BE1023022B1 - Geluiddempende afscherming voor een warmtepomp - Google Patents
Geluiddempende afscherming voor een warmtepomp Download PDFInfo
- Publication number
- BE1023022B1 BE1023022B1 BE2015/5567A BE201505567A BE1023022B1 BE 1023022 B1 BE1023022 B1 BE 1023022B1 BE 2015/5567 A BE2015/5567 A BE 2015/5567A BE 201505567 A BE201505567 A BE 201505567A BE 1023022 B1 BE1023022 B1 BE 1023022B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- wing structures
- wing
- heat pump
- shield
- present
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F04—POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
- F04B—POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
- F04B39/00—Component parts, details, or accessories, of pumps or pumping systems specially adapted for elastic fluids, not otherwise provided for in, or of interest apart from, groups F04B25/00 - F04B37/00
- F04B39/06—Cooling; Heating; Prevention of freezing
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F04—POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
- F04B—POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
- F04B39/00—Component parts, details, or accessories, of pumps or pumping systems specially adapted for elastic fluids, not otherwise provided for in, or of interest apart from, groups F04B25/00 - F04B37/00
- F04B39/12—Casings; Cylinders; Cylinder heads; Fluid connections
- F04B39/121—Casings
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Building Environments (AREA)
Abstract
Een afscherming (100) voor het afschermen van een warmtepomp (120). De afscherming (100) bevat een vleugelstructuren (110) die, wanneer gestapeld, een kamer vormen waarin de warmtepomp (120) kan geplaatst worden met aan de luchtingangszijde (122) van de warmtepomp (120) een eerste stapel vleugelstructuren (112) en aan de luchtuitgangszijde (124) van de warmtepomp (120) een tweede stapel vleugelstructuren (114). De stapelbare vleugelstructuren (110), wanneer gestapeld, maken luchtdoorvoer tussen de vleugelstructuren (110) mogelijk. Panelen (140, 142, 150) kunnen zo geplaatst worden dat ze de kamer afsluiten op de plaatsen waar geen stapels (112, 114) aanwezig zijn. De afscherming bevat een afscheidingsplaat (210), die zo kan geplaatst worden dat ze de kamer onderverdeelt in een eerste deel (162) en een tweede deel (164) met in het eerste deel (162) de luchtgangszijde (122) en de eerste stapel (112) en in het tweede deel (164) de luchtuitganszijde (124) en de tweede stapel (114).
Description
Geluiddempende afscherming voor een warmtepomp Toepassingsgebied van de uitvinding
Deze uitvinding heeft in het algemeen betrekking op geluiddempende afschermingen voor warmtepompen. Meer specifiek heeft ze betrekking op een geluiddempende afscherming die tevens garant staan voor een goed ventilatie van de warmtepomp die afgeschermd wordt.
Achtergrond van de uitvinding
Warmtepompen worden vaak in een tuin geplaatst. Het geluid dat door deze warmtepompen gegenereerd wordt, wordt veelal als hinderlijk ervaren. Bovendien gelden er vaak geluidsnormen die niet mogen overschreden worden. Volgens de VLAREM (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) geluidsnorm bijvoorbeeld moet het geluidsniveau op de glasgevel van de buur minder zijn dan 30 dB(A).
Om het geluid komende van de warmtepomp te dempen worden er geluiddempende afschermingen rond deze warmtepomp geplaatst. Deze geluiddempende afschermingen hebben een dubbele functie. Langs de ene kant moeten ze het geluid komende van de warmtepomp dempen. Langs de andere kant moeten ze voldoende ventilatie toelaten. Het luchtdebiet van warmtepompen varieert van 1200 tot 10000 m3/u. Dit debiet moet kunnen geventileerd worden door de afscherming.
Naast de bestaande afschermingen is er ruimte voor alternatieve oplossingen voor het afschermen van warmtepompen, waarbij de afscherming zorgt voor een geluidsdemping en tevens ventilatie ervan mogelijk maken.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doelstelling van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een goede, bijvoorbeeld verbeterde, geluidsafscherming voor warmtepompen te voorzien.
De bovengenoemde doelstelling wordt verwezenlijkt door een apparaat, inrichting en/of methode volgens de onderhavige uitvinding.
In een eerste aspect voorziet de huidige uitvinding in een afscherming voor het afschermen van een warmtepomp. De afscherming bevat: - een eerste stapel en een tweede stapel vleugelstructuren, waarbij de vleugelstructuren in een stapel zich op een onderlinge afstand bevinden zodat luchtdoorvoer tussen de vleugelstructuren mogelijk is, - panelen, die zo kunnen geplaatst worden dat ze samen met de eerste stapel en tweede stapel een kamer vormen waarin de warmtepomp kan geplaatst worden, - een afscheidingsplaat, die zo kan geplaatst worden dat ze de kamer onderverdeelt in een eerste deel en een tweede deel zodat de eerste stapel vleugelstructuren zich in het eerste deel bevindt en de tweede stapel vleugelstructuren zich in het tweede deel bevindt, waarbij de afscheidingsplaat voorzien is van een opening om een doorvoer te voorzien van de luchtingang of de luchtuitgang van de warmtepomp.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat ze het geluid van een warmtepomp dempen door de aanwezigheid van de vleugelstructuren en dat ze tegelijkertijd voldoende ventilatie van de warmtepomp mogelijk maken door de voorziening dat luchtdoorvoer tussen de vleugelstructuren mogelijk is. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat het geluid van de warmtepomp met minstens 3 dB of zelfs met 6 dB gedempt wordt. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat een luchtdoorstroming doorheen de afscherming van meer dan 1200 m3/u, meer dan 5000 m3/u of zelfs meer dan 10000 m3/u mogelijk is. De geluidskarakteristiek van het geluid geproduceerd door de warmtepomp kan daarbij afhankelijk zijn van de werkingsmode van de warmtepomp. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat door de vorm van de vleugelstructuur en/of door een hybride opbouw van de vleugelstructuur de bandbreedte van het geluid dat gedempt wordt door de afscherming vergroot kan worden. Bovendien kan hierdoor ook de geluidsdemping vergroot worden. Door de vleugelstructuren in stapelrichting op een onderlinge afstand te plaatsen wordt luchtdoorvoer tussen de vleugelstructuren in een stapel mogelijk gemaakt. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat interne circulatie binnen de kamer gevormd door de stapels vleugelstructuren en de panelen vermeden wordt. De afscheidingsplaat is voorzien van een opening om een doorvoer te voorzien van de luchtingang of de luchtuitgang van de warmtepomp. Op die manier bevinden warmtepomp en luchtingang of -uitgang zich in het eerste deel van de kamer, terwijl de luchtuitgang of -ingang zich in het tweede deel van de kamer bevindt, of omgekeerd. Door de aanwezigheid van de afscheidingsplaat tussen de luchtingangszijde en de luchtuitgangszijde van de warmtepomp wordt vermeden dat lucht rechtstreeks circuleert tussen de ingangszijde en de uitgangszijde van de warmtepomp zonder de afscherming te verlaten via de vleugelstructuur. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de luchtdoorstroming geforceerd wordt om via de vleugelstructuren de kamer binnen te komen en te verlaten. Dit wordt mogelijk gemaakt door de panelen te plaatsen zodat ze de kamer afsluiten op die plaatsen waar geen vleugelstructuren aanwezig zijn en door de afscheidingsplaat tussen de luchtingangszijde en de luchtuitgangszijde van de warmtepomp.
In een afscherming volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen de vleugelstructuren geluidsisolerend materiaal bevatten.
De vleugelstructuren kunnen van akoestisch isolerend materiaal gemaakt zijn, of er kan akoestisch isolerend materiaal, bijvoorbeeld een laag akoestisch isolerend materiaal, aan toegevoegd zijn. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat het geluidsisolerend materiaal een grotere demping van het geluid mogelijk maakt, terwijl de mogelijke luchtdoorvoer niet afneemt.
In een afscherming volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan het geluidsisolerend materiaal door middel van veren geklemd zijn in de vleugelstructuren.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat het geluidsisolerend materiaal op een eenvoudige manier kan geplaatst worden.
In een afscherming volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen uitsparingen aanwezig zijn in de uiteindes van de vleugelstructuren zodat, wanneer de vleugelstructuren gestapeld zijn, de panelen in de uitsparingen kunnen geschoven worden.
De uitsparingen kunnen bijvoorbeeld U-vormige uitsparingen zijn. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de panelen kunnen geplaatst worden zonder dat hiervoor bijkomende profielen voor nodig zijn. Ook bijzonder gereedschap voor montage is niet nodig.
In een afscherming volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen de vleugelstructuren een opstaande lip hebben die, wanneer de vleugelstructuren gestapeld zijn, gelegen is aan de zijde van de vleugelstructuren het dichtstbij de gevormde kamer en die de eventuele luchtstroom doorheen de kamer aerodynamisch geleid naar de rest van de vleugelstructuur.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de weerstand die de lucht ondervindt wanneer ze doorheen de vleugelstructuren passeert kleiner is door het aanbrengen van een opstaande lip aan de binnenzijde van de vleugelstructuren.
In een afscherming volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de afscheidingsplaat zo gedimensioneerd zijn dat ze tegen de luchtingangszijde of tegen de luchtuitgangszijde van de warmtepomp kan bevestigd worden en kunnen er openingen aangebracht zijn in de afscheidingsplaat zodat, wanneer bevestigd, de afscheidingsplaat de luchtdoorstroming doorheen de warmtepomp niet verhindert.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat geen extra ondersteuning noodzakelijk is om de afscheidingsplaat te bevestigen.
In een afscherming volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen de vleugelstructuren voorzien zijn van een montageprofiel zodat een eerste zijde van het montageprofiel van een eerste vleugelstructuur kan geschoven worden in een tweede zijde van het montageprofiel van een tweede vleugelstructuur.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de vleugelstructuren op een vaste, vooraf bepaalde, onderlinge afstand kunnen geplaatst worden. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat geen aparte profielen nodig zijn om de vleugelstructuren op elkaar te stapelen.
In een afscherming volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan het montageprofiel voorzien zijn van een kliksysteem zodanig dat het ene montageprofiel op het andere montageprofiel kan vastgeklikt worden.
Het is een voordeel dat de profielen stevig op elkaar vastzitten waardoor de stevigheid van de afscherming vergroot wordt wat bijvoorbeeld ten goede komt bij stevige wind.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).
Korte beschrijving van de figuren FIG. 1 toont schematisch een 3D-aanzicht van een afscherming in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede (3D-aanzicht) van een afscherming in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 3 toont hetzelfde aanzicht als FIG. 2 maar van een afscherming met een lagere hoogte, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 4 toont een bovenaanzicht van een afscherming in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 5 toont een 3D-aanzicht van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 6 toont een zijaanzicht van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 7 toont een achteraanzicht van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 8 toont een bovenaanzicht van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 9 toont een onderaanzicht van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 10 toont een veer van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 11 toont een dwarsdoorsnede van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 12 is een 3D-tekening van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden.
Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken. In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.
Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen
De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de tekeningen kunnen voor illustratieve doeleinden de afmetingen van sommige elementen vergroot en niet op schaal getekend zijn.
De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.
De termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies worden gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Bovendien worden de termen bovenste, onderste, boven, voor en dergelijke in de beschrijving en de conclusies aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.
Het dient opgemerkt te worden dat de term "bevat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting bevattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, het voorkomen van de uitdrukkingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeft niet noodzakelijk telkens naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kan dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze werkwijze van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, liggen inventieve aspecten in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
Waar in uitvoeringsvormen gesproken wordt over de "binnenzijde van de vleugelstructuur" wordt die zijde bedoeld die zich aan de binnenzijde van de kamer bevindt die gevormd wordt door de vleugelstructuren en de panelen.
Waar in uitvoeringsvormen gesproken wordt over de "buitenzijde van de vleugelstructuur" wordt die zijde bedoeld die zich aan de buitenzijde van de kamer bevindt die gevormd wordt door de vleugelstructuren en de panelen.
Waar in uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding gesproken wordt over "de onderlinge afstand tussen twee vleugelstructuren" wordt de afstand bedoeld tussen een eerste vleugelstructuur en een erop gestapelde tweede vleugelstructuur. Deze afstand wordt gemeten loodrecht op het vleugeloppervlak van beide vleugelstructuren. Wanneer deze afstand verschillend is afhankelijk van de plaats tussen de twee vleugelstructuren wordt een gemiddelde afstand genomen.
In een eerste aspect betreft de onderhavige uitvinding een afscherming 100 die kan gebruikt worden om een warmtepomp 120 af te schermen. In plaats van voor een warmtepomp kan de afscherming 100 bijvoorbeeld ook gebruikt worden om een generator of een ventilator af te schermen. Deze afscherming 100 heeft als functie het dempen van het geluid dat door de warmtepomp 120 wordt gegenereerd. Tegelijkertijd laat de afscherming 100 ook toe dat voldoende ventilatie van de warmtepomp 120 mogelijk is.
Uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bevatten vleugelstructuren 110 die op elkaar kunnen gestapeld worden. Tussen de gestapelde vleugelstructuren 110 is er een open luchtruimte zodat lucht kan passeren doorheen de gestapelde vleugelstructuur.
In een voorkeursuitvoering hebben de vleugelstructuren 110 een gelijke vorm. Door de stapelbaarheid van de vleugelstructuren 110 wordt een modulair opgebouwde afscherming 100 bekomen. De modulariteit zorgt er voor dat de afscherming 100 kan aangepast zijn aan de hoogte van de warmtepomp 120 of het toestel waarvan het geluid dient gedempt te worden.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt een eerste reeks van deze vleugelstructuren 110 aan de luchtingangszijde 122 van de warmtepomp 120 gestapeld (de eerste stapel 112) en wordt een tweede reeks van deze vleugelstructuren 110 aan de luchtuitgangszijde 124 van de warmtepomp gestapeld (de tweede stapel 114). Beide stapels vleugelstructuren kunnen zo geplaatst worden dat ze samen met zijpanelen 140, 142, en bovenpaneel 150 een kamer vormen. De panelen begrenzen de kamer daar waar geen stapels 112, 114 van vleugelstructuren 110 aanwezig zijn. Een voorbeeld van een afscherming 100 overeenkomend met een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt getoond in FIG. 1. In deze figuur is de afscherming 100 transparant voorgesteld zodat de warmtepomp 120 die afgeschermd wordt ook zichtbaar is. In werkelijkheid echter zal de afscherming uit een ondoorzichtig materiaal, bijvoorbeeld een ondoorzichtige kunststof, typisch een harde kunststof, worden gemaakt. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding zijn de vleugelstructuren bijvoorbeeld gemaakt door middel van een spuitgietmatrijs. De vleugelstructuren kunnen bijvoorbeeld gemaakt zijn van met talk versterkt polypropyleen (PP talc), HDPE (hoge-densiteits polyethyleen), of ABS (Acrylonitril-butadieen-styreen). Een voordeel van talk versterkt polypropyleen is dat het stijver en UV bestendiger is dan bijvoorbeeld HDPE of ABS. . De zijpanelen 140, 142 en het bovenpaneel 150 kunnen van het zelfde materiaal gemaakt zijn als de vleugelstructuren 110, al is dat niet noodzakelijk zo.
De grootte van de kamer kan zodanig gekozen worden dat de warmtepomp 120 erin past. Door het toevoegen van vleugelstructuren 110 kan de hoogte van de kamer vergroot worden (zie ook FIG. 2 voor een indicatie van de hoogte h van de kamer). Er kunnen bijvoorbeeld meer dan drie vleugelstructuren of meer dan zeven vleugelstructuren op elkaar gestapeld worden. De dimensies (lengte en breedte) van de vleugelstructuren 110 en van de panelen 140, 142, 150 bepalen de lengte en de breedte van de kamer (zie ook FIG. 4 voor een indicatie van de lengte l en breedte b van de kamer). In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de lengte l van een vleugelprofiel gelegen zijn tussen 75 cm en 2 m, bij voorkeur tussen 1 m en 1,5 m, bij voorkeur ongeveer 1,15 m.
In uitvoeringsvormen volgens de huidige uitvinding zijn beide stapels 112, 114 van vleugelstructuren 110 evenwijdig geplaatst. In dat geval kan er een paneel 140 geplaatst worden aan één zijde tussen de stapels 112, 114, een tweede paneel 142 aan de andere zijde tussen de stapels 112, 114. Dit zijn de zijpanelen 140, 142. Een derde paneel 150 kan geplaatst worden aan de bovenzijde van de stapels 112, 114. Het paneel 150 dat aan de bovenzijde geplaatst wordt moet voldoende stevig zijn om een externe drukbelasting te weerstaan; het moet bijvoorbeeld een laag sneeuw kunnen dragen. Hiervoor worden bij voorkeur panelen gebruikt met een torsiestijfheid die hoog genoeg is om die belasting, bijvoorbeeld de laag sneeuw, te kunnen dragen. Voor de panelen kunnen bijvoorbeeld sandwich panelen met een gewafelde structuur tussenin gebruikt worden. De panelen zijn bij voorkeur geluiddempend. Dit zorgt voor een extra geluidsdemping, naast de demping die reeds door de vleugelstructuren wordt bekomen. De panelen zijn bij voorkeur vochtbestendig, daar ze veelal bedoeld zijn voor buitengebruik. Ze hebben bij voorkeur een glad buitenoppervlak, wat vervuiling en bijvoorbeeld mosgroei verhindert. De opbouw van een afscherming 100 in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, zoals deze hierboven beschreven is, is getoond in FIG. 1 tot FIG. 3.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de afstand tussen een eerste stapel 112 vleugelstructuren en een tweede stapel 114 vleugelstructuren (bv. de breedte b in FIG. 4) gelegen tussen 40 cm en 100 cm, bij voorkeur tussen 50 cm en 80 cm. Deze afstand is minstens zo groot dat de warmtepomp of ander toestel waarvan het geluid te dempen is in de afscherming past. De afstand wordt in het voorbeeld van FIG. 4, dat een bovenaanzicht toont van een afscherming in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, bepaald door de breedte b van de zijpanelen 140, 142. Deze figuur toont ook uitsparingen 180 in de vleugelstructuren 110 waarin de zijpanelen 140, 142 geschoven zijn. De eerste stapel 112 en de tweede stapel 114 zijn gevormd door de vleugelstructuren 110 door middel van de montageprofielen 220 op elkaar te klikken. De gevormde afscherming 100 kan langs de bovenzijde afgesloten worden door een bovenpaneel 150 op de mechanische bevestigingspunten 410 te plaatsen, en te bevestigen door bijvoorbeeld een kliksysteem of een andere mechanische verbinding, bijvoorbeeld vijzen. De vleugelstructuren 110 zijn aan de binnenzijde voorzien van een opstaande lip 230 om een meer aerodynamisch profiel te bekomen.
Een afscherming 100 volgens uitvoeringsvormen volgens de huidige uitvinding bevat een afscheidingsplaat 210, zoals geïllustreerd in FIG. 3. Deze kan in de gevormde ruimte tussen de eerste stapel 112 en de tweede stapel 114 geplaatst worden. Deze kan zo geplaatst worden dat ze de ruimte opdeelt in twee delen: een eerste deel 162 dat de eerste stapel 112 en de luchtingangszijde 122 van de warmtepomp 120 bevat en een tweede deel 164 dat de tweede stapel 114 en de luchtuitgangszijde 124 van de warmtepomp 120 bevat. Een voorbeeld van een dergelijke afscheidingsplaat 210 is te zien in FIG. 2 en in FIG. 3. Deze afscheidingsplaat 210 zorgt ervoor dat de aangezogen lucht via de eerste stapel 112 vleugelstructuren 110 de ruimte binnen komt en via de tweede stapel 114 vleugelstructuren 110 de ruimte verlaat. Voor de luchtdoorstroming is er ruimte gelaten tussen de op elkaar gestapelde vleugelstructuren 110. De onderlinge afstand tussen twee op elkaar gestapelde vleugelstructuren wordt in FIG. 3 aangegeven met dvs. Dit is de loodrechte afstand tussen het bovenoppervlak van de onderste en het onderoppervlak van de hoger liggende vleugelstructuur. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is deze afstand gelegen tussen 2 cm en 8 cm, bij voorkeur tussen 3 cm en 6 cm, bij voorkeur ongeveer 42 mm. De onderlinge afstand tussen twee op elkaar gestapelde vleugelstructuren bepaalt zowel de luchtdoorstroming als de demping: hoe groter de luchtdoorstroming, hoe slechter de demping. De onderlinge afstand tussen twee op elkaar gestapelde vleugelstructuren dient dus te worden geoptimaliseerd. Door de afscheidingsplaat 210 wordt vermeden dat lucht intern in de kamer circuleert. Ze zorgt er met andere woorden voor dat een rechtstreekse circulatie tussen de luchtingangszijde 122 en de luchtuitgangszijde 124 van de warmtepomp 120 vermeden wordt. De afscheidingsplaat 210 kan bijvoorbeeld bevestigd worden tegen de warmtepomp 120, bijvoorbeeld tegen de luchtuitgangszijde 124 of tegen de luchtingangszijde 122 van de warmtepomp 120. Hierbij worden openingen voorzien in de afscheidingsplaat 210 zodat de luchtdoorvoer doorheen de warmtepomp 120 niet verhinderd wordt. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt de afscheidingsplaat 210 door middel van een bevestigingsmechanisme tegen de warmtepomp 120 bevestigd. Dit kunnen bijvoorbeeld schroeven of popnagels zijn, eventueel kan ook velcro of een dergelijk gemakkelijk losmaakbaar bevestigingssysteem gebruikt worden. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat het bevestigingsmechanisme uit niet corrosief materiaal gemaakt is. Hierdoor wordt corrosie aan de warmtepomp, veroorzaakt door het bevestigingsmechanisme, vermeden. De afscheidingsplaat 210 kan van verschillende materialen gemaakt zijn zoals hout, metaal, kunststof. Bij voorkeur wordt een kunststof afscheidingsplaat 210 met een gewafelde structuur gebruikt. Bij voorkeur wordt een afscheidingsplaat 210 gebruikt waarin op een eenvoudige manier openingen kunnen aangebracht worden. Als de openingen gemakkelijk kunnen aangebracht worden, kan de installateur, afhankelijk van het type warmtepomp 120 dat geplaatst is, openingen in de afscheidingsplaat 210 maken op de gepaste plaats(en). Dit vermijdt de noodzaak om voor elk type warmtepomp vooraf een overeenkomstig geschikte afscheidingsplaat 210 met voorgevormde openingen te moeten fabriceren.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding worden de onderste vleugelstructuren 110 op een voet 190 geplaatst. Deze voet 190 zorgt bijkomstig voor de stevigheid van de afscherming 100. Dit kan bijvoorbeeld door de voet 190 met de grond te verankeren. Een voorbeeld van een voet 190 is te zien in FIG. 1, FIG. 2 en FIG. 12. Afhankelijk van de ondergrond kan er een andere voet 190 nodig zijn waarop de afscherming 100 kan geplaatst worden. Eventueel kan er een vloerplaat aangebracht worden waarop de afscherming kan gemonteerd worden (bv. indien de warmtepomp op een plat dak wordt geplaatst). Deze vloerplaat kan gemaakt zijn van een geschikt stevig materiaal. De vloerplaat kan bijvoorbeeld een metalen vloerplaat zijn, of een vloerplaat uit harde kunststof. FIG. 5 toont een 3D-tekening van een vleugelstructuur 110 in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Voor de plaatsing van het bovenste paneel 150 worden aan de binnenzijde van de vleugelstructuur mechanische bevestigingspunten 410 voorzien waarop het bovenste paneel 150 kan bevestigd worden. Dit kunnen bijvoorbeeld vlakken zijn waarop het bovenste paneel 150 kan rusten en waarop het kan vastgeschroefd worden. Deze vlakken kunnen aan de onderzijde versterkt zijn met (afgeronde) versterkingsribben 520. In principe is een vleugelstructuur 110 met dergelijke bevestigingspunten 410 slechts nodig voor de bovenste laag van de eerste stapel 112 en tweede stapel 114. Het is echter bijzonder voordelig om in elke vleugelstructuur 110 dergelijke bevestigingspunten 410 te voorzien, ook al worden ze in lager gelegen lagen in de eerste en tweede stapels 112, 114 niet gebruikt, want dan moet slechts één type vleugelstructuren 110 worden voorzien voor de opbouw van een welbepaalde afscherming 100.
In uitvoeringvormen volgens de huidige uitvinding is aan de vleugelstructuren 110 ten minste één montageprofiel 220 aanwezig. Dit kan bijvoorbeeld aan de binnenzijde van de vleugelstructuren 110 zijn. Dit montageprofiel 220 heeft een eerste zijde die in de tweede zijde van het montageprofiel van een andere vleugelstructuur kan geschoven worden bij het stapelen van de vleugelstructuren 110. De montageprofielen 220 kunnen bijvoorbeeld voorzien zijn van een kliksysteem zodat het ene montageprofiel op een bepaalde positie vastklikt in het andere profiel. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding zijn er tussen 2 en 5 montageprofielen 220 per vleugelstructuur aanwezig, bijvoorbeeld 3 montageprofielen 220 (zoals het geval is in de vleugelstructuur geïllustreerd in FIG. 5). Deze montageprofielen 220 kunnen, maar moeten niet, op een gelijke afstand ten opzichte van elkaar geplaatst zijn.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding zijn aan de zijkanten van de vleugelstructuren 110 verstevigingsplaten 130 aanwezig. Een voorbeeld hiervan wordt getoond in FIG. 5. Deze verstevigingsplaten 130 schuiven gedeeltelijk over elkaar bij het stapelen van de vleugelstructuren 110. Door deze verstevigingsplaten 130 zijn de zijkanten van de stapels vleugelstructuren 110 afgesloten zodat de lucht enkel tussen de vleugelstructuren kan stromen en niet langs de zijkanten. Hierdoor wordt een betere luchtdoorstroming en een betere geluidsdemping bekomen. De verstevigingsplaten 130 voorzien tevens een propere afwerking van de zijkanten van de afscherming 100. In deze verstevigingsplaten 130 zijn eventueel een inkeping 134 en een uitstulping 132 voorzien. De inkeping 134 kan ook een opening in de verstevigingsplaat 130 zijn. De inkepingen 134 en uitstulpingen 132 zijn zo geplaatst dat de uitstulping 132 van een verstevigingsplaat 130 op de ene vleugelstructuur 110 klikt in de inkeping 134 van een verstevigingsplaat 130 op de andere vleugelstructuur 110 wanneer de vleugelstructuren 110 op elkaar gestapeld worden (dit is het geval in het voorbeeld van FIG. 1). Hierdoor wordt een stevigere opeenstapeling van vleugelstructuren 110 bekomen. Eventueel wordt er een sleuf 136 voorzien langs de uitstulping 132 en/of langs de inkeping 134. Deze sleuf 136 zorgt ervoor dat de verstevigingsplaten 130 in de buurt van de sleuf 136 beter beweegbaar zijn zodat de koppeling tussen de uitstulping 132 en de inkeping 134 eenvoudiger kan losgemaakt worden, bijvoorbeeld indien onderhoud van de warmtepomp 120 demontage van de afscherming 100 vereist.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvindingen zijn de uiteindes van de vleugelstructuren voorzien van een u-vormige uitsparing 180 aan de binnenzijde van de vleugelstructuur 110. Wanneer de vleugelstructuren 110 gestapeld zijn liggen deze u-vormige uitsparingen 180 op een rechte lijn zodat het mogelijk is om er een zijpaneel 140, 142 in te schuiven. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de breedte van deze u-vormige uitsparingen is gelegen tussen 0.2 cm en 2 cm, bij voorkeur tussen 0.5 cm en 1 cm en komt bij voorkeur overeen met de dikte van de panelen 140, 142 die er moet ingeschoven worden. De dikte van de panelen 140, 142 kan bijvoorbeeld 11 mm bedragen en deze kunnen bijvoorbeeld geschoven worden in u-vormige uitsparingen met een breedte van 16 mm. |[Ai] De breedte van deze uitsparingen 180 komt bij voorkeur overeen met de dikte van de zijpanelen 140, 142 zodat de zijpanelen 140, 142 zonder bijkomende bevestigingsmiddelen kunnen geplaatst worden.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, zoals bijvoorbeeld in FIG. 5, worden de u-vormige uitsparingen gevormd door een spatiëring te laten tussen een verstevigingsplaat 130 en het dichtstbijzijnde montageprofiel 220.
Wanneer gestapeld, vormt de bovenzijde van een vleugelstructuur 110 een hoek α met de loodrechte op de wand gevormd door de stapel 112, 114 vleugelstructuren 110. Wanneer de vleugelstructuren 110 in een verticale stapel gestapeld zijn, is de hoek α ingesloten tussen de bovenzijde van de vleugelstructuur 110 en een horizontale. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is deze hoek α gelegen tussen 10° en 50°, bij voorkeur tussen 20° en 40°. Een voorbeeld hiervan is getoond in FIG. 6. Het is daarbij een voordeel dat door de gevormde hoek α het geluid van de warmtepomp 120 gedempt wordt door de vleugelstructuren 110 terwijl een ventilatie van de warmtepomp 120 mogelijk blijft door de aanwezigheid van de openingen tussen de vleugelstructuren 110. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is het bovendien een voordeel dat de hoek α waaronder de vleugelstructuren 110 gepositioneerd zijn zodanig is dat er geen inkijk van buitenaf naar de binnenzijde van de afscherming 100 is. Wanneer geplaatst rond een warmtepomp 120 is de gevormde wand door het stapelen van de vleugelstructuren 110 bij voorkeur evenwijdig met een opstaande zijde van de warmtepomp (quasi verticale stapelrichting en quasi horizontale vleugelstructuren) en zijn de vleugelstructuren bij voorkeur naar onder georiënteerd (vertrekkende van de warmtepomp naar buiten toe).
De bovenzijde van de vleugelstructuur 110 is deze zijde die bovenaan gelegen is wanneer de vleugelstructuren 110 gestapeld zijn om een afscherming 100 te vormen. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding heeft deze bovenzijde een lengte (d in FIG. 6), gemeten over de bovenzijde van de binnenzijde naar de buitenzijde van de vleugelstructuur, die gelegen is tussen 10 cm en 50 cm, bij voorkeur tussen 20 en 40 cm bij voorkeur 30 cm. Door de lengte van de vleugelstructuur 110 te vergroten kan de geluidsdemping ervan vergroot worden.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bevindt zich aan de binnenzijde van de vleugelstructuren 110 een opstaande lip 230 om de luchtstroom komende van of gaande naar de warmtepomp 120 beter te geleiden. De lengterichting van de opstaande lip 230 is georiënteerd in de lengterichting van de vleugelstructuren 110. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is tussen een loodrechte op de wand, gevormd door een stapel vleugelstructuren 110, en de opstaande lip 230 een hoek ingesloten tussen die gelegen is tussen 10° en 50°, bij voorkeur tussen 20° en 40°. [A2] De opstaande lip 230 zorgt voor een verlaagde luchtweerstand van het luchtdoorstromingsprofiel van de vleugelstructuur 110. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat door deze opstaande lip voorkomen wordt dat een hand, in het bijzonder bijvoorbeeld een kinderhand, doorheen de afscherming tot aan de warmtepomp kan reiken. Dit biedt het bijkomend voordeel dat de ventilatorbescherming van de warmtepomp kan verwijderd worden waardoor de warmtepomp minder geluid produceert bij de werking ervan en waardoor er minder drukverlies is (het drukverlies veroorzaakt door de ventilatorbescherming). Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de globale luchtweerstand doorheen de afscherming 100 lager is dan bij sommige bestaande afschermingen. Deze luchtweerstand wordt geoptimaliseerd door de vorm van de vleugelstructuur 110. In sommige bestaande systemen wordt de luchtstroom doorheen een sas geleid, waardoor de luchtstroom onderhevig is aan turbulenties omwille van botsingen van de luchtstroom tegen de wanden van het sas. Daartegenover hebben de vleugelstructuren 110 van de huidige opstelling een meer aerodynamisch profiel waardoor ze een kleinere luchtweerstand hebben.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is er aan de binnenzijde van de vleugelstructuren tenminste één vin 510 geplaatst waarvan de lengterichting dezelfde richting heeft als de stapelrichting van de vleugelstructuren 110 (zie FIG. 5, FIG. 7, en FIG. 9).
De breedte (bv in FIG. 9) van zulk een vin 510 kan gelegen zijn tussen 15 mm en 100 mm, bij voorkeur tussen 40 mm en 90 mm. Door de vin in de dwarsrichting volgens een bepaald hoek (öv in FIG. 9) te plaatsen kan de luchtstroming doorheen de gestapelde vleugelstructuren 110 geoptimaliseerd worden in functie van de gewenste doorstroming en in functie van de geluidsvereisten (bv. hoeveel geluidsdemping noodzakelijk is). Bovendien zorgen (onder andere) deze vinnen, in uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, ervoor dat het niet mogelijk is om doorheen de afscherming de warmtepomp met een hand te bereiken. De hoek av is de hoek gevormd tussen het vlak gevormd door de opeengestapelde vleugelstructuren en het vlak van de vin 510. Deze hoek kan verschillen van vin tot vin. |[DenKiP3]
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan het geluid van de warmtepomp 120 nog meer gedempt worden door het aanbrengen van geluidsisolatiemateriaal 1110, bijvoorbeeld glaswol, rotswol, polyesterwol, melamineschuim of noppenschuim, in de vleugelstructuren 110 en/of door de vleugelstructuren van geluidsisolerend materiaal te maken en/of door de afstand (d) van de bovenzijde van de vleugelstructuren 110 gemeten van de binnenzijde tot de buitenzijde te vergroten. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt een combinatie van dempingmaterialen gebruikt (bijv. een hybride opbouw van de vleugelstructuur) waardoor zowel hogere als lagere frequenties kunnen gedempt worden.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding zijn in de veugelstructuren 110 holle ruimtes voorzien waarin het geluidsisolerend materiaal 1110 kan geplaatst worden. Deze ruimtes kunnen gevormd worden door ribben 710 die aanwezig zijn in de vleugelstructuur 110. Het geluidsisolerend materiaal 1110 kan dan door middel van veren 720 tussen de ribben 710 vastgeklemd worden.
Een voorbeeld hiervan is te zien in FIG. 7. De ribben 710 staan dwars op de vleugelstructuur 110 en verdelen de vleugelstructuur 110 in verschillende ruimtes. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding zijn de ribben 710 zo geplaatst dat ruimtes van een gelijke grootte bekomen worden. Op de ribben 710 kunnen veren 720 gemonteerd worden. Het isolatiemateriaal 1110 kan tussen deze veren 710 geklemd worden. FIG. 8 toont een bovenaanzicht van dezelfde vleugelstructuur 110 als die waarvan in FIG. 7 het achteraanzicht getoond is. Op deze figuur is de U-vormige uitsparing 180 gevormd door de verstevigingsplaat 130 en het ernaast liggende montageprofiel 220 te zien. Aan beide zijden van het middelste montageprofiel 220 is ook een opstaande lip 230 zichtbaar. FIG. 9 toont een onderaanzicht van een vleugelstructuur in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Hierop zijn de ribben 710 en de veren 720 te zien. De vleugelstructuur van FIG. 9 heeft u-vormige uitsparingen 180 tussen de verstevigingspanelen 130 en de montageprofielen 220 alsook vinnen 510 voor een betere luchtgeleiding.
Een voorbeeld van een veer 720 voor het inklemmen van isolatiemateriaal 1110 in een vleugelstructuur 110 in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, wordt getoond in FIG. 10. FIG. 11 toont een dwarsdoorsnede van een vleugelstructuur 110 in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Op deze figuur is het isolatiemateriaal 1110 te zien dat tegen de vleugelstructuur 110 tussen de ribben 710 is aangebracht en ingeklemd door middel van veren 720. In de achtergrond van deze figuur is een verstevigingsplaat 130 te zien met daarin een inkeping 134 waarin een uitstulping 132 kan geklikt worden bij het stapelen van de vleugelstructuren 110. Op de figuur is ook een montageprofiel 220 te zien dat kan geschoven en vastgeklikt worden in het montageprofiel van een onderliggende vleugelstructuur 110. FIG. 12 toont een 3D-tekening van een afscherming 100 in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. De figuur toont stapels van vleugelstructuren 110 die samen met de panelen 140, 150 een afgesloten ruimte vormen. De afscherming 100 is bevestigd aan een voet 190 die eventueel in de grond kan verankerd zijn.
De verschillende aspecten kunnen eenvoudig met elkaar worden gecombineerd, en de combinaties corresponderen aldus eveneens met uitvoeringsvormen volgens de huidige uitvinding.
Claims (8)
- Conclusies1. - Een afscherming (100) voor het afschermen van een warmtepomp (120), de afscherming (100) bevattend: - een eerste stapel (112) en een tweede stapel (114) vleugelstructuren (110), waarbij de vleugelstructuren (110) in een stapel zich op een onderlinge afstand bevinden zodat luchtdoorvoer tussen de vleugelstructuren (110) mogelijk is, - panelen (140, 142, 150), die zo kunnen geplaatst worden dat ze samen met de eerste stapel (112) en tweede stapel (114) een kamer vormen waarin de warmtepomp (120) kan geplaatst worden, - een afscheidingsplaat (210), die zo kan geplaatst worden dat ze de kamer onderverdeelt in een eerste deel (162) en een tweede deel (164) zodat de eerste stapel vleugelstructuren (112) zich in het eerste deel (162) bevindt en de tweede stapel vleugelstructuren (114) zich in het tweede deel (164) bevindt, waarbij de afscheidingsplaat (210) voorzien is van een opening om een doorvoer te voorzien van de luchtingang of de luchtuitgang van de warmtepomp (120).
- 2. - Een afscherming (100) overeenkomstig conclusie 1, waarbij de vleugelstructuren (110) geluidsisolerend materiaal bevatten.
- 3. - Een afscherming (100) overeenkomstig conclusie 2, waarbij het geluidsisolerend materiaal door middel van veren is geklemd in de vleugelstructuren (110).
- 4. - Een afscherming (100) overeenkomstig één van de voorgaande conclusies, waarbij uitsparingen (180) aanwezig zijn in de uiteindes van de vleugelstructuren (110) zodat, wanneer de vleugelstructuren (110) gestapeld zijn, de panelen (140, 142) in de uitsparingen kunnen geschoven worden.
- 5. - Een afscherming (100) overeenkomstig één van de voorgaande conclusies, waarbij de vleugelstructuren (110) een opstaande lip (230) hebben die, wanneer de vleugelstructuren (110) gestapeld zijn, gelegen is aan de zijde van de vleugelstructuren (110) het dichtstbij de gevormde kamer en die de eventuele luchtstroom doorheen de kamer aerodynamisch geleid naar de rest van de vleugelstructuur.
- 6, - Een afscherming (100) overeenkomstig één van de voorgaande conclusies, waarbij de afscheidingsplaat (210) zo gedimensioneerd is dat ze tegen de luchtingangszijde (122) of tegen de luchtuitgangszijde (124) van de warmtepomp (120) kan bevestigd worden en waarbij er openingen zijn aangebracht in de afscheidingsplaat (210) zodat, wanneer bevestigd, de afscheidingsplaat de luchtdoorstroming doorheen de warmtepomp niet verhindert.
- 7, - Een afscherming (100) overeenkomstig één van de voorgaande conclusies, waarbij de vleugelstructuren (110) voorzien zijn van een montageprofiel (220) zodat een eerste zijde van het montageprofiel (220) van een eerste vleugelstructuur (110) kan geschoven worden in een tweede zijde van het montageprofiel (220) van een tweede vleugelstructuur (110).
- 8, - Een afscherming (100) overeenkomstig conclusie 7, waarbij het montageprofiel (220) voorzien is van een kliksysteem zodanig dat het ene montageprofiel op het andere montageprofiel kan vastgeklikt worden.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5567A BE1023022B1 (nl) | 2015-09-09 | 2015-09-09 | Geluiddempende afscherming voor een warmtepomp |
EP16188219.6A EP3141750B1 (en) | 2015-09-09 | 2016-09-09 | Noise-reducing shielding for a device that produces unwanted noise |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5567A BE1023022B1 (nl) | 2015-09-09 | 2015-09-09 | Geluiddempende afscherming voor een warmtepomp |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1023022B1 true BE1023022B1 (nl) | 2016-11-07 |
Family
ID=54396686
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2015/5567A BE1023022B1 (nl) | 2015-09-09 | 2015-09-09 | Geluiddempende afscherming voor een warmtepomp |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3141750B1 (nl) |
BE (1) | BE1023022B1 (nl) |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1947152A1 (de) * | 1969-03-22 | 1971-02-18 | Hermann Gettmann | Klimatruhe |
DE102011121926A1 (de) * | 2011-12-22 | 2013-06-27 | Robert Bosch Gmbh | Gerätegehäuse mit Kühlvorrichtung für einströmende Luft |
-
2015
- 2015-09-09 BE BE2015/5567A patent/BE1023022B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2016
- 2016-09-09 EP EP16188219.6A patent/EP3141750B1/en active Active
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1947152A1 (de) * | 1969-03-22 | 1971-02-18 | Hermann Gettmann | Klimatruhe |
DE102011121926A1 (de) * | 2011-12-22 | 2013-06-27 | Robert Bosch Gmbh | Gerätegehäuse mit Kühlvorrichtung für einströmende Luft |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3141750B1 (en) | 2019-06-26 |
EP3141750A1 (en) | 2017-03-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US9169641B2 (en) | Cleanroom wall panel system, and method | |
US20220154458A1 (en) | A booth | |
KR101839047B1 (ko) | 통기 밸브용 방음 배플 | |
EP3808909B1 (en) | An acoustic seal and a sound proof booth comprising the same | |
US20190353364A1 (en) | Fan system and arrangement of one or more such fan systems in a flow duct | |
RU2676794C1 (ru) | Архитектурные жалюзи (варианты) | |
US12091848B2 (en) | Booth and an acoustic seal | |
US20160273797A1 (en) | Dry wall extrusion grille frame | |
US10871305B2 (en) | Dry wall extrusion grille | |
BE1023022B1 (nl) | Geluiddempende afscherming voor een warmtepomp | |
US9909269B2 (en) | Diffractor for diffracting sound | |
US10358822B2 (en) | Integrated cross bar with mounting tab for grille | |
US20150201608A1 (en) | Window Frame and Assembly for a Hunting Blind | |
US9765988B2 (en) | Dry wall extrusion grille | |
KR101838264B1 (ko) | 통풍형 방음패널 및 이를 이용한 방음벽 | |
JP3207432U (ja) | 吸音板用雨水誘導ブロックとそれを用いた道路防音壁の吸音板 | |
US9850657B2 (en) | Acoustic panel for partition wall assembly | |
GB2492366A (en) | A support frame for a sliding door | |
DE202015003102U1 (de) | Überströmelement und Wandelement | |
KR101356343B1 (ko) | 환기 덕트가 구비된 구획 부재 | |
AU2017246430B2 (en) | Floor structure for events | |
NL2007775C (nl) | Gevelelement. | |
KR101186453B1 (ko) | 전?후면플레이트 교체가능한 프레임을 가진 방음판 | |
BE1020004A5 (nl) | Modulair lamellenrooster. | |
JP2022550842A (ja) | 換気ダクトを有する窓 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20190930 |