BE1023746B1 - Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelat - Google Patents

Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelat Download PDF

Info

Publication number
BE1023746B1
BE1023746B1 BE2016/5001A BE201605001A BE1023746B1 BE 1023746 B1 BE1023746 B1 BE 1023746B1 BE 2016/5001 A BE2016/5001 A BE 2016/5001A BE 201605001 A BE201605001 A BE 201605001A BE 1023746 B1 BE1023746 B1 BE 1023746B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mounting
fitting groove
frame
head
width
Prior art date
Application number
BE2016/5001A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023746A1 (nl
Inventor
PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN
Original Assignee
PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN filed Critical PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN
Priority to BE2016/5001A priority Critical patent/BE1023746B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023746A1 publication Critical patent/BE1023746A1/nl
Publication of BE1023746B1 publication Critical patent/BE1023746B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/48Suspension arrangements for wings allowing alternative movements
    • E05D15/52Suspension arrangements for wings allowing alternative movements for opening about a vertical as well as a horizontal axis
    • E05D15/5211Concealed suspension fittings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/48Suspension arrangements for wings allowing alternative movements
    • E05D15/52Suspension arrangements for wings allowing alternative movements for opening about a vertical as well as a horizontal axis
    • E05D15/5214Corner supports
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/48Suspension arrangements for wings allowing alternative movements
    • E05D15/52Suspension arrangements for wings allowing alternative movements for opening about a vertical as well as a horizontal axis
    • E05D15/5205Suspension arrangements for wings allowing alternative movements for opening about a vertical as well as a horizontal axis with horizontally-extending checks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2600/00Mounting or coupling arrangements for elements provided for in this subclass
    • E05Y2600/50Mounting methods; Positioning
    • E05Y2600/502Clamping
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2600/00Mounting or coupling arrangements for elements provided for in this subclass
    • E05Y2600/50Mounting methods; Positioning
    • E05Y2600/56Positioning or pre-mounting
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2600/00Mounting or coupling arrangements for elements provided for in this subclass
    • E05Y2600/60Mounting or coupling members; Accessories therefore
    • E05Y2600/63Retainers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2900/00Application of doors, windows, wings or fittings thereof
    • E05Y2900/10Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
    • E05Y2900/13Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof characterised by the type of wing
    • E05Y2900/148Windows

Abstract

Montagelat voor montage van een beslagonderdeel van een raambeslag op een kader (2) van een raam (1) met een beslaggroef (14), welke beslaggroef (14) wordt gevormd door twee evenwijdige ribben (16) die op de naar elkaar gerichte zijden zijn voorzien van een naar binnen gerichte kraag (17) die de opening (18) van de beslaggroef (14) in de breedte begrenzen, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (32) is voorzien van een slot (43) met een kop die via een hals vast verbonden is met de rest van de montagelat (32), waarbij het slot zodanig is gevormd dat de kop (45) in minstens één positie van de montagelat (32) in de beslaggroef (14) kan worden ingehaakt en/of ingekanteld tot in een positie van waaruit de kop (45) van het slot (43) minstens gedeeltelijk onder de kragen (17) van de beslaggroef (14) kan worden ingedraaid door de montagelat (32) te verdraaien en/of te kantelen naar een ingedraaide positie waarin de montagelat (32) niet ongewild uit de beslaggroef (14) kan teruggetrokken worden.

Description

Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelai.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een montagelat voor een raambeslag en op een scharnier en een raam daarvan voorzien.
In het bijzonder is de uitvinding bedoeld voor de montage van een verdekt liggend scharnier in een raam met een vast kader en een daarin scharnierbaar aangebrachte vleugel.
Een verdekt liggend scharnier is een scharnier dat bedoeld is om op een verdoken manier te worden gemonteerd in de ruimte tussen het kader en de vleugel zodat deze scharnieren niet zichtbaar zijn wanneer het raam gesloten is.
Men kent reeds zulk een verdekt liggend scharnier uit het BE 1017348 dat voorzien is van een dubbele montagelat waarmee het verdekt liggend scharnier kan gemonteerd worden op het kader, waarbij deze dubbele montagelat op het kader wordt vastgezet door middel van klemschroeven waarmee de montagelat wordt vastgezet in een beslaggroef aan de binnenomtrek van het kader.
De dubbele montagelat is relatief complex om te fabriceren en bevat relatief veel onderdelen die nauwkeurig moeten vervaardigd worden, wat de kostprijs beïnvloedt. De losse onderdelen kunnen bovendien verloren gaan of vallen, wat bij montage van het scharnier voor de nodige ergernis kan zorgen.
Bij de montage van het verdekt liggend scharnier dienen de klemschroeven redelijk hard aangespannen te worden wat er voor kan zorgen dat hierbij het kader beschadigd wordt.
Bovendien kunnen de schroeven na verloop van tijd vast komen te zitten door corrosie of dergelijke, wat de demontage kan bemoeilijken.
Bij andere types van bekende verdekt liggende scharnieren worden boorschroeven toegepast die het profiel van het kader doorboren en daardoor nog meer schade toebrengen aan het kader.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden waarbij het gebruik van klem- of boorschroeven wordt geminimaliseerd of bij voorkeur zelfs volledig wordt uitgesloten.
Hiertoe betreft de uitvinding een montagelat voor raambeslag die bedoeld .is voor montage van een beslagonderdeel op een kader van een raam dat langs zijn omtrek is voorzien van een beslaggroef met een opening, welke groef wordt gevormd door twee evenwijdige ribben die op de naar elkaar gerichte zijden zijn voorzien van een naar binnen gerichte kraag die de opening van de groef in de breedte begrenzen, waarbij de montagelat is voorzien van een slot met een verbrede k.op die via een hals verbonden is met de rest van de montagelat en die zodanig is gevormd en gedimensioneerd dat de kop van het slot in minstens één positie van de montagelat in de beslaggroef kan worden ingehaakt en/of ingekanteld tot in een positie van waaruit de kop van het slot minstens gedeeltelijk onder de kragen van de beslaggroef kan worden ingedraaid door de montagelat met de kop in de beslaggroef te verdraaien en/of te kantelen naar een ingedraaide positie waarin de montagelat in de lengterichting evenwijdig is aan de voorzijde van het kader, in welke ingedraaide positie de kop niet ongewild uit de beslaggroef kan teruggetrokken worden.
Een voordeel is dat de montagelat met voornoemde kop met een simpele verdraaiing kan vastgehaakt worden in de beslaggroef van het kader zonder enige tussenkomst van een schroef of gereedschap.
Een ander voordeel is dat er minder bewegende onderdelen moeten voorzien zijn om de montagelat te kunnen bevestigen op het kader aangezien het slot een vast onderdeel is van de montagelat en er ook geen gereedschap nodig is om de montagelat met dit slot op het kader te bevestigen.
Bij voorkeur is het slot zodanig gevormd en gedimensioneerd dat in de voornoemde ingedraaide positie van de montagelat evenwijdig met de voorzijde van het kader de kop van de montagelat in de beslaggroef kan verschuiven in de lengterichting van de beslaggroef en kan kantelen rond een as die dwars gericht is op de voorzijde van het kader om aldus de montagelat rond deze kop te kunnen laten kantelen tot in een neergekantelde positie tegen het kader.
Een voordeel hiervan is dat de montagelet, niettegenstaande ze met voornoemde kop vastgehaakt is in de beslaggroef, nog voldoende bewegingsvrijheid wordt gelaten om de montagelet makkelijk zonder gereedschap en zonder wringen of dergelijke in de gewenste positie kan gebracht worden.
Bij voorkeur is de montagelat aan één uiteinde voorzien van een opstaande lip met een rand waarmee de lip achter de kraag van een beslaggroef van een opstaand profiel in de hoek van het kader kan vastgehaakt worden ter bevestiging van de montagelat in haar uiteindelijke gemonteerde gebruikspositie.
Een voordeel is dat geen enkel gereedschap nodig is en de montagelat op zeer eenvoudige manier te monteren is.
Bij voorkeur is minstens een gedeelte van de montagelat breder uitgevoerd dan de breedte van de opening van de beslaggroef, zodat in de voornoemde neergekantelde positie de montagelat met de onderzijde op de ribben van de beslaggroef kan rusten.
De montagelat is bij voorkeur langs een zijrand voorzien van een naar onder omgeplooide rand die in de voornoemde neergekantelde positie van de montagelat over de buitenzijde van een ribbe van de beslaggroef grijpt.
Hierdoor wordt de montagelat in de gebruikspositie in laterale richting gefixeerd zodat de opstaande lip van de montagelat zich niet ongewild kan loshaken uit de beslaggroef, althans niet bij toepassing van de montagelat in een geïnstalleerd .raam met minstens één scharnier met een montagelat volgens de uitvinding.
Optioneel kan de voornoemde opstaande lip van de montagelat voorzien zijn van een schroefdraaddoorgang voor een blokkeervijs.
Alhoewel dergelijke vijs niet strikt noodzakelijk is om de montagelat in gemonteerde toestand vast te houden, kan er zich bij sommige installateurs toch een zekere ongerustheid voordoen wanneer er niets tastbaars aanwezig is zoals een vijs of dergelijke om de montagelat extra vast te kunnen klemmen.
Een dergelijke blokkeervijs kan in dit verband een zekere extra geruststelling bieden aan installateurs. Dergelijke blokkeervijs kan ook nuttig zijn om spelingen van de montagelat in de beslaggroef te kunnen elimineren.
De blokkeervijs kan er tevens voor zorgen dat de montagelat op zijn plaats blijft wanneer het raam liggend wordt samengebouwd op een tafel, anders kan de montagelat verschuiven tijdens het inhaken van de vleugel.
Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding is de kop van het slot gevormd als een opstaande lip.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een verdekt liggend scharnier voor een raam met een kader, daardoor gekenmerkt dat het scharnier is voorzien van een montagelat volgens één van de voorgaande conclusies voor montage van het scharnier op het kader van het raam.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een raam met minstens één verdekt liggende scharnier gemonteerd op het kader van het raam door middel van een montagelat volgens de uitvinding, meer specifiek met behulp van een montagelat die op het kader is gemonteerd zonder enige schroef om de montagelat op het kader te bevestigen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een montagelat volgens de uitvinding en van een verdekt liggend scharnier en raam daarmee uitgerust, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een uiteengenomen zicht weergeeft van een draai-kip raam dat is voorzien van een verdekt liggend scharnier met een montagelat volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1, doch in vereenvoudigde vorm; figuur 3 de onderste scharnier weergeeft die in figuur 1 met pijl F3 is aangeduid, doch in geopende toestand; figuur 4 een ander zicht geeft van het verdekt liggend scharnier van figuur 3, doch met een losgemaakte montagelat volgens de uitvinding die voorzien is van een extra draaitap; figuur 5 de montagelat zoals aangeduid met pijl F5 in figuur 4 weergeeft in gemonteerde toestand in een binnenhoek van het vast kader; figuur 6 de montagelat weergeeft die in figuur 5 met F6 is aangeduid, doch zonder extra draaitap en in losse toestand; de figuren 7 tot 9 een illustratie zijn van de verschillende montagestappen van de montagelat van 6 in het kader van een raam; figuur 10 een vooraanzicht weergeeft van de situatie van figuur 8; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens lijn XI-XI in figuur 9; figuur 12 een doorsnede weergeeft volgens lijn XII-XII in figuur 11; figuur 13 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 12 met kader F13 is aangeduid; figuur 14 een variante toont van een montagelat volgens de uitvinding; de figuren 15 tot 17 zichten weergeven, respectievelijk volgens de pijlen FIS, F16 en F17 in figuur 14; de figuren 18 tot 22 opeenvolgende stappen weergeven tijdens de montage van een montagelat volgens figuur 14 in een raam; figuur 23 een zicht geeft van de eindmontage van figuur 22 gezien in de richting van pijl F23 van figuur 22.
Het in figuur 1 als voorbeeld gekozen draai-kip raam 1 bevat een vast kader 2 en een vleugel 3 die in het vast kader 2 verdraaibaar en kipbaar .is opgehangen door middel van twee verdekt liggende scharnieren, respectievelijk een verdekt liggend scharnier 4 aan de bovenzijde van de vleugel 3 en een verdekt liggend scharnier 5 volgens de uitvinding aan de onderzijde ervan.
Het vast kader 2 en de vleugel 3 zijn opgebouwd uit profielen 6 en 7 waarvan de vleugelprofielen 7 zijn voorzien van een zijdelings uitstekende lip 8 die, zoals is weergegeven in figuur 2, bij een gesloten raam, door tussenkomst van een dichting 9 tegen de voorzijde 10 van het vast kader 2 rust en deze voorzijde 10 gedeeltelijk overlapt en tevens de spleet 11 tussen het kader 2 en de vleugel 3 in vooraanzicht afdekt.
Op de naar elkaar gerichte zijden 12 en 13 van het kader 2 en van de vleugel 3, respectievelijk langs de binnenomtrek van het kader 2 en langs de buitenomtrek van de vleugel 3, zijn op bekende wijze tegenover elkaar gelegen beslaggroeven 14 en 15 voorzien die zich langs de binnenomtrek van het kader 2 en langs de buitenomtrek van de vleugel 3 uitstrekken en die gevormd worden door opstaande evenwijdige ribben 16 die op de naar elkaar gerichte zijden zijn voorzien van een naar binnen gerichte kraag 17 die de opening 18 van de beslaggroef 14 en 15 in de breedte begrenzen.
De beslaggroef 14 van het vast kader 2 heeft een breedte A, terwijl de opening 18 van deze beslaggroef 14 een breedte B heeft en de kragen 17 over een breedte C naar binnen uitsteken en een dikte D bezitten.
De diepte van de beslaggroef 14 onder de kragen 17 is weergegeven met de afstand E tussen de kragen 17 en de bodem 19 van de beslaggroef 14.
De voornoemde verdekt liggende scharnieren 4 en 5 zijn gemonteerd in de ruimte tussen de naar elkaar gerichte zijden 12 en 13 van het kader 2 en de vleugel 3 en zijn daarin aan het zicht onttrokken achter de lip 8 wanneer het raam 1 gesloten is. Vandaar ook de benaming verdekt liggend scharnier, hoewel hiermee ook alle losse scharnieren 4 en 5 worden benoemd die bedoeld zijn om op deze manier verdekt te worden gemonteerd, zonder daarom reeds gemonteerd te zijn.
Tevens is in het weergegeven voorbeeld de vleugel 3 uitgerust met beslaglatten 20 die verschuifbaar zijn aangebracht in de beslaggroef 15 van de vleugel en van een bedien!ngskruk 21 om de beslaglatten 20 in de ene of andere richting te verschuiven door verdraaiing van de bedieningskruk 21.
De beslaglatten 20 zijn voorzien van sluitpennen 22 die kunnen samenwerken met overeenstemmende sluitstukken 23 op de binnenomtrek van het kader 2 om het raam 1 in gesloten stand te kunnen vergrendelen door een gepaste verdraaiing van de bedieningskruk 21.
Het onderste verdekt liggend scharnier 5 volgens de uitvinding is op grotere schaal weergegeven in de figuren 3 en 4 en is samengesteld uit een schaar 24 met twee armen 25 en 26 die met elkaar zijn verbonden door middel van een centraal scharnier 27.
Beide armen 25 en 26 zijn in dit geval elk met een uiteinde 28, respectievelijk 29, door middel van een scharnier 30, respectievelijk 31, verbonden met een montagelat 32 voor montage van het verdekt liggend scharnier 5 op het vast kader 2, terwijl beide armen 25 en 26 elk met hun ander uiteinde 33, respectievelijk 34, scharnierbaar zijn verbonden met de vleugel 3 of bedoeld zijn om met de vleugel 3 verbonden te kunnen worden door middel van de scharnieren 35 en 36.
Het scharnier 30 wordt in het voorbeeld gevormd door een vaste tap 37 die op de montagelat 32 is bevestigd en een daarover aangebracht oog 38 aan het uiteinde 28.
Het scharnier 31 wordt in dit geval gevormd door een vaste tap 39 op het uiteinde 29 van de arm 26, welke tap 39 verschuifbaar is aangebracht in een geleidingsgleuf 40 van de montagelat 32.
De tap 37 van het scharnier 30 is in dit geval op de montagelat 32 bevestigd op een afzonderlijk onderdeel 41, maar kan evengoed rechtstreeks op de eigenlijke montagelat 32 zijn bevestigd.
De montagelat 32 wordt op het vast kader 2 gemonteerd overheen de horizontale beslaggroef 14 van het vast kader 2, zoals weergegeven in figuur 5.
Een eerste vorm van een montagelat 32 volgens de uitvinding is in groter detail weergegeven in figuur 6 zonder het onderdeel 41 en bestaat uit een centraal gedeelte 42 met aan één uiteinde een slot 43 en aan het andere uiteinde en opstaande lip 44 die dwars is gericht op de lengterichting van de montagelat 32.
Het slot 43 wordt gevormd door een verbrede kop 45 met een breedte F en een dikte G die met het centraal gedeelte 42 van de montagelat 32 is verbonden door middel van een naar gebogen hals 46 met een breedte H die in dit geval een beneden gebogen hals is.
Het slot 43 is zodanig gevormd dat: - de breedte F groter is dan de breedte B van de beslaggroef 14, maar kleiner is dan de afstand tussen de ribben 16 van beslaggroef 14 van het kader 2; ~ de dikte G van de kop 45 kleiner is dan de diepte E van de beslaggroef 14 onder de kragen 17; - de afstand tussen de voornoemde kop 45 van het slot 43 en de onderzijde 47 van de montagelat 32, gemeten in een richting loodrecht op deze onderzijde 47, gelijk is of iets groter is dan de dikte D van een voornoemde kraag 17; - de breedte H van de hals 46 kleiner is dan de breedte B van de opening 18 van de beslaggroef 14.
De opstaande lip 44 is verbonden met het centraal gedeelte 42 van de montagelat 32 door een haakse overgangsbocht 48 waarvan de breedte J kleiner is dan de breedte B van de opening 18 van de beslaggroef 14.
De opstaande lip 44 heeft een breedte K die groter is dan de breedte J van de overgangsbocht 48 maar kleiner of gelijk is aan de breedte B van de opening 18 van de beslaggroef 14.
Ten opzichte van het mediaanvlak dat doorheen het midden van de kop 45 loopt loodrecht op de onderzijde 47 van de montagelat 32 en dat evenwijdig is met de lengterichting van de montagelat 32, is de opstaande lip 44 in laterale richting excentrisch verschoven over een afstand die ongeveer gelijk is aan de overstekende breedte C van de kraag 17 van een voornoemde ribbe 16 van de beslaggroef 14 aan de voorzijde van het kader 2.
Op die manier wordt een naar voren uitstekende rand 49 gevormd die in dit geval zijdelings uitsteekt ten opzichte van de voornoemde overgangsbocht 48 om de montagelat 32 met deze rand 4 9 achter de kraag 17 van een ribbe 16 van de beslaggroef 14 te kunnen vasthaken.
De voornoemde opstaande lip 44 kan optioneel voorzien zijn van een schroefdraaddoorgang 50 voor een blokkeervijs.
Het centraal gedeelte 42 van de montagelat 32 is minstens over een gedeelte breder uitgevoerd met een breedte L die groter is dan de breedte B van de opening van de beslaggroef 17, zodat de montagelat 32 met de onderzijde 47 op de ribben 16 van de beslaggroef 14 kan rusten.
Het centraal gedeelte is aan minstens één zijrand of een gedeelte ervan voorzien van een naar onder omgeplooide rand 51 die over de buitenzijde van een voornoemde ribbe 16 kan grijpen wanneer de montagelat 32 op de ribben 16 rust.
De montage van de voornoemde montagelat 32 is eenvoudig en wordt geïllustreerd aan de hand van de opeenvolgend montagestappen van de figuren 7 tot 9.
In een eerste stap zoals afgedeeld in figuur 7 wordt de montagelat 32 dwars of schuin gehouden ten opzichte van de voorzijde 10 van het kader 2 en wordt in deze positie de kop 45 van het slot 43 in de beslaggroef 14 gehaakt nabij de binnenhoek van het kader 2 aan de scharnierzijde van het raam 1.
Vervolgens wordt de montagelat 32 vanuit de ingehaakte positie naar de hoek toe naar binnen verdraaid zoals weergegeven met pijl R in figuur 7 met de kop 45 rustend op de bodem van de beslaggroef 14, om te komen tot de ingedraaide positie van figuur 8, met de montagelat 32 evenwijdig met de voorzijde 10 van het kader 2 en schuin omhoog gekanteld ten opzichte van het onderste profiel 6 van het kader 2.
In deze positie van figuur 8 zit de kop 45 gedeeltelijk onder de kragen 17 vastgehaakt, zodat de kop 45 niet ongewild uit de beslaggroef 14 kan teruggetrokken worden.
Vanuit deze positie van figuur 8 wordt de montagelet 32 met de kop 45 steeds vastgehaakt in de beslaggroef 14 opzij geschoven zoals weergegeven met pijl S in figuur 8 tot wanneer de opstaande lip 44 in de beslaggroef 14 van het opstaand profiel 6 van het kader 2 valt zoals afgedeeld in de figuren 8 en 10.
Vervolgens wordt de montagelat 32 neergekanteld rond een as X-X' die loodrecht is gericht op de voorzijde 10 van het kader 2, waarbij de kop 45 fungeert als spil om de montagelat 32 te laten kantelen zoals weergegeven met pijl T in figuur 8 tot in een positie zoals weergegeven in de figuren 9 en 11 waarbij de montagelat 32 met de onderzijde 47 op het onderste profiel 6 van het kader 2 rust.
Tegelijkertijd wordt de naar voren uitstekende rand 49 naar voren geduwd in de richting van de pijl U, zodat de montagelat 32 met deze rand 49 achter de voorste kraag 17 van de beslaggroef 14 van het opstaand profiel 6 van het kader 2 wordt vastgehaakt zoals weergegeven in figuur 9.
De randen 51 grijpen daarbij over de ribben 16 van de beslaggroef 14 van het onderste profiel 6 van het kader 2.
Op deze manier wordt de montagelat 32 op haar plaats gehouden in een hoek van het kader 2, daarbij nog geholpen door een aanslag 52 zoals op grotere schaal weergegeven in figuur 13.
Om de vleugel 3 te monteren wordt eerst het overblijvend gedeelte van het onderste verdekt liggend scharnier 5 over de onderste hoek van de vleugel 3 gemonteerd door middel van de scharnieren 35 en 36 die op de vleugel worden bevestigd en wordt vervolgens de vleugel 3 met dit voorgemonteerd overblijvend gedeelte van het onderste scharnier 5 op de montagelat 32 aangebracht waarbij het oog 38 van de scharnier 30 over de tap 37 van de montagelat 32 wordt gehaakt en de tap 39 van het scharnier 31 in de gleuf 40 van de montagelat 32 wordt geklikt.
Op deze manier wordt de montagelat 32 zonder enig gebruik van gereedschap of van een schroef gemonteerd.
Voor het verder gebruik van het raam na montage is het niet nodig om de montagelat 32 nog extra te blokkeren, alhoewel het niet uitgesloten is om toch een extra schroef aan te brengen in de schroefdraaddoorgang 50 voor een bijkomende blokkering of voor het wegnemen van eventuele spelingen ten gevolge van fabricagetoleranties of dergelijke of om de installateur een groter gevoel van veiligheid te geven.
De in de figuren 14 tot 17 afgebeelde montagelat 32 volgens de uitvinding is verschillend van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm doordat in dit geval de kop 45 van het slot 43 wordt gevormd door een opstaande lip 44' aan één uiteinde van het centraal gedeelte 42 en de hals 46 wordt gevormd door de overgangsbocht 48 van de lip 44' welke dwars is gericht op de lengterichting van het centraal gedeelte 42 van de montagelat 32.
Het slot 43 is in dit geval bedoeld om de montagelat 32 met dit uiteinde te kunnen vasthaken in de beslaggroef 1.4 van een verticaal profiel 6 van het kader 2, terwijl de montagelat 32 aan het andere uiteinde van het centraal gedeelte 42 is voorzien van een draaikoppeling 53 waarmee dit andere uiteinde op het kader 2 kan vergrendeld worden door vergrendeling in de beslaggroef 14 van het onderste horizontaal profiel 6 van het kader 2.
Het slot 43 is in dit geval zodanig gevormd dat: - de breedte F' van de kop 45 die door de lip 44' wordt gevormd groter is dan de breedte B van de beslaggroef 14, maar kleiner is dan de afstand tussen de ribben 16 van beslaggroef 14 van het kader 2; - de dikte Gf van de kop 4 5 kleiner is dan de diepte E van de beslaggroef 14 onder de kragen 17; - de breedte H' van de hals 46 die door de overgangsbocht 48 wordt gevormd kleiner is dan de breedte B van de opening 18 van de beslaggroef 14.
De kop 45 heeft twee evenwijdige zijranden 49, respectievelijk een voorste zijrand en een achterste zijrand, die in dit geval worden gevormd door twee opliggende ribben 54' en 54".
De kop 45 is bovenaan voorzien van een afschuining 55, zodanig dat de voorste ribbe 54' langer is dan de achterste ribbe 54", zodanig dat de kop 45 met zijn afschuining 55 in de gekantelde stand van figuur 18 achter de achterste kraag 17 van de beslaggroef 14 van het verticaal profiel 6 van het kader 2 kan ingehaakt worden zoals weergegeven in figuur 18 en zodanig dat de kop 45 verder in deze beslaggroef 14 kan ingekanteld worden zoals weergegeven in de figuren 19 en 20 tot in de positie van figuur 20 waarbij het centraal gedeelte 42 van de montagelat 32 horizontaal is gelegen en zich evenwijdig uitstrekt boven de beslaggroef 14 van het onderste horizontaal profiel 6 van het kader 2.
Dit wordt in het voorbeeld gerealiseerd doordat, zoals weergegeven in figuur 17, de afschuining 55 zodanig is georiënteerd dat de grootste dimensie M van het slot 43 gemeten in een richting loodrecht op deze afschuining 55 en dwars op de lengterichting van de montagelat 32 kleiner is dan de som van de breedte B van de opening 18 van de beslaggroef 14 en van de breedte Y van de kraag 17 waar de afschuining 55 wordt achter gehaakt.
De grootste dimensie M wordt bijvoorbeeld bepaald door de afstand van het onderste puntje 56 van de lip 44' tegenover de afschuining 55 tot deze afschuining 55 of, zoals in het geval van figuur 17, de afstand van de voorste onderste rand van de overgangsbocht 48 tot deze afschuining 55.
Vervolgens kan vanuit deze laatste stand van figuur 20 de montagelat 32 rond de horizontale lengteas van het centraal gedeelte 42 worden gedraaid tot in de stand die is weergegeven in figuur 21, waarbij de onderzijde 47 van het centraal gedeelte 42 van de montagelat 32 in een horizontale positie is gebracht en de ribben 54' en 54" zijn vastgehaakt achter de kragen 17 van de beslaggroef 14 van het kader 2.
Vanuit deze positie kan de montagelet 32 naar beneden worden geschoven tot op de ribben 16 van de beslaggroef 14 van het onderste horizontaal profiel 6 van het kader 2 zoals afgedeeld in de eindpositie van de figuren 22 en 23,
Vervolgens kan de draaikoppeling 53 worden vastgeschroefd om de montagelet 32 definitief op het kader 2 vast te zetten.
Het is duidelijk dat in het geval van de laatst beschreven uitvoeringsvorm, in de plaats van een lipvormig slot, ook een slot 43 zou kunnen worden toegepast zoals dit van de eerst beschreven uitvoeringsvorm van de figuren 5 tot 13 of een andere uitvoeringsvorm van slot.
Het is duidelijk dat het slot 43 ook andere vormen kan aannemen dan deze hiervoor beschreven, waarbij het van belang is dat het slot 43 zodanig gevormd en gedimensioneerd is dat de kop 4 5 van het slot 4 3 in minstens één dwarsrichting dwars op de lengterichting van de montagelat 32 gemeten een grootste dimensie heeft die kleiner is dan de breedte B van de opening 18 van de beslaggroef 14, vermeerderd met de breedte C van een kraag 17 van de betreffende beslaggroef 14, om de kop 45 in de beslaggroef 14 te kunnen steken en in te haken en in minstens één andere dwarsrichting een grootste dimensie bezit die groter is dan deze breedte B zodanig dat er minstens één positie is waarin de kop 45 in de beslaggroef 14 kan gestoken en ingehaakt worden en minstens één positie is waarin de kop 45 onder de kragen 17 van de beslaggroef 14 kan vergrendeld worden en dat van de ene naar de andere positie kan overgegaan worden terwijl de kop 45 in de beslaggroef steekt.
Het is niet uitgesloten dat de montagelat 32 in de vorm van de figuren 5 tot 13 in de plaats van de lip 44 of bijkomend voorzien is van een draaikoppeling 53 aan het uiteinde van het centraal gedeelte 42 tegenover het uiteinde met het slot 43.
Het is duidelijk dat de montagelat 32 ook dienst kan doen voor de bevestiging van andere beslagonderdelen, bijvoorbeeld voor de bevestiging van één of meer sluitstukken 23 op de binnenzijde van het kader 2 die kunnen samenwerken met sluitpennen 22 op de beslaglatten 20 voor het sluiten van het raam 1.
Het is ook duidelijk dat de montagelat 32 volgens de uitvinding ook voor andere types van scharnieren kan worden gebruikt dan voor scharnieren van draai-kip type.
Een verdekt liggend scharnier kan ook gebruikt worden voor ramen die niet voorzien zijn van een kipfunctie, waarbij in dat geval twee scharnieren 5 volgens de uitvinding kunnen toegepast worden, namelijk één onderaan en één bovenaan.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een montagelat volgens de uitvinding en een scharnier en raam daarmee uitgerust kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (28)

Conclusies .
1, - Montagelat voor raambeslag die bedoeld is voor montage van een beslagonderdeel van een raambeslag op een kader (2) van een raam (1) dat is voorzien van een beslaggroef (14) met een opening (18), welke beslaggroef (14) wordt gevormd door twee evenwijdige ribben (16) die op de naar elkaar gerichte zijden zijn voorzien van een naar binnen gerichte kraag (17) die de opening (18) van de beslaggroef (14) in de breedte begrenzen, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (32) is voorzien van een slot (43) met een Olkop (45) die via een hals (4 6) vast verbonden is met de rest van de montagelat (32) en die zodanig is gevormd en gedimensioneerd dat de kop (45) van het slot (43) in minstens één positie van de montagelat (32) in de beslaggroef (14) kan worden ingehaakt en/of ingekanteld tot in een positie van waaruit de kop (45) van het slot (43) minstens gedeeltelijk onder de kragen (17) van de beslaggroef (14) kan worden ingedraaid door de montagelat (32) te verdraaien en/of te kantelen naar een ingedraaide positie waarin de montagelat (32) in de lengterichting evenwijdig is aan de voorzijde (10) van het kader (2), in welke ingedraaide positie de kop (45) niet ongewild uit de beslaggroef (14) kan teruggetrokken worden.
2. - Montagelat (32) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het slot (45) zodanig is gevormd en gedimensioneerd dat in de voornoemde ingedraaide positie de montagelat (32) met de kop (45) in de beslaggroef (14) kantelbaar en/of verschuifbaar is in lengterichting van de beslaggroef tot in een positie waarin de montagelat (32) op het kader (2) kan rusten.
3. - Montagelat volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (32) minstens over een gedeelte breder is uitgevoerd dan de breedte (B) van de opening (18) van de beslaggroef (14) zodat de montagelat (32) met haar onderzijde (47) kan rusten op de ribben (16) van de beslaggroef (14).
4. - Montagelat volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (32) aan minstens één zijrand is voorzien van een naar onder omgeplooide rand (52) die over de buitenzijde van een voornoemde ribbe (16) kan grijpen.
5. ~ Montagelat volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kop (45) in minstens één dwarsrichting dwars op de lengterichting van de montagelat (32) een grootste dimensie heeft die kleiner is dan de breedte (B) van de opening (18) van de beslaggroef (14), vermeerderd met de breedte (C) van een kraag (17) van de beslaggroef (14), en in minstens één andere dwarsrichting een grootste dimensie bezit die groter is dan deze breedte (B) van de opening (18) van de beslaggroef (14).
6. - Montagelat volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dan de voornoemde hals (4 6) in de breedterichting van de montagelat (32) smaller is dan de breedte (B) van de opening (18) van de beslaggroef (14).
7. - Montagelat volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kop (45) is aangebracht aan één uiteinde van een centraal gedeelte (42} van de montagelat (32).
8. - Montagelat volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het centraal gedeelte (42) aan het andere uiteinde .is voorzien van een opstaande lip (44) met een breedte (K) die gelijk is aan de breedte (B) van de opening (18) van de groef (17) of iets kleiner is dan deze breedte (B).
9. ~ Montagelet volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de opstaande lip (44) verbonden is met het centraal gedeelte (42) door een haakse overgangsbocht (48) die in de breedte smaller is dan de opstaande lip (44) en smaller is dan de breedte (B) van de opening (18) van de beslaggroef (14) .
10. - Montagelat volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kop (45) een mediaanvlak bezit dat evenwijdig loopt met de lengterichting van de raontagelat en loodrecht staat op de onderzijde (47) van het centraal gedeelte (42) van de montagelat (32) en dat de voornoemde opstaande lip (44) in laterale richting excentrisch is gepositioneerd ten opzichte dit mediaanvlak.
11. - Montagelat volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de opstaande lip (4 4) in laterale richting is verschoven ten opzichte van het voornoemd mediaanvlak over een afstand die ongeveer gelijk is aan de overstekende breedte (C) van de kraag (17) van een voornoemde ribbe (16) van de beslaggroef (14), dit ter vorming van een rand (49) die ten opzichte van de voornoemde overgangsbocht (48) zijdelings uitsteekt om de montagelat (32) met deze rand (49) achter de kraag (17) van een ribbe (16) van de beslaggroef (14) te kunnen vasthaken.
12. - Montagelat volgens één van de conclusies 8 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de hals (46) waarmee de kop (45) van het slot (43) met het centraal gedeelte (42) van de montagelat (32) is verbonden wordt gevormd door een ten opzichte van de onderzijde (47) van de montagelat (32) naar onder uitstekend gedeelte.
13. - Montagelat volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de afstand (H) tussen de voornoemde kop (45) van het slot (43) en de onderzijde (47) van de montagelat (32), gemeten in een richting loodrecht op de onderzijde (47) van de montagelat, gelijk is of iets groter is dan de dikte (D) van een voornoemde kraag (17).
14. - Montagelat volgens één van de conclusies 8 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde opstaande lip (44) is voorzien van een schroefdraaddoorgang (50) voor een blokkeervij s.
15. Montagelat volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kop (45) van het slot (43) is uitgevoerd als een opstaande lip (44') van de montagelat (32) aan één uiteinde van de montagelat (32) en dat de montagelat (32) nabij het andere uiteinde is voorzien van een draaikoppeling.
16. - Montagelet volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde hals (4 6) wordt gevormd door een ten opzichte van de bovenzijde van de montagelat (32) naar boven uitstekend gedeelte.
17. - Montagelat volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de kop (45) verbonden is met het centraal gedeelte (42) door een hals (16) in de vorm van een haakse overgangsbocht (48).
18. - Montagelat volgens één van de conclusie 15 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de kop (45) in de vorm van een lip (44') twee evenwijdige zijranden (49) heeft waarvan er één korter is dan de andere.
19. - Montagelat volgens één van de conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de kop (45) is voorzien van een afschuining (55) die de lengte van de zijranden (49) begrenst en welke zodanig is gericht dat de grootste dimensie (M) van het slot (43) gemeten in een richting loodrecht op deze afschuining (55) en dwars op de lengterichting van de montagelat (32) kleiner is dan de breedte (B) van de opening (18) van de beslaggroef (14), vermeerderd met de breedte (Y) van een kraag (17) van de beslaggroef (14).
20. - Montagelat volgens conclusie 18 of 19, daardoor gekenmerkt dat de kop (45) een breedte (F' ) heeft die groter is dan de breedte (B) van de opening (18) van de beslaggroef (14) en kleiner is dan de afstand tussen de ribben (16) van de beslaggroef (14).
21. - Montagelat volgens één van de conclusies 15 tot 20, daardoor gekenmerkt dat de kop (45) is voorzien van een schroefdraaddoorgang (50) voor een blokkeervijs.
22. - Verdekt liggend scharnier voor een raam met een kader, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van een montagelat (32) volgens één van de voorgaande conclusies voor montage van het verdekt liggend scharnier op het kader (2) van het raam (1).
23. - Verdekt liggend scharnier volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van een schaar (24) met twee armen (25,26) die scharnierbaar met elkaar zijn verbonden door een centraal scharnier (28), waarbij deze armen elk met één uiteinde zijn verbonden met de montagelat (32) door middel van scharnier (30,31)
24. - Verdekt liggend scharnier volgens conclusie 23, daardoor gekenmerkt dat één scharnier (30) een vast scharnier is met een tap (37) die op de montagelat (32) is bevestigd en het ander scharnier (31) een verschuifbaar scharnier is met een tap (39) die verschuifbaar is aangebracht in een geleidingsgleuf (40) van de montagelat (32) .
25. - Raam met een vast kader en een vleugel, daardoor gekenmerkt dat de vleugel (3) scharnierbaar in het kader is gemonteerd door middel van minstens één verdekt liggend scharnier (5) volgens één van de conclusies 22 tot 24, waarbij de montagelat (32) zich in de lengte uitstrekt evenwijdig met de lengterichting van de beslaggroef (14).
26. - Raam volgens conclusie 25 met een verdekt liggend scharnier met een montagelat (32) volgens één van de conclusies 11 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (32) rust op de beslaggroef (14) van een horizontaal profiel (6) van het kader (2) en met haar kop (45) is ingehaakt onder de kragen (17) van deze beslaggroef (14) en met een rand (49) van haar opstaande lip (44) achter een kraag (17) van een ribbe (16) van de beslaggroef (14) van een aansluitend verticaal profiel (6) van het kader (2) is ingehaakt.
27. - Raam volgens conclusie 25 of 26, daardoor gekenmerkt dat in de gemonteerde toestand van het raam (1) de montagelat (32) in het kader (32) is gemonteerd zonder enige schroef.
28. - Raam volgens conclusie 25 met een verdekt liggend scharnier met een montagelat volgens één van de conclusies 15 tot 21, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (32) rust op de beslaggroef (14) van een horizontaal profiel (6) van het kader (2) en met de zijranden (49) van haar kop (45) aan één uiteinde is ingehaakt onder de kragen (17) van de beslaggroef (14) van een aansluitend verticaal profiel (6) van het kader (2) en dat de montagelat (32) in de beslaggroef (14) van het horizontaal profiel (6) is verankerd door middel van de draaikoppeling (53) aan het ander uiteinde van de montagelat (32).
BE2016/5001A 2016-01-07 2016-01-07 Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelat BE1023746B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5001A BE1023746B1 (nl) 2016-01-07 2016-01-07 Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelat

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5001A BE1023746B1 (nl) 2016-01-07 2016-01-07 Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelat

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023746A1 BE1023746A1 (nl) 2017-07-10
BE1023746B1 true BE1023746B1 (nl) 2017-07-10

Family

ID=55542395

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5001A BE1023746B1 (nl) 2016-01-07 2016-01-07 Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelat

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1023746B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2515988A1 (de) * 1975-04-12 1976-10-21 Stucke Lothar Oberkantenhalterung fuer ein fenster, eine tuer o.dgl.
WO2006074972A1 (de) * 2005-01-15 2006-07-20 SCHÜCO International KG Dreh-/kippfenster mit elektromotorischem antrieb mit schubkette
DE102007054476A1 (de) * 2007-11-13 2009-05-20 Roto Frank Ag Kulissenanordnung
DE102008010906A1 (de) * 2008-02-23 2009-09-17 Roto Frank Ag Beschlagteilanordnung
EP2811092A2 (de) * 2013-06-04 2014-12-10 SCHÜCO International KG Tür oder Fenster mit einem Schwenkbeschlag

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2515988A1 (de) * 1975-04-12 1976-10-21 Stucke Lothar Oberkantenhalterung fuer ein fenster, eine tuer o.dgl.
WO2006074972A1 (de) * 2005-01-15 2006-07-20 SCHÜCO International KG Dreh-/kippfenster mit elektromotorischem antrieb mit schubkette
DE102007054476A1 (de) * 2007-11-13 2009-05-20 Roto Frank Ag Kulissenanordnung
DE102008010906A1 (de) * 2008-02-23 2009-09-17 Roto Frank Ag Beschlagteilanordnung
EP2811092A2 (de) * 2013-06-04 2014-12-10 SCHÜCO International KG Tür oder Fenster mit einem Schwenkbeschlag

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023746A1 (nl) 2017-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3190252B1 (en) Concealed hinge for a turn-tilt window and such a window equipped therewith
BE1023746B1 (nl) Montagelat voor een raambeslag en scharnier en raam voorzien van zulke montagelat
EP0801194B1 (fr) Structure de verrouillage multipoint pour mécanisme de fermeture à glissière
US10557287B2 (en) Casement arrangement having a casement of a window or door and method for the frontal installation of a fitting part in a casement
EP0409754A1 (fr) Ferrure de verrouillage d'un ouvrant coulissant d'une fenêtre, porte ou analogue
US1159859A (en) Show-case.
BE1026575B1 (nl) Verdektliggend scharnier voor een deur of raam en deur of raam daarmee uitgerust en werkwijze voor het monteren van een vleugel in een vast kader van een raam of deur
BE1023548B1 (nl) Sluitmechanisme voor een raam of deur
US4383708A (en) Locking device for sliding closure unit
BE1013737A3 (nl) Inrichting voor het bedienen van een sluitingsmechanisme van een raam.
FR2905136A1 (fr) Dispositif de montage de ferrures sur une partie d'un vantail
FR3093752B1 (fr) Rideau métallique en particulier de protection anticyclonique
US1142140A (en) Window-stay.
AU2021100377B4 (en) Improvement in Hinges
FR2703889A1 (fr) Armoire de bureau.
FR2553465A1 (fr) Ensemble de fermeture anti-effraction pour emplacement de porte ou fenetre
US1398629A (en) Casement-window adjuster
FR2756586A1 (fr) Dispositif de roulement pour ouvrant coulissant
JP6999431B2 (ja) スクリーン固定ユニット、及び、スクリーンユニット
US1306929A (en) Storm-sash bracket
EP2924208B1 (en) Forced entry resistant lock
AU2004205202B2 (en) A Latch Mechanism for a Trailer
BE1026576A1 (nl) Verdektliggend scharnier voor een deur of raam en deur of raam daarmee uitgerust en werkwijze voor het monteren van een vleugel in een vast kader van een raam of deur.
FR3062155A1 (fr) Sous-face de largeur reglable pour caisson de volets roulants
FR2743598A1 (fr) Volet roulant pour fenetre, porte notamment de lucarne, monte exterieurement sur la fenetre

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: SOBINCO NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT

Effective date: 20210219