BE1021138B1 - Landbouwbalenpers met hulpmotor - Google Patents

Landbouwbalenpers met hulpmotor Download PDF

Info

Publication number
BE1021138B1
BE1021138B1 BE2013/0212A BE201300212A BE1021138B1 BE 1021138 B1 BE1021138 B1 BE 1021138B1 BE 2013/0212 A BE2013/0212 A BE 2013/0212A BE 201300212 A BE201300212 A BE 201300212A BE 1021138 B1 BE1021138 B1 BE 1021138B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
baler
flywheel
brake
caliper
agricultural
Prior art date
Application number
BE2013/0212A
Other languages
English (en)
Inventor
Xavier G.J.M Bonte
Rycke Stefan De
Frederik Demon
Pieter Vandevelde
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Cnh Belgium N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE2013/0212A priority Critical patent/BE1021138B1/nl
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv, Cnh Belgium N.V. filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to NZ710063A priority patent/NZ710063A/en
Priority to US14/779,476 priority patent/US9730391B2/en
Priority to AU2014243051A priority patent/AU2014243051B2/en
Priority to PCT/EP2014/056130 priority patent/WO2014154792A1/en
Priority to NZ710181A priority patent/NZ710181A/en
Priority to EP14712685.8A priority patent/EP2978301B1/en
Priority to AU2014243049A priority patent/AU2014243049B2/en
Priority to US14/779,807 priority patent/US10178833B2/en
Priority to EP14714972.8A priority patent/EP2978302B1/en
Priority to PCT/EP2014/056128 priority patent/WO2014154790A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021138B1 publication Critical patent/BE1021138B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/04Plunger presses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/04Plunger presses
    • A01F15/042Plungers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F21/00Devices for protecting human beings for threshing machines or baling presses

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Braking Arrangements (AREA)

Abstract

Een balenpers (70) omvat een as (3), een vliegwiel (2) verbonden met de as (3), en een schijfremsysteem (40) dat een remschijf (41) omvat met een getande rand (59) voor koppeling met een hulpmotor (5). De remschijf (41) kan rechtstreeks gemonteerd zijn op het vliegwiel (2). De balenpers kan een rem controller bevatten voor het besturen van het schijfremsysteem (40), en een motor controller voor het besturen van de hulpmotor (5), of een geïntegreerde controller (56) voor het besturen van beide. De hulpmotor (5) kan voorzien zijn om het vliegwiel (2) voorwaarts of achterwaarts aan te drijven.

Description

LANDBOUWBALENPERS MET HULPMOTOR
Domein van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het domein van landbouwbalenpersen voor het vervaardigen van baien van landbouw gewasmateriaai. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op balenpersen met een hulpmotor verbindbaar met het vliegwiel.
Achtergrond van de uitvinding
De overgrote meerderheid van balenpersen heeft geen eigen motor, maar wordt voortgetrokken door een tractor, en wordt aangedreven door het koppelen van de aftakas (PTO) van de tractor aan een ingangsas van de balenpers. De balenpers heeft verder een vliegwiel verbonden met de ingangsas, en een tandwielkast die de verschillende mechanismen in de balenpers aandrijft om het gewas op te rapen van het veld, om het gewas tot balen te vormen en om touw en/of folie rond de balen te wikkelen.
Een éénrichtings-koppeling is gewoonlijk aangebracht tussen de aftakas en het vliegwiel om het vliegwiel toe te laten sneller te draaien dan de aftakas. De ingangsas van de balenpers kan operationeel losgekoppeld worden van de aftakas van de tractor, bijvoorbeeld voor het transport van de balenpers van het ene veld naar de andere.
Een groot en zwaar vliegwiel is doorgaans vereist in een balenpers, vooral in zogenaamde "grootpakpersen" (d.w.z. grote rechhoekige balenpersen) of "hoge-densiteit balenpersen" voor het overwinnen van piekbelasting ondervonden door de tandwielkast, die bijvoorbeeld optreedt wanneer de plunjer van de balenpers het oogstmateriaal comprimeert in de baalvormingskamer bij het vormen van de balen. Door gebruik te maken van een vliegwiel met een grote inertie (traagheid) en het draaien op hoge snelheid (bv. 1000 toeren/min), kan piekenergie voor de piekbelasting worden geleverd door het vliegwiel. Tijdens de samendrukking vertraagt het vliegwiel een beetje, maar wordt weer versneld door de aftakas van de tractor tussen twee samendrukkingen.
Een probleem van een zwaar vliegwiel is dat het moeilijker is om een dergelijke balenpers op te starten, vanwege de hoge inertie van het vliegwiel. EP1974601 bespreekt dit probleem door het openbaar maken van een grote balenpers met een opstart-inrichting met een hulpaandrijving, die in een eerste fase van het opstarten van de grote balenpers helpt, totdat de hoofdaandrijving aan een hogere snelheid draait dan de hulpaandrijving .
Een ander probleem van een zwaar vliegwiel is dat het moeilijker is om het vliegwiel handmatig te draaien tijdens onderhoud. Dit probleem wordt besproken in EP2193707, waar een balenpers wordt beschreven met een hulpmotor die geconfigureerd is om componenten van de balenpers op een trage manier te laten werken voor het instellen of onderhoud. De motor kan voorwaarts of achterwaarts worden gebruikt.
Een ander probleem van de hoge inertie is dat het meer tijd kost om de balenpers uit te schakelen. Dit probleem wordt niet besproken in de stand der techniek. In plaats daarvan wacht men simpelweg tot de balenpers uiteindelijk tot stilstand komt, maar tot op dat moment is het benaderen van de balenpers gevaarlijk, aangezien men gegrepen kan worden door de bewegende onderdelen.
Hoewel de voordelen van een balenpers met een hulpmotor voor de bovengenoemde doeleinden erkend worden, kan de montage-inrichting ervan verbeterd worden.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een balenpers te verschaffen met goede montage van de hulpmotor.
Het is tevens een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een balenpers-vliegwiel-montage te verschaffen, en een balenpers-tandwielkast-montage die speciaal voorzien is voor een goede montage van een hulpmotor.
Het hoger genoemde doel wordt bereikt door een werkwijze en inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding.
In een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een landbouwbalenpers die een as omvat voor het koppelen met een aftakas, een vliegwiel verbonden met de as, en een hulpmotor koppelbaar met het vliegwiel. De balenpers omvat verder een schijfremsysteem omvattende een remschijf voorzien voor het afremmen van het vliegwiel, en die een getande rand heeft, waarbij de hulpmotor koppelbaar is met de getande rand van de remschijf.
Een voordeel van deze vliegwiel en schijfreminrichting is dat ze voor verschillende doeleinden kan gebruikt worden: 1) om het vliegwiel in een vaste positie te houden, bv. tijdens transport, 2) voor het actief afremmen van het vliegwiel wanneer de balenpers uitgeschakeld wordt, wat aanzienlijk sneller is en de veiligheid van de gebruikers verhoogt, 3) voor koppeling met een hulpmotor, dankzij de getande rand van de remschijf. Al deze functies zijn gerelateerd aan die ene remschijf met een getande rand, waardoor materiaal wordt gespaard, alsook gewicht en kosten.
In uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers is de getande rand van de remschijf een getande buitenrand.
De remschijf kan een getande binnenrand hebben, of een getande buitenrand voor het koppelen met de hulpmotor. Een getande buitenrand heeft het voordeel dat het eenvoudiger kan zijn om de hulpmotor verwijderbaar erop te monteren, en dat het eenvoudiger is om te produceren. in uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers is de huipmotor voorzien om het vliegwiel te helpen versnellen bij het opstarten van de balenpers.
In deze uitvoeringsvorm moet de motor het vliegwiel in voorwaartse richting kunnen aandrijven om zo extra koppel te leveren. In deze uitvoeringsvorm is de motor bij voorkeur een motor met een vermogen van ten minste 1,0 kWatt (bv. van 1,0 kWatt tot 20 kWatt). Op deze wijze wordt het risico van een mislukte opstart van de balenpers gereduceerd of geëlimineerd.
In uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers is de huipmotor aangepast om het vliegwiel achterwaarts te roteren.
Een dergelijke huipmotor kan een laag vermogen motor zijn (bv. minder dan 1,0 kWatt zoals bijvoorbeeld van 0,1 tot 1,0 kWatt) aangepast om het vliegwiel aan een lage snelheid terug te draaien (bv. minder dan 10 toeren/min, zoals bijv. van 1 tot 10 toeren/min). Een dergelijke huipmotor kan eventueel in staat zijn om het vliegwiel in achterwaartse richting te draaien of in beide richtingen om een hersteller te ondersteunen bij onderhoudswerkzaamheden.
In uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers is de remschijf gemonteerd op het vliegwiel.
Montage van de remschijf rechtstreeks aan het vliegwiel kan spanningen en slijtage van de as verminderen, en kan het warmtetransport tijdens het remmen verhogen. Het kan ook leiden tot een robuuster en compacter ontwerp.
In uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers valt het zwaartepunt van de remschijf nagenoeg samen met het zwaartepunt van het vliegwiel.
Op die manier zijn het vliegwiel en de remschijf beter in balans, wat de spanningen en slijtage van de as verder vermindert.
In uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers omvat de balenpers verder een tandwielkast en omvat het schijfremsysteem verder ten minste één remklauw, en is de remklauw gemonteerd op de tandwielkast.
De versnellingsbak is een zeer star onderdeel van de balenpers, en bevindt zich doorgaans dicht bij het vliegwiel. Door het monteren van de remklauw op de tandwielkast, kunnen toleranties onder controle gehouden worden, wordt een starre montage van de remklauw verkregen, en kunnen spanningen tijdens het remmen rechtstreeks worden overgedragen naar de tandwielkast.
In uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers, omvat de balenpers verder een hendel die via een kabel verbonden is met de ten minste één remklauw.
Op deze wijze kan de schijfrem handmatig worden geactiveerd, bijvoorbeeld als noodrem. Wanneer de hendel de vorm van een handrem heeft, kan hij het vliegwiel ook in een stabiele toestand houden, bv. tijdens transport.
In uitvoeringsvormen van de iandbouwbaienpers is de ten minste één remklauw een hydraulische remklauw, en omvat de balenpers verder een hydraulisch circuit dat functioneel gekoppeld is met de remklauw, en een balenpers controller voor het activeren en deactiveren van de hydraulische remklauw.
De balenpers controller kan een aparte of een geïntegreerde rem controller omvatten.
In uitvoeringsvormen van de landbouwbalenpers is de hulpmotor voorzien voor het roteren van het vliegwiel afhankelijk van een besturingssignaal. De balenpers omvat verder een plunjer die met het vliegwiel verbonden is door middel van een krukarm, waarbij de plunjer voorzien is voor het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging tussen een eerste positie (ook "nabije positie" genoemd) geschikt voor het toevoegen van oogstmateriaal in de baalvormingskamer, en een tweede positie (ook "distale positie" genoemd) geschikt voor het comprimeren van het oogstmateriaal in de baalvormingskamer; middelen voor het bepalen van een positie van de kruk; en een motor controller die verbonden is met de genoemde middelen, en die verbonden is met de hulpmotor voor het verschaffen van het besturingssignaal. De motor controller is voorzien van een algoritme voor het bepalen van het besturingssignaal voor het automatisch roteren van het vliegwiel naar een vooraf bepaalde lanceerpositie.
Dit laat een automatische plaatsing van de kruk toe in een voordelige lanceerpositie, bv. door het achterwaarts roteren van de kruk.
In een tweede aspect verschaft de uitvinding tevens een balenpers-vliegwiel-montage omvattende een vliegwiel en een remschijf voorzien voor het remmen van het vliegwiel, waarbij de remschijf een getande rand heeft.
De vliegwiel-montage is een integraal onderdeel van één van de uitvoeringsvormen van de balenpers volgens de uitvinding. De remschijf kan rechtstreeks op het vliegwiel gemonteerd zijn, of indirect door op eenzelfde as gemonteerd te zijn.
In een derde aspect verschaft de uitvinding ook een balenpers-tandwielkast-montage, omvattende een balenpers tandwielkast; een balenpers-vliegwiel-montage volgens het tweede aspect, op de balenpers tandwielkast gemonteerd; en een remklauw gemonteerd op de balenpers tandwielkast voor aangrijping op de remschijf van het balenpers-vliegwiel-montage.
De tandwielkast-montage is een verder geïntegreerd onderdeel van één van de uitvoeringsvormen van de balenpers volgens de onderhavige uitvinding.
In een vierde aspect verschaft de uitvinding ook een tractor en balenpers-montage, omvattende een landbouwbalenpers volgens het eerste aspect, een tractor met een aftakas verbindbaar met de as van de balenpers voor het versnellen van het vliegwiel van de balenpers, waarbij de tractor verder een tractor besturingscircuit omvat voor het versturen van een commando naar de balenpers controller voor het selectief activeren van het schijfremsysteem en/of de hulpmotor.
Dit laat toe dat commando's voor het starten, terugdraaien of stoppen van het vliegwiel worden verzonden vanuit de cabine van de tractor, zonder naast de balenpers te hoeven gaan staan. Dit is sneller, veiliger en handiger.
In een vijfde aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het positioneren van een kruk van een landbouwbalenpers (hierboven beschreven) in een vooraf bepaalde lanceerpositie, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het bepalen van de positie van de kruk op basis van gegevens verstrekt door de genoemde middelen (voor het bepalen van de krukpositie); het bepalen van het besturingssignaal gebaseerd op de genoemde positie; het activeren van de hulpmotor gebaseerd op het besturingssignaal om zo de kruk in de genoemde vooraf bepaalde lanceerpositie te plaatsen.
In een zesde aspect verschaft de uitvinding een computerprogrammaproduct, dat, wanneer uitgevoerd op een verwerkingssysteem van de genoemde landbouwbalenpers, instructies bevat voor het uitvoeren van de werkwijze van het vijfde aspect.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen gecombineerd worden met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van, en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).
Korte beschrijving van de figuren
De uitvinding zal verder worden beschreven met verwijzing naar de volgende figuren. FIG. 1 is een zijaanzicht van een klassieke tractor en een versleepbare balenpers, volgens de stand van de techniek. FIG. 2 toont een balenpers met een vliegwiel en een hulpmotor, gekend in de stand der techniek. FIG. 3 toont een andere balenpers met een vliegwiel en een hulpmotor, gekend in de stand der techniek. FIG. 4 is een schematische weergave in zijaanzicht van een vliegwiel en een schijfrem en hulpmotor inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
FiG. 5 is een vooraanzicht (richting V) van de schematische weergave van FiG. 4, die verder de positie van een tandwiel en een remblok toont, volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. FIG. 6 is een schematische weergave in zijaanzicht van een ander vliegwiel en schijfrem en hulpmotor inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. FIG. 7 is een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een vliegwiel en remschijf assemblage, gevormd en ingericht zodanig dat hun zwaartepunten samenvallen, volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. FIG. 8 is een schematische weergave van een systeem omvattende een tractor (rechts) en een balenpers (links), waarbij de balenpers het vliegwiel en de schijfrem en de hulpmotor inrichting van FIG. 6 omvat. FIG. 9 is een vergroot aanzicht van een deel van de balenpers van FIG. 1, waarbij de kruk zich in een ongunstige positie 'E' voor het opstarten bevindt. FIG. 10 is een vergroot aanzicht van een deel van de balenpers FIG. 1, waarbij de kruk zich in een gunstige positie 'C' voor het opstarten bevindt. FIG. 11 toont een voorbeeld van het toerental en de overeenkomstige kinetische energie van een vliegwiel van een lege balenpers bij het opstarten. FIG. 12 toont een processor systeem inclusief de instructies voor het uitvoeren van aspecten van de werkwijzen volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden.
Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken.
In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.
Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding
De onderhavige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies. De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Bovendien, de termen bovenste, onderste, en dergelijke in de beschrijving en de conclusies worden aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.
Het dient opgemerkt te worden dat de term "omvat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting omvattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere u itvoe ri ngsvo rm e n.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, inventieve aspecten liggen in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar "rechthoekige balenpers", wordt verwezen naar een landbouwmachine voor het vormen van balkvormige balen (gekend als "rechthoekige balen").
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar "balen met hoge densiteit", worden balen bedoeld met een densiteit van meer dan 100 kg/m3, bv. meer dan 190 kg/m3.
In de onderhavige uitvinding worden "gravitatiecentrum", "zwaartepunt" en "massacentrum" als synoniemen gebruikt.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar "schijfremsysteem", wordt verwezen naar een inrichting voor het vertragen van, of het tot stilstand brengen van een draaiend wiel. In dit document wordt verwezen naar schijfremmen van het remklauw-type, die een remschijf en een remklauw omvatten, waarbij de remklauw twee remblokken omvat die tegen de beide zijden van de schijf moeten aangedrukt worden.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar "remschijf", wordt verwezen naar de eigenlijke schijf, die een onderdeel is van het schijfremsysteem.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar "normaie richting" of "voorwaartse richting" van de ingangsas of van het vliegwiel of van de kruk van de balenpers, dan wordt verwezen naar de rotatierichting van de ingangsas of van het vliegwiel of van de kruk tijdens de normale productie van balen.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar "normale werking van de balenpers", wordt de toestand van de balenpers bedoeld waarin het vliegwiel draait voor het produceren van balen.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar "omgekeerde richting" of "achterwaartse richting" van de ingangsas of van het vliegwiel of van de kruk van de balenpers, wordt de draairichting bedoeld tegengesteld naar de normale draairichting.
Landbouwbalenpersen van het type dat kan worden gesleept en aangedreven via een aftakas van een tractor zijn bekend in de stand der techniek. Verwijzend naar de figuren, toont FIG. 1 een voorbeeld van een landbouwbalenpers 70 die een frame 25 bevat dat voorzien is van een voorwaarts uitstekende tong 26 aan zijn voorste einde met aanhangmiddelen (niet getoond) voor het koppelen van de balenpers 70 aan een voorttrekkende tractor. Een opraapsamenstel 27 raapt een zwad gewasmateriaal op van het veld wanneer de balenpers 70 erover rijdt, bv. terwijl hij getrokken wordt door een tractor, en levert zulk materiaal in het voorste einde van een naar achteren en naar boven gebogen lading vormend aanvoerkanaal 28. Het kanaal 28 communiceert aan zijn bovenste uiteinde met een omhoog, naar voor-en-achter uitstekende baalvormingskamer 80 waarin ladingen gewas geladen worden door een cyclisch werkend vulmechanisme 29. Een continu werkend laadmechanisme 24 aan het lager gelegen voorste einde van het aanvoerkanaal 28 voert continu materiaal aan in het kanaal 28 en drukt het samen om ervoor te zorgen dat het gewasmateriaal de vorm aanneemt van de interne configuratie van het kanaal 28 voorafgaand aan een periodische inwerking door het vulmechanisme 29 en inbrenging in de baalvormingskamer 80. Het laadmechanisme 24 kan vervangen worden door een rotor-mechanisme dat eveneens continu materiaal aanvoert en samendrukt in het kanaal 28. Het aanvoerkanaal 28 kan uitgerust zijn met middelen (niet getoond) voor het bepalen of een volledige lading erin is gevormd, en voor het aansturen van het vulmechanisme 29 als antwoord daarop. Iedere actie van het vulmechanisme 29 brengt een "lading" of "vlok" gewasmateriaal vanuit het kanaal 28 in de kamer 80.
Een plunjer 13 beweegt heen en weer in een voor-en-achterwaartse richting in de baalvormingskamer 80, of toch minstens in een eerste gedeelte ervan. Biomassa aangevoerd via het aanvoerkanaal 28 wordt daardoor verdicht, bv. samengedrukt of anders behandeld, om zo balen te vormen in de hierboven beschreven werking van de landbouwbalenpers 70. Balkvormige balen, ook gekend als "rechthoekige balen" worden gevormd. De gevormde balen kunnen dan naar voren verplaatst worden door de heen en weer gaande beweging van de plunjer 13 om serieel en stapsgewijs doorheen de baalvormingskamer 80 te schuiven naar een ontlaaduitlaat, van waaruit de balen uiteindelijk uitgeworpen kunnen worden. De balenpers 70 kan verder componenten bevatten zoals een knopermechanisme voor het automatisch afbinden van de afgewerkte balen met bv. touw of gelijkaardig lintvormig object om ze zelfondersteunend te maken, bv. voor transport en opslag. Eens gebonden, worden de balen ontladen uit de ontlaaduitlaat van de baalvormingskamer 80 op een afvoer 31 in de vorm van een helling, voor het voorzichtig laten zakken van de balen tot dichtbij de grondhoogte.
Grote balenpersen 70, vooral rechthoekige balenpersen 70 voor het produceren van balen met hoge densiteit hebben typisch een vliegwiel 2 met een relatief grote diameter (bv. in het bereik van 75 tot 130 cm, bv. 110 cm) en een zwaar gewicht (bv. in het bereik van 300 tot 1000 kg, bv. 700 kg) voor het verkrijgen van een hoge inertie (massa-traagheid) of energie-equivalent. Wanneer alle gewasmateriaal van één veld is samengeperst in balen, dan wordt de balenpers 70 tijdelijk gestopt, bv. door ontkoppeling of uitschakelen van de aftakas van de tractor 15. Tijdens het vrij uitlopen zal het vliegwiel 2 geleidelijk vertragen totdat het stopt, en de daaraan verbonden functies, zoals het opraap-mechanisme, laad-mechanisme en vul-mechanisme worden gedeactiveerd, samen met het vliegwiel 2. De balenpers 70 wordt vervolgens naar een ander veld gebracht, meestal terwijl er nog gewas aanwezig is in de baalvormingskamer 80. Bij aankomst bij het volgende veld dat geoogst moet worden, moet de balenpers 70 opnieuw opgestart worden, maar het is gebleken, met name bij grote balenpersen 70 met een groot en zwaar vliegwiel 2, dat problemen kunnen ontstaan vanwege de grote traagheid van het vliegwiel 2, vooral wanneer er nog gewas aanwezig is in de baalvormingskamer 80, wat bijna altijd het geval is, aangezien balenpersen 70 niet geledigd worden tussen de verschillende velden. De opstartproblemen kunnen opgelost worden door gebruik te maken van een hulpmotor 5, die operationeel verbonden moet kunnen worden met het vliegwiel 2. FIG. 2 toont een deel van een landbouwbalenpers uit de stand der techniek met een vliegwiel 2 dat een getande buitenrand 156 heeft, en een hulpmotor 5 daartegen geplaatst via een tandwiel 57. Echter, het verschaffen van een getande buitenrand op groot en zwaar vliegwiel is uitermate moeilijk en duur, en het zou zeer moeilijk zijn om toleranties onder controle te houden. FIG. 3 toont een andere landbouwbalenpers 70 uit de stand der techniek, met een hulpmotor 5 als onderdeel van een opstartinrichting 207, geplaatst tussen de ingangsas 3 van de balenpers 70 en het vliegwiel 2. Deze inrichting vereist verscheidene extra componenten, neemt extra ruimte in beslag, en compliceert de as-interconnecties.
Op zoek naar een meer geschikte inrichting om de hulpmotor 5 te verbinden met het grote en zware vliegwiel 2, kwamen de uitvinders met het idee van het toevoegen van een schijfrem systeem 40 aan het vliegwiel 2, en het verstrekken van de remschijf 41 met een getande rand 59 (bv. een getande buitenrand) voor aangrijping met de hulpmotor 5.
Een dergelijke balenpers-vliegwiel-inrichting is schematisch weergegeven in FIG. 4. Een zeer groot voordeel van het verschaffen van een schijf 41 met een getande rand 59, is dat het veel eenvoudiger is om een relatief kleine schijf 41 met een getande rand 59 te verschaffen, dan een groot en zwaar vliegwiel 2 met een getande buitenrand. Bijvoorbeeld, het vliegwiel 2 kan een driedimensionale vorm hebben met een buitendiameter "D" in het bereik van 75 tot 130 cm, bv. 110 cm, en een maximale dikte van 40 tot 60 cm, bv. 50 cm, en een gewicht in het bereik van 240 tot 1000 kg, bv. 700 kg, terwijl de remschijf 41 een voornamelijk vlakke vorm kan hebben, met een diameter "d" in het bereik van 30 tot 60 cm, bv. 45 cm, en een dikte van 25 tot 35 mm, bijvoorbeeld 30 mm, en een gewicht in het bereik van 20 tot 40 kg, bv. 30 kg. Een dergelijke schijf 41 is veel gemakkelijker te hanteren en machinaal te bewerken dan een dergelijk vliegwiel 2, en de toleranties, met name die van de getande rand 59 kunnen veel beter onder controle worden gehouden. Een schijf 41 met een getande buitenrand 59 heeft de voorkeur op een getande binnenrand omdat het gemakkelijker is om de hulpmotor daarop verwijderbaar te monteren, en omdat het gemakkelijker te produceren is.
Door een remschijf 41 te voorzien met een relatief grote diameter (in vergelijking met de diameter van de as), kan een relatief groot koppel overgedragen worden aan de as 3 door de hulpmotor 5. Het dient te worden opgemerkt dat de diameter "d" van de schijf 41 kan worden gekozen onafhankelijk van de diameter "D" van het vliegwiel 2, zodat de afmetingen van het vliegwiel 2 en die van de schijf 41 afzonderlijk kunnen geoptimaliseerd worden. Hetzelfde geldt voor hun dikte.
Bovendien, door toevoeging van een remklauw 51, wat een relatief kleine component is, en door het machinaal bewerken van het zijoppervlak van een schijf 41, wat een goedkope extra bewerkingsstap is, aangezien de schijf 41 reeds bewerkt wordt voor het verschaffen van de getande rand 59, wordt de schijf 41 een remschijf 41, en bijgevolg wordt schijfrem-functionaliteit toegevoegd aan het vliegwiel 2 door een minimum aan extra onderdelen, en door gebruik te maken van dezelfde schijf 41 met getande rand 59 als gebruikt kan worden voor het opstarten.
Een voordeel van deze vliegwiel en schijfremsysteem inrichting is dat ze kan gebruikt worden voor verschillende doeleinden: 1) voor het vasthouden van het vliegwiel 2 in een vaste positie (voor het voorkomen van rotatie daarvan), bv. tijdens transport. In de stand der techniek wordt deze functie meestal uitgevoerd door middel van een riem die kan worden gespannen rond een gedeelte van het vliegwiel, 2) voor het actief vertragen van het vliegwiel 2 wanneer de balenpers 70 wordt uitgeschakeld. Dit biedt het voordeel dat de uitschakeling van de balenpers aanzienlijk sneller is en gebruik van de balenpers aanzienlijk veiliger. Optioneel wordt de krukarm 6 daarbij geplaatst in een geschikte opstartpositie zoals beschreven in een andere octrooiaanvrage van deze aanvrager, ingediend op dezelfde dag als de huidige aanvraag, wat verder zal worden beschreven worden met betrekking tot FIG. 9 tot FIG. 11, 3) voor aangrijping met een hulpmotor 5, dankzij de getande rand 59 (bv. een getande buitenrand) van de remschijf 41. De hulpmotor 5 kan bv. aangepast zijn om het vliegwiel 2 langzaam vooruit of achteruit te laten draaien tijdens onderhoud of reparatie, of kan bv. aangepast zijn voor het verschaffen van extra koppel gedurende het opstarten van de balenpers, of eender welke combinatie hiervan.
Al deze functies zijn gerelateerd aan de ene remschijf 41 met een getande rand 59, waardoor dus materiaal, gewicht en kosten worden gespaard.
Er dient benadrukt te worden dat de figuren 4 tot 8 slechts schematische tekeningen zijn, ze zijn niet op schaal getekend, maar ze tonen alleen de principes van de uitvinding. Bijvoorbeeld, het getoonde vliegwiel 2 en de onderdelen van het schijfremsysteem 40 hebben een zeer eenvoudige vorm voor illustratieve doeleinden, om hun verband met de andere elementen in de figuur helder te houden. Hetzelfde geldt voor het aantal tanden en/of de vorm van de getande buitenrand 59 van de remschijf 41 en die van het tandwiel 57 in FIG. 5, die slechts worden getoond voor illustratieve doeleinden. Het ontwerp van getande tandwielen is gekend in de techniek en hoeft niet in verder detail te worden beschreven in deze aanvrage.
Verschillende uitvoeringsvormen worden hierna beschreven. In FIG. 4 is de remschijf 41 gemonteerd op de as 3, en is dus indirect bevestigd aan het vliegwiel 2, terwijl in de uitvoeringsvormen van FIG. 6 en FIG. 7 de remschijf 41 rechtstreeks is bevestigd aan het vliegwiel 2. De remschijf 41 kan verbonden zijn aan het vliegwiel 2 door verwijderbare bevestigingsmiddelen (niet getoond), zoals bv. schroeven. De remschijf 41 heeft een getande buitenrand 59, zoals blijkt uit FIG. 5 dat een aanzicht is uit de hoek V in FIG. 4. De getande buitenrand 59 is voorzien voor aangrijping met een hulpmotor 5, bv. via een tandwiel 57. De hulpmotor 5 kan bv. een elektromotor of een hydraulische motor of een pneumatische motor zijn. De motor 5 kan vast gemonteerd zijn aan de remschijf 41, of kan handmatig of automatisch aansluitbaar zijn op, of verwijderbaar zijn van de schijfrem 41, bv. in een uitvoeringsvorm waarbij de hulpmotor 5 is ingericht voor het leveren van extra vermogen voor het helpen opstarten van het vliegwiel 2, en daarna van het vliegwiel 2 wordt losgekoppeld. De remschijf 41 is bij voorkeur gemaakt uit staal of gietijzer. De remschijf 41 kan gaten hebben die erdoorheen geboord zijn, voor warmteafvoer doeleinden. De remklauw 51 kan een zwevende remklauw zijn (met enkele zuiger), maar is bij voorkeur een vaste remklauw, voor het voorkomen van hechtingsfouten.
In uitvoeringsvormen omvat het schijfremsysteem 40 de remschijf 41 hierboven beschreven, en een remklauw 51, dat een paar remklauwen 42 heeft, die elk een remblok 58 bevat gemaakt van een wrijvingsmateriaal voor het contacteren van het zijvlak van de remschijf 41 wanneer het schijfremsysteem 40 geactiveerd wordt. Schijfremsystemen 40 van het remklauwtype (maar zonder getande randen) zijn algemeen bekend op het gebied van auto's en spoorwegen, en hoeven derhalve hier niet nader beschreven te worden. Het schijfremsysteem 40 kan geactiveerd worden op iedere gekende wijze, bv. mechanisch, hydraulisch, pneumatisch of elektromagnetisch. In een uitvoeringsvorm wordt de schijfrem handmatig geactiveerd door een handrem. Schijfremsystemen van het remklauw-type hebben het voordeel (bv. over trommelremmen) dat de remkracht beter beheerst kan worden, omdat de remkracht evenredig is met de druk uitgeoefend door het remsysteem op het remblok 58, bv. via een rem-servo, rempedaal of hendel, en een remklauw-type schijfrem kan niet blokkeren vanwege het gebrek aan zelf-bekrachtiging. FIG. 6 toont een variant van de vliegwiel-inrichting van FIG. 4, waarbij de remschijf 41 rechtstreeks verbonden is met het vliegwiel 2, bv. door middel van schroeven (niet getoond). Een voordeel van de montage van de remschijf 41 rechtstreeks op het vliegwiel 2 is dat de krachten die worden uitgeoefend op de remschijf 41, bij het versnellen van het vliegwiel 2 (bv. bij het opstarten van de balenpers), en tijdens het vertragen van het vliegwiel 2 (bv. bij het afremmen), rechtstreeks van de schijf 41 naar het vliegwiel 2 worden overgedragen, in plaats van via de as 3. Dit voorkomt dat een groot koppel wordt uitgeoefend op het as-segment dat zich bevindt tussen het vliegwiel 2 en de remschijf 41. Een ander voordeel is dat warmte-overdracht (tijdens remmen) wordt verhoogd dankzij het grotere contactoppervlak met het vliegwiel 2, dichter bij het rem-oppervlak, in vergelijking met directe montage van de remschijf 41 op de as 3. Het dient opgemerkt dat in de getoonde uitvoeringsvorm het zwaartepunt cl van het vliegwiel 2 en het zwaartepunt c2 van de remschijf 41 niet samenvallen. FIG. 7 toont een andere variant van de vliegwiel-inrichting van FIG. 6, waarbij het vliegwiel 2 zodanig is gevormd dat het zwaartepunt cl van het vliegwiel 2 en het zwaartepunt c2 van de remschijf 41 samenvallen. Het voornaamste voordeel hiervan is dat bij versnelling of vertraging van het vliegwiel 2 door middel van de schijfrem 41, de krachten uitgeoefend op de as 3 sterk worden verminderd. Dit reduceert ook de spanningen uitgeoefend op andere onderdelen verbonden met de as, zoals bv. de lagers (niet getoond). FIG. 8 is een schematische tekening van een voorbeeld van een systeem omvattende een tractor (rechts) en een balenpers (links), waarbij de balenpers 70 één van de hoger beschreven vliegwiel-inrichtingen omvat. In feite combineert de uitvoeringsvorm van het systeem van FIG. 8 verschillende technische kenmerken, die ook afzonderlijk kunnen toegepast worden, of anders gecombineerd.
Gemeenschappelijk in alle uitvoeringsvormen getoond in FIG. 4 tot FIG. 8 is de remschijf 41 met een getande rand 59 (bv. getande buitenrand), en een glad, bv. machinaal bewerkt zijdeel (niet getoond) aangepast voor het contacteren van remblokken 58, en een hulpmotor 5 met een tandwiel 57 voor aangrijping op de getande rand 59. De remklauw 51 wordt bij voorkeur gemonteerd op een tandwielkast 34, wat een star onderdeel is, meestal dichtbij het vliegwiel 2 gelegen, maar andere geschikte onderdelen van het frame 25 van de balenpers kunnen ook worden gebruikt voor montage van de remklauw 51.
De remklauw 51 in de uitvoeringsvorm van FIG. 8 is een hydraulische remklauw, operationeel verbonden met het hydraulisch systeem 49 van de balenpers 70 via hydraulische leidingen 54a en een eerste regelklep 53a. De remklauw 51 kan één of meerdere zuigers omvatten, (in het Engels ook 'pots' genaamd). De regelklep 53a wordt aangestuurd door een balenpers controller 56 die een rem controller (niet getoond) en een motor controller (niet getoond) omvat, als afzonderlijke controllers of als één enkele geïntegreerde controller. De balenpers controller 56 kan bijv. een elektronische controller zijn voor het activeren of deactiveren van de remklauw 51 met een vooraf bepaalde remkracht, overeenkomstig met een remopdracht afkomstig van één van de invoerorganen 43, 44, 48, 45. In een uitvoeringsvorm heeft de balenpers 70 een sensor 43a voor het detecteren of een deur of paneel (niet getoond) is geopend, en voor het verzenden van een signaal naar de balenpers controller 56 voor het activeren van het schijfremsysteem 40 voor het stoppen en/of vasthouden van het vliegwiel 2 in een vaste positie zolang de deur of paneel geopend is. In dezelfde, een verdere of een andere uitvoeringsvorm kan de balenpers controller 56 verbonden zijn met een tractor controller, die een commando kan verzenden vanaf een tractor invoerorgaan 45, bv. een hendel of een knop, voor het activeren van het schijfrem-systeem 40. In dezelfde, een verdere of een andere uitvoeringsvorm kan de balenpers 70 een lokaal invoerorgaan 44a hebben, bv. een hendel, een knop, een pedaal of ander invoerorgaan, aangesloten op de balenpers controller 56, voor het activeren van het schijfremsysteem 40. In dezelfde, een verdere of een andere uitvoeringsvorm kan de balenpers 70 een noodgeval invoerorgaan 48 hebben, bv. een noodknop of een noodstopvoetpedaai aangesloten op de balenpers controller 56, bv. voor het activeren van het schijfremsysteem 40 op een zodanige wijze dat het vliegwiel 2 zo snel mogelijk wordt gestopt, (bv. door het uitoefenen van de maximaal mogelijke remkracht).
De balenpers 70 omvat verder een hulpmotor 5, die kan ingericht zijn voor het langzaam doen draaien van het vliegwiel 2 in voorwaartse of achterwaartse richting, bv. voor onderhoud of reparatie doeleinden. De hulpmotor 5 kan tevens worden ingericht voor het verschaffen van extra vermogen, bovenop het vermogen geleverd door de tractor aftakas 15 tijdens het opstarten van de balenpers 70, bv. gedurende een eerste fase van het opstarten, totdat het vliegwiel 2 een vooraf bepaalde hoeksnelheid heeft bereikt. Tijdens een tweede fase kan de hulpmotor 5 zich al dan niet loskoppelen van de remschijf 41. De hulpmotor 5 in FIG. 8 is een hydraulische motor, maar een andere motor kan ook worden gebruikt, bv. een elektrische of pneumatische motor (niet getoond). De motor 5 getoond in de uitvoeringsvorm van FIG. 8 is operationeel gekoppeld met het hydraulische systeem 49 van de balenpers 70 via hydraulische leidingen 54b en een tweede regelklep 53b. De tweede regelklep 53b wordt aangestuurd door een balenpers controller 56 die een motor controller omvat. De motor controller kan ook een aparte controller zijn. De motor controller kan bv. een elektronische controller zijn, aangepast voor het activeren of deactiveren van de hulpmotor 5, op manieren gekend in het vakgebied. De balenpers 70 kan een invoerorgaan 44b hebben, bv. een knop om de motor 5 langzaam achteruit te laten draaien (dat wil zeggen in omgekeerde richting R), of een knop om de motor 5 langzaam voorwaarts te laten draaien (dat wil zeggen in de normale richting F), of een knop voor het versnellen van het vliegwiel 2 in een eerste fase van het opstarten van de balenpers. Er kan ook een hendel zijn (of ander mechanisme) voor het koppelen of ontkoppelen van de hulpmotor 5 van de remschijf 41. Wanneer de motor controller 56 is verbonden met een tractor controller 14, kan het commando voor het starten van de motor 5 voor het versnellen van het vliegwiel 2 bij het opstarten van de balenpers ook gegeven worden door de tractor controller 14.
De uitvinders hebben gevonden dat het opstart-probleem van de balenpers 70 optreedt wanneer het vliegwiel 2 de eerste plunjer-impact niet "overleeft", dat wil zeggen wanneer de plunjer 13 stilvalt tijdens de eerste samendrukking van het oogstmateriaal in de baalvormingskamer 80, kort na het opstarten. Een voorbeeld van zulke opstartpositie is weergegeven in FIG. 9 die de oorspronkelijke toestand van de kruk 6 en plunjer 13 toont, vlak voorat de balenpers 70 wordt gestart. In het voorbeeld van FIG. 9, is de krukarm 6 gelegen op een hoekafstand Θ1 van ongeveer 45° ten opzichte van de positie die de krukarm 6 zou innemen wanneer de plunjer 13 zich in zijn "verre positie" 8 in de baalvormingskamer 80 bevindt. Wanneer de balenpers 70 wordt gestart vanuit deze beginpositie van de krukarm 6 en plunjer 13, dan kan het vliegwiel 2 niet voldoende snelheid winnen voordat de plunjer 13 op het gawasmateriaal 18 botst, of het gewasmateriaal 18 bereikt, bv. het stro in de baalvormingskamer 80, en de motor van de tractor valt stil of het veiligheidsmechanisme de aftakas 15 loskoppelt van de motor van de traktor, wat resulteert in een mislukte opstart van de balenpers 70.
Tijdens de proeven hebben de uitvinders tevens gemerkt dat, bij het uitschakelen van de balenpers 70, en het vrij laten vertragen, het vliegwiel 2 en de krukarm 6 de neiging vertonen om automatisch te draaien naar een ongunstige conditie, bv. dicht bij krukpositie 'A' of 'E' in FIG. 9, overeenkomend met een hoek Θ1 van ongeveer 90° of ongeveer 45° respectievelijk, vanwege de zwaartekracht die werkt op de zware krukarmen 6.
De uitvinders hebben ook ondervonden dat, wanneer de balenpers 70 werd opgestart vertrekkende van een gunstige krukarm positie, bv. krukarm positie 'C' in FIG. 10, de opstart van de balenpers 70 nooit mislukte. In stand 'C' van FIG. 10, vertoont de kruk 6 een hoek Θ2 op een hoekafstand van ongeveer 300° ten opzichte van de positie die de krukarm 6 zal aannemen na het roteren van het vliegwiel 2 in voorwaartse richting F tot de plunjer 13 zijn verre positie 8 bereikt in de baalvormingskamer 80.
Dit gedrag werd verder onderzocht, en het opstartgedrag van een vliegwiel 2 van een specifieke lege balenpers 70 en een specifieke tractor 17 combinatie, waarbij het opstarten soms mislukte, werd opgemeten, zoals getoond in FIG. 11. De vakman kan gemakkelijk soortgelijke curven voor andere tractor 17 en balenpers 70 combinaties opstellen, mits uiteraard de tractor 17 voldoende vermogen heeft om de balenpers 70 op te starten onder de best mogelijke condities. In het specifieke geval van FIG. 11 werd de lege balenpers 70 opgestart met de krukarm 6 in de positie A, maar een andere startpositie kon ook gebruikt worden, en de hoeksnelheid ω(ΐ) van het vliegwiel 2 werd gemeten, en uitgezet zoals getoond in FIG. 11. Op de horizontale as wordt de relatieve hoekpositie Θ van de kruk 6 getoond, ten opzichte van de beginpositie. De hoeksnelheid ω(ΐ) van het vliegwiel 2 wordt getoond op de linker verticale as, terwijl de overeenkomstige kinetische energie van het vliegwiel 2 wordt getoond op de rechter verticale as. Er dient te worden opgemerkt dat, vanwege de tandwielkast overbrengingsverhouding, het vliegwiel 2 meerdere malen roteert (bijvoorbeeld 18 tot 28 keer) voor elk krukasrotatie. Alleen de eerste volledige omwenteling van de kruk 6 na het opstarten wordt getoond, wat overeenkomt met een veelheid van omwentelingen van het vliegwiel 2, bv. 18 tot 28 omwentelingen. Zoals blijkt uit FIG. 11, nadat de krukarm 6 is gedraaid over 30°, is de kinetische energie El van het vliegwiel 2 ongeveer 10 kJ, en is de hoeksnelheid ωΐ van het vliegwiel 2 ongeveer 110 toeren/min. Wanneer de kruk 6 gedraaid is over 270°, is de kinetische energie E2 van het vliegwiel 2 ongeveer 115 kJ, en is de hoeksnelheid ω2 van het vliegwiel 2 ongeveer 380 toeren/min. De exacte getallen zijn niet belangrijk, maar het is duidelijk uit dit voorbeeld dat hoe meer tijd de balenpers 70 heeft vóór de eerste impact, hoe groter de hoeksnelheid is en dus hoe groter de kinetische energie bij de impact. In het voorbeeld getoond in FIG. 11 is de hoeksnelheidsverhouding ω2/ω1 ongeveer 380/110 = 3,45, maar aangezien kinetische energie (voor een zuivere rotatiebeweging) evenredig is met het kwadraat van de hoeksnelheid, is de kinetische energieverhouding E2/E1 ongeveer 115/10 = 11,5 . Dit voorbeeld toont dat de kinetische energie van het vliegwiel 2 vóór de eerste impact van de plunjer 13 op de oogstmateriaal 18 in de baalvormingskamer 80 kan worden verhoogd met een factor van 11,5 (meer dan tien), door te starten van een gunstige startpositie (ook "lanceerpositie" genoemd), zoals bijvoorbeeld krukarm positie C in FIG. 10, in vergelijking met het opstarten vanuit een ongunstige positie, zoals bijvoorbeeld krukarm positie A in FIG. 9. Het dient te worden opgemerkt dat de kinetische energie curve getoond in FIG. 11, althans voor de eerste rotatie van de kruk 6, nagenoeg monotoon toeneemt met de hoekafstand Θ. Dus hoe groter de waarde van Θ, hoe meer kinetische energie het vliegwiel 2 zal hebben vóór de "eerste impact", d.w.z. voordat de plunjer 13 zijn "verre positie" 8 bereikt in de baalvormingskamer 80.
Het principe van één van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is een balenpers 70 te verschaffen waarbij het vliegwiel 2 voldoende kinetische energie heeft gewonnen vóór de eerste impact van de plunjer 13 op het gewas 18 in de baalvormingskamer 80, of correcter geformuleerd, aangezien de hoeveelheid oogstmateriaal 18 in de baalvormingskamer een variabele hoeveelheid kan zijn, of zelfs afwezig kan zijn, voordat de plunjer 13 zijn "verre positie" 8 (zie FIG. 10) bereikt. Dit wordt verkregen op de volgende wijze.
In een bepaalde uitvoeringsvorm (niet getoond), kan de balenpers 70 een middel 43b (bv. een sensor) bevatten voor het bepalen van de positie van de kruk 6, en kan de motor controller voorzien zijn van een speciaal aangepaste algoritme voor het automatisch roteren (bv. terugdraaien) van het vliegwiel 2 naar een voorafbepaalde lanceerpositie, bv. een positie van waaruit, - bij de volgende opstart - de kruk 6 zich bevindt op een hoekafstand van ten minste 90° (bij voorkeur tenminste 120°, met meer voorkeur tenminste 150°, met nog meer voorkeur ten minste 180°, met nog meer voorkeur ten minste 210°, met nog meer voorkeur ten minste 240° en met het meeste voorkeur ten minste 270°) in voorwaartse richting F van de positie van de krukarm wanneer de plunjer 13 zijn distale positie 8 bereikt. De voorafbepaalde lanceerpositie is bij voorkeur een positie waarbij de kruk 6 ligt op een hoekafstand van ten hoogste 360°. Bij het opstarten vanuit deze lanceerpositie, is het risico dat de balenpers 70 niet zal opstarten verminderd, bv. geminimaliseerd, zo niet volledig geëlimineerd, waardoor de vereisten voor de hulpmotor 5 sterk kunnen verminderd worden, omdat hij alleen in staat moet zijn het vliegwiel 2 langzaam te roteren (bv. in omgekeerde richting).
Een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een balenpers 70 omvattende: - een as 3 voor koppeling met een aftakas (PTO), en een vliegwiel 2 verbonden met de as 3; - een plunjer 13 verbonden met het vliegwiel 2 via een krukarm 6, waarbij de plunjer 13 voorzien is voor het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging tussen een nabije positie 7 geschikt voor het toevoegen van oogstmateriaal in een baalvormingskamer 80, en een distale positie 8 geschikt voor het samendrukken van oogstmateriaal in de baalvormingskamer 80; - een hulpmotor 5 verbindbaar met het vliegwiel 2, en ingericht voor het aandrijven van het vliegwiel afhankelijk van een besturingssignaal s; - een schijfremsysteem 40 omvattende een remschijf 41 aangepast voor het remmen van het vliegwiel 2, en met een getande rand 59, waarbij de hulpmotor 5 koppelbaar is met de getande rand 59 van de remschijf 41; - middelen 43 voor het bepalen van een positie van de kruk 6, - een motor controller die aangesloten is op de genoemde middelen 43, en aangesloten op de hulpmotor 5 voor het verschaffen van het besturingssignaal s, waarbij de motor controller is voorzien van een algoritme voor het bepalen van het besturingssignaal s voor het automatisch roteren van de vliegwiel 2 naar een vooraf bepaalde lanceerpositie.
Een ander aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het positioneren van een kruk 6 van een landbouwbalenpers 70 zoals hier vlak boven gedefinieerd, in een vooraf bepaalde lanceerpositie, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het bepalen van de positie van de kruk 6 op basis van data verstrekt door de middelen 43, - het bepalen van het besturingssignaal s op basis van de genoemde positie, - het activeren van de hulpmotor 5 gebaseerd op het genoemde besturingssignaal s om de genoemde kruk 6 in de vooraf bepaalde lanceerpositie te plaatsen.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen van een werkwijze van de onderhavige uitvinding kunnen geïmplementeerd worden in een verwerkingssysteem 1 (bv. als onderdeel van de motor controller) zoals getoond in FIG. 12. FIG. 12 toont één configuratie van een verwerkingssysteem 1 dat tenminste één programmeerbare processor 10 bevat, gekoppeld aan een geheugen subsysteem 14 dat ten minste één vorm van geheugen 4 omvat, bijvoorbeeld RAM, ROM, FLASH, enz. Er moet worden opgemerkt dat de processor 10 of processors een algemene processor, of een processor voor speciale doeleinden kan zijn, en kan worden opgenomen in een inrichting, bv. een chip die andere componenten heeft die andere functies vervullen. Aldus kan een of meer aspecten van de onderhavige uitvinding worden uitgevoerd in digitale elektronische schakelingen of in computerapparatuur, firmware, software, of combinaties daarvan. Het verwerkingssysteem 1 kan een opslagsubsysteem 12 omvatten dat ten minste één ingangspoort (bv. een schijf station en/of CD-ROM station en/of DVD-station en/of USB interface, enz.) heeft. In sommige uitvoeringsvormen, kan een beeldvormingssysteem, een toetsenbord, en/of een aanwijsorgaan worden opgenomen als onderdeel van een gebruikersinterface subsysteem 9 waardoor een gebruiker handmatig informatie kan invoeren. Poorten voor het uitvoeren van gegevens kunnen ook worden opgenomen. Meer elementen zoals netwerkverbindingen, interfaces met verschillende apparaten, enzovoort, kunnen worden opgenomen, maar zijn niet weergegeven in FIG. 12. De verschillende elementen van het verwerkingssysteem 1 kunnen op verschillende manieren gekoppeld zijn, bijvoorbeeld via een bus subsysteem 11, in FIG. 12 voor de eenvoud weergegeven als één enkele bus, maar het zal duidelijk zijn aan de vakman in het vakgebied om een systeem van ten minste één bus te omvatten. Het geheugen van het geheugensubsysteem 14 kan op enige tijd een gedeelte of de ganse (telkens weergegeven als 4) set van instructies bevatten die, wanneer uitgevoerd op het verwerkingssysteem 1, de stappen van een hierin beschreven uitvoeringsvorm van een werkwijze uitvoeren. Dus, hoewel de hardware van een verwerkingssysteem 1 zoals getoond in FIG. 12 tot de stand der techniek behoort, behoort een systeem dat instructies bevat voor het uitvoeren van aspecten voor het positioneren van een kruk 6 van een landbouwbalenpers 70 in een vooraf bepaalde positie door middel van een remschijf 41 met een getande rand 59, niet tot de stand der techniek, en daarom is FIG. 12 niet gelabeld als stand der techniek.
De onderhavige uitvinding omvat ook een computerprogramma of een computerprogrammaproduct dat de functionaliteit verschaft van een van de methoden volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, wanneer ze uitgevoerd wordt op een computersysteem. Een dergelijke computerprogrammaproduct kan tastbaar worden belichaamd in een dragermedium die machine-leesbare code bevat voor uitvoering door een programmeerbare processor. De onderhavige uitvinding heeft dus tevens betrekking op een dragermedium dat een computer programma product bevat, dat, wanneer uitgevoerd op verwerkingsmiddelen, instructies verschaft voor het uitvoeren van een werkwijze zoals hierboven beschreven. De term "dragermedium" verwijst naar elk medium dat bijdraagt aan het verschaffen van instructies aan een processor voor uitvoering. Een dergelijk medium kan vele vormen aannemen, waaronder maar niet beperkt tot, niet-vluchtige media, en transmissiemedia. Niet-vluchtige media omvatten bijvoorbeeld optische of magnetische schijven, zoals een opslagapparaat dat deel uitmaakt van massaopslag. Veel voorkomende vormen van computer leesbare media omvatten, een CD-ROM, een DVD, een flexibele schijf of diskette, een geheugen stick, een magneetband, een geheugenchip of patroon of eender ander medium waarvan een computer kan lezen. Verschillende vormen van computer leesbare media kunnen betrokken zijn bij de een of meer sequenties van een of meer instructies naar een processor om te worden uitgevoerd. Het computerprogramma of computerprogrammaproduct kan gedragen worden op een elektrisch draaggolfsignaal. Het computerprogramma product kan ook worden verzonden via een draaggolf in een netwerk, zoals een LAN, WAN of het internet. Transmissiemedia kunnen de vorm aannemen van akoestische of lichtgolven, zoals die welke gegeneerd worden tijdens radiogolf- en infrarode datacommunicatie. Transmissiemedia omvatten coaxiale kabels, koperdraad en vezeloptica, met inbegrip van de draden die een bus omvatten in een computer.
REFERENTIES 1 verwerkingssysteem 2 vliegwiel 3 as 4 geheugen 5 hulpmotor 6 kruk (krukarm) 7 nabije positie 8 distale positie 9 gebruikersinterface subsysteem 10 programmeerbare processor 11 bus subsysteem 12 opslagsubsysteem 13 plunjer 14 geheugen subsystem 15 tractor aftakas 16 baal 17 tractor 18 gewasmaterial 23 ontlaaduitlaat 24 laadmechanisme 25 frame 26 voorwaarts uitstekende tong 27 opraapassemblage 28 aanvoerkanaal 29 vulmechanisme 31 afvoer 34 tandwielkast 40 schijfremsysteem 41 remschijf 42 remklauw 43 sensor 43a sensor voor het detecteren van een open deur/paneel 43b positie sensor voor de krukarm 44 invoerorgaan (van de balenpers) 44a invoerorgaan voor het activeren van het schijfremsysteem 44b invoerorgaan voor het activeren van de hulpmotor 45 invoerorgaan (van de tractor) 48 noodstop invoerorgaan 49 hydraulisch systeem 51 remklauw 53 controle klep 54 hydraulische leidingen 56 balenpers controller 57 tandwiel 58 remblokken 59 getande rand van een remschijf 70 balenpers 80 baalvormingskamer 156 getande buitenrand van een vliegwiel 207 opstart inrichting Θ hoekpositie of hoekafstand E kinetische energie ω hoeksnelheid F normale/voorwaartse richting R achterwaartse/omgekeerde richting D buitendiameter van een vliegwiel d buitendiameter van een remschijf
Cl massacentrum van een vliegwiel C2 massacentrum van een remschijf S controle signaal

Claims (15)

  1. Conclusies
    1. - Een landbouwbalenpers (70) omvattende: - een as (3) voor het koppelen met een aftakas (15), en een vliegwiel (2) verbonden met de as (3); - een hulpmotor (5) koppelbaar met het vliegwiel (2); waarin: - de balenpers (70) verder een remschijfsysteem (40) bevat, omvattende een remschijf (41) voorzien voor het afremmen van het vliegwiel(2) en die een getande rand (59) heeft; - waarbij de hulpmotor koppelbaar is met de getande rand (59) van de remschijf (41).
  2. 2. De landbouwbalenpers (70) volgens conclusie 1, waarin de getande rand van de remschijf (41) een getande buitenrand (59) is.
  3. 3. De landbouwbalenpers (70) volgens één der voorgaande conclusies, waarin de hulpmotor (5) voorzien is om het vliegwiel (2) te helpen versnellen bij het opstarten van de balenpers.
  4. 4. De landbouwbalenpers (70 volgens één der voorgaande conclusies, waarin de hulpmotor (5) voorzien is om het vliegwiel (2) achterwaarts te draaien.
  5. 5. De landbouwbalenpers (70) volgens één der voorgaande conclusies, waarin de remschijf (41) gemonteerd is op het vliegwiel (2).
  6. 6. De landbouwbalenpers (70) volgens één der voorgaande conclusies, waarin het zwaartepunt (c2) van de remschijf (41) nagenoeg samenvalt met het zwaartepunt (cl) van het vliegwiel (2).
  7. 7. De landbouwbalenpers (70) volgens één der voorgaande conclusies, waarin de balenpers (70) verder een tandwielkast (34) omvat, en het schijfremsysteem (40) verder ten minste één remklauw (51) omvat, en waarin de remklauw (41) gemonteerd is op de tandwielkast (34).
  8. 8. De landbouwbalenpers (70) volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een hendel (42) verbonden met minstens één remklauw (51) door middel van een kabel.
  9. 9. De landbouwbalenpers (70) volgens conclusie 7, waarin de minstens één remklauw (51) een hydraulische remklauw is, en waarin de balenpers (70) verder een hydraulisch circuit (49) bevat dat operationeel gekoppeld is met de remklauw (51), en een balenpers controller (56) voor het activeren en deactiveren van de hydraulische remklauw (51).
  10. 10. De landbouwbalenpers (70) volgens één der voorgaande conclusies, waarin de hulpmotor (5) voorzien is om het vliegwiel (2) aan te drijven afhankelijk van een besturingssignaal (s), waarbij de balenpers (70) verder omvat: - een plunjer (13) verbonden met het vliegwiel (2) via een krukarm (6), waarbij de plunjer (13) voorzien is voor het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging tussen een nabije positie (7) geschikt voor het toevoegen van oogstmateriaal (18) in de baalvormingskamer (80), en een distale positie (8) geschikt voor het samendrukken van het oogstmateriaal (18) in de baalvormingskamer (80); - middelen voor het bepalen van een positie (Θ) van de kruk (6); - een motor controller verbonden met de genoemde middelen, en verbonden met de hulpmotor (5) voor het verschaffen van het besturingssignaal (s), waarbij de motor controller is voorzien van een algoritme voor het bepalen van het besturingssignaal (s) voor het automatisch roteren van het vliegwiel (2) naar een vooraf bepaalde lanceerpositie.
  11. 11. Een balenpers-vliegwiel-montage omvattende: - een vliegwiel (2); - een remschijf (41) voorzien voor het remmen van het vliegwiel (2), waarbij de remschijf (41) een getande rand (59) heeft.
  12. 12. Een balenpers-tandwielkast-montage, omvattende: - een balenpers tandwielkast (34); - het balenpers-vliegwiel-montage volgens conclusie 11, gemonteerd aan de balenpers tandwielkast (34); en - een remklauw (51) gemonteerd op de balenpers-tandwielkast (34) voor aangrijping op de remschijf (41) van het balenpers-vliegwiel-montage.
  13. 13. Een tractor en balenpers combinatie, omvattende: - de landbouwbalenpers (70) volgens één der conclusies 9-10; - een tractor (17) met een aftakas (15) verbindbaar met de as (3) van de balenpers (70) voor het versnellen van het vliegwiel (2) van de balenpers (70), en waarbij de tractor (17) verder een tractor besturingscircuit (14) omvat voor het verzenden van een commando naar de balenpers controller (56) voor het selectief activeren van het schijfremsysteem (40) en/of de hulpmotor (5) .
  14. 14. Een werkwijze voor het positioneren van een kruk (6) van een landbouwbalenpers (70) volgens conclusie 10 in een vooraf bepaalde lanceerpositie, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het bepalen van de positie (Θ) van de kruk (6) op basis van gegevens gemeten door de genoemde middelen (43) voor het bepalen van de positie (Θ) van de krukarm (6); - het bepalen van het besturingssignaal (s) gebaseerd op de genoemde positie (0); - het activeren van de hulpmotor (5) gebaseerd op het besturingssignaal (s) teneinde de kruk (6) in de vooraf bepaalde lanceerpositie te plaatsen.
  15. 15. Een computer programma product dat, wanneer het uitgevoerd wordt op een verwerkingssysteem van de balenpers (70) volgens conclusie 10, instructies verschaft voor het uitvoeren van de werkwijze van conclusie 14.
BE2013/0212A 2013-03-27 2013-03-27 Landbouwbalenpers met hulpmotor BE1021138B1 (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0212A BE1021138B1 (nl) 2013-03-27 2013-03-27 Landbouwbalenpers met hulpmotor
US14/779,476 US9730391B2 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor
AU2014243051A AU2014243051B2 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor.
PCT/EP2014/056130 WO2014154792A1 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor.
NZ710063A NZ710063A (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor
NZ710181A NZ710181A (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor.
EP14712685.8A EP2978301B1 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor
AU2014243049A AU2014243049B2 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor
US14/779,807 US10178833B2 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor
EP14714972.8A EP2978302B1 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor
PCT/EP2014/056128 WO2014154790A1 (en) 2013-03-27 2014-03-27 Agricultural baler with auxiliary motor

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0212A BE1021138B1 (nl) 2013-03-27 2013-03-27 Landbouwbalenpers met hulpmotor

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021138B1 true BE1021138B1 (nl) 2016-01-05

Family

ID=48482867

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0212A BE1021138B1 (nl) 2013-03-27 2013-03-27 Landbouwbalenpers met hulpmotor

Country Status (6)

Country Link
US (2) US10178833B2 (nl)
EP (2) EP2978302B1 (nl)
AU (2) AU2014243051B2 (nl)
BE (1) BE1021138B1 (nl)
NZ (2) NZ710063A (nl)
WO (2) WO2014154790A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1021141B1 (nl) * 2013-04-15 2016-01-08 Cnh Industrial Belgium Nv Vliegwielopstartsysteem
US10024597B2 (en) * 2014-11-26 2018-07-17 Extractor Corporation Centrifugal separator
EP3207783B1 (en) * 2016-02-19 2018-10-03 Kverneland Group Mechatronics B.V. A method of operating an agricultural system having a tractor and an implement, and an agricultural system
US10113538B1 (en) * 2016-06-17 2018-10-30 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Impulse pump
CN109922656A (zh) 2016-08-31 2019-06-21 维米尔制造公司 连续圆形打捆机和形成圆形草捆的改进方法
BE1026130B1 (nl) * 2018-03-23 2019-10-21 Cnh Industrial Belgium Nv Landbouwbalenpers en werkwijze voor het beschermen van zulke balenpers tegen schade door overbelasting
US10806092B2 (en) * 2018-07-06 2020-10-20 Deere & Company Remote control system
EP3646710B1 (en) * 2018-11-02 2021-06-30 CNH Industrial Belgium NV A mounting for a baling machine gearbox
US11700792B2 (en) * 2019-10-25 2023-07-18 Deere & Company Torque smoothing apparatuses for large square balers

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10145407A1 (de) * 2001-09-14 2003-04-10 Walterscheid Gmbh Gkn Antriebsanordnung
EP1974601A1 (de) * 2007-03-31 2008-10-01 Maschinenfabrik Bernhard Krone GmbH Großballenpresse
EP2193707A1 (en) * 2008-10-31 2010-06-09 Deere & Company Work machine

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3513651A (en) * 1967-07-17 1970-05-26 Sperry Rand Corp Baler with plunger drive separate from pickup and feeder drives
US6105353A (en) * 1996-05-28 2000-08-22 Claas Kgaa Planetary transmission for baler
DE19628604A1 (de) * 1996-07-16 1998-01-22 Claas Usines France Antriebssystem für landwirtschaftliche Großballenpresse
US6701834B2 (en) * 2002-03-11 2004-03-09 Deere & Company Drive arrangement for powering plunger and auxiliary functions of large rectangular baler
US6651416B2 (en) * 2002-02-28 2003-11-25 Deere & Company Large rectangular baler having hydraulically powered functions, and control system therefor

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10145407A1 (de) * 2001-09-14 2003-04-10 Walterscheid Gmbh Gkn Antriebsanordnung
EP1974601A1 (de) * 2007-03-31 2008-10-01 Maschinenfabrik Bernhard Krone GmbH Großballenpresse
EP2193707A1 (en) * 2008-10-31 2010-06-09 Deere & Company Work machine

Also Published As

Publication number Publication date
EP2978302B1 (en) 2018-01-03
AU2014243049A1 (en) 2015-08-06
AU2014243051A1 (en) 2015-08-06
AU2014243049B2 (en) 2016-02-11
NZ710063A (en) 2018-06-29
US20160295804A1 (en) 2016-10-13
AU2014243051B2 (en) 2015-12-17
US10178833B2 (en) 2019-01-15
US20160050850A1 (en) 2016-02-25
WO2014154792A1 (en) 2014-10-02
US9730391B2 (en) 2017-08-15
WO2014154790A1 (en) 2014-10-02
EP2978301B1 (en) 2017-12-06
NZ710181A (en) 2017-02-24
EP2978301A1 (en) 2016-02-03
EP2978302A1 (en) 2016-02-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021138B1 (nl) Landbouwbalenpers met hulpmotor
BE1021133B1 (nl) Landbouwbalenpers met vliegwielremsturing
BE1021131B1 (nl) Balenpers met opstartcontrolesysteem
BE1022128B1 (nl) Vuleenheid voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met een automatische densiteitsregeling
EP3188585B1 (en) Baler with automated positioning of plunger
BE1021947B1 (nl) Hulpkrachtbron voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met mechanische remming van het vliegwiel
BE1021132B1 (nl) Landbouwbalenpers met verbeterde vliegwielrem
BE1022116B1 (nl) Hulpkrachtbron voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met een vliegwiel dat aan het draaien wordt gebracht bij het opstarten van de balenpers
US2634840A (en) Clutch trip mechanism for hay balers
BE1022129B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met hulpkrachtbron aangedreven door een beweegbaar onderdeel op de balenpers
BE1022405B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met een hulpkrachtbron.
BE1021933B1 (nl) Hydraulische rem met energieterugwinning voor een vuleenheid in een balenpers voor gebruik in de landbouw
US20240090382A1 (en) Drive train assembly for driving a working unit with a fluctuating load
SU1205815A1 (ru) Стоговоз тракторный полунавесной
JP6033179B2 (ja) 作業機

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200331