BE1023047B1 - Omheiningspaal en omheining - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding betreft een omheiningspaal, die holle ruimtes omvat die zich uitstrekken langsheen de gehele lengte van de omheiningspaal, omvattende een centraal compartiment bestaande uit vier vlakken die eerste holle ruimte omsluiten en minstens één van de genoemde vlakken omvat minstens twee uitstulpingen, waarbij elk van genoemde uitstulpingen een holle ruimte omvat die zich uitstrekt over de gehele lengte van de omheiningspaal. Verder betreft de uitvinding een omheining gebruik makende van genoemde omheiningspalen.

Description

OM HEININGSPAAL EN OMHEINING TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een omheining geschikt voor buiten toepassingen. De omheining omvat omheiningspalen met daartussen een plaatmateriaal aangebracht. Meer in het bijzonder zijn de omheiningspalen uitgevoerd in aluminium en ontworpen om grote krachten die op het plaatmateriaal worden uitgeoefend te kunnen opvangen.

STAND DER TECHNIEK

Aluminium omheiningspalen bestaan die geschikt zijn voor het fixeren van plaatmaterialen tussen genoemde omheiningspalen. Deze palen omvatten een centraal profiel waarop lippen voorzien zijn die een plaatmateriaal kunnen fixeren tussen twee van dergelijke omheiningspalen. De lippen zijn vaak gebogen, waardoor de lippen grotere krachten kunnen weerstaan. Toch treed er vaak na verloop van tijd, scheuren op ten gevolge van krachten, die aanzienlijk groot kunnen zijn, die inwerken op genoemde plaatmaterialen. Vooral gesloten plaatmaterialen kunnen veel wind vangen en daardoor grote krachten overbrengen op de omheiningspalen.

Een ander veelvoorkomend probleem met de gekende aluminium omheiningspalen is dat een versneld verouderingsproces optreed ter hoogte van waar het plaatmateriaal en de omheiningspaal elkaar vinden.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen. Er is nood aan een verbeterde aluminium omheiningspaal die grotere krachten kan weerstaan en niet onderhevig is aan metaalmoeheid. En bij voorkeur lost genoemde verbeterende omheiningspaal ook de versneld veroudering op van het plaatmateriaal ter hoogte van de omheiningspaal.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een omheiningspaal 1, die holle ruimtes 2 en 3 omvat die zich uitstrekken langsheen de gehele lengte van de omheiningspaal 1, omvattende een centraal compartiment bestaande uit vier vlakken 13 en 10 die eerste holle ruimte 2 omsluiten en minstens één van de genoemde vlakken 13 omvat minstens twee uitstulpingen 11, waarbij elk van genoemde uitstulpingen 11 een holle ruimte 3 omvat die zich uitstrekt over de gehele lengte van de omheiningspaal 1.

Een dergelijke omheiningspaal heeft als voordeel dat de omheiningspaal licht is in vergelijking met een paal die geen holle ruimtes zou omvatten. De uitstulpingen aangebracht op één vlak vormen een sleuf. De sleuf kan plaatmaterialen op zijn plaats houden tussen twee omheiningspalen. Een belangrijk voordeel van een dergelijke omheiningspaal ten opzichte van een omheiningspalen met lippen die gekend zijn in de stand der techniek is dat een uitstulping die een holle ruimte omvat, groter krachten kan weerstaan die uitgeoefend worden door het plaatmateriaal op de uitstulpingen. Deze krachten ontstaan bij voorbeeld door de wind die op het plaatmateriaal in een omheining duwt. Bij het gebruik van lippen zoals in de stand der techniek wordt een holte gevormd met aan 1 zijde het plaatmateriaal. In deze holte zal in de loop der tijd zich vuil en stof opstapelen. Wanneer het dan regent, zal dit vuil en stof water opnemen waardoor het deel van het plaatmateriaal dat zich in de sleuf bevind, zich in een vochtige omgeving bevindt. Dit vuil en stof droogt traag uit, omdat het afgeschermd zit in genoemde holte. Daardoor bevindt het plaatmateriaal zich voor langere tijden in een vochtige omgeving waardoor veroudering sneller optreed. Een omheiningspaal van holle uitstulpingen heeft dit probleem niet, daar de holle ruimte en het plaatmateriaal zijn van elkaar gescheiden door het materiaal van de uitstulping.

In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een omheining omvattende meerdere omheiningspalen 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en een plaatmateriaal 17 gekozen uit de lijst van planken, tand-en-groef planken, houten panelen, draadpanelen, glaspanelen, gegalvaniseerde panelen of betonpanelen.

Dit heeft als voordeel dat de omheining steviger is dan de reeds bekende omheiningen met aluminium omheiningspalen. Dit omwille van de holle uitstulpingen die de plaatmaterialen vasthouden in plaats van de lippen in de stand der techniek. Verder zal er zich ook minder stof en vuil tussen het plaatmateriaal en de omheiningspaal opstapelen in verloop van tijd. Een opbouw van stof en vuil kan water langere tijd vasthouden waardoor het plaatmateriaal zich langdurig in een vochtige omgeving bevindt. Hierdoor zal het plaatmateriaal sneller rotten, oxideren of corroderen.

In een derde aspect voorziet de uitvinding in een kit geschikt voor het vormen van een omheining, omvattende: minstens twee omheiningspalen 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; minstens een plaatmateriaal 17 gekozen uit de lijst van planken, tand-en-groef planken, houten panelen, draadpanelen, glaspanelen gegalvaniseerde panelen of betonpanelen.

Ook hier zijn de grootste voordelen dat de omheiningspalen grotere krachten kunnen opvangen wanneer plaatmaterialen tussen de omheiningspalen zijn geplaatst. En dat er zich geen stof en vuil kan opstapelen dat op zijn beurt een vochtige omgeving creëert, wat het rotten, het oxideren of het corroderen van het plaatmateriaal versnelt.

In een vierde aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het maken van een omheiningspaal 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, via extrusie.

Doordat de omheiningspaal wordt geëxtrudeerd zijn er geen lasnaden of verbindingsnaden tussen het centrale compartiment en de uitstulpingen. De uitstulpingen en het centraal compartiment vormen één geheel, wat zwakke punten voorkomt ten gevolge van verbindingsnaden.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 (Stand der Techniek) geeft een perspectivisch aanzicht weer van een omheiningspaal volgens de stand der techniek.

Figuur 2A geeft een perspectivisch aanzicht weer van een omheiningspaal 1 volgens de uitvinding.

Figuur 2B geeft een doorsnede weer van een omheiningspaal 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 3 toont een vooraanzicht en een zijaanzicht van een afdekplaat 14 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 4 toont een omheining omvattende omheiningspalen 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een omheiningspaal 1, die holle ruimtes 2 en 3 omvat die zich uitstrekken langsheen de gehele lengte van de omheiningspaal 1, omvattende een centraal compartiment bestaande uit vier vlakken 13 en 10 die eerste holle ruimte 2 omsluiten en minstens één van de genoemde vlakken 13 omvat minstens twee uitstulpingen 11, waarbij elk van genoemde uitstulpingen 11 een holle ruimte 3 omvat die zich uitstrekt over de gehele lengte van de omheiningspaal 1.

Een dergelijke omheiningspaal heeft als voordeel dat de omheiningspaal licht is in vergelijking met een paal die geen holle ruimtes zou omvatten. De uitstulpingen aangebracht op één vlak vormen een sleuf. De sleuf kan plaatmaterialen op zijn plaats houden tussen twee omheiningspalen. Een belangrijk voordeel van een dergelijke omheiningspaal ten opzichte van een omheiningspalen met lippen die gekend zijn in de stand der techniek is dat een uitstulping die een holle ruimte omvat, groter krachten kan weerstaan die uitgeoefend worden door het plaatmateriaal op de uitstulpingen. Deze krachten ontstaan bij voorbeeld door de wind die op het plaatmateriaal in een omheining duwt. Bij het gebruik van lippen zoals in de stand der techniek wordt een holte gevormd met aan 1 zijde het plaatmateriaal. In deze holte zal in de loop der tijd zich vuil en stof opstapelen. Wanneer het dan regent, zal dit vuil en stof water opnemen waardoor het deel van het plaatmateriaal dat zich in de sleuf bevind, zich in een vochtige omgeving bevindt. Dit vuil en stof droogt traag uit, omdat het afgeschermd zit in genoemde holte. Daardoor bevindt het plaatmateriaal zich voor langere tijden in een vochtige omgeving waardoor veroudering sneller optreed. Een omheiningspaal van holle uitstulpingen heeft dit probleem niet, daar de holle ruimte en het plaatmateriaal zijn van elkaar gescheiden door het materiaal van de uitstulping.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde omheiningspaal 1 uit aluminium vervaardigd.

Dit heeft als voordeel dat de paal licht in gewicht is en toch een vergelijkbare sterkte heeft dan bijvoorbeeld staal of gietijzer. Verder is een aluminium omheiningspaal niet gevoelig voor corrosie en kan de omheiningspaal geëxtrudeerd worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm strekken genoemde uitstulpingen 11 zich uit over de gehele lengte van de omheiningspaal 1.

Dit heeft als voordeel dat er over de hele lengte van de omheiningspaal steun wordt gegeven aan het plaatmateriaal dat zich in de sleuf bevindt en dat krachten die worden uitgeoefend op het plaatmateriaal zich over de hele paal uitspreiden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn twee holle ruimtes 2 en 3 van elkaar gescheiden door aluminium scheidingsvlakken 8.

Dit heeft als voordeel dat de scheidingsvlakken uit het zelfde materiaal bestaan dan de rest van de omheiningspaal. Hierdoor wordt lasnaden en verbindingen tussen verschillende materialen uitgesloten. De scheidingsvlakken verhogen ook de rigiditeit van de paal en voorkomen vervorming door het inwerken van krachten op de uitstulpingen. De scheidingsvlakken vormen een inwendige structuur.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde holte 2 van het centraal compartiment geschikt om verbonden te worden met een voet voor genoemde omheiningspaal. De voet omvat een verankeringsdeel geschikt om in of aan de grond bevestigd te worden. Bij voorkeur is het verankeringsdeel een pin die in de grond kan worden geslagen of een plaat die aan de grond kan worden bevestigd met bij voorkeur bouten of vijzen. Verder omvat de voet ook een bevestigingsprofiel, dat in de holte 2 van het centraal compartiment past.

Op deze wijze hoeven geen gaten gemaakt te worden in de omheiningspaal om deze te plaatsen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de uitstulpingen 11 voorzien aan de hoekpunten van het centraal compartiment. Met andere woorden de uitstulpingen zijn aan de uiteinden van het vlak 13 waarop ze bevestigd zijn geplaatst.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bakenen telkens twee uitstulpingen 11 een sleuf af. De sleuf wordt gevormd door telkens één steunvlak 5 van de uitstulpingen 11 en door het vlak 13 waarop de uitstulpingen 11 zijn verbonden.

Deze sleuf kan gebruikt worden voor het fixeren van plaatmaterialen of draadpanelen. In tegenstelling tot de stand der techniek worden de plaatmaterialen door vlakken gefixeerd en niet door een ribbe. Hierdoor worden de krachten op omheiningspalen verspreid over een groter oppervlak. Doordat de uitstulpingen een gesloten oppervlak hebben zijn er minstens twee aanhechtingspunten met het centrale compartiment. Dit komt de mechanische sterkte ten goede. Bij de stand der techniek wordt een holte gevormd tussen de aluminium lip en het plaatmateriaal. Deze holte zal zich in verloop van tijd vullen met stof en vuil. Wanneer het dan regent, zal dit stof en vuil water opnemen en zal dit lang vochtig blijven. Hierdoor zal het plaatmateriaal dat zich tussen de omheiningspalen bevindt, aan de uiteinden zich voor lange perioden in een vochtige omgeving bevinden. Indien het plaatmateriaal hout is, zal het hierdoor sneller rotten. Bij een gegalvaniseerd plaatmateriaal of een draadpaneel zal ook op deze plaats versnelde corrosie optreden, daar de galvaniseer laag ter hoogte van de verbinding makkelijker beschadigd geraakt door wrijving tussen de omheiningspalen en het plaatmateriaal. Deze beschadigingen in een vochtige omgeving zorgen voor versnelde corrosie.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat een uitstulping (11) minstens twee vlakken (5 en 6), een steunvlak (5) naar de sleuf gericht en een vlak (6) naar de buitenzijde gericht van de omheiningspaal (1).

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de hoek tussen het steunvlak 5 van de uitstulping 11 naar de sleuf gericht en het vlak 13 waarop de uitstulpingen 11 voorzien zijn 90°.

Hierdoor zijn de vlakken van de uitstulpingen die de sleuf vormen parallel aan het plaatmateriaal dat in de sleuf dient geplaatst te worden. Hierdoor worden de krachten uitgeoefend op het plaatmateriaal over een zo groot mogelijk oppervalk uitgespreid. Deze hoek zorgt er ook voor dat er geen holte gecreëerd wordt tussen plaatmateriaal en omheiningspaal waar stof en vuil kan in worden opgestapeld.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de hoek tussen het vlak 6 van de uitstulping 11 naar de buitenzijde van de omheiningspaal 1 gericht en het vlak 13 waarop de uitstulpingen 11 voorzien zijn, scherp.

Dit heeft als voordeel dat het schuine vlak 6 een deel van de krachten kan opvangen en niet alle krachten moet worden opgevangen door het steunvlak 5. Hierdoor verhoogt de stevigheid van genoemde omheiningspaal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de verbinding 7 tussen de genoemde twee vlakken, 5 en 6, van de uitstulping 11 afgerond.

De ronde vorm van de verbinding 7 zorgt voor een extra versteviging van de uitstulping, een ronde vorm kan beter krachten weerstaan dan een hoekverbinding.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de uitstulpingen 11 naadloos verbonden aan het centraal compartiment.

Een verbindingsnaad blijft een zwakke plek tussen twee onderdelen. Wanneer een verbindingsnaad kan vermeden worden wordt ook een zwakke plek vermeden. Bij een omheiningspaal is dit van groot belang daar er grote krachten kunnen worden uitgeoefend op de palen. Gesloten plaatmaterialen kunnen veel wind vangen waardoor deze met grote kracht, via de uitstulpingen, op de omheiningspalen gaan drukken. Daardoor is het belangrijk dat de verbinding tussen uitstulping en centraal compartiment deze krachten kunnen weerstaan. Een manier om genoemde naadloze verbinding te bereiken is het extruderen van de omheiningspalen waardoor het centraal compartiment en de uitstulpingen één geheel vormen.

In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een omheining omvattende meerdere omheiningspalen 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en een plaatmateriaal 17 gekozen uit de lijst van planken, tand-en-groef planken, houten panelen, draadpanelen, glaspanelen, gegalvaniseerde panelen of betonpanelen.

Dit heeft als voordeel dat de omheining steviger is dan de reeds bekende omheiningen met aluminium omheiningspalen. Dit omwille van de holle uitstulpingen die de plaatmaterialen vasthouden in plaats van de lippen in de stand der techniek. Verder zal er zich ook minder stof en vuil tussen het plaatmateriaal en de omheiningspaal opstapelen in verloop van tijd. Een opbouw van stof en vuil kan water langere tijd vasthouden waardoor het plaatmateriaal zich langdurig in een vochtige omgeving bevindt. Hierdoor zal het plaatmateriaal sneller rotten, oxideren of corroderen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemde omheining afdekplaten 14 voor genoemde omheiningspalen 1. De afdekplaten zijn geschikt om op een uiteinde van een omheiningspaal te plaatsen en sluiten de holle ruimtes af.

Dit heeft als voordeel dat geen stof, vuil en water in de holle ruimtes kan binnendringen. Dit komt de levensduur van de omheining ten goede. Verder zorgen de afdekplaten er voor dat er geen scherpe randen van de omheiningspalen blootgesteld zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn genoemde afdekplaten 14 vorm-configurent aan de doorsnede van de omheiningspaal 1 en bij voorkeur 1 tot 5 mm groter dan de doorsnede van de omheiningspaal 1, meer bij voorkeur 1 tot 2 mm groter.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemd afdekplaat 14 een klemsysteem 16 geschikt om genoemde afdekplaat 14 op de omheiningspaal 1 te bevestigen.

Door het klemsysteem hoeven geen gaten geboord te worden in de omheiningspaal of in de afdekplaat. Op deze manier worden zwakke plekken vermeden en zorgt dit voor een eenvoudige plaatsing.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de omheining een afdekprofiel 18. Dit afdekprofiel 18 is een U-profiel, bij voorkeur uit aluminium.

Dit afdekprofiel kan gebruikt worden om zowel onderaan en/of bovenaan aan te brengen op het plaatmateriaal. Het afdekprofiel heeft bij voorkeur een dikte zodat het in de sleuf van de omheiningspaal past. Op deze manier wordt ook de onderkant en/of de bovenkant van het plaatmateriaal beschermt tegen de weersomstandigheden. Het aanbrengen van dergelijk afdekprofiel verlengt aanzienlijk de levensduur van het plaatmateriaal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm kan genoemd afdekprofiel 18 in de sleuf van de omheiningspaal 1 geplaatst worden. Bij voorkeur zijn de dimensies van het afdekprofiel zo zodat het afdekprofiel net in de sleuf past. Afhankelijk van hoe het afdekprofiel in de sleuf wordt geplaatst kan het afdekprofiel gebruikt worden om de sleuf te versmallen, zodat één omheiningspaal kan gebruikt worden om plaatmaterialen te fixeren met verschillende diktes, of kan het afdekprofiel gebruikt worden om de sleuf op te vullen. Dit laatste kan worden gebruikt om van een omheiningspaal een eindstandige omheiningspaal te maken die maar aan één zijde een plaatmateriaal fixeert.

In een derde aspect voorziet de uitvinding in een kit geschikt voor het vormen van een omheining, omvattende: minstens twee omheiningspalen 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; minstens een plaatmateriaal 17 gekozen uit de lijst van planken, tand-en-groef planken, houten panelen, draadpanelen, glaspanelen gegalvaniseerde panelen of betonpanelen.

Ook hier zijn de grootste voordelen dat de omheiningspalen grotere krachten kunnen opvangen wanneer plaatmaterialen tussen de omheiningspalen zijn geplaatst. En dat er zich geen stof en vuil kan opstapelen dat op zijn beurt een vochtige omgeving creëert, wat het rotten, het oxideren of het corroderen van het plaatmateriaal versnelt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemde kit verder afdekplaten 14, geschikt voor het plaatsen op de omheiningspaal 1.

Hierdoor kunnend de holle ruimtes van de omheiningspalen worden afgesloten van de omgeving en kan voorkomen worden dat vuil en water in de omheiningspaal terecht komt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemde kit minstens één afdekprofiel 18.

Het afdekprofiel is een aluminium U-profiel dat bij voorkeur in de sleuf van de omheiningspaal past. Het afdekprofiel kan gebruikt worden voor onderaan en/of bovenaan het plaatmateriaal te beschermen tegen regen en vocht, waardoor de levensduur van het plaatmateriaal verhoogt. Het afdekprofiel kan bij voorkeur ook gebruikt worden om de sleuf te versmallen waardoor een plaatmateriaal dat minder dik is ook gefixeerd kan worden door een zelfde omheiningspaal. Ten slotte kan het afdekprofiel ook nog gebruikt worden om een sleuf op te vullen, dit is aangewezen wanneer een omheiningspaal slechts aan één zijde een plaatmateriaal moet fixeren.

In een vierde aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het maken van een omheiningspaal 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, via extrusie.

Doordat de omheiningspaal wordt geëxtrudeerd zijn er geen lasnaden of verbindingsnaden tussen het centrale compartiment en de uitstulpingen. De uitstulpingen en het centraal compartiment vormen één geheel, wat zwakke punten voorkomt ten gevolge van verbindingsnaden.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN VOORBEELD 1: Figuur 2A geeft een perspectivisch aanzicht weer van een omheiningspaal 1 volgens de uitvinding. Vlakken 10 en 13 omsluiten een holte, op elk valk 13 zijn twee uitstulpingen 11 voorzien die een sleuf vormen.

Figuur 2B geeft een doorsnede weer van een omheiningspaal 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De holte 2 van het centraal compartiment wordt gevormd door het materiaal van zijvlakken 4 en voor- en achtervlak 9. De holte 3 aanwezig in de uitstulpingen worden van de holte 2 van het centraal compartiment gescheiden door het materiaal van scheidingsvlak 8. De uitstulping zelf wordt gevormd door het materiaal van het steunvalk 5 en een afgeschuind voorvlak 6 die verbonden zijn met ribbe 7. De ronde vorm van ribbe 7 komt de sterkte van de uitstulping en dus ook de omheiningspaal ten goede. Eveneens zorgt het afgeschuind voorvlak 6 er voor dat de uitstulping grotere krachten kan weerstaan dan een recht voorvlak. De sleuf wordt gevormd door de materialen van vlakken 5 en 4. VOORBEELD 2: Figuur 3 toont een vooraanzicht en een zijaanzicht van een afdekplaat 14 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De afdekplaat 14 omvat een afdekgedeelte 15 en een klemsysteem 16 waarmee de afdekplaat in de centrale holte 2 van de omheiningspaal 1 kan worden vastgezet. VOORBEELD 3: Figuur 4 toont een omheining omvattende omheiningspalen 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Verder omvat de omheining tanden-groef planken als plaatmateriaal 17 tussen genoemde omheiningspalen 1 en is een afdichtingsprofiel 18 voorzien bovenop genoemd plaatmateriaal 17. In de omheinding zijn enkel het voorvlak 10 en de uitstulpingen 11 te zien van de omheiningspalen 1.

Claims (17)

1. CONCLUSIES

   1. Omheiningspaal (1), die holle ruimtes (2 en 3) omvat die zich uitstrekken langsheen de gehele lengte van de omheiningspaal (1), omvattende een centraal compartiment bestaande uit vier vlakken (13 en 10) die eerste holle ruimte (2) omsluiten en minstens één van de genoemde vlakken (13) omvat minstens twee uitstulpingen (11), met het kenmerk, dat elk van genoemde uitstulpingen (11) een holle ruimte (3) omvat die zich uitstrekt over de gehele lengte van de omheiningspaal (1) en dat de uitstulpingen (11) een gesloten oppervlak hebben (5, 6, 7, 8), daardoor verkrijgende een gesloten holle ruimte (3).
2. 2. Omheiningspaal (1) volgens conclusie 1, waarbij genoemde omheiningspaal (1) uit aluminium vervaardigd is.
3. 3. Omheiningspaal (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uitstulpingen (11) zich over de gehele lengte van de omheiningspaal uitstrekken.
4. 4. Omheiningspaal (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij twee holle ruimtes (2 en 3) van elkaar gescheiden zijn door aluminium scheidingsvlakken (8).
5. 5. Omheiningspaal (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij de uitstulpingen (11) voorzien zijn aan de hoekpunten van het centraal compartiment.
6. 6. Omheiningspaal (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij telkens twee uitstulpingen (11) een sleuf afbakenen.
7. 7. Omheiningspaal (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij een uitstulping (11) minstens twee vlakken (5 en 6) omvat, een steunvlak (5) naar de sleuf gericht en een vlak (6) naar de buitenzijde gericht van de omheiningspaal (1).
8. 8. Omheiningspaal (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoek tussen het steunvlak (5) van de uitstulping (11) naar de sleuf gericht en het vlak (13) waarop de uitstulpingen (11) voorzien zijn 90° is.
9. 9. Omheiningspaal (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoek tussen het vlak (6) van de uitstulping (11) naar de buitenzijde van de omheiningspaal (1) gericht en het vlak (13) waarop de uitstulpingen (11) voorzien zijn, scherp is.
10. 10. Omheiningspaal (1) volgens conclusie 9, waarbij de verbinding tussen de genoemde twee vlakken (5 en 6) van de uitstulping (11) afgerond is.
11. 11. Omheiningspaal (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij de uitstulpingen (11) naadloos zijn verbonden aan het centraal compartiment.
12. 12. Omheining omvattende meerdere omheiningspalen (1) volgens minstens één der conclusies 1 tot 11 en een plaatmateriaal (17) gekozen uit de lijst van planken, tand-en-groef planken, houten panelen, draadpanelen, glaspanelen gegalvaniseerde panelen of betonpanelen.
13. 13. Omheining volgens conclusie 12, omvattende afdekplaten (14) voor genoemde omheiningspalen (1).
14. 14. Omheining volgens conclusie 12 of 13 omvattende een afdekprofiel (18).
15. 15. Kit geschikt voor het vormen van een omheining, omvattende: minstens twee omheiningspalen (1) volgens minstens één der conclusies 1 tot 11; minstens een plaatmateriaal (17) gekozen uit de lijst van planken, tand-en-groef planken, houten panelen, draadpanelen, glaspanelen gegalvaniseerde panelen of betonpanelen.
16. 16. Kit volgens conclusie 15, verder omvattende afdekplaten (14) en eventueel een afdekprofiel (18).
17. 17. Werkwijze voor het maken van een omheiningspaal volgens conclusie 1 tot 11 via extrusie.