BE1022763B1 - Alternatief multifunctioneel afwerkingsprofiel voor vloerbekleding - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een multifunctioneel afwerkprofiel voor een vloerbedekking omvattende een lichaam dat is opgebouwd uit meerdere delen (2, 6, 7, 8) die in functie van de toepassing onderling scheidbaar of koppelbaar zijn, waarbij de genoemde delen (2, 6, 7, 8) in gekoppelde toestand minstens een flensvormig deel (2), een bevestigingsdeel (6) voor het afwerkprofiel en minstens één zich onder het flensvormig deel (2) uitstrekkend neusdeel (7, 8) omvat waarbij ten minste een deel van het lichaam een bekledingslaag (23) omvat die in gekoppelde toestand minstens ter hoogte van de overgang tussen het flensvormig deel(2) en het neusdeel(7,8) onderbroken is, waarbij het bovenvlak(17,18) van het neusdeel(7,8) tegen het ondervlak(15,16) van het flensvormig deel (2) aanligt zodat er tussen het flensvormig deel(2) en het neusdeel (7,8) een scheidingslijn (24,25) gevormd wordt en waarbij het neusdeel(7,8) eendelig verbonden is met het bevestigingsdeel (6). Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het vormen van een dergelijk profiel.

Description

ALTERNATIEF MULTIFUNCTIONEEL AFWERKINGSPROFIEL VOOR

VLOERBEKLEDING

Deze uitvinding heeft enerzijds betrekking op een profiel die dienst doet als afwerking voor vloerbekleding. Meer in het bijzonder betreft het een profiel die door kleine aanpassingen inzetbaar is voor verschillende functies. Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het vormen van een dergelijk profiel.

Stand der techniek

De vakman heeft om een vloerbekleding zoals laminaat, LVT, vinyl, parket of fineervloeren af te werken, verschillende profielen ter beschikking zoals bijvoorbeeld een plint, een aanpassingsprofiel, een eindprofiel en een overgangsprofiel (=T-profiel). Deze uitvinding heeft betrekking op een afwerkprofiel dat multifunctioneel is en de laatste drie profielen combineert in één profiel.

Een eindprofiel dient om de vloer af te werken op een bepaalde plaats waar de vloer stopt. Dit kan bvb. tegen een muur zijn. Een aanpassingsprofiel wordt ingezet om een overgang mooi af te werken van een vloerbekleding die op een hoger niveau ligt dan een andere vloer. Het overgangsprofiel of T- profiel gebruikt men om een overgang mogelijk te maken tussen twee vloeren op hetzelfde niveau. Dit profiel wordt ook gebruikt om een uitzettingsvoeg mooi af te werken.

Veelal worden deze profielen gebruikt in combinatie met een houder waarin de drie genoemde profielen geduwd kunnen worden en door de spanning of weerhaken verankerd zitten. Deze houder kan uit kunststof (PVC,PP...), hout of metaal... vervaardigd zijn.

De drie afwerkingprofielen worden meestal vervaardigd uit hout, MDF, HDF, spaanplaat, multiplex, kunststof, (PVC PP.), aluminium ... en kunnen al dan niet voorzien zijn van een bekledingslaag met de nodige krasvastheid en structuur.

De hierboven besproken profielen en de gangbare houders zijn reeds lange tijd afzonderlijk gekend. Er bestaan tevens profielen die deze drie profielen bundelen in één zogenaamd multifunctioneel profiel. Dit om de omstelkosten bij productie alsook de opslagkosten zo laag mogelijk te houden. Deze zogenaamde “3 in 1” of “multifunctionele” profielen komen voor in verschillende uitvoeringsvormen.

Multifunctionele afwerkingprofielen zoals deze “3 in 1” worden o.a. beschreven in ondermeer de volgende octrooipublicaties: AT 500 734, US2003084634, US7908819, BE20050336, US2007/0283654 en EP1989372.

Een reeds gekende uitvoering is dat het multifunctioneel profiel opgebouwd is uit twee of meerdere losse delen die door één of andere manier met elkaar gecombineerd kunnen worden. In document AT 500 734 wordt er een multifunctioneel profiel beschreven waarbij een flensvormig deel voorzien wordt van een onderliggende neusdeel. Dit onderliggend neusdeel is volledig los van het flensvormig deel en wordt bij montage met behulp van de bijhorende houder op zijn plaats gehouden. De houder is voorzien van een klemstuk waarop dit neusdeel kan geschoven worden. Al naar gelang de toepassing kan men een ander neusdeel monteren.

Document EP1989372 beschrijft een multifunctioneel profiel die uit 1 stuk vervaardigd is. Het flensvormig deel en het neusdeel zijn in samengestelde vorm integraal met elkaar verbonden. De bekledingslaag is bij de overgang tussen het flensvormig deel en het neusdeel onderbroken. Hierdoor, en mede door de manier van profilering wordt een bepaalde breukzone of snijzone gecreëerd waardoor het neusdeel eenvoudig via een rotatiebeweging van het neusdeel tov het flensdeel afgescheurd kan worden.

Document US2003084634 bespreekt multifunctionele profielen waarbij er een neusdeel aan de onderzijde van een flensvormig deel bevestigd kan worden. Deze bevestiging gebeurd d.m.v. een koppelstuk aan de onderzijde van het flensvormig deel waarop het neusdeel kan gekoppeld en/of geschoven worden.

In andere documenten zoals in BE20050336 en US 2007/0283654 beschrijft men multifunctionele profielen waarbij minstens twee van de onderling scheidbare en/of samenstelbare delen (flensvormig deel en neusdeel), en bij voorkeur alle scheidbare of samenbrengbare delen, in de niet gescheiden toestand, of in de samengebrachte toestand, uitsluitend door middel van een bekledingslaag met elkaar verbonden zijn. Al naar gelang de toepassing moet men de bekledingslaag tussen het flensvormige deel en het desbetreffende neusdeel doorsnijden waardoor het besproken neusdeel loskomt van het flensvormige deel.

Zoals zal blijken uit onderstaande punten 1 t/m 5, hebben de bekende oplossingen elk hun specifieke nadelen. 1) Toleranties en afwerking

Om een mooi overgangsprofiel of eindprofiel te bekomen moet de overgang tussen het flensvormig deel en het bijhorend neusdeel vloeiend, aansluitend en effen zijn.

Bij de multifunctionele profielen waarbij de bekledingslaag het flensvormige deel en het neusdeel verbindt mag dit normaal gezien geen probleem vormen, aangezien de bekledingslaag de oneffenheden bedekt of uitvlakt. Indien deze bekledingslaag echter dun of niet sterk genoeg is kunnen eventuele oneffenheden alsnog zichtbaar zijn of op lange termijn door gebruik zichtbaar komen. Bekledingslagen van het type CPL en HPL zijn doorgaans sterk genoeg. Types bekledingen zoals papier, PVC of PP folie kunnen voor problemen zorgen. Des te meer omdat bij deze types van multifunctionele profielen aan de overgang tussen het flensvormig deel en het neusdeel een luchtholte voorzien wordt direct onder de bekledingslaag om het doorsnijden van deze bekledingslaag, om het neusvormig deel te verwijderen, mogelijk te maken.

Indien de neusdelen apart zijn van het flensvormig deel en de bekledingslaag is onderbroken bij de overgang van het flensvormig deel naar het neusdeel, kan het voorkomen dat de overgang niet vloeiend of aansluitend is. Dit omdat het flensvormig deel en het bijhorend neusdeel in aparte productiegangen vervaardigd worden waardoor de toleranties moeilijk onder controle te houden zijn. Deze oneffen overgang zorgt voor een minder esthetische afwerking. Indien het neusdeel op zijn plaats gehouden wordt door middel van een bijhorend houder, moet men daarbij nog de toleranties van deze houder erbij nemen waardoor het quasi onmogelijk wordt om een perfect effen en vloeiende overgang te bekomen tussen het flensvormig deel en het neusdeel. 2) Duurzaamheid en kwaliteit

Deze multifunctionele profielen dienen om een vloerbekleding af te werken. Op deze profielen zal men na montage dagdagelijks lopen of stappen. Hierdoor krijgen deze profielen heel wat te verduren. Vooral bij de multifunctionele profielen waarbij de bekledingslaag het flensvormige deel en het neusdeel verbindt is de kans groot dat de bekledingslaag in de overgangszone(s) breekt bij hoge belasting en/of foutieve montage.

Bij de multifunctionele profielen die uit losse delen opgebouwd zijn vormt dit uiteraard geen probleem, daar de bekledingslaag al onderbroken is.

Wel is het belangrijk dat de neusdelen bij een de minste stootkracht niet afbreken. 3) Toepasbaarheid van verschillende types bekledingslagen.

Om een zo mooi mogelijk afwerkingsprofiel te bekomen is het noodzakelijk dat de bekledingslaag qua kleur en structuur zo dicht mogelijk aanleunt, al dan niet identiek is, bij het desbetreffende vloerbekleding. Zo past een CPL, HPL of papieren bekledingslaag het best bij vloerbekledingstypes als laminaat en DPL (Direct pressed Laminate) vloerbekleding. Een fineer bekledingslaag past het best bij massief houten, halfmassief houten of fineervloeren. Terwijl er bij vloertypes als vinyl, LVT (Luxery vinyl tiles) of kunststof... dan weer gebruik gemaakt wordt van PVC of PP folie als bekledingslaag voor de afwerkingsprofielen.

Zoals reeds aangehaald zijn niet alle types afwerkingslagen geschikt om gebruikt te worden bij bepaalde multifunctionele profielen. Zo zijn de doorgaans dunnere of soepelere bekledingslagen zoals PP-, papier- en PVC- folie niet bruikbaar bij de multifunctionele profielen waarbij de bekledingslagen het flensvormige deel en het neusdeel verbindt. Dit omdat de overgangen te goed zichtbaar zullen zijn of na verloop van tijd zullen worden. Tevens is het een feit dat bepaalde bekledingslagen zich niet goed laten snijden en ook niet goed laten afwrijven met schuurpapier waardoor men een minder mooie afwerking bekomt. 4) Montage -gemak en -snelheid

Bij de multifunctionele profielen waarbij de bekledingslaag het flensvormige deel en het neusdeel verbindt is men verplicht, indien men een neusdeel van het flensvormig deel wil verwijderen, de bekledingslaag in de overgang tussen het flensvormig deel en het neusdeel door te snijden. Dit doorsnijden is doorgaans niet zo eenvoudig en moet, indien men een mooi resultaat wil bekomen, door middel van een speciaal bijgeleverd gereedschap uitgevoerd worden. Na het doorsnijden van deze bekledingslaag moet men het uiteinde van het flensvormige deel breken door deze met schuurpapier op te wrijven. Dit alles is heel tijdrovend en meestal door een leek moeilijk uitvoerbaar.

De multifunctionele profielen die uit losse delen opgebouwd zijn monteren doorgaans sneller en eenvoudiger.

Tevens de multifunctionele profielen waarbij de bekledingslaag onderbroken is bij de overgang van de neusdelen naar het flensvormig deel, maar waarbij de verschillende delen met elkaar verbonden zijn monteren doorgaans zeer snel. 5) Productiesnelheid - en - kost

Naast het grote stockvoordeel die multifunctionele profielen hebben t.o.v. de traditionele eind-, overgangs- en aanpassingsprofielen, is één groot minpunt dat de productiekost doorgaans een stuk hoger ligt. Dit komt omdat deze profielen veelal in meerdere productiegangen vervaardigd moeten worden terwijl de traditionele profielen in mindere productiegangen gemaakt worden. Zo worden bij veel types van multifunctionele profielen het flensvormig deel en de bijhorende neusdeel in aparte productiegangen vervaardigd, waardoor deze profielen gevoelig duurder worden.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een multifunctioneel profiel te verschaffen die een oplossing biedt aan boven besproken problemen en die eenvoudig en snel kan aangepast worden tot een eind-, overgang alsook aanpassingsprofiel die met verschillende types bekledingslagen voorzien kan worden en die na langdurige en hevige belasting zijn vorm en afwerking blijft behouden. Daarnaast moet de fabricatie van die aard zijn dat deze met een zo snel en met een zo gering mogelijke toleranties uitgevoerd kan worden, bij voorkeur in één productiegang.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een multifunctioneel afwerkprofiel voor een vloerbedekking omvattende een lichaam dat is opgebouwd uit meerdere delen die in functie van de toepassing onderling scheidbaar zijn, waarbij de genoemde delen in gekoppelde toestand minstens een flensvormig deel, een bevestigingsdeel voor het afwerkprofiel en minstens één zich onder het flensvormig deel uitstrekkend neusdeel omvatten, waarbij het lichaam een bekledingslaag omvat die in gekoppelde toestand minstens onderbroken is ter hoogte van de overgang tussen het flensvormig deel en het neusdeel. De neusdelen zijn enkel verbonden met de rest van het profiel via de onderzijde (ondervlak) van het bevestigingsdeel, dat zich bij voorkeur in het midden (centraal) tussen de neusdelen bevindt en waarvan de bovenzijde van het bevestigingsdeel eendelig (integraal) verbonden is met het flensvormig deel.(fig. 1)

Voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het multifunctioneel afwerkprofiel worden beschreven in de afhankelijke conclusies.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vormen van een multifunctioneel afwerkprofiel, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - aanvoeren van 2 basislichamen in de vorm van 2 blokken dragermateriaal ; - De aangevoerde basislichamen onderwerpen aan een aantal freesbewerkingen zodat lichaam L1 in lichaam L2 past. - de gevormde lichamen(L1 en L2) in elkaar schuiven en koppelen via een lijmverbinding(41). - Het samengestelde lichaam (L3) eventueel van verdere freesbewerkingen voorzien. - Het samengestelde lichaam met een bekledingslaag voorzien. - De bekledingslaag(23) ter hoogte van de overgang tussen het flensvormig deel (2)en het neusdeel(7,8) onderbreken. - Andere uitfrezingen voorzien, waaronder o.a. een bevestigingsgroef(60) in het bevestigingsdeel(6).

Doordat de neusdelen enkel met de onderzijde van het bevestigingsdeel verbonden zijn, zijn ze volledig los van de onderzijde van het flensvormig deel en tevens volledig los van de zijkant van het bevestigingsdeel.

Voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de werkwijze voor het vormen van multifunctioneel afwerkprofiel worden beschreven in de betreffende afhankelijke conclusies.

In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van de werkwijze volgens deze uitvinding en de aldus gevormde afwerkprofielen worden de genoemde kenmerken en voordelen van de uitvinding verder verduidelijkt. Het weze duidelijk dat de enige bedoeling van deze beschrijving erin bestaat om de algemene principes van deze uitvinding door een concreet voorbeeld te verduidelijken, en dat niets in deze beschrijving dus kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de draagwijdte van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten, noch van het toepassingsgebied van deze uitvinding.

In de hierna volgende beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij: - Figuur 1: Een multifunctioneel afwerkprofiel voor een vloerbedekking volgens de uitvinding, omvattende een lichaam dat is opgebouwd uit meerdere delen die in functie van de toepassing onderling scheidbaar zijn. - Figuur 2: Een multifunctioneel afwerkprofiel voor een vloerbedekking volgens de uitvinding, omvattende een lichaam dat is opgebouwd uit meerdere delen die in functie van de toepassing onderling scheidbaar zijn. - Figuur3a: Profiel volgens de uitvinding. De neusdelen(7,8) kunnen van de rest van het profiel verwijdert worden door deze van de rest van het profiel af te scheuren volgens de scheur- en/of breuklijnen (9,10). De scheur- en/of breuklijnen (9.10) ligt boven de lijmverbinding(41). - Figuur3b: Profiel volgens de uitvinding. De neusdelen(7,8) kunnen van de rest van het profiel verwijdert worden door deze van de rest van het profiel af te scheuren volgens de scheur- en/of breuklijnen (9,10). De scheur- en/of breuklijnen (9.10) ligt onder de lijmverbinding(41). - Figuur3c: Profiel volgens de uitvinding. De neusdelen(7,8) kunnen van de rest van het profiel verwijdert worden door deze van de rest van het profiel af te scheuren volgens de scheur- en/of breuklijnen (9,10). De scheur- en/of breuklijnen (9.10) is gelijk aan de lijmverbinding(41). - Figuur 4: Profiel volgens de uitvinding. Het neusdeel (8) is verwijdert waardoor het profiel omgevormd is tot een aanpassingsprofiel. - Figuur 5: Profiel volgens de uitvinding. Het neusdeel (8) is verwijdert waardoor het profiel omgevormd is tot een aanpassingsprofiel. - Figuur 6: Profiel volgens de uitvinding. Beide neusdelen (7,8) zijn verwijdert waardoor het profiel omgevormd is tot een aanpassingsprofiel. - Figuur 7: Profiel volgens de uitvinding. Het profiel bevat verschillende bevestigingsgroeven(60,60’,60”). - Figuur 8: Profiel volgens de uitvinding. Het profiel bevat verschillende bevestigingsgroeven(60,60’,60”). - Figuur 9: Eerste stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. Nl. het aanvoeren van 2 basis lichamen in de vorm van 2 blokken dragermateriaal ; en/of breedte hebben. Tevens kunnen de blokken opgebouwd zijn uit dezelfde materie of kunnen ze een verschillende opbouw van materie hebben. - Figuur 10: 2de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De aangevoerde basislichamen (L1 enL2) onderwerpen aan een aantal freesbewerkingen zodat lichaam 1 in lichaam 2 past. - Figuur 11: 3de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. Het geprofileerd lichaam(L1) wordt aan de onderzijde(54) van het bevestigingsdeel(6) voorzien van een lijmlaag (41). - Figuur 12: 4de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. Er wordt een bekledingslaag(23) aangebracht op het samengesteld profiellichaam(L3). - Figuur 13a: 5de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De aangebrachte bekledingslaag(23) wordt aan de overgangen(52,53) tussen het flensvormig deel(2) naar de neusdelen(7,8) onderbroken - Figuur 13b: 5de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De onderbreking aan de overgang (52,53) van het flensvormig deel(2) en de neusdelen(7,8) wordt aangebracht dmv een laser, een freesbewerking of dmv een snijbewerking. Deze worden aangebracht loodrecht op het folieoppervlak, dit om een minimale zichtbare naad te bekomen. - Figuur 14: 6de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De onderzijde van het profiel wordt voorzien van de nodige freesbewerkingen.

Toleranties

Het eerste aspect van deze uitvinding is het fabriceren van een multifunctioneel profiel met zo weinig mogelijk toleranties. Deze toleranties slaan vooral op de overgang tussen het flensvormig deel (2) en het neusdeel (7, 8) die effen en vloeiend aan elkaar moeten aansluiten.

Voor het ommantelen worden de 2 geprofileerde lichamen in elkaar geschoven, waardoor de toleranties te allen tijde gecontroleerd kunnen worden.

Een 2de belangrijk item voor het bekomen van zo minimaal mogelijke toleranties is dat het flensvormig deel en de neusdelen, bij het verankeren van deze onderdelen op elkaar, gepositioneerd moeten kunnen worden tov elkaar. Indien deze delen positioneermiddelen zouden hebben in de vorm van een positioneer-stift en-groef kunnen deze delen perfect gepositioneerd worden tov elkaar en zal de overgang van het flensvormig deel naar het neusdeel effen en vloeiend aan elkaar aansluiten.

Deze positioneerstift bekomt men met de zijvlakken(45,46) van het bevestigingsdeel(6). De positioneergroef daarentegen bekomt men met de verticale binnen vlakken(43,44) van de neusdelen(7,8)(fig.2). De neusdelen (7,8) zijn immers eendelig met elkaar verbonden, zolang de bevestigingsgroef(60) in het bevestigingsdeel(6) nog niet is voorzien.

Duurzaamheid en kwaliteit

Het 2de aspect van deze uitvinding is dat het multifunctioneel profiel zijn vorm en afwerking blijft behouden na zwaardere en langdurige belasting. Zoals reeds vermeld is dit vooral een probleem bij de multifunctionele profielen van het type waarbij het flensvormig deel en het neusdeel hoofdzakelijk samengehouden worden dmv de bekledingslaag. De hardere bekledingslagen zoals CPL en HPL zijn doorgaans bros en kunnen na verloop van tijd gemakkelijk breken in de overgangszone tussen het flensvormig deel en het neusdeel. De meer soepele bekledingslagen zoals vinyl of krasvast papier zullen minder snel breken, maar hebben dan weer de eigenschap dat ze eerder zullen scheuren in de overgangszone.

Bij deze uitvinding zal de bekledingslaag aan de overgang tussen het flensvormig deel en de neusdelen onderbroken zijn (fig. 2). Hierdoor kan de bekledingslaag niet meer breken of scheuren bij langdurige belasting.

Tevens is de verbinding tussen de neusdelen en de rest van het profiel zodanig gemaakt dat ze sterk genoeg is zodat ze niet kan breken of loskomen bij hevige belasting. Zodoende kan het neusdeel niet bewegen of roteren t.o.v. het flensvormig deel, en zal het neusdeel bijgevolg ook niet kunnen afscheuren(fig.5 en Fig.6).

De neusdelen is met de rest van het profiel verbonden via de onderzijde van het bevestigingsdeel(6). Indien we de neusdelen willen verwijderen moeten we deze neusdelen plooien naar het bevestigingsdeel toe. Hierdoor zal het neusdeel afscheuren van de rest van het profiel. Deze afscheuring gebeurd volgens een breuklijn of breukzone, die tevens de nieuwe onderzijde van het bevestiginsdeel(6) vormt.(fig.3a , 3b en 3 c).

Bij gebruik zal het profiel of de neusdelen nooit zodanig belast worden dat een dergelijke plooiing of rotatie mogelijk zal maken, waardoor de neusdelen niet kunnen afscheuren bij gebruik(fig. 4).

Tevens zal de verticale binnenzijde(43,44) van de neusdelen tegen de buitenrand (45,46)van het bevestigingsdeel aanleunen, waardoor het neusdeel bij horizontale belasting niet kan afscheuren(fig. 5). De verticale buitenzijde(45,46) van het bevestigingsdeel(6) zal immers dienst doen als steunblok.

Het afscheuren van de neusdelen(7,8) van de rest van het profiel gaat gepaard met een ruwe breuk- of scheurlijn(9,10) waarvan het verloop moeilijk onder controle te houden is. Doordat de scheur- en/of breuklijn (9,10) zich aan de onderzijde van het bevestigingsdeel(6) bevindt is dit minder belangrijk voor de afwerking of montage van het profiel. Stel dat de breuklijn zich aan de onderzijde van het flensvormig deel(2) ging bevinden of aan de verticale buitenzijde(45,46) van het bevestigingsdeel kan dit wel een invloed hebben op enerzijds de afwerking of anderzijds op de bevestiging.

Toepasbaarheid van verschillende types bekledingslagen.

Het 3de aspect behandelt de verschillende types bekledingslagen.

Zoals boven besproken zullen de meer soepelere bekledingslagen zoals vinyl en krasvast papier de vorm van luchtholtes of groeven juist onder de bekledingslaag aannemen. Hierdoor bekomt men na verloop van tijd een esthetisch minder mooi afwerkingsprofiel.

Bij deze uitvinding wordt deze bekledingslagen volledig, ook aan de overgangszones, ondersteund door het dragermateriaal. Hierdoor is de kans dat de boven besproken bekledingslaag na verloop van tijd vervormd onbestaande.

De bekledingslaag die is aangebracht op het profiel volgens de uitvinding is bij de overgang van het flensvormig deel naar het neusdeel onderbroken, zodat een eventuele breuk uitgesloten wordt. Bij deze uitvinding zal de overgang tussen het flensvormig deel en het neusdeel effen en vloeiend aan elkaar aansluiten zodat er slechts een minimale naad zichtbaar is. Zodoende is deze naad op een afstand van één meter met het blote oog niet meer waarneembaar. Zeker indien men het profiel zodanig ontwerpt dat de naad zich volledig aan de zijkant van het profiel bevindt waardoor deze naad van bovenuit het profiel niet zichtbaar is.

Tevens is het zo dat het flensvormig deel en de neusdelen met dezelfde folierol bekleed worden waardoor het decor en/of structuur doorloopt van het flensvormig deel naar de neusdelen.

Montagegemak en -snelheid

Zoals reeds boven vermeld is het multifunctioneel profiel aanpassen tot 1 van de 3 mogelijke functies soms een hele klus. Dit 4de aspect bespreekt dan ook het montagegemak en de montagesnelheid.

De multifunctionele profielen van het type waarbij een bekledingslaag het flensvormig deel en het neusdeel met elkaar verbindt, zijn het moeilijkst en het meest tijdrovend om deze profielen aan te passen.

Bij deze uitvinding is de bekledingslaag onderbroken aan de overgang tussen het flensvormig deel en het neusdeel, maar sluiten wel effen en vloeiend aan zodat slechts een minimale naad zichtbaar is. De neusdelen vormen nog altijd één geheel met de rest van het multifunctioneel profiel, maar dan via een stevige verbinding met de onderzijde van het bevestigingsdeel die zich in het midden tussen de twee neusdelen bevindt.

Indien we de neusdelen willen verwijderen moeten we deze neusdelen plooien naar het bevestigingsdeel toe. Hierdoor zal het neusdeel afscheuren van de rest van het profiel. Deze afscheuring gebeurd volgens een breuklijn of breukzone, die tevens de onderzijde van het bevestigingsdeel(6) vormt.(fig.3a, 3b en 3c).

Productiesnelheid - en - kost

Een zo minimale productiekost en snelheid kan men bekomen door in zo minimaal mogelijke doorgangen het multifunctioneel profiel te vervaardigen, bij voorkeur in 1 doorgang.

Deze uitvinding zal volgende productiestappen omvatten: - aanvoeren van 2 basislichaamen in de vorm van 2 blokken dragermateriaal , - de aangevoerde basislichamen(L1 en L2) onderwerpen aan een aantal freesbewerkingen zodat lichaam 1 in lichaam 2 past - waarna de gevormde lichamen(L1 en L2) in elkaar schuiven en gekoppeld worden via een lijmverbinding(41), - waarbij er eventueel op het samengestelde lichaam(L3) nog extra freesbewerkingen uitvoeren. - vervolgens het samengestelde lichaam(L3) met een bekledingslaag(23) voorzien. - waarbij de bekledingslaag(23) ter hoogte van de overgang(19,36 en 20,37) tussen het flensvormig deel (2)en het neusdeel(7,8) onderbroken wordt, - Finaal nog extra freesbewerkingen voorzien, waaronder o.a. een bevestigingsgroef (60)in het bevestigingsdeel(6). - figuur 1: Een multifunctioneel afwerkprofiel voor een vloerbedekking omvattende een lichaam dat is opgebouwd uit meerdere delen die in functie van de toepassing onderling scheidbaar zijn, waarbij de genoemde delen in gekoppelde toestand minstens een flensvormig deel(2), een bevestigingsdeel(6) voor het afwerkprofiel en minstens één zich onder het flensvormig deel(2) uitstrekkend neusdeel(7,8) omvatten, waarbij het lichaam een bekledingslaag(23) omvat die in gekoppelde toestand minstens onderbroken(52,53) is ter hoogte van de overgang tussen het flensvormig deel (2) en het neusdeel(7,8). De bovenzijde van het neusdeel en de onderzijde van het flensvormig deel zijn niet met elkaar verbonden maar kunnen tegen elkaar aansluiten en vormen aldus een scheidingslijn of scheidingszone(24,25). De neusdelen(7,8) zijn verbonden met de rest van het profiel enkel via de onderzijde van het bevestigingsdeel(6), dat zich bij voorkeur in het midden (centraal) tussen de neusdelen(7,8) bevindt en waarvan de bovenzijde eendelig (integraal) verbonden is met het flensvormig deel(2). De neusdelen(7,8) kunnen van de rest van het profiel verwijdert worden door deze van de rest van het profiel af te scheuren volgens de scheur- en/of breuklijnen (9,10). Deze scheur- en/of breuklijnen(9,10) kunnen gelijk zijn aan de lijmverbinding(41). - figuur 2: Een multifunctioneel afwerkprofiel voor een vloerbedekking omvattende een lichaam dat is opgebouwd uit meerdere delen die in functie van de toepassing onderling scheidbaar zijn, waarbij de genoemde delen in gekoppelde toestand minstens een flensvormig deel(2), een bevestigingsdeel(6) voor het afwerkprofiel en minstens één zich onder het flensvormig deel(2) uitstrekkend neusdeel(7,8) omvatten, waarbij het lichaam een bekledingslaag(23) omvat die in gekoppelde toestand minstens onderbroken is ter hoogte van de overgang(136,19 en 37,20) tussen het flensvormig deel (2) en het neusdeel(7,8). De bovenzijde van het neusdeel en de onderzijde van het flensvormig deel zijn niet met elkaar verbonden maar kunnen tegen elkaar aansluiten en vormen aldus een scheidingslijn of scheidingszone(24,25). De neusdelen(7,8) zijn verbonden met de rest van het profiel enkel via de onderzijde van het bevestigingsdeel(6), dat zich bij voorkeur in het midden (centraal) tussen de neusdelen(7,8) bevindt en waarvan de bovenzijde eendelig (integraal) verbonden is met het flensvormig deel(2). - Figuur3a: Profiel volgens de uitvinding. De neusdelen(7,8) kunnen van de rest van het profiel verwijdert worden door deze van de rest van het profiel af te scheuren volgens de scheur- en/of breuklijnen (9,10). Volgens deze figuur ligt de breuk en/of scheurlijn(10) boven de lijmverbinding(41). Er zal dus nog een restlaagje bevestigingsdeel(6) een het neusdeel(8) blijven hangen. - Figuur3b: Profiel volgens de uitvinding. De neusdelen(7,8) kunnen van de rest van het profiel verwijdert worden door deze van de rest van het profiel af te scheuren volgens de scheur- en/of breuklijnen (9,10). Deze scheur- en/of breuklijnen(9,10) kunnen gelijk zijn aan de lijmverbinding(41). Volgens deze figuur ligt de breuk en/of scheurlijn(10) onder de lijmverbinding(41). Er blijft nog een restlaagje materiaal van het neusdeel(8) aan de onderzijde(70) van het bevestigingsdeel(6) hangen. - Figuur3c: Profiel volgens de uitvinding. De neusdelen(7,8) kunnen van de rest van het profiel verwijdert worden door deze van de rest van het profiel af te scheuren volgens de scheur- en/of breuklijnen (9,10). Volgens de figuur is de scheur- en/of breuklijnen(9,10) gelijk aan de lijmverbinding(41). - Figuur 4: Profiel volgens de uitvinding. Het neusdeel (8) is verwijdert waardoor het profiel omgevormd is tot een aanpassingsprofiel. Doordat het flensvormig deel (2) volledig ondersteund is door het neusdeel(7) zal deze niet breken of vervormen na langdurige belasting (F). De bevestiging van het aanpassingsprofiel aan de grond gebeurd dmv een bevestigings stift(22) die zich in de bevestigingsgroef(53) bevindt. Deze bevestigingsstift(6) kan echter ook een U-profiel zijn. - Figuur 5: Profiel volgens de uitvinding. Het neusdeel (8) is verwijdert waardoor het profiel omgevormd is tot een aanpassingsprofiel. Doordat de verticale binnenzijde(43) het neusdeel(7) tegen de verticale buitenzijde(45) van het bevestigingsdeel(6) aanleunt (drukt) zal het neusdeel(7) niet afbreken bij een horizontale belasting(F). - Figuur 6: Profiel volgens de uitvinding. Beide neusdelen(7,8) zijn verwijdert waardoor het multifunctioneel profiel omgevormd is tot een T-profiel. - Figuur 7: Profiel volgens de uitvinding. Het profiel bevat verschillende bevestigingsgroeven(60,60’,60”). Dit laat ons toe, indien men een neusdeel(7,8) verwijdert het gevormde profiel te bevestigen dmv een U-vormig bevestiginsprofiel(22).(zie figuur 8). - Figuur 8: Profiel volgens de uitvinding. Het profiel bevat verschillende bevestigingsgroeven(60,60’,60”). Neusdeel (8) is verwijdert waardoor er een aanpassingsprofiel gevormd is. Dit aanpassingsprofiel is bevestigd aan de grond dmv een U-vormig bevestigingsprofiel(22). Dit kan in bepaalde gevallen een betere bevestiging zijn dan met en positioneerstift(22). - Figuur 9: Eerste stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. Nl. het aanvoeren van 2 basis lichamen in de vorm van 2 blokken dragermateriaal(L1 en L2) ; Deze blokken kunnen een gelijke dikte en/of breedte hebben, maar kunnen ook een verschillende dikte en/of breedte hebben. Tevens kunnen de blokken opgebouwd zijn uit dezelfde materie of kunnen ze een verschillende opgebouwd zijn uit een verschillende materie. - Figuur 10: 2de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De aangevoerde basislichamen (L1 enL2) onderwerpen aan een aantal freesbewerkingen zodat lichaam 1 in lichaam 2 past. De zijwanden(45,46) van bevestigingsdeel(6) dienen als positionering en zullen bij het in elkaar schuiven van lichaam(L1) in lichaam(L2) tegen de verticale binnenwanden (43,44) van de neusdelen (7,8)aanleunen. Hierdoor zal lichaam(L1) bij het in elkaar schuiven altijd perfect gepositioneerd zijn tov lichaam(L2). Zodoende zal de overgang(36,19 en 17,20) van het frensvormig deel(2) naar de neusdelen (7,8) altijd een effen verloop kennen. - Figuur 11: 3de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. Het geprofileerd lichaam(L1) wordt aan de onderzijde(70) van het bevestigingsdeel(6) voorzien van een lijmlaag (41). Vervolgens wordt het geprofileerd lichaam (L1) en het geprofileerd lichaam (L2) in elkaar geschoven. De neusdelen(7,8) zijn via lijmverbinding(41) verbonden met de onderzijde(70) het bevestigingsdeel(6).Er wordt dus een samengesteld profiellichaam(L3) gevormd.

Na het verkleven van geprofileerd lichaam(L1) op het geprofileerd lichaam(L2) kunnen er nog freesbewerkingen uitgevoerd worden vooraleer een bekledingslaag(23) aan te brengen(figuur 12). - Figuur 12: 4de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. Er wordt een bekledingslaag(23) aangebracht op het samengesteld profiellichaam(L3). - Figuur 13a: 5de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De aangebrachte bekledingslaag(23) wordt aan de overgangen(36,19 en 37,20) tussen het flensvormig deel(2) naar de neusdelen(7,8) onderbroken(52,53). Deze onderbreking(52,53) kan aangebracht worden dmv een laser, een freesbewerking of dmv een snijbewerking. Tevens kan men esthetisch betere resultaten bekomen door de insnijding onder een hoek aan te brengen, bij voorkeur loodrecht op het folieoppervlak.(Figuur 13b). De naad zal in dat geval immers slechts minimaal zichtbaar zijn. - Figuur 13b: 5de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De onderbreking(52,53) aan de overgang (36,19 en 37,20) van het flensvormig deel(2) en de neusdelen(7,8) wordt aangebracht dmv een laser, een freesbewerking of dmv een snijbewerking. Deze worden aangebracht loodrecht op het folieoppervlak, dit om een minimale zichtbare naad te bekomen. - Figuur 14: 6de stap van de productiewijze voor het vervaardigen van een multifunctioneel profiel volgens de uitvinding. De onderzijde van het profiel wordt voorzien van de nodige freesbewerkingen. Dit om de bevestiginsgroef(en)(60) in het bevestigingsdeel(6) te voorzien en tevens om overtollige stukken bekledingslaag(23) en dragermateriaal aan de onderzijde van het profiel te verwijderen.

Claims (33)

1. C O N C L U S I E S

   1. Multifunctioneel afwerkprofiel voor een vloerbedekking omvattende een lichaam dat is opgebouwd uit meerdere delen (2, 6, 7, 8) die in functie van de toepassing onderling scheidbaar zijn, waarbij de genoemde delen (2, 6, 7, 8) in gekoppelde toestand minstens een flensvormig deel (2), een bevestigingsdeel (6) voor het afwerkprofiel en minstens één zich onder het flensvormig deel (2) uitstrekkend neusdeel (7, 8) omvat waarbij ten minste een deel van het lichaam een bekledingslaag (23) omvat die in gekoppelde toestand minstens ter hoogte van de overgang tussen het flensvormig deel (2) en het neusdeel (7,8) onderbroken is, met het kenmerk dat het zich onder het flensvormig deel (2) uitstrekkend neusdeel (7, 8) enkel met het ondervlak van het bevestigingdeel (6) deel verbonden is.
2. 2. Profiel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de verbinding tussen het ondervlak van het bevestigingdeel (6) en het neusdeel (7,8) uitgevoerd is als een breuk- en of scheurlijn (9,10), waarlangs het neusdeel (7, 8) kan afgescheurd of afgebroken worden.
3. 3. Profiel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het neusdeel (7,8) met het ondervlak (70) van het bevestigingsdeel (6) verbonden is d.m.v. een lijmverbinding (41).
4. 4. Profiel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de lijmverbinding (41) tussen het neusdeel (7,8) en het ondervlak (70) van het bevestigingsdeel (6) tevens de breuk-of scheurlijn(9,10) vormt.
5. 5. Profiel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de lijmverbinding(41) tussen het neusdeel (7,8) en het bevestigingsdeel(6) niet of slechts gedeeltelijk de breuklijn of scheurlijn(9,10) vormt.
6. 6. Profiel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de breuklijn of scheurlijn (9.10) zich boven de lijmverbinding (41) bevindt.
7. 7. Profiel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de breuklijn of scheurlijn (9.10) zich onder de lijmverbinding (41) bevindt.
8. 8. Profiel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de breuklijn of scheurlijn (9.10) zich deels onder en deels boven de lijmverbinding (41) bevindt.
9. 9. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk het bovenvlak (17,18) van het neusdeel (7,8) tegen het ondervlak(15,16) van het flensvormig deel (2) aanligt en zodoende een scheidingslijn (24,25) vormt.
10. 10. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verticale binnenzijde (43,44) van neusdeel (7,8) tegen de verticale buitenzijde (45.46) van het bevestigingsdeel(6) aanleunt.
11. 11. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderzijde (15,16) van het flensvormig deel (2) en de verticale buitenzijde (45.46) van het bevestigingsdeel (6) gevormd is d.m.v. een freesbewerking en/of een machinale bewerking.
12. 12. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat al naar gelang de gewenste toepassing de neusdelen (7,8) kunnen verwijderd worden door de neusdelen (7,8) naar het bevestigingsdeel (6) over te plooien, zodat deze volgens de breuk- of scheurlijn(9,10) afscheurt.
13. 13. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het profiel twee zich onder het flensvormig deel (2) uitstrekkende neusdelen (7, 8) omvat, en dat het bevestigingsdeel (6) in gekoppelde toestand zich tussen de twee neusdelen (7,8) bevindt.
14. 14. Profiel volgens conclusies 1 t/m 13, met het kenmerk dat de bekledingslaag (23) bij de overgang (37,20)(36,19) van het flensvormig deel (2) naar het neusdeel (7,8) onderbroken is maar volledig ondersteund is door het dragermateriaal.
15. 15. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderbreking (52,53) van de bekledingslaag (23) kleiner is dan 0,5mm.
16. 16. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bevestigingsdeel (6) minstens één bevestigingsgroef (60) bevat.
17. 17. Profiel volgens conclusie 16, met het kenmerk dat het profiel aan de grond verankerd kan worden d.m.v. een bevestigingsstift die in de bevestigingsgroef (60) van het bevestigingsdeel(6) past.
18. 18. Profiel volgens conclusies 1 t/m 15, met het kenmerk dat het profiel aan de grond verankerd kan worden d.m.v. een U-vormige bevestigingsprofiel (22).
19. 19. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het dragermateriaal van de 2 lichamen uit hetzelfde materiaal vervaardigd zijn.
20. 20. Profiel volgens conclusies 1 t/m15, met het kenmerk dat het dragermateriaal van de 2 lichamen uit verschillende dragermaterialen vervaardig zijn.
21. 21. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het dragermateriaal van de lichamen vervaardigd is uit LDF,MDF,HDF, PVC, PP of WPC.
22. 22. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bekledingslaag (23) een pvc, pp, papier, CPL, of HPL folie is.
23. 23. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kleefstof van de lijmverbinding(41) een PUR lijm, een PVAC(waterlijm), een EVA lijm of een smeltlijm kan zijn.
24. 24. Werkwijze voor het vormen van een multifunctioneel afwerkprofiel, met het kenmerk dat de werkwijze de volgende stappen omvat: - aanvoeren van 2 basislichamen in de vorm van 2 blokken dragermateriaal , - de aangevoerde basislichamen (L1 en L2) onderwerpen aan een aantal freesbewerkingen zodat lichaam 1 in lichaam 2 past - waarna de gevormde lichamen(L1 en L2) in elkaar schuiven en gekoppeld worden via een lijmverbinding(41), - waarbij er eventueel op het samengestelde lichaam(L3) nog extra freesbewerkingen uitvoeren. - vervolgens het samengestelde lichaam(L3) met een bekledingslaag(23) voorzien. - waarbij de bekledingslaag(23) ter hoogte van de overgang(19,36 en 20,37) tussen het flensvormig deel (2)en het neusdeel(7,8) onderbroken wordt, - Finaal nog extra freesbewerkingen voorzien, waaronder o.a. een bevestigingsgroef (60) in het bevestigingsdeel(6).
25. 25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk dat de werkwijze voorzien is voor het vormen van een afwerkprofiel volgens één van de conclusies 1 t/m 23.
26. 26. Werkwijze volgens conclusies 24 t/m 25, met het kenmerk dat het onderbreken van de bekledingslaag(23) gebeurd d.m.v. zagen, lazer of snijden.
27. 27. Werkwijze volgens conclusies 26, met het kenmerk dat het onderbreken van de bekledingslaag(23) gebeurd d.m.v. zagen, lazer of snijden, loodrecht op de bekledingslaag(23).
28. 28. Werkwijze volgens conclusies 26 t/m 27, met het kenmerk dat het openzagen, -lazeren, of -snijden van de bekledingslaag(23) niet verder gaat dan de dikte van de bekledingslaag(23).
29. 29. Werkwijze volgens conclusies 26 t/m27, met het kenmerk dat bij het openzagen, -lazeren, of -snijden van de bekledingslaag(23) dieper gegaan wordt dan de dikte van de bekledingslaag(23) waardoor er tevens dragermateriaal verwijderd wordt.
30. 30. Werkwijze volgens conclusies 24 t/m 29, met het kenmerk dat het bevestigingsdeel(6) voorzien wordt van ten minste een bevestigingsgroef(60).
31. 31. Werkwijze voor het vormen van een multifunctioneel afwerkprofiel volgens conclusie 24 t/m 30, met het kenmerk dat de neusdelen(7,8) eendelig met elkaar verbonden zijn zolang de bevestigingsgroef(60) niet is aangebracht.
32. 32. Werkwijze voor het vormen van een multifunctioneel afwerkprofiel volgens conclusie 24 t/m 31, met het kenmerk dat het flensvormig deel (2) en de neusdelen (7,8) aan elkaar gekoppeld worden d.m.v. een kleefstof(41) aan te brengen op het ondervlak(21) van het bevestigingsdeel(6) van lichaam (L1).
33. 33. Werkwijze voor het vormen van een multifunctioneel afwerkprofiel volgens conclusie 32, met het kenmerk dat de kleefstof (41) van de lijmverbinding een PUR lijm, een PVAC(waterlijm), een EVA lijm of een smeltlijm kan zijn.