BE1024185B1 - Een spoor-reksysteem en kit voor het omzetten van een frame in een spoor-reksysteem - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een spoor-reksysteem, omvattende een frame met meerdere verticale palen en meerdere horizontale balken die worden ondersteund door de genoemde verticale palen, en een spoor- en rekmodule die is verbonden met het genoemde frame, de genoemde modules omvattend: - meerdere balkhaken, die gekoppeld zijn met horizontale framebalken; - meerdere dwarsbalken, die gekoppeld zijn met ten minste twee balkhaken via een opening in de genoemde balkhaak; - meerdere railhaken, die gekoppeld zijn met de genoemde dwarsbalken; - meerdere railbalken, die ondersteund worden door railhaken; - een reksamenstel, dat kan worden verplaatst tussen een gekoppelde reeks railbalken; waarbij dwarsbalken zijn voorzien van meerdere inkepingen, die regelmatig gepositioneerd zijn langs de lengte van de genoemde dwarsbalk om de balkhaken en railhaken te laten klemmen op dwarsbalken. In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een kit voor het omzetten van een frame in een spoor-reksysteem.

Description

Een spoor-reksysteem en kit voor het omzetten van een frame tot een spoor-reksysteem

Technisch gebied

De uitvinding heeft betrekking op het technische gebied van opslag in opslagplaatsen en/of magazijnen.

Achtergrond

In tijden waarin globalisatie en tijd essentiële en cruciale aspecten voor commerciële instellingen zijn, moeten allerlei soorten verschillende producten en materialen in veelvoud beschikbaar zijn om een snelle en betrouwbare service te garanderen. Om cliënten, klanten en/of werknemers snel van het gewenste product te voorzien, is het noodzakelijk de genoemde producten op een structurele en gemakkelijke manier te organiseren zonder te veel ruimte in te nemen om kosten te besparen. Een belangrijk deel van het opslaan van goederen is daarenboven het pieken van producten voor verkoop, hetgeen gewoonlijk manueel gebeurt. Dit resulteert in een tijdrovend en arbeidsintensief proces van orderpicking, wat tot 55% van de werkingskosten van opslagplaatsen vertegenwoordigt. Bijgevolg is het erg belangrijk producten doeltreffend op te slaan en te organiseren in een gebruiksvriendelijke, gemakkelijk toegankelijke en duidelijk opslagsysteem.

Het document uit de stand der techniek US8,827,090 beschrijft een spoor-reksysteem omvattende een frame met verticale balken die verbonden zijn door en die horizontale balken ondersteunen, een ondersteunend samenstel omvattende meerdere balkhaken die worden ondersteund door de horizontale balken en meerdere sporen, waarbij elk van de meerdere sporen gekoppeld zijn met ten minste twee van de balkhaken; een reksamenstel omvattende verticale wanden, een bovenste wand, en meerdere horizontale rekken waarbij de bovenste wand verbonden is met de bovenste randen van de genoemde verticale wanden. Het reksamenstel bevat een paar stangen die zijn verbonden met de wand door banden, waarbij de stangen geconfigureerd zijn om te worden verplaatst langs de sporen om het reksamenstel te laten bewegen naar een gewenste horizontale positie.

Het opslagsysteem beschreven in US8,827,090 vereist echter de nood aan balken en haken op maat die moeten worden aangebracht op het genoemde reeds bestaande opslagsysteem wat resulteert in een relatief hoge kost.

Daarenboven is het installatieproces van huidige opslagsystemen tijdrovend ërr vereist het veel specifieke vaardigheden en gespecialiseerde instrumenten, waardoor er een ervaren installateur - zelfs voor kleine aanpassingen - nodig is en de kost stijgt.

Een ander probleem van de huidige stand der techniek is gerelateerd aan het transportaspect van huidige opslagsystemen. Huidige opslagsystemen bieden stevigheid, en bijgevolg veiligheid, door middel van dik en stevig materiaal. Dit houdt echter een zwaar gewicht en grote verhoudingen van de opslagstructuurcomponenten in, die niet gemakkelijk vervoerd of gehanteerd kunnen worden.

Daarom blijft er in de stand der techniek nood aan een verbeterd en meer universeel toepasbaar opslagsysteem dat flexibele aanpassing toelaat om kosten te vermijden omwille van werk op maat; vereenvoudigde installatie om de nood aan en kost van instrumenten en vaardigenheden te verlagen voor de installatie van het opslagsysteem; vereenvoudigd transport door het verlagen van de gewichten en verhoudingen van de componenten van het opslagsysteem zonder daarvoor in te boeten aan stevigheid en veiligheid.

De onderhavige uitvinding heeft als doel het oplossen van ten minste sommige van de bovengenoemde problemen.

Samenvatting van de uitvinding

Daartoe biedt de onderhavige uitvinding, in een eerste aspect, een spoor-reksysteem volgens conclusie 1. Het genoemde systeem bestaat uit een stevig, veilig en efficiënt opslagsysteem dat gemakkelijk op maat gemaakt of verplaatst kan worden.

In een tweede aspect, zoals is beschreven in conclusie 14, biedt de huidige uitvinding een gemakkelijk te transporteren en lichtgewicht kit voor het omzetten van een bestand frame in een opslagplaats tot een spoor-reksysteem zonder dat er specifieke instrumenten en/of vaardigheden nodig zijn, en die erg gemakkelijk aangepast kunnen worden.

Beschrijving van de figuren

Figuur 1 toont een dwarsbalk (2) die is gekoppeld aan twee balkhaken (3) en zes railhaken (5), waarbij een voorkeursuitvoeringsvorm van een geassembleerde dwarsbalkset (1) wordt geïllustreerd, volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een railhaak van het gesloten type, de koppeling van de genoemde railhaak (5) door middel van tanden (26) op een dwarsbalk (2) en de ondersteuning van een railbalk (4) door een railhaak van fret gesloten type (5), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 3 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een railhaak van het open type, de koppeling van de genoemde railhaak (6) door middel van tanden (26) op een dwarsbalk (2) en de ondersteuning van een railbalk (4) door een railhaak van het open type (6), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 4 toont een gedetailleerde voorstelling van een voorkeursuitvoeringsvorm van een rollerstang (29), ondersteund door twee tegenovergesteld georiënteerde railbalken (4) die een spoor bieden voor het rollen of schuiven van mobiliteitscomponenten (11) die verbonden zijn met de uiteinden van een rollerstang (29), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 5 toont een voorkeursuitvoeringsvorm met betrekking tot de ophanging van een dwarsbalkset (1) op een frame (13), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 6 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een geassembleerde en opgehangen spoormodule (35) op een frame (13), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 7 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een spoor-reksysteem, omvattende een spoormodule (35) en een rekmodule (14), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 8 toont een gedetailleerd en gesectioneerd zicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van de ophanging van een reksamenstel (28) op railbalken (4) van een spoormodule (35), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 9 toont een railzekeringsclip (50), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 10 en figuur 11 tonen de verwijderbare verbinding van een railzekeringsclip (50) aan een railhaak van het gesloten type (5) door bevestiging aan het railzekeringsgat (51). Een railbalk (4) wordt door dit kenmerk op zijn plaats gehouden.

Figuur 12 a tot c toont een balkhaak (3) omvattende een in de breedte aanpasbaar haakmechanisme (60), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 13 toont een detail van een uitvoeringsvorm van een balkhaak volgens de onderhavige uitvinding.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een spoor-reksysteem; en een kit voor het omzetten van een reeds bestaande structuur in een spoor-reksysteem.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere begeleiding, zijn definities van de termen opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.

Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis: "Een", "de" en "het" zoals hierin gebruikt, verwijzen zowel naar enkelvouds- als meervoudsverwijzingen, tenzij de context duidelijk anders aangeeft. "Een compartiment" verwijst, bij wijze van voorbeeld, naar één of meer dan één compartiment. "Ongeveer" zoals hierin gebruikt, dat verwijst naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder dan en van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de beschreven uitvinding. Het dient echter te worden verstaan dat de waarde waarop de modificeerder "ongeveer" betrekking heeft, zelf ook specifiek beschreven wordt. "Omvatten", "omvattende" en "omvat" en "bestaande uit" zoals hier gebruikt, zijn synoniem met "bevatten", "bevattende", "bevat" of "inhouden", "inhoudend", "houdt in" en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bv. component en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-geciteerde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit.

Met het oog op de beschrijving hierin hebben de termen "bovenste", "onderste", "rechter", "linker", "achterste", "voorste", "verticaal", "horizontaal" en afgeleiden daarvan de gebruikelijke betekenis van deze termen, tenzij anders vermeld. Het dient echter te worden verstaan dat de uitvinding verschillende alternatieve oriëntaties kan aannemen, behalve waar uitdrukkelijk andersluidend is vermeld.

Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de geciteerde eindpunten.

In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een spoor= reksysteem dat het gebruik van een bestaand frame in een magazijn als een opslagsysteem toelaat. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een spoor-reksysteem omvattende a) een frame met meerdere verticale palen en meerdere horizontale balken die worden ondersteund door de verticale palen, en b) een spoor- en rekmodule die is verbonden met het genoemde frame, waarbij de genoemde modules omvatten: - meerdere balkhaken, die gekoppeld zijn met de horizontale framebalken; - meerdere dwarsbalken, die gekoppeld zijn met ten minste twee balkhaken via een opening in de genoemde balkhaak; - meerdere railhaken, die gekoppeld zijn met de genoemde dwarsbalken; - meerdere railbalken, die ondersteund worden door de genoemde railhaken; en - een reksamenstel, dat kan worden verplaatst tussen een gekoppelde reeks railbalken; waarbij de genoemde dwarsbalken zijn voorzien van meerdere inkepingen, die regelmatig gepositioneerd zijn langs de lengte van de genoemde dwarsbalk om de genoemde balkhaken en railhaken te laten klemmen op dwarsbalken.

Deze opstelling heeft het voordeel dat het gemakkelijk gewijzigd kan worden volgens de behoeften van de klant aangezien de inkepingen die aanwezig zijn op de dwasbalk toelaten structuurcomponenten op gewenste afstanden van elkaar vast te maken over de lengte van de dwarsbalk, terwijl een stevig, veilig en efficiënt opslagsysteem wordt geboden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de koppeling van balkhaken en/of railhaken aan een dwarsbalk verwijderbaar. In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de koppeling van de genoemde haken aan een dwarsbalk een verwijderbaar klik-en-klemmechanisme. Deze kenmerken laten manuele aanpassingen toe, aangezien de railhaken en/of balkhaken gemakkelijk losgekoppeld en vervangen kunnen worden zonder dat een specifieke set instrumenten en/of vaardigheden vereist zijn.

De genoemde haken omvatten bij voorkeur een opening waardoor een dwarsbalk zich kan uitstrekken. De genoemde balkhaken en railhaken omvatten meer bij voorkeur een rand die de opening van de genoemde haken omgeeft, en die verwijderbaar klemmen van de genoemde haken in de inkepingen van een dwarsbalk toelaat. In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm definieert de rand die de opening van een balkhaak of railhaak omgeeft, een of meerdere tanden die verwijderbaar klikken van de genoemde haken in inkepingen aanwezig op de dwarsbalk. Deze middelen zorgen voor een gemakkelijke loskoppeling en/of vervanging van het spoor-reksysteem zonder instrumenten, en laten dus een gemakkelijk en ongecompliceerde aanpassing toe.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de opening van een of meerdere haken onvolledig omgeven door een rand. Het laatste laat toe de genoemde een of meerdere railhaken los te koppelen en/of te vervangen zonder dat andere balkhaken en/of railhaken uit een dwarsbalk losgekoppeld moeten worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de genoemde dwarsbalken inkepingen elke 5 tot 100 mm, meer bij voorkeur elke 5 tot 50 mm, en meest bij voorkeur elke 5 tot 20 mm. Dit laatste laat toe de plaats van de genoemde haken met kleine intervallen over de lengte van een dwarsbalk aan te passen en laat bijgevolg een hoge aanpassingsgraad toe.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de balkhaken en/of railhaken voorzien van een zekeringsclip. Dit laatste laat toe het fixerend klemmen van de genoemde haken te garanderen, en voorkomt ongewenst loskomen of loskoppelen van de genoemde haken van de dwarsbalk.

De dwarsbalken, balkhaken, railbalken en railhaken omvatten bij voorkeur een voorkeurdragende profieldikte van 1,5 tot 2,5 mm, zoals bijvoorbeeld 2 mm, hetgeen een lichtgewicht, gemakkelijk te transporteren en moeiteloze verwerking van de genoemde componenten toelaat, vergeleken met de huidige stand der techniek.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaan de dwarsbalken uit twee railbalken die rug aan rug zijn geplaatst. Dit zorgt voor een bijna uniform productieproces van zowel railbalken als dwarsbalken hetgeen de productiekosten, tijd en dergelijke verlaagt.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de balkhaken vastgemaakt aan de horizontale framebalken door een haakmechanisme. In een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het genoemde haakmechanisme een haakmechanisme dat in de breedte aanpasbaar is. Dit laatste laat het gebruik toe van één type balkhaken voor frames met verschillende breedtes van horizontale framebalken.

De balkhaken en railhaken omvatten bij voorkeur een of meerdere ten minste gedeeltelijk opgevouwen randen. De genoemde een of meerdere gedeeltelijk opgevouwen randen bieden stevigheid aan de genoemde haken, en laten een relatief dunne profieldikte toe zonder in te boeten aan veiligheid, sterkte en stijfheid.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de railhaken ten minste één klein oppervlak loodrecht op het hoofdoppervlak van railhaken. Het genoemde kleine oppervlak loodrecht op het hoofdoppervlak van de railhaken ondersteunt ten minste een deel van een railbalk. Deze middelen voorkomen buigen en/of doorhangen van railbalken. Het genoemde kleine oppervlak omvat meer bij voorkeur een of meerdere ten minste gedeeltelijk opstaande oppervlakken, bij voorkeur parallel met het hoofdoppervlak van de railhaak. De genoemde een of meerdere ten minste gedeeltelijk opstaande oppervlakken voorkomen slippen en/of vallen van de rail van het genoemde smalle oppervlak. Een of meerdere bevestigingsgaten die aanwezig zijn op een railbalk zijn zelfs meer bij voorkeur uitgelijnd met een of meerdere bevestigingsgaten die aanwezig zijn op een railhaak, en die zijn vastgemaakt door middel van een of meerdere klinknagels, schroeven of dergelijke. Een railzekeringsclip is meest bij voorkeur vastgemaakt aan een railhaak via een railzekeringsgat dat aanwezig is op het hoofdoppervlak van een railhaak. Deze middelen laten het verwijderbaar klemmen toe van railbalken tussen de railzekeringsclip en de een of meerdere ten minste gedeeltelijk opstaande oppervlakken van het kleine oppervlak loodrecht op het hoofdoppervlak van de railhaak. Dit laatste zorgt voor de fixatie van de railbalken, en bijgevolg de veiligheid, aan het spoor-reksysteem volgens de onderhavige uitvinding.

Railbalken zijn bij voorkeur twee per twee gekoppeld. Gekoppelde railbalken zijn meer bij voorkeur georiënteerd in omgekeerde richtingen ten opzichte van elkaar. Dit laatste zorgt ervoor dat gekoppelde railbalken verbonden zijn door een of meerdere gemeenschappelijke rollerstangen.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de railbalken een gedeelte voor het ontvangen van mobiliteitscomponenten. De genoemde mobiliteitscomponenten zijn meer bij voorkeur vastgemaakt aan de genoemde rollerstangen. Dit laatste zorgt voor synchrone beweging van de genoemde mobiliteitscomponenten in gekoppelde railbalken.

In een tweede aspect biedt de onderhavige uitvinding een kit voor het omzetten van een frame in een spoor-reksysteem, de genoemde kit omvattend: - meerdere balkhaken; - meerdere dwarsbalken; - meerdere railhaken; - meerdere railbalken; en - rekmodulecomponenten; waarbij de genoemde dwarsbalken voorzien zijn van meerdere inkepingen, die regelmatig gepositioneerd zijn langs de lengte van de genoemde dwarsbalk. Dit laatste laat het klemmen toe van de balkhaken en railhaken aan dwarsbalken op een gewenste positie langs de lengte van de genoemde dwarsbalken. Het genoemd klemmen van balkhaken en railhaken aan dwarsbalken kan bij voorkeur plaatsvinden door middel van een verwijderbaar klikmechanisme. Het genoemde verwijderbare klikmechanisme laat toe haken te installeren, los te koppelen en te vervangen zonder dat er specifieke instrumenten en/of vaardigheden vereist zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de balkhaken een haakmechanisme dat in de breedte aanpasbaar is. Dit in de breedte aanpasbare haakmechanisme laat toe dat de balkhaken opgehangen worden aan horizontale balken met verschillende breedtes, en bijgevolg, aan verschillende types frames.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten balkhaken en railhaken een opening die is omgeven door een rand. Deze laatste biedt de mogelijkheid de balkhaken en railhaken verwijderbaar in de inkepingen van dwarsbalken te klikken. De genoemde rand van balkhaken en railhaken definieert meer bij voorkeur een of meerdere tanden voor het optimaliseren van het klikken - en klemmen - van balkhaken en railhaken in de inkepingen van dwarsbalken.

In een uitvoeringsvorm van de kit volgens de huidige uitvinding kan de opening van railhaken onvolledig omgeven zijn door een rand. Dit laatste laat toe de railhaken los te koppelen en te vervangen zonder dat andere balkhaken en/of railhaken losgekoppeld moeten worden.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de balkhaken en railhaken een of meerdere zekeringsclips. Deze zekeringsclips zijn geschikt om ongewenst loskomen en/of loskoppelen van de haken die op dwarsbalken geklemd zijn, te voorkomen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaan de dwarsbalken uit twee railbalken die rug aan rug zijn geplaatst. Dit zorgt voor een bijna uniform productieproces van zowel railbalken als dwarsbalken, hetgeen de productiekosten, tijd en dergelijke substantieel verlaagt.

De dwarsbalken omvatten bij voorkeur inkepingen elke 5 tot 100 mm, meer Brj voorkeur elke 5 tot 50 mm, en meest bij voorkeur elke 5 tot 20 mm. Dit laatste laat toe een haak op een gewenste positie over de lengte van een dwarsbalk te plaatsen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de dwarsbalken, balkhaken, railbalken en railhaken een voorkeurdragende profieldikte van 1,5 tot 2,5 mm, zoals 2 mm. Deze dikte zorgt ervoor dat het geheel lichter is en laat bijgevolg een gemakkelijkere verwerking en transport van de genoemde componenten toe, vergeleken met de huidige stand der techniek.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de balkhaken en railhaken een of meerdere ten minste gedeeltelijk opgevouwen randen. Dit laatste zorgt voor stevigheid van de genoemde haken.

Railhaken omvatten bij voorkeur ten minste één klein oppervlak gevouwen loodrecht op zijn hoofdoppervlak. Na installatie van de kit volgens de onderhavige uitvinding laat het genoemde loodrechte kleine oppervlak toe rails te ondersteunen, en het buigen en/of doorhangen van rails te voorkomen. Het genoemde kleine oppervlak omvat meer bij voorkeur een of meerdere opstaande oppervlakken parallel met het hoofdoppervlak van de railhaak. Dit kenmerk kan voorkomen dat een rail slipt en/of valt van het genoemde kleine oppervlak loodrecht op het hoofdoppervlak van de railhaak.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de railbalken geschikt om vastgemaakt te worden door middel van één of meerdere klinknagels, één of meerdere schroeven of dergelijke, door uitlijning van één of meerdere bevestigingsgaten die aanwezig zijn op een railbalk met één of meerdere bevestigingsgaten die aanwezig zijn op een railhaak. Railhaken worden meest bij voorkeur voorzien van één of meerdere railzekeringsclipgaten, die geschikt zijn voor het verbinden van een railzekeringsclip met de railhaak. De railzekeringsclip is geschikt om een railbalk verwijderbaar te klemmen, waardoor de railbalk op de railhaak wordt vastgemaakt om vallen of slippen van de railbalk te voorkomen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omgeven de railbalken een deel geschikt voor het ontvangen van mobiliteitscomponenten. Deze mobiliteitscomponenten laten toe reksamenstelling over het reksysteem gemakkelijk te vervangen.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de componenten van de rekmodule ten minste meerdere rollerstangen, meerdere mobiliteitscomponenten, een paar zijwanden, een bovenste wand, een of meerdere vloeren, een of meerdere backstops en een of meerdere bovenste verbindingselementen.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kit volgens de onderhavige uitvinding een rekmodule die ten minste gedeeltelijk geassembleerd is. De genoemde preassemblage laat toe de installatietijd te verkorten en de nood aan instrumenten en/of vaardigheden te reduceren.

Ten minste een deel van de bovenste verbindingselementen, bovenste wand, zijwand, vloer en/of backstop zijn bij voorkeur flexibel. Dit zorgt ervoor dat het geheel minder weegt en gemakkelijk te vervoeren en moeiteloos te verwerken is. De genoemde ten minste gedeeltelijk flexibele componenten worden meer bij voorkeur opgevouwen in de kit volgens de onderhavige uitvinding om proporties van de kit te reduceren.

De uitvinding zal verder beschreven worden door de volgende niet-beperkende figuren die de uitvinding verder illustreren, en die niet zijn bedoeld, en niet mogen worden geïnterpreteerd, als zijnde een beperking van het bereik van de uitvinding.

Algemene beschrijving van de figuren

Figuur 1 toont een geassembleerde dwarsbalkset (1) omvattende een dwarsbalk (2), twee balkhaken (3) en zes railhaken van het gesloten type (5). Zowel de balkhaken (3) als railhaken (5) zijn verwijderbaar maar stevig geklemd op de dwarsbalk (2) door passende tanden (24 en 26, voor respectievelijk balkhaken en railhaken) van de genoemde haken in inkepingen (7) die aanwezig zijn op de dwarsbalk (2). Om veiligheidsredenen vergrendelt een zekeringsclip (16) op verwijderbare wijze het klemmen en voorkomt het dat de haken (3, 5) spontaan loskomen.

Figuur 2 toont een detail van een railhaak van het gesloten type (5). De opening (20) voor het ontvangen van ten minste een deel van een dwarsbalk (2) is volledig omgeven door een rand. Figuur 3 daarentegen stelt een railhaak van het open type (6) voor aangezien de opening (20) voor het ontvangen van ten minste een deel van een dwarsbalk (2) niet volledig omgeven is door een rand. De genoemde haak van het gesloten type omgeeft de dwarsbalk (2) volledig terwijl het geklemd is op een dwarsbalk (2) door het exact passen van tanden (26) in inkepingen (7) die aanwezig zijn op de dwarsbalk (2), terwijl een railhaak van het open type (6) de dwarsbalk (2) niet volledig omgeeft terwijl het is vastgemaakt op de dwarsbalk (2) met tanden (26) in inkepingen op de dwarsbalk (2) (Figuur 3). Op beide figuren wordt een deel van een railbalk (4) ondersteund door een klein oppervlak (8) van de genoemde railhaken (5, 6). Door een opstaand oppervlak (17) aan de genoemde kleine oppervlakken (8) te voorzien, wordt voorkomen dat de railbalk (4) verschuift of valt. De railbalken kunnen optioneel vastgemaakt worden door het vastmaken (niet getoond) van de railbalk (4) aan de railhaak (5, 6) door middel van het aanbrengen en bevestigen van een of meerdere klinknagels, een of meerdere schroeven of dergelijke door 9e bevestigingsgaten (15).

Figuur 4 toont een gedetailleerde voorstelling van een rollerstang (29) voor het ophangen en verplaatsen van een reksamenstel (28). De genoemde rollerstang (29) omvat een stangachtige structuur (10) waaraan twee wielen (11) en twee schijven (12) zijn vastgemaakt. De genoemde wielen zijn zodanig geconfigureerd dat ze in railbalken (4) kunnen rollen die zich tegenover elkaar bevinden, waarbij verplaatsing van de rollerstang (29), en daarom, het reksamenstel, mogelijk gemaakt wordt, zoals verduidelijkt is op figuur 8 (zie hieronder). De schijven (12) voorkomen krassen en versnelde slijtage van de wielen (11) door het verbieden van beweging van de wielen (11) in een richting die loodrecht - in een horizontaal vlak - is op de rolrichting ervan.

Figuur 5 toont een illustratie van de ophanging van een dwarsbalkset (1) op een frame (13), bijvoorbeeld een magazijnrek. De genoemde dwarsbalkset (1) omvat een dwarsbalk (2), zes railhaken van het gesloten type (5) en twee balkhaken (3). De balkhaken (3) en railhaken (5) zijn geklemd op de dwarsbalk (2) door middel van tanden (24 en 26, voor respectievelijk balkhaken en railhaken) die passen en verwijderbaar klikken in inkepingen (7) die aanwezig zijn op beide zijden van de dwarsbalk (2). De genoemde balkhaken (3) worden gehangen over een horizontale balk (21) van het genoemde frame (13), en ondersteunen zo de dwarsbalk (2) en bevestigde componenten.

Figuur 6 toont een spoorsysteem dat is opgehangen aan een ondersteunende structuur (22). Het spoorsysteem omvat vier dwarsbalken (2), acht balkhaken (3), zes railbalken (4) en vierentwintig railhaken (5). Elke dwarsbalk (2) wordt opgehangen door middel van twee bevestigde balkhaken (3) aan horizontale balken (13) van de genoemde ondersteunende structuur (22). Elke dwarsbalk (2) draagt zes verbonden railhaken (5) die op hun beurt elk een deel van een railbalk (4) ondersteunen. Op figuur 6 wordt elke railbalk (4) ondersteund door vier railhaken (5) die elk zijn vastgemaakt aan verschillende dwarsbalken (2).

Figuur 7 toont een spoor-rekstructuur omvattende een spoormodule (figuur 6) en meerdere reksamenstellen (28). Elk van de genoemde reksamenstellen (28) omvat meerdere compartimenten (34), ten minste één bovenste verbindingselement (38) en twee rollerstangen (29). In dit voorbeeld worden de meerdere compartimenten (34) gedefinieerd door drie zijwanden (36), drie vloerwanden (39), één bovenste wand (31) en één backstop (40). Aan de bovenste wand (31) maakt een bovenste component (23) het reksamenstel (28) vast en hangt het vast aan twee rollerstangen (29, figuur 4). De wielen (11) van de genoemde rollerstangen (figuur 4) zijn geconfigureerd om te rollen in de gleuven van railbalken (4) van het spoorsysteëm (figuur 6), waardoor de genoemde reksamenstellen (28) gemakkelijk kunnen worden verplaatst en bewogen.

Figuur 8 toont een meer gedetailleerde en gedeeltelijk doorsnedezicht van een deel van een reksamenstel (28) omvattende bovenste verbindingselementen (38), twee rollerstangen (29) en een deel van een reksamenstel (28). Het flexibele bovenste verbindingselement (38) is gepositioneerd over de twee rollerstangen (29), en de twee uiteinden ervan zijn vastgemaakt aan de bovenste wand (31) van het reksamenstel (28). De wielen (11) van de genoemde rollerstangen (29) zijn zodanig geconfigureerd dat ze kunnen rollen in de gleuven van railbalken (4). Elke rollerstang (29) omvat bovendien twee schijven (12) die naast de genoemde wielen (11) geplaatst zijn, de genoemde schijven (12) zijn echter gepositioneerd juist buiten de genoemde gleuven van de genoemde railbalken (4) van het spoorsysteem (figuur 6) om de bovenste component (23) op zijn plaats te houden, en om krassen en versnelde slijtage van de wielen (11) te voorkomen door het verbieden van verplaatsing van de wielen (11) in een ongewenste richting.

Figuur 9 toont een railzekeringsclip (50), die verwijderbaar verbonden kan worden met een railhaak (5) door middel van een railzekeringsgat (51) zoals getoond op figuur 10 en figuur 11. De railclip (50) die is vastgemaakt aan een railhaak (5) door middel van een railzekeringsgat (51) laat omkeerbaar klemmen toe van een rail (4), waardoor de rail (4) op zijn plaats vastgemaakt wordt om slippen, schuiven en/of buigen van de rail (4) te voorkomen.

Figuur 12 toont een gedetailleerd zicht van het in de breedte aanpasbare haakmechanisme (50) van een balkhaak (3). Het genoemde in de breedte aanpasbare haakmechanisme (60) omvat een grendelelement (65) en een greepelement (66). Het grendelelement (65) komt overeen met het bovenste oppervlak van een balkhaak (3) en voorziet aanpassingsgaten (62) en één of meerdere bevestigingsgroeven (64). Het greepelement (66) omvat een vastmaakelement (67), aanpassingspinnen (61) en een of meerdere bevestigingselementen (63). De genoemde aanpassingspinnen (61) kunnen verwijderbaar vergrendelen in aanpassingsgaten (62) van het grendelelement, waardoor het greepelement (66) wordt verbonden met het grendelelement (65) van het in de breedte aanpasbare haakmechanisme (60) van een balkhaak (3). Bij de plaatsing van de aanpassingspinnen (61) in aanpassingsgaten (62), lijnen de een of meerdere bevestigingselementen (63) uit in de bevestig ingsg roef (64). Het deel van de een of meerdere bevestigingselementen (62) dat zich boven de bevestigingsgroef (64) uitstrekt, kan gebogen worden om te voorkomen dat het greepelement (66) spontaan loskomt van het grendeleleméfft (65). De afstand (68) tussen het vastmaakelement (67) en het hoofdoppervlak van de balkhaak (3) is afhankelijk van de aanpassingsgaten (62) waarin de aanpassingspinnen (61) vergrendeld zijn. Zo kunnen balkhaken (3) opgehangen worden aan horizontale balken (21) met verschillende breedtes.

Figuur 13 toont een andere voorkeursuitvoeringsvorm van aanpassingsgaten (62) en aanpassingspinnen (61) voor een in de breedte aanpasbaar haakmechanisme (60). De aanpassingspinnen (61) zijn zelf voorzien van een haakmechanisme (70). Door middel hiervan kunnen de aanpassingspinnen (61) haken over het oppervlak dat de aanpassingsgaten (62) biedt, om te voorkomen dat het greepelement (66) spontaan loskomt uit het grendelelement (65). Een schuifgroef (71) uniform met de aanpassingsgaten (62) wordt voorzien voor het aanbrengen en correct positioneren van de aanpassingspinnen (61) ten opzichte van de aanpassingsgaten (62).

Gedetailleerde beschrijving van de figuren

De uitvinding biedt een spoor-reksysteem omvattende een spoormodule (35) en een rekmodule (14). De spoormodule (35) ondersteunt de rekmodule (14) boven een vloer en biedt toegang tot elk individueel compartiment (34) binnen de opslagmodule (14).

In het geïllustreerde voorbeeld ondersteunt een frame (13) (Fign. 5, 6 en 7) de spoormodule (35). Het frame (13) kan een reeds bestaande structuur (13) omvatten die zich binnen een gebouw (bv. een magazijn) bevindt of het kan een structuur zijn die specifiek ontworpen of geplaatst is voor het ondersteunen van het spoor-reksysteem. Het typische frame (13) omvat meerdere verticaal georiënteerde palen (22) die zich naar boven van de grond uitstrekken. De genoemde palen (22) vormen hoeken van verbonden rechthoeken wanneer langs boven gezien. Een paar horizontale balken (21) strekt zich uit tussen de bovenkanten van de palen (22) aan een voor- en een achterkant van het frame (13), en optioneel, strekken er meerdere stutten (niet getoond) zich uit tussen de palen (22) aan de zijkanten van de frames. De genoemde stutten kunnen in een hoek staan tussen de palen (22) of ze kunnen horizontaal gepositioneerd zijn. Er wordt aangenomen dat de palen (22), de balken (21) en de stutten elke dwarsdoorsnedevorm (bv. L-vormig, U-vormig of rechthoekig) kunnen hebben. Hoewel het niet getoond is, wordt aangenomen dat het frame (13) wanden en/of het plafond van een gebied (bv. magazijn) kan omvatten. Het frame (13) ondersteunt het spoor-reksysteem volgens de onderhavige uitvinding, boven de grond.

De geïllustreerde rekmodule (14) omvat reksamenstellen (28) die compartimenten (34) voor opslag van producten en/of goederen daarin omvatten. De rekmodule (14) wordt ondersteund door een spoormodule (35) die - door haken - is vastgemaakt aan het frame (13). De spoormodule (35) bevat ten minste één paar balken - dwarsbalken (2) - die verbonden zijn met het frame (13). Er wordt aangenomen dat de genoemde dwarsbalken (2) op een stevige maar toch gemakkelijk verwijderbare manier worden verbonden door middel van een hakensysteem.

In het geïllustreerde voorbeeld (figuren 5 en 5) omvat het genoemde hakensysteem ten minste twee haken - balkhaken (3) - per dwarsbalk (2). Voor elke dwarsbalk (2) is ten minste één paar balkhaken (3) vastgemaakt aan en ondersteund door het frame (13) en zijn de genoemde haken geassocieerd met tegenoverliggende - voorste en achterste - horizontale balken (21) van de opslagstructuur. Bevestiging van de haken aan de opslagstructuur vindt plaats door het plaatsen van de balkhaak (3) over een horizontale balk (21) van het frame (13). Er wordt aangenomen dat de balkhaken (3) een opening (19) omvatten waardoor de dwarsbalk (2) ontvangen wordt, waardoor koppeling van de dwarsbalken (2) op een in hoofdzaak parallelle wijze met de stutten plaatsvindt, en loodrecht op de horizontale balken (21) van de reeds bestaande structuur (13). De rand die de opening (19) van de balkhaken (3) omgeeft, definieert een of meerdere tanden (24) die toelaten de balkhaken (3) verwijderbaar te klikken en klemmen op de dwarsbalk (2), wat het aanvullen van inkepingen (7) op regelmatige intervallen over de lengte ervan omvat.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten dwarsbalken (2) een inkeping (7) elke 20 mm, meer bij voorkeur elke 15 mm, zelfs meer bij voorkeur elke 10 mm over de lengte ervan. In een andere uitvoeringsvorm zijn de inkepingen omvat over een afstand tussen 5 en 10 mm.

Het verwijderbare klik-en-klemmechanisme voor de bevestiging van de balkhaken (3) aan dwarsbalken (2) vermindert in hoofdzaak de nood aan gespecialiseerde instrumenten, zorgt voor een erg korte installatietijd vergeleken met de huidige spoor-reksystemen, en laat moeiteloze aanpassing toe. De genoemde aanpassing is mogelijk door de aanwezigheid van de inkepingen (7) op regelmatige en korte intervallen over de lengte van de dwarsbalk (2).

De rand die de opening van een balkhaak (3) omgeeft, omvat verder ten minste één zekeringsclip (16a) voor het stevig klemmen van balkhaken (3) op dwarsbalken (2).

In de huidige stand der techniek worden profielen van 3 of 4 mm dik gebruikt voor de vervaardiging van spoormodulecomponenten. De spoormodule volgens de onderhavige uitvinding omvat daarentegen dwarsbalken (2), balkhaken (377 railbalken (4) en railhaken (5, 6) die gevormd zijn door profielen van ongeveer 2 mm dik.

In het geïllustreerde voorbeeld (figuren 1, 5, 6 en 7) worden de zijranden (9) van de balkhaken (3) loodrecht op de opening (19) van de dwarshaak (3) gevouwen. Deze gevouwen randen (9) laten het gebruik toe van relatief dun materiaal - in het bijzonder vergeleken met de huidige stand der techniek - voor het vervaardigen van lichtere balkhaken (3) zonder in te boeten aan stevigheid, en dus veiligheid van de dwarsrailhaken (3).

Lichter gewicht van de genoemde haken en balken zorgt voor een gemakkelijker transport en een bijna moeiteloze beheerbaarheid tijdens het installatieproces van een spoor-reksysteem volgens de onderhavige uitvinding. Dit leidt, op zijn beurt, tot lagere transportkosten en een beperking van de installatietijd.

De spoormodule, volgens figuren 1, 5, 6 en 7, omvat bovendien zes railhaken (5) -georiënteerd als paren in omgekeerde richtingen - per dwarsbalk (2). De genoemde haken (5) bevatten een hoofdoppervlak dat verticaal georiënteerd is en voorzien is van een opening voor het ontvangen van een dwarsbalk (2). Het hoofdoppervlak van de genoemde railhaken (5) is parallel met het hoofdoppervlak van de balkhaken (3) georiënteerd. De railhaak omvat verder - loodrecht georiënteerd vergeleken met het hoofdoppervlak ervan - een klein oppervlak (8) met een opstaand oppervlak (17). Het opstaande oppervlak (17) is geïllustreerd op figuren 1, 2, 3, 5, 6 en 7 om parallel te zijn met het hoofdoppervlak van de railhaak (5). Analoog met de dwarsbalk (2) omvatten de railhaken (5) een opening (20) waarvan de vorm van de rand tanden definieert die verwijderbaar geklikt kunnen zijn in de complementaire inkepingen (7) die aanwezig zijn op regelmatige intervallen over de lengte van de dwarsbalk (2), waardoor een verwijderbaar klemmechanisme van de railhaak (5) op de dwarsbalk (2) geïnduceerd wordt.

Het hoofdoppervlak van de railhaken (5) omvat verder een zekeringsclip (16b) om spontaan loskomen van het klemmen van de railhaken (5) op de dwarsbalk (2) te voorkomen, en bevestigingsgaten (15) die gepositioneerd zijn onder de opening (20) van de railhaken (5).

In een voorkeursuitvoeringsvorm openen de zekeringsclips (16a, 16b) wanneer railhaken en/of balkhaken op de dwarsbalk geplaatst worden, en sluiten ze enkel wanneer de genoemde haken relatief correct gepositioneerd zijn gezien de inkepingen (7) van de dwarsbalk (2). Zoals is geïllustreerd op figuren 5, 6 en 7 is het kleine oppervlak (8) van de railhaken (5) loodrecht georiënteerd vergeleken met fret hoofdoppervlak van de railhaak (5). Het genoemde kleine oppervlak (8) van de railhaken (5) ondersteunt ten minste een deel van een railbalk (4) van de spoormodule (35). Het opstaande oppervlak (17) van het kleine oppervlak (8) houdt de railbalk (4) op zijn plaats, en voorkomt dat de railbalken (4) slippen, buigen en/of afvallen. In het geïllustreerde voorbeeld omvatten zowel het hoofdoppervlak van de railhaak (5) als de railbalk (4) bevestigingsgaten (15) die optioneel verbonden kunnen zijn en vastgemaakt kunnen worden door middel van een of meerdere klinknagels, een of meerdere schroeven of dergelijke (niet getoond). Figuren 9, 11 en 12 illustreren een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm waarbij de railbalken (4) verwijderbaar zijn vastgemaakt aan de railhaken (5, 5) door middel van een railzekeringsclip (50) die is geklemd op een railzekeringsgat (51) dat aanwezig is op het hoofdoppervlak van de railhaak (4).

Analoog met de zijranden (9) van de balkhaken (3) worden de randen van het hoofdoppervlak van de railhaken (5) gevouwen (27) loodrecht op het hoofdoppervlak van de railhaken (5) om het gebruik toe te laten van dunner materiaal, en toch nog stevigheid te bieden aan de railhaak (5), en bijgevolg veiligheid van het spoor-reksysteem in het algemeen.

Twee types railhaken (5, 6) zijn beschreven in de onderhavige uitvinding: railhaken van het gesloten type (5 en figuur 2) en railhaken van het open type (5 en figuur 3). Een railhaak van het gesloten type (5) omvat een opening (2) die volledig omgeven is door een rand, in de hoofdplaat ervan, terwijl de opening (20) van railhaken van het open type (5) niet volledig omgeven zijn door een rand, en bijgevolg, een G-achtige vorm vormen (gespiegelde G-achtige vorm op figuur 3).

Beide types railhaken (5 en 5) omvatten één of meerdere tanden (25) die complementair zijn en kunnen worden geklikt in de inkepingen (7) die aanwezig zijn over de lengte van dwarsbalken (2). Deze kenmerken van de onderhavige uitvinding zorgen voor een gemakkelijke en verwijderbare plaatsing door een klik-en-klemmechanisme. Daarnaast laat het klemmechanisme en de aanwezigheid van inkepingen (7) over de volledige lengte van de dwarsbalken (2) een eenvoudige en ongecompliceerde aanpassing toe. Een dwarsbalk (2) kan bijvoorbeeld verkort worden zonder haken (3, 5, 5) of andere componenten die op het verwijderde deel van de genoemde dwarsbalk zijn geplaatst, op te geven, aangezien haken (3, 5, 5) of andere componenten gemakkelijk verwijderd en vervangen kunnen worden aan één of meerdere van de inkepingen (7) op het bewaarde deel van de genoemde dwarsbalk (2). Bovendien zorgen de kleine intervallen waarop de genoemde inkepingen (7) aanwezig zijn, voor een gemakkelijke en manuele aanpassing in 0ë u marge van de lengte van het interval door het eenvoudig loskoppelen en vervangen van de balkhaken (3) naar een andere inkeping (7).

Railhaken van het open type (6 en figuur 3) hebben het voordeel dat ze op de dwarsbalk (2) geplaatst kunnen worden na het vastmaken van dwarsbalken (2) op balkhaken (3). Railhaken van het gesloten type (5 en figuur 2) moeten over de dwarsbalk (2) geplaatst worden alvorens de dwarsbalk (2) op balkhaken (3) te bevestigen. Niettegenstaande wordt benadrukt dat de railhaken van het gesloten type (5 en figuur 2) - wanneer ze over de dwarsbalken zijn geplaatst - erg gemakkelijk vervangen kunnen worden over de lengte van de dwarsbalk (2).

De railbalken (4) die worden ondersteund door een of meerdere railhaken (5, 6) zijn omgekeerd georiënteerd ten opzichte van elkaar, zoals is geïllustreerd op figuur 6, en loodrecht ten opzichte van de dwarsbalken (2).

In de huidige stand der techniek zijn de railbalken die deel uitmaken van eenzelfde paar spiegelbeelden van elkaar - linker- en rechter-railbalken - en moeten ze dus als afzonderlijke entiteiten geproduceerd worden. De onderhavige uitvinding daarentegen omvat railbalken met ten minste één symmetrische as, en kunnen dus zowel als de linker- als de rechter-railbalken toegepast worden. Dit vereenvoudigt en verlaagt de kosten en tijd die nodig is voor zowel het productieproces als het installatieproces.

De railbalken (4) hebben een C-achtige dwarsdoorsnedevorm in de illustraties; de genoemde railbalken (4) zouden echter eender welke vorm van dwarsdoorsnede kunnen hebben omvattende een J-achtige onderste deel en een bovenste deel voor het definiëren van een ontvangend gebied daartussen, zolang de railbalken (4) ten minste één symmetrieas omvatten.

In een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de dwarsbalken (2) die besproken zijn in de onderhavige uitvinding, vervaardigd door rug-aan-rug bevestiging van de twee railbalken (4). Dit zorgt voor een uniform productieproces -zonder de rug-aan-rug additie van de railbalken voor de productie van dwarsbalken (2) - voor zowel de railbalken (4) als dwarsbalken (2). Dit laat snellere en doeltreffendere productieprocessen toe.

Omwille van de omgekeerde oriëntatie van gekoppelde railbalken (4) zoals hierboven vermeld, is het ontvangende gebied van een railbalk (4) gericht naar het ontvangende gebied van de gekoppelde railbalk (4) ervan. Zoals is geïllustreerd op figuren 2, 3 en 6 rusten de onderste delen van de railbalken (4) op het kleine oppervlak (8) van de railhaak (4). Het opstaande oppervlak (17) van het kleine oppervlak (8) houdt 0ë railbalken (4) op hun plaats en voorkomt dat ze vallen, slippen en/of bewegen.

In het geïllustreerde voorbeeld (figuur 6) wordt elke railbalk (4) ondersteund door vier railhaken (5) over de lengte ervan. Er wordt echter aangenomen dat eender welk aantal railhaken (5, 6) elke railbalk (4) zou kunnen vasthouden. De railbalken (4) kunnen optioneel vastgemaakt zijn aan de railhaken (5, 6) door het uitlijnen en verbinden (niet getoond) van bevestigingsgaten (15) die aanwezig zijn in de railbalken (4) evenals in het hoofdoppervlak van de railhaken (5, 5). Eén paar omgekeerd georiënteerde en aangrenzende railbalken (4) vormt een spoor (37) dat een reksamenstel (28) ondersteunt met behulp van één of een paar rollerstangen (29) die zijn geconfigureerd om te rollen of schuiven langs de railbalken (4). Terwijl de rollerstangen (29) getoond zijn als omvattende wielen (11) om te rollen, wordt er aangenomen dat de rollerstangen (29) schuifblokken of andere schuifelementen zouden kunnen bevatten om te schuiven langs de railbalken (4). Terwijl drie paar railbalken (4) geïllustreerd zijn op de figuren, wordt er aangenomen dat eender welk aantal paren railbalken (4) gebruikt zouden kunnen worden, afhankelijk van de gewenste lengte of breedte van de rekmodules (14) en/of de afmetingen van het frame (13).

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de balkhaken (3) een in de breedte aanpasbaar haakmechanisme (50) dat toelaat een balkhaak (3) op een horizontale balk (21) te haken, onafhankelijk van de breedte van de horizontale balken (21) van het genoemde frame. Een voorkeursuitvoeringsvorm van het genoemde in de breedte aanpasbare haakmechanisme (60) wordt geïllustreerd op figuur 12, waarbij het genoemde in de breedte aanpasbare haakmechanisme (50) een greepelement (55) omvat dat verwijderbaar is verbonden met een grendelelement (55) door het vergrendelen van aanpassingspinnen (51) die aanwezig zijn op het greepelement (55) in een paar aanpassingsgaten (52) die aanwezig zijn op het grendelelement (55). Wanneer aanpassingspinnen (61) correct gepositioneerd zijn in aanpassingsgaten (62) zal het bevestigingselement (63) gepositioneerd zijn in de bevestigingsgroef (64), en kan het naar boven uitstrekkende deel van het bevestigingselement (63) gebogen worden om te voorkomen dat het greepelement (66) spontaan loskomt. Een andere manier om het greepelement (66) en het grendelelement (65) samen te houden, is door het aanbrengen van een elastische band rond beide componenten. De afstand (68) tussen het vastmaakelement (67) en het hoofdoppervlak van de balkhaak (3) definieert de maximale breedte van een horizontale balk (21) waarover de balkhaak (3) opgehangen kan worden. Positionering van aanpassingspinnen (61) in een verschillend paar aanpassingsgaten (62) zal resulteren in een overeenkomstige afstand (68) tussen het hoofdoppervlak van de balkhaak (3) en het vastmaakelement (67). Dit laatste laat toe balkhaken (3) op te hangen aan horizontale balken (21) met verschillende breedtes. In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm, die getoond is op figuur 13, zijn de aanpassingspinnen (61) zelf voorzien van een haakmechanisme (70). Het genoemde haakmechanisme (70) laat toe de aanpassingspinnen (61) te haken over het oppervlak waarin de aanpassingsgaten (62) zijn voorzien. Op deze manier wordt voorkomen dat het greepelement spontaan loskomt, zonder dat een of meerdere elementen moeten worden gebogen of een of meerdere instrumenten of componenten moeten worden gebruikt. Een schuifgroef (71) uniform met, en gepositioneerd naast de aanpassingsgaten (62) laat toe de aanpassingspinnen (61) van het greepelement (66) correct te positioneren ten opzichte van de aanpassingsgaten (62) van het grendelelement (65).

In het geïllustreerde voorbeeld omvat elke rekcomponent (30) meerdere compartimenten (34) die gebruikt kunnen worden voor de opslag van producten en/of goederen. Elke rekcomponent (30) omvat een paar zijwanden (36), meerdere vloeren (39), meerdere backstops (40) en een paar bovenste verbindingselementen (38). Elke vloer (39) strekt zich uit tussen het paar zijwanden (36) en definieert één van de compartimenten (34). Eén van de backstops (40) bevindt zich aan de achterkant van elke component (34) en strekt zich ook uit tussen het paar zijwanden (36).

De zijwanden (36), de vloeren (39) en de backstops (40) kunnen gemaakt zijn uit een flexibel materiaal om toe te laten dat de zijwanden (36) samengeduwd kunnen worden wanneer het reksamenstel (28) geen producten of goederen daarin bevat. Er wordt echter aangenomen dat de reksamenstellen (28) of enige delen daarvan gevormd zouden kunnen worden uit stevige materialen. Figuren 7 en 8 illustreren dat meerdere reksamenstellen (28) ondersteund worden door de spoormodule (35). In het geïllustreerde voorbeeld worden er zes reksamenstellen (14) ondersteund door één paar railbalken (spoor, 37), samen met drie paar railbalken (4). Er wordt benadrukt dat eender welk aantal reksamenstellen (28) en/of sporen (37) gebruikt kan worden. Bovendien omvat elk reksamenstel (28) zes compartimenten (34) die gestapeld zijn als drie bij twee compartimenten (34). Er wordt aangenomen dat de illustraties louter een uitvoeringsvorm voorstellen en dat andere uitvoeringsvormen eender welk aantal compartimenten (34) kunnen omvatten, zowel horizontaal als verticaal.

In gebruik wordt het spoor-reksysteem gevuld met producten en/of goederen door het plaatsen van de producten en/of goederen in de compartimenten (34). Elk reksamenstel (28) kan verplaatst worden langs de railbalken (4) zodat een reksamenstel (28) dat zich achter de voorste rij van reksamenstellen (28) bevindt, toegankelijk zou zijn. Producten en/of goederen kunnen selectief verwijderd worden uit de compartimenten (34) van het spoor-reksysteem op in hoofdzaak dezelfde manier als waarop de compartimenten (34) gevuld worden, maar met het verwijderen van de producten uit de compartimenten (34) in plaats van het plaatsen van de producten binnen de compartimenten (34).

Figuren 7 en 8 tonen een spoor-reksysteem waarbij alle compartimenten (34) in één richting gericht zijn zodat de producten toegankelijk zijn vanuit een gang voor het frame (13) door één of meerdere reksamenstellen (28) aan de kant te zetten voor toegang tot compartimenten (34) die gepositioneerd zijn in reksamenstellen (28) achter de eerste rij van reksamenstellen (28). De oriëntatie van de compartimenten (34) is hier uiteraard niet toe beperkt aangezien figuren 7 en 8 slechts één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding voorstellen.

In een andere uitvoeringsvorm kunnen compartimenten (34) van reksamenstellen (28) gericht zijn naar aangrenzende reksamenstellen (28) zodat de producten en/of goederen toegankelijk zijn door het vormen van een gang tussen reksamenstellen (28).

In nog een andere uitvoeringsvorm kunnen compartimenten (34) van reksamenstellen (28) gericht zijn naar de buitenkant van de reeds bestaande structuur (13) zodat de producten toegankelijk zijn vanuit een gang voor, achter of naast de reeds bestaande structuur (13).

Om de reksamenstellen (28) te mobiliseren, zijn de bovenste verbindingselementen (38) van de reksamenstellen (28) vastgemaakt aan één of meerdere rollerstangen (29) die verbonden zijn met elk van de uiteinden ervan aan een mobiliteitscomponent (11), waardoor elk individueel reksamenstel (28) kan schuiven of rollen langs de railbalken (4).

Er wordt aangenomen dat een rij reksamenstellen (28) samen verbonden zouden kunnen worden - door elk aangrenzend paar reksamenstellen (28) die een zijwand (36) delen zoals hierboven besproken - zodat een rij van de reksamenstellen (28) samen bewegen.

In het geïllustreerde voorbeeld (figuur 8) strekken de rollerstangen (29) zich uit door een ruimte die wordt gedefinieerd door de bovenste verbindingselementen (38). De uiteinden van de rollerstangen (29) zijn verbonden met wielen (11) of andere mobiliteitscomponenten zoals schuifblokken (zie hierboven). De genoemde verbonden wielen of andere mobiliteitscomponenten komen uit in het ontvangende deel van de railbalken (4). Om te voorkomen dat de wielen (11) of andere mobiliteitscomponenten bewegen in een richting loodrecht op de lengte van de railbalken (4), worden de rollerstangen (29) voorzien van twee schijven (12). De rollerstang (29) strekken zich uit door het midden van de schijven (12) die zodanig geplaatst zijn dat de randen van de railbalken (4) die de ontvangende delen van de railbalken (4) afbakenen, elk geplaatst zijn tussen één van de wielen (11) - of andere mobiliteitscomponenten - en één van de schijven (12) voorzien door de rollerstang (29) (figuren 4 en 8).

Op figuren 4 en 8 wordt er geïllustreerd dat de genoemde schijven (12) een cirkelvorm hebben. De vorm van de schijven (12) is hier uiteraard niet toe beperkt.

De aanwezigheid van de schijven (12) sluit beweging van de bovenste component (23) uit, en meer in het bijzonder de bovenste verbindingselementen (38), naar de wielen (11) - of andere mobiliteitscomponenten. Op deze manier wordt ongewenste interferentie van de bovenste verbindingselementen (38) met de mobiliteit van de wielen (11) voorkomen.

Zoals hierboven besproken is, biedt de onderhavige uitvinding een spoor-reksysteem dat lichter is, en dus gemakkelijker kan worden vervoerd. Daarnaast onderscheidt de onderhavige uitvinding zich van de stand der techniek door het voorzien van componenten die geassembleerd kunnen worden zonder gespecialiseerde instrumenten of een ervaren reeks van installatievaardigheden, omwille van de eenvoudige en verwijderbare klik-en-klem aard.

De onderhavige uitvinding biedt daarom in een tweede aspect een kit voor het omzetten van een reeds bestaande structuur in een spoor-reksysteem.

De genoemde kit omvat de noodzakelijke componenten voor het omzetten van een frame tot een spoor-reksysteem zoals hierboven is besproken. De genoemde componenten omvatten ten minste meerdere balkhaken (3) die gehaakt kunnen worden over de horizontale balken (21) van een frame (13) en laat de ontvangst van, en het verwijderbaar klemmen op, dwarsbalken (2) toe, zoals hierboven is besproken; meerdere dwarsbalken (2) die gekoppeld kunnen worden met ten minste twee balkhaken (3) via een opening (19) in de genoemde haken (3); meerdere railhaken (5, 6) die gekoppeld kunnen worden - en verwijderbaar geklemd zoals hierboven is besproken - met de genoemde dwarsbalken (2) via een opening in de genoemde railhaken (5, 6); meerdere railbalken (4) die ondersteund kunnen worden door de genoemde railhaken (5, 6) zoals hierboven is besproken; en componenten voor fret assembleren van een rekmodule (14) zoals hierboven is besproken.

De componenten voor het assembleren van een rekmodule (14) omvatten ten minste meerdere rollerstangen (29) omvattende schijven (12) en middelen voor het verbinden van mobiliteitscomponenten aan de uiteinden ervan; meerdere mobiliteitscomponenten (11); een paar zijwanden (36); een bovenste wand (31); één of meerdere vloeren (39); en één of meerdere backstops (40).

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kit meerdere balkhaken (3) die gehaakt kunnen worden over de horizontale balken (21) van een frame (13) en de ontvangst van, en het verwijderbaar klemmen op, dwarsbalken (2) toelaten, zoals hierboven is besproken; meerdere dwarsbalken (2) die gekoppeld kunnen worden met ten minste twee balkhaken (3) via een opening (19) in de genoemde haken (3); meerdere railhaken (5, 6) die gekoppeld kunnen worden - en verwijderbaar geklemd kunnen worden zoals hierboven is besproken - met de genoemde dwarsbalken (2) via een opening in de genoemde railhaken (5, 6); meerdere railbalken (4) die ondersteund kunnen worden door de genoemde railhaken (5, 6) zoals hierboven is besproken; en een reksamenstel (14) dat reeds (gedeeltelijk) geassembleerd is, waarbij de zijwanden (36), vloeren (39), backstops (40) en bovenste wanden (31) geassocieerd zijn, en de rollerstangen (29) vastgemaakt zijn aan de bovenste verbindingsdelen (38) van het reksamenstel (14) zoals hierboven is besproken.

In een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de kit meerdere balkhaken (3) die gehaakt kunnen worden over de horizontale balken (21) van een frame (13) en de ontvangst van, en het verwijderbaar klemmen op, dwarsbalken (2) toelaten, zoals hierboven is besproken; meerdere dwarsbalken (2) die gekoppeld kunnen worden met ten minste twee balkhaken (3) via een opening (19) in de genoemde haken (3); meerdere railhaken (5, 6) die gekoppeld kunnen worden - en verwijderbaar geklemd zoals hierboven is besproken - met de genoemde dwarsbalken (2) via een opening in de genoemde railhaken (5, 6); meerdere railbalken (4) die ondersteund kunnen worden door de genoemde railhaken (5, 6) zoals hierboven is besproken; en een (gedeeltelijk) geassembleerd reksamenstel (14) - in plaats van louter losse componenten - met flexibele wanden (31, 36, 39 en/of 40), die opgevouwen kunnen worden om een beperkte ruimte in te nemen om de afmetingen van de kit te beperken.

Er wordt verondersteld dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot enige uitvoeringsvorm die hierboven is beschreven en dat bepaalde wijzigingen kunnen worden toegevoegd aan het onderhavige voorbeeld van fabricatie zonder herwaardering van de bijgevoegde conclusies.

Claims (42)

1. Conclusies

   1. Spoor-reksysteem omvattende a) een frame (13) met meerdere verticale palen en meerdere horizontale balken (21) ondersteund door de verticale palen (22), en b) een spoor- (35) en rek- (14) module die is verbonden met het genoemde frame, de genoemde modules (14, 35) omvattend: - meerdere balkhaken (3), die gekoppeld zijn met de horizontale framebalken (21); - meerdere dwarsbalken (2), die gekoppeld zijn met ten minste twee balkhaken via een opening in de genoemde balkhaak; - meerdere railhaken (5,5), die gekoppeld zijn met de genoemde dwarsbalken (2); - meerdere railbalken (4), die ondersteund worden door de genoemde railhaken (5,5); en - een reksamenstel (28), dat verplaatst kan worden tussen een gekoppelde reeks railbalken (4), met het kenmerk dat de genoemde dwarsbalken (2) zijn voorzien van meerdere inkepingen (7), die regelmatig gepositioneerd zijn langs de lengte van de genoemde dwarsbalk (2) om de genoemde balkhaken (3) en railhaken (5, 5) te laten klemmen op dwarsbalken (2).
2. 2. Het spoor-reksysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de koppeling van balkhaken (3) en/of railhaken (5, 5) verwijderbaar is.
3. 3. Het spoor-reksysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de koppeling van balkhaken (3) en/of railhaken (5,5) met dwarsbalken (2) een klik-en-klemmechanisme bevat.
4. 4. Het spoor-reksysteem volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat de genoemde balkhaken (3) een rand omvatten die de opening van de genoemde balkhaken (3) omgeeft, welke rand klikt in de inkepingen (7) van de dwarsbalken (2).
5. 5. Het spoor-reksysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de genoemde rand van de opening van de balkhaak (3) één of meerdere tanden (24) omvat die klikken in de inkepingen (7) van de dwarsbalk.

   5. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde railhaken (5,5) een rand omvatten die de opening van de genoemde railhaken omgeeft, welke rand klikt in de inkepingen (7) van de genoemde dwarsbalk.
6. 7. Het spoor-reksysteem van conclusie 6, met het kenmerk dat de genoemde rand omvat is uit tanden die worden geklikt in de inkepingen (7) van de genoemde dwarsbalk.
7. 8. Het spoor-reksysteem volgens conclusie 4 of 6, met het kenmerk dat de balkhaken (3) en/of de railhaken (5,6) een zekeringsclip (16a en 16b, respectievelijk) omvatten voor het verzekeren van het klemmen.
8. 9. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde dwarsbalken (2) inkepingen (7) omvatten elk 5 tot 100 mm, meer bij voorkeur elke 5 tot 50 mm, en meest bij voorkeur elke 5 tot 20 mm.
9. 10. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dwarsbalken (2), balkhaken (3), railbalken (4) en railhaken (5,6) een profieldikte tussen 1,5 en 2,5 mm omvatten.
10. 11. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dwarsbalken (2) twee rug-aan-rug railbalken (4) omvatten.
11. 12. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de balkhaken (3) zijn vastgemaakt aan de horizontale framebalken (21) dooreen haakmechanisme.
12. 13. Het spoor-reksysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de balkhaken (3) een in de breedte aanpasbaar haakmechanisme omvatten.
13. 14. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de opening van railhaken (5,6) omgeven is door een rand.
14. 15. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de opening van één of meerdere railhaken (5,6) onvolledig omgeven is door een rand.
15. 16. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de balkhaken (3) en railhaken (5,6) een of meerdere ten minste gedeeltelijk gevouwen randen (9 en 27, respectievelijk) omvatten.
16. 17. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met fret kenmerk dat de railhaken (5,6) ten minste één klein oppervlak (8) omvatten voor het ondersteunen van ten minste een deel van een railbalk (4).
17. 18. Het spoor-reksysteem volgens conclusie 17, met het kenmerk dat het kleine oppervlak (8) van de railhaken (5, 6) een of meerdere ten minste gedeeltelijk opstaande oppervlakken (17) omvat.
18. 19. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rails (4) vastgemaakt zijn aan een railhaak (5,6) door middel van een of meerdere klinknagels, een of meerdere schroeven, of dergelijke.
19. 20. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rails (4) verwijderbaar vastgemaakt zijn aan een railhaak (5,6) door middel van een of meerdere zekeringsclips (50).
20. 21. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de railbalken (4) een deel omvatten voor het ontvangen van mobiliteitscomponenten (11).
21. 22. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gekoppelde railbalken (37) in omgekeerde richtingen georiënteerd zijn.
22. 23. Het spoor-reksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gekoppelde railbalken (4) verbonden zijn door een of meerdere rollerstangen (29).
23. 24. Een kit voor het omzetten van een frame tot een spoor-reksysteem, de genoemde kit omvattend: - meerdere balkhaken (3); - meerdere dwarsbalken (2): - meerdere railhaken (5,6); - meerdere railbalken (4); en - componenten van de rekmodule (14); met het kenmerk dat de genoemde dwarsbalken (2) zijn voorzien van meerdere inkepingen (7), die regelmatig gepositioneerd zijn langs de lengte van de genoemde dwarsbalk (2) om de genoemde balkhaken (3) en railhakëFr (5.6) te laten klemmen op dwarsbalken (2).
24. 25. De kit volgens conclusie 24, met het kenmerk dat de genoemde balkhaken (3) en railhaken (5,6) geschikt zijn om te klemmen op de dwarsbalken (2) door een verwijderbaar klik- en/of klemmechanisme.
25. 26. De kit volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk dat de genoemde balkhaken (3) en railhaken (5,6) een opening (19 en 20, respectievelijk) in het hoofdoppervlak ervan omvatten, omgeven door een rand die kan worden geklikt in de genoemde inkepingen (7) die aanwezig zijn over de lengte van een dwarsbalk (2).
26. 27. De kit volgens conclusie 26, met het kenmerk dat de genoemde opening (20) van één of meerdere railhaken (5,6) onvolledig (5) omgeven is door een rand.
27. 28. De kit volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk dat één of meerdere balkhaken (3) of railhaken (5,6) een rand omvatten die één of meerdere tanden (24) definieert die geschikt zijn om geklikt te worden in de inkepingen (7) van een dwarsbalk (2).
28. 29. De kit volgens één der conclusies 24 tot 28, met het kenmerk dat balkhaken (3) zijn voorzien van een in de breedte aanpasbaar haakmechanisme (60).
29. 30. De kit volgens één der conclusies 24 tot 29, met het kenmerk dat de genoemde balkhaken (3) en railhaken (5,6) één of meerdere zekeringsclips (16a en 16b, respectievelijk) omvatten.
30. 31. De kit volgens één der conclusies 24 tot 30, met het kenmerk dat de genoemde dwarsbalken (2) inkepingen (7) omvatten elk 5 tot 100 mm, meer bij voorkeur elke 5 tot 50 mm, en meest bij voorkeur elke 5 tot 20 mm.
31. 32. De kit volgens één der conclusies 24 tot 31, met het kenmerk dat de dwarsbalken (2), balkhaken (3), railbalken (4) en railhaken (5,6) een profieldikte tussen 1,5 en 2,5 mm omvatten.
32. 33. De kit volgens één der conclusies 24 tot 32, met het kenmerk dat de balkhaken (3) en railhaken (5,6) een of meerdere ten minste gedeeltelijk gevouwen randen (9 en 27, respectievelijk) omvatten.
33. 34. De kit volgens één der conclusies 24 tot 33, met het kenmerk dat de railhaken (5.6) ten minste één klein oppervlak (8) omvatten loodrecht op het hoofdoppervlak ervan.
34. 35. De kit volgens conclusie 34, met het kenmerk dat het kleine oppervlak (¾} loodrecht op het hoofdoppervlak van railhaken (5,5) ten minste één opstaand oppervlak (27) omvat parallel met het hoofdoppervlak van de railhaak (5,6).
35. 36. De kit volgens één der conclusies 24 tot 32, met het kenmerk dat de railhaken (5,6) en railbalken een of meerdere bevestigingsgaten (15) of railzekeringsgaten (51) omvatten.
36. 37. De kit volgens conclusie 36, met het kenmerk dat de kit verder een of meerdere klinknagels, schroeven, railzekeringsclips (50) of dergelijke omvat.
37. 38. De kit volgens één der conclusies 24 tot 37, met het kenmerk dat de railbalken (4) een deel omgeven dat geschikt is voor het ontvangen van mobiliteitscomponenten (11).
38. 39. De kit volgens één der conclusies 24 tot 38, met het kenmerk dat de genoemde dwarsbalken (2) twee rug-aan-rug railbalken (4) omvatten.
39. 40. De kit volgens één der conclusies 24 tot 39, met het kenmerk dat de componenten van de rekmodule (14) ten minste meerdere rollerstangen (29), meerdere mobiliteitscomponenten (11), een paar zijwanden (36), een bovenste wand (31), een of meerdere vloeren (39), een of meerdere backstops (40) en een of meerdere bovenste verbindingselementen (38) omvatten.
40. 41. De kit volgens conclusie 40, met het kenmerk dat de rekmodule (14) gedeeltelijk of volledig geassembleerd is.
41. 42. De kit volgens conclusie 40 of 41, met het kenmerk dat ten minste een deel van de bovenste verbindingselementen (38), bovenste wand (31), zijwand (36), vloer (39) en/of backstops (40) flexibel zijn.
42. 43. De kit volgens conclusie 42, met het kenmerk dat genoemde flexibele componenten (31, 36, 38, 39 en 40) opgevouwen zijn in de kit.