BE1023398B1 - Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast. - Google Patents

Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1023398B1
BE1023398B1 BE2015/5562A BE201505562A BE1023398B1 BE 1023398 B1 BE1023398 B1 BE 1023398B1 BE 2015/5562 A BE2015/5562 A BE 2015/5562A BE 201505562 A BE201505562 A BE 201505562A BE 1023398 B1 BE1023398 B1 BE 1023398B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
channel
gutter
female connecting
channel element
gutter system
Prior art date
Application number
BE2015/5562A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023398A1 (nl
Inventor
Eduard Denis Maria GERNEE
Original Assignee
Ebema Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ebema Naamloze Vennootschap filed Critical Ebema Naamloze Vennootschap
Priority to BE2015/5562A priority Critical patent/BE1023398B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023398B1 publication Critical patent/BE1023398B1/nl
Publication of BE1023398A1 publication Critical patent/BE1023398A1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L37/00Couplings of the quick-acting type
    • F16L37/02Couplings of the quick-acting type in which the connection is maintained only by friction of the parts being joined
    • F16L37/04Couplings of the quick-acting type in which the connection is maintained only by friction of the parts being joined with an elastic outer part pressing against an inner part by reason of its elasticity
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L17/00Joints with packing adapted to sealing by fluid pressure
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/08Down pipes; Special clamping means therefor
    • E04D2013/0846Interconnecting down pipe parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Sewage (AREA)

Abstract

Gootsysteem dat is samengesteld uit volgende delen: - gootelementen (2) die aan beide uiteinden (3) ziijn voorzien van een vrouwelijk verbindingsgedeelte (4) dat zich over een zekere diepte (A) in het gootelement (2) uitstrekt en begrensd is door een binnenwand (5) waarin minstens twee omtreksgroeven (6) zijn voorzien die zich op verschillende axiale diepte (B,C) vanaf het betreffende uiteinde (3) van het gootelement (2) bevinden; - buisvormige intermediaire koppelstukken (19) om twee vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) van twee aangrenzende gootelementen (2) met elkaar te verbinden, waarbij het koppelstuk (19) met een radiale speling (J) tussen het koppelstuk (19) en de voornoemde binnenwand (5) steekt; en - dichtingen (17) die voorzien zijn om in de voornoemde groeven (6) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) te worden gemonteerd; waarbij in normale gemonteerde toestand van de goot (1) de koppelstukken (19) met de voornoemde gedeelten in de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) in radiale richting klemmend gevat zitten in minstens twee dichtingen (17) die elk in een verschillende groef (6) van het betreffende vrouwelijk verbindingsgedeelte (4) zijn aangebracht.

Description

Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een gootsysteem.
Meer speciaal, heeft de uitvinding betrekking op een gootsysteem dat bedoeld is voor het vormen van goten voor het kanaliseren van regenwater, afvalwater of dergelijke door aaneenschakeling van buisvormige gootelementen uit gewapend beton.
Men kent reeds zulke gootsystemen met buisvormige gootelementen uit gewapend beton die aan één uiteinde zijn voorzien van een mannelijk verbindingsgedeelte en aan het andere uiteinde zijn voorzien van een overeenstemmend vrouwelijk verbindingsgedeelte zodat opeenvolgende gootelementen met elkaar verbonden kunnen worden door een onderlinge koppeling van de mannelijke en vrouwelijke verbindingsgedeelten.
Om de waterdichtheid van de goot te bekomen, wordt er tussen beide verbindingsgedeelten van de gootelementen een rubberen dichting aangebracht die in axiale richting wordt samengedrukt tussen beide verbindingsgedeelten door de verbindingsgedeelten bij de plaatsing dieper in elkaar te drukken.
Een nadeel van zulk bekend gootsysteem is dat bij de plaatsing van een goot de gootelementen perfect in axiale richting ten opzichte van elkaar moeten zijn uitgelijnd om ze op een vlotte correcte manier in elkaar te kunnen schuiven. Bovendien dient het in elkaar schuiven perfect horizontaal te verlopen, dus over de onderliggende fundering.
De plaatsing dient dan ook zeer nauwkeurig met grote nauwgezetheid te gebeuren door ervaren arbeiders.
Indien de plaatsing niet op deze uitgelijnde wijze gebeurt, kan de dichting ongelijkmatig worden belast en op zekere plaatsen geplet raken tussen de gootelementen terwijl ze op andere plaatsen niet wordt aangedrukt, waardoor ongewild lekken kunnen ontstaan.
Ook indien na plaatsing een gootelement zou verzakken ten opzichte van een aangrenzend gootelement, zal de dichting tussen beide vervormd kunnen worden, waardoor ze niet goed meer kan afdichten en in het slechtste geval het beton kapot kan springen.
Het bekende gootsysteem laat ook geen correctie toe in het geval er, ondanks de goede zorgen bij de plaatsing, toch een lek moest ontstaan.
Een ander nadeel is dat, door het feit dat de meeste bestaande systemen werken op het meer samendrukken van de dichting door het verder induwen van de ene buis in de andere, is men bij de bekende gootsystemen nooit zeker van een volledig juiste afdichting, zoals dit veelvuldig blijkt uit de praktijk.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een gootsysteem dat is samengesteld uit volgende delen: - gootelementen die aan beide uiteinden zijn voorzien van een vrouwelijk verbindingsgedeelte dat zich vanaf een voornoemd uiteinde over een zekere diepte in axiale richting in het gootelement uitstrekt en begrensd is door een cilindrische binnenwand waarin minstens twee omtreksgroeven zijn voorzien die zich op verschillende axiale diepte vanaf het betreffende uiteinde van het gootelement bevinden; buisvormige intermediaire koppelstukken om twee in eikaars verlengde gelegen en tegenover elkaar aangebrachte vrouwelijke verbindingsgedeelten van twee aangrenzende gootelementen met elkaar te verbinden, waarbij het koppelstuk, in gemonteerde toestand, met een gedeelte over een zekere lengte in elk van de voornoemde vrouwelijke verbindingsgedeelten is opgenomen met een zekere radiale speling tussen het koppelstuk en de voornoemde binnenwand van de betreffende verbindingsgedeelten; en, - dichtingen die voorzien zijn om in de voornoemde groeven van de vrouwelijke verbindingsgedeelten te worden gemonteerd; waarbij de vorm en afmetingen van deze samenstellende delen zodanig zijn uitgevoerd dat in normale gemonteerde toestand van de goot de koppelstukken met de voornoemde gedeelten in de vrouwelijke verbindingsgedeelten in radiale richting klemmend gevat zitten in minstens twee dichtingen die elk in een verschillende groef van het betreffende vrouwelijk verbindingsgedeelte zijn aangebracht.
Met zulk systeem worden de opeenvolgende gootelementen van een goot met elkaar verbonden door koppelstukken die deels .in één gootelement en deels in een aangrenzend volgend gootelement steken, waarbij de koppeling tussen het koppelstuk en een gootelement wordt gerealiseerd door middel van minstens twee dichtingen die ingeklemd zitten tussen het koppelstuk en de betreffende groeven en die in radiale richting voldoende samendrukbaar zijn om, gezien de radiale speling tussen het koppelstuk en de gootelementen, een zekere uitlijntolerantie toe te laten tussen beide gootelementen.
Een voordeel is dat het gootsysteem een lichte hoekafwijking tussen de geometrische assen van de gootelementen kan opvangen, zonder dat een goede montage in het gedrang komt.
Op die manier kunnen twee opeenvolgende gootelementen op de werf gemakkelijker met elkaar gekoppeld worden zonder dat het nodig is de opeenvolgende elementen nauwkeurig ten opzichte van elkaar uit te lijnen, wat de nodige aandacht en ervaring vereist en bovendien doorgaans veel tijd kost.
Bij een mogelijke verzakking na plaatsing van één gootelement ten opzichte van een aangrenzend gootelement, kan het koppelstuk dit lichtjes compenseren doordat het koppelstuk zich lichtjes kan zetten ten opzichte van de dichtingen.
Dankzij de dubbele dichting ter plaatse van elk uiteinde van het gootelement wordt de kans op lekken op zich al minimaal gehalveerd en bij iedere bijkomende dichting wordt deze kans nog verder verminderd.
Bij voorkeur worden de vrouwelijke verbindingsgedeelten in axiale richting begrensd door een ten opzichte van de binnenwand van deze verbindingsgedeelten naar binnen uitstekende aanslag die zich op een diepte bevindt van het uiteinde van het betreffende vrouwelijk verbindingsgedeelte.
Deze aanslag zorgt ervoor dat de koppelstukken niet te diep in het vrouwelijk verbindingsgedeelte geduwd kunnen worden zodat het betreffende koppelstuk nog met een voldoende lengte uit het gootelement steekt voor een afdichtende koppeling met een volgend gootelement.
De diepte van deze aanslag is zodanig gekozen dat, wanneer bij het monteren een koppelstuk tot tegen de aanslag in een vrouwelijk verbindingsgedeelte van een gootelement wordt geduwd, het koppelstuk met zekerheid door minstens twee dichtingen in het betreffende verbindingsgedeelte wordt afgedicht.
De lengte van het koppelstuk is zo gekozen dat, wanneer twee opeenvolgende gekoppelde gootelementen tegen elkaar zijn gemonteerd, het betreffende koppelstuk in beide vrouwelijke verbindingsgedeelten door minstens twee dichtingen wordt afgedicht terwijl nog een zekere axiale speling van het koppelstuk mogelijk is tussen de aanslagen teneinde uitzetting en krimpen te kunnen opvangen.
Dit laatste wordt gerealiseerd doordat de lengte van het intermediair koppelstuk kleiner is dan de dubbele axiale diepte van een voornoemde aanslag van een vrouwelijk verbindingsgedeelte tot het uiteinde van het betreffende verbindingsgedeelte.
Bij voorkeur is de binnendiameter van het intermediair koppelstuk gelijk of nagenoeg gelijk aan de binnendiameter van het centraal gedeelte van het gootelement, zodat de goot over gans haar lengte een gladde binnenwand heeft, ook ter plaatse van de koppeling tussen twee opeenvolgende gootelementen, waardoor water of dergelijke vlot doorheen de goot afgevoerd kan worden zonder gehinderd te worden door verdikkingen of dergelijke.
Door de voornoemde radiale speling tussen het koppelstuk en de binnenwand van het vrouwelijk verbindingsgedeelte wordt er tussen de dichtingen van twee opeenvolgende groeven een kamer gevormd die bij voorkeur door middel van een kanaal in het gootelement in verbinding staat met het buitenoppervlak van het gootelement.
Dit kanaal is nuttig om te kunnen vaststellen of één van beide dichtingen of beide dichtingen mogelijke lekkages vertonen, en indien dit zo is om via dit kanaal een dichtingsmateriaal in de betreffende kamer met een lek te kunnen inspuiten om aldus de lek of de lekken te dichten.
Bij voorkeur is hei voornoemde kanaal afgesloten met een stop zodat bij een mogelijk lekkende kamer geen lek naar buitenuit kan ontstaan via dit kanaal.
Bij voorkeur wordt het binnenoppervlak van de vrouwelijke verbindingsgedeelten en de daarin voorziene groeven minstens gedeeltelijk gevormd door een voorgevormde mof uit kunststof of dergelijke die bij de fabricage van het gootelement mee in het beton wordt gegoten, waardoor een eenvoudigere gieimal gebruikt kan worden.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een gootelement dat geschikt, is voor toepassing in een gootsysteem volgens de uitvinding, waarbij dit gootelement aan beide uiteinden is voorzien van een vrouwelijk verbindingsgedeelte dat zich vanaf een voornoemd uiteinde over een zekere diepte in axiale richting in het gootelement uitstrekt en begrensd is door een cilindrische binnenwand waarin minstens twee omtreksgroeven zijn voorzien die zich op verschillende axiale diepte vanaf het betreffende uiteinde van het gootelement bevinden.
Tevens heeft de uitvinding ook betrekking op een bij een voornoemd gootelement bijpassend koppelstuk.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een gootsysteem volgens de uitvinding en van een daarbij toegepast gootelement en koppelstuk, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in doorsnede een goot in aanbouw weergeeft die is samengesteld met een gootsysteem volgens de uitvinding; figuur 2 een gootelement weergeeft volgens de uitvinding dat in figuur 1 met F2 is aangeduid; figuur 3 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met het kader F3 is aangeduid; figuur 4 het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met het kader F4 is aangeduid, doch bij een verzakking van de goot; figuur 5 een zicht weergeeft zoals dit van figuur 4 maar bij een ander soort verzakking; figuur 6 het dichten van een lek weergeeft in het geval van een verzakking zoals in figuur 5,
De in figuur 1 in aanbouw zijnde goot is samengesteld uit buisvormige gootelementen uit gewapend beton die aan beide kopse uiteinden zijn voorzien van een vrouwelijk verbindingsgedeelte 4 dat zich vanaf een voornoemd uiteinde 3 over een zekere diepte A in axiale richting X-X' in het gootelement 2 uitstrekt.
De vrouwelijke verbindingsgedeelten 4 zijn in omtrek begrensd door een cilindrische binnenwand waarin twee omtreksgroeven 6 zijn voorzien die zich vanaf een betreffend uiteinde 3 op verschillende axiale dieptes B en C bevinden.
De diepte A wordt in het weergegeven voorbeeld begrensd door een naar binnen uitstekende aanslag die wordt gevormd door een trapvormige overgang tussen de vrouwelijk verbindingsgedeelten 4 en het daartussen gelegen centraal gedeelte 8 van het gootelement, welk centraal gedeelte 8 een kleinere binnendiameter D heeft dan de diameter E van de binnenwand 5 van de vrouwelijke verbindingsgedeelten 4.
De ingang 9 van de vrouwelijke verbindingsgedeelten aan de uiteinden 3 van de gootelementen 2 is conisch vernauwend uitgevoerd door een afschuining van de randen van de ingang 9.
Bij voorkeur zijn de binnenwand 5 van de vrouwelijke verbindingsgedeelten 4, de daarin voorziene groeven 6, de aanslag 7 en de conische ingang, of althans een deel ervan, gevormd door een voorgevormde mof 11 uit kunststof of dergelijke die bij de fabricage van een gootelement 2 mee in het beton wordt gegoten, hoewel dit niet strikt noodzakelijk is.
Ter plaatse van elk vrouwelijk verbindingsgedeelte 4 is een kanaal 12 voorzien dat een verbinding vormt tussen het buitenoppervlak 13 van het gootelement 2 en de binnenwand 5 en dat uitmondt tussen twee groeven 6 zoals in meer detail te zien is in de figuren 2 en 3.
In het voorbeeld wordt het kanaal gevormd door een darm 14 die bij de fabricage van het gootelement mee in het beton wordt gegoten en die aansluit op een nippel 15 die daartoe voorzien is op de mof 11.
Het kanaal is afgedicht door een stop 16 die, indien gewenst, van buitenaf verwijderd kan worden.
In de groeven 6 van de gootelement 2 zijn ringvormige dichtingen 17 aangebracht die gedeeltelijk naar binnen uitsteken met een afgeschuinde kant 18 die naar de ingang 9 is gericht.
Deze dichtingen zijn in radiale richting samendrukbaar en bezitten in onbelaste toestand een binnendiameter F.
De gootelementen 2 zijn onderling met elkaar verbonden door middel van buisvormige intermediaire koppelstukken 19 die in gemonteerde toestand elk voor ongeveer de helft in axiale richting in de vrouwelijke verbindingsgedeelten 4 steken zoals weergegeven in figuur 1, waarbij elke helft van de koppelstukken doorheen de twee voornoemde dichtingen 1/ van een vrouwelijk verbindingsgedeelte 4 steekt.
Aldus is elk koppelstuk 19 ten opzichte van een gootelement 2 dubbel afgedicht door middel van twee dichtingen 17.
De koppelstukken 19 bezitten een binnendiameter G die hoofdzakelijk gelijk is aan de binnendiameter D van het centraal gedeelte 8 van de gootelementen 2 en een buitendiameter I die kleiner .is dan de diameter E van de binnenwand 5 van de vrouwelijke verbindingsgedeelten 4 zodat er in gemonteerde toestand van de koppelstukken 19 een zekere speling J aanwezig is van bijvoorbeeld 2 à 8mm, bij voorkeur met een speling van om en bij de 3 à 4 mm rondom.
Door de speling J wordt er tussen het koppelstuk 19 en de binnenwand 5 van het vrouwelijk verbindingsgedeelte 4 een kamer 20 afgebakend die verder aan weerskanten begrensd wordt door een dichting 17.
Deze kamer 20 staat in verbinding met het voornoemd kanaal 12 dat in deze kamer 20 uitmondt.
De voornoemde buitendiameter I van de koppelstukken 19 is ook kleiner dan de binnendiameter F van de dichtingen, waardoor de dichtingen bij het inbrengen van een koppelstuk 19 in radiale richting worden samengedrukt tussen het betreffende koppelstuk 19 en de bodem 21 van de groef 6, zodoende dat een goede afdichting verzekerd is.
De lengte K van het intermediair koppelstuk 19 is kleiner dan tweemaal de axiale diepte A van een vrouwelijk verbind!ngsgedeelte 4 zodat het koppelstuk 19 steeds met een zekere axiale speling tussen de aanslagen 7 gevat zit zodat differentieel uitzetten en krimpen tussen de verschillende materialen kan worden opgevangen.
De opbouw van een goot 1 met een gootsysteem volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en wordt geïllustreerd aan de hand van figuur 1.
In deze figuur 1 zijn de linkse gootelementen 2a en 2b reeds met elkaar gekoppeld door middel van een koppelstuk 19.
In het middelste gootelement 2b is in het vrije uiteinde 3 reeds een volgend koppelstuk 19 aangebracht dat tot tegen de aanslag 7 doorheen de twee dichtingen 17 is geduwd en erdoor wordt ingeklemd. Het gemonteerde koppelstuk 19 steekt voor ongeveer de helft nog uit het gootelement 2b.
Het volgende gootelement 2c is reeds in lijn gebracht met het reeds geplaatste koppelstuk 19 en kan vervolgens, na het monteren van de dichtingen 17 in het gootelement 2c, over het uitstekend vrije gedeelte van het koppelstuk 19 worden geschoven om te komen tot een koppeling zoals deze tussen de gootelementen 2a en 2b.
Dankzij de samendrukbaarheid van de dichtingen 17 en de speling J is, zoals geïllustreerd in figuur 4, een beperkte differentiële verzakking of zetting L tussen twee opeenvolgende gootelementen 2 dwars op de axiale richting X-X' mogelijk zonder dat er daarbij lekken ontstaan.
Om dezelfde reden zal ook een beperkte differentiële hoekverzakking M van twee opeenvolgende gootelementen 2, zoals getoond in figuur 5, geen lekken tot gevolg hebben.
In het onfortuinlijke geval er toch een lek zou optreden van één of van beide dichtingen naar de kamer 20 toe, dan kan dit eenvoudig gecontroleerd worden door de stop van het kanaal 12 dat in verbinding staat met deze kamer 20 te verwijderen en te controleren of er een vloeistof uitvloeit of niet.
Indien er zich dan toch een lek zou voordoen, dan zal deze makkelijk kunnen hersteld worden door, zoals afgeheeld in figuur 6, via het voornoemd kanaal 12 de kamer 20 met een dichtingsmateriaal 22 zoals silicone op te spuiten.
Het is duidelijk dat meer dan twee dichtingen 17 voor elk vrouwelijk verbindingsgedeelte 4 tot de mogelijkheden behoort.
Het is ook duidelijk dat het de voorkeur geniet dat de beide vrouwelijke verbindingsgedeelten 4 in hoofdzaak op dezelfde manier zijn gedimensioneerd en dat de dichtingen 17 identiek zijn en er slechts één dichting 17 per groef 6 is voorzien.
Het is eveneens duidelijk dat de binnenwand van de vrouwelijke verbindingsgedeelten niet noodzakelijk cilindrisch moet zijn over gans de diepte Δ.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een gooisysteem volgens de uitvinding en een daarbij toegepast gootelement en koppelstuk kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (17)

  1. Conclusies .
    1.- Gootsysteem met buisvormige gootelementen uit gewapend beton die voorzien zijn van verbindingsgedeelten om de gootelementen tot een goot (1) met elkaar te kunnen verbinden, daardoor gekenmerkt dat het gootsysteem is samengesteld uit volgende delen: gootelementen (2) die aan beide uiteinden (3) zijn voorzien van een vrouwelijk verbindingsgedeelte (4) dat zich vanaf een voornoemd uiteinde (3) over een zekere diepte (A) in axiale richting (X-X'} in het gootelement (2) uitstrekt en begrensd is door een binnenwand (5) waarin minstens twee omtreksgroeven (6) zijn voorzien die zich op verschillende axiale diepte (B,C) vanaf het betreffende uiteinde (3) van het gootelement (2) bevinden; - buisvormige intermediaire koppelstukken (19) om twee in eikaars verlengde gelegen en tegenover elkaar aangebrachte vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) van twee aangrenzende gootelementen (2) met elkaar te verbinden, waarbij het koppelstuk (19), in gemonteerde toestand, met een gedeelte over een zekere lengte in elk van de voornoemde vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) is opgenomen met een zekere radiale speling (J) tussen het koppelstuk (19) en de voornoemde binnenwand (5) van de betreffende verbindingsgedeelten (4); en, - dichtingen (17) die voorzien zijn om in de voornoemde groeven (6) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) te worden gemonteerd; waarbij de vorm en de afmetingen van deze samenstellende delen zodanig zijn uitgevoerd dat in normale gemonteerde toestand van de goot (1) de koppelstukken (19) met de voornoemde gedeelten in de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) in radiale richting klemmend gevat zitten in minstens twee dichtingen (17) die elk in een verschillende groef (6) van het betreffende vrouwelijk verbindingsgedeelte (4) zijn aangebracht.
  2. 2. Gootsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de diepte (A) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) in axiale richting (X~X') worden begrensd door een, ten opzichte van de binnenwand (5) van deze verbindingsgedeelten (4), naar binnen uitstekende aanslag (7) om te beletten dat de koppelstukken (19) te diep in de gootelementen (2) zouden kunnen geduwd worden.
  3. 3. - Gootsysteem volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) worden gevormd door een cilindrisch gedeelte van het gootelement (2) met een grotere binnendiameter (E) dan de binnendiameter (H) van het centraal gedeelte (8) van het gootelement (2) tussen de verbindingsgedeelten (4).
  4. 4. - Gootsysteem volgens conclusie 2 en 3, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (7) voor de intermediaire koppelstukken (19) wordt gevormd door een trapvormige overgang tussen de binnendiameters (E-H) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) en het centraal gedeelte (8).
  5. 5. - Gootsysteem volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de binnendiameter (G) van het intermediair koppelstuk (19) gelijk of nagenoeg gelijk is aan de binnendiameter (H) van het centraal gedeelte (8) van het gootelement (2).
  6. 6. - Gootsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verschil tussen de diameter (E) van de binnenwand (5) van de vrouwelijke gedeelten (4) en de buitendiameter (I) van de intermediaire koppelstukken (19) tussen de 4 en 16 mm bedraagt, liever nog tussen de 5 en 10 mm bedraagt, bij voorkeur ongeveer 7 mm bedraagt.
  7. 7. - Gootsysteem volgens één van de conclusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de lengte (K) van het intermediair koppelstuk (19) kleiner is dan tweemaal de axiale diepte (A) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4). 8. “ Gootsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat door de voornoemde speling (J) minstens één kamer (20) wordt gevormd die begrensd wordt door de binnenwand (5) van het betreffend vrouwelijk verbindingsgedeelte (4) en het betreffende intermediair koppelstuk (19) en afgebakend wordt tussen de dichtingen (17) in twee groeven (6) van het betreffende vrouwelijk verbindingsgedeelte (4), welke kamer (20) door middel van het kanaal (12) in verbinding staat met het buitenoppervlak (13) van het gootelement (2).
  8. 9. - Gootsysteem volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het kanaal (12) wordt gevormd door een buis of darm (14) die bij de fabricage van het gootelement (2) mee in het beton wordt gegoten.
  9. 10. - Gootsysteem volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat het betreffende kanaal (12) aan de buitenoppervlakte (13) van het gootelement (2) is afgestopt door middel van een stop (16). 11. ~ Gootsysteem volgens één van de conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het kanaal (12) voorzien is om, in geval van een lekkende dichting (17), via het kanaal (12) een dicht.ingsmateriaal in te spuiten in de kamer (20) waar het lek zich voordoet.
  10. 12. - Gootsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de binnenwand (5) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) en de daarin voorziene groeven (6) minstens gedeeltelijk worden gevormd door een voorgevormde mof (11) uit kunststof of dergelijke die bij de fabricage van het gootelement (2) mee in het beton wordt gegoten.
  11. 13. - Gootsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de ingang (9) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) vanaf de uiteinden (3) van de gootelementen (2) conisch vernauwend is uitgevoerd.
  12. 14. - Gootsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dichtingen (17) voorzien zijn van een afgeschuinde kant (18) die in gemonteerde toestand van de dichting (17) in een groef (6) van een vrouwelijk verbindingsgedeelte (4) gekeerd is naar de ingang (9) van het betreffend verbindingsgedeelte (4). .1.5.- Gootelement dat geschikt is toegepast te worden in een gootsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het gootelement (2) aan beide uiteinden (3) is voorzien van een vrouwelijk verbindingsgedeelte (4) dat zich vanaf een voornoemd uiteinde (3) over een zekere diepte (Λ) in axiale richting (X-X') in het gootelement (2) uitstrekt en begrensd is door een binnenwand (5) waarin minstens twee omtreksgroeven (6) zijn voorzien die zich op verschillende axiale diepte (B,C) vanaf het betreffende uiteinde (3) van het gootelement (2) bevinden.
  13. 16. - Gootelement volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de diepte (A) van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) in axiale richting (X-X') wordt begrensd door een ten opzichte van de binnenwand (5) van deze verbindingsgedeelten (4) naar binnen uitstekende aanslag (7) .
  14. 17. - Gootelement volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) worden gevormd door een cilindrisch gedeelte van het gootelement met een grotere binnendiameter (E) dan de binnendiameter van het centraal gedeelte (8) van het gootelement (2) tussen de verbindingsgedeelten (4) .
  15. 18. - Gootelement volgens conclusie 16 en 17, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (7) voor de intermediaire koppelstukken (19) wordt gevormd door een trapvormige overgang tussen de diameters van de vrouwelijke verbindingsgedeelten (4) en van het centraal gedeelte (8).
  16. 19, - Gootelement volgens één van de conclusies 15 tot 18, daardoor gekenmerkt dat het gootelement (2) aan elk uiteinde (3) is voorzien van minstens één kanaal (12) dat een verbinding vormt tussen de binnenwand (5) tussen twee voornoemde groeven (6) van een vrouwelijk verbindingselement (4) en het buitenoppervlak (13) van het gootelement (2).
  17. 20. - Gootelement volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat het betreffende kanaal aan de buitenoppervlakte (13) van het gootelement (2) is af gestopt door middel van een stop (16).
BE2015/5562A 2015-09-04 2015-09-04 Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast. BE1023398B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5562A BE1023398B1 (nl) 2015-09-04 2015-09-04 Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5562A BE1023398B1 (nl) 2015-09-04 2015-09-04 Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023398B1 true BE1023398B1 (nl) 2017-03-06
BE1023398A1 BE1023398A1 (nl) 2017-03-06

Family

ID=54396685

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5562A BE1023398B1 (nl) 2015-09-04 2015-09-04 Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1023398B1 (nl)

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2469637A1 (fr) * 1979-11-13 1981-05-22 Pont A Mousson Manchon en fonte pour raccorder des elements tubulaires
CH626147A5 (en) * 1977-09-23 1981-10-30 Semperit Ag Socket connection for sewage pipes
EP0125149A1 (en) * 1983-05-10 1984-11-14 Gerald Martin Welgemoed Connectors
DE8801684U1 (de) * 1988-02-10 1988-03-31 Kabel- und Metallwerke Gutehoffnungshütte AG, 4500 Osnabrück Stumpfgeschweißtes Metallrohr mit Muffe, insbesondere Regenfallrohr
CN2211466Y (zh) * 1994-09-28 1995-11-01 桂林水泥制管厂 钢网砼雨水排污管
US6092844A (en) * 1998-08-14 2000-07-25 Lee; Do Yean Pipe coupler
EP2096347A1 (en) * 2008-02-22 2009-09-02 HERA S.p.A. Method for joining together steel pipes for conveying fluids under pressure
DE202009012173U1 (de) * 2009-08-07 2009-12-17 Franz Schuck Gmbh Vorrichtung zum Herstellen einer Verbindung zwischen zwei rohrförmigen Bauteilen
FR2946069A1 (fr) * 2009-05-29 2010-12-03 Gregory Pourie Bloc de construction creux contenant un tube vertical excentre destine a la realisation de murs comportant un tubage vertical multifonctions sur toute ou partie de leur hauteur

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH626147A5 (en) * 1977-09-23 1981-10-30 Semperit Ag Socket connection for sewage pipes
FR2469637A1 (fr) * 1979-11-13 1981-05-22 Pont A Mousson Manchon en fonte pour raccorder des elements tubulaires
EP0125149A1 (en) * 1983-05-10 1984-11-14 Gerald Martin Welgemoed Connectors
DE8801684U1 (de) * 1988-02-10 1988-03-31 Kabel- und Metallwerke Gutehoffnungshütte AG, 4500 Osnabrück Stumpfgeschweißtes Metallrohr mit Muffe, insbesondere Regenfallrohr
CN2211466Y (zh) * 1994-09-28 1995-11-01 桂林水泥制管厂 钢网砼雨水排污管
US6092844A (en) * 1998-08-14 2000-07-25 Lee; Do Yean Pipe coupler
EP2096347A1 (en) * 2008-02-22 2009-09-02 HERA S.p.A. Method for joining together steel pipes for conveying fluids under pressure
FR2946069A1 (fr) * 2009-05-29 2010-12-03 Gregory Pourie Bloc de construction creux contenant un tube vertical excentre destine a la realisation de murs comportant un tubage vertical multifonctions sur toute ou partie de leur hauteur
DE202009012173U1 (de) * 2009-08-07 2009-12-17 Franz Schuck Gmbh Vorrichtung zum Herstellen einer Verbindung zwischen zwei rohrförmigen Bauteilen

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023398A1 (nl) 2017-03-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7125054B2 (en) Self restraining gasket and pipe joint
CA2626239C (en) A slip type pipe joint
US9644768B2 (en) Expandable sealing mechanism
US6974160B2 (en) Self restraining gasket and pipe joint
US3325195A (en) Coupling and sealing structures
AU630729B2 (en) Method for water leakage prevention in pipeline and liner for water leakage prevention
US20170074438A1 (en) Pipe Coupling Apparatus
BE1023398B1 (nl) Gootsysteem en gootelement en koppelstuk daarbij toegepast.
US3503636A (en) Conduit joint assembly
RU2484354C1 (ru) Устройство для соединения двух концов трубы с действующим с геометрическим замыканием стопорным элементом
US6113156A (en) Pipe connector
US6170891B1 (en) Closure for secondary containment pipe
US20170074432A1 (en) Pipe Coupling Apparatus
RU182696U1 (ru) Межниппельная вставка полимерная (МНВП) для защиты внутренней поверхности элемента для соединения труб
KR20180027943A (ko) 삽입형 전자소켓을 이용한 배관연결구조
WO2002040910A1 (en) Sewer pipe coupling
AU2018101628A4 (en) Improved Joint Between Two Plastics Pipes and a Method for Making Such a Joint
KR20180058127A (ko) 손상배관 보수용 배관연결구 및 이를 이용한 손상배관 보수방법
US20170074431A1 (en) Pipe Coupling Apparatus
AU2006303813B2 (en) A slip type pipe joint
EA028543B1 (ru) Перекрывающая вставка для защиты внутренней поверхности элемента для соединения труб
KR101441508B1 (ko) 패킹 삽입형 소켓관
KR200153214Y1 (ko) 사각 날개형 오링
KR200425952Y1 (ko) 지하매설용 파이프의 수밀패킹
US749465A (en) london

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190930