BE1021723B1 - Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel - Google Patents

Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel Download PDF

Info

Publication number
BE1021723B1
BE1021723B1 BE2013/0306A BE201300306A BE1021723B1 BE 1021723 B1 BE1021723 B1 BE 1021723B1 BE 2013/0306 A BE2013/0306 A BE 2013/0306A BE 201300306 A BE201300306 A BE 201300306A BE 1021723 B1 BE1021723 B1 BE 1021723B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
parts
dormer window
aforementioned
panel
profiling
Prior art date
Application number
BE2013/0306A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Unilin Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Bvba filed Critical Unilin Bvba
Priority to BE2013/0306A priority Critical patent/BE1021723B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021723B1 publication Critical patent/BE1021723B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/18Special structures in or on roofs, e.g. dormer windows

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Wing Frames And Configurations (AREA)

Abstract

Dakkapel, die meerdere onderdelen (2-3) bevat, daardoor gekenmerkt dat minstens twee van deze onderdelen voorzien zijn van een respectieve profilering (4), meer speciaal een randprofilering (4), waarmee zij onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.

Description

Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel.
Deze uitvinding heeft betrekking op een dakuitbouw voor een hellend dak, meer in het bijzonder op een dakkapel voor toepassing in een sparing van een hellend dak.
Dakkapellen voor hellende daken van gebouwen zijn goed gekend. Klassieke dakkapellen voor toepassing in een sparing van een hellend dak, bestaan doorgaans hoofdzakelijk uit twee zijwangen en een dakdeel of dakelement. Deze zijwangen bestaan verder mogelijks uit een buitenplaat en eventueel ook een binnenplaat, met tussen de buiten- en binnenplaat een isolatielaag en randhout rondom. Het dakelement bestaat mogelijks uit een bovenplaat en onderplaat, met tussen de boven- en onderplaat een isolatielaag, zoals een hardschuimisolatie, en een randhout rondom. Doorgaans worden voor de boven vermelde platen houtgebaseerde platen gebruikt zoals bijvoorbeeld multiplex plaat, OSB plaat of spaanplaat. Uit het DE 87 13 597 UI is het gekend voorgefabriceerde dakuitbouwen als één geheel naar de werf te transporteren.
Bij het assembleren van een klassieke dakkapel worden volgens de stand der techniek de losse, afzonderlijke onderdelen waaruit deze dakkapel hoofdzakelijk is opgebouwd, aan elkaar bevestigd door middel van nagels of schroeven.
Het is eveneens gekend om pre-assemblage toe te passen voor de samenstellende bouwelementen van dakkapellen, zoals voor één of meerdere zijwangen en/of dakdelen. In dergelijk geval worden in de fabriek of werkplaats de voomoemde samenstellende bouwelementen van een dakkappel afzonderlijk opgebouwd, om later op de werf te worden samengesteld tot de uiteindelijke dakkapel. Dergelijke dakkapel wordt ondermeer beschreven in het octrooidocument DE 38 04 444 Cl.
Een mogelijk nadeel bij de productie en/of assemblage van de uit de stand van de techniek gekende dakkapellen, is het tijdsintensieve gebruik van afzonderlijke bevestigingsmiddelen voor het koppelen van de onderdelen waaruit de dakkapel is opgebouwd. Het gebruik tijdens de assemblage van bevestigingsmiddelen zoals nagels en schroeven zorgen voor een hindernis bij het verder optimaliseren van het productie-en/of assemblage proces. Bovendien is de kwaliteit van de koppeling sterk afhankelijk van de kwaliteit waarmee de bevestigingsmiddelen werden toegepast. Bijvoorbeeld kan een slecht uitgevoerde schroefverbinding aanleiding geven tot een zwakke zone in de constructie van de dakkapel. Mogelijke problemen hierbij zijn ondermeer gespleten houten onderdelen of onderdelen die onvoldoende sterk bevestigd zijn door bijvoorbeeld een verkeerde oriëntatie van de toegepaste schroef of nagel in de betreffende onderdelen.
In een totaal ander technisch domein zijn als alternatief voor traditioneel meubelbeslag klikverbindingen bekend. Het WO 2010/070605, bijvoorbeeld, beschrijft klikverbindingen die geschikt zijn voor het onderling koppelen van meubelpanelen.
De huidige uitvinding heeft als doel een oplossing te bieden voor één of meerdere van bovenvermelde nadelen van de uit de stand van de techniek gekende dakkapellen. Derhalve beoogt de huidige uitvinding een doeltreffende koppeling voor onderdelen van een dakkapel die, bij voorkeur een vlotte en/of een doorlopende koppeling garandeert.
Hiertoe betreft de huidige uitving een dakkapel, die meerdere onderdelen bevat, met als kenmerk dat minstens twee van deze onderdelen voorzien zijn van een respectieve profilering, meer speciaal een randprofilering, waarmee zij onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Bij voorkeur betreffen de voomoemde twee of meerdere onderdelen, voorzien van een profilering, constructieve onderdelen van de dakkapel. Bij voorkeur zijn de voomoemde profileringen in het basismateriaal van het onderdeel aangebracht. Bij voorkeur betreft het basismateriaal houtgebaseerd materiaal en is bij voorkeur de profilering ééndelig in het basismateriaal uitgevoerd. Constructieve onderdelen van de dakkapel zijn onderdelen die minstens een constructieve functie hebben voor de dakkapel en niet louter een bekledingsfunctie of isolatiefunctie hebben. “Onderdeel met een constructieve functie” betekent dat het onderdeel bijdraagt tot de draagkracht en/of de stijfheid van de dakkapel of van het samenstellende bouwelement van de dakkapel.
Door het toepassen van een profilering bij de onderdelen van een dakkapel wordt volgens de huidige uitvinding een koppeling bekomen die snel en gemakkelijk uit te voeren is. Het gebruik van dergelijke onderdelen van een dakkapel laat een constructie toe waarbij de samenstellende onderdelen op een meer constante manier met elkaar gekoppeld zijn. Met andere woorden, de onderdelen met dergelijke profilering kunnen over de volledige lengte op een meer constante wijze met elkaar gekoppeld zijn. Dit in tegenstelling tot koppelen door middel van nagel- of schroefverbindingen die op discrete locaties uitgevoerd worden. Verder kan het toepassen van een dergelijke profilering toelaten dat een meer gesloten koppeling wordt bekomen. Hierdoor kan schade ten gevolge van weersinvloeden worden beperkt.
Volgens een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft voomoemde profilering een doorlopende profilering. Hiermee wordt een profilering bedoeld die doorloopt over de volledige lengte of nagenoeg de volledige lengte van het contactoppervlak dat ontstaat bij het samenstellen of koppelen van de betreffende onderdelen. De profilering kan eventueel aan één of aan beide uiteinden niet volledig doorlopen tot aan de uiterste rand, maar tot op een korte afstand hiervan. Deze korte afstand is typisch in de grootte-orde van enkele centimeters, meer bepaald in het bereik van 0,5 tot 5 centimeter van de uiterste rand. Volgens een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm tot op een korte afstand in het bereik van 1 tot 3 centimeter.Volgens een mogelijke alternatieve uitvoeringsvorm is de voomoemde profilering onderbroken uitgevoerd. De voomoemde profilering bestaat hierbij uit afwisselende zones met profilering en zones zonder profilering.
Meer speciaal betreft de uitvinding een dakkapel met als kenmerk dat de voomoemde respectieve profileringen voorzien in koppelmiddelen die een tand en groef bevatten en waarbij deze koppelmiddelen een vergrendelende tand- en groef verbinding tussen de betreffende onderdelen van de dakkapel toelaten.In dwarsdoorsnede is de groef gedefinieerd door een groefopening en een groefbasis welke verbonden zijn door twee zijwanden. De tand vertoont, in dwarsdoorsnede, eveneens zijwanden, die in gekoppelde toestand van de tand en de groef, gericht zijn naar de zijwanden van de groef.
De voomoemde koppelmiddelen bevatten voor het bekomen van de vergrendelende tand- en groefverbinding vergrendeldelen die, in gekoppelde toestand, het uit elkaar bewegen van de betreffende onderdelen verhinderen, meer speciaal het bewegen van de tand uit de groef in de richting van de groefopening verhinderen. De voomoemde vergrendeldelen zijn bij voorkeur minstens uitgevoerd als een ondersnijding in een zijwand van de groeien ermee samenwerkende uitstulping aan de tand.
Bij voorkeur vertonen de voomoemde koppelmiddelen, in dwarsdoorsnede gezien, één of meerdere van volgende eigenschappen, voor zover zij niet tegenstrijdig zijn: • Een groef met aan beide zijwanden vergrendeldelen; • Een tand met aan beide zijwanden vergrendeldelen; • Een tand met aan slechts één zijwand een vergrendeldeel dat kan samenwerken met een vergrendeldeel van de voomoemde groef; • Een tand met aan beide zijwanden een vergrendeldeel dat telkens kan samenwerken met een vergrendeldeel aan één van beide zijwanden van de voomoemde groef; • Een tand die voorzien is van een spleet, waardoor een elastisch verbuigbaar deel wordt gevormd; • Een tand die aan de beide zijwanden voorzien is van een elastisch verbuigbaar deel.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft de uitvinding een dakkapel met als kenmerk dat de voomoemde profilering eendelig in het basismateriaal van het betreffende onderdeel is uitgevoerd.
Met als doel een nog sterkere koppeling te bekomen tussen de voomoemde onderdelen kunnen de profileringen, meer specifiek de koppelmiddelen ook bijkomend verlijmd worden.
Bij voorkeur zijn de koppelmiddelen zodanig geconfigureerd dat zij toelaten dat de betreffende onderdelen kunnen worden samengevoegd door middel van een wentelbeweging en/of door middel van een snapbeweging. Onder het samenvoegen door middel van een wentelbeweging dient te worden verstaan een beweging waarbij het ene onderdeel onder een schuine hoek wordt samengebracht met het andere onderdeel en vervolgens het ene onderdeel in de uiteindelijke positie wordt gebracht middel van een rotatie beweging, ook wel wentelbeweging genaamd. Aan de hand van de voomoemde wentelbeweging worden de voomoemde respectievelijke vergrendeldelen van tand en groef achter elkaar aangebracht.
Onder het samenvoegen door middel van een snapbeweging dient te worden verstaan een beweging waarbij het ene onderdeel wordt samengebracht met het andere onderdeel door middel van een translatiebeweging en waarbij de beide onderdelen hierbij reeds in hun uiteindelijke oriëntatie zijn gericht. Het “snappen” verwijst naar een beweging die de koppelmiddelen maken op het einde van het samenvoegen van beide onderdelen. Tijdens deze snapbeweging van de koppelmiddelen zal minstens één elastisch vervormbaar deel van de koppelmiddelen terugkeren naar een positie waarbij de vervorming geringer is dan de vervorming die eerder was opgetreden tijdens het samenvoegen. Aan de hand van de voomoemde snapbeweging worden de voomoemde respectievelijke vergrendeldelen van tand en groef achter elkaar aangebracht.
Er wordt opgemerkt dat een klassieke dakkapel doorgaans is samengesteld uit twee zijwangen en één dakdeel, die bij voorkeur zijn uitgevoerd als afzonderlijke samenstellende bouwelementen van de dakkapel en waarbij het dakdeel horizontaal boven op de twee zijwangen, beiden in verticale positie, wordt uitgevoerd. Bij voorkeur wordt de uitvinding toegepast voor het samenstellen van dergelijke dakkapellen.
Het is echter duidelijk dat de huidige uitvinding in het algemeen kan worden toegepast bij een willekeurige dakuitbouw van het schuine dak en aldus niet beperkt is tot een klassieke dakkapel die hoofdzakelijk is samengesteld uit twee zijwangen en een dakdeel. De uitvinding kan uiteraard ook worden toegepast bij dakkapellen die anders zijn opgebouwd, zoals bij dakkapellen met gekromde of getoogde onderdelen. Verder kunnen de samenstellende bouwelementen van de dakkapel, meer bepaald de zijwangen en/of het dakdeel enkelwandig of dubbelwandig worden uitgevoerd. Tevens kunnen deze samenstellende bouwelementen isolatie bevatten. De samenstellende bouwelementen kunnen verder opgevat worden als elementen met een sandwich structuur, meer bijzonder een sandwich structuur waarbij isolatiemateriaal tussen twee evenwijdige panelen of paneel vormige onderdelen is toegepast.
De uitvinding kan op verschillende mogelijke manieren in de praktijk worden omgezet. Hieronder worden ter illustratie drie belangrijke mogelijkheden belicht, zonder extensief te willen zijn.
Volgens een eerste mogelijkheid omvat de dakkapel minstens één zij wang, al dan niet dubbelwandig uitgevoerd, die meerdere onderdelen bevat, waarbij minstens twee van deze onderdelen, zoals voomoemd door middel van respectieve profileringen onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Zo bijvoorbeeld kan de voornoemde zijwang hoofdzakelijk zijn opgebouwd uit één of meerdere paneelvormige onderdelen en uit één of meerdere randonderdelen, waarbij minstens één van de voomoemde paneelvormige onderdelen zoals voomoemd door middel van een profilering op een vergrendelende wijze met een randonderdeel kan worden gekoppeld. Zoals voomoemd voorziet de voomoemde profilering bij voorkeur in een vergrendelende tand- en groef verbinding, meer in het bijzonder waarbij de groef is uitgevoerd in het betreffend paneelvormig onderdeel en de tand is uitgevoerd in het betreffend randonderdeel. Bij voorkeur kunnen de voomoemde randonderdelen, bij voorkeur onder de vorm van ribben, op een paneelvormig onderdeel geklikt worden. Volgens een ander voorbeeld omvat de voomoemde zijwang een buitenplaat en/of een binnenplaat, welke op zich zijn opgebouwd uit minstens twee paneelvormige onderdelen die door middel van een profilering op een vergrendelende wijze kunnen worden gekoppeld. Meer in het bijzonder wordt de binnenplaat of de buitenplaat gevormd door juist twee paneelvormige onderdelen. Volgens een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de voomoemde zij wang zowel een buitenplaat als een binnenplaat die telkens wordt gevormd door juist twee paneelvormige onderdelen die zoals vernoemd door middel van een profilering op een vergrendelende wijze met elkaar, in hetzelfde vlak, kunnen worden gekoppeld. Het huidig voorbeeld kan leiden tot minder materiaalverlies bij het verwezenlijken van de boven -of onderplaat, vermits kan worden uitgegaan van kleinere platen voor het vormen van de samenstellende paneelvormige onderdelen.
Met buitenplaat wordt een plaat bedoeld die, in gemonteerde toestand van de dakkapel, zich in de omgeving van de buitenzijde van de dakkapel bevindt. Wanneer de dakkapel, meer bepaald de zijwang van de dakkapel, ook isolatiemateriaal bevat, wordt met buitenplaat een plaat bedoeld die zich, ten opzichte van het voomoemde isolatiemateriaal, naar de buitenzijde van de dakkapel toe bevindt. Met binnenplaat wordt een plaat bedoeld die, in gemonteerde toestand van de dakkapel, zich in de omgeving van de binnenzijde van de dakkapel bevindt. Wanneer de dakkapel, meer bepaald de zijwang van de dakkapel, ook isolatiemateriaal bevat, wordt met binnenplaat een plaat bedoeld die zich, ten opzichte van het voomoemde isolatiemateriaal, naar de binnenzijde van de dakkapel toe bevindt.
Hierbij wordt opgemerkt dat het niet noodzakelijk is om zowel een buitenplaat als ook een binnenplaat toe te passen. Een zijwang kan bijvoorbeeld ook enkel met een buitenplaat of enkel met een binnenplaat uitgevoerd worden. Ook in het geval van dergelijke uitvoeringsvormen wordt in deze tekst gesproken van een buitenplaat of van een binnenplaat, al naargelang de positie van de plaat zoals hogerop beschreven.
Bij voorkeur betreffen de voomoemde één of meerdere paneelvormige onderdelen zogenaamde constmctieve onderdelen.
Nog bij voorkeur betreffen de voomoemde één of meerdere randonderdelen zogenaamde constmctieve onderdelen.
Volgens een tweede mogelijkheid omvat de dakkapel minstens één dakdeel dat meerdere onderdelen bevat, waarbij minstens twee van deze onderdelen, zoals vernoemd door middel van respectieve profilering onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Zo bijvoorbeeld kan het voomoemde dakdeel hoofdzakelijk zijn opgebouwd uit één of meerdere paneelvormige onderdelen en uit één of meerdere randonderdelen, waarbij minstens één van de voomoemde paneelvormige onderdelen zoals voomoemd door middel van een profilering op een vergrendelende wijze met een randonderdeel kan worden gekoppeld. Zoals voomoemd voorziet de voomoemde profilering bij voorkeur in een vergrendelende tand- en groefverbinding, meer in het bijzonder waarbij de groef is uitgevoerd in het betreffend paneelvormig onderdeel en de tand is uitgevoerd in het betreffend randonderdeel. Bij voorkeur kunnen de voomoemde randonderdelen, bij voorkeur onder de vorm van ribben, op een paneelvormig onderdeel geklikt worden.
Volgens een ander voorbeeld omvat het voomoemde dakdeel een bovenplaat en/of een onderplaat, welke op zich zijn opgebouwd uit minstens twee paneelvormige onderdelen die door middel van een profilering op een vergrendelende wijze kunnen worden gekoppeld. Meer in het bijzonder wordt de bovenplaat of de onderplaat gevormd door juist twee paneelvormige onderdelen. Volgens een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat het voomoemde dakdeel zowel een bovenplaat als een onderplaat die telkens wordt gevormd door juist twee paneelvormige onderdelen die zoals voomoemd door middel van een profilering op een vergrendelende wijze met elkaar, in hetzelfde vlak, kunnen worden gekoppeld. Het huidig voorbeeld kan leiden tot minder materiaalverlies bij het verwezenlijken van de boven -of onderplaat, vermits kan worden uitgegaan van kleinere platen voor het vormen van de samenstellende paneelvormige onderdelen.
Met bovenplaat wordt een plaat bedoeld die zich, in gemonteerde toestand van de dakkapel, in de omgeving van de bovenzijde van de dakkapel bevindt. Wanneer de dakkapel, meer bepaald het dakdeel van de dakkapel, ook isolatiemateriaal bevat, wordt met bovenplaat een plaat bedoeld die zich ten opzichte van het voomoemde isolatiemateriaal naar de bovenzijde van de dakkapel toe bevindt. Met onderplaat wordt een plaat bedoeld die zich, in gemonteerde toestand van de dakkapel in de omgeving van de binnenzijde, meer bepaald van de onderzijde van het dakdeel van de dakkapel bevindt. Wanneer de dakkapel, meer bepaald het dakdeel van de dakkapel, ook isolatiemateriaal bevat, wordt met onderplaat een plaat bedoeld die zich ten opzichte van het voomoemde isolatiemateriaal naar de binnenzijde van de dakkapel toe bevindt.Hierbij wordt opgemerkt dat het niet noodzakelijk is om zowel een onderplaat en een bovenplaat toe te passen. Een dakdeel kan bijvoorbeeld ook enkel met een bovenplaat of enkel met een onderplaat uitgevoerd worden. Ook in het geval van dergelijke uitvoeringsvormen spreekt men van een bovenplaat of van een onderplaat, al naargelang de positie van de plaat zoals hogerop beschreven.
Volgens een derde mogelijkheid omvat de dakkapel minstens één zij wang en minstens één dakdeel die onderling door middel van een profilering op een vergrendelende wijze kunnen worden gekoppeld.
Het is duidelijk dat twee of meer van bovenstaande drie mogelijkheden naar believen kunnen worden gecombineerd in één en dezelfde dakkapel.
Bij voorkeur zijn de voomoemde paneelvormige onderdelen uitgevoerd als multiplex plaat, meer in het bijzonder multiplex plaat met plaatdikte 12 mm. Het is evenwel duidelijk dat eveneens andere plaatvormige onderdelen kunnen toegepast worden zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te vallen. Andere mogelijke plaatvormige onderdelen zijn onder andere OSB platen, vezelplaten, spaanplaten, gemelamineerde platen. Deze plaatvormige onderdelen kunnen houtgebaseerd zijn, maar kunnen eventueel ook uit een ander materiaal zijn opgebouwd zoals bijvoorbeeld compact laminaat of zogenaamde vólkern platen, gelakte platen, kunststof panelen of metalen panelen zoals verzinkte of roestvrij stalen panelen.
Het is duidelijk dat het voomoemde randonderdeel van de zijwang of van het dakdeel mogelijks maar niet noodzakelijk paneelvormig kan zijn. Tevens kan het randonderdeel uit één of meerdere onderdelen, al dan niet plaatvormig zijn opgebouwd. Het is duidelijk dat j een dakkapel volgens de huidige uitvinding naast in een klassiek zadeldak, ook kan worden toegepast in een getoogd dak, waarbij het randonderdeel van één of meerdere van de zijwangen die de onderregel vormt en voor de aansluiting met de dakconstructie zorgt, dan bij voorkeur gekromd is uitgevoerd. Deze onderregel kan zijn opgebouwd uit meerdere stroken plaatvormig materiaal, of uit een multiplex plaat. De onderregel is het onderdeel van een dakkapel die voor de aansluiting met de dakconstructie of het dakelement zorgt.
Het randonderdeel en het paneelvormig onderdeel vormen bij het koppelen bij voorkeur een buitenhoek aan de dakkapel, meer in het bijzonder een buitenhoek aan de zijwang of aan het dakdeel van de dakkapel. Hierbij wordt enige mogelijke afwerking van de dakkapel, zoals een bekleding, niet in beschouwing genomen.
Het randonderdeel en het paneelvormig onderdeel kunnen bij het koppelen onder een hoek aan elkaar worden gekoppeld. De hoek die hierbij kan worden gevormd is bij voorkeur een hoek van 90° of nagenoeg 90°.
Het randonderdeel bestaat bij voorkeur uit een op hout gebaseerd materiaal, en wordt in dit geval ook wel randhout genaamd. Het randonderdeel bestaat bij voorkeur uit een lat met een dwarsdoorsnede van ongeveer 28 op 110 millimeter.
Het koppelen van twee of meerdere paneelvormige onderdelen, in hetzelfde vlak, gebeurt volgens de huidige uitvinding bij voorkeur door middel van een profilering, meer speciaal een randprofilering, waarmee twee van de voomoemde paneelvormige onderdelen in hetzelfde vlak op een vergrendelende wijze met elkaar kunnen worden gekoppeld. Meer speciaal kan hiervoor gebruik gemaakt worden van een zogenaamd wentelprofiel, waarbij de groef is uitgevoerd met een onderste lip of zijwand die zich tot voorbij de bovenste lip of zijwand uitstrekt, zoals bijvoorbeeld het profiel gekend uit het W097/47834
Het is duidelijk dat bij grote afmetingen van de dakkapel om constructieve redenen de dakkapel of één of meerdere van de samenstellende bouwelementen van de dakkapel verstevigingsribben kunnen omvatten. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat de voomoemde zij wang als onderdeel verder nog één of meerdere verstevigingsribben. Volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat het voomoemde dakdeel als onderdeel verder nog één of meerdere verstevigingsribben. Eén of meerdere van de verstevigingsribben van de dakkapel kunnen via een vergrendelende profilering zijn bevestigd aan de binnen en/of buitenplaat van een zij wang, respectievelijk aan de boven- en/of onderplaat van een dakdeel.
Bij voorkeur worden in één of meerdere van de zij wangen en/of in het dakdeel meerdere verstevigingsribben op een tussenhartafstand met een waarde gelegen tussen 300 mm en 500 mm, of beter met een waarde gelegen tussen 350mm en 450mm, of nog beter op een tussenhartafstand van 450 mm van elkaar geplaatst.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan deze verstevigingsribben uit hetzelfde materiaal als de randonderdelen. Meer speciaal bestaan de verstevigingsribben uit houtgebaseerde constructie elementen.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt voor de verstevigingsribben gebruik gemaakt van houten balken met een dwarsdoorsnede van 28mmbij 110mm.
Bij voorkeur bevat de dakkapel isolatiemateriaal, meer speciaal hardschuim isolatiemateriaal. In het bijzonder wordt als isolatiemateriaal PIR (polyisocyanuraat) gebruikt. Het aanwenden van isolatiemateriaal in de dakkapel heeft als voordeel dat de dakkapel hierdoor een zekere vooropgestelde of vereiste thermische weerstandswaarde kan behalen.Bij voorkeur vertoont één of meerdere van de samenstellende bouwelementen van de dakkapel minstens een thermische weerstandswaarde (Rc) van 3,5 m2K/W vertoont.
Bij voorkeur wordt het isolatiemateriaal aangebracht op de paneelvormige onderdelen en tussen de randonderdelen en tussen de eventuele verstevigingsribben. In het geval dat een geschuimd isolatiemateriaal wordt aangewend, kan de kleefkracht van het betreffende isolatiemateriaal eveneens bijdragen tot de verbinding of koppeling tussen de verschillende onderdelen waaruit de dakkapel of een samenstellend bouwelement van de dakkapel, meer bepaald een zijwang of een dakdeel, is opgebouwd.
Verder kan het toepassen van een profilering volgens de uitvinding toelaten dat een meer gesloten koppeling wordt bekomen. Hierdoor kan schade ten gevolge van weersinvloeden worden beperkt. In het bijzonder kan hierdoor schade aan het isolatiemateriaal worden beperkt of vermeden.
De binnenplaat van de voomoemde zijwang en/of de onderplaat van het dakdeel kunnen een uitstekend paneelgedeelte omvatten dat, in gemonteerde toestand van de dakkapel gezien, doorloopt naar de binnenzijde van de dakconstructie toe.
Het voomoemde uitstekend paneelgedeelte steekt uit ten opzichte van het randonderdeel van respectievelijk de zijwang of het dakdeel en reikt verder dan respectievelijk de buitenplaat of de bovenplaat. Het is hierbij bijzonder interessant om het uitstekend paneelgedeelte van de binnneplaat of van de onderplaat te laten doorlopen tot aan de binnenbekleding van het schuine deel van de dakconstructie.
Bij voorkeur omvat minstens het voomoemde dakdeel, verder nog een dampremmende folie. Bij voorkeur bevat enkel het dakdeel van de dakkapel een dampremmende folie. Het toepassen van een dampremmende folie bij de dakkapel heeft als voordeel dat vocht, onder de vorm van damp, zich niet kan verspreiden doorheen of binnenin de samenstellende bouwelementen van de dakkapel of binnenin de dakkapel.Bij voorkeur is de dampremmende folie aangebracht tegen de onderplaat van het dakdeel van de dakkapel. Dit heeft als voordeel dat de dampremmende folie ertoe kan bijdragen dat damp het isolatiemateriaal, indien aanwezig in het dakdeel, niet kan bereiken. Isolatiemateriaal kan immers mogelijks onder invloed van damp of vocht haar oorspronkelijke isolatiewaarde verliezen.
De uitvinding heeft verder ook betrekking op dakkapellen met alle mogelijke combinaties van de hierboven beschreven kenmerken, dit uiteraard in zoverre zulke kenmerken met elkaar verenigbaar zijn.
Volgens een tweede aspect beoogt de huidige uitvinding een bouwpakket. Hiertoe betreft de uitvinding een bouwpakket voor het vormen van een dakkapel met één of meerdere kenmerken zoals hierboven beschreven met als kenmerk dat het bouwpakket bestaat uit meerdere samenstellende bouwelementen, waarbij deze samenstellende bouwelementen hoofdzakelijk één of meerdere zijwangen en één of meerdere dakdelen betreffen. Deze samenstellende bouwelementen worden bij voorkeur los, met andere woorden in niet samengestelde toestand, geleverd op de bouwwerf. Het los leveren op de bouwwerf van de zogenaamde samenstellende bouwelementen heeft als mogelijk voordeel dat het transport ervan vlotter kan gebeuren.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 in perspectief een dakkapel volgens de huidige uitvinding in een dakconstructie weergeeft;
Figuur 2 in perspectief een dakkapel, samen met een uitvergroting van de toegepaste profilering weergeeft;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de lijn die op Figuur 2 met III- III is aangeduid;
Figuur 4 een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de lijn die op Figuur 2 met IV- IV is aangeduid;
Figuur 5 een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de lijn die op Figuur 2 met V- V is aangeduid;
Figuur 6 de zijwang weergeeft in een zicht volgens de op Figuur 2 weergegeven pijl F6;
Figuur 7 een variante van een dakdeel weergeeft in een zicht gelijkaardig aan dat van Figuur 5;
Figuur 8 een dwarsdoorsnede volgens de op figuur 6 weergegeven lijn VIII-VIII weergeeft;
Figuur 9 op een grotere schaal een groefprofiel weergeeft in een zicht op het gebied dat op figuur 7 met F9 is aangeduid;
Figuur 10 in een gelijkaardig zicht een variante weergeeft;
Figuur 11 een variante van een dakkapel weergeeft in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 3.
Figuur 1 toont in perspectief een dakkapel 1 volgens de uitvinding, die meerdere onderdelen 2-3 bevat. Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin, zoals weergegeven in figuur 2, meer bepaald in de getoonde uitvergroting, dat minstens twee van de voomoemde onderdelen 2-3 voorzien zijn van een profilering 4, meer speciaal een respectieve randprofilering 4a en 4b zoals getoond in de uitvergroting van figuur 2, waarmee deze onderdelen 2-3 onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
In dit geval betreffen deze onderdelen 2-3 een paneelvormig onderdeel 2 en een randonderdeel 3, waaruit de dakkapel 1 is opgebouwd. Verder is de dakkapel 1, zoals weergegeven in figuur 1 geschikt om in een dakconstructie van een hellend dak, zoals bijvoorbeeld een zadeldak, toegepast te worden.
In het geval van figuur 1 werd een profilering 4, hier schematisch weergegeven, voorzien in zogenaamde constructieve onderdelen 2-3 van de dakkapel 1. Hierbij werd de profilering 4 in het basismateriaal van het onderdeel aangebracht. Het basismateriaal betreft in dit voorbeeld een houtgebaseerd materiaal en de profilering 4 werd er eendelig in het basismateriaal van het onderdeel uitgevoerd.
Het betreft alhier een dakkapel 1 met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk is samengesteld uit twee zij wangen 5a, 5b en één dakdeel 6, die zijn uitgevoerd als samenstellende bouwelementen van de dakkapel 1 en waarbij het dakdeel 6 horizontaal boven op de twee zijwangen 5a, 5b, beiden in verticale positie, wordt uitgevoerd. Figuur 3 geeft deze samenstelling duidelijk weer.
Het is belangrijk hierbij op te merken dat de huidige uitvinding algemeen kan worden toegepast bij een willekeurige dakuitbouw van het schuine dak en aldus niet beperkt is tot een dakkapel 1 met klassieke samenstelling, zoals getoond in de figuren 1 tot 4 en die hoofdzakelijk is samengesteld uit twee zijwangen 5a, 5b en een dakdeel 6. Ook dakkapellen niet volgens een klassieke samenstelling of opbouw, of dakkapellen met gekromde of getoogde onderdelen, vormen zonder enige beperking het onderwerp van de huidige uitvinding.
In het getoonde voorbeeld van figuur 2 betreft het een dakkapel 1 volgens de huidige uitving, waarbij de dakkapel 1 meerdere onderdelen 2-3 bevat, met als kenmerk dat minstens twee van deze onderdelen 2-3 voorzien zijn van een respectieve profilering 4a en 4b, meer in het bijzonder een randprofilering 4a en 4b, waarmee deze onderdelen 2-3 onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Hierdoor kunnen de onderdelen 2-3, voorzien van dergelijke profilering 4a en 4b over de volledige lengte L op een meer constante wijze met elkaar gekoppeld worden. Dit in tegenstelling tot het koppelen van onderdelen 2-3 door middel van klassieke nagel- of schroefverbindingen, die op discrete locaties uitgevoerd worden.
Bij de in figuur 2 getoonde mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, betreft de voomoemde profilering 4a en 4b een doorlopende profilering. Hiermee wordt een profilering 4a en 4b bedoeld die doorloopt over de volledige lengte L of nagenoeg de volledige lengte van het contactoppervlak dat ontstaat bij het samenstellen of koppelen van de betreffende onderdelen 2-3.
In figuur 3 wordt een doorsnede van de dakkapel volgens snede III-III uit figuur 2 getoond. In deze figuur zijn de samenstellende bouwelementen 5a, 5b en 6 van de dakkapel 1, meer bepaald de zijwangen 5a, 5b en het dakdeel 6 telkens dubbelwandig uitgevoerd. Tevens bevatten de samenstellende bouwelementen 5a, 5b en 6 in dit geval ook isolatie 7. De samenstellende bouwelementen 5a, 5b en 6 van de getoonde dakkapel 1 zijn elementen met een sandwich structuur, meer bepaald een sandwich structuur waarbij telkens isolatiemateriaal 7 tussen twee paneelvormige onderdelen 2, meer specifiek twee evenwijdige panelen 2, is toegepast.
Zoals getoond in figuur 3, bevat in dit voorbeeld de zij wang 5a van de dakkapel 1, alhier dubbelwandig uitgevoerd, ook volgens de uitvinding meerdere onderdelen 2-3, waarbij minstens twee van deze onderdelen 2-3, zoals vernoemd door middel van respectieve profilering 4 onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Meer speciaal betreffen de voomoemde onderdelen 2-3 van de zijwang 5a alhier paneelvormige onderdelen 2 en randonderdelen 3, waarbij minstens één van de voomoemde paneelvormige onderdelen 2a zoals vernoemd door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met een randonderdeel 3a kan worden gekoppeld.
De voomoemde paneelvormige onderdelen 2 en randonderdelen 3 betreffen ook in het geval van figuur 3 zogenaamde constmctieve onderdelen 2-3 van de dakkapel 1.
Verder wordt in figuur 3 nog getoond dat de paneelvormige onderdelen 2c, 2d deel uitmaken van de buitenplaat 8 en de paneelvormige onderdelen 2a en 2b deel uitmaken van van de binnenplaat 9 van de betreffende rechter zijwang 5b van de dakkapel 1.
Hierbij wordt opgemerkt dat het niet noodzakelijk is om zowel een buitenplaat 8 als ook een binnenplaat 9 toe te passen. Een zijwang kan bijvoorbeeld ook enkel met een buitenplaat 8 of enkel met een binneplaat 9 uitgevoerd worden.
Door het toepassen van paneelvormige onderdelen 2a-2d wordt bekomen dat het aantal onderdelen waamit de dakkapel 1 is opgebouwd beperkt kan worden gehouden. Door gebruik te maken van een beperkt aantal grote paneelvormige onderdelen 2a-2d in de opbouw van bijvoorbeeld de rechter zijwang 5b wordt immers bekomen dat een groot deel van het buiten- en/of binnenoppervlak van de zij wang 5b, meer bepaald de buitenplaat 8 en/of de binnenplaat 9 van een zijwang 5b op een ononderbroken wijze kan worden gerealiseerd.
Volgens de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm bevat de dakkapel 1 minstens één zijwang 5a die, in dit geval dubbelwandig is uitgevoerd, waarbij minstens twee van de onderdelen 2a-2d van deze voomoemde zijwang 5a paneelvormig zijn, waarbij deze twee of meerdere paneelvormige onderdelen 2a-2d een buitenplaat 8 en een binnenplaat 9 van deze voomoemde zijwang 5a vormen, waarbij de voomoemde zijwang 5a verder nog randonderdelen 3a, 3b bevat en waarbij minstens de binnenplaat 9, zoals vernoemd door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met de voomoemde randonderdelen 3a, 3b kan worden gekoppeld. Eventueel kan ook minstens de buitenplaat 8 met een randonderdeel 3a, 3b worden gekoppeld of zoals in het getoonde voorbeeld, met zowel de buitenplaat 8 alsook met de binnenplaat 9.
In het voorbeeld van figuur 4 vertoont de dakkapel het kenmerk dat minstens één van de onderdelen 2-3 waaruit het dakdeel 6 is opgebouwd, paneelvormig is, en waarbij de één of meerdere paneelvormige onderdelen 2e, 2f een bovenplaat 10 of een onderplaat 11 van het voomoemde dakdeel 6 vormen.
De uitvoeringsvorm van figuur 4 omvat minstens één dakdeel 6 die, in dit geval dubbelwandig is uitgevoerd, waarbij minstens twee van de onderdelen 2-3 van het voomoemde dakdeel 6 paneel vormig zijn, waarbij deze twee of meerdere paneelvormige onderdelen 2e, 2f een bovenplaat 10 en een onderplaat 11 van het voomoemde dakdeel 6 vormen, waarbij het dakdeel 6 verder nog randonderdelen 3 c, 3d bevat en waarbij minstens de bovenplaat 10, zoals vernoemd door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met de voomoemde randonderdelen kan worden gekoppeld. Eventueel kan ook minstens de onderplaat 11 met een randonderdeel worden gekoppeld of zoals in het getoonde voorbeeld, met zowel de bovenplaat 10 alsook met de onderplaat 11.
Zoals is weergegeven in figuur 3 en 4 wordt de dakkapel 1 bij voorkeur uitgevoerd met isolatiemateriaal 7, meer speciaal hardschuim isolatiemateriaal 7. In dit voorbeeld wordt PIR als isolatiemateriaal gebruikt. Het toepassen van isolatiemateriaal 7 in de dakkapel 1 heeft als voordeel dat de dakkapel 1 hierdoor een zekere vooropgestelde of een vereiste thermische weerstandswaarde kan behalen.
Het voorbeeld uit figuur 4 vertoont het kenmerk dat de binnenplaat 9 van de getoonde zij wang 5a een uitstekend paneelgedeelte 12 omvat. Dit uitstekend paneelgedeelte kan eveneens op de figuren 6 en 8 gezien worden.
De dakkapel volgens het voorbeeld uit de figuren 1-4 vertoont aldus het bijzonder kenmerk dat de binnenplaat 9 van de zijwangen 5a, 5b, in gemonteerde toestand van de dakkapel 1 gezien, doorloopt naar de binnenzijde van de dakconstructie toe. Zoals men kan zien op figuur 4 omvat hiertoe de binnenplaat 9 van de voomoemde zij wang 5a een uitstekend paneelgedeelte 12.
Zoals best kan gezien worden in figuur 3, steekt het uitstekend paneelgedeelte 12 uit ten opzichte van het randonderdeel 3b van de rechter zijwang 5b en reikt verder dan de buitenplaat 8. Hetzelfde kan vermeld worden voor het uitstekend paneelgedeelte van de linker zijwang 5a, maar werd voor de duidelijkheid van de figuur niet specifiek aangeduid. Het uitstekend paneelgedeelte 12 in het geval van een zijwang 5b steekt met andere woorden uit ten opzichte van de hoek van de zijwang 5b gevormd door de binnenplaat 9 en het betreffende randonderdeel 3b. Aangezien het randonderdeel 3b van de zijwang 5b, meer bepaald de onderregel 3b, bij gemonteerde toestand van de dakkapel 1 rust boven op de dakconstructie of boven op een dakelement van de dakconstructie, zal het uitstekend paneelgedeelte 12 van de binnenplaat 9 via de sparing in de dakconstructie naar de binnenzijde van de dakconstructie reiken. Het is hierbij bijzonder interessant om het uitstekend paneelgedeelte 12 van de binneplaat 9 te laten doorlopen tot aan de binnenbekleding van het schuine deel van de dakconstructie.
Figuur 5 geeft duidelijk weer dat, in dit voorbeeld, het dakdeel 6 meerdere onderdelen 2-3 bevat, waarbij minstens twee van deze onderdelen 2-3, zoals vernoemd door middel van respectieve profilering 4 onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
In het voorbeeld schematisch getoond in figuur 5 zijn de voomoemde paneel vormige onderdelen 2e, 2f uitgevoerd als multiplex plaat, meer in het bijzonder multiplex plaat met plaatdikte 12 mm.
Het randonderdeel 3c en het paneelvormig onderdeel 2f vormen in het voorbeeld van de figuur 5 een buitenhoek A aan het dakdeel 6 van de dakkapel.
Het randonderdeel 3 c en het paneelvormig onderdeel 2f kunnen hierbij onder een hoek A aan elkaar worden gekoppeld. De hoek A die hierbij kan worden gevormd is in dit geval een hoek A van 90° of nagenoeg 90°.
Het randonderdeel 3c bestaat in dit geval uit een op hout gebaseerd materiaal, ook wel randhout genaamd. In het voorbeeld zoals schematisch getoond in Figuur 5 heeft het randonderdeel 3c, in dwarsdoorsnede gezien, een breedte B van 28mm en een hoogte H van 110mm.
Zoals aangegeven in stippellijn in figuur 5 kan de onderplaat 11 van het getoonde dakdeel 6 eventueel een uitstekend paneelgedeelte 12 omvatten. In gemonteerde toestand van de dakkapel 1, loopt hierbij de onderplaat 11 dan door naar de binnenzijde van de dakconstructie toe.
Het voomoemde paneelgedeelte 12 steekt in het voorbeeld van figuur 5 uit ten opzichte van het randonderdeel 3d van het dakdeel 6 en reikt verder dan de bovenplaat 10. Het uitstekend paneelgedeelte 12 in het geval van een dakdeel 6 steekt met andere woorden uit ten opzichte van de hoek van het dakdeel 6 gevormd door de onderplaat 11 en het betreffende randonderdeel 3d. Het is hierbij bijzonder interessant om het uitstekend paneelgedeelte 12 van de onderplaat 11 te laten doorlopen tot aan de binnenbekleding van het schuine deel van de dakconstructie.
Het is duidelijk dat bij grote afmetingen van de dakkapel 1 om constructieve redenen de dakkapel 1 of één of meerdere van de samenstellende bouwelementen van de dakkapel 1 verstevigingsribben 13 kan omvatten. Het voorbeeld uit figuur 5 vertoont dergelijke verstevigingsrib 13 als onderdeel van het getoonde dakdeel 6.
Zoals getoond in figuur 5 bevat de dakkapel mogelijks ook een dampremmende folie 14. Bij voorkeur bevat minstens het voomoemde dakdeel 6, een dampremmende folie 14. Meer speciaal bevat enkel het dakdeel 6 van de dakkapel een dampremmende folie 14. Het toepassen van een dampremmende folie 14 bij de dakkapel volgens de uitvinding heeft als voordeel dat vocht onder de vorm van damp zich kan verspreiden doorheen of binnenin de samenstellende bouwelementen van de dakkapel 1 of de dakkapel 1.
Zoals getoond in figuur 5 is de dampremmende folie 14 bij voorkeur aangebracht tegen de onderplaat 11 van het dakdeel 6 van de dakkapel 1. Dit heeft als voordeel dat de dampremmende folie 14 ertoe kan bijdragen dat damp het isolatiemateriaal 7, aanwezig in het dakdeel 6, niet kan bereiken. Isolatiemateriaal 7 kan immers mogelijks onder invloed van damp of vocht haar oorspronkelijke isolatiewaarde verliezen.
Meer speciaal is deze dampremmende folie 14 als een ononderbroken laag aangebracht, meer speciaal als ononderbroken laag op de onderplaat 11. Het uitvoeren van de dampremmende folie 14 als een ononderbroken laag heeft als voordeel dat er minder spleten voorkomen langs waar damp eventueel toch voorbij de dampremmende folie 14 zich kan verspreiden.
Zoals getoond in figuur 5 kan het dakdeel 6 als onderdeel ook verstevigingsribben 13 omvatten, in dit geval één verstevigingsrib 13.
In figuur 6 is de voomoemde profilering waarmee de onderdelen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld, aangegeven in stippellijn. Net zoals het bij het dakdeel, getoond in figuur 5, zou de zijwang eveneens als onderdeel verstevigingsribben kunnen omvatten. Echter, het voorbeeld van de zij wang 5 uit Figuur 6 omvat geen verstevigingsrib.
Figuur 7 toont op schematische wijze, in dwarsdoorsnede een dakdeel 6 van een dakkapel volgens de huidige uitvinding. De snedes in de figuur 7 laten toe om de zones van het dakdeel 6 die het essentiële van de uitvinding omvatten, beter en op een grotere schaal weer te geven.
Op figuur 7 kan men zien dat de voomoemde onderdelen van het dakdeel 6 alhier paneelvormige onderdelen 2e, 2f en randonderdelen 3c en 3d, waarbij minstens één van de voomoemde paneelvormige onderdelen 2e, 2f zoals vernoemd door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met minstens een randonderdeel 3c kan worden gekoppeld.
In dit geval voorziet de voomoemde profilering 4 in een vergrendelende tand- en groefVerbinding, meer in het bijzonder een verbinding waarbij de groef 15 is uitgevoerd in het betreffend paneelvormig onderdeel 2 en de tand 16 is uitgevoerd in het betreffend randonderdeel 3. In dit geval wordt beoogd dat de voomoemde randonderdelen 3 c en 3d, volgens de getoonde uitvoeringsvorm onder de vorm van ribben, op een paneelvormig onderdeel 2f of 2e kunnen geklikt worden.
In het geval van het voorbeeld van figuur 7 is er eveneens een verstevigingsrib 13 voorzien, met een profilering 4, meer bijzonder een randprofilering 4, waarmee zij op een vergrendelende wijze met een ander onderdeel 2e, 2f van de dakkapel kan gekoppeld worden, meer bepaald in dit geval met beide paneelvormig onderdelen 2e en 2f van het dakdeel 6.
In het voorbeeld uit figuur 7 voorziet de voomoemde profilering 4 in een vergrendelende tand- en groefverbinding, meer in het bijzonder waarbij de tand 16 is uitgevoerd in de betreffende verstevigingsrib 13 en waarbij de groef 15 is uitgevoerd in het betreffend onderdeel 2e, 2f waarmee de verstevigingsrib 13 wordt gekoppeld.
In het getoonde voorbeeld van figuur 7 is de voornoemde verstevigingsrib 13 met meerdere paneelvormige onderdelen 2e, 2f gekoppeld.
Nog in dit voorbeeld bevindt de verstevigingsrib 13 zich, in dwarsdoorsnede gezien, tussen twee randonderdelen 3c en 3d van het dakdeel 6.
In het geval meerdere verstevigingsribben worden toegepast, worden zij bij voorkeur op een tussenhartafstand van 450 mm, of minder, van elkaar geplaatst. Ook de tussenhartafstand tussen een verstevigingsrib 13 en een randonderdeel 3c, 3d is bij voorkeur 450mm of minder.
In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 7 bestaat de verstevigingsrib 13 uit hetzelfde materiaal als de randonderdelen 3c en 3d, hoewel dit niet noodzakelijk is om binnen het kader van de uitvinding te blijven. Meer specifiek bestaat de getoonde verstevigingsrib 13 uit figuur 7 uit houtgebaseerde constructie elementen.
In het geval zoals schematisch getoond in figuur 7 wordt voor de verstevigingsrib 13 gebruik gemaakt van houten balken, in dit geval balken met een dwarsdoorsnede van 28mmbij 110mm.
In het geval van het dakdeel 6 van figuur 7, bevindt de alhier toegepaste verstevigingsrib 13 zich, in dwarsdoorsnede gezien, tussen de bovenplaat 10 en onderplaat 11 van het dakdeel 6 en strekken deze zich uit van de bovenplaat 10 tot de onderplaat 11.
De in figuur 7 getoonde uitvoeringsvorm betreft een dakdeel 6 van een dakkapel waarbij zowel de bovenplaat 10 en de onderplaat 11 telkens uit één paneelvormig onderdeel, meer bepaald respectievelijk het paneelvormig onderdeel 2e en 2f.
Figuur 8 toont op schematische wijze, in dwarsdoorsnede een zijwang 5 van een dakkapel volgens de huidige uitvinding.
Elk paneelvormig onderdeel kan worden gedefinieerd door twee evenwijdige of hoofdzakelijk evenwijdige vlakke oppervlakken en door meerdere randen die beide voomoemde oppervlakken met elkaar verbinden. In het geval van een rechthoekig of vierhoekig paneelvormig onderdeel betreft het aldus 4 randen. Voor elke paneelvormig onderdeel 2a en 2b van de binnenplaat 9 uit figuur 8 kan een respectievelijk vlak Va en Vb worden gedefinieerd, namelijk het vlak van het betreffende paneelvormig onderdeel, dat telkens evenwijdig is met de voomoemde twee evenwijdige vlakke oppervlakken van het respectievelijke paneel vormig onderdeel en dat, zoals weergegeven in figuur 8, zich midden tussen beide voomoemde oppervlakken uitstrekt. Wanneer bijvoorbeeld de twee paneelvormige onderdelen 2a, 2b met elkaar worden gekoppeld in hetzelfde vlak, wordt hiermee bedoeld dat in gekoppelde toestand de respectieve vlakken Va en Vb van de paneelvormige onderdelen 2a, 2b in eikaars verlengde liggen.
Zoals getoond in figuur 8 gebeurt het koppelen van twee of meerdere paneelvormige onderdelen 2a, 2b, in hetzelfde vlak, volgens de huidige uitvinding aldus bij voorkeur door middel van een profilering 4, meer speciaal een randprofilering 4, waarmee twee van de voomoemde paneelvormige onderdelen 2a, 2b in hetzelfde vlak op een vergrendelende wijze met elkaar kunnen worden gekoppeld. Meer speciaal kan hiervoor gebruik gemaakt worden van een zogenaamd wentelprofiel met een onderste lange lip.
Meer specifiek, volgens de in figuur 8 getoonde uitvoeringsvorm bevat de zijwang 5 een buitenplaat 8 en een binnenplaat 9, die op zich worden gevormd door meerdere paneelvormige onderdelen 2a- 2d en waarbij deze meerdere paneelvormige onderdelen 2a- 2d, zoals vernoemd door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met elkaar, meer speciaal in hetzelfde vlak, kunnen worden gekoppeld. Meer specifiek wordt de binnenplaat 9 en de buitenplaat 8 in dit geval gevormd door telkens juist twee paneelvormige onderdelen, namelijk respectievelijk de paneelvormige onderdelen 2a, 2b en 2c, 2d. Met andere woorden, de voomoemde zijwang 5 bevat zowel een buitenplaat 8 als een binnenplaat 9 die telkens worden gevormd door juist twee paneelvormige onderdelen 2a, 2b en 2c, 2d die zoals vernoemd door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met elkaar, in hetzelfde vlak, kunnen worden gekoppeld.
De in figuur 8 getoonde uitvoeringsvorm vertoont verder nog het kenmerk dat enerzijds de buitenplaat 8 en anderzijds de binnenplaat 9, zoals vernoemd elk door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met minstens één van de randonderdelen 3a, 3b kan worden gekoppeld.
Het is aldus mogelijk om, zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden, de buitenplaat 8 of om de binnenplaat 9 van de voomoemde zij wang 5, al dan niet dubbelwandig, te vormen door twee of meerdere paneelvormige onderdelen, bij voorkeur juist twee paneelvormige onderdelen, zoals in het geval van het voorbeeld uit figuur 8. Meer speciaal kunnen deze twee paneelvormige onderdelen zoals getoond in figuur 8 door middel van een profilering 4 op een vergrendelende wijze met elkaar in hetzelfde vlak worden gekoppeld.
In het geval van de zijwang 5 van figuur 8, worden geen verstevigingsribben toegepast. Echter, volgens een niet getoonde mogelijke uitvoeringsvorm bevinden de eventueel toegepaste verstevigingsribben zich, in dwarsdoorsnede gezien, tussen de binnen- en buitenplaat van de zijwang en strekken deze zich uit van de buitenplaat 8 tot de binnenplaat 9.
In het getoonde voorbeeld van figuren 1-8 zijn de onderdelen voorzien van een respectieve profilering 4a en 4b en voorzien zij in koppelmiddelen die een tand en groef bevatten en waarbij deze koppelmiddelen een vergrendelende tand- en groefVerbinding tussen de betreffende onderdelen 2-3 van de dakkapel 1 toelaat. De voomoemde koppelmiddelen bevatten hiertoe volgens dit specifieke voorbeeld vergrendeldelen die, in gekoppelde toestand, het uit elkaar bewegen van de betreffende onderdelen 2-3 verhinderen. Om eventueel een nog sterkere koppeling te bekomen tussen de voomoemde onderdelen 2-3 kunnen de profilering 4a en 4b, meer specifiek de koppelmiddelen ook bijkomend verlijmd worden.
In het geval van figuur 9 en figuur 10 zijn de koppelmiddelen, telkens uitgevoerd als een groef 15 en een tand 16, zodanig geconfigureerd dat zij toelaten dat de betreffende onderdelen 2-3 kunnen worden samengevoegd door middel van een wentelbeweging en/of door middel van een snapbeweging.
De getoonde mogelijke koppelmiddelen uit figuur 9, telkens uitgevoerd als een groef 15 en een tand 16, vertonen volgende mogelijke eigenschappen: • Een symmetrisch uitgevoerde groef 15 met aan beide zijwanden vergrendeldelen 17; • Een tand 16 met aan één zijwand een vergrendeldeel 17 dat kan samenwerken met één vergrendeldeel 17 van de voomoemde groef 15; • Een tand 16 die voorzien is van een spleet 18, waardoor een elastisch verbuigbaar deel 19 wordt gevormd; • Een tand 16 die aan één zijwand voorzien is van een elastisch verbuigbaar deel 19.
De getoonde mogelijke koppelmiddelen uit figuur 10 vertoont volgende mogelijke eigenschappen: • Een symmetrisch uitgevoerde groef 15 met aan beide zijwanden vergrendeldelen 17; • Een symmetrisch uitgevoerde tand 16 met aan beide zijwanden vergrendeldelen 17; • Een tand 16 met aan beide zijwanden een vergrendeldeel 17 dat telkens kan samenwerken met een vergrendeldeel 17 aan één van beide zijwanden van de voomoemde groef 15; • Een tand 16 die voorzien is van een spleet 18, waardoor een elastisch verbuigbaar deel 19 wordt gevormd; • Een tand 16 die aan de beide zijwanden voorzien is van een elastisch verbuigbaar deel 19.
De voomoemde vergrendeldelen 17 zijn bij voorkeur minstens uitgevoerd als een ondersnijding 20 in een zijwand van de groef 15 en ermee samenwerkende uitstulping 21 aan de tand 16.
Zoals schematisch getoond in figuur 11 vertoont de dakkapel 1 in dit geval het kenmerk dat ze minstens één dakdeel 6 en minstens één zij wang 5 a omvat, welke elk minstens één onderdeel 3a, 3e bevatten, waarbij deze laatstgenoemde onderdelen 3a, 3e, dus enerzijds een onderdeel 3a van de zijwang 5a en anderzijds een onderdeel 3e van het dakdeel 6, zoals vernoemd door middel van respectieve profilering 4 onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Op deze wijze kan het samenstellen van de dakkapel 1 uit de samenstellende bouwelementen 5 a, 6 gebeuren door middel van een koppeling aan de hand van profileringen 4. Opgemerkt wordt dat het voomoemde dakdeel 6 of de voomoemde zijwang 5a telkens hetzij enkelwandig, hetzij dubbelwandig uitgevoerd kan worden. Dezelfde voordelen zijn hierbij van toepassing als eerder vermeld als voordeel van de profileringen 4 aangewend voor het koppelen van twee of meerdere onderdelen 2-3
Opgemerkt wordt dat de dakkapelen uit de figuren als bouwpakket met de kenmerken van het tweede aspect kunnen worden voorzien.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringvormen, doch dergelijke dakkapellen en bouwpakketten kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

  1. Conclusies. 1Dakkapel, die meerdere onderdelen (2-3) bevat, daardoor gekenmerkt dat minstens twee van deze onderdelen voorzien zijn van een respectieve profilering (4), meer speciaal een randprofilering (4), waarmee zij onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
  2. 2. - Dakkapel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk is samengesteld uit twee zijwangen (5a, 5b) en één dakdeel (6), die bij voorkeur zijn uitgevoerd als samenstellende bouwelementen van de dakkapel en waarbij het dakdeel (6) boven op de twee zijwangen (5a, 5b), beiden in verticale positie, wordt uitgevoerd.
  3. 3. - Dakkapel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat zij minstens één zijwang (5a) omvat die meerdere onderdelen (2-3) bevat, waarbij minstens twee van deze onderdelen (2,3), zoals vernoemd door middel van respectieve profilering (4) onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
  4. 4. - Dakkapel volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde zijwang (5a) hoofdzakelijk is opgebouwd uit één of meerdere paneelvormige onderdelen (2a, 2b) en uit één of meerdere randonderdelen (3a, 3b), waarbij minstens één van de voomoemde paneelvormige onderdelen (2a, 2b) zoals vernoemd door middel van een profilering (4) op een vergrendelende wijze met een randonderdeel (3) kan worden gekoppeld.
  5. 5. - Dakkapel volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde zijwang (5a) dubbelwandig is, waarbij minstens twee van de voomoemde onderdelen (2a-2d) paneelvormig zijn, waarbij deze twee of meerdere paneelvormige onderdelen (2a- 2d) een buitenplaat (8) en een binnenplaat (9) van de voomoemde zijwang (5a) vormen, waarbij de zijwang (5a) verder nog één of meerdere randonderdelen (3) bevat en waarbij enerzijds de buitenplaat (8) en anderzijds de binnenplaat (9), zoals vernoemd elk door middel van een profilering (4) op een vergrendelende wijze met minstens één van de voornoemde randonderdelen (3) kan worden gekoppeld.
  6. 6. - Dakkapel volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde zijwang (5a) minstens een buitenplaat (8) of een binnenplaat (9) bevat, die op zich wordt gevormd door twee of meerdere paneelvormige onderdelen (2a-2d) en waarbij deze twee of meerdere paneelvormige onderdelen (2a-2d), zoals vernoemd door middel van een profilering (4) op een vergrendelende wijze met elkaar, meer speciaal in hetzelfde vlak, kunnen worden gekoppeld.
  7. 7. - Dakkapel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij minstens één dakdeel (6) omvat dat meerdere onderdelen (2-3) bevat, waarbij minstens twee van deze onderdelen (2-3), zoals vernoemd door middel van respectieve profilering (4) onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
  8. 8. - Dakkapel volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde dakdeel (6) hoofdzakelijk is opgebouwd uit één of meerdere paneel vormige onderdelen (2e, 2f) en uit één of meerdere randonderdelen (3c,3d), waarbij minstens één van de voomoemde paneelvormige onderdelen (2e, 2f) zoals vernoemd door middel van een profilering (4) op een vergrendelende wijze met een randonderdeel (3c) kan worden gekoppeld.
  9. 9. - Dakkapel volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde dakdeel (6) dubbelwandig is, waarbij minstens twee van de voomoemde onderdelen (2e, 2f) paneelvormig zijn, waarbij deze twee of meerdere paneelvormige onderdelen (2e, 2f) een bovenplaat (10) en een onderplaat (11) van de voornoemde dakdeel (6) vormen, waarbij het dakdeel (6) verder nog één of meerdere randonderdelen (3 c, 3d) bevat en waarbij enerzijds de bovenplaat (10) en anderzijds de onderplaat (11), zoals vernoemd elk door middel van een profilering (4) op een vergrendelende wijze met minstens één van de voornoemde randonderdelen (3c, 3d) kan worden gekoppeld.
  10. 10. - Dakkapel volgens één van de conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde dakdeel (6) minstens een bovenplaat (10) of een onderplaat (11) bevat, die op zich wordt gevormd door twee of meerdere paneelvormige onderdelen (2e, 2f) en waarbij deze twee of meerdere paneelvormige onderdelen (2e, 2f), zoals vernoemd door middel van een profilering (4) op een vergrendelende wijze met elkaar, meer speciaal in hetzelfde vlak, kunnen worden gekoppeld.
  11. 11. - Dakkapel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dakkapel minstens één dakdeel (6) en minstens één zijwang (5a) omvat, welke elk minstens één onderdeel bevatten, waarbij deze laatstgenoemde onderdelen, zoals vernoemd door middel van respectieve profilering (4) onderling op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
  12. 12. - Dakkapel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dakkapel (1) isolatiemateriaal (7) bevat, meer speciaal hardschuim isolatiemateriaal (7).
  13. 13. - Dakkapel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde profilering (4) eendelig in het basismateriaal van het betreffende onderdeel is uitgevoerd.
  14. 14. - Dakkapel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde respectieve profileringen (4) voorzien in koppelmiddelen die een tand (16) en groef (15) bevatten, en waarbij deze koppelmiddelen een vergrendelende tand- en groefverbinding tussen de betreffende onderdelen toelaat.
  15. 15. - Bouwpakket voor het vormen van een dakkapel met de kenmerken volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het bouwpakket bestaat uit meerdere samenstellende bouwelementen (5-6), waarbij deze samenstellende bouwelementen (5-6) hoofdzakelijk één of meerdere zijwangen (5a, 5b) en één of meerdere dakdelen (6) betreffen.
BE2013/0306A 2013-05-03 2013-05-03 Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel BE1021723B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0306A BE1021723B1 (nl) 2013-05-03 2013-05-03 Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0306A BE1021723B1 (nl) 2013-05-03 2013-05-03 Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021723B1 true BE1021723B1 (nl) 2016-01-12

Family

ID=48703088

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0306A BE1021723B1 (nl) 2013-05-03 2013-05-03 Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021723B1 (nl)

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3426653A1 (de) * 1984-07-19 1986-01-30 HAMA-Alu & Holzbauwerk GmbH, 8303 Rottenburg Dachgaube
DE3508581C1 (de) * 1985-03-11 1986-08-28 HAMA-Alu & Holzbauwerk GmbH, 8303 Rottenburg Dachgaube
EP0292068A1 (en) * 1987-05-18 1988-11-23 Rbb Dakpannen B.V. Process for the construction of a dormer window, and a building kit intended for carrying out said process
DE3804444C1 (en) * 1986-08-13 1989-12-14 Wetterhahn Dachgaubentechnik Gerd Bechmann, 8000 Muenchen, De Process for producing a dormer window
NL8900270A (nl) * 1989-02-03 1990-09-03 Nijhuis Toelevering B V Dakkapel en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.
GB2256023A (en) * 1991-05-18 1992-11-25 Magnet Holdings Ltd Joint
US6412245B1 (en) * 1997-12-12 2002-07-02 La Grouw Holdings Limited Building member
EP1286005A1 (de) * 2001-08-23 2003-02-26 Bernhard Matausch Flexible Dachgaube
WO2007068267A1 (de) * 2005-12-13 2007-06-21 Ludwig Junker Sägewerk und Holzhandel GmbH Holzbauelement zum aufbau von gebäudewänden
DE102006032889A1 (de) * 2006-07-15 2008-01-24 Orso Gmbh Aufkeilvorrichtung zum Aufkeilen eines Dachflächenfensters

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3426653A1 (de) * 1984-07-19 1986-01-30 HAMA-Alu & Holzbauwerk GmbH, 8303 Rottenburg Dachgaube
DE3508581C1 (de) * 1985-03-11 1986-08-28 HAMA-Alu & Holzbauwerk GmbH, 8303 Rottenburg Dachgaube
DE3804444C1 (en) * 1986-08-13 1989-12-14 Wetterhahn Dachgaubentechnik Gerd Bechmann, 8000 Muenchen, De Process for producing a dormer window
EP0292068A1 (en) * 1987-05-18 1988-11-23 Rbb Dakpannen B.V. Process for the construction of a dormer window, and a building kit intended for carrying out said process
NL8900270A (nl) * 1989-02-03 1990-09-03 Nijhuis Toelevering B V Dakkapel en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.
GB2256023A (en) * 1991-05-18 1992-11-25 Magnet Holdings Ltd Joint
US6412245B1 (en) * 1997-12-12 2002-07-02 La Grouw Holdings Limited Building member
EP1286005A1 (de) * 2001-08-23 2003-02-26 Bernhard Matausch Flexible Dachgaube
WO2007068267A1 (de) * 2005-12-13 2007-06-21 Ludwig Junker Sägewerk und Holzhandel GmbH Holzbauelement zum aufbau von gebäudewänden
DE102006032889A1 (de) * 2006-07-15 2008-01-24 Orso Gmbh Aufkeilvorrichtung zum Aufkeilen eines Dachflächenfensters

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US1575821A (en) Parquet-floor composite sections
US8875464B2 (en) Building panels of solid wood
EA032211B1 (ru) Комплект строительных панелей с механической запирающей системой
KR20230136231A (ko) 조립식 부재, 다층형 보드 그리고 상기 조립식 부재를 형성하기 위한 패널 형상 부재
BE1020576A3 (nl) Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
US20140255092A1 (en) Assembly between a side member and a rear member of a piece of furniture
US8789336B2 (en) Edge strip for mounting of a wall board
BE1020648A3 (nl) Bouwelementen en dakconstructie.
BE1021723B1 (nl) Dakkapel en bouwpakket voor het vormen van dergelijke dakkapel
JP6468778B2 (ja) 反り防止用芯材、パネル体、ドア及びドア装置
RU2018101979A (ru) Напольная панель с соединительными профилями с возможностью горизонтальной и вертикальной фиксации
JP5662226B2 (ja) 引戸の戸袋および引戸の戸袋の施工方法
US9670661B1 (en) Method of assembling panels, elongated rail and rail and cap assembly for assembling panels
BE1019586A3 (nl) Randafwerking voor een bekleding, sierlijst hierbij aangewend en werkwijze voor het afwerken van een rand.
US328185A (en) Floor and ceiling
BE1022011B1 (nl) Set van bouwelementen en opvulmateriaal voor de naad tussen bouwelementen
CA2706104C (en) Top-chord bearing joist
FI80114C (fi) Anordning vid byggnadselement.
BE1026833A1 (nl) Paneel
US20110229686A1 (en) Reinforced Boards and Other Building Materials
JP4837511B2 (ja) 框戸およびその製造方法
JP7074554B2 (ja) 無垢材を使用した矧ぎ板
BE1016631A3 (nl) Verbeterd paneel.
BE1019526A3 (nl) Afwerking voor een trap of trede en een kit voor het vormen van dergelijke afwerking.
JP2015172310A (ja) 枠材及びこれを備えた建具装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160112

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170531