BE1029864A1

BE1029864A1 - Een flexibel railreksysteem en kit voor het omzetten van een frame tot een flexibel railreksysteem

Info

Publication number: BE1029864A1
Application number: BE20215821A
Authority: BE
Inventors: Henryk Wojtyla
Original assignee: Conteyor Int Nv
Priority date: 2021-10-20
Filing date: 2021-10-20
Publication date: 2023-05-16
Also published as: BE1029864B1; US12054340B2; EP4169853A1; US20230121394A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een railreksysteem omvattende een frame met een veelvoud van verticale palen en horizontale balken, en verder omvattende een spoor- en rek-module die met het genoemde frame verbonden zijn, waarbij de genoemde modules een veelvoud van balkhaken, een veelvoud van dwarsbalken, een veelvoud van railhaken, een veelvoud van railbalken en een reksamenstel omvatten, waarbij een balkhaak minstens twee telescopische U-vormige profielen omvat, waarbij een buitenste profiel een lip omvat voor het haken op genoemde horizontale balken, en waarbij een binnenste profiel een horizontale ondersteuningsvlak omvat voor ondersteuning van een dwarsbalk. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een kit voor het omzetten van een frame tot een railreksysteem.

Description

1 BE2021/5821

EEN FLEXI BEL RAI LREKSYSTEEM EN KIT VOOR HET OMZETTEN VAN EEN

FRAME TOT EEN FLEXI BEL RAI LREKSYSTEEM

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op het technische gebied van opslag in opslagplaatsen en/of magazijnen.

STAND DER TECHNIEK

In tijden waarin globalisatie en tijd essentiële en cruciale aspecten voor commerciële instellingen zijn, moeten allerlei soorten verschillende producten en materialen in veelvoud beschikbaar zijn om een snelle en betrouwbare service te garanderen. Om klanten en/of werknemers snel van het gewenste product te voorzien, is het noodzakelijk de genoemde producten op een structurele en gemakkelijke manier te organiseren zonder te veel ruimte in te nemen om kosten te besparen. Een belangrijk deel van het opslaan en behandelen van goederen is het ophalen van producten voor verkoop uit een pakhuis, hetgeen gewoonlijk manueel gebeurt. Dit resulteert in een tijdrovend en arbeidsintensief proces voor het ophalen van goederen uit een pakhuis bij het verwerken van een order, wat tot 55% van de werkingskosten van opslagplaatsen vertegenwoordigt. Bijgevolg is het erg belangrijk producten doeltreffend op te slaan en te organiseren in een gebruiksvriendelijke, gemakkelijk toegankelijk en duidelijk opslagsysteem.

Dergelijk opslagsysteem is onder meer gekend uit BE 1 024 185 (BE 185). BE 185 beschrijft een railreksysteem omvattende een frame met verticale palen die door horizontale balken verbonden zijn en die de horizontale balken ondersteunen, een veelvoud van balkhaken, die met de horizontale balken gekoppeld zijn, een veelvoud van dwarsbalken die via een opening in de balkhaken met ten minste twee balkhaken gekoppeld zijn, een veelvoud van railhaken die met de dwarsbalken gekoppeld zijn en een veelvoud van railbalken die door de railhaken ondersteund worden. Tussen de gekoppelde reeks railbalken is een horizontaal verplaatsbaar reksamenstel.

Deze gekende inrichting volgend nadeel. De balkhaken die met de horizontale balken gekoppeld zijn, strekken zich onder de horizontale balken uit. In het gedeelte dat zich onder de horizontale balken uitstrekt bevindt zich de opening voor het koppelen van een dwarsbalk. Hierdoor bevinden de dwarsbalken en automatisch de railbalken

2 BE2021/5821 zich onder de horizontale balken, waardoor nuttige opslagruimte in het opslagsysteem door de dwarsbalken en railbalken is ingenomen. Een ander nadeel van het gekende opslagsysteem is dat balkhaken over de horizontale balken haken.

Hierdoor kan, bij het laden van goederen op een niveau boven het opslagsysteem, met een vorkheftruck tegen de balkhaken gestoten worden, waardoor de balkhaken beschadigd worden.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een railreksysteem volgens conclusie 1.

Het grote voordeel van dit railreksysteem is dat het een balkhaak minstens twee telescopisch U-vormige profielen omvat. Een buitenste profiel omvat een lip voor het haken op de horizontale balken. Een binnenste profiel omvat een horizontaal ondersteuningsvlak voor ondersteuning van een dwarsbalk. Doordat de balkhaak telescopisch is, kunnen de dwarsbalken met behulp van deze balkhaken tussen of op een gewenste hoogte onder de horizontale balken gepositioneerd worden. Hierdoor is met één type balkhaak een flexibele indeling van het railreksysteem mogelijk, bijvoorbeeld een railreksysteem waarbij het reksamenstel op een gewenste hoogte boven een vloeroppervlak gepositioneerd is of bijvoorbeeld een reksamenstel waarbij opslagruimte in het railreksysteem binnen het frame gemaximaliseerd is. De balkhaken haken niet over, maar op de horizontale balken, waardoor bij het laden van goederen op een niveau boven het opslagsysteem een minimale kans op beschadiging door een vorkheftruck bestaat.

Voorkeursvormen van het railreksysteem worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 14.

Een specifieke voorkeursvorm betreft een railreksysteem volgens conclusie 5.

Bij deze voorkeursvorm omvat de balkhaak een J-vormige beugel, waarbij de J- vormige beugel met een lang been van de J-vormige beugel verschuifbaar aan de onderzijde van het horizontale ondersteuningsvlak bevestigd is. Een kort been van

3 BE2021/5821 de J-vormige beugel dient voor het ondersteunen van een railbalk. Hierdoor kan een railbalk niet enkel binnen het frame geplaatst worden, maar is het eveneens mogelijk om door het verschuiven van de J-vormige beugel de railbalk buiten het frame te positioneren, waardoor opslagruimte in het railreksysteem buiten het frame kan uitgebreid worden.

In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een kit volgens conclusie 15. Deze kit is voordelig voor het omzetten van een frame tot een railreksysteem, doordat het railreksysteem met behulp van telescopische balkhaken flexibel kan ingedeeld worden. Bijvoorbeeld kan een rekmodule op een gewenste hoogte boven een vloeroppervlak gepositioneerd worden of kan opslagruimte in het railreksysteem binnen het frame gemaximaliseerd worden door de dwarsbalken tussen horizontale balken van het frame te positioneren. Er zijn geen specifieke balkhaken voor een frame vereist, waardoor de kit voor meerdere frames, met verschillende afmetingen, geschikt is.

BESCHRIJVING VAN DE FI GUREN

Figuur 1 toont een dwarsbalk (2) die is gekoppeld aan twee balkhaken (3) en zes railhaken (5), waarbij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geassembleerde dwarsbalkset (1) wordt geïllustreerd, volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een railhaak van het gesloten type, de koppeling van de genoemde railhaak (5) door middel van tanden (26) op een dwarsbalk (2) en de ondersteuning van een railbalk (4) door een railhaak van het gesloten type (5), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 3 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een railhaak van het open type, de koppeling van de genoemde railhaak (6) door middel van tanden (26) op een dwarsbalk (2) en de ondersteuning van een railbalk (4) door een railhaak van het open type (6), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 4 toont een gedetailleerde voorstelling van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een rollerstang (29), ondersteund door twee tegenovergesteld georiënteerde railbalken (4) die een spoor bieden voor het rollen of schuiven van

4 BE2021/5821 mobiliteitscomponenten (11) die verbonden zijn met de uiteinden van een rollerstang (29), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 5 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm met betrekking tot de ophanging van een dwarsbalkset (1) op een frame (13), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 6 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geassembleerde en opgehangen spoormodule (35) op een frame (13), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 7 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een railreksysteem, omvattende een spoormodule (35) en een rekmodule (14), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 8 toont een gedetailleerd en gedeeltelijk doorsnedezicht van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de ophanging van een reksamenstel (28) op railbalken (4) van een spoormodule (35), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 9 toont een railzekeringsclip (50), volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 10 en Figuur 11 tonen de verwijderbare verbinding van een railzekeringsclip (50) aan een railhaak van het gesloten type (5) door bevestiging aan het railzekeringsgat (51). Een railbalk (4) wordt door dit kenmerk op zijn plaats gehouden.

Figuur 12 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm met betrekking tot de ophanging van een dwarsbalkset (1) op een frame (13), volgens de onderhavige uitvinding, waarbij J-vormige beugels (71) van balkhaken (3) maximaal mogelijk naar buiten verschoven zijn.

Figuur 13A en Figuur 13B tonen een balkhaak (3) volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, in respectievelijk een volledig ingeschoven positie en een volledig uitgeschoven positie.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals 5 ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een railreksysteem dat het gebruik van een bestaand frame in een magazijn als een opslagsysteem toelaat.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het railreksysteem een frame met een veelvoud van verticale palen en een veelvoud van horizontale balken ondersteund door de verticale palen, en verder omvattende een spoor- en rekmodule die met het genoemde frame verbonden zijn, waarbij de genoemde modules omvatten: - een veelvoud van balkhaken, die gekoppeld zijn met genoemde horizontale balken; - een veelvoud van dwarsbalken, die gekoppeld zijn met ten minste twee balkhaken; - een veelvoud van railhaken, die gekoppeld zijn met de genoemde dwarsbalken, waarbij de dwarsbalken van een veelvoud van inkepingen voorzien zijn, die regelmatig langs de lengte van de genoemde dwarsbalk gepositioneerd zijn om railhaken te klemmen op de dwarsbalken;

6 BE2021/5821 - een veelvoud van railbalken, die ondersteund worden door de genoemde railhaken; en - een reksamenstel, dat tussen een gekoppelde reeks railbalken verplaatsbaar is;

Een balkhaak omvat minstens twee telescopische U-vormige profielen. De telescopische profielen zijn bij voorkeur uit geplooide staalplaat. De U-vormige profielen hebben een dwarsdoorsnede in de vorm van een letter U. De U-vormige profielen omvatten een basis en aan ieder eind van de basis een zijwand. De zijwanden hebben een hoogte, loodrecht gemeten vanaf de basis, van minstens 5 cm, bij voorkeur minstens 6 cm, bij meer voorkeur minstens 7 cm. De telescopische

U-vormige profielen zijn verschuifbaar in elkaar geplaatst, waarbij ieder volgend U- vormig profiel binnen een vorig U-vormig profiel gelegen is, waarbij de basis van een volgend U-vormig profiel tegen de basis van een vorig U-vormig profiel aanligt en waarbij de zijwanden van een volgend U-vormig profiel tegen de zijwanden van een vorig U-vormig profiel aanliggen.

Een buitenste U-vormig profiel is één van de telescopische U-vormige profielen en omvat een lip voor het haken op genoemde horizontale balken. De lip is bij voorkeur een omgeplooide rand van de basis. De rand strekt zich bij voorkeur voor omplooien verder dan de zijwanden uit. De lip strekt zich bij voorkeur minstens 1 cm verder dan de zijwanden uit, bij meer voorkeur minstens 2 cm en bij nog meer voorkeur minstens 3 cm. De lip is bij voorkeur 90° + 3° omgeplooid ten opzichte van de basis, bij voorkeur 90° + 2°, bij meer voorkeur 90° + 1° en bij nog meer voorkeur 90° + 0.5°. De lip is in een richting weg van vrije uiteinden van de zijwanden omgeplooid.

Een binnenste profiel is één van de telescopische U-vormige profielen en omvat een horizontaal ondersteuningsvlak voor ondersteuning van een dwarsbalk. Het ondersteuningsvlak is bij voorkeur een omgeplooide rand van de basis. Het ondersteuningsvlak strekt zich bij voorkeur voor omplooien verder dan de zijwanden uit. Het ondersteuningsvlak strekt zich bij voorkeur minstens 5 cm verder dan de zijwanden uit, bij meer voorkeur minstens 6 cm en bij nog meer voorkeur minstens 7 cm. Het ondersteuningsvlak is bij voorkeur 90° + 3° omgeplooid ten opzichte van de basis, bij voorkeur 90° + 2°, bij meer voorkeur 90° + 1° en bij nog meer voorkeur 90° + 0.5°. Het ondersteuningsvlak is naar vrije uiteinden van de zijwanden — omgeplooid.

7 BE2021/5821

Het binnenste profiel is zo in het buitenste profiel gepositioneerd dat de lip en het ondersteuningsvlak aan tegenoverliggende uiteinden van de basissen van het binnenste en het buitenste profiel gelegen zijn. De basis van het buitenste profiel is tegen een staande wand van een horizontale balk van het frame geplaatst. De lip ligt bovenop de genoemde horizontale balk. Een dwarsbalk is aan een balkhaak gekoppeld door het plaatsen van de dwarsbalk tussen de zijwanden van het binnenste profiel en liggend op het ondersteuningsvlak. De dwarsbalk is door de zijwanden in een richting dwars op de zijwanden geïmmobiliseerd. De dwarsbalk is door het ondersteuningsvlak in een richting gericht naar het ondersteuningsvlak geïmmobiliseerd. De koppeling tussen balkhaak en dwarsbalk is verwijderbaar.

Balkhaken aan tegenoverliggende uiteinden van een dwarsbalk zijn aan horizontale balken van het frame gekoppeld doordat de basissen van de balkhaken tegen de tegenoverliggende uiteinden van de dwarsbalk aanliggen en in die richting geïmmobiliseerd zijn. De koppeling tussen een balkhaak en een horizontale balk is verwijderbaar.

Een tussenliggend profiel is één van de telescopische U-vormige profielen.

Tussenliggende profielen zijn tussen het buitenste profiel en het binnenste profiel gelegen. Tussenliggende profielen omvatten geen lip of horizontaal ondersteuningsvlak, waardoor deze in een groef begrensd door de basis en de zijwanden van een vorige U-vormig profiel vrij verschuifbaar zijn.

Het railreksysteem heeft het voordeel dat het gemakkelijk gewijzigd kan worden volgens de behoeften van een klant aangezien de inkepingen die aanwezig zijn op de dwarsbalk toelaten railhaken op gewenste afstanden van elkaar over de lengte van de dwarsbalk vast te maken, terwijl een stevig, veilig en efficiënt opslagsysteem wordt geboden.

Deze uitvoeringsvorm is voordelig omdat de balkhaak telescopisch is, waardoor de dwarsbalken met behulp van deze balkhaken tussen of op een gewenste hoogte onder de horizontale balken kunnen gepositioneerd worden. Hierdoor is met één type balkhaak een flexibele indeling van het railreksysteem mogelijk, bijvoorbeeld een railreksysteem waarbij het reksamenstel op een gewenste hoogte boven een vloeroppervlak gepositioneerd is of bijvoorbeeld een reksamenstel waarbij opslagruimte in het railreksysteem binnen het frame gemaximaliseerd is. De balkhaken haken niet over, maar op de horizontale balken, waardoor bij het laden van goederen op een niveau boven het opslagsysteem een minimale kans op

8 BE2021/5821 beschadiging door een vorkheftruck bestaat. Verwijderbare koppelingen tussen balkhaak en horizontale balk en tussen balkhaak en dwarsbalk is voordelig omdat dit manuele aanpassingen toelaat, zonder dat een specifieke set instrumenten en/of vaardigheden vereist zijn.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een balkhaak een buitenste profiel, een tussenliggend profiel en een binnenste profiel. Dit is voordelig voor een voldoende flexibiliteit in het positioneren van een draagbalk tussen of op een gewenste hoogte onder de horizontale balken, terwijl de balkhaak een beperkte dikte heeft, waardoor een draagbalk een maximale lengte tussen de horizontale balken kan hebben.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de telescopische U-vormige profielen borgingsgaten. De borgingsgaten zijn op lijn geplaatst. De borgingsgaten zijn in een longitudinale richting in de zijwanden van de telescopische U-vormige profielen aangebracht. Bij voorkeur zijn de borgingsgaten in een omgeplooide rand van de zijwanden aangebracht, waarbij de omgeplooide rand substantieel evenwijdig is met de basis van de telescopische U-vormige profielen. De borgingsgaten zijn bij voorkeur symmetrisch ten opzichte van een lengteas van een U-vormig profiel aangebracht. Tussen naastliggende gaten van het buitenste profiel en optionele tussenliggende profielen is telkens een gelijke eerste tussenafstand. Tussen naastliggende borgingsgaten van het binnenste profiel is telkens een gelijke tweede tussenafstand. De eerste tussenafstand en de tweede tussenafstand zijn verschillend.

De borgingsgaten zijn voordelig voor het fixeren van onderlinge posities tussen de telescopische U-vormige profielen nadat deze op een gewenste lengte zijn in- of uitgeschoven. De telescopische U-vormige profielen worden aan elkaar bevestigd met behulp van pennen, met behulp van bouten en moeren, met behulp van kliksysteem of met behulp van een ander geschikt borgingsmiddel. Een verschillende eerste tussenafstand en tweede tussenafstand zijn voordelig om een kleinere regelstap te bekomen, zonder dat in alle telescopische U-vormige profielen borgingsgaten met een kleine tussenafstand moeten worden aangebracht. Een gelijke eerste tussenafstand tussen borgingsgaten van het buitenste profiel en tussenliggende profielen is voordelig om te garanderen dat wanneer een buitenste profiel en een tussenliggend profiel ten opzichte van elkaar verschoven zijn, hun borgingsgaten gealigneerd zijn zodat een borgingsmiddel gegarandeerd doorheen een borgingsgat

9 BE2021/5821 van het binnenste profiel en de gealigneerde borgingsgaten van optionele tussenliggende profielen en/of het buitenste profiel kan geplaatst worden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de balkhaak in een ingeschoven positie een hoogte die maximaal gelijk is aan een hoogte van de genoemde horizontale balken van het frame, vermeerderd met een dikte van de lip voor het haken op de genoemde horizontale balken. Deze uitvoeringsvorm is voordelig omdat hierdoor de balkhaak, met uitzondering van de lip, volledig tussen de horizontale balken gelegen is, waardoor opslagruimte in het railreksysteem binnen het frame gemaximaliseerd is.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de balkhaak een U-vormige beugel, voor het klemmen van een dwarsbalk tussen de U-vormige beugel en het horizontale ondersteuningsvlak. De U-vormige beugel is met beugel van een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld bouten en moeren of klemmen of een ander geschikt middel, losneembaar aan het horizontale ondersteuningsvlak vastgemaakt.

De U-vormige beugel is voordelig voor bijkomende immobilisatie van een draagbalk op het horizontale ondersteuningsvlak. Doordat de U-vormige beugel losneembaar is, is een koppeling van een balkhaak op een draagbalk verwijderbaar.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de U-vormige beugel tanden. De tanden zijn op een rand van benen van de U-vormige beugel gepositioneerd. De tanden zijn klikbaar in inkepingen op de dwarsbalk. Deze uitvoeringsvorm is voordelig om bij samenstelling of wijziging van het railreksysteem te vermijden dat een dwarsbalk volgens een longitudinale richting van de dwarsbalk uit een balkhaak glijdt.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de balkhaak een J-vormige beugel voor ondersteuning van een dwarsbalk. De J-vormige beugel is met een lang been verschuifbaar van de J-vormige beugel aan de onderzijde van het horizontale ondersteuningsvlak bevestigd. Een vrij uiteinde van het lange been is in eenzelfde richting als de vrije uiteinden van de zijwanden van de telescopische U-vormige profielen gericht. Korte benen van de J-vormige beugel vormen een haak, geschikt voor het ontvangen en ondersteunen van een railbalk. De haak is onder het horizontale ondersteuningsvlak gelegen. De haak omvat bij voorkeur een bevestigingsmiddel voor het bevestigen van een railbalk aan de J-vormige beugel.

Niet-limitatieve voorbeelden van een bevestigingsmiddel zijn een bout en moer, een klinknagel, een klem of een ander geschikt middel. De J-vormige beugel omvat bij

10 BE2021/5821 voorkeur een sleuf in het lange been voor het verschuifbaar bevestigen van de J- vormige beugel aan het horizontale ondersteuningsvlak. De J-vormige beugel is bij voorkeur over een afstand van minstens 10 cm, bij voorkeur minsten 15 cm, bij meer voorkeur minstens 20 cm, bij nog meer voorkeur minstens 25 cm en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 30 cm, verschuifbaar.

Deze uitvoeringsvorm is voordelig omdat hierdoor een railbalk niet enkel binnen het frame kan gepositioneerd worden, maar omdat het eveneens mogelijk is om door het buiten het frame verschuiven van de J-vormige beugel een railbalk buiten het frame te positioneren, waardoor opslagruimte in het railreksysteem buiten het frame kan uitgebreid worden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de koppeling van railhaken aan een dwarsbalk verwijderbaar. In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de koppeling van de railhaken aan een dwarsbalk een verwijderbaar klik-en- klemmechanisme. Deze kenmerken laten manuele aanpassingen toe, aangezien de railhaken gemakkelijk losgekoppeld en vervangen kunnen worden zonder dat een specifieke set instrumenten en/of vaardigheden vereist zijn.

De railhaken omvatten bij voorkeur een opening waardoor een dwarsbalk zich kan uitstrekken. De railhaken omvatten bij meer voorkeur een rand die de opening van de railhaken omgeeft, en die verwijderbaar klemmen van de railhaken in de inkepingen van een dwarsbalk toelaat. De rand is in de inkepingen van de dwarsbalk geklikt.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm definieert de rand die de opening van een railhaak omgeeft, één of meerdere tanden waardoor de railhaken verwijderbaar in inkepingen aanwezig op de dwarsbalk klikbaar zijn. De één of meerdere tanden zijn in de inkepingen van de dwarsbalk geklikt. Deze middelen zorgen voor een gemakkelijke loskoppeling en/of vervanging van het railreksysteem zonder instrumenten, en laten dus een gemakkelijk en ongecompliceerde aanpassing toe.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de opening van een of meerdere railhaken onvolledig omgeven door een rand. Het laatste laat toe de genoemde een of meerdere railhaken los te koppelen en/of te vervangen zonder dat andere balkhaken en/of railhaken uit een dwarsbalk losgekoppeld moeten worden.

11 BE2021/5821

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de dwarsbalken elke 5 tot 100 mm inkepingen, bij meer voorkeur elke 5 tot 50 mm, en bij nog meer voorkeur elke 5 tot 20 mm. Dit laat toe de plaats van de railhaken met kleine intervallen over de lengte van een dwarsbalk aan te passen en laat bijgevolg een hoge aanpassingsgraad toe.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de railhaken voorzien van een zekeringsclip. Railbalken zijn door middel van één of meerdere zekeringsclips aan een railhaak vastgemaakt. Dit laatste laat toe het fixerend klemmen van de railhaken te garanderen, en voorkomt ongewenst loskomen of loskoppelen van de railhaken van de dwarsbalk.

Volgens een uitvoeringsvorm hebben de dwarsbalken, railbalken en railhaken bij voorkeur een profieldikte van 1,5 tot 2,5 mm, zoals bijvoorbeeld 2 mm, hetgeen een lichtgewicht, gemakkelijk te transporteren en moeiteloze verwerking van de genoemde componenten toelaat.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de telescopische U-vormige profielen van de balkhaken een profieldikte tussen 2 mm en 6 mm. Hierdoor zijn de

U-vormige profielen voldoende sterk om uitscheuren van bijvoorbeeld borgingsgaten, zoals in een voorheen beschreven uitvoeringsvorm, onder zware belasting te vermijden.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm hebben de telescopische U-vormige profielen van de balkhaken een verschillende profieldikte, waarbij het buitenste profiel de grootste profieldikte heeft. Het buitenste profiel ondervindt op de lip de grootste belasting per oppervlakte-eenheid van de telescopische U-vormige profielen. Door het gebruik van een kleinere profieldikte voor overige van de telescopische U-vormige profielen, wordt een gewichtsbesparing bekomen, zonder de telescopische U-vormige profielen als geheel te verzwakken.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de dwarsbalken twee railbalken die rug aan rug zijn geplaatst. Dit zorgt voor een bijna uniform productieproces van zowel railbalken als dwarsbalken hetgeen de productiekosten, productietijd en dergelijke verlaagt.

12 BE2021/5821

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de railhaken bij voorkeur een of meerdere ten minste gedeeltelijk opgevouwen randen. De genoemde een of meerdere gedeeltelijk opgevouwen randen bieden stevigheid aan de genoemde haken, en laten een relatief dunne profieldikte toe zonder in te boeten aan veiligheid, sterkte en stijfheid.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de railhaken ten minste één klein oppervlak loodrecht op het hoofdoppervlak van railhaken. Het genoemde kleine oppervlak loodrecht op het hoofdoppervlak van de railhaken ondersteunt ten minste een deel van een railbalk. Deze middelen voorkomen buigen en/of doorhangen van railbalken. Het genoemde kleine oppervlak omvat meer bij voorkeur een of meerdere ten minste gedeeltelijk opstaande oppervlakken, bij voorkeur parallel met het hoofdoppervlak van de railhaak. De genoemde een of meerdere ten minste gedeeltelijk opstaande oppervlakken voorkomen slippen en/of vallen van de rail van het genoemde smalle oppervlak. Een of meerdere bevestigingsgaten die aanwezig zijn op een railbalk zijn zelfs meer bij voorkeur uitgelijnd met een of meerdere bevestigingsgaten die aanwezig zijn op een railhaak, en die zijn vastgemaakt door middel van een of meerdere klinknagels, schroeven of dergelijke.

Een railzekeringsclip is meest bij voorkeur vastgemaakt aan een railhaak via een railzekeringsgat dat aanwezig is op het hoofdoppervlak van een railhaak. Deze middelen laten het verwijderbaar klemmen toe van railbalken tussen de railzekeringsclip en de een of meerdere ten minste gedeeltelijk opstaande oppervlakken van het kleine oppervlak loodrecht op het hoofdoppervlak van de railhaak. Dit laatste zorgt voor de fixatie van de railbalken, en bijgevolg de veiligheid, aan het railreksysteem volgens de onderhavige uitvinding.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn railbalken twee per twee gekoppeld. Gekoppelde railbalken zijn in omgekeerde richtingen ten opzichte van elkaar georiënteerd. Dit laatste zorgt ervoor dat gekoppelde railbalken door een of meerdere gemeenschappelijke rollerstangen verbindbaar zijn.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de railbalken een gedeelte voor het ontvangen van mobiliteitscomponenten. De genoemde mobiliteitscomponenten zijn meer bij voorkeur vastgemaakt aan de genoemde rollerstangen. Dit laatste zorgt voor synchrone beweging van de genoemde mobiliteitscomponenten in gekoppelde railbalken.

13 BE2021/5821

In een tweede aspect betreft de uitvinding een kit voor het omzetten van een frame tot een railreksysteem. Het railreksysteem is volgens het eerste aspect.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de kit: - een veelvoud van balkhaken (3); - een veelvoud van dwarsbalken (2); - een veelvoud van railhaken (5,6); - een veelvoud van railbalken (4); en - componenten van een rekmodule (14);

Een balkhaak omvat minstens twee telescopische U-vormige profielen, waarbij een buitenste profiel een lip omvat voor het haken op het frame, en waarbij een binnenste profiel een horizontaal ondersteuningsvlak omvat voor ondersteuning van een dwarsbalk. De lip is geschikt voor het haken op horizontale balken van het frame.

Deze kit is voordelig voor het omzetten van een frame tot een railreksysteem, doordat het railreksysteem met behulp van telescopische balkhaken flexibel kan ingedeeld worden. Bijvoorbeeld kan een rekmodule op een gewenste hoogte boven een vloeroppervlak gepositioneerd worden of kan opslagruimte in het railreksysteem binnen het frame gemaximaliseerd worden door de dwarsbalken tussen horizontale balken van het frame te positioneren. Er zijn geen specifieke balkhaken voor een frame vereist, waardoor de kit voor meerdere frames, met verschillende afmetingen, geschikt is.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de componenten van de rekmodule ten minste een veelvoud van rollerstangen, een veelvoud van mobiliteitscomponenten, een paar zijwanden, een bovenste wand, een of meerdere vloeren, een of meerdere backstops en een of meerdere bovenste verbindingselementen.

Ten minste een deel van de bovenste verbindingselementen, bovenste wand, zijwand, vloer en/of backstop zijn bij voorkeur flexibel. Dit zorgt ervoor dat het geheel minder weegt en gemakkelijk te vervoeren en moeiteloos te verwerken is. De genoemde ten minste gedeeltelijk flexibele componenten worden meer bij voorkeur opgevouwen in de kit om proporties van de kit te reduceren.

14 BE2021/5821

Een vakman geschoold in het technische veld zal appreciëren dat een railreksysteem volgens het eerste aspect bij voorkeur bekomen wordt met behulp van een kit volgens het tweede aspect en dat een kit volgens het tweede aspect geconfigureerd is voor het omzetten van een frame tot een railreksysteem volgens het eerste aspect.

Elk kenmerk, beschreven in dit document, hierboven zowel als hieronder, kan bijgevolg betrekking hebben op elk van de twee aspecten van de huidige uitvinding.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

15 BE2021/5821

FI GUURBESCHRI JVING

Figuur 1 toont een dwarsbalk (2) die is gekoppeld aan twee balkhaken (3) en zes railhaken (5), waarbij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geassembleerde dwarsbalkset (1) wordt geïllustreerd.

De geassembleerde dwarsbalkset (1) omvat een dwarsbalk (2), twee balkhaken (3) en zes railhaken van het gesloten type (5). De railhaken (5) zijn verwijderbaar maar stevig geklemd op de dwarsbalk (2) door passende tanden (26) van de railhaken (5) in inkepingen (7) die aanwezig zijn op de dwarsbalk (2).

De balkhaken (3) omvatten drie telescopische U-vormige profielen, een buitenste profiel (61), een tussenliggend profiel (62) en een binnenste profiel (63). De balkhaken (3) zijn in een uitgeschoven positie weergegeven. De telescopische U- vormige profielen omvatten een basis (64) en aan ieder eind van de basis (64) een zijwand (65). De telescopische U-vormige profielen zijn verschuifbaar in elkaar geplaatst, waarbij de basissen (64) en de zijwanden (65) tegen elkaar aanliggen. Het buitenste profiel (61) omvat een lip (60) voor het haken van een balkhaak (3) op een horizontale balk (21) van een frame (13). De lip (60) is een omgeplooide rand van de basis (64) van het buitenste profiel (61). Het binnenste profiel (63) omvat een horizontaal ondersteuningsvlak (66) voor ondersteuning van de dwarsbalk (2). Het horizontale ondersteuningsvlak (66) is een omgeplooide rand van de basis (64) van het binnenste profiel (63). Het horizontale ondersteuningsvlak (66) strekt zich verder dan de zijwanden (65) uit. Het binnenste profiel (63) is zo in het buitenste profiel (61) gepositioneerd dat de lip (60) en het horizontale ondersteuningsvlak (66) aan tegenoverliggende uiteinden van de basissen (64) van het binnenste profiel (63) en het buitenste profiel (61) gelegen zijn. De zijwanden (65) van de telescopische U- vormige profielen omvatten borgingsgaten (67). Het tussenliggende profiel (62) is met behulp van bouten en moeren (68) aan het buitenste profiel (61) vastgemaakt.

Het binnenste profiel (63) is met behulp van bouten en moeren (69) aan het tussenliggende profiel (62) vastgemaakt. Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat in een ingeschoven positie de drie telescopische U- vormige profielen enkel met bouten en moeren (69) aan elkaar kunnen vastgemaakt worden. De balkhaken (3) omvatten een U-vormige beugel (70). De dwarsbalk (2) is tussen de U-vormige beugel (70) en het horizontale ondersteuningsvlak (66) geklemd. De balkhaken (3) omvatten een J-vormige beugel (71), voor ondersteuning van een railbalk (4) op een kort been van de J-vormige beugel (71). Op Figuur 1 zijn

16 BE2021/5821 geen railbalken (4) weergegeven. De J-vormige beugel is met een lang been (72) verschuifbaar aan de onderzijde van het horizontale ondersteuningsvlak (66) bevestigd. Het is door het gebruik van de J-vormige beugels (71) mogelijk om railbalken (4) onder de telescopische U-vormige profielen (61, 62, 63) van balkhaken (3) te positioneren, waardoor beschikbare opslagruimte in het railreksysteem binnen een frame (13) uitgebreid is. Het frame (13) is op Figuur 1 niet weergegeven. Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat indien de balkhaken (3) geen J-vormige beugels (71) omvatten, er twee bijkomende railhaken (5) nodig zijn om een gelijk aantal railbalken (4) te ondersteunen.

Figuur 2 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een railhaak van het gesloten type, de koppeling van de genoemde railhaak (5) door middel van tanden (26) op een dwarsbalk (2) en de ondersteuning van een railbalk (4) door een railhaak van het gesloten type (5).

De railhaak (5) uit Figuur 2 stemt met de railhaken (5) uit Figuur 1 overeen. De opening (20) voor het ontvangen van ten minste een deel van een dwarsbalk (2) is volledig omgeven door een rand. De railhaak van het gesloten type omgeeft de dwarsbalk (2) volledig terwijl het geklemd is op een dwarsbalk (2) door het exact passen van tanden (26) in inkepingen (7) die aanwezig zijn op de dwarsbalk (2). Een deel van een railbalk (4) wordt door een klein oppervlak (8) van de railhaak (5) ondersteund. Door een opstaand oppervlak (17) aan de genoemde kleine oppervlakken (8) te voorzien, wordt voorkomen dat de railbalk (4) verschuift of valt.

De railbalken (4) kunnen optioneel vastgemaakt worden, door het vastmaken (niet getoond) van de railbalk (4) aan de railhaak (5) door middel van het aanbrengen en bevestigen van een of meerdere klinknagels, een of meerdere schroeven of dergelijke door de bevestigingsgaten (15). De railhaak (5) omvat verder een zekeringsclip (16b) om spontaan loskomen van de railhaak (5) op de dwarsbalk (2) te voorkomen. De zekeringsclip (16b) opent wanneer de railhaak (5) op de dwarsbalk (2) geplaatst wordt en sluit enkel wanneer de railhaak (5) ten opzichte van de inkepingen (7) van de dwarsbalk (2) correct gepositioneerd is.

Figuur 3 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een railhaak van het open type, de koppeling van de genoemde railhaak (6) door middel van tanden (26) op een dwarsbalk (2) en de ondersteuning van een railbalk (4) door een railhaak van het open type (6).

17 BE2021/5821

De railhaak (6) van het open type is een alternatieve uitvoering van de railhaak (5) van het gesloten type uit Figuur 2. De railhaken (5) en (6) zijn zeer gelijkaardig. De opening (20) voor het ontvangen van ten minste een deel van een dwarsbalk (2) is niet volledig door een rand omgeven. Een railhaak van het open type (6) omgeeft de dwarsbalk (2) niet volledig terwijl het op de dwarsbalk (2) met tanden (26) in inkepingen op de dwarsbalk (2) is vastgemaakt. De railhaak (6) heeft een soortgelijk klein oppervlak (8) als de railhaak (5).

Figuur 4 toont een gedetailleerde voorstelling van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een rollerstang (29), ondersteund door twee tegenovergesteld georiënteerde railbalken (4) die een spoor (37) bieden voor het rollen of schuiven van mobiliteitscomponenten (11) die verbonden zijn met de uiteinden van een rollerstang (29).

De rollerstang (29) is geschikt voor het ophangen en verplaatsen van een reksamenstel (28). De genoemde rollerstang (29) omvat een stangachtige structuur (10) waaraan twee wielen (11) en twee schijven (12) zijn vastgemaakt. De genoemde wielen zijn zodanig geconfigureerd dat ze in railbalken (4) kunnen rollen die zich tegenover elkaar bevinden, waarbij verplaatsing van de rollerstang (29), en daarom, het reksamenstel (28), mogelijk gemaakt wordt. De schijven (12) voorkomen krassen en versnelde slijtage van de wielen (11) door het verhinderen van beweging van de wielen (11) in een richting die loodrecht - in een horizontaal vlak - is op de rolrichting ervan.

Figuur 5 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm met betrekking tot de ophanging van een dwarsbalkset (1) op een frame (13).

Het frame (13) kan een reeds bestaande structuur (13) omvatten die zich binnen een gebouw, bijvoorbeeld een magazijn, bevindt of het kan een structuur zijn die specifiek ontworpen of geplaatst is voor het ondersteunen van een railreksysteem.

Het typische frame (13) omvat een veelvoud van verticaal georiënteerde palen (22) die zich naar boven vanaf een vloeroppervlak uitstrekken. De genoemde palen (22) vormen hoeken van verbonden rechthoeken van boven gezien. Een paar horizontale balken (21) strekt zich uit tussen de bovenkanten van de palen (22) aan een voor- en een achterkant van het frame (13), en optioneel, strekken er een veelvoud van stutten (niet getoond) zich tussen de palen (22) aan de zijkanten van de frames uit.

De genoemde stutten kunnen in een staan tussen de palen (22) hoek of ze kunnen

18 BE2021/5821 horizontaal gepositioneerd zijn. Er wordt aangenomen dat de palen (22), de balken (21) en de stutten elke dwarsdoorsnedevorm, bijvoorbeeld L-vormig, U-vormig of rechthoekig, kunnen hebben. Hoewel het niet getoond is, wordt aangenomen dat het frame (13) wanden en/of het plafond van een gebied, bijvoorbeeld een magazijn, kan omvatten. Het frame (13) ondersteunt een railreksysteem boven het vloeroppervlak. Het frame (13) is in deze figuur omwille van duidelijkheid gedeeltelijk weggesneden.

De dwarsbalkset (1) is de dwarsbalkset uit Figuur 1. De balkhaken (3) van de dwarsbalkset (1) worden met behulp van de lippen (60) op horizontale balken (21) van het frame (13) gehaakt, en ondersteunen zo de dwarsbalk (2) en bevestigde componenten. De balkhaken zijn in een uitgeschoven positie weergegeven, waardoor de dwarsbalk (2) onder de horizontale balken (21) van het frame (13) is gepositioneerd. De balkhaken (3) hebben in een ingeschoven positie een hoogte die maximaal gelijk is aan een hoogte van de horizontale balken (21), vermeerderd met een dikte van de lip (60). Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat in de ingeschoven positie een beschikbare opslagruimte in het railreksysteem binnen het frame (13) gemaximaliseerd is.

Figuur 6 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geassembleerde en opgehangen spoormodule (35) op een frame (13).

De spoormodule (35) omvat vier dwarsbalksets (1), gelijk aan de dwarsbalkset uit

Figuur 1. Elke dwarsbalkset (1) is op gelijkaardige wijze zoals in Figuur 5 met behulp van balkhaken (3) op horizontale balken (21) van het frame (13) gehaakt. De spoormodule (35) omvat vier dwarsbalken (2). Elke dwarsbalk (2) draagt vier verbonden railhaken (5) die op hun beurt elk een deel van een railbalk (4) ondersteunen. Met uitzondering van twee buitenste railbalken (4), wordt elke railbalk (4) door vier railhaken (5) ondersteund, die elk zijn vastgemaakt aan verschillende dwarsbalken (2). De twee buitenste railbalken (4) zijn door een kort been van vier J- vormige beugels (71) ondersteund. De twee buitenste railbalken (4) zijn onder de telescopische U-vormige profielen (61, 62, 63) van balkhaken (3) gepositioneerd waardoor beschikbare opslagruimte in het railreksysteem binnen een frame (13) uitgebreid is.

Figuur 7 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een railreksysteem, omvattende een spoormodule (35) en een rekmodule (14).

19 BE2021/5821

Het railreksysteem omvat een spoormodule (35), gelijk aan de spoormodule (35) uit

Figuur 6, en een veelvoud van reksamenstellen (28). De reksamenstellen (28) kunnen gemakkelijk langs de railbalken (4) worden verplaatst en bewogen.

Figuur 8 toont een gedetailleerd en gedeeltelijk doorsnedezicht van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de ophanging van een reksamenstel (28) op railbalken (4) van een spoormodule (35).

Figuur 8 stemt met het railreksysteem uit Figuur 7 overeen. Een reksamenstel (28) omvat een veelvoud van compartimenten (34), ten minste één bovenste flexibel verbindingselement (38) en twee rollerstangen (29). De rollerstangen (29) stemmen met de rollerstangen uit Figuur 4 overeen. Het veelvoud van compartimenten (34) worden door drie zijwanden (36), drie vloerwanden (39), één bovenste wand (31) en één backstop (40) gedefinieerd. Aan de bovenste wand (31) maakt een bovenste component (23) het reksamenstel (28) vast en hangt het vast aan twee rollerstangen (29). De bovenste component is gevormd door het flexibele bovenste verbindingselement (38) dat over de twee rollerstangen (29) gepositioneerd is, en waarvan de twee uiteinden aan de bovenste wand (31) van het reksamenstel (28) zijn vastgemaakt. De wielen (11) van de genoemde rollerstangen (29) zijn geconfigureerd om te rollen in de gleuven van railbalken (4) van de spoormodule (35), waardoor de genoemde reksamenstellen (28) gemakkelijk kunnen worden verplaatst en bewogen.

Figuur 9 toont een railzekeringsclip (50). De railzekeringsclip (50) kan door middel van een railzekeringsgat (51) verwijderbaar met een railhaak (5) verbonden worden.

Figuur 10 en Figuur 11 tonen de verwijderbare verbinding van een railzekeringsclip (50) aan een railhaak van het gesloten type (5) door bevestiging aan het railzekeringsgat (51). De railclip (50) laat omkeerbaar klemmen toe van een railbalk (4), waardoor de railbalk (4) op zijn plaats vastgemaakt wordt om slippen, schuiven en/of buigen van de railbalk (4) te voorkomen. Een railbalk (4) wordt door dit kenmerk op zijn plaats gehouden.

Figuur 12 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm met betrekking tot de ophanging van een dwarsbalkset (1) op een frame (13), waarbij J-vormige beugels (71) van balkhaken (3) maximaal naar buiten verschoven zijn.

20 BE2021/5821

De dwarsbalkset (1) is zeer gelijkaardig als op Figuur 1. Het verschil is dat de J- vormige beugels (71) naar buiten verschoven zijn. Door het verschuiven van de J- vormige beugel (71) tot buiten het frame (13) is het mogelijk dat een railbalk (4) buiten het frame (13) gepositioneerd is, waardoor opslagruimte in het railreksysteem buiten het frame (13) kan uitgebreid worden.

De balkhaak (3) is gelijkaardig als in de voorgaande figuren. De U-vormige beugel (70) is voor de duidelijkheid op de Figuren 13A en 13B niet weergegeven. De balkhaak (3) heeft in de volledig ingeschoven positie op Figuur 13A een hoogte die maximaal gelijk is aan een hoogte van de horizontale balken (21) van het frame (13), vermeerderd met een dikte van de lip (60) voor het haken op de horizontale balken (21). Op Figuur 13B is duidelijk zichtbaar dat er een gelijke eerste tussenafstand is tussen naastliggende borgingsgaten (67) van het buitenste profiel (61) en het tussenliggende profiel (62) en dat er een gelijke tweede tussenafstand is tussen naastliggende borgingsgaten (67) van het binnenste profiel (63). De eerste tussenafstand en de tweede tussenafstand zijn verschillend.

Claims

21 BE2021/5821 CONCLUSIES

1. Railreksysteem omvattende een frame (13) met een veelvoud van verticale palen (22) en een veelvoud van horizontale balken (21) ondersteund door de verticale palen (22), en verder omvattende een spoor- (35) en rek- (14) module die met het genoemde frame (13) verbonden zijn, waarbij de genoemde modules (14, 35) omvatten: - een veelvoud van balkhaken (3), die gekoppeld zijn met genoemde horizontale balken (21); - een veelvoud van dwarsbalken (2), die gekoppeld zijn met ten minste twee balkhaken (3); - een veelvoud van railhaken (5,6), die gekoppeld zijn met de genoemde dwarsbalken (2), waarbij de dwarsbalken (2) van een veelvoud van inkepingen (7) voorzien zijn, die regelmatig langs de lengte van de genoemde dwarsbalk (2) gepositioneerd zijn om railhaken (5, 6) te klemmen op de dwarsbalken (2); - een veelvoud van railbalken (4), die ondersteund worden door de genoemde railhaken (5,6); en - een reksamenstel (28), dat tussen een gekoppelde reeks railbalken (4) verplaatsbaar is; met het kenmerk, dat een balkhaak (3) minstens twee telescopische U- vormige profielen omvat, waarbij een buitenste profiel (61) een lip (60) omvat voor het haken op genoemde horizontale balken (21), en waarbij een binnenste profiel (63) een horizontale ondersteuningsvlak (66) omvat voor ondersteuning van een dwarsbalk (2).

2. Railreksysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de telescopische U-vormige profielen borgingsgaten (67) omvatten, waarbij er een gelijke eerste tussenafstand is tussen naastliggende borgingsgaten (67) van het buitenste profiel (61) en optionele tussenliggende profielen (62) en waarbij er een gelijke tweede tussenafstand is tussen naastliggende borgingsgaten (67) van het binnenste profiel (63), waarbij de eerste tussenafstand en de tweede tussenafstand verschillend zijn.

3. Railreksysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de balkhaak (3) in een ingeschoven positie een hoogte heeft die maximaal gelijk is aan

22 BE2021/5821 een hoogte van de genoemde horizontale balken (21), vermeerderd met een dikte van de lip (60) voor het haken op de genoemde horizontale balken (21).

4. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de balkhaak (3) een U-vormige beugel (70) omvat, voor het klemmen van een dwarsbalk (2) tussen de U-vormige beugel (70) en het horizontale ondersteuningsvlak (66).

5. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de balkhaak (3) een J-vormige beugel (71) omvat, voor ondersteuning van een railbalk (4), waarbij de J-vormige beugel (71) met een lang been (72) van de J-vormige beugel (71) verschuifbaar aan een onderzijde van het horizontale ondersteuningsvlak (66) bevestigd is.

6. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de koppeling van railhaken (5, 6) verwijderbaar is.

7. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de koppeling van railhaken (5,6) met dwarsbalken (2) een klik-en-klemmechanisme omvat.

8. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat dat de genoemde railhaken (5, 6) een rand omvatten die een opening voor het ontvangen van een dwarsbalk (2) omgeeft, welke rand in de inkepingen (7) van de dwarsbalk (2) geklikt is.

9. Railreksysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de genoemde rand van de railhaken (5, 6) één of meerdere tanden (26) omvat die in de inkepingen (7) van de dwarsbalk geklikt zijn.

10. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 8-9, met het kenmerk, dat de genoemde rand van één of meerdere railhaken (5, 6) onvolledig de opening voor het ontvangen van een dwarsbalk (2) omgeeft.

11. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de telescopische U-vormige profielen van de balkhaken (3) een profieldikte tussen 2 mm en 6 mm hebben.

23 BE2021/5821

12.Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de dwarsbalken (2) twee rug-aan-rug railbalken (4) omvatten.

13. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de railoalken (4) verwijderbaar vastgemaakt zijn aan een railhaak (5,6) door middel van een of meerdere zekeringsclips (50).

14. Railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-13, met het kenmerk, dat gekoppelde railbalken (37) in omgekeerde richtingen georiënteerd zijn.

15. Kit voor het omzetten van een frame (13) tot een railreksysteem volgens één der voorgaande conclusies 1-14, de kit omvattende: - een veelvoud van balkhaken (3); - een veelvoud van dwarsbalken (2); - een veelvoud van railhaken (5,6); - een veelvoud van railbalken (4); en - componenten van de rekmodule (14); met het kenmerk, dat een balkhaak (3) minstens twee telescopische U- vormige profielen omvat, waarbij een buitenste profiel (61) een lip (60) omvat voor het haken op het frame (13), en waarbij een binnenste profiel (63) een horizontale ondersteuningsvlak (66) omvat voor ondersteuning van een dwarsbalk (2).