgevolg gaat er veel tijd verloren door het invoeren, positioneren en uitladen van de bladen papier.
De praktijk heeft uitgewezen dat het moeilijk is om het dubbel omplooien van de bladen te realiseren in minder dan drie seconden, wat wil zeggen ongeveer 1.200 bladen per uur.
B E2016/5758
Dergelijke beperkte aantallen vergen zeer veel machines om een aanvaardbare productiehoeveelheid te bekomen.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
De huidige uitvinding heeft een inrichting als voorwerp voor het omplooien van bladen, waarbij de inrichting voorzien is van twee transportriemen die zieh tegen elkaar bevinden zodanig dat bladen tussen de transportriemen geklemd kunnen worden met uitzondering van een uitstekend deel dat tussen de transportriemen uitsteekt, waarbij de inrichting voorzien is twee latten die zieh langsheen de transportriemen uitstrekken en waartussen het uitstekend deel kan schuiven zodat er een strook tussen de latten uitsteekt, waarbij de inrichting tevens voorzien is van één of meer plooi-elementen langsheen de transportriemen die de voornoemde strook kunnen omplooien over of rond een lat ter vorming van een vouwlijn en waarbij de inrichting zodanig is voorzien dat bladen door aandrijving van de transportriemen met hun strook langsheen de plooi-elementen en de latten worden geleid.
Met 'tegen elkaar' wordt hier bedoeld 'functioneel· tegen elkaar' of 'praktisch tegen elkaar'. Dit wil zeggen dat de transportriemen, doortrekriemen of transportbanden zodanig dicht nabij elkaar geplaatst zijn dat een blad, dat zieh tussen de transportriemen bevindt, vastgeklemd wordt en bij aandrijving van de transportriemen meegenomen wordt. Een vereiste hiervoor is dat er voldoende wrijving of
BE2016/5758 klemkracht is. Dergelijke vereiste is voor een vakman gemakkelijk te realiseren door trial-and-error (experimenteel aftasten door gissen-en-missen).
Een voordeel is dat door middel van de transportriemen de bladen aan een hoog tempo langsheen de plooi-elementen en aandrukelementen kunnen worden geleid.
Voor het omplooien van de strook van de bladen zijn geen opeenvolgende handelingen meer nodig zoals het blad na blad invoeren, positioneren en uitladen. De bladen kunnen opeenvolgend passeren längs de plooi-elementen en worden omgeplooid tijdens hun passage aan de plooi-elementen.
Dergelijke dynamische manier van werken zal de productiesnelheid aanzienlijk verhogen.
Een bijkomend voordeel is dat de latten door de wrijving met het blad dat er längs wordt geleid, een schurend effect zullen veroorzaken in de gevormde vouwlijn, zodat een goed gedefinieerde en sterke plooi gevormd wordt.
Bij voorkeur, doch niet noodzakelijk voor de uitvinding, is de inrichting tevens voorzien van één of meer aandrukelementen die geplaatst zijn na een plooi-element en die de omgeplooide strook kunnen aandrukken tegen het blad en de vouwlijn kunnen aandrukken, waarbij de voornoemde latten minstens gedeeltelijk onderbroken zijn ter plaatse van de aandrukelementen.
B E2016/5758
De aandrukelementen zullen de aldus gevormd plooi stevig aandrukken zodat een scherpe vouwlijn gevormd wordt. Dit heeft tot gevolg dat het in de meeste gevallen niet noodzakelijk is om de strook dubbel om te plooien.
Doch, indien dit toch noodzakelijk zou zijn, bijvoorbeeld bij een dikker of steviger papier, kan men dit gemakkelijk realiseren. Door een bijkomend vouw-element langsheen de transportriemen te plaatsen dat de strook in de andere richting zal omplooien en een eventuele tweede aandrukelement, zal men een inrichting bekomen voor het dubbel omplooien van bladen.
Bij voorkeur zijn de latten aan de zijde van de strook uitgelijnd ten opzichte van elkaar.
Hiermee wordt bedoeld dat ze perfect gelijk lopen zodat een plooi naar boven en een plooi naar onderen op perfect dezelfde plooilijn zullen gevormd worden.
Dit heeft als voordeel dat, indien de inrichting voorzien is van minstens één plooi-element dat de strook in één richting omplooit én minstens één plooi-element dat de strook in de andere richting omplooit, beide aldus gevormde plooien op exact dezelfde locatie of vouwlijn gevormd worden.
De plooi-elementen kunnen op veel verschillende manieren uitgevoerd worden. Bij voorkeur zijn het passieve elementen, dit wil zeggen dat er geen bewegende onderdelen zijn, maar dat er gebruik gemaakt wordt van de beweging van
B E2016/5758 het blad langsheen de plooi-elementen om het omplooien te realiseren.
In een praktische uitvoeringsvorm is minstens één plooielement een zogenaamde 1 voorplooier', welke voorplooier de voornoemde strook over een hoek van 90° of ongeveer 90° omplooit.
Met ongeveer 90° wordt hier bedoeld dat de hoek gelegen is tussen 45° en 100°, maar bij voorkeur tussen de 85° en 95° gelegen is.
Bij voorkeur is minstens één plooi-element een plooier, welke plooier de voornoemde strook over een hoek groter dan 110° omplooit, en liever nog over een hoek groter dan 125°.
Het is niet uitgesloten dat deze hoek 135° bedraagt, of dat deze hoek de 180° benadert.
Het gebruik van dergelijke voorplooier zal het blad conditioneren of voorberelden om de nadien eigenlijke scherpe vouw te kunnen creëren met de plooier. Door het creëren van de vouwlijn in twee stappen, zal een goed gedefinieerde vouwlijn bekomen worden en zal voorkomen kunnen worden dat de strook onbedoeld plooit of ombuigt op een ongewenste locatie tijdens het vouwproces. Dit zal vooral van belang zijn bij dikkere bladen.
Het is niet uitgesloten volgens de uitvinding dat de voorplooier en de plooier zijn samengevoegd tot één plooielement dat een gecombineerde voorplooier-plooier is.
B E2016/5758
Bij voorkeur is na een plooi-element een ontvouw-element is geplaatst, welk ontvouw-element de omgeplooide strook terug kan ontvouwen naar het vlak van het blad.
Dit heeft als voordeel dat de strook terug günstig geplaatst is om het blad te kunnen verpakken of voor het vouwen met een eventueel volgend plooi-element, dat de strook van het blad (mogelijk) in de andere richting zal omplooien,
Voigens een andere voorkeursdragende uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van een tweede paar latten, die uit de lijn van de voornoemde eerste twee latten gelegen zijn, en van één of meer bijhorende plooi-elementen die de strook over of rond het tweede paar latten kunnen plooien zodanig dat een tweede vouwlijn wordt gecreëerd op een afstand van de eerste vouwlijn.
De afstand tussen de eerste en de tweede vouwlijn kan enkele millimeters bedragen, bijvoorbeeld 1 tot 3 millimeters of 1 tot 5 millimeters. In de praktijk zal de afstand nooit meer dan 10 millimeters bedragen, maar dit is natuurlijk niet uitgesloten voigens de uitvinding.
Op deze manier kunnen bladen gevormd worden met twee vouwlijnen op een afstand van elkaar gelegen zijn. De twee vouwlijnen zijn bij voorkeur parallel, maar dit is natuurlijk niet noodzakelijk.
BE2016/5758
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeid zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting voor het dubbel omplooien van bladen volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
figuur 1 schematisch en in perspectief een inrichting voor het dubbel omplooien van bladen volgens de uitvinding weergeeft;
figuur 2 schematisch en in perspectief het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid; figuur 3 schematisch een bovenaanzicht weergeeft van de inrichting uit figuur 1 met een mogelijke volgorde van de opeenvolgende plooi-elementen;
figuren 4 tot 9 verschillende uitvoeringsvormen van plooi-elementen en een ontvouwelement weergeeft.
De in figuur 1 weergegeven inrichting 1 omvat hoofdzakelijk twee transportriemen 2 die zieh tegen elkaar bevinden.
Met transportriemen 2 worden hier ook doortrekriemen of transportbanden of dergelijke bedoeld.
De transportriemen 2 zijn van het zogenaamde 'oneindige'type, dit wil zeggen dat ze lusvormig zijn en als het ware rond twee omkeertrommels 3 of omkeerwielen zijn aangebracht.
De transportriemen 2 zijn, in dit geval en bij voorkeur, vervaardigd uit kunststof versterkt met staaldraad. Dit
B E2016/5758 heeft als voordeel dat er een sterke adhesie is met de bladen papier die tussen de transportriemen 2 geklemd zullen worden, zodat het blad tijdens het transport met deze transportriemen 2 zeer stabiel op zijn plaats blijft.
De inrichting 1 is tevens voorzien van een toevoer 4 om bladen 5 tussen de transportriemen 2 in te voeren. Deze bladen 5 kunnen papieren bladen 5 zijn, maar ook bladen 5 van (dun) karton, kunststof en dergelijke.
De bladen 5 kunnen al dan niet voorzien zijn van een bedrukking, bijvoorbeeld tekst, foto's, figuren en dergelijke meer.
Doordat de transportriemen 2 zieh tegen elkaar bevinden, kunnen bladen 5 tussen de transportriemen 2 geklemd worden met uitzondering van een uitstekend deel 6 dat tussen de transportriemen 2 uitsteekt.
In het detail van figuren 2 en 3 is dit weergegeven,
Het is niet uitgesloten dat de inrichting 1 voorzien is van meer dan twee transportriemen 2 die zieh twee per twee naast elkaar bevinden zodanig dat het blad 5 tussen twee of meer paren transportriemen 2 geklemd wordt.
De transportriemen 2 worden in dit geval synchroon aangedreven of bewogen, door bijvoorbeeld de omkeertrommels 3 aan te drijven.
BE2016/5758
In dit geval is de inrichting 1 voorzien van een aantal paren van latten Ί, die zieh per twee langsheen de transportriemen 2 uitstrekken, en waartussen het uitstekend deel 6 van het blad 5 kan schuiven zodat er een strook 8 tussen de latten Ί uitsteekt. In dit geval zijn er vijf paar latten 7.
Bij voorkeur zijn de twee latten 7 van elk paar latten 7 uitgelijnd ten opzichte van elkaar, dit wil zeggen dat längs de zijde 7a van de voornoemde strook 8 de latten 7 perfect gelijk lopen zodat wanneer de strook 8 rond de lat 7 geplooid wordt, een plooi naar boven en de plooi naar onderen perfect op dezelfde plooilijn zullen gevormd worden.
Verder liggen ook alle paren van latten 7 in lijn met elkaar, dit wil zeggen dat elke plooi die met elk vouwelement gerealiseerd zal worden, op exact dezelfde 1ocatie zal zijn.
De latten 7 zelf kunnen relatief massief of zwaar uitgevoerd worden, met een dikte van bijvoorbeeld 20 millimeter en 30 millimeter breed, waarbij de latten 7 aan de zijde 7a gericht naar de strook 8 dünner uitlopen.
Bij voorkeur zijn de latten 7 längs de zijde 7a gericht naar de strook 8 maximaal 1,5 millimeter en liever nog maximaal 1 millimeter dik. In dit geval zijn de latten 7 0,2 millimeter dik, doch het is niet uitgesloten dat de latten 7 längs de zijde 7a minder dan 0,2 millimeter dik zijn. Dit om te verzekeren dat een goed gedef inieerde
BE2016/5758 vouwlijn bekomen wordt. Het is niet noodzakelijk, doch tevens niet uitgesloten, dat de latten 7 over hun volledige breedte zo dun zijn.
De andere zijde 7b van de latten zal dienen om de transportriemen 2 (door) te geleiden, zodat het blad 5 mooi vlak en recht biijft lopen.
De afstand tussen twee latten 7 bedraagt bij voorkeur maximaal 110% van de dikte van de bladen 5. Het is mogelijk dat deze afstand regelbaar is, bijvoorbeeld met een regelschroef of dergelijke.
Langsheen de transportriemen 2 zijn een aantal pioci-elementen 9, 10 geplaatst. In dit gevai zijn er vijf plooielementen 9, 10 geplaatst. Elk plooi-element 9, 10 is bij één van de vijf paar latten 7 geplaatst.
Het betreft in dit gevai twee voorplooiers 9 en drie plooiers 10. Zoals duidelijk te zien is in figuren 1 en 3, zijn vôôr de plooiers 10, die in dit gevai de strook 8 omplooien over een hoek van 135°, de voorplooiers 9 geplaatst, welke in dit gevai de strook 8 omplooien over een hoek van slechts 90°. Dit aangezien, zoals reeds hoger vermeld is, de voorplooiers 9 het blad 5 als het ware zullen conditioneren of voorbereiden alvorens de plooiers 10 de strook 8 omplooien over een grotere hoek.
De pijlen A geven aan in welke richting de voorplooiers 9 en plooiers 10 de strook 8 van een blad 5 zullen omplooien.
B E2016/5758
In dit geval worden achtereenvolgens de volgende plooielementen 9, 10 geplaatst:
~ een eerste voorplooier 9 die de strook 8 in de ene richting omploolt;
- een tweede voorplooier 9 die de strook 8 in de andere richting omploolt;
- een eerste plooier 10 die de strook 8 in de ene richting omploolt;
- een tweede plooier 10 die de strook 8 in de andere richting omploo.it.
Na de tweede plooier 10 is in dit geval nog een derde plooier 10 geplaatst die de strook 8 opnieuw in de ene richting zal omplooien. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding.
Tevens is het gebruik van de twee voorplooiers 9 niet noodzakelijk voor de uitvinding. De voorplooiers 9 worden bijvoorbeeid toegepast bij dikkere papiersoorten of stijvere materialen.
In figuren 4 tot 7 is de mogelijke vormgeving van de plooielementen 9, 10 weergegeven. Figuren 4 en 5 geven de mogelijke vormgeving van een voorplooier 9 weer, terwijl figuren 6 en 7 de mogelijke vormgeving van een plooier 10 weergeven.
De plooi-elementen 9, 10 worden, algemeen gezien, uitgevoerd als geprofileerde elementen 11 die voorzien zijn van een contactoppervlak 12 of aanslag voor de strook 8, welk contactoppervlak 12 of aanslag, gezien langsheen de
B E2016/5758 langsrichting van het plooi-element 9, 10, kantelt om zo de strook 8 te kunnen omplooien.
De hoek waarover het contactoppervlak 12 kantelt is 90° voor de voorplooier 9 uit figuren 4 en 5 en 135° voor de plooier 10 uit figuren 6 en 7.
De voornoemde langsrichting van het plooi-element 9, 10 is de richting waarin de strook 8 langsheen het plooi-element 9, 10 zal bewegen, en is aangeduid met de pijl B in de betreffende figuren.
In dit geval, maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, zijn de plooi-elementen 9, 10 voorzien van aandrukwielen 13 om de strook 8 aan te duwen op de zijde 7a van de lat 7, welke aandrukwielen 13 de vorm aannemen van een kogeilager.
Dit kogeilager is zodanig geplaatst dat zijn buitenring de strook 8 kan aanduwen.
In dit geval zijn de plooiers 10 elk voorzien van twee dergelijke kogellagers.
Alhoewel in het weergegeven voorbeeld, de voorplooiers 9 en de plooier 10 afzonderlijke plooi-elementen 9, 10 zijn, is het niet uitgesloten dat deze zijn samengevoegd tot één plooi-element dat een gecombineerde voorplooier-plooier is. De opeenvoigende plooi-elementen 9, 10 uit het weergegeven voorbeeld zouden dan vervangen worden door een gecombineerde voorplooier-plooier die de strook in één richting omplooit en een daarna geplaatste gecombineerde
B E2016/5758 voorplooier-plooier die de strook in de andere richting omplooit, waarna eventueel nog een bijkomende plooier geplaatst kan worden die de strook nogmaals omplooit in de eerste richting.
Verder is de inrichting 1 voorzien van aandrukelementen 14, die geplaatst zijn na een plooi-element 9, 10 en die de omgeplooide strook 8 kunnen aandrukken tegen het blad 5. Ter plaatse van deze aandrukelementen 14 zijn de latten 7 minstens gedeeltelijk onderbroken, in het weergegeven voorbeeld zijn de latten 7 volledig onderbroken, zodat verschillende paren van latten 7 ontstaan.
Het is natuurlijk ook mogelijk dat er slechts één paar latten 7 is, waarbij de latten 7 een onderbreking vertonen aan de zijde 7a ter plaatse van de aandrukelementen 14, zodat de aandrukelementen 14 contact met het blad 5 en de vouw kunnen maken. De vijf afzonderlijke paren van latten 7 zijn dan samengevoegd tot één paar latten 7.
Ook kunnen er bijvoorbeeld twee of drie paar latten 7 zijn, doordat bijvoorbeeld de eerste twee en de laatste twee paren van latten 7 zijn samengevoegd.
Na de eerste plooier 10 en de tweede plooier 10 is er een aandrukelement 14 aangebracht. In dit geval is de inrichting ook voorzien van een derde plooier 10, na dewelke eveneens een aandrukelement 10 is geplaatst. Dit laatste aandrukelement 10 zou eventueel ook weggelaten kunnen worden. Indien de derde plooier 10 niet aanwezig is,
B E2016/5758 is dit derde aandrukelement 14 natuurlijk ook niet aanwezig.
Na de voorplooiers 9 zijn in het weergegeven voorbeeld géén aandrukelementen 14 geplaatst, doch dit is uiteraard niet uitgesloten.
Door het gebruik van de aandrukelementen 14, is het mogelijk om een inrichting 1 volgens de uitvinding te vervaardigen met slechts één plooi-element 9, 10, namelijk een plooier 10, gevolgd door een aandrukelement 14. Voor dünnere types papier of flexibele materialen zal dergelijke inrichting 1 voldoende zijn om een goed gedefinieerde vouw te verkrijgen, doordat het aandrukelement 14 het mogelijk maakt om de vouw goed aan te drukken.
Echter, voor normale of dikkere types papier of stijvere materialen, geniet het de voorkeur om de inrichting 1 te voorzien van twee plooi-elementen 9, 10, waarbij minstens één plooi-element 9, 10 de strook 8 in één richting omplooit en minstens één plooi-element 9, 10 de strook 8 in de andere richting omplooit. Deze plooi-elementen 9, 10 zijn dan bij voorkeur plooiers 10 en worden elk gevolgd door een aandrukelement 14.
Bij voorkeur omvat het aandrukelement 14 minstens één aandrukrol 15 en een daar tegenover liggend tegendrukelement.
Zo zou bijvoorbeeld bij het eerste aandrukelement 14, na de plooier 10 die de strook 8 naar boven geplooid heeft, de
B E2016/5758 bovenste lat Ί onderbroken kunnen zijn, terwijl de onderste lat 7 niet onderbroken is en dienst doet als een daartegen liggend tegendrukelement.
Door de bovenste lat 7 te onderbreken, zal de aandrukrol 15 de strook 8 stevig aandrukken tegen het blad 5 waarbij de lat 7 een stevige tegendruk zal leveren zodat een scherpe vouw gevormd wordt onder invloed van de druk tussen de aandrukrol 15 en de lat 7 waartussen de omgeplooide strook 8 geklemd zit.
In het weergegeven voorbeeld, is het tegendrukelement echter een tweede aandrukrol 15 en zijn beide latten 7 volledig onderbroken ter piaatse van de twee aandrukrollen
15.
Beide aandrukrollen 15 zijn aangedreven, dit wil zeggen dat zij zullen röteren wanneer het blad 5 ertussendoor wordt geleid.
Alhoewel in het weergegeven voorbeeld, aandrukelementen 14 onder de vorm van aandrukrollen 15 worden toegepast, is dit niet noodzakelijk voigens de uitvinding.
Een inrichting zoals weergegeven in figuur 1, doch zonder de aandrukelementen 14 valt ook onder de uitvinding.
Immers, door het schurende effect van de zijde 7a of rand van de latten 7 op het blad vlak tegen (of in) de vouwlijn, zal een scherpe en goed gedefinieerde vouw bekomen worden
B E2016/5758 zodat het gebruik van de aandrukelementen 14 niet noodzakelijk is.
Tevens is de inrichting 1 in dit geval, maar niet noodzakelijk, voorzien van ontvouw-elementen 16. In dit geval is na elk aandrukelement 14 en na elke voorplooier 9 een ontvouw-element 16 geplaatst, zodat de inrichting vîjf ontvouw-elementen 16 in totaal heeft.
Het is ook mogelijk dat enkel na de drie aandrukelementen 14, een ontvouw-element 16 is geplaatst.
Het ontvouw-element 16 zal de omgeplooide strook 8 terug ontvouwen naar het vlak van het blad 5, nadat het door een plooi-element 9, 10 omgeplooid is en eventueel door een aandrukelement 14 is aangedrukt.
In figuren 8 en 9 is de mogelijke vormgeving van dergeiijk ontvouw-element 16 weergegeven.
Zoals te zien is in deze figuren, omvat het ontvouw-element 16 een haakvormig deel 17 dat achter de omgeplooide strook 8 zal grijpen en dat door zijn vormgeving de strook 8 zal openplooien wanneer het blad 5 langsheen het ontvouwelement 16 passeert.
De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt,
Door middel van de toevoer 4 zullen de bladen 5 één voor één tussen de transportriemen 2 ingevoerd worden, Hierbij
B E2016/5758 zal ervoor gezorgd worden dat een uitstekend deel bladen 5 tussen de transportriemen 2 uitsteekt.
van de
De transportriemen 2 worden zoals reeds vermeld synchroon aangedreven, en dit kan op verschillende manieren gerealiseerd worden.
In dit geval worden de omkeertrommels 3 een elektrische motor, doch ook een pneumatische aandrijving is mogelijk.
aangedreven door hydraulische of
De inrichting 1 is zodanig dat de bladen 5, door aandrijving van de transportriemen 2, met hun uitstekend deel 6 langsheen de latten 7, de plooi-elementen 9, 10, de aandrukelementen 14 en de ontvouw-elementen 16 worden geleid in de richting van pijl C.
Wanneer het uitstekend deel 6 langsheen de latten 7 passeert, zal het ertussen schuiven, zodat een strook 8 ertussen uitsteekt.
Wanneer deze strook 8 vervolgens längs de eerste voorplooier 9 beweegt, zal het in de richting van de pijl A omgeplooid worden over of rond de lat 7.
Op het moment dat de strook 8 längs het kogellager van de voorplooier 9 passeert, zal de buitenring van het kogellager de strook 8 tegen de zijde 7a van de lat 7 duwen, in dit geval onder een hoek van 90°.
B E2016/5758
Hierbij zal het blad 5 als het ware tegen de zijde 7a schuren.
Het daaropvolgende ontvouw-element 16 zal de strook 8 terug naar het vlak van het blad 5 ontvouwen.
Vervolgens wordt hetzelfde herhaald wanneer de strook 8 langsheen de tweede voorplooier 9 en ontvouw-element 16 passeert, doch in de andere richting.
De latten 7 zijn uitgelijnd ten opzichte van elkaar, zodat de tweede plooi op exact dezelfde locatie wordt gevormd als de eerste plooi.
Dan passeert het uistekend gedeelte 6 van het blad 5 tussen het volgende paar latten 7, zodat de strook 8 langsheen de eerste van de drie plooiers 10 wordt geleid om de strook 8 om te vouwen in de richting van pijl A, over een hoek van 135°, over of rond de lat 7.
Op het moment dat de strook 8 längs het tweede kogellager van de plooier 10 passeert, zal de buîtenring van dit kogellager de strook 8 tegen de zijde 7a van de lat 7 duwen, in dit geval onder een hoek van 135°.
Ook hier weer zal het blad 5 tegen de zijde 7a van de lat 7 schuren.
Vervolgens zal het blad 5 met de omgeplooide strook 8 längs het eerste aandrukelement 14 passeren. Aangezien de latten 7 hier volledig onderbroken zijn, zullen de aandrukrollen
BE2016/5758 de omgeplooide strook 8 tegen het blad 5 aandrukken ter vorming van een zeer scherpe en goed gedefinieerde vouw,
Vervolgens zal het blad 5, via het vierde paar latten 7, passeren aan het derde ontvouw-element 16 om de strook 8 terug om te plooien in het vlak van het blad 5, alvorens de strook 9 door de tweede en derde plooier 10 wordt omgeplooid, in de richtingen volgens de betreffende pijlen Ά, zoals aangeduid in figuren 1 en 2.
De omgeplooide strook 8 zal längs het tweede en derde aandrukelement 11 passeren, zodat de vouw telkens door middel van de aandrukrollen 16 stevig aangedrukt kan worden.
Doordat de latten 7 zeer dun zijn, of toch minstens de zijde 7a längs de zijde van de strook 8, en doordat de latten 7 perfect gelijk lopen längs de zijde 7a van de strook 8, zal een goede vouwlijn bekomen kunnen worden wanneer een plooi-element 9, 10 de strook 8 omplooit en zal de strook 8 dubbel omgeplooid zijn over exact dezelfde lijn, Daarom is het van belang dat de latten 7 bij voorkeur maximaal 1 millimeter dik zijn.
Wanneer het blad 5 aan het einde van de transportriemen 2 gekomen is, zal de strook 8 dubbel omgeplooid zijn in beide richtingen en in dit geval nog één maal extra in de ene richting.
Het blad 5 zal vervolgens toegepast kunnen worden in een boek of farde waarbij de bladen 5 vlak zullen kunnen
B E2016/5758 opengeplooid worden en de bedrukking naadloos over de twee opengeplooide bladen 5 kan doorlopen.
Aangezien de vijf paren van latten 7 allemaal in lijn met elkaar liggen, zijn aile vouwlij nen op exact dezelfde plaats gelegen.
Indien één of meer paren van latten 7 uit de lijn .liggen, dit wil zeggen niet uitgelijnd zijn met de andere paren van latten 7, zal de betreffende vouwlijn op een andere Iocatie of plaats gemaakt worden, zodat uiteindelijk twee vouwlijnen bekomen zullen worden,
Hoewel in het weergegeven voorbeeld, siechts aan één zijkant van de transportriemen 2 plooi-elementen 9, 10 staan opgesteld, zoals duidelijk zichtbaar in figuur 3, is het niet uitgesloten dat er zieh aan elke zijkant van de transportriemen 2 plooi-elementen 9, 10 langsheen de transportriemen 2 bevinden, waarbij zowel bladen 5 tussen de transportriemen 2. geklemd worden met hun uitstekend deel 6 längs de ene zijkant als met hun uitstekend deel 6 längs de andere zijkant van de transportriemen 2.
Met andere woorden: het uitstekend deel 6 van een blad 5 zal zieh ofwel aan de ene zijkant bevinden, ofwel aan de andere zijkant van de transportriem 2,
Indien de transportriemen 2 breed genoeg zijn, kunnen de bladen 5 per twee naast elkaar in de inrichting 1 ingevoerd worden
B E2016/5758
Is dit niet het gevai, kunnen de bladen 5 afwisselend met hun uitstekend deel 6 aan de ene zijkant dan wel· aan de andere zijkant van de transportriemen 2 uitsteken.
Alternatief kunnen ook bredere bladen gebruikt worden om een blad aan beide zijden de strook 8 om te plooien, waarbij deze bladen nadien in twee stukken gesneden worden, zodat twee bladen bekomen worden zodat de productie verdubbeld wordt.
Het is duidelijk dat in de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, de lengte van de transportriemen 2 zodanig gekozen wordt dat de nodige aantallen van plooielementen 9, 10 langsheen de transportbanden 2 geplaatst kunnen worden.
Indien bijvoorbeeld de bladen 5 uit dikker of taaier materiaal vervaardigd zijn, kan het zijn dat er in de uitvoeringvorm van figuur 1 nog een aantal bijkörnende plooiers 10 met bijhorende aandrukelementen 14 en ontvouwelementen 16 geplaatst moeten worden. De transportriemen 2 worden dan langer gemaakt, zodat de extra plooiers 10, aandrukelementen 14 en ontvouw-elementen 16 na het laatste ontvouw-element 16 geplaatst kunnen worden,
Het is ook mogelijk om in plaats van de transportriemen 2 langer te maken, is het ook mogelijk om kortere transportriemen 2 naast of na elkaar te plaatsen of monteren, zodat hetzelfde effect van längere transportriemen 2 bekomen wordt maar met standaard transportriemen 2.
B E2016/5758
Evenzeer kan de inrichting 1 voorzien zijn van slechts één plooier 10, aandrukelement 14 en ontvouw-element 16 of van twee plooiers 10, twee aandrukelementen 14 en twee ontvouwelementen 16. Voor normaal tot lets dikker papier zal één of twee plooiers 10 volstaan, doordat de gevormde plooi door de aandrukelementen 14 stevig aangedrukt zal worden. De transportriemen 2 zullen in dit geval veel korter zijn, zodat een compacte inrichting 1 bekomen kan worden.
Alhoewel in het hierboven beschreven voorbeelden, de inrichting 1 voorzien is van twee transportriemen 2, is het niet uitgesloten dat de inrichting 1 voorzien is van meer dan twee transportriemen 2 die zieh tegen elkaar bevinden.
Hierdoor zullen telkens tussen twee tegen elkaar liggende transportriemen 2 bladen 5 geklemd kunnen worden met een uistekend deel 6 dat tussen de transportriemen 2 uitsteekt, bijvoorbeeld tussen de eerste en de tweede en tussen de tweede en de derde transportriem 2.
Hierbij zal de eerste en de twee transportriem 2 de bladen 5 in de ene richting C voortbewegen en zal de tweede en de derde transportriem 2 de bladen 5 in de tegenovergestelde richting tegengesteld aan de richting C voortbewegen.
Vanzelfsprekend zal de inrichting 1 in dit geval van twee reeksen van plooi-elementen 9, 10 met bijhorende latten 7 en aandrukelementen 14 voorzien zijn, één reeks ter hoogte van de bladen 5 tussen de eerste en tweede transportriem 2 en één reeks te hoogte van de bladen 5 tussen de tweede en derde transportriem 2.
BE2016/5758
Bij meer dan drie transportriemen 2, wordt het aantal reeksen plooi-elementen 9, 10, latten 7 en aandrukelementen op geiijkaardige wijze verhoogd.
De reeksen van plooi-elementen 9, 10 kunnen gelijk zijn maar kunnen ook verschillend zijn, zowel qua aantal als qua type van plooi-elementen{voorplooier 9 of plooier 10).
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting voor het dubbel omplooien van bladen volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
B E2016/5758

Claims (23)

  1. Conclusies.
    1.- Inrichting voor het omplooien van bladen (5), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van twee transportriemen (2) die zieh tegen elkaar bevinden zodanig dat bladen (5) tussen de transportriemen (2) geklemd kunnen worden met uitzondering van een uitstekend deel (6) dat transportriemen (2) uitsteekt, waarbij de (1) voorzien is twee latten (7) die zieh langsheen de transportriemen (2) uitstrekken en waartussen het uitstekend deel (6) kan schuiven zodat er een strook (8} tussen de latten (7) uitsteekt, waarbij de inrichting tevens voorzien is van één of meer plooi-elementen (9, langsheen de transportriemen (2) die de voornoemde strook (8) kunnen omplooien over of rond een lat (7) ter vorming van een vouwlijn en waarbij de inrichting (1) zodanig is voorzien dat bladen (5) door aandrijving van de transportriemen (2) met hun strook (8) langsheen de plooielementen (9, 10) en latten (7) worden geleid.
    tussen de inrichting (1
  2. 2,- Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is voorzien van minstens twee plooielementen (9, 10), waarbij minstens één plooi-element (9, 10) de strook (8) in één richting omplooit en minstens één
    plooi-element (9, 10) de omplooit. strook (8) in de andere richting 3,- Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de latten (7) aan de zijde (7a) van de strook (8) uitgelijnd zijn ten opzichte van elkaar,
    B E2016/5758
  3. 4. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één plooi-element (9, 10) een voorplooier (9) betreft die de voornoemde strook (8) over een hoek van 90° omplooit.
  4. 5. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één plooi-element (9, 10) een plooier (10) betreft die de voornoemde strook (8) over een hoek groter dan 110° omplooit, en liever nog over een hoek groter dan 125°.
  5. 6. - Inrichting volgens conclusies 4 en 5, daardoor gekenmerkt dat voor de één of meer plooiers (10), één of meer voorplooiers (9) zijn geplaatst.
  6. 7.- Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat langsheen de transportriemen (2) achtereenvolgens de volgende plooi-elementen (9, 10) en aandrukelementen (14) worden geplaatst:
    - een eerste voorplooier (9) die de strook (8) in de ene richting omplooit over een hoek . van 90 O f - een tweede voorplooier (9) die de strook (8) in de andere richting omplooit over een hoek van 90°; - een eerste plooier (10) die de strook (8) in de ene
    richting omplooit over een hoek groter dan 110° omplooit, en liever nog over een hoek groter dan 125°;
    - een eerste aandrukelement (14) die de omgeplooide strook (8) tegen het blad (5) zal aandrukken;
    BE2016/5758
    - een tweede plooier (10) die de strook (8) in de andere richting omplooit over een hoek groter dan 110° omplooit, en liever nog over een hoek groter dan 125°;
    ~ een tweede aandrukelement (10) die de strook (8) tegen het blad (5) zal aandrukken.
  7. 8. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat na een plooi-element (9, 10), een ontvouw-element (16) is geplaatst, welk ontvouw-element (16) de omgeplooide strook (8) terug kan ontvouwen naar het vlak van het blad (5).
  8. 9. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) tevens voorzien is van één of meer aandrukelementen (14) die geplaatst zijn na een plooi-element (9, 10) en die de omgeplooide strook (8) kunnen aandrukken tegen het blad (5) en de vouwlijn, waarbij de voornoemde latten (7) minstens gedeeltelijk onderbroken zijn ter plaatse van de aandrukelementen (14).
  9. 10. - Inrichting voigens voorgaande conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het aandrukelement (14) minstens één aandrukrol (15) omvat en een daar tegenover liggend tegendrukelement.
  10. 11. - Inrichting voigens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde tegendrukelement een tweede aandrukrol (15) is of dat het voornoemde tegendrukelement gevormd wordt door één van de latten (7).
    B E2016/5758
  11. 12.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 9 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de aandrukrol (15) aangedreven is.
  12. 13.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 9 tot 12, daardoor gekenmerkt dat langsheen de transportriemen (2) achtereenvolgens de volgende plooielementen (9, 10) en aandrukelementen (14) worden geplaatst:
    - een eerste voorplooier (9) die de strook (8) in de ene richting omplooit over een hoek van 90°;
    - een tweede voorplooier (9) die de strook (8) in de andere richting omplooit over een hoek van 90°;
    - een eerste plooier (10) die de strook (8) in de ene richting omplooit over een hoek groter dan 110° omplooit, en liever nog over een hoek groter dan 125°;
    - een eerste aandrukelement (14) die de omgeplooide strook (8) tegen het blad (5) zal aandrukken;
    - een tweede plooier (10) die de strook (8) in de andere richting omplooit over een hoek groter dan 110° omplooit, en liever nog over een hoek groter dan 125°;
    - een tweede aandrukelement (10) die de strook (8) tegen het blad (5) zal aandrukken.
  13. 14.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat na een aandrukelement (14), een ontvouw-element (16) is geplaatst, welk ontvouw-element (16) de omgeplooide strook (8) terug kan ontvouwen naar het vlak van het blad (5).
    B E2016/5758
  14. 15. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een tweede paar latten (7), die uit de lijn van de voornoemde eerste twee latten (7) gelegen zijn, en van één of meer bijhorende plooi-elementen {9, 10) die de strook (8) over of rond het tweede paar latten (7) kunnen plooien zodanig dat een tweede vouwlijn wordt gecreëerd op een afstand van de eerste vouwlijn.
  15. 16. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plooi-elementen (9, 10) worden uitgevoerd als geprofileerde elementen (11) die voorzien zijn van een contactoppervlak (12) of aanslag voor de strook, welk contactoppervlak (12) of aanslag gezien langsheen de langsrichting van het plooi-element kantelt om zo de strook (8) te kunnen omplooien.
  16. 17. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de latten (7) längs de zijde (7a) van de strook (8) maximaal 1,5 millimeter, beter nog maximaal 1 millimeter en liever nog maximaal 0,2 millimeter dik zijn.
  17. 18. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afstand tussen de twee latten (7) maximaal 110% van de dikte van het blad (5) bedraagt.
  18. 19. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de transportriemen (2) vervaardigd zijn uit kunststof versterkt met staaldraad.
    B E2016/5758
  19. 20. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een toevoer (4) om bladen (5) tussen de transportriemen (1) in te voeren.
  20. 21. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat er zieh aan elke zijkant van de transportriemen (2) plooi-elementen (9, 10) langsheen de transportriemen (2) bevinden, waarbij zowel bladen (5) tussen de transportriemen (2) geklemd worden met hun uitstekend deel (6) längs de ene zijkant als met hun uitstekend deel (6) längs de andere zijkant.
  21. 22. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de transportriemen (2) synchroon worden aangedreven of bewegen.
  22. 23. - Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van meer dan twee transportriemen (2) die zieh twee per twee naast elkaar bevinden zodanig dat het blad (5) tussen twee of meer paren transportriemen (2) geklemd wordt.
  23. 24. ™ Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lengte van de transportriemen (2) zodanig gekozen wordt dat de nodige aantallen van plooi-elementen (9, 10) en aandrukelementen {14} langsheen de transportriemen (2) geplaatst kunnen worden.
    B E2016/5758
    A4 Z 7b s A4 7
    7b
    7a r~^ 6 &
    /0 /e
    7a /0 /e
    B E2016/5758
    BE2016/5758 /2
    B //
    B E2016/5758
    B E2016/5758
    Inrichting voor het omplooien van bladen.
    Inrichting voor het omplooien van bladen (5) , daardoor 5 gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van twee transportriemen (2) die zieh tegen elkaar bevinden zodanig dat bladen (5) tussen de transportriemen (2) geklemd kunnen worden met uitzondering van een uitstekend deel (6) dat tussen de transportriemen (2) uitsteekt, waarbij de
    10 inrichting (1) voorzien is twee latten (7) die zieh langsheen de transportriemen (2) uitstrekken en waartussen het uitstekend deel (6) kan schuiven zodat er een strook (8) tussen de latten (7) uitsteekt, waarbij de inrichting (1) tevens voorzien is van één of meer plooi-elementen (9,
    15 10) langsheen de transportriemen (2) die de voornoemde strook (8) kunnen omplooien over of rond een lat (7) ter vorming van een vouwlijn en waarbij de inrichting (1) zodanig is voorzien dat bladen (5) door aandrijving van de transportriemen (2) met hun strook (8) langsheen de plooi20 elementen (9, 10) en latten (7) worden geleid.
BE20165758A 2016-10-10 2016-10-10 Inrichting voor het omplooien van bladen. BE1024709B1 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20165758A BE1024709B1 (nl) 2016-10-10 2016-10-10 Inrichting voor het omplooien van bladen.
KR1020197009675A KR102348208B1 (ko) 2016-10-10 2017-09-15 시트 접이용 장치
US16/332,685 US11433636B2 (en) 2016-10-10 2017-09-15 Device for folding sheets
PL17772488T PL3523135T3 (pl) 2016-10-10 2017-09-15 Urządzenie do składania arkuszy
RU2019113856A RU2722463C1 (ru) 2016-10-10 2017-09-15 Устройство для фальцевания листов
EP17772488.7A EP3523135B1 (en) 2016-10-10 2017-09-15 Device for folding sheets
MA45734A MA45734B1 (fr) 2016-10-10 2017-09-15 Dispositif de pliage de feuilles
JP2019519208A JP2019529291A (ja) 2016-10-10 2017-09-15 シート折り曲げ装置
ES17772488T ES2800322T3 (es) 2016-10-10 2017-09-15 Dispositivo para plegar hojas
PCT/IB2017/055597 WO2018069776A1 (en) 2016-10-10 2017-09-15 Device for folding sheets

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20165758A BE1024709B1 (nl) 2016-10-10 2016-10-10 Inrichting voor het omplooien van bladen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024709A1 true BE1024709A1 (nl) 2018-05-31
BE1024709B1 BE1024709B1 (nl) 2018-06-04

Family

ID=57137763

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20165758A BE1024709B1 (nl) 2016-10-10 2016-10-10 Inrichting voor het omplooien van bladen.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US11433636B2 (nl)
EP (1) EP3523135B1 (nl)
JP (1) JP2019529291A (nl)
KR (1) KR102348208B1 (nl)
BE (1) BE1024709B1 (nl)
ES (1) ES2800322T3 (nl)
MA (1) MA45734B1 (nl)
PL (1) PL3523135T3 (nl)
RU (1) RU2722463C1 (nl)
WO (1) WO2018069776A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1026865A1 (nl) 2018-12-12 2020-07-09 Peleman Industries Nv Plooitoestel om twee evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad papier of dergelijke

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR102423882B1 (ko) * 2021-11-24 2022-07-21 주식회사 로드씰 방근방수 복합시트 제작방법 및 제작장치와 상기 제작방법에 의해 제작된 방근방수 복합시트

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1897839A (en) * 1932-03-17 1933-02-14 Charles E Gale Method of making books
US3961783A (en) * 1975-03-12 1976-06-08 Pratt Manufacturing Corporation Endless belt folder
US4022457A (en) * 1975-06-09 1977-05-10 Pitney-Bowes, Inc. Sheet folding device
US4557715A (en) * 1983-12-01 1985-12-10 Kempsmith Machine Company Tuck assembly for a pocket file folder line
US4784379A (en) * 1987-03-24 1988-11-15 Bell & Howell Company Apparatus and method for automated mail
US5037365A (en) * 1989-12-20 1991-08-06 Harris Graphics Corporation Folder with belt speed control
US5807228A (en) * 1995-01-13 1998-09-15 F. L. Smithe Machine Company, Inc. Sheet folding method and apparatus
IN187897B (nl) * 1995-06-15 2002-07-20 Johnson & Johnson Inc
US5714027A (en) * 1996-03-22 1998-02-03 The Procter & Gamble Company Method of folding and handling a web of material in a continuous operation
US6027440A (en) * 1997-08-14 2000-02-22 Thermoguard Equipment, Inc. Pneumatic sheet material hold down conveyor system
US7608034B2 (en) * 2006-02-24 2009-10-27 Powis Parker Inc. Stack conditioning apparatus and method for use in bookbinding
WO2008142946A1 (ja) * 2007-05-24 2008-11-27 Zuiko Corporation ウェブの折り装置、ウェブの折り方法および着用物品の製造方法
EP2295261B1 (en) 2009-09-11 2012-05-30 Maping Kommandiittiyhtiö L. Huotari Method and apparatus for preparing a sheet material to be used for a book; and a printing paper sheet and a book
DK2917040T3 (en) * 2012-11-07 2016-12-05 Unibind Ltd Method of binding a bundle of sheets, a bundle of sheets, method and apparatus for forming such a bundle of sheets

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1026865A1 (nl) 2018-12-12 2020-07-09 Peleman Industries Nv Plooitoestel om twee evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad papier of dergelijke

Also Published As

Publication number Publication date
EP3523135B1 (en) 2020-05-13
BE1024709B1 (nl) 2018-06-04
MA45734B1 (fr) 2020-08-31
US20210291476A1 (en) 2021-09-23
ES2800322T3 (es) 2020-12-29
JP2019529291A (ja) 2019-10-17
KR102348208B1 (ko) 2022-01-06
KR20190067787A (ko) 2019-06-17
RU2722463C1 (ru) 2020-06-01
WO2018069776A1 (en) 2018-04-19
MA45734A1 (fr) 2020-05-29
US11433636B2 (en) 2022-09-06
PL3523135T3 (pl) 2020-11-02
EP3523135A1 (en) 2019-08-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9771235B2 (en) Folding machine
BE1024709B1 (nl) Inrichting voor het omplooien van bladen.
BE1024330B1 (nl) Inrichting voor het dubbel omplooien van bladen.
US1741269A (en) Gluing mechanism for bookbinding machines
JP4108218B2 (ja) 中綴折機
US673387A (en) File.
BE1015874A3 (nl) Werkwijze voor het inbinden van een katern en inrichting daarbij toegepast.
JP5885577B2 (ja) 印刷物のロッド状の束状体を製造するための方法
JP5954820B2 (ja) 印刷物のロッド状の束状体を製造するための方法
US20180072442A1 (en) Paper sheet binding apparatus
JP4547311B2 (ja) 段ボールシートの折り曲げ装置。
JP6983010B2 (ja) 枚葉紙及び/又は折丁から成るブックブロックの整向のための装置及び方法
SE431975B (sv) Anordning for vikning av ett ark till en mapp
BE1026865A1 (nl) Plooitoestel om twee evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad papier of dergelijke
KR102127221B1 (ko) 탄자크형 달력 제본기
NL1033486C1 (nl) Album met uitwisselbare bladen voor doorlopende afbeeldingen.
BE1021554B1 (nl) Werkwijze voor het inbinden van een bundel bladen, boek of farde daarmee bekomen, bundel bladen, werkwijze en inrichting voor het vormen van zulke bundel bladen.
US394516A (en) Sample-book
JP2020105019A5 (ja) 冊子排出装置と製本装置
NL9301375A (nl) Werkwijze en inrichting voor het seriematig machinaal vervaardigen van brochures, alsmede brochure vervaardigd met behulp van de inrichting.
JPS6155064A (ja) 折帖印刷物の小束集積装置
ITBG980042A1 (it) Dispositivo realizzatore di cumuli di segnature conformati a squama per trasferimento a nastro tra macchine di legatoria e procedimento

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180604

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221031