BE1021063B1 - Hulpstuk - Google Patents

Abstract

Hulpstuk voor het plaatsen van houten latten tegen een bevestigingsprofiel welk een lichaam bevat met een lengte en een breedte, om tegen het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel te liggen, welke breedte de tussenafstand tussen aangrenzende latten bepaald, waarbij het hulpstuk verder twee benen bevat die hoofdzakelijk haaks op het lengte-breedte vlak van het lichaam en op een afstand van elkaar in de lengterichting staan, waarbij genoemde afstand gelijk is aan een hoogte van het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel zodat het hulpstuk met twee benen over het bevestigingsprofiel plaatsbaar is waardoor het bevestigingsprofiel zich tussen de twee benen uitstrekt.

Description

Hulpstuk

De uitvinding heeft betrekking op een hulpstuk voor het plaatsen van houten latten tegen een bevestigingsprofiel. Houten latten worden typisch tegen profielen bevestigd om oppervlakken te bekleden. In de praktijk worden vaak gevels van woningen, of terrassen op een dergelijke manier afgewerkt. Daarbij worden de houten latten typisch evenwijdig en op een afstand van elkaar op twee of meerdere bevestigingsprofielen bevestigd. De bevestigingsprofielen dienen als frame voor het vasthouden van de houten latten aan de achterzijde daarvan. Door de houten latten op een dergelijke wijze te bevestigen, blijft luchtcirculatie mogelijk aan alle zijden van de houten latten, zodanig dat vocht, ongedierte en dergelijke de houten latten niet zal beschadigen.

Het bevestigingsprofiel waar de houten latten tegen bevestigd worden, is typisch een houten balk of een aluminium of gelijkaardig profiel. Correct positioneren van houten latten tegen het bevestigingsprofiel blijkt omslachtig en moeilijk. Vooral wanneer een repetitief patroon gewenst is in de tussenafstand tussen de houten latten, bijvoorbeeld alle houten latten hebben een gelijke tussenafstand, is het correct positioneren van de houten latten ten opzichte van elkaar tijdrovend.

Het is een doel van de huidige uitvinding om een hulpstuk te voorzien waarmee het plaatsen van houten latten tegen een bevestigingsprofiel om een oppervlak te bekleden met de houten latten eenvoudiger uit te voeren is.

Hiertoe is een hulpstuk voor het plaatsen van houten latten tegen een bevestigingsprofiel om een oppervlakte te bekleden met de houten latten voorzien, welk hulpstuk een lichaam bevat met een lengte en een breedte dat voorzien is om tegen het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel te liggen, welke breedte de tussenafstand tussen aangrenzende latten bepaalt, waarbij het hulpstuk verder twee benen bevat die hoofdzakelijk haaks op het lengte-breedte vlak van het lichaam en op een afstand van elkaar in de lengterichting staan, waarbij genoemde afstand hoofdzakelijk gelijk is aan een hoogte van het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel zodat het hulpstuk met twee benen over het bevestigingsprofiel plaatsbaar is waardoor het bevestigingsprofiel zich tussen de twee benen uitstrekt.

Het hulpstuk volgens de uitvinding is eenvoudig plaatsbaar over een bevestigingsprofiel doordat het hulpstuk twee benen bevat die over het bevestigingsprofiel kunnen schuiven. Daarmee komt het lichaam van het hulpstuk tegen het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel te liggen. De benen hebben een onderlinge afstand in de lengterichting, waardoor het lichaam na plaatsing over het bevestigingsprofiel meteen correct gepositioneerd is om de tussenafstand tussen de houten latten te bepalen via de breedte van het lichaam. Doordat het hulpstuk, via de breedte van het lichaam, rechtstreeks de tussenafstand tussen aangrenzende houten latten bepaalt, zijn complexe meetmethoden voor het bepalen van de correcte positie van de houten latten ten opzichte van elkaar overbodig. Hierdoor wordt het plaatsen van de houten latten op de correcte positie, met een correcte tussenafstand, zeer eenvoudig. Dit wordt verder vereenvoudigd door de twee benen, die het mogelijk maken dat het hulpstuk, zonder dat het vastgehouden moet worden, correct gepositioneerd blijft op het bevestigingsprofiel. Een verder voordeel van het hulpstuk volgens de uitvinding, is dat het lichaam door zijn lengte en breedte het bevestigingsprofiel afdekt in de zone tussen twee aangrenzende houten latten. Dit biedt voornamelijk esthetisch voordelen, namelijk zo kan het bevestigingsprofiel onopvallend gemaakt worden door hulpstukken met een onopvallende kleur te gebruiken.

Anderzijds kunnen ook hulpstukken gebruikt worden met een felle kleur of met een spiegelend oppervlak, om de bevestigingsprofielen te accentueren. Hierdoor ontstaat, naast een montagevoordeel bij het plaatsen van de houten latten, eveneens het voordeel dat de esthetische kenmerken, meer bepaald de visuele indruk die het bevestigingsprofiel heeft, beïnvloed kunnen worden en aanpasbaar zijn aan de wens van de gebruiker.

Bij voorkeur stemt genoemde lengte hoofdzakelijk overeen met de genoemde hoogte van het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel. Daarmee stemt de lengte van het lichaam ook overeen met de tussenafstand tussen de twee benen. Als gevolg zijn de benen verbonden met de longitudinale einden van het lichaam, waardoor het hulpstuk een U-vorm krijgt waarbij de U hoofdzakelijk rechte hoeken heeft.

Bij voorkeur strekken de benen zich licht convergerend uit vanaf het lichaam, zodat de benen, door een elasticiteit van het hulpstuk, klemmen rond het bevestigingsprofiel na het positioneren van het hulpstuk. Door de elasticiteit van het hulpstuk, kunnen de benen die zich in rust licht convergerend uitstrekken, in een evenwijdige positie gebracht worden ten opzichte van elkaar door het uitoefenen van een kracht. In deze evenwijdige positie kan het hulpstuk gepositioneerd worden over het bevestigingsprofiel, waarna het hulpstuk losgelaten wordt zodanig dat, door de elasticiteit van het hulpstuk, de benen terug naar de convergerende positie bewegen. Hiermee wordt het bevestigingsprofiel vastgeklemd tussen de benen van het hulpstuk. Op zodanige wijze kunnen hulpstukken geplaatst worden op een bevestigingsprofiel zelfs wanneer het hulpstuk aan een onderzijde van het bevestigingsprofiel geplaatst moet worden. Zonder de klemmende functie zou een hulpstuk dat onderaan het bevestigingsprofiel geplaatst wordt door de zwaartekracht naar beneden vallen, of vastgehouden moeten worden. De klemming maakt vasthouding overbodig.

Bij voorkeur heeft het lichaam verder een dikte zodat een noemenswaardige aanslag gevormd wordt voor de houten latten. De breedte van het lichaam van het hulpstuk bepaalt de tussenafstand tussen aangrenzende houten latten. Door het lichaam van een dikte te voorzien, kunnen houten latten bij het plaatsen tegen het bevestigingsprofiel ten minste niet gemakkelijk over het hulpstuk heen schuiven. Namelijk, door de dikte van het lichaam zal de houten lat eerder tegen een zijwand van het lichaam aanstoten. Het hulpstuk vormt daarmee een aanslag voor de houten latten. De aanslag vereenvoudigt verder de werkwijze voor het plaatsen van houten latten, omdat de aanslag ten minste gedeeltelijk een visuele controle van de positie van de houten latten overbodig maakt.

Bij voorkeur is het lichaam balkvormig en vertoont het twee laterale oppervlakken die tegen aangrenzende houten latten aanliggen wanneer het hulpstuk tussen laatstgenoemde geplaatst is. Door het vormen van het lichaam als een balk, waarbij de breedte de tussenafstand tussen aangrenzende houten latten bepaalt, en waarbij twee laterale oppervlakken een aanslag voor deze latten vormen, kan het hulpstuk als een blokje op het bevestigingsprofiel en tussen aangrenzende houten latten geplaatst worden. Daarbij helpen de twee benen aan het lichaam om het lichaam als blokje tussen aangrenzende latten op zijn plaats te houden.

Bij voorkeur strekt ten minste één van de benen zich in de breedterichting voorbij het lichaam uit zodat de ten minste één van de benen achter de houten latten liggen wanneer deze tegen het lichaam aanliggen. Doordat de benen zich in de breedterichting voorbij het lichaam uitstrekken, wordt het hulpstuk vastgehouden door de houten latten die tegen het hulpstuk aanliggen. In de praktijk worden houten latten bijvoorbeeld via schroeven of nagels aan het bevestigingsprofiel bevestigd. Na het op zodanige wijze bevestigen van de houten latten, is het hulpstuk vast bevestigd over het bevestigingsprofiel. Namelijk de benen die zich in de breedterichting verder uitstrekken dan de breedte van het lichaam komen achter de houten latten te zitten. De houten latten liggen namelijk tegen het lichaam aan. Daarmee wordt het hulpstuk vast bevestigd samen met de vaste bevestiging van de houten latten.

Bij voorkeur zijn de twee benen breder dan het lichaam en steken ze aan weerszijde van het lichaam uit.

Door de twee benen van een breedte te voorzien die breder is dan de breedte van het lichaam, strekken de benen zich aan weerswijze van het lichaam uit in de breedterichting. Hierdoor kunnen de benen eenvoudig achter de houten latten gehaakt worden.

Bij voorkeur is het hulpstuk vervaardigd uit een materiaal dat hoofdzakelijk UV-bestendig is. Aangezien de hulpstukken voornamelijk gebruikt zullen worden om wanden te bekleden met houten latten, zullen de hulpstukken typisch in daglicht, of soms zelfs in zonlicht komen te staan. Door de hulpstukken UV-bestendig te maken, kan verkleuring of aantasting van het materiaal van de hulpstukken verminderd worden.

Bij voorkeur is het hulpstuk vervaardigd uit kunststof. Meer bij voorkeur is het hulpstuk vervaardigd uit een gerecycleerd kunststof. Alternatief is het hulpstuk vervaardigd uit aluminium. Deze materialen blijken uitermate geschikt voor het vervaardigen van hulpstukken. Zo kunnen kunststoffen hulpstukken in verschillende kleuren geproduceerd worden, en zullen aluminium hulpstukken sterk licht reflecterende eigenschappen hebben. Coatings kunnen verder voorzien worden om visuele eigenschappen te beïnvloeden en/of om het materiaal van het hulpstuk te beschermen tegen externe invloeden.

Bij voorkeur bevat ten minste één van de benen een bevestigingselement voor het bevestigen van een vasthoudstrook zodanig dat wanneer aan weerszijde van de houten lat een hulpstuk geplaatst is, een vasthoudstrook over de houten lat tussen de twee hulpstukken geplaatst kan worden teneinde de houten latten vast te houden. Een dergelijk hulpstuk kan gebruikt worden om de houten lat op zijn plaats te houden wanneer de houten lat nog niet bevestigd is tegen het bevestigingselement. De vasthoudstrook laat verder toe om de houten latten te lijmen tegen het bevestigingselement. Lijmen zijn in de afgelopen jaren in kwaliteit en toepassingsgebeid sterk geëvolueerd, waardoor het verlijmen van houten latten mogelijk is. Echter de lijm heeft tijd nodig om uit te harden en gedurende deze tijd moet de houten lat op zijn plaats gehouden worden tegen het bevestigingselement. De vasthoudstrook kan hiervoor toegepast worden. Daarbij wordt bij voorkeur een hulpstuk gebruikt dat klemt op het bevestigingselement met een voldoende hoge klemkracht, waarna de houten lat, tussen twee hulpstukken, via een vasthoudstrook vastgehouden wordt tegen het bevestigingselement.

De uitvinding bevat verder een set van een hulpstuk en een vasthoudstrook.

Bij voorkeur is de vasthoudstrook vervaardigd uit een materiaal dat bio-afbreekbaar is. Een bio-afbreekbaar materiaal is bekend, en breekt af over een tijdspanne.

Daarbij kan het afbreken van het materiaal door water en/of zuurstof getriggerd worden. Wanneer een houten lat gelijmd wordt tegen een bevestigingselement heeft de lijm een tijdsperiode nodig om uit te harden. Het bio-afbreekbaar materiaal wordt dan zodanig gekozen dat de afbreektijd van de vasthoudstrip groter is dan de tijdsperiode die de lijm nodig heeft om uit te harden. Op deze manier kunnen houten latten gemonteerd worden via bevestigingsstrips die vanzelf afbreken wanneer de lijn uitgehard is.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekeningen laat : figuur 1 een zijaanzicht zien van een hulpstuk volgens een voorbeeld van de uitvinding; figuur 2 doorsnede AA zien van het hulpstuk van figuur 1; figuur 3 doorsnede BB zien van het hulpstuk van figuur 2; figuur 4 een perspectiefzicht zien van een hulpstuk volgens een voorbeeld volgens de uitvinding; figuur 5 een set houten latten zien die op een bevestigingsprofiel bevestigd zijn en waar de uitvinding kan toegepast worden; en figuur 6 een hulpstuk volgens een verder voorbeeld volgens de uitvinding zien toegepast bij het plaatsen van houten latten aan een bevestigingsprofiel.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.

Figuren 1, 2, 3 en 4 tonen verschillende aanzichten van een hulpstuk volgens de uitvinding. Het hulpstuk heeft een lichaam 1 en twee benen 2, 3. Het lichaam is balkvormig, waarbij de balk vol of hol kan zijn. In figuur 2 is een voorbeeld getoond van een hol balkvormig lichaam. Het hol vormen van het lichaam, waarbij een holte aan de onderzijde van het lichaam gevormd is, de onderzijde zijnde de zijde die naar het bevestigingsprofiel 5 gericht is bij gebruik, heeft meerdere voordelen. Door het lichaam hol te vormen, kan de materiaaldikte van het lichaam over het volledige lichaam nagenoeg gelijk gehouden worden, hetgeen productietechnisch voordelen heeft. Wanneer het hulpstuk uit kunststof vervaardigd is via spuitgieten, zal een constante wanddikte resulteren in minimale interne spanningen in het hulpstuk. Een verder voordeel van het holle lichaam waarbij de holte richting het bevestigingselement gericht is, is dat wanneer houten latten gelijmd worden tegen het bevestigingselement overtollige lijm in de holte opgenomen kan worden. Dit vergemakkelijkt het proces van het plaatsen van houten latten tegen een bevestigingselement via verlijming.

Het lichaam 1 vertoont een breedte BI, een lengte L en een dikte D. Daarbij stemt de breedte BI overeen met de gewenste tussenafstand tussen aangrenzende houten latten.

Deze tussenafstand is typisch voorafbepaald. Als voorbeeld kunnen lichamen gevormd worden met een breedte BI die voorafbepaald is en die groter is dan 0,5 cm, bij voorkeur groter dan 1,0 cm en die bij voorkeur kleiner is dan 7 cm, bij voorkeur kleiner is dan 5 cm. De lengte L van het lichaam stemt hoofdzakelijk overeen met de hoogte van het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel 5 waar het hulpstuk zal toegepast worden. Daarbij is het hulpstuk zodanig gevormd dat het de volledige zone van de frontale oppervlakte van het bevestigingsprofiel dat gelegen is tussen twee aangrenzende houten latten kan bedekken. De dikte D van het lichaam zorgt ervoor dat houten latten, die tegen het bevestigingsprofiel aangedrukt worden en langs het profiel heen schuiven, tegen het hulpstuk dat op het profiel geplaatst is, aanslaan. Om een voldoende betrouwbare aanslag te krijgen, is de dikte van het lichaam bij voorkeur groter dan 2 mm, meer bij voorkeur groter dan 3 mm, meest bij voorkeur groter dan 4 mm.

Het hulpstuk volgens de uitvinding heeft verder twee benen 2, 3, die aan de longitudinale einden van het lichaam 1 bevestigd zijn. De benen 2, 3 staan haaks op het lengte-breedte vlak van het lichaam 1, en strekken zich hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar uit. De benen 2, 3 hebben breedte B2 die bij voorkeur groter is dan de breedte BI van het lichaam. Hierdoor strekken de benen zich in de breedterichting verder uit dan het lichaam 1. Als gevolg haken de benen achter een houten lat wanneer de houten lat tegen het lichaam aanleunt. Hierdoor komt het hulpstuk vast te zitten achter de houten lat, wanneer de houten lat bevestigd wordt tegen het bevestigingselement. Alternatief aan benen met een breedte B2 die groter is dan de breedte BI van het lichaam, zijn benen die uit twee delen bestaan. Daarbij strekt één deel van het been zich in de breedterichting verder uit dan het lichaam aan één zijde daarvan, terwijl het andere deel zich aan de andere zijde van het lichaam zich in de breedterichting uitstrekt voorbij het lichaam. Op die manier kan het ene brede been uit de figuren vervangen worden door een technisch equivalente oplossing, zijnde een been dat uit twee smalle delen bestaat. Als verder alternatief kan een lichaam voorzien worden van een been dat zich slechts aan één van de zijden van het lichaam in de breedterichting uitstrekt. Zulk een hulpstuk kan dan door slechts één houten lat vastgehouden worden, hetgeen niet optimaal is maar in sommige toepassingen misschien voldoende.

De benen zijn bij voorkeur zodanig geplaatst op het lichaam, dat ze rond het bevestigingsprofiel 5 kunnen klemmen teneinde het hulpstuk op het bevestigingselement vast te houden. Daarbij zijn meerdere mogelijkheden om de klemming te realiseren. Volgens een eerste mogelijkheid worden de benen hoofdzakelijk evenwijdig doch licht convergerend geplaatst op het lichaam zodanig dat de tussenafstand tussen de benen ter plaatse van het lichaam groter is dan de tussenafstand tussen de benen verder weg van het lichaam. Daarbij is het lichaam typisch vervaardigd uit een elastisch materiaal (elk materiaal zoals kunststof en aluminium vertoont een zekere elasticiteit), zodanig dat de benen door een externe kracht naar een niet-convergerende positie gebracht kunnen worden (of minder convergerend) zodanig dat de benen over het bevestigingselement geschoven kunnen worden. Wanneer de externe kracht weggenomen wordt, zullen de benen zich terug naar hun oorspronkelijk, convergerende positie bewegen, waardoor het bevestigingselement geklemd wordt tussen de benen. Als alternatief, zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3, kunnen de benen voorzien worden van een klemribbel 4, die aan de binnenzijde van de benen gevormd is en die het contactpunt tussen de benen en het bevestigingsprofiel bepaalt. De ribbel brengt het contactpunt naar binnen, door aan de binnenzijde van de benen geplaatst te zijn, waardoor eenzelfde effect bekomen wordt als met het convergerend plaatsen van de benen op het lichaam. Bij voorkeur heeft de ribbel een toenemende dikte in de richting weg van het lichaam. Verder kunnen meerdere dergelijke ribbels voorzien worden op elk van de benen. Zoals getoond in de figuren, kunnen twee ribbels per been voorzien worden, aan de binnenzijde van de benen, en op een afstand van elkaar.

De dikte D van het lichaam 1 heeft als gevolg dat twee laterale aanslagvlakken 8 gevormd worden aan het lichaam, waar de houten latten tegen kunnen gedrukt worden bij plaatsen.

Figuur 5 toont een opstelling van een oppervlak dat bekleed is door houten latten 6. De houten latten 6 zijn bevestigd op een bevestigingsprofiel 5. Typisch worden houten latten via schroeven of nagels bevestigd op een bevestigingsprofiel. Het bevestigingsprofiel 5 is in de praktijk vaak een houten dwarsbalk. Het bevestigingsprofiel staat typisch haaks op de houten latten 6. De houten latten 6 worden typisch ten opzichte van elkaar evenwijdig geplaatst, en met een voorafbepaalde tussenafstand tussen aangrenzende houten latten 6. Meestal wordt een vaste tussenafstand gekozen en aangehouden als tussenafstand voor het gehele oppervlak. Alternatief kan een repetitief patroon gekozen worden of kunnen enkele voorafbepaalde tussenafstanden in een willekeurige volgorde gerangschikt worden om een wand te bekleden met de houten latten. Typisch worden de houten latten tegen twee of meerdere bevestigingsprofielen 5 bevestigd. Om de houten latten evenwijdig aan elkaar te plaatsen, is het vereist dat de tussenafstand tussen twee latten bij het ene bevestigingsprofiel gelijk is aan de tussenafstand tussen deze latten op het ander bevestigingsprofiel. Hierdoor is, zelfs wanneer de tussenafstand willekeurig gekozen mag worden, het toch noodzakelijk om de tussenafstand te bepalen en te handhaven over de verschillende bevestigingselementen. Het bevestigingsprofiel is niet noodzakelijk een houten balk, maar kan eveneens een metalen steunbalk zijn. Hoewel de uitvinding in het bijzonder ontwikkeld is, en bedoeld is voor het plaatsen van houten latten, kan de uitvinding eveneens toegepast worden voor het plaatsen van kunststof of metalen latten om een oppervlak te bekleden. De uitvinding is daarom niet beperkt tot een hulpstuk dat exclusief is voor het plaatsen van houten latten, maar hulpstukken die bedoeld zijn voor het plaatsen van metalen of kunststof latten en die gebruikt zouden kunnen worden voor het plaatsen van houten latten, vallen eveneens onder de beschermingsomvang.

Figuur 6 toont een hulpstuk 1 dat toegepast is bij het plaatsen van houten latten 6 op een bevestigingsprofiel 5. Het hulpstuk 1 is over het bevestigingsprofiel 5 geschoven zodanig dat het lichaam van het hulpstuk tegen het bevestigingsprofiel 5 aanligt. Verder is het hulpstuk geplaatst met het lichaam tegen de houten lat 6, waardoor de benen 2, 3 van het hulpstuk ten minste gedeeltelijk onder de houten lat komen te zitten. Door aangrenzende balken 6 aan weerszijden van het hulpstuk tegen het lichaam 1 van het hulpstuk aan te drukken, wordt de tussenafstand tussen de balken 6 bepaald door de breedte van het lichaam 1. Dit maakt het meten van de tussenafstand tussen aangrenzende balken 6 overbodig bij het plaatsen. Verder toont figuur 6 hoe het lichaam het bevestigingsprofiel 5 in de zone afdekt tussen aangrenzende houten latten. Door het hulpstuk te vervaardigen bijvoorbeeld met een mat zwart oppervlak, zal daarom de visuele indruk van het bevestigingsprofiel 5 geminimaliseerd worden, hetgeen de houten latten 6 esthetisch gezien beter tot hun recht laat komen.

Figuur 6 toont een hulpstuk volgens een verder voorbeeld van de uitvinding. Dit hulpstuk bevat bevestigingselementen waar een vasthoudstrook 7 aan bevestigd kan worden. De bevestigingselementen zijn bij voorkeur verbonden met de benen van het hulpstuk.

Alternatief kan het bevestigingselement verbonden worden met het lichaam van het hulpstuk. Door een vasthoudstrook over een houten lat 6 te spannen tussen twee hulpstukken volgens de uitvinding die aan weerszijden van de houten lat geplaatst zijn, zoals weergegeven is in figuur 6, kan de houten lat 6 op zijn plaats gehouden worden ten opzichte van het bevestigingsprofiel. Voor een dergelijke toepassing worden bij voorkeur hulpstukken gebruikt die een hoge klemkracht op het bevestigingsprofiel kunnen uitoefenen. Alternatief kan het hulpstuk bevestigd worden aan het bevestigingsprofiel via nagels, schroeven, nietjes, krimpnagels of andere bevestigingsmiddelen. Daarbij kan het hulpstuk via bevestigingsmiddelen vastgemaakt worden ter plaatse van zijn benen, waardoor de bevestigingsmiddelen niet zichtbaar zijn in een frontaal aanzicht.

Door de houten latten 6 vast te houden via een vasthoudstrook 7 die met de hulpstukken 1 verbonden is, kan een houten lat gedurende een tijdsperiode vastgehouden worden. Daarmee kan de houten lat bijvoorbeeld via verlijming bevestigd worden aan het bevestigingsprofiel.

Door de houten lat gedurende een tijdsperiode vast te houden, en te drukken tegen het bevestigingsprofiel, heeft de lijm tijd om uit te harden. In een dergelijke configuratie, is de vasthoudstrook bij voorkeur vervaardigd uit een bio-afbreekbaar materiaal. Het bio-afbreekbaar materiaal breekt af over een tijdsspanne die bij voorkeur groter is dan de tijd die de lijm nodig heeft om te drogen. Daarmee is geen verdere nabewerking nodig bij het plaatsen van de houten latten. Wanneer de vasthoudstrook niet bio-afbreekbaar zou zijn, moet deze verwijderd worden nadat de lijm uitgehard is. Een bio-afbreekbare vasthoudstrook breekt af en kan bijvoorbeeld via regen wegspoelen. Het verlijmen van houten latten tegen een bevestigingsprofiel heeft het voordeel dat geen bevestigingselementen (zoals schroeven of nagels) zichtbaar zijn aan de voorzijde van het oppervlak.

Bovenstaande beschrijving en de bijgevoegde figuren geven voorbeelden weer van hulpstukken volgens de uitvinding. Deze voorbeelden mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkend voor de uitvinding. De beschermingsomvang is bepaald door de conclusies, waarvan deze voorbeelden slechts enkele uitvoeringsvoorbeelden zijn.

Claims (13)

1. Conclusies

   1. Hulpstuk voor het plaatsen van houten latten tegen een bevestigingsprofiel om een oppervlak te bekleden met de houten latten, welk hulpstuk een lichaam bevat met een lengte en een breedte, dat voorzien is om tegen het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel te liggen, welke breedte de tussenafstand tussen aangrenzende latten bepaalt, waarbij het hulpstuk verder twee benen bevat die hoofdzakelijk haaks op het lengte-breedte vlak van het lichaam en op een afstand van elkaar in de lengterichting staan, waarbij genoemde afstand hoofdzakelijk gelijk is aan een hoogte van het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel zodat het hulpstuk met twee benen over het bevestigingsprofiel plaatsbaar is waardoor het bevestigingsprofiel zich tussen de twee benen uitstrekt, waarbij het lichaam verder een dikte heeft zodat het een aanslag vormt voor de houten latten.
2. 2. Hulpstuk volgens conclusie 1, waarbij genoemde lengte hoofdzakelijk overeenstemt met de genoemde hoogte van het frontale oppervlak van het bevestigingsprofiel.
3. 3. Hulpstuk volgens conclusie 1 of 2, waarbij de benen zich licht convergerend uitstrekken vanaf het lichaam zodat de benen, door een elasticiteit van het hulpstuk, klemmen rond het bevestigingsprofiel na het positioneren van het hulpstuk.
4. 4. Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het lichaam balkvormig is en twee laterale oppervlakken vertoont die tegen aangrenzende houten latten aanliggen wanneer het hulpstuk tussen laatstgenoemde geplaatst is.
5. 5. Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de benen zich in de breedterichting uitstrekt voorbij het lichaam zodat de ten minste één van de benen achter de houten latten liggen wanneer deze tegen het lichaam aanliggen.
6. 6. Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de benen breder is dan het lichaam.
7. 7. Hulpstuk volgens conclusie 6, waarbij de twee benen breder zijn dan het lichaam en aan weerszijden van het lichaam uitsteken.
8. 8. Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het hulpstuk vervaardigd is uit een materiaal dat hoofdzakelijk UV-bestendig is.
9. 9. Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het hulpstuk vervaardigd is uit kunststof.
10. 10. Hulpstuk volgens één van de conclusies 1 tot 8, waarbij het hulpstuk vervaardigd is uit aluminium.
11. 11. Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de benen een bevestigingselement bevat voor het bevestigen van een vasthoudstrook zodanig dat wanneer aan weerszijden van een houten lat een hulpstuk geplaatst is, een vasthoudstrook over de houten lat tussen de twee hulpstukken geplaatst kan worden teneinde de houten lat vast te houden.
12. 12. Set bevattende een hulpstuk volgens conclusie 12, en een vasthoudstrook.
13. 13. Set volgens conclusie 12, waarbij de vasthoudstrook vervaardigd is uit een materiaal dat bioafbreekbaar is.