BE1024379B1 - Dubbel maaibord - Google Patents

Dubbel maaibord Download PDF

Info

Publication number
BE1024379B1
BE1024379B1 BE2016/5583A BE201605583A BE1024379B1 BE 1024379 B1 BE1024379 B1 BE 1024379B1 BE 2016/5583 A BE2016/5583 A BE 2016/5583A BE 201605583 A BE201605583 A BE 201605583A BE 1024379 B1 BE1024379 B1 BE 1024379B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
crop
header
transport mechanism
lateral
processing
Prior art date
Application number
BE2016/5583A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024379A1 (nl
Inventor
Stijn Borry
Dré W.J. Jongmans
Bart M.A. Missotten
Frederik Tallir
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=57137754&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1024379(B1) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2016/5583A priority Critical patent/BE1024379B1/nl
Priority to BR102017014812-2A priority patent/BR102017014812B1/pt
Priority to EP17180668.0A priority patent/EP3269225B1/en
Priority to US15/647,886 priority patent/US10321628B2/en
Publication of BE1024379A1 publication Critical patent/BE1024379A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024379B1 publication Critical patent/BE1024379B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/14Mowing tables
    • A01D41/142Header drives
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/01Devices for leading crops to the mowing apparatus
    • A01D57/06Devices for leading crops to the mowing apparatus using endless conveyors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/14Mowing tables
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D47/00Headers for topping of plants, e.g. stalks with ears
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/01Devices for leading crops to the mowing apparatus
    • A01D57/02Devices for leading crops to the mowing apparatus using reels
    • A01D57/025Devices for leading crops to the mowing apparatus using reels with synchronised driving means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D61/00Elevators or conveyors for binders or combines
    • A01D61/002Elevators or conveyors for binders or combines transversal conveying devices
    • A01D61/004Elevators or conveyors for binders or combines transversal conveying devices with cylindrical tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D61/00Elevators or conveyors for binders or combines

Abstract

Maaibord (2) voor een oogstmachine (1), waarbij het maaibord (2) een verbindingselement bevat dat geschikt is om verbonden te worden met een toevoersysteem (4) van de oogstmachine (1), en het maaibord (2) verder een snijbalk (5) en een eerste zijdelings gewastransportmechanisme (6) bevat om het oogsmateriaal naar een eerste opening in het verbindingselement te bewegen, gekenmerkt doordat het maaibord verder een tweede zijdelings gewastransportmechanisme (8) bevat dat op een afstand van het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) is aangebracht, waarbij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8) aangebracht is om het oogstmateriaal naar een tweede opening in het verbindingselement te bewegen en de tweede opening verschillend is van de eerste opening.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
CNH Industrial Belgium nv 8210, ZEDELGEM België (72) Uitvinder(s) :
BORRY Stijn 8740 PITTEM België
JONGMANS Dré W.J. 4791 AG KLUNDERT Nederland
MISSOTTEN Bart M.A. 3020 HERENT België
TALLIR Frederik 8600 ESEN België (54) Dubbel maaibord (57) Maaibord (2) voor een oogstmachine (1), waarbij het maaibord (2) een verbindingselement bevat dat geschikt is om verbonden te worden met een toevoersysteem (4) van de oogstmachine (1), en het maaibord (2) verder een snijbalk (5) en een eerste zijdelings gewastransportmechanisme (6) bevat om het oogsmateriaal naar een eerste opening in het verbindingselement te bewegen, gekenmerkt doordat het maaibord verder een tweede zijdelings gewastransportmechanisme (8) bevat dat op een afstand van het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) is aangebracht, waarbij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8) aangebracht is om het oogstmateriaal naar een tweede opening in het verbindingselement te bewegen en de tweede opening verschillend is van de eerste opening.
Figure BE1024379B1_D0001
FIG. 1
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024379 Nummer van indiening: BE2016/5583
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: A01D 41/14 A01D 47/00 Datum van verlening: 12/02/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 12/07/2016.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeid in paragraaf 1, vermeidt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
CNH Industrial Belgium nv, Leon Claeysstraat 3A, 8210 ZEDELGEM België;
vertegenwoordigd door
BEETZ Joeri, Leon Claeysstraat 3A, 8210, ZEDELGEM;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Dubbel maaibord.
UITVINDER(S):
BORRY Stijn, Kwiekmotestraat 6, 8740, PITTEM;
JONGMANS Dré W.J., Zevenbergseweg 13, 4791 , AG KLUNDERT;
MISSOTTEN Bart M.A., Heidestraat 14, 3020, HERENT;
TALLIR Frederik, Schoorlingstraat 1, 8600, ESEN;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag :
Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 12/02/2018,
Bij bijzondere machtiging:
5326Î
BE2016/5583
Dubbel maaibord
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op een maaibord voor een oogstmachine. Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een maaibord voor het oogsten van meerdere types oogstmateriaal die op een veld in tussenbouw gekweekt worden.
In tussenbouw kweken, dat wil zeggen dat twee verschillende types gewasmaterialen op een enkel veld afwisselend en/of door elkaar geplant/gezaaid worden, wordt steeds populairder. Recente onderzoeken tonen dat opbrengsten verbeterd kunnen worden, dat het bemesten verminderd kan worden en dat de noodzaak van het gebruik van pesticiden verminderd kan worden. Octrooi US 6.6310.585 beschrijft bijvoorbeeld een procès voor het in tussenbouw kweken van maïs en sojabonen. Daarbij wordt beschreven dat de maïs en sojabonen een vochtig microklimaat doen ontstaan en een wortelsysteem en een grondbedekking creëren die de grond effectief bestand maken tegen droogte en erosie. Daaruit blijkt dat door specifieke plantencombinaties te kiezen, het in tussenbouw kweken kan leiden tot één gewastype dat een positief effect heeft op het andere gewastype en vice versa.
Het is een oogmerk van deze uitvinding om een maaibord voor een maaidorser te verschaffen dat het mogelijk maakt om in tussenbouw gekweekte gewassen op een verbeterde manier te oogsten.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Daartoe verschaft de uitvinding een maaibord voor een landbouwvoertuig, waarbij het maaibord een verbindingselement bevat dat geschikt is om verbonden te worden met een toevoersysteem van de oogstmachine, en het maaibord verder een snijbalk en een eerste zijdelings gewastransportmechanisme bevat om het oogstmateriaal naar een eerste opening in het verbindingselement te bewegen, gekenmerkt doordat het maaibord verder een tweede zijdelings gewastransportmechanisme bevat dat op een afstand van het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme is aangebracht, en waarbij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme aangebracht is om het oogstmateriaal naar een tweede opening in het verbindingselement te bewegen en de tweede opening verschillend is van de eerste opening.
53261 ?
BE2016/5583
Het maaibord van de uitvinding heeft twee afzonderlijke zijdelingse gewastransportmechanismen. Daarbij strekt elk zijdelings gewastransportmechanisme zieh gewoonlijk hoofdzakelijk over de volledige breedte van het maaibord uit. Dit stelt het maaibord van de uitvinding in staat om een eerste type oogstmateriaal te transporteren, via een eerste zijdelings gewastransportmechanisme, naar een eerste opening. Een tweede type oogstmateriaal kan getransporteerd worden naar een tweede opening via een tweede zijdelings gewastransportmechanisme. Op die manier maakt het maaibord van de uitvinding het mogelijk om het eerste type oogstmateriaal en het tweede type oogstmateriaal afzonderlijk te verzamelen en te transporteren naar afzonderlijke openingen. Aangezien van elk zijdelingse gewastransportmechanisme geweten is dat het zieh gewoonlijk over de volledige breedte van het maaibord uitstrekt, kunnen bovendien het eerste gewastype en het tweede gewastype dichtbij eikaar geplant/gezaaid worden, en zo het positieve effect van het in tussenbouw kweken, maximaal maken, terwijl het maaibord geschikt is om het eerste type over de volledige breedte van het maaibord te ontvangen, op het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme, en om het tweede type ook over de volledige breedte van het maaibord te ontvangen, op het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme. Dus wordt een maaibord verschaft dat het mogelijk maakt om het eerste gewastype van het tweede gewastype te scheiden. Dit maakt het verder mogelijk om de verwerkingsinstellingen, zoals dorsinstellingen, in het landbouwvoertuig voor elk type oogstmateriaal te optimaliseren.
Het maaibord bevat bij voorkeur achtereenvolgens in een richting die zieh van een voorkant naar een achterkant van het maaibord uitstrekt, de snijbalk, het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme en het tweede zijdelingse gewastransport waarbij er een horizontale afstand is tussen het eerste en de tweede zijdelingse gewastransportmechanisme. Verder zijn de snijbalk en het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme bij voorkeur ruwweg op dezelfde hoogte gepositioneerd en is het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme bij voorkeur op een hoogte van ten minste 20 cm, meer bij voorkeur 30 cm, meest bij voorkeur ten minste 40 cm boven het eerste gewastransportmechanisme gepositioneerd. De voorkant van het maaibord is hier gedefinieerd als de voorrand wanneer het maaibord op een landbouwvoertuig aangebracht is waarmee in een voorwaartse richting gereden wordt. De achterkant van het maaibord is hier gedefinieerd als de kant tegenover de voorkant van het maaibord. De richting die zieh uitstrekt van een voorkant naar een achterkant van het maaibord wordt hier gedefinieerd
53261
BE2016/5583 als evenwijdig met de rijrichting vooruit wanneer het maaibord aangebracht is op een rijdend landbouwvoertuig. Wegens de horizontale en/of verticale scheiding tussen het eerste gewastransportmechanisme en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme, wordt het gescheiden houden van het eerste gewastype en het tweede gewastype tijdens het zijdelingse transport vergemakkelijkt. Bovendien kan de horizontale en/of verticale scheiding gebruikt worden als basis om tijdens het oogsten het eerste gewastype van het tweede gewastype te scheiden. In een voorkeursconfiguratie met zowel een horizontale als een verticale scheiding, ontstaat een in twee stappen werkend maaibord, dat een onderste stap en een bovenste stap vertoont. De onderste stap bevat het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme en de bovenste stap bevat het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme.
Bij voorkeur is een gewasscheidingsmechanisme aangebracht om oogstmateriaal op het veld zo te scheiden dat één type oogstmateriaal bij het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme aankomt terwijl een ander type oogstmateriaal bij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme aankomt. Daarbij kan het scheidingsmechanisme speciaal gebouwd zijn voor twee types oogstmateriaal waarbij een voorafbepaald bekend fysiek verschil tussen de gewastypes gebruikt wordt om de gewastypes te scheiden en als alternatief wordt een rij gevoelig mechanisme verschaft dat ervoor zorgt dat één rij bij één van de zijdelingse gewastransportmechanismen aankomt terwijl een naburige rij bij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme aankomt.
Het gewasscheidingsmechanisme wordt bij voorkeur gevormd door een eerste rijopraapmechanisme en een tweede rijopraapmechanisme, die afwisselend längs de breedte van een maaibord zijn opgesteld, waarbij het eerste rijopraapmechanisme geschikt is om het oogstmateriaal naar het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme te geleiden en het tweede rijopraapmechanisme een hefriem bevat om het oogstmateriaal boven het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme en naar het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme te heffen. Deze uitvoeringsvorm verschaft meer bepaald een rij gevoelig mechanisme waarbij één rij op twee door een hefriem boven het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme opgeheven wordt, zodat deze bij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme aankomt. Door het eerste en het tweede rijopraapmechanisme längs de breedte van het maaibord afwisselende op te stellen, kunnen naburige rij en naar verschillende zijdelingse gewastransportmechanismen van het maaibord getransporteerd worden. Daarbij is het maaibord zo gebouwd en wordt met het
53261
BE2016/5583 landbouwvoertuig zo over het veld gereden dat de afwisselende eerste en tweede rijopraapmechanismen overeenkomen met afwisselende rij en gewastypes op het veld.
Als alternatief wordt het scheidingsmechanisme gevormd door een verdere snijbalk die tussen het eerste en het tweede zijdelingse opraapmechanisme gepositioneerd is. Deze verdere snijbalk is daarbij verder van en/of hoger dan de eerste hoofdsnijbalk gepositioneerd. De verdere snijbalk zai alleen oogstmateriaal snijden dat hoger is of verder valt dan een voorafbepaald hoogte en/of afstand. Dit maakt het mogelijk om gewastypes te scheiden op basis van de hoogte van de respectieve gewastypes. Deze bijzondere uitvoeringsvorm is geoptimaliseerd voor situaties waarbij een eerste type oogstmateriaal aanzienlijk kleiner is in hoogte (korter) dan een tweede type oogstmateriaal. Daarbij snijdt de verdere snijbalk de bovenste uiteinden van het grotere gewas zo af dat de gewaselementen ervan bij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme aankomen. Het kortere gewastype zal daarna dus klaarblijkelijk bij het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme aankomen. Deze uitvoeringsvorm is niet rijgevoelig zodat er geen beperkingen zijn voor de wijze waarop verschillende types oogstmateriaal op het veld door elkaar of in tussenbouw gekweekt worden. Aangezien deze uitvoeringsvorm niet rijgevoelig is, kunnen bijna alle mengsels van kleine en grote gewastypes met behulp van dit maaibord geoogst worden. Daarbij is de hoogte van de verdere snijbalk bij voorkeur verstelbaar, zodat het scheiden geoptimaliseerd kan worden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een maaidorser die een maaibord volgens de uitvinding bevat, waarbij een toevoersysteem aangebracht is dat een eerste en een tweede kanaal bevat die respeetievelijk verbonden zijn met de eerste en tweede opening, en waarbij het eerste en het tweede kanaal uitgerust zijn met elementen om de gewasmaterialen respeetievelijk naar een eerste en een tweede gewasverwerkingsmechanisme te leiden die in een hoofddeel van de maaidorser zijn aangebracht. Dit maakt het mogelijk om de verschillende types oogstmateriaal afzonderlijk over te dragen naar het hoofddeel van de maaidorser waar deze types oogstmateriaal ook afzonderlijk gehouden worden tijdens de verdere verwerking. Bij voorkeur is een eerste rotor aangebracht in het eerste kanaal van het toevoersysteem om oogstmateriaal via het eerste kanaal van het maaibord naar een hoofddeel van de maaidorser te transporteren voor verdere verwerking door het eerste gewasverwerkingsmechanisme, en is een tweede rotor aangebracht in het tweede kanaal van het toevoersysteem om oogstmateriaal via het
53261
BE2016/5583 tweede kanaal te transporteren van het maaibord naar het hoofddeel van de maaidorser voor verdere verwerking door het tweede gewasverwerkingsmechanisme.
Het eerste en het tweede gewasverwerkingmechanisme bevatten bij voorkeur respectievelijk een eerste en een tweede gewasverwerkingsactuator, zodat het eerste gewasverwerkingsmechanisme gebruikt kau worden met verwerkingsinstellingen die verschillen van verwerkingsinstellingen voor de werking van het tweede gewasverwerkingsmechanisme. Het verwerken van verschillende types oogstmateriaal met verschillende types verwerkingsinstellingen blijkt erg voordelig te zijn. Dit maakt het mogelijk de verwerking en het dorsen voor elk gewastype te optimaliseren.
Het achterste uiteinde van de maaidorser bevat bij voorkeur een eerste en een tweede restantenstrooisysteem om restanten respectievelijk vanaf het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme te strooien. Dit maakt het mogelijk om de restanten van het eerste gewastype gescheiden te houden van de restanten van het tweede gewastype, wat voordelig zou kunnen zijn voor verdere verwerking van de restanten. Bijvoorbeeld hebben verschillende restanten gewoonlijk verschillende optimale droogtijden.
De maaidorser bevat bij voorkeur een eerste en een tweede opslagtank voor de opslag van gewaselementen respectievelijk afkomstig van hef eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme. Verder is bij voorkeur een eerste en een tweede gewastypedetectiemechanisme aangebraeht, respectievelijk vôôr het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme, en is er een controller aangebraeht om de instellingen van het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme aan te passen op basis van het gedetecteerde gewastype, en is er aan een uitgang van het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme telkens een klep aangebraeht om de gewaselementen naar ofwel de eerste of de tweede opslagtank te geleiden op basis van het gedetecteerde gewastype. Het aanbrengen van een klep aan het uiteinde van het verwerkingsmechanisme en een gewastypedetectiemechanisme aan een ingang, maakt het mogelijk de verwerkingsinstellingen automatisch aan het gedetecteerde gewastype aan te passen. Bovendien kan elk gewastype na verwerking naar de juiste opslagtank voor dat gewastype getransporteerd worden. Dit blijkt een significant voordeel te zijn, meer bepaald voor rijgevoelige uitvoeringsvormen van het maaibord van de uitvinding.
53261
BE2016/5583
KÖRTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Sommige uitvoeringsvormen van toestelien en/of werkwijzen in overeenstemming met uitvoeringsvormen van deze uitvinding worden nu beschreven bij wijze van voorbeeld en met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch een maaibord en een oogstmachine illustreert volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 2 een bovenaanzicht toont van een maaibord volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; en
Figuur 3 een dwarsdoorsnede toont van een maaibord volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Maaiers 2 zijn toestelien die aangebracht zijn op en dwars over de voorkant van maaidorsers 1 om gewasplanten af te snijden en naar een gewasontvangende opening van de maaidorser te richten om ze binnen de maaidorser te dorsen, te scheiden en te reinigen. Daarbij heeft het maaibord 2 gewoonlijk een breedte die aanzienlijk groter is dan de breedte van de gewasontvangende opening van de maaidorser. Daartoe bevat het maaibord 2 een gewastransportmechanisme om het gewas naar de centrale gewasontvangende opening van de maaidorser te transporteren.
Maaiers kunnen gebruik maken van een heen-en-weergaande snijbalk die of mes dat dwars over de voorrand is aangebracht, d.w.z. aan de voorkant, van het maaibord in de buurt van de grond. Tijdens de werking snijdt de snijbalk de stengels van de planten dichtbij de grond af. Gewoonlijk is er ook een haspel 21 aangebracht op deze maaiers om de toppen van de planten mee te nemen. De haspel drukt de toppen van de planten achteruit, waardoor de planten op het maaibord vallen. Het maaibord transporteert de planten zjjdelings naar een centraal gedeeite van het maaibord waar er een gewasontvangende opening is. Eens het gewas door deze opening gepasseerd is, wordt het ontvangen in een gewasontvangende opening van de maaidorser, die de planten verder achterwaarts overbrengt naar de maaidorser voor verdere verwerking.
Er zijn twee maaiertypes gebruikelijk, waarbij elk type maaibord een verschillende techniek toepast om het gewas zijdelings te transporteren. Het eerste type maaibordtype is er een met een vijzelplatform, vijzelmaaibord genoemd. Een vijzelmaaibord bevat een vijzel in de vorm van een spiraalvormige schroef die zieh zijdelings over de breedte van
53261
BE2016/5583 het maaibord uitstrekt. De vijzel is aangebraeht om te draaien aan een achterste uiteinde van het maaibord, rechtstreeks boven een vloeroppervlak van het maaibordframe. Tijdens de werking vallen gewasplanten rechtstreeks voor het maaibord of min of meer tegen de vijzel. Daarbij worden de gewasplanten tussen de vijzel en het vloeroppervlak gegrepen zodat, ten gevolge van het draaien van de vijzel, de gewasplanten zijdelings naar de gewasontvangende opening getransporteerd worden.
Het tweede type maaibord bevat een platform met invoertransportband, hier maaibord met invoertransportband genoemd. Een maaibord met invoertransportband bevat geen vijzel aan de achterkant van het maaibord. In plaats daarvan wordt het vloeroppervlak van het maaibord gevormd door ruwweg vlakke, eindeloze in lus lopende transportbanden die zo aangebraeht zijn dat ze het gewas in de zijdelingse richting naar het midden van het maaibord bewegen. De transportbanden zijn gewoonlijk onmiddellijk achter de snijbalk geplaatst en komen in de plaats van de vloer en de vijzel van het vijzelmaaibord. Een centrale transporteur is geplaatst tussen de twee transporteurs om het afgesneden oogstmateriaal te ontvangen en het achterwaarts naar de gewasontvangende opening te transporteren.
Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Meer bepaald toont Figuur 1 een landbouwvoertuig 1 dat aan het voorste uiteinde ervan een maaibord 2 draagt. Het landbouwvoertuig 1 heeft een hoofddeel 3 waarin meerdere operationele elementen zijn aangebraeht, zoals hieronder verder beschreven zal worden. Het maaibord 2 bevat een verbindingselement om verbonden te worden met een tœvœrsysteem 4 van het landbouwvoertuig achter het maaibord 2. Zulke verbindingselementen zijn over het algemeen bekend en zullen in deze beschrijving niet verder in detail beschreven worden.
Het maaibord 2 bevat een snijrand 5 die zieh in wezen over de volledige breedte van het maaibord 2 uitstrekt en gepositioneerd is aan een onderste voorste uiteinde van het maaibord 2. De snijrand 5 is geschikt om het oogstmateriaal van het veld te snijden. Achter de snijrand 5 is een eerste zijdelings gewastransportmechanisme 6 aangebraeht. Zoals hierboven beschreven werd, kunnen zijdelingse gewastransportmechanismen gevormd worden door vijzels, zoals in de maaiers van het vijzeltype, of kan als altematief gevormd worden door een vlakke, in lus lopende eindeloze transportband, zoals in maaiborden met invoertransportband. In Figuur 1 wordt een maaibord van het type met invoertransportband getoond.
53261
BE2016/5583
Het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6, ongeacht of het gevormd is als vijzel of als bandtransporteur, is gesehikt om oogstmateriaal dat afgesneden werd door de snijbalk 5 naar een centraal deel van het maaibord 2 te transporteren. In Figuur 1 is dit geïllustreerd door pijlen 7. Het maaibord 2 bevat verder een tweede zijdelings gewastransportmechanisme 8. Het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 8, ongeacht of het gevormd is als vijzel of als bandtransporteur, is ook gesehikt om oogstmateriaal dat door de snijbalk 5 afgesneden is naar een centraal deel van het maaibord 2 te transporteren. In Figuur 1 is dit geïllustreerd door pijlen 9. Bij voorkeur werken het eerste en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 6, 8 onafhankelijk van elkaar. Bovendien kunnen het type van het zijdelingse gewastransportmechanisme hetzelfde zijn voor het eerste gewastransportmechanisme 6 en het tweede gewastransportmechanisme 8, of kunnen ze verschilien. Het eerste en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme zijn bij voorkeur van hetzelfde type. Dit vergemakkelijkt het gebruik van aandrijfmechanismen voor het aandrijven van het zij delingse gewastransportmechanisme.
Het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 8 zijn op een afstand van elkaar aangebracht. Daardoor ontstaat een spleet tussen het eerste en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 6, 8. Bij voorkeur is er een horizontale afstand en/of een verticale afstand meer bij voorkeur beide, tussen het eerste en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 6 en 8. Zoals hieronder beschreven zal worden, is een gewasscheidingsmechanisme zo aangebracht dat een eerste type oogstmateriaal minstens grotendeels bij het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 aankomt. Terzelfder tijd komt een tweede type oogstmateriaal minstens grotendeels aan bij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme. Door de spleet tussen het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 en het tweede 8 zijdelingse gewastransportmechanisme, worden oogstmaterialen van het eerste type en die van het tweede type tijdens het zijdelingse transport ervan afzonderlijk gehouden.
Het toevoersysteem 4 is uitgerust met een eerste toevoerkanaal 4a en een tweede toevoerkanaal 4b. Het verbindingselement dat het maaibord met het toevoersysteem verbindt, bevat twee overeenkomstige openingen, waarbij een eerste opening overeenkomt met het eerste toevoerkanaal 4a en een tweede opening overeenkomt met een tweede toevoerkanaal 4b. Dit maakt het mogelijk om het eerste type oogstmateriaal
53261
BE2016/5583 dat zijdelings getransporteerd wordt 7 door het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 naar de eerste opening te bewegen, zodat het in het eerste toevoerkanaal 4a kan binnenkomen. Via het eerste toevoerkanaal 4a wordt het eerste type oogstmateriaal overgebracht naar het hoofddeel 3 van het landbouwvoertuig 1, zoals geïllustreerd met pijl 10. Het tweede type oogstmateriaal wordt zijdelings getransporteerd 9 door het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 8 om aan te komen in een tweede opening waar het in het tweede toevoerkanaal 4b kan binnenkomen. Daarbij wordt ook het tweede type oogstmateriaal naar hoofddeel 3 van het landbouwvoertuig 1 overgebracht, zoals geïllustreerd in Figuur 1 met pijl 11. Aangezien het toevoersysteem twee kanalen bevat, kunnen de twee types oogstmateriaal gescheiden gehouden worden tijdens de overdracht naar hoofddeel 3 van het landbouwvoertuig.
In hoofddeel 3 van het landbouwvoertuig verloopt het dorsproces bij voorkeur ook gescheiden. Dit wordt geïllustreerd in Figuur 1 met de eerste dorsrotor 14 en de tweede dorsrotor 15. Deze eerste en tweede dorsrotor 14, 15 worden respectievelijk gevoed door de toevoerkanalen 4a en 4b. Om de toevoer te optimaliseren, wordt elk toevoerkanaal 4a, 4b bij voorkeur aangedreven door een afzonderlijke toevoermotor. Zodoende toont Figuur 1 een eerste toevoermotor 12 die geschikt is om de elementen in het eerste toevoerkanaal 4a aan te drijven om de stoom 10 oogstmateriaal door het eerste toevoerkanaal 4a te optimaliseren. Een tweede toevoermotor 13 is aangebracht om de toevoerelementen in het tweede toevoerkanaal 4b aan te drijven om de tweede stroom 11 oogstmateriaal door het tweede toevoerkanaal 4b te optimaliseren.
Ook worden de eerste en de tweede dorsrotor 14 en 15 aangedreven door overeenkomstige eerste en tweede dorsaandrijvingen 16, 17. Het voordeel van het aandrijven van de rotoren 14 en 15 door afzonderlijke aandrijvingen 16 en 17 is dat het dorsproces geoptämaliseerd kan worden voor het type oogstmateriaal dat verwerkt wordt door eike individuele dorsrotor. In sommige situaties is het voor het eerste type oogstmateriaal nodig om de dorsrotor relatief traag te Iaten draaien, terwijl het voor het tweede oogstmateriaal nodig is de dorsrotor relatief snel te Iaten draaien om optimaal te dorsen. Door afzonderlijke dorsaandrijvingen 16, 17 te gebruiken, is het mogelijk de dorseigenschappen voor eike dorsrotor 14,15 individueel te optimaliseren.
In de uitvoeringsvorm van Figuur 1 zijn twee afzonderlijk motoren 12, 13 aangebracht om het eerste en het tweede toevoersysteem 4a, 4b aan te drijven en is er een tandwielkast 18 aangebracht tussen de eerste dorsaandrijving 16 en de tweede
53261
BE2016/5583 dorsaandrijving 17, die aangedreven worden door een enkelvoudige elektrische voeding
19. Een vakman zal begrijpen dat in beide configuraties individuele insteiiingen van de aandrijvingen nagestreefd kunnen worden. Door een tandwielkast 18 aan te brengen tussen de eerste dorsaandrijving 16 en de tweede dorsaandrijving 17 kunnen de eerste en de tweede dorsaandrijving 16, 17 aangedreven worden door een enkele elektrische voeding 19, terwijl het mogelijk blijft om het vermögen en/of toerental tussen de eerste en de tweede aandrijving 16, 17 te verdelen, door middel van de tandwielkast 18. Zulke opstelling maakt het gebruik mogelijk van verschillende verwerkingsinstellingen in één landbouwvoertuig 1 om verschillende types oogstmateriaal te verwerken.
Het eerste type oogstmateriaal en het tweede type oogstmateriaal worden bij voorkeur na het dorsen naar overeenkomstige opslagtanks getransporteerd. Op basis van deze principes zijn een maaibord en een landbouwvoertuig geschikt om twee types oogstmateriaal die in tussenbouw geteeld worden te oogsten, en zijn het landbouwvoertuig en het maaibord geoptimaliseerd om de types oogstmateriaal na het afsnijden te scheiden, en om elk type oogstmateriaal met optimale verwerkingsinstellingen te verwerken.
Figuur 2 toont een maaibord dat gebouwd is volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Het maaibord van Figuur 2 heeft de vorm van een maaibord van het type met invoertransportband, d.w.z. dat de zijdelingse gewastransportmechanismen 6, 8 om het eerste type 7 oogstmateriaal en het tweede type 9 oogstmateriaal naar het midden van het maaibord 2 te transporteren, gevormd worden door eindeloze transportbanden. Daarbij wordt het eerste type oogstmateriaal getransporteerd naar een eerste opening die overeenkomt met een eerste toevoerkanaal 4a om getransporteerd te worden naar het landbouwvoertuig zoals geïllustreerd met pijl 10, en wordt het tweede type oogstmateriaal getransporteerd naar een tweede opening, die gevoed moet worden via een tweede toevoerkanaal 4b, naar het hoofddeel zoals geïllustreerd met pijl 11.
Het maaibord 2 is uitgerust met een gewasscheidingsmechanisme. In de uitvoeringsvorm van Figuur 2 is het gewasscheidingsmechanisme rijgevoelig. Dus zijn, bij het in tussenbouw teien van een eerste type oogstmateriaal en een tweede type oogstmateriaal die geoogst moeten worden met het landbouwvoertuig dat een maaibord bevat zoals getoond in Figuur 2, het eerste type oogstmateriaal en het tweede type oogstmateriaal in voorafbepaalde rijen gepositioneerd die overeenkomen met de
53261
BE2016/5583 gewasscheidingselementen van het maaibord. In Figuur 2 is een voorbeeld weergegeven waar erwten p (peas) en tarwe w (wheat) in tussenbouw geteeld worden, door rijen erwten en tarwe.af te wisselen, zoals geïllustreerd in de Figuur. Wegens de aiwisselende plaatsing van de rijen, kunnen het eerste en het tweede type oogstmateriaal dichtbij elkaar gekweekt worden op het veld op een in wezen uniforme manier zodat de verschillende types gewassen elkaar tijdens de groei optimaal positief bemvloeden.
In het maaibord zijn meerdere vingerparen 20 aangebracht die zieh voorwaarts ten opzichte van de snijrand 5 uitstrekken. In Figuur 2 vormen vingers 20a een eerste paar, vormen vingers 20b een tweede paar, en vormen vingers 20c een derde paar, wat illustreert hoe de vingerparen gepositioneerd zijn längs het voorste uiteinde van het maaibord. Tussen twee vingers van een paar 20 is er een voorafbepaalde afstand. Bovendien is er een voorafbepaalde afstand tussen naburige paren. Vanwege deze specifieke opstelling zal tijdens de werking van zulk maaibord 2 oogstmateriaal dat tussen twee vingers van een paar aankomt, volgens de specificaties van het vingerpaar door het vingerpaar verwerkt worden, terwijl een oogstmateriaal dat tussen naburige paren aankomt niet door de vingers verwerkt wordt en dus verschillend verwerkt wordt. Elk vingerpaar 20 kan bijvoorbeeld uitgerust zijn met een klemriem, vergelijkbaar met de vingers die gebruikt worden voor vlasoogstmachines, om de gewaselementen vast te grijpen en boven het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 en op het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 8 te heffen. De gewaselementen die tussen naburige vingerparen aankomen worden dan niet opgetild door de klemriem, en worden niet boven het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme opgeheven zodat deze gewaselementen bij het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 aankomen. Op die manier wordt een scheidingsmechanisme voor het scheiden van het eerste en het tweede gewastype door de vingers 20 verschaft, waarbij dit scheidingsmechanisme rijgevoelig is.
Figuur 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van een maaibord 2 dat verbonden is met een toevoersysteem 4. Het maaibord van Figuur 3 is een maaier van het vijzeltype, waarbij het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 gevormd is als een eerste vijzel, en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 8 gevormd is als een tweede vijzel. Zoals getoond in Figuur 3 is het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme hoger dan het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme en is op een horizontale afstand ervan geplaatst.
53261
BE2016/5583
De uitvoeringsvorm van Figuur 3 verschilt verder van de uitvoeringsvorm van Figuur 2 door het scheidingsmechanisme. Het scheidingsmechanisme van het maaibord van Figuur 3 is gebaseerd op een hoogteverschil tussen het eerste en het tweede oogstmateriaal. Het maaibord van Figuur 3 is geoptimaliseerd voor het oogsten van een eerste gewastype 23 en een tweede gewastype 24, waarbij het eerste gewastype 23 aanzienlijk hoger of breder is dan het tweede gewastype 24. Daarbij is het maaibord van Figuur 3 uitgerust met een verdere snijrand 22 die tussen het eerste en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 6, 8 gepositioneerd is. Het resultaat van deze verdere snijrand 22 is geïllustreerd in Figuur 3.
Figuur 3 toont hoe een klein gewaselement 25 door de voorste snijrand 5, doorgesneden wordt en rechtstreeks op het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme 6 valt. Een hoog gewaselement 26 wordt ook door de voorste snijrand 5 afgesneden en valt, wegens zijn hoogte, met zijn stengel op de verdere snijrand 22 zodat het bovenste deel van het oogstmateriaal 26 bij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme 8 aankomt. Door een haspel 21 te verschaffen, die frequent gebruikt wordt op maaiers 2 om het oogstmateriaal te helpen bij het in de juiste snijrichting vallen, kan de juiste scheiding verder verbeterd worden. Bovendien is de hoogte van de verdere snijrand 22 bij voorkeur verstelbaar, zoals geïllustreerd in Figuur 3 met pijl 27.
De uitvoeringsvorm van Figuur 3 is niet rijgevoelig, zodat het eerste en het tweede gewastype 24, 23, op het veld willekeurig in tussenbouw geteeld en gepositioneerd kunnen worden. De uitvoeringsvorm van Figuur 3 is echter alleen toepasselijk wanneer de hoogte van het eerste gewastype en die van het tweede een voorafbepaald minimumverschil vertonen. De uitvoeringsvorm van Figuur 2 maakt scheiding mogelijk tussen het eerste en het tweede gewastype ongeacht hun hoogte, deze uitvoeringsvorm is echter wel rijgevoelig.
Op basis van de Figuren en de beschrijving zal de vakman de werking en de voordelen van de uitvinding alsook de verschillende uitvoeringsvormen ervan begrijpen.
Er dient evenwel te worden opgemerkt dat de beschrijving en de Figuren enkel en alleen bedoeld zijn om de uitvinding te laten begrijpen. en niet om de uitvinding te beperken tot bepaalde uitvoeringsvormen of voorbeelden die hierin gebruikt worden. Daarom wordt benadrukt dat de reikwijdte van de uitvinding alleen bepaald zal worden in de conclusies.
53261
BE2016/5583

Claims (13)

  1. CONCLUSIES:
    1. Maaibord (2) voor een oogstmachine ( 1 ), waarbij het maaibord een verbindingselement bevat dat geschikt is om verbonden te worden met een toevoersysteem (4) van de oogstmachine, en het maaibord verder een snijbalk (5) en een eerste zijdeîings gewastransportmechanisme (6) bevat om het oogstmateriaal naar een eerste opening in het verbindingselement te bewegen, gekenmerkt doordat het maaibord verder een tweede zijdeîings gewastransportmechanisme (8) bevat dat op een afstand van het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) is aangebracht, waarbij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8) aangebracht is om het oogstmateriaal naar een tweede opening in het verbindingselement te bewegen en de tweede opening verschillend is van de eerste opening.
  2. 2. Maaibord (2) volgens conclusie 1, waarbij het maaibord (2) na elkaar in een richting die zieh van een voorkant naar een achterkant van het maaibord uitstrekt, de snijbalk (5), het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8) bevat, met ten minste een horizontale afstand tussen het eerste en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme.
  3. 3. Maaibord (2) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de snijbalk (5) en het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) ruwweg op dezelfde hoogte gepositioneerd zijn en het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8) boven het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) gepositioneerd is.
  4. 4. Maaibord (2) volgens conclusie 3, waarbij het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8) op een hoogte van minstens 20 cm, bij voorkeur minstens 30, meer bij voorkeur minstens 40 cm boven het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) gepositioneerd is.
  5. 5. Maaibord (2) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij een gewasscheidingsmechanisme (20,22) is aangebracht om oogstmateriaal op het veld zo te scheiden dat het maaibord geschikt is om één type oogstmateriaal te ontvangen in het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) terwijl het maaibord geschikt is om een
    53261
    BE2016/5583 ander type oogstmateriaal te ontvangen in het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8)
  6. 6. Maaibord (2) volgens conclusie 5, waarbij het gewasscheidingsmechanisme gevormd wordt door een eerste rijopraapmechanisme (20) en een tweede rijopraapmechanisme (20) die elkaar afwisselen längs de breedte van het maaibord, waarbij het eerste rijopraapmechanisme geschikt is om het oogstmateriaal naar het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) te geleiden en het tweede rijopraapmechanisme (20) een hefriem bevat om het oogstmateriaal boven het eerste zijdelingse gewastransportmechanisme (6) en naar het tweede zijdelingse gewastransportmechanisme (8) te heffen.
  7. 7. Maaibord (2) volgens conclusie 5, waarbij het scheidingsmechanisme gevormd wordt door een verdere snijbalk (22) die tussen het eerste zijdelingse opraapmechanisme en het tweede zijdelingse opraapmechanisme gepositioneerd is.
  8. 8. Maaidorser (1) die een maaibord (2) bevat volgens een of meerdere één van de vorige conclusies, waarbij een toevoersysteem (4) is aangebracht dat een eerste (4a) en een tweede (4b) kanaal bevat die respectievelijk verbonden zijn met de eerste en de tweede opening, en waarbij het eerste en het tweede kanaal uitgerust zijn met elementen om de gewasmaterialen te leiden respectievelijk naar een eerste (14) en een tweede (15) gewasverwerkingsmechanisme die in een hoofddeel (3) van de maaidorser aangebracht zijn.
  9. 9. Maaidorser (1) volgens de vorige conclusies, waarbij een eerste motor (12) operationeel verbonden is met een eerste rotor in het eerste kanaal (4a) van het toevoersysteem om oogstmateriaal via het eerste kanaal van het maaibord (2) naar een hoofddeel (3) van de maaidorser te transporteren voor verdere verwerking door het eerste gewasverwerkingsmechanisme (14), waarbij een tweede motor (13) operationeel verbonden is met een tweede rotor in het tweede kanaal (4a) van het toevoersysteem om oogstmateriaal via het tweede kanaal te transporteren van het maaibord (2) naar het hoofddeel (3) van de maaidorser voor verdere verwerking door het tweede gewasverwerkingsmechanisme (15).
    53261
    BE2016/5583
  10. 10. Maaidorser (1) volgens één van de conclusies 8-9, waarbij het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme (14, 15) respectievelijk eerste en tweede actuators voor de gewasverwerkingsmechanismen (16, 17) bevatten, zodat het eerste
    5 gewasverwerkingsmechanisme gebruikt kan worden met verwerkingsinstellingen die verschillen van verwerkingsinstellingen voor de werking van het tweede gewasverwerkingsmechanisme.
  11. 11. Maaidorser ( 1 ) volgens één van de conclusies 8-10, waarbij het achterste uiteinde
    10 van de maaidorser een eerste en een tweede restantenstrooisysteem bevat om restanten respectievelijk vanaf het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme te strooien.
  12. 12. Maaidorser (1) volgens één of meerdere van de conclusies 8-10, waarbij de maaidorser een eerste en een tweede opslagtank bevat voor de opslag van
    15 gewaselementen respectievelijk afkomstig van het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme.
  13. 13. Maaidorser (1) volgens conclusie 12 en conclusie 6, waarbij een eerste en een tweede mechanisme voor het detecteren van het gewastype is aangebracht vôôr het eerste
    20 en het tweede gewasverwerkingsmechanisme, waarbij een controller aangebracht is om de insteilingen van het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme aan te passen op basis van het gedetecteerde gewastype, en er telkens een klep aangebracht is aan een uitgang van het eerste en het tweede gewasverwerkingsmechanisme om de gewaselementen naar ofwel de eerste of de tweede opslagtank te geleiden op basis van het
    25 gedetecteerde gewastype.
    BE2016/5583
    53261
BE2016/5583A 2016-07-12 2016-07-12 Dubbel maaibord BE1024379B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5583A BE1024379B1 (nl) 2016-07-12 2016-07-12 Dubbel maaibord
BR102017014812-2A BR102017014812B1 (pt) 2016-07-12 2017-07-10 Plataforma para colheitadeira agrícola e colheitadeira agrícola combinada
EP17180668.0A EP3269225B1 (en) 2016-07-12 2017-07-11 Dual header
US15/647,886 US10321628B2 (en) 2016-07-12 2017-07-12 Dual header for an agricultural harvester

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5583A BE1024379B1 (nl) 2016-07-12 2016-07-12 Dubbel maaibord

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024379A1 BE1024379A1 (nl) 2018-02-05
BE1024379B1 true BE1024379B1 (nl) 2018-02-12

Family

ID=57137754

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5583A BE1024379B1 (nl) 2016-07-12 2016-07-12 Dubbel maaibord

Country Status (4)

Country Link
US (1) US10321628B2 (nl)
EP (1) EP3269225B1 (nl)
BE (1) BE1024379B1 (nl)
BR (1) BR102017014812B1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2894100A1 (en) 2015-06-11 2016-12-11 Dave Dietrich Harvesting apparatus for inter-seeded corps
US11696527B2 (en) 2020-04-21 2023-07-11 Deere & Company Multicrop harvesting
CN113287422A (zh) * 2021-04-07 2021-08-24 江苏大学 一种切割器高度自动调节装置和方法及再生稻联合收获机

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6631585B1 (en) * 2001-01-02 2003-10-14 Marvin J. Williams, Jr. Intercropping process
US20160183462A1 (en) * 2014-12-30 2016-06-30 Agco Corporation Grain header with swathing and chopping capability

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3662525A (en) 1970-05-04 1972-05-16 Hesston Corp Soybean harvesting apparatus
US4087953A (en) * 1976-10-28 1978-05-09 Deere & Company Combine crop feeding system
FR2485325A1 (fr) 1980-06-25 1981-12-31 Claas Ohg Moissonneuse-batteuse automotrice
DE3917818A1 (de) 1989-06-01 1990-12-06 Claas Ohg Selbstfahrender maehdrescher mit einem axial-dresch- und trennwerk
US5518454A (en) * 1994-11-04 1996-05-21 Zeheca Limited Research plot harvester with unconventional grain flow
US5957773A (en) * 1997-04-02 1999-09-28 Dekalb Genetics Corporation Method and apparatus for measuring grain characteristics
WO1998053660A1 (en) 1997-05-29 1998-12-03 Case Corporation Combine header for both corn and grain
DE19959338A1 (de) 1999-12-09 2001-06-13 Kemper Gmbh Maschf Einzugs- und Pflückeinrichtung sowie Erntemaschine
DE10016407C2 (de) 2000-04-01 2002-12-05 Falk Gaertner Verfahren und Vorrichtung zur Ernte und Aufbereitung von Fruchtständen und Restpflanzen zu Silagefutter
DE10231072A1 (de) 2002-07-10 2004-01-22 Deere & Company, Moline Halmteiler und Erntegutbergungsvorrichtung
US7681383B2 (en) 2004-08-31 2010-03-23 Syngenta Participations, Ag. Dual research plot harvester with unconventional grain flow
DE602005012429D1 (de) 2004-09-14 2009-03-05 Gotlands Ind Hampa Ab Erntevorrichtung
US7318310B2 (en) * 2005-08-09 2008-01-15 Kincaid Equipment Manufacturing, Inc. Shuttle auger for continuous harvesting of multi-crop research plots
US7681388B1 (en) 2009-01-23 2010-03-23 Deere & Company Agricultural harvester with simultaneous and independent seed and biomass processing
US8220236B1 (en) 2009-07-09 2012-07-17 Jeffrey D. Benner Harvester for selectively cutting portions of crop materials
CN101889496A (zh) 2010-05-07 2010-11-24 天津毕晟智能科技开发有限公司 多功能玉米收割机
CA2852938A1 (en) * 2011-10-21 2013-04-25 Pioneer Hi-Bred International, Inc. Combine harvester and associated method for gathering grain
CA2876173A1 (en) * 2012-06-13 2013-12-19 Pioneer Hi-Bred International, Inc. Separably-driven rotor portions and associated method for threshing grain
US8601779B1 (en) 2012-09-04 2013-12-10 Cnh America Llc System for cutterbar support having torsion device with elastic material and load limiting apparatus
CN203353183U (zh) 2013-07-18 2013-12-25 四川农业大学 一种带状间套作玉米收获机

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6631585B1 (en) * 2001-01-02 2003-10-14 Marvin J. Williams, Jr. Intercropping process
US20160183462A1 (en) * 2014-12-30 2016-06-30 Agco Corporation Grain header with swathing and chopping capability

Also Published As

Publication number Publication date
BR102017014812B1 (pt) 2022-03-29
EP3269225B1 (en) 2020-09-23
US20180014462A1 (en) 2018-01-18
BE1024379A1 (nl) 2018-02-05
US10321628B2 (en) 2019-06-18
EP3269225A1 (en) 2018-01-17
BR102017014812A2 (pt) 2018-02-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN106941862B (zh) 全秆喂入型联合收割机
CA2561029C (en) Conveyor feeder house chain slat
US4236369A (en) Row crop attachment
US9386745B2 (en) Corn header for a forage harvester including a side separating mechanism
CN104186102A (zh) 普通型联合收割机
BE1024379B1 (nl) Dubbel maaibord
US4377062A (en) Snapper head for harvesting maize
BE1024900B1 (nl) Halmverdeler met verstelbare punt voor een maïsmaaibord
BE1023145B1 (nl) Maïsoogsttoestel en maaidorser die maïsoogsttoestellen bevat
US6502378B2 (en) Forage harvester header having conveyor arrangement for controlling crop stalks
JP6640633B2 (ja) 汎用コンバイン
JP3763808B2 (ja) コンバインの刈取り部構造
US20190200528A1 (en) Combine having conveyor chain slat assembly and method of harvesting crop thereof
JP2021040602A (ja) 鱗茎野菜収穫機
JP4789249B2 (ja) 収穫機
BE1021801B1 (nl) Voorzetstuk voor maïshakselaar
JP7281375B2 (ja) 鱗茎野菜収穫機
JP7212332B2 (ja) 根菜収穫機
RU2471332C1 (ru) Жатка для уборки грубостебельных культур
JP4104118B2 (ja) コンバインの前処理部構造
WO2021049412A1 (ja) 鱗茎野菜収穫機
RU2700494C1 (ru) Жатка для уборки грубостебельных культур
KR102018574B1 (ko) 원형칼날이 부착된 농업용 콤바인의 픽업장치
EP2230949B1 (en) De-bunching system including a device for lateral evacuation of undesirable components
KR102010845B1 (ko) 작물 수확기

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180212