BE1024238A1

BE1024238A1 - Werkwijze en inrichting voor het terugwinnen van een eerste kunststof uit een complex product

Info

Publication number: BE1024238A1
Application number: BE20165389A
Authority: BE
Inventors: Vyvere Steven Michaël K Vande
Original assignee: Reborn Plastics Nv
Priority date: 2016-05-26
Filing date: 2016-05-26
Publication date: 2018-01-03
Also published as: BE1024238B1

Abstract

Werkwijze voor het terugwinnen van een eerste kunststof (2) uit een complex product (1) dat hoofdzakelijk uit deeltjes van die eerste kunststof (2) bestaat en dat tevens één of meer onzuiverheden bevat, waarbij de één of meer onzuiverheden minimaal gedeeltelijk aan de deeltjes van de eerste kunststof (1) gehecht zijn, waarbij de werkwijze de volgende stap omvat: Stap A (6): losmaken van genoemde onzuiverheden die aan de deeltjes van de eerste kunststof (2) gehecht zijn door middel van het uitoefenen van mechanische krachten op het complexe product (1).

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(71) Aanvrager(s) :

REBORN PLASTICS naamloze vennootschap

8800, ROESELARE

België (72) Uitvinder(s) :

VANDE VYVERE Steven Michaël K

8800 ROESELARE

België (54) Werkwijze en inrichting voor het terugwinnen van een eerste kunststof uit een complex product (57) Werkwijze voor het terugwinnen van een eerste kunststof (2) uit een complex product (1) dat hoofdzakelijk uit deeltjes van die eerste kunststof (2) bestaat en dat tevens één of meer onzuiverheden bevat, waarbij de één of meer onzuiverheden minimaal gedeeltelijk aan de deeltjes van de eerste kunststof (1) gehecht zijn, waarbij de werkwijze de volgende stap omvat: Stap A (6): losmaken van genoemde onzuiverheden die aan de deeltjes van de eerste kunststof (2) gehecht zijn door middel van het uitoefenen van mechanische krachten op het complexe product (1).

/z·-, /»4

Κί^.Ι

B E2016/5389

Werkwijze en inrichting voor hot terugwinnen van een eerste kunststof uit een complex product.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het terugwinnen van een eerste kunststof uit een complex product.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het terugwinnen van kunststof uit kunststofafval afkomstig van de productie en het gebruik van kunststofverpakkingen voor zuivelproducten, zoals bijvoorbeeld yoghurtverpakkingen.

Dergelijk kunststofafval bestaat hoofdzakelijk uit polystyreen of polypropyleen, met kleine hoeveelheden aluminium van afdekfolies en papier en andere kunststoffen, ook van afdekfolies of van decoratieve lagen, etiketten, etc. De onzuiverheden zijn hierbij hoofdzakelijk aan het polystyreen of polypropyleen gehecht. Dergelijk kunststofafval is in de recyclage-industrie ook bekend onder de naam 'niet-scheidbare composieten' .

Het polystyreen komt hoofdzakelijk in twee vormen voor, namelijk in een relatief dikke vorm, die bestaat uit delen van het polystyreenvel waaruit de genoemde verpakkingen door middel van thermoforming gemaakt worden, en in een relatief dünne vorm, die bestaat uit delen van de verpakkingswand zelf, dus het bovengenoemde polystyreenvel na thermoforming.

B E2016/5389

Het polystyreen kan, na zuivering, hergebruikt worden, en heeft daardoor een aanmerkelijke waarde. Ook het aluminium heeft, indien voldoende ontdaan van andere onzuiverheden, een positieve waarde.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat wit polystyreen een hogere waarde heeft dan gekleurd polystyreen.

Er zijn droge en natte werkwijzen bekend om polystyreen uit dergelijk kunststofafval terug te winnen.

Bij natte werkwijzen wordt de scheiding tussen polystyreen en kunststof gedeeltelijk uitgevoerd op basis van het drijvend of zinkend karakter van de verschillende componenten in het kunststofafval.

Bij droge werkwijzen is dit niet het geval, wat aantrekkelijk is om de kosten te beperken.

Een inrichting en werkwijze om dergelijk kunststofafval in een droge werkwijze te verwerken zijn bekend uit EP 2 . 371.508.

Deze bekende werkwijze geeft een reiatief groot verlies van polystyreen in de afvalfractie en is weinig flexibel wat betreft de aard van het kunststofafval dat efficient verwerkt kan worden.

Ook is het in deze werkwijze moeilijk om kunststofafval met reiatief veel aluminium te verwerken, omdat de enige afscheiding van aluminium gebeurt in een gesmolten toestand

B E2016/5389 van het polystyreen door middel van filtering en de gebruikte filters om onzuiverheden in een smelt tegen te houden gemakkelijk verstopt raken en vaak gereinigd dienen te worden.

Ook is het op deze manier verkregen aluminium gemengd met een relatief grote hoeveelheid polystyreen, wat de commerciële waarde van het aluminium naar beneden haalt en tevens een verlies van polystyreen inhoudt.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een werkwijze voor het terugwinnen van een eerste kunststof uit een complex product dat hoofdzakelijk uit deeltjes van die eerste kunststof bestaat en dat tevens één of meer onzuiverheden bevat, waarbij de één of meer onzuiverheden minimaal gedeeltelijk aan de deeltjes van de eerste kunststof gehecht zijn, waarbij de werkwijze de volgende stap omvat:

stap A: losmaken van de genoemde onzuiverheden die aan de deeltjes van de eerste kunststof gehecht zijn door middel van het uitoefenen van herhaaldelijke mechanische krachten op het complexe product.

Dit heeft als voordeel dat de onzuiverheden loskomen van de eerste kunststof, zodat de verdere scheiding gemakkelijker wordt en een hoger rendement en een hogere zuiverheid verkregen kunnen worden.

Dit kan ook worden beschouwd als een delaminatiestap, omdat de onzuiverheden voorheen op de kunststof gelamineerd zijn.

B E2016/5389

Ook verändert stap A de structuur van de onzuiverheden: zij worden vervormd tot een relatief luchtige, vezelige structuur, die relatief gemakkelijk agglomereert, waardoor de onzuiverheden later gemakkelijker af te scheiden zijn.

Hierbij wordt opgemerkt dat stap A een droge verwerkingsstap is.

Bij voorkeur is het kunststofafval van te voren fijngemaakt om te voorkomen dat zeer grote stukken aanwezig zijn.

Stap A wordt bij voorkeur uitgevoerd in een maaltoestel, meer in het bijzonder in een frictie-maaltoestel. Dit is een groep van maaltoestellen waarin vooral een wrijvingskracht of een vervormingskracht op het oppervlak van het te behandelen materiaal wordt uitgevoerd, en geen significante snij- of breekactie wordt uitgevoerd. Daarmee zijn dergelijke frictie-maaltoestellen in het bijzonder geschikt voor een delaminatiebehandeling.

Een voorbeeld van een frictie-maaltoestel is een delaminatiemolen.

Bij voorkeur wordt stap A voorafgegaan door het verwijderen uit het complexe product van een deel van de één of meer onzuiverheden, door het complexe product door een luchtstroom te leiden waarbij onzuiverheden met de luchtstroom worden meegevoerd en daardoor verwijderd worden en waarbij de rest van het complexe product verder wordt verwerkt om de eerste kunststof terug te winnen.

B E2016/5389

Een dergelijke actie kan gemakkelijk worden uitgevoerd in een toestel dat bekend staat onder de Engelse benaming ’’wind sifter' , en bij voorkeur in een zogenaamde zig-zag wind sifter.

Het voordeel is dat reeds een deel van de te verwijderen onzuiverheden, namelijk de onzuiverheden die niet verbonden zijn aan te zuiveren kunststofdeeltjes, verwijderd kunnen worden.

In een verdere voorkeurdragende variant omvat de werkwijze de volgende stap die na stap A wordt uitgevoerd: stap B: verwijdering van losgemaakte onzuiverheden uit het product van stap A door het genoemde product te plaatsen op een bewegende eerste zeef, waarbij een deel van de één of meer onzuiverheden agglomereert op de eerste zeef en daardoor niet door de eerste zeef valt, waarbij het materiaal dat niet door de eerste zeef valt, verwijderd wordt en waarbij het materiaal dat door de eerste zeef valt gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof is.

Hierbij wordt opgemerkt dat het product van stap A niet noodzakelijk rechtstreeks naar stap B dient te gaan maar nog tussenstappen kan ondergaan.

Er wordt benadrukt dat, in tegenstelling tot hetgeen men zou verwachten, juist het grootste deel van de relatief fijne onzuiverheden niet door de zeef valt, hoewel de deeltjes van de onzuiverheden daar fijn genoeg voor zouden zijn, omdat deze deeltjes gemakkelijk onderling

B E2016/5389 agglomereren als gevolg van stap A en daardoor inderdaad agglomereren met elkaar op de eerste zeef.

Om dit te stimuleren, vinden de bewegingen van de bewegende eerste zeef meer piaats in het vlak van de eerste zeef dan haaks op dit vlak en zijn de bewegingen bij voorkeur cirkelvormig of ellipsvormig.

Een deel van de onzuiverheden valt, voornamelijk als zeer fijne onzuiverheden, wel door de zeef tezamen met de eerste kunststof.

Daarom wordt bij voorkeur een stap C uitgevoerd op minimaal een deel van de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof uit stap B, waarin het genoemde deel door middel van een tweede zeef wordt gescheiden in een fijne fractie die wordt verwijderd en een grove fractie gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof.

In een verdere voorkeurdragende variant ondergaat de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof een stap D, waarbij stap D plaatsvindt na stap B en bij voorkeur na stap C, waarin de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof door middel van een densimetrische tafel wordt gescheiden in een zware fractie en een lichte fractie.

Dit is niet onmiddellijk een zuiveringsstap. Wel maakt dit het mogelijk om de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof te scheiden in een zware fractie, die hoofdzakelijk bestaat uit niet vervormd polystyreen, dus het oorspronkelijke dikke polystyreenvel, en een lichte fractie, die lichte fractie, een

B Ε2016/5389 hoofdzakelijk bestaat uit dunne stukken vervormd polystyreen.

De zware fractie is over het algemeen minder vervuild dan de lichte fractie. Dankzij stap D kunnen daardoor volgende verwerkingsstappen gekozen worden op basis van een concrete noodzaak, zodat vermeden wordt dat materiaal onnodige zuiveringsstappen doorloopt.

Ook is het zo dat bij wit kunststofafval de lichte fractie vaak zodanig vervuild is met gekleurde onzuiverheden zoals inkt dat deze niet meer als wit beschouwd kan worden. Stap D maakt het daardoor mogelijk om uit wit kunststofafval, in ieder geval deels, voor wat betreft de zware fractie, gezuiverde witte kunststof te maken, terwijl dit materiaal anders gedegradeerd zou worden tot goedkopere niet-witte kunststof.

In een voorkeurdragende variant hiervan wordt de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof, voordat deze stap D ondergaat, gescheiden in twee of meer afzonderlijke grootte-fracties, die elk in een afzonderlijke stap D worden gescheiden in afzonderlijke zware fracties en lichte fracties.

Dit maakt de scheiding op de densimetrische tafels meer betrouwbaar, omdat deze het beste werken bij een relatief smalle deeltjesgrootteverdeling van te behandeien materiaal.

B E2016/5389

Tevens worden hierdoor meer deelfracties gegenereerd, ten minste vier, zodat met meer nauwkeurigheid ervoor gezorgd kan worden dat hoogwaardiger kunststof van laagwaardiger kunststof wordt gescheiden.

Bij voorkeur wordt door de densimetrische tafel of tafels een luchtstroom geblazen, waarbij een deel van de één of meer onzuiverheden in deze luchtstroom meegevoerd wordt en daardoor verwijderd wordt.

Dit betreft vooral zeer fijne onzuiverheden, die bij de voorgaande stappen B en C aan het te zuiveren materiaal zijn blijven hangen en daar niet afgescheiden zijn.

Bij voorkeur omvatten de één of meer onzuiverheden metaal, waarbij bij voorkeur het metaal aluminium is, waarbij na stap B een stap E wordt uitgevoerd, waarbij gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof uit een voorgaande stap wordt gescheiden in een metaalrijke fractie en in een metaalarme fractie verder te zuiveren eerste kunststof.

Dit gebeurt bij voorkeur in een welbekende wervelstroomscheider, die gebruik maakt van een in een geleider, dus bijvoorbeeld het metaal, geinduceerde stroom, de wervelstroom, wanneer veranderend magnetisch deze geleider zieh in een veld bevindt. Dergelijke wervelstroomscheiders zijn ook bekend onder de Engelse benaming 'eddy current separator'.

Hierbij wordt voor de duidelijkheid opgemerkt dat stap Fi na stap B wordt uitgevoerd en dat dit kan betekenen

B E2016/5389 onmiddellijk na stap B of met één of meer tussenstappen tussen stap B en stap E.

De uitvinding betreft ook een inrichting voor het terugwinnen van een eerste kunststof uit een complex product dat hoofdzakelijk uit deeltjes van die eerste kunststof bestaat en dat tevens één of meer onzuiverheden bevat, waarbij de inrichting een eerste deelinrichting omvat voor het mechanisch losmaken van onzuiverheden van deeltjes van de eerste kunststof waaraan de onzuiverheden gehecht zijn.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende variant beschreven van een werkwijze volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande figuur 1, die de stappen in de werkwijze en de strömen van materiaal schematisch weergeeft.

In de in figuur 1 schematisch weergegeven werkwijze wordt kunststofafval 1 gezuiverd dat afkomstig is van de productie van yoghurtverpakkingen.

Het kunststofafval bestaat hoofdzakelijk uit stukken polystyreen 2, met als onzuiverheden aluminium, papier en diverse andere polymeren, die op de stukken polystyreen 2 gehecht zijn.

In een eerste maalstap 3 wordt het kunststofafval gemalen tot een grootte van kleiner dan circa 10 mm.

B E2016/5389

Vervolgens wordt het fijngemaakte kunststofafval van boven in een zig-zag wind sifter 4 gebracht, waarin het naar onderen valt. Van onderen naar boven wordt lucht geblazen, die in contact komt met het vallende kunststofafval. Hierdoor worden fijne en/of lichte deeltjes met de luchtstroom meegevoerd en als een eerste afvalstroom 5 afgevoerd.

Een dergelijke zig-zag wind sifter 4 is welbekend aan de man van het vak en beschikbaar van diverse leveranciers.

Zwaardere deeltjes worden onderaan de wind sifter 4 verzameld en verder verwerkt in een volgende stap. Deze zwaardere deeltjes bestaan hoofdzakelijk uit polystyreen 2.

Dit product wordt verder, ook gedurende de verdere verwerkingsstappen, gedeeltelijk gezuiverd polystyreen 2 genoemd, waarbij vanzelfsprekend de hoeveelheid onzuiverheden zal afnemen naarmate het gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2 meer zuiveringsstappen heeft doorlopen.

De volgende stap 6 bestaat uit een behandeling in een delaminatiemolen, waarin een zeef van 6 mm is aangebracht.

In deze stap 6 wordt het gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2 enigszins verkleind, tot het door de zeef van de delaminatiemolen past. Aangezien de krachten in de delaminatiemolen aanzienlijk zijn, kunnen ook deeltjes gedeeltelijk gezuiverd polystyreen 2 die groter dan 6 mm zijn door de zeef de delaminatiemolen verlaten als,

ΙΒΕΡ016/5389 bijvoorbeeld door vervorming of doordat hun kleinste afmeting 6 mm of kleiner is.

Het hoofddoel van deze stap 6 is echter het losmaken van de 5 aangehechte onzuiverheden van het gedeeltelijk gezuiverde poiystyreen 2, door middel van, zieh herhalende, door de delaminatiemolen op het oppervlak van de deeltjes gedeeltelijk gezuiverd poiystyreen 2 aangebrachte, afschulfkrachten .

Tevens worden het genoemde papier en de genoemde aridere polymeren losgeslagen tot een losse, vezelige, structuur.

Het uit de delaminatiemolen 6 komende product wordt in een volgende stap op een automatische zeefinrichting 7 gebracht, die voorzien is van drie zeven. De bovenste, eerste zeef 8, heeft een maasgrootte van 12 mm. De onderste, tweede zeef 9, heeft een maasgrootte van 0,5 mm.

De middelste, derde zeef 10 heeft een maasgrootte van 6 mm.

De automatische zeefinrichting 7 is ingericht om de zeven 8,9,10 een ellipsvormige beweging te laten maken in het vlak van de zeven 8,9,10.

Op de eerste zeef 8 agglomereren het losgeslagen papier en de genoemde overige polymeren, zodat zij hoofdzakelijk niet door de eerste zeef 8 vallen. De deeltjes poiystyreen 2 vallen wel door de eerste zeef 8, net zoals het grootste deel van het aluminium 2 en een deel van de overige onzuiverheden.

B E2016/5389

Het materiaai dat op de eerste zeef 8 blijft liggen, wordt afgevoerd als een tweede afvalstroom 11.

Het materiaai dat achtereenvolgens door de derde zeef 10 en 5 de tweede zeef 9 valt wordt afgevoerd als een derde afvalstroom 12.

De zeeffractie die op de derde zeef 10 blijft liggen, verder te noemen de eerste zeeffractie 2A heeft een grootte van 6mm tot 12mm. De zeeffractie die op de tweede zeef 9 blijft liggen, verder te noemen de tweede zeeffractie 2B, heeft een grootte van 0,5 mm tot 6 mm.

De verwerkingsstap die in de automatische zeefinrichting 7 plaatsvindt, kan worden beschouwd als drie deelstappen, te weten de verwijdering uit het gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2 van gemakkelijk agglomererende onzuiverheden, de verwijdering uit het gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2 van zeer fijn niet-agglomererend materiaai en de splitsing van het gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2 in twee verder te verwerken zeeffracties 2A,2B.

De eerste zeeffractie 2A wordt nu in een volgende stap 13, door middel van een densimetrische tafel waar doorheen lucht geblazen wordt, gescheiden in een eerste zware fractie 2A1 en een eerste lichte fractie 2A2 . Tevens wordt, met de doorheengeblazen lucht, die afgezogen wordt, licht materiaai als een vierde afvalstroom 14 verwijderd.

Een densimetrische tafel bestaat hoofdzakelijk uit een onder een hoek met een horizontale lijn staand trillend

B E2016/5389 oppervlak dat voorzien is van gaten waardoorheen lucht geblazen wordt. De lichte fractie van een voedingsmateriaal wordt hierdoor gefluïdiseerd en stroomt naar beneden, terwijl de zware fractie van het voedingsmateriaal aan de hoge kant van het trillende oppervlak wegstroomt. Een dergelijke densimetrische tafel is welbekend aan de man van het vak en beschikbaar van diverse leveranciers.

De tweede zeeffractie 2B wordt op dezelfde manier verwerkt 10 als de eerste zeeffractie 2A, zodat een tweede zware 2B1 fractie en een tweede lichte fractie 2B2 ontstaan. Het enige verschil is dat de instellingen van de densimetrische tafels verschillend zijn om de eerste zeeffractie 2A en de tweede zeeffractie 2B elk optimaal te kunnen verwerken.

Er zijn nu vier fracties 2A1, 2A2, 2B1, 2B2 gedeeltelijk gezuiverd polystyreen 2 gevormd. Deze kunnen elk een verschillende aard en hoeveelheid van vervuiling hebben.

Deze vier fracties 2A1, 2A2, 2B1, 2B2 kunnen, afhankelijk van de aard en hoeveelheid van de vervuiling en de economische waarde van de betreffende fractie afzonderlijk en/of op verschillende manieren verder verwerkt worden, of ook gezamenlijk verder verwerkt worden, zoals in het huidige voorbeeld.

De vier fracties 2A1, 2A2, 2B1, 2B2 worden daartoe gemengd in een menger 15. Het gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2 uit de menger 15 wordt nu in een volgende stap 16 door middel van een wervelstroomscheider gescheiden in een aluminiumri j ke fractie 17 die het grootste deel van de

B E2016/5389 oorspronkelijk aanwezige aluminium omvat, en een fractie gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2, dat inmiddels door de voorgaande stappen relatief zuiver is geworden.

Een dergeiijke wervelstroomscheider is welbekend aan de man van het vak en beschikbaar van diverse leveranciers.

De metaalrijke fractie 17 kan nu verkocht worden aan de metaalrecyclageindustrie.

Het gedeeltelijk gezuiverde polystyreen 2 wordt verder verwerkt in een extrusiestap 18. Hierin wordt het gezuiverde polystyreen 2 gesmolten en tot pellets 19, waarbij het gesmolten materiaal door een filter geleid wordt alvorens het geëxtrudeerd wordt, om overblijvende niet smeltende onzuiverheden, zoals aluminium of papier, tegen te houden.

gedeeltelij k geëxtrudeerd

Het materiaal dat door de filter tegengehouden wordt, vormt een vijfde afvalstroom 20.

De polystyreenpellets 19 die in de extrusiestap 18 gevormd zijn, zijn het eindproduct van de werkwijze en zijn geschikt om gebruikt te worden in diverse toepassingen van polystyreen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuur weergegeven uitvoeringsvorm, doch een dergeiijke werkwijze en inrichting kunnen volgens verschillende Varianten worden

B E2016/5389 verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

B E2016/5389

Claims

Conclusies.

1. - Werkwijze voor het terugwinnen van een eerste kunststof

5 (2) uit een complex product (1) dat hoofdzakelijk uit deeltjes van die eerste kunststof (2) bestaat en dat tevens één of meer onzuiverheden bevat, waarbij de één of meer onzuiverheden minimaal gedeeltelijk aan de deeltjes van de eerste kunststof (1) gehecht zijn, waarbij de werkwijze de

10 volgende stap omvat:

Stap A (6): losmaken van genoemde onzuiverheden die aan de deeltjes van de eerste kunststof (2) gehecht zijn door middel van het uitoefenen van mechanische krachten op het complexe product (1).
2, - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat stap A (6) wordt uitgevoerd in een maaltoestel.
3. - Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt

20 dat stap A (6) wordt uitgevoerd in een delaminatiemolen
4, - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat stap A (6) wordt voorafgegaan door het verwijderen uit het complexe product (1) van een deel

25 van de één of meer onzuiverheden, door het complexe product (1) door een luchtstroom te leiden waarbij onzuiverheden met de luchtstroom worden meegevoerd en daardoor verwijderd worden en waarbij de rest van het complexe product (1) verder wordt verwerkt om de eerste kunststof (2) terug te

30 winnen.

B E2016/5389
5. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de één of meer onzuiverheden één of beide van de volgende materialen omvatten: een tweede kunststof anders dan de eerste kunststof en papier.
6, - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste kunststof polystyreen (2) of polypropyleen îs.

10
7.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het complexe product (1) hoofdzakelijk bestaat uit verpakkingsafval van verpakkingen voor zuivelproducten, bij voorkeur verpakkingsafval dat niet met de genoemde zuivelproducten in contact is geweest.
8.™ Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze de volgende stap omvat die na stap A (6) wordt uitgevoerd:

stap B: verwijdering van iosgemaakte onzuiverheden uit het

20 product van stap A (6), al dan niet na verwijdering van onzuiverheden in eventuele tussen stap A (6} en stap B liggende stappen, door het genoemde product te piaatsen op een bewegende eerste zeef (8), waarbij een deel van de één of meer onzuiverheden agglomereert op de eerste zeef (8} en

25 daardoor niet door de eerste zeef (8) valt, waarbij het materiaal dat niet door de eerste zeef (8) valt, verwijderd wordt en waarbij het materiaal dat door de eerste zeef (8) valt gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2) is.

30
9,- Werkwijze voigens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de bewegingen van de bewegende eerste zeef (8) meer in het

B E2016/5389 vlak van de eerste zeef (8) plaatsvinden dan haaks op dit vlak, en bij voorkeur cirkelvormig of ellipsvormig in dit vlak zijn.
10,- Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat minimaal een deel van de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2) na stap B een stap C ondergaat, waarin het genoemde deel door middel van een tweede zeef (9} wordt gescheiden in een fijne fractie (12) die wordt verwijderd en een grove fractie gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2).
11.- Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2, 2A, 2B) een stap D (13) ondergaat, waarbij stap D (13) plaatsvindt na stap B en bij voorkeur na stap C, waarin de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2) door middel van een densimetrische tafel wordt gescheiden in een zware fractie (2A1, 2B1) en een lichte fractie (2A2, 2B2).
12. - Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2), voordat deze stap D (13) ondergaat, wordt gescheiden in twee of meer afzonderlijke grootte-fracties (2A,2B), die elk in een afzonderlijke stap D(13) worden gescheiden in afzonderlijke zware fracties (2A1, 2B1) en lichte fracties (2A2, 2B2).
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat door de densimetrische tafel of tafels een luchtstroom wordt geblazen, waarbij een deel van de één of

B E2016/5389 meer onzuiverheden (14) in deze luchtstroom meegevoerd en daardoor verwijderd wordt.
14. - Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 13,

5 daardoor gekenmerkt dat de één of meer onzuiverheden metaal omvatten, waarbij bij voorkeur het metaal aluminium is, waarbij een stap E (16) wordt uitgevoerd waarin gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2) uit een voorgaande stap wordt gescheiden in een metaalrijke fractie

10 (17) en een fractie gedeeltelijk gezuiverde eerste kunststof (2) die metaalarm is, waarbij stap E (16) na stap B wordt uitgevoerd,
15. - Werkwijze volgens conclusie 14 en één van de

15 conclusies 11 tot 13, waarbij stap E (16) na stap D (13) wordt uitgevoerd.
16. - Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij stap E (16) wordt uitgevoerd in een wervelstroomscheider.
17. - Inrichting voor het terugwinnen van een eerste kunststof (2) uit een complex product (1) dat hoofdzakelijk uit deeltjes van die eerste kunststof (1) bestaat en dat tevens één of meer onzuiverheden bevat, waarbij de

25 inrichting een eerste deelinrichting omvat voor het mechanisch losmaken van onzuiverheden van deeltjes van de eerste kunststof (2) waaraan de onzuiverheden gehecht zijn.
18. - Inrichting volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt

30 dat de eerste deelinrichting een maaltoestel is, bij voorkeur een delaminatiemolen.

B E2016/5389
19. - Inrichting volgens conclusie 17 of 18, daardoor gekenmerkt dat deze een wind sifter (4) omvat, waarbij de wind sifter (4), gezien in de verwerkingsrichting van het complexe product (1), voor de eerste deelinrichting is geplaatst.
20. - Inrichting volgens één van conclusies 17 tot 19, daardoor gekenmerkt dat deze een tweede deelinrichting omvat voor het scheiden van een mengsel van deeltjes van de eerste kunststof (2) en metaal in een metaalrijke fractie (17) en een metaalarme fractie, waarbij de tweede deelinrichting, gezien in de verwerkingsrichting van het complexe product (1), na de eerste deelinrichting is geplaatst.
21. - Inrichting volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de tweede deelinrichting een wervelstroomscheider is.
22. - Inrichting volgens één van conclusies 17 tot 21, daardoor gekenmerkt dat deze een zeefinrichting (7) omvat, waarbij de zeefinrichting (7), gezien in de verwerkingsrichting van het complexe product (1), na de eerste deelinrichting is geplaatst, waarbij de zeefinrichting (7) is ingericht om een zeef (8) te bewegen met bewegingen die meer in het vlak van de zeef (8) liggen dan haaks op dit vlak, en die bij voorkeur cirkelvormig of ellipsvormig zijn.
23. - Inrichting volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat deze een densimetrische tafel omvat, waarbij de densimetrische tafel, gezien in de verwerkingsrichting van het complexe product (1), na de genoemde zeefinrichting (7) is geplaatst en waarbij de inlaat van de densimetrische tafel gekoppeld is aan een uitlaat van de zeef inrichting

5 (7) voor materiaal dat door de genoemde zeef (8) is gegaan.

B E2016/5389

B E2016/5389

B E2016/5389

Werkwijze en inrichting voor het terugwinnen van een eerste kunststof uit een complex product.

5 Werkwijze voor het terugwinnen van een eerste kunststof (2) uit een complex product (1) dat hoofdzakelijk uit deeltjes van die eerste kunststof (2) bestaat en dat tevens één of meer onzuiverheden bevat, waarbij de één of meer onzuiverheden minimaal gedeeltelijk aan de deeltjes van de

10 eerste kunststof (1) gehecht zijn, waarbij de werkwijze de volgende stap omvat:

Stap A (6): losmaken van genoemde onzuiverheden die aan de deeltjes van de eerste kunststof (2) gehecht zijn door middel van het uitoefenen van mechanische krachten op het

15 complexe product (1) .