BE1021103B1 - Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers - Google Patents

Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers Download PDF

Info

Publication number
BE1021103B1
BE1021103B1 BE2013/0517A BE201300517A BE1021103B1 BE 1021103 B1 BE1021103 B1 BE 1021103B1 BE 2013/0517 A BE2013/0517 A BE 2013/0517A BE 201300517 A BE201300517 A BE 201300517A BE 1021103 B1 BE1021103 B1 BE 1021103B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
crank
gear
plunger
rotation
axis
Prior art date
Application number
BE2013/0517A
Other languages
English (en)
Inventor
Johan Tack
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Cnh Belgium N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv, Cnh Belgium N.V. filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2013/0517A priority Critical patent/BE1021103B1/nl
Priority to PCT/EP2014/065365 priority patent/WO2015014626A1/en
Priority to EP14741584.8A priority patent/EP3027002B1/en
Priority to US14/909,266 priority patent/US10398086B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021103B1 publication Critical patent/BE1021103B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/04Plunger presses
    • A01F15/042Plungers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/04Plunger presses
    • A01F15/06Plunger presses with double-action plunger
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B1/00Presses, using a press ram, characterised by the features of the drive therefor, pressure being transmitted directly, or through simple thrust or tension members only, to the press ram or platen
    • B30B1/26Presses, using a press ram, characterised by the features of the drive therefor, pressure being transmitted directly, or through simple thrust or tension members only, to the press ram or platen by cams, eccentrics, or cranks
    • B30B1/266Drive systems for the cam, eccentric or crank axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B1/00Presses, using a press ram, characterised by the features of the drive therefor, pressure being transmitted directly, or through simple thrust or tension members only, to the press ram or platen
    • B30B1/26Presses, using a press ram, characterised by the features of the drive therefor, pressure being transmitted directly, or through simple thrust or tension members only, to the press ram or platen by cams, eccentrics, or cranks
    • B30B1/268Presses, using a press ram, characterised by the features of the drive therefor, pressure being transmitted directly, or through simple thrust or tension members only, to the press ram or platen by cams, eccentrics, or cranks using a toggle connection between driveshaft and press ram
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B9/00Presses specially adapted for particular purposes
    • B30B9/30Presses specially adapted for particular purposes for baling; Compression boxes therefor
    • B30B9/3003Details
    • B30B9/3021Press rams
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B9/00Presses specially adapted for particular purposes
    • B30B9/30Presses specially adapted for particular purposes for baling; Compression boxes therefor
    • B30B9/306Mechanically-driven presses

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een agrarische balenpers, omvattende een plunjer (7) voor het samenpersen in een kamer (9) van oogstmateriaal tot een baal, een krukmechanisme (11) dat is verbonden met de plunjer voor het drijven van de plunjer waarbij het krukmechanisme omvat ten minste één eerste kruk (19) en ten minste één tweede kruk (21), een aandrijfmechanisme voor het aandrijven van de eerste kruk en de tweede kruk, waarbij het aandrijfmechanisme zodanig is geconfigureerd, dat bij aandrijving van de eerste en tweede kruk, de eerste kruk en de tweede kruk in tegengestelde richting roteren.

Description

Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers Technisch vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een agrarische balenpers, in het bijzonder een agrarische rechthoekige balenpers.
Stand van de techniek
Agrarische rechthoekige balenpersen zijn voorzien van een plunjer voor het samenpersen in een kamer van oogstmateriaal tot een baal. De plunjer wordt in een dergelijke balenpers langs een lineair pad heen en weer bewogen in de kamer door middel van een met de plunjer verbonden krukmechanisme. In dat krukmechanisme wordt door middel van een roterende kruk een roterende beweging van een uitgaande as van een vermogensafnameinrichting, zoals een zogenaamde Power Take Off (PTO) van een tractor, omgezet in de heen en weer beweging van de plunjer langs het lineaire pad.
Samenvatting van de uitvinding
De agrarische balenpers volgens de uitvinding omvat een krukmechanisme omvattende: - ten minste één eerste kruk en ten minste één tweede kruk ; - een aandrijfmechanisme voor het aandrijven van de eerste kruk en de tweede kruk; waarbij het aandrijfmechanisme zodanig is geconfigureerd, dat bij aandrijving van de eerste en tweede kruk, de eerste kruk en de tweede kruk in tegengestelde richting roteren.
Bij de balenpers volgens de uitvinding met een krukmechanisme met in tegengestelde richting roterende krukken is het mogelijk om krachten die een eerste kruk uitoefent op onderdelen van de balenpers in tegengestelde richting te laten werken ten opzichte van krachten die een tweede kruk uitoefent op onderdelen van de balenpers. Bovendien biedt de voorziening van in tegengestelde richting roterende krukken de mogelijkheid om krachten te verdelen.
De mogelijkheid van het verdelen en in tegengestelde richting laten werken van krachten, maakt het mogelijk om krachten die optreden in de balenpers meer in balans te brengen. Bijvoorkeur roteren de eerste kruk en de tweede kruk in tegengestelde richting met dezelfde rotatiesnelheid. Bijvoorkeur roteren de eerste kruk en de tweede kruk in tegenfase.
In het bij zonder in een uitvoeringsvorm waarbij de eerste kruk en tweede kruk respectievelijk in een vlak roteren dat zich ten minste in verticale richting uitstrekt, is het in een balenpers volgens de uitvinding mogelijk dat terwijl bij het roteren een eerste kruk tegen de zwaartekracht in omhoog moet worden bewogen, een in tegengestelde richting roterende tweede kruk met de zwaartekracht mee naar beneden wordt bewogen. De zwaartekracht die werkt op de tweede kruk helpt dan om de eerste kruk tegen de zwaartekracht in omhoog te brengen. In het bijzonder heeft dit voordeel bij het opstarten van de balenpers. Voor het vanuit stilstand tegen de zwaartekracht in omhoog brengen van een kruk is een bijzonder hoog opstartkoppel nodig. De tractor die de balenpers aandrijft moet geschikt zijn om dit opstartkoppel te leveren zodat de tractor niet stilvalt bij het opstarten van de balenpers. Doordat bij het opstarten de zwaartekracht die werkt op een kruk die vanuit stilstand naar beneden wordt bewogen helpt om een in tegengestelde richting roterende kruk tegen de zwaartekracht in omhoog te bewegen, kan het voor het opstarten benodigde opstartkoppel lager zijn. Dit heeft als voordeel dat de tractor die de balenpers aandrijft lichter kan zijn uitgevoerd.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding zijn de eerste kruk en de tweede kruk met de plunjer verbonden door middel van respectievelijk een eerste overbrengingsconstructie en een tweede overbrengingsconstructie. Dit biedt de mogelijkheid om op de plunjer over te brengen krachten te verdelen over twee overbrengingsconstructies, die daardoor eenvoudiger uit te voeren zijn. Bovendien biedt dit de mogelijkheid om op de op de plunj er over te brengen krachten en bewegingen te verdelen over de plunjer.
Zo grijpen in een voorkeursuitvoeringsvorm de respectieve overbrengingsconstructies op afstand van elkaar aan op de plunjer. Dit maakt het mogelijk de krachten die door beide overbrengingsconstructies worden uitgeoefend op de plunjer in de richting van het lineaire pad waarlangs de plunjer heen en weer wordt bewogen, te verdelen over de plunjer. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om het kantelen van de plunjer tegen te gaan. Dit laatste biedt voordeel in inrichtingen waarbij de plunjer zodanig is gelagerd dat kantelen van de plunjer resulteert in additionele wrijving. Daarnaast biedt het op afstand van elkaar op de plunjer aangrijpen van de overbrengingsconstructies de mogelijkheid om de plunjer naast een lineaire heen en weer beweging juist een kantelende beweging te laten maken. In een voorkeursuitvoeringsvorm is daartoe de plunjer kantelbaar rond een rotatieaslijn gelagerd, en grijpen de respectieve overbrengingsconstructies op afstand van elkaar aan op de plunjer aan weerszijden van de rotatieaslijn. Door de in tegengestelde richting roterende krukken in deze uitvoeringsvorm niet in tegenfase, maar met een faseverschil ten opzichte van tegenfase te laten roteren, wordt naast een lineaire heen en weer beweging een kantelende beweging rond de rotatieaslijn verwezenlijkt.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de agrarische balenpers volgens de uitvinding waarbij de respectieve overbrengingsconstructies op afstand van elkaar aangrijpen op de plunjer, is de plunjer opgedeeld in ten minste een eerste plunjerdeel en een tweede plunjerdeel die verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn gelagerd en is de eerste overbrengingsconstructie in aangrijping met het eerste plunjerdeel en is de tweede overbrengingsconstructie in aangrijping met het tweede plunjerdeel. Bij deze uitvoeringsvorm is het mogelijk om door de in tegengestelde richting roterende krukken niet in tegenfase, maar met een faseverschil ten opzichte van tegenfase te laten roteren, het ene plunjerdeel het andere plunjerdeel volgt.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de agrarische balenpers volgens de uitvinding voorzien van een eerste overbrengingsconstructie en een tweede overbrengingsconstructie, is deze zodanig ingericht, dat: - de eerste overbrengingsconstructie een eerste drijfstang omvat; en - de tweede overbrengingsconstructie een tweede drijf stang omvat.
Bij de overbrenging van kracht van een kruk op de plunjer in een rechthoekige balenpers door middel van een drijfstang, oefent de drijfstang zowel een kracht uit in de richting van het lineaire pad waarlangs de plunjer heen en weer wordt bewogen als in een richting dwars daarop. Deze dwarskracht moet worden tegengewerkt om de plunjer langs het lineaire pad daarvan te bewegen, bijvoorbeeld door middel van een reactiekracht die optreedt wanneer deze dwarskracht werkt op een geleidingsoppervlak van een geleidingsconstructie die de plunjer langs het lineaire pad geleidt. In een balenpers volgens de uitvinding is het mogelijk de krachten die door middel van het krukmechanisme op de plunjer worden uitgeoefend te verdelen over twee drijfstangen en de dwarskrachten die beide drijfstangen uitoefenen tegen elkaar in te laten werken, terwijl de door beide drijfstangen uitgeoefende krachten in de richting van het lineaire pad waarlangs de plunjer heen en weer wordt bewogen juist in dezelfde richting werken. Dit heeft als voordeel dat wrijving die optreedt bij de overbrenging van krachten op de plunjer te verminderen is.
Bijvoorkeur is de eerste drijfstang aan een eerste einde daarvan in aangrijping met de eerste kruk en met het tweede einde daarvan in aangrijping met de plunjer, en is de tweede drijfstang aan een eerste einde daarvan in aangrijping met de tweede kruk en met het tweede einde daarvan in aangrijping met de plunjer. Alternatief zijn de drijfstangen via aanvullende overbrengingsorganen met de respectieve krukken en/of plunjer verbonden.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding omvat het aandrij fmechanisme: - een eerste aandrijflijn voor het aandrijven van de eerste kruk; - een tweede aandrijflijn voor het aandrijven van de tweede kruk; waarbij - de eerste aandrijflijn en de tweede aandrijflijn zijn gekoppeld voor een gelijktijdige aandrijving van de eerste kruk en de tweede kruk.
De voorziening van een eerste aandrijflijn voor het aandrijven van de eerste kruk en een tweede aandrijflijn voor het aandrijven van de tweede kruk, welke aandrijflijnen voor aandrijving zijn gekoppeld, maakt de gelijktijdige aandrijving van de eerste en tweede kruk mogelijk door middel van een enkele vermogensafname inrichting mogelijk waarbij krachten die de vermogensafnameinrichting op de eerste en tweede kruk uitoefent te verdelen zijn over de eerste en tweede aandrijflijn. Dit heeft als voordeel dat de eerste en tweede aandrijflijn afzonderlijk lichter uit te voeren zijn. Daarnaast maakt de voorziening van een eerste en een tweede aandrijflijn het mogelijk om ter plaatste van de koppeling krachten te verdelen en/of te balanceren.
Een verdeling van de krachten ter plaatste van de koppeling van de eerste en tweede aandrijflijn is bijvoorbeeld gunstig indien voor de koppeling van de eerste en tweede aandrijflijn gebruik wordt gemaakt van een enkel tandwiel, zoals in de volgende gunstige uitvoeringsvorm, waarbij - de eerste aandrijflijn een eerste tankwiel omvat; - de tweede aandrijflijn een tweede tandwiel omvat; en waarbij - het eerste tandwiel en het tweede tankwiel voor een gelijktijdige aandrijving van de eerste kruk en de tweede kruk beide in aangrijping zijn met een koppeltandwiel.
Bij gelijktijdige aandrijving van de eerste aandrijflijn en de tweede aandrijflijn door middel van een met het koppeltandwiel verbonden vermogensafnameinrichting, worden de door middel van het derde tandwiel overgebrachte krachten verdeeld over het eerste tandwiel en het tweede tandwiel. Doordat het eerste en het tweede tandwiel beide met het koppeltandwiel in aangrijping zijn, worden de door het koppeltandwiel op het eerste tandwiel en tweede tandwiel over te brengen krachten verdeeld over twee aangrijpingslocaties. De afzonderlijke tanden van het koppeltandwiel kunnen daarmee lichter zijn uitgevoerd ten opzichte van een inrichting waarbij een enkele kruk met een enkele aandrijflijn is voorzien en al de door het koppeltandwiel over te brengen krachten op één aangrijpingslocatie werken.
Daarnaast maakt deze uitvoeringsvorm, waarbij de koppeling tussen de eerste aandrijflijn en de tweede aandrijflijn is verschaft door middel van tandwielen, een betrouwbare synchronisatie van de krukken mogelijk, alsook een eenvoudige centrale aandrijving in tegengestelde richtingen, zoals in een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm waarbij ten minste één van het eerste tandwiel, tweede tandwiel, en koppeltandwiel een kroonwiel is. Door middel van een kroonwiel is het mogelijk om door middel van één tandwiel twee tandwielen in tegengestelde richting te laten roteren in twee afzonderlijke vlakken. Bijvoorkeur is daarbij elk van het eerste tandwiel, het tweede tandwiel, en het koppeltandwiel een kroonwiel.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm vallen de rotatie aslijn van het eerste tandwiel en de rotatieaslijn van het tweede tandwiel samen, en strekt de rotatieaslijn van het koppeltandwiel zich loodrecht uit ten opzichte van de rotatieaslijn van het eerste tandwiel en de rotatieaslijn van het tweede tandwiel. Door middel van deze configuratie is met behulp van ten minste één kroonwiel, bijvoorkeur drie kroonwielen, op eenvoudige en doeltreffende wijze twee centraal aan te drijven in tegengestelde richting roterende tandwielen te verwezenlijken. Deze twee bij aandrijving in tegengestelde richting roterende tandwielen zijn respectievelijk als eerste tandwiel van een eerste aandrijflijn van een eerste kruk en als tweede tandwiel van een tweede aandrijflijn van een tweede kruk eenvoudig te koppelen met twee krukken die in tegengestelde richting te roteren zijn rond een gemeenschappelijke rotatieaslijn die parallel verloopt aan de rotatie-aslijnen van het eerste tandwiel en het tweede tandwiel, bijvoorbeeld door middel van een aantal aanvullende tandwielen. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de eerste kruk en het eerste tandwiel gearrangeerd op een eerste krukas, zijn de tweede kruk en het tweede tandwiel gearrangeerd op een tweede krukas, en is het koppeltandwiel gearrangeerd op een ingaande as voor het verbinden van het koppeltandwiel met een uitgaande as van een vermogensafnameinrichting. Deze uitvoeringsvorm resulteert in een balenpers volgens de uitvinding voorzien van tegengesteld roterende krukken met een bijzonder eenvoudig en doeltreffend krukmechanisme.
De onderhavige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het aandrijven van een plunjer van een agrarische balenpers, omvattende het langs een lineair pad heen en weer bewegen van de plunjer door middel van een krukmechanisme omvattende ten minste één eerste kruk en ten minste één tweede kruk, waarbij de eerste kruk en de tweede kruk in tegengestelde richting worden geroteerd.
Korte beschrijving van de figuren
De tekeningen in bijlage worden gebruikt om huidige niet beperkende voorkeursuitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding te illustreren. De hierboven genoemde en andere voordelen, kenmerken en doelen van de uitvinding zullen duidelijker blijken en de uitvinding zal beter worden begrepen uit de volgende gedetailleerde beschrijving, wanneer deze gelezen wordt samen met de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een balenpers volgens de uitvinding voortgetrokken en aangedreven door een tractor;
Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht is van het krukmechanisme van de balenpers van figuur 1;
Figuur 3 een perspectivisch schematisch aanzicht is van het krukmechanisme van figuur 2,-
Figuur 4 een perspectivisch schematisch aanzicht is van het krukmechanisme van figuur 2 vanuit een ander oogpunt;
Figuren 5 tot en met 9 een vereenvoudigd schematisch zijaanzicht tonen van het krukmechanisme van figuren 2 tot en met 4 tijdens de aandrijving daarvan op opeenvolgende momenten in de tijd;
Figuur 10 het krukmechanisme in de stand zoals getoond in figuur 6 in meer detail toont;
Figuur 11 het krukmechanisme in de stand zoals getoond in figuur 8 in meer detail toont;
Figuren 12 tot en met 16 een vereenvoudigd schematisch zijaanzicht tonen van het krukmechanisme van figuren 2 tot en met 4 tijdens de aandrijving daarvan op opeenvolgende momenten in de tijd, waarbij het krukmechanisme op alternatieve wijze aangrijpt op de plunjer.
In figuur 1 is een agrarische rechthoekige balenpers 1 getoond. Balenpers 1 is voort te bewegen over ondergrond 3 door middel van een tractor 5. De balenpers 1 is voorzien van een plunjer 7 voor het samenpersen in een kamer 9 van oogstmateriaal tot een baal. De plunjer 7 wordt in de balenpers 1 langs een lineair pad A heen en weer bewogen in de kamer 9 door middel van een met de plunjer 7 verbonden krukmechanisme 11. Het krukmechanisme 11 is via een aandrijfas 13 voor aandrijving verbonden met de motor van de tractor 5. De tractor 5 is daartoe voorzien van een vermogensafnameinrichting, ook wel PTO genoemd. De aandrijfas 13 verbindt een uitgaande as van de PTO van de tractor 5 met een ingaande as 15 van het krukmechanisme 11. Op de ingaande as van het krukmechanisme is een vliegwiel 17 aangebracht.
In figuren 2 tot en met 4 is het krukmechanisme 11 van de balenpers 1 in meer detail getoond.
Het krukmechanisme 11 is getoond met een eerste kruk 19 en een tweede kruk 21. De eerste kruk 19 is aan een eerste einde daarvan op een eerste krukas 23 aangebracht en is roteerbaar rond een eerste rotatieaslijn 25. De tweede kruk 21 is aan een eerste einde daarvan op een tweede krukas 27 aangebracht en is roteerbaar rond een tweede rotatieaslijn 29. De eerste rotatieaslijn 25 en de tweede rotatieaslijn 29 vallen samen.
Zoals getoond is op de eerste krukas 23 een eerste tandwiel 31 aangebracht, in het bijzonder een kroonwiel, en op de tweede krukas 27 een tweede tandwiel 33, in het bijzonder een kroonwiel. Het eerste tandwiel 31 en het tweede tandwiel 33 zijn gekoppeld door middel van een koppeltandwiel 35, in het bijzonder een kroonwiel. Het eerste tandwiel 31 en het tweede tandwiel 33 grijpen beide op het koppeltandwiel 35 aan. Het koppeltandwiel 35 is op de ingaande as 15 van het krukmechanisme 11 aangebracht. De ingaande as 15 is roteerbaar rond derde rotatieaslijn 37 die de eerste rotatieaslijn 25 en tweede rotatieaslijn 29 snijdt. Een rotatie van de ingaande as 15 in de richting van pijl B rond de derde rotatieaslijn 37 resulteert in een rotatie van het eerste tandwiel 31 en de via de eerste krukas 23 daarmee verbonden eerste kruk 19 in de richting van pijl C. Een rotatie van de ingaande as 15 in de richting van pijl B rond de derde rotatieaslijn 37 resulteert daarnaast in een rotatie van het tweede tandwiel 33 en de via de tweede krukas 27 daarmee verbonden tweede kruk 21 in de richting van pijl D. De eerste kruk 19 en de tweede kruk 21 roteren daarmee in tegengestelde richting bij gelijktijdige aandrijving via het koppeltandwiel 35. De eerste kruk 19 en de tweede kruk 21 roteren met dezelfde rotatiesnelheid. Krachten die via de ingaande as 15 op het koppeltandwiel 35 worden overgebracht, worden door middel van het koppeltandwiel 35 verdeeld over het eerste tandwiel 31 en het tweede tandwiel 33. Krachten die via de ingaande as 15 op het koppeltandwiel 35 worden overgebracht, worden daarmee tevens verdeeld over de tanden van het koppeltandwiel 35 die in aangrijping zijn met het eerste tandwiel 31 en de tanden van het koppeltandwiel 35 die in aangrijping zijn met het tweede tandwiel 33. Het eerste tandwiel 31 vormt een eerste aandrijflijn naar de eerste kruk 19 en het tweede tandwiel 33 vormt een tweede aandrijflijn naar de tweede kruk 21. Krachten die via de ingaande as 15 op het koppeltandwiel 35 worden via de eerste aandrijflijn en de tweede aandrijflijn verdeeld over de eerste kruk 19 en de tweede kruk 21.
Het krukmechanisme 11 is verder getoond met een geleidingsconstructie 39 in de vorm van een geleidingsrail 41 waarlangs de plunjer 7 te transleren is en die het lineaire pad A van de plunjer 7 definieert. Daarnaast is het krukmechanisme 11 getoond met een eerste overbrengingsconstructie 43a die de eerste kruk 19 met de plunjer 7 verbindt en met een tweede overbrengingsconstructie 43b de tweede kruk 21 met de plunjer 7 verbindt zodat een rotatie van de krukken 19, 21 rond de rotatieaslijnen 25, 29 daarvan resulteert in een heen en weer beweging van de plunjer 7 langs het lineaire pad A. De eerste overbrengingsconstructie 43a is getoond met een eerste drijfstang 45 en de tweede overbrengingsconstructie 43b met een tweede drijfstang 47.
De eerste drijfstang 45 is aan een eerste einde daarvan roteerbaar rond een vierde rotatieaslijn 49 verbonden met het tweede einde van de eerste kruk 19, en is aan een tweede einde daarvan roteerbaar rond een vijfde rotatieaslijn 51 verbonden met de plunjer 7. De tweede drijfstang 47 is aan een eerste einde daarvan roteerbaar rond een zesde rotatieaslijn 53 verbonden met het tweede einde van de tweede kruk 21, en is aan een tweede einde daarvan roteerbaar rond een zevende rotatieaslijn 55 verbonden met de plunjer 7. De vijfde rotatieaslijn 51 en de zevende rotatieaslijn 55 vallen samen en strekken zich parallel uit ten opzichte van de eerste rotatieaslijn 25 en de tweede rotatieaslijn 29.
Zoals getoond in figuren 2 tot en met 4 grijpen de eerste drijfstang 45 en de tweede drijfstang 47 op afstand van elkaar in de uitstrekkingsrichting van de vijfde rotatieaslijn 51 en de zevende rotatieaslijn 55 op de plunjer 7 aan. De eerste drijfstang 45 en de tweede drijfstang 47 zijn elk in aangrijping met de plunjer op een afstand a van een centraal langsvlak Vi van het krukmechanisme 11. De krachten die het krukmechanisme 11 op de plunjer 7 uitoefenen, worden aldus verdeeld over de gedeelten van de plunjer aan weerszijden van het centrale langsvlak Vx. In figuur 2 strekt het centrale langsvlak Vi zich loodrecht ten opzichte van het vlak van de tekening uit.
In figuren 5 tot en met 9 is in een vereenvoudigd zijaanzicht het krukmechanisme 11 zoals getoond in de figuren 2 tot en met 4 getoond tijdens de aandrijving daarvan op opeenvolgende momenten in de tijd gedurende een halve slag van de plunjer 7 vanuit het achterste dode punt van de slag naar het voorste dode punt van de slag. De eerste kruk roteert in de richting van pijl C, de tweede kruk in de tegengestelde richting aangeduid met pijl D.
In de figuren 5 tot en met 9 is getoond dat een translatieaslijn 57 de samenvallende eerste en tweede rotatie-aslijnen 25, 29 van de eerste kruk 19 en de tweede kruk 21 snijdt en zich loodrecht ten opzichte daarvan uitstrekt. Deze translatieaslijn 57 representeert het door de geleidingsrail 41 gedefinieerde lineaire pad waarlangs de plunjer 7 heen en weer wordt bewogen. Zoals getoond zijn de beweging van de eerste kruk 19 en de eerste drijfstang 45 en de beweging van de tweede kruk 21 en de tweede drijfstang 47 spiegelsymmetrisch ten opzichte van een centraal dwarsvlak V2 van het krukmechanisme 11 dat wordt gedefinieerd door de samenvallende eerste en tweede rotatieaslijnen 25, 29 en de translatieaslijn 57. Het centrale dwarsvlak V2 strekt zich loodrecht ten opzichte van het centrale langsvlak Vi uit. De translatieaslijn 57 is de snijlijn van het centrale langsvlak Vx en het centrale dwarsvlak V2.
De beweging van de vierde rotatieaslijn 49 en de beweging van de zesde rotatieaslijn 53 in de uitstrekkingsrichting van de translatieaslijn 57 zijn in fase. De beweging van de vierde rotatieaslijn 49 en de beweging van de zesde rotatieaslijn 53 in de richting loodrecht op de translatieaslijn 57 zijn in tegenfase.
In figuur 10 is het krukmechanisme 11 in de stand zoals getoond in figuur 6 in meer detail getoond. In figuur 11 is het krukmechanisme 11 in de stand zoals getoond in figuur 8 in meer detail getoond.
In figuur 10 is getoond dat indien het vlak waarin de tweede kruk 21 roteert zich uitstrekt in verticale richting, de zwaartekracht Fza de rotatie van de tweede kruk 21 in de richting van pijl D tegenwerkt. Tegelijkertijd roteert de eerste kruk 19 in de richting van pijl C. Indien het vlak waarin de eerste kruk 19 roteert zich uitstrekt in verticale richting, werkt de zwaartekracht Fzb mee bij de rotatie van de eerste kruk 19. Via het eerste tandwiel 31 en het koppeltandwiel 35 helpt Fzb hij het overwinnen van FZa. Vanuit de stand van het krukmechanisme 11 zoals getoond in figuur 11 werkt de zwaartekracht Fzb de rotatie van de eerste kruk 19 in de richting van pijl C tegen, terwijl de zwaartekracht Fza meewerkt bij de rotatie van de tweede kruk 21 in de richting van pijl D. Via het tweede tandwiel 33 en het koppeltandwiel 35 helpt FZa dan bij het overwinnen van Fzb.
In figuren 10 en 11 is tevens getoond dat, vanuit de standen van het krukmechanisme 11 getoond in deze figuren, bij de rotatie van de eerste kruk 19 in de richting van pijl C de eerste drijfstang 45 een kracht uitoefent op de plunjer 7 met een component Fi in uitstrekkingsrichting van de translatieaslijn 57 en een component F2 in de richting loodrecht daarop. Bij gelijktijdige rotatie van de tweede kruk 21 in de richting van pijl D oefent de tweede drijfstang 47 een kracht uit op dé plunjer 7 met een component F3 in uitstrekkingsrichting van de translatieaslijn 57 en een component F4 in de richting loodrecht daarop. Zoals getoond in figuren 10 en 11 werken de componenten Fx en F3 in de zelfde richting en duwen gezamenlijk de plunjer 7 in de richting van pijl E. De componenten F2 en F4 werken in tegengestelde richting, zodat de kracht die de eerste drijfstang 45 en de kracht die de tweede drijfstang 47 op de geleidingsrail 41 uitoefent in de richting loodrecht op de translatieaslijn 57 lager zijn.
In figuren 12 tot en met 16 is in een vereenvoudigd zijaanzicht het krukmechanisme 11 zoals getoond in de figuren 2 tot en met 4 getoond, waarbij de eerste drijfstang 45 en de tweede drijfstang 47 op afstand van elkaar aangrijpen op de plunjer 7. In deze uitvoeringsvorm vallen de vijfde rotatieaslijn 51 en de zevende rotatieaslijn 55 niet samen. De eerste drijfstang 45 en de tweede drijfstang 47 grijpen elk op afstand b van het centrale dwarsvlak V2 aan op de plunjer 7. De krachten die het krukmechanisme 11 op de plunjer 7 uitoefenen, worden aldus verdeeld over de gedeelten van de plunjer aan weerszijden van het centrale dwarsvlak V2. Het centrale dwarsvlak V2 strekt zich loodrecht ten opzichte van het vlak van de tekening uit.
Net als de figuren 5 tot en met 9 tonen de figuren 12 tot en met 16 het krukmechanisme 11 tijdens de aandrijving daarvan op opeenvolgende momenten in de tijd gedurende een halve slag van de plunjer 7 vanuit het achterste dode punt van de slag naar het voorste dode punt van de slag. De eerste kruk 19 roteert in de richting van pijl C, de tweede kruk 21 in de tegengestelde richting aangeduid met pijl D.
De eerste kruk 19 en de tweede kruk 21 roteren met dezelfde rotatiesnelheid.
In figuren 17 en 18 zijn twee alternatieve uitvoeringsvormen getoond van het krukmechanisme 11 en plunjer 7 zoals getoond in de figuren 12 tot en met 16.
In figuur 17 is getoond dat de plunjer 7 kantelbaar rond een rotatieaslijn 59 is gelagerd. De eerste drijfstang 45 en de tweede drijfstang 47 grijpen op afstand van elkaar grijpen op de plunjer 7 aan weerszijden van de rotatieaslijn 59. Tevens is getoond dat de tegengestelde richting roterende krukken niet in tegenfase worden geroteerd, maar met een faseverschil α ten opzichte van tegenfase. Hierdoor maakt bij het roteren van de krukken 19, 21, in de richting van pijlen C en D de plunjer 7 niet alleen een heen en weer gaande translatiebeweging langs de translatieaslijn 57 volgens de pijlen E en F, maar tevens een heen en weer gaande rotatiebeweging rond de rotatieaslijn 59 volgens de pijlen G en H. De eerste kruk 19 en de tweede kruk 21 roteren met dezelfde rotatiesnelheid.
In figuur 18 is getoond dat de plunjer 7 is opgedeeld in een eerste plunjerdeel 7a en een tweede plunjerdeel 7b die verplaatsbaar in de richting van pijlen E en F ten opzichte van elkaar zijn gelagerd. De eerste drijfstang 45 is in aangrijping is met het eerste plunjerdeel 7a en de tweede drijfstang is aangrijping met het tweede plunjerdeel 7b. Tevens is getoond dat de tegengestelde richting roterende krukken niet in tegenfase worden geroteerd, maar met een faseverschil ß ten opzichte van tegenfase. Hierdoor maken bij het roteren van de krukken 19, 21, in de richting van pijlen C en D de plunjerdelen 7a en 7b een heen en weer gaande translatiebeweging langs de translatieaslijn 57 volgens de pijlen E en F, waarbij het tweede plunjerdeel 7b het eerste plunjerdeel 7a volgt. De eerste kruk 19 en de tweede kruk 21 roteren met dezelfde rotatiesnelheid.
Hoewel de principes van de uitvinding hierboven zijn uiteengezet met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, moet men begrijpen dat deze beschrijving louter wordt gegeven als voorbeeld en niet als een beperking van de beschermingsomvang, die wordt bepaald door de conclusies in bij lage.

Claims (14)

  1. Conclusies
    1. Agrarische balenpers, omvattende: - een plunjer (7) voor het samenpersen in een kamer (9) van oogstmateriaal tot een baal; - een krukmechanisme (11) dat is verbonden met de plunjer voor het drijven van de plunjer; waarbij het krukmechanisme omvat : - ten minste één eerste kruk (19) en ten minste één tweede kruk (21); - een aandrijfmechanisme voor het aandrijven van de eerste kruk en de tweede kruk; waarbij het aandrijfmechanisme zodanig is geconfigureerd, dat bij aandrijving van de eerste en tweede kruk, de eerste kruk en de tweede kruk in tegengestelde richting roteren.
  2. 2. Agrarische balenpers volgens conclusie 1, waarbij - de eerste kruk en de tweede kruk respectievelijk roteren in een vlak dat zich ten minste in verticale richting uitstrekt.
  3. 3. Agrarische balenpers volgens conclusie 1 of 2, waarbij - de eerste kruk en de tweede kruk met de plunjer zijn verbonden door middel van respectievelijk een eerste overbrengingsconstructie (43a) en een tweede overbrengingsconstructie (43b).
  4. 4. Agrarische balenpers volgens conclusie 3, waarbij - de respectieve overbrengingsconstructies (43a, 43b) op afstand (a, b) van elkaar aan grijpen op de plunjer.
  5. 5. Agrarische balenpers volgens conclusie 4, waarbij - de plunjer kantelbaar rond een rotatieaslijn (59) is gelagerd; en - de respectieve overbrengingsconstructies (43a, 43b) op afstand van elkaar aan grijpen op de plunjer aan weerszijden van de rotatieaslijn.
  6. 6. Agrarische balenpers volgens conclusie 4, waarbij - de plunjer is opgedeeld in ten minste een eerste plunjerdeel (7a) en een tweede plunjerdeel (7b) die verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn gelagerd; en - de eerste overbrengingsconstructie (43a) in aangrijping is met het eerste plunjerdeel en de tweede overbrengingsconstructie (43b) in aangrijping is met het tweede plunjerdeel.
  7. 7. Agrarische balenpers volgens één van de conclusies 4 tot en met 6, waarbij - de eerste overbrengingsconstructie (43a) een eerste drijfstang (45) omvat; en - de tweede overbrengingsconstructie (43b) een tweede drijfstang (47) omvat; en waarbij bijvoorkeur: - de eerste drijfstang aan een eerste einde daarvan in aangrijping is met de eerste kruk en met het tweede einde daarvan in aangrijping is met de plunjer; en - de tweede drijfstang aan een eerste einde daarvan in aangrijping is met de tweede kruk en met het tweede einde daarvan in aangrijping is met de plunjer.
  8. 8. Agrarische balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het aandrijfmechanisme omvat: - een eerste aandrijflijn voor het aandrijven van de eerste kruk; - een tweede aandrijflijn voor het aandrijven van de tweede kruk; en waarbij - de eerste aandrijflijn en de tweede aandrijflijn zijn gekoppeld voor een gelijktijdige aandrijving van de eerste kruk en de tweede kruk.
  9. 9. Agrarische balenpers volgens conclusie 8, waarbij - de eerste aandrijflijn een eerste tankwiel (31) omvat ; - de tweede aandrijflijn een tweede tandwiel (33) omvat ; en waarbij - het eerste tandwiel en het tweede tankwiel voor een gelijktijdige aandrijving van de eerste kruk en de tweede kruk beide in aangrijping zijn met een koppeltandwiel (35).
  10. 10. Agrarische balenpers volgens conclusie 9, waarbij - ten minste één van het eerste tandwiel, het tweede tandwiel, en het koppeltandwiel een kroonwiel is.
  11. 11. Agrarische balenpers volgens conclusie 10, waarbij - elke van het eerste tandwiel, het tweede tandwiel, en het koppeltandwiel een kroonwiel is.
  12. 12. Agrarische balenpers volgens conclusie 10 of 11, waarbij - de rotatie aslijn (25) van het eerste tandwiel (31) en de rotatieaslijn (29) van het tweede tandwiel (33) samenvallen; - de rotatie aslijn (37) van het derde tandwiel (35) zich loodrecht uitstrekt ten opzichte van de rotatieaslijn van het eerste tandwiel en de rotatieaslijn van het tweede tandwiel.
  13. 13. Agrarische balenpers volgens conclusie 12, waarbij - de eerste kruk en het eerste tandwiel zijn gearrangeerd op een eerste krukas (23); - de tweede kruk en het tweede tandwiel zijn gearrangeerd op een tweede krukas (27); en - het koppeltandwiel is gearrangeerd op een ingaande as (15) voor het verbinden van het koppeltandwiel met een uitgaande as van een vermogensafnameinrichting.
  14. 14. Werkwijze voor het aandrijven van een plunjer van een agrarische balenpers, omvattende: - het langs een lineair pad (A) heen en weer bewegen van de plunjer door middel van een krukmechanisme (11) omvattende ten minste één eerste kruk (19) en ten minste één tweede kruk (21), waarbij de eerste kruk en de tweede kruk in tegengestelde richting worden geroteerd.
BE2013/0517A 2013-08-01 2013-08-01 Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers BE1021103B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0517A BE1021103B1 (nl) 2013-08-01 2013-08-01 Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers
PCT/EP2014/065365 WO2015014626A1 (en) 2013-08-01 2014-07-17 Rectangular baler
EP14741584.8A EP3027002B1 (en) 2013-08-01 2014-07-17 Rectangular baler
US14/909,266 US10398086B2 (en) 2013-08-01 2014-07-17 Rectangular baler

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0517A BE1021103B1 (nl) 2013-08-01 2013-08-01 Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021103B1 true BE1021103B1 (nl) 2015-10-30

Family

ID=49274370

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0517A BE1021103B1 (nl) 2013-08-01 2013-08-01 Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers

Country Status (4)

Country Link
US (1) US10398086B2 (nl)
EP (1) EP3027002B1 (nl)
BE (1) BE1021103B1 (nl)
WO (1) WO2015014626A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1021880B1 (nl) 2014-07-03 2016-01-25 Cnh Industrial Belgium Nv Plunjer voor vierkantebalenpers. .
US11369061B2 (en) * 2018-06-26 2022-06-28 Deere & Company Agricultural baler with mechanisms for producing crop bales
US11825773B2 (en) * 2019-01-09 2023-11-28 Great Plains Manufacturing, Inc. High capacity baler
CN109845496A (zh) * 2019-02-18 2019-06-07 滨州市农业机械化科学研究所 一种高度可调的农作物秸秆压缩室
US10999974B2 (en) * 2019-06-10 2021-05-11 Deere & Company Plunger scraper for reciprocating baler
CN110249806A (zh) * 2019-06-21 2019-09-20 平顶山市久久实业有限公司 一种具有可调悬挂和弹齿捡拾机构的圆捆捡拾打捆机

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1318124A (en) * 1970-06-18 1973-05-23 Welger Geb Pick-up balers
GB2187417A (en) * 1986-03-08 1987-09-09 Claas Ohg Agricultural pick-up baler
US20130047867A1 (en) * 2010-04-14 2013-02-28 Kuhn-Geldrop B.V. Plunger press and method for producing compressed bales
WO2013053489A1 (en) * 2011-10-14 2013-04-18 Kuhn-Geldrop Bv Baler and method of baling

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB846397A (en) 1957-01-09 1960-08-31 Bamfords Ltd Improvements in or relating to agricultural balers for use in baling hay, straw and other agricultural crop materials
US3513651A (en) 1967-07-17 1970-05-26 Sperry Rand Corp Baler with plunger drive separate from pickup and feeder drives
GB2029314B (en) 1978-09-07 1982-06-16 Int Harvester Co Baler auxiliary drives
US4615238A (en) 1985-07-22 1986-10-07 Deere & Company Planetary gear drive for balers
DE3638792A1 (de) * 1986-11-13 1988-05-26 Claas Ohg Kolbenpresse zur herstellung von pressballen aus erntegut
DE19628604A1 (de) 1996-07-16 1998-01-22 Claas Usines France Antriebssystem für landwirtschaftliche Großballenpresse
US6477945B1 (en) * 1999-09-07 2002-11-12 Aida Engineering, Ltd. Double-action mechanical press
DE10215138A1 (de) 2002-04-05 2003-10-16 Claas Selbstfahr Erntemasch Zahnrad zum Antrieb einer Kurbel
US8069781B2 (en) * 2008-10-31 2011-12-06 Deere & Company Agricultural baler
US8127670B2 (en) 2009-01-07 2012-03-06 Deere & Company Baler plunger drive system
US8360028B2 (en) * 2010-09-04 2013-01-29 Neander Motors Piston with two pivot bearings and twin crankshaft piston engine
IT1402055B1 (it) 2010-09-21 2013-08-28 Comer Ind Spa Gruppo riduttore, particolarmente per la trasmissione di potenze elevate.
US9210845B2 (en) * 2012-12-11 2015-12-15 Agco Corporation Square baler having planetary plunger drive

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1318124A (en) * 1970-06-18 1973-05-23 Welger Geb Pick-up balers
GB2187417A (en) * 1986-03-08 1987-09-09 Claas Ohg Agricultural pick-up baler
US20130047867A1 (en) * 2010-04-14 2013-02-28 Kuhn-Geldrop B.V. Plunger press and method for producing compressed bales
WO2013053489A1 (en) * 2011-10-14 2013-04-18 Kuhn-Geldrop Bv Baler and method of baling

Also Published As

Publication number Publication date
US20160165804A1 (en) 2016-06-16
EP3027002A1 (en) 2016-06-08
EP3027002B1 (en) 2017-10-11
US10398086B2 (en) 2019-09-03
WO2015014626A1 (en) 2015-02-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021103B1 (nl) Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers
EP1935226A3 (en) Compact sickle drive for a header of an agricultural plant cutting machine
BE1021131B1 (nl) Balenpers met opstartcontrolesysteem
US20100108413A1 (en) Entire Machine Jog Drive
BE1023069B1 (nl) Landbouwbalenpers
BE1024813B1 (nl) Landbouwbalenpers
CN1283486C (zh) 收割机
JP5572519B2 (ja) コンバイン
JP2016102527A (ja) トランスミッション
US549957A (en) Baling-press
US837540A (en) Baling-press.
US597103A (en) Baljng-press
JP6305361B2 (ja) 植付アーム
DK200900525A (en) Mower with actively lubricated engine
US439335A (en) Baling-press
US894992A (en) Mechanism for producing reciprocating motion.
US370170A (en) Baung-press
US244822A (en) Baling-press
US362946A (en) Augustin ellis
US429794A (en) Robert e
US359971A (en) Gustay adolph hoffmann
US355959A (en) William n
US411276A (en) Mowing-machine
US414063A (en) Mowing-machine
US36791A (en) Improvement in machines for spreading and turning hay