BE1020771A3 - Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen. - Google Patents

Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen. Download PDF

Info

Publication number
BE1020771A3
BE1020771A3 BE201200447A BE201200447A BE1020771A3 BE 1020771 A3 BE1020771 A3 BE 1020771A3 BE 201200447 A BE201200447 A BE 201200447A BE 201200447 A BE201200447 A BE 201200447A BE 1020771 A3 BE1020771 A3 BE 1020771A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pin
spring
roof
sleeve
carriage
Prior art date
Application number
BE201200447A
Other languages
English (en)
Inventor
Erik Rogiers
Original Assignee
Versus Invest
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Versus Invest filed Critical Versus Invest
Priority to BE201200447A priority Critical patent/BE1020771A3/nl
Priority to ES13174134.0T priority patent/ES2531490T3/es
Priority to EP13174134.0A priority patent/EP2679423B1/en
Priority to PL13174134T priority patent/PL2679423T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020771A3 publication Critical patent/BE1020771A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • B60J7/06Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with non-rigid element or elements
    • B60J7/061Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with non-rigid element or elements sliding and folding
    • B60J7/062Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with non-rigid element or elements sliding and folding for utility vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/08Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of non-sliding type, i.e. movable or removable roofs or panels, e.g. let-down tops or roofs capable of being easily detached or of assuming a collapsed or inoperative position
    • B60J7/10Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of non-sliding type, i.e. movable or removable roofs or panels, e.g. let-down tops or roofs capable of being easily detached or of assuming a collapsed or inoperative position readily detachable, e.g. tarpaulins with frames, or fastenings for tarpaulins
    • B60J7/102Readily detachable tarpaulins, e.g. for utility vehicles; Frames therefor
    • B60J7/104Fastening means for tarpaulins
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/06Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips
    • F16B5/0692Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining flexible sheets to other sheets or plates or to strips or bars
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B21/00Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings
    • F16B21/10Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings by separate parts
    • F16B21/16Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings by separate parts with grooves or notches in the pin or shaft
    • F16B21/18Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings by separate parts with grooves or notches in the pin or shaft with circlips or like resilient retaining devices, i.e. resilient in the plane of the ring or the like; Details
    • F16B21/186Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings by separate parts with grooves or notches in the pin or shaft with circlips or like resilient retaining devices, i.e. resilient in the plane of the ring or the like; Details external, i.e. with contracting action
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B7/00Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
    • F16B7/04Clamping or clipping connections
    • F16B7/044Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship
    • F16B7/0446Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for tubes using the innerside thereof
    • F16B7/0473Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for tubes using the innerside thereof with hook-like parts gripping, e.g. by expanding, behind the flanges of a profile

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)
  • Insertion Pins And Rivets (AREA)

Description

"Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen"
De huidige uitvinding heeft betrekking op een loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen. Een dergelijk schuifdak wordt gevormd door een dakzeil; daktogen voor het ondersteunen van het dakzeil, welke daktogen aan beide uiteinden voorzien zijn van een loopwagen met ten minste twee nagenoeg vertikale loopwieltjes en ten minste één nagenoeg horizontaal loopwieltje; en door dakprofielen met een eerste rail voor de vertikale loopwieltjes van de loopwagens en met een tweede rail voor de horizontale loopwieltjes van de loopwagens.
De loopwagen zelf bevat een gestel met een nagenoeg vertikaal gedeelte en een nagenoeg horizontaal gedeelte dat voorzien is om op een uiteinde van één van genoemde daktogen gemonteerd te worden. De buitenzijde van dit gestel is voorzien voor het ondersteunen van het dakzeil. De loopwagen bevat ten minste twee van genoemde vertikale loopwieltjes die op het vertikaal gedeelte van het gestel, aan de binnenzijde daarvan, gemonteerd zijn en verder ten minste één van genoemde horizontale loopwieltjes dat op het horizontaal gedeelte van het gestel, eveneens aan de binnenzijde daarvan, gemonteerd is.
Voor het aan de loopwagen vastmaken van het dakzeil is deze loopwagen tenslotte nog voorzien van vastmaakmiddelen die, enerzijds, bevestigingsmiddelen bevatten dat aan het vertikale gedeelte van het gestel bevestigd zijn en, anderzijds, vergrendelmiddelen die doorheen een gat in de naar beneden omgeplooide rand van het dakzeil in deze bevestigingsmiddelen vergrendeld kunnen worden voor het vastleggen van het dakzeil.
Deze vastmaakmiddelen dienen op de eerste plaats een betrouwbare bevestiging van het dakzeil aan de loopwagens mogelijk te maken. Tijdens het rijden mag het dakzeil immers onder geen omstandigheden loskomen. Verder is het ook belangrijk dat deze vastmaakmiddelen niet losgemaakt en terug vastgemaakt kunnen worden om een ongewenste toegang tot de trailer of vrachtwagen uit te sluiten.
Vooral wanneer de trailer of vrachtwagen voor het transport verzegeld wordt, in het bijzonder door de douane bij internationale transporten, is het ook vereist dat wanneer iemand ongewenst toegang gehad heeft tot de trailer, bijvoorbeeld om daarin smokkelwaar zoals drugs te deponeren, dat dit dan achteraf steeds vastgesteld kan worden. In Europa is er bijvoorbeeld de T.I.R. conventie (Transport International de Marchandises par la Route). Deze conventie is van toepassing op het vervoer van goederen afkomstig uit, of bestemd voor, een niet EU-lidstaat die deze overeenkomst heeft bekrachtigd. De meeste Europese en sommige landen uit het Midden-Oosten zijn toegetreden tot deze conventie. Zij heeft als doel de administratieve formaliteiten van het internationale wegvervoer te vereenvoudigen en te harmoniseren.
De aanduiding T.I.R. is vaak te vinden op vrachtwagens. Deze vrachtwagens zijn voorzien van een door de douane aangebrachte verzegeling, die niet mag worden verbroken. Verbreking ervan is strafbaar. Nadat de verzegeling is aangebracht mag alleen de douane controles verrichten. De voertuigen moeten zo zijn gebouwd dat geen goederen kunnen worden gelost of geladen zonder duidelijke sporen van knoeierij na te laten of zonder de door de douane aangebrachte zegels te verbreken.
In de praktijk worden dakzeilen bijvoorbeeld door middel van blinde klinknagels aan de loopwagens bevestigd. Dergelijke blinde klinknagels kunnen echter uitgeboord worden en door nieuwe klinknagels vervangen worden. Een dergelijke bevestiging is dan volgens de T.I.R. conventie niet toegelaten.
Een ander systeem dat in de praktijk toegepast wordt bestaat uit een pen die aan de buitenzijde van de loopwagen uitsteekt en die aan de binnenzijde daarvan vastgelast is. Deze pen zelf kan dus niet meer vervangen worden. De vergrendeling gebeurt evenwel aan de buitenzijde door middel van een dop die op het uiteinde van de pen vastgeklikt wordt. Deze dop is dus van buitenaf bereikbaar en kan bijgevolg stukgemaakt en verwijderd worden en kan achteraf eenvoudig door een nieuwe dop vervangen worden. Een dergelijke inbraak laat bijgevolg geen sporen na. Een verder nadeel is een kleine dop ook moeilijk steeds correct aan te brengen is aangezien deze dikwijls wat schuin gehouden wordt en aldus niet juist vast komt te zitten.
Bij een verder in de praktijk toegepast systeem bestaan de bevestigingsmiddelen uit een kunststof huls die aan de binnenzijde van het gestel van de loopwagen in een opening daarin bevestigd zijn en voorzien zijn van een longitudinale spleet zodanig dat de huls zich kan openzetten en zich kan vastklikken rond een pen die vanaf de buitenzijde van de loopwagen in deze huls gedrukt wordt. De aanwezigheid van een dergelijke spleet heeft echter het nadeel dat het mogelijk is om via deze spleet de huls wat open te wrikken zodanig dat de pen uit de huls getrokken kan worden.
Het doel van de uitvinding is dan ook een nieuwe loopwagen te verschaffen die deze nadelen niet vertoont en die toelaat om het dakzeil van een trailer of vrachtwagen op een eenvoudige en betrouwbare manier aan de loopwagen te bevestigen, waarbij verhinderd wordt om het dakzeil op de trailer of vrachtwagen los te maken en terug te bevestigen zonder dat dit sporen nalaat.
Tot dit doel is de loopwagen volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen een metalen huls bevatten die aan de binnenzijde van het gestel, op het vertikaal gedeelte daarvan, bevestigd is en een metalen veer die in genoemde metalen huls opgesloten zit en die ten minste een opendrukbaar ringvormig gedeelte bevat, en verder dat genoemde vergrendelmiddelen een metalen pen bevatten met een eerste uiteinde dat een kop vertoont en een tweede uiteinde dat conisch gevormd is, waarbij de pen tussen beide uiteinden voorzien is van ten minste één omtreksgroef en waarbij de pen voorzien is om met haar conisch gevormd tweede uiteinde in genoemde huls, doorheen het ringvormig gedeelte van de metalen veer gedrukt te worden, zodanig dat het conisch gevormde uiteinde het ringvormig gedeelte van de metalen veer open drukt, waarbij dit ringvormig gedeelte van de veer voorzien is om verder over de pen te schuiven en om zodoende in de omtreksgroef van de pen vast te klikken om aldus te verhinderen dat de pen terug uit de huls getrokken kan worden.
Doordat de veer in een metalen huls vastgehouden wordt is het eenvoudig om de pen met haar conisch uiteinde in deze veer te drukken, mede doordat de huls voor een geleiding van de pen zorgt. Het vastklikken van de metalen veer in de omtreksgroef van de metalen pen zorgt ervoor dat de pen niet terug uit de veer getrokken kan worden. De veer zelf is in de gemonteerde toestand op geen enkele manier bereikbaar doordat deze volledig in de gesloten huls opgenomen is. Het volledig uitboren van de pen, en het vervangen van deze pen door een nieuwe, is niet mogelijk doordat deze pen niet vastzit in de huls of in de veer en dus met de boor zal meedraaien.
In een eerste uitvoeringsvorm van de loopwagen volgens de uitvinding is de veer een ringvormige schotelveer.
Een dergelijke veer is normalerwijze niet eenvoudig op een pen aan te brengen. In de loopwagen volgens de huidige uitvinding wordt deze schotelveer echter in de huls vastgehouden waardoor de pen eenvoudig en steeds op een correcte manier in de schotelveer geduwd kan worden.
In een tweede uitvoeringsvorm van de loopwagen volgens de uitvinding wordt de veer gevormd door een veerdraad. Bij voorkeur is deze veerdraad geplooid in de vorm van een haarspeld. Deze haarspeldvorm is verder U-vormig geplooid, waarbij de basis van de U-vorm genoemd ringvormig gedeelte van de veer vormt.
Een dergelijk uit een veerdraad gevormde veer kan eenvoudig vervaardigd worden. De bijzondere vormgeving biedt het voordeel dat het ringvormig gedeelte van de veer eenvoudig op de juiste plaats in de huls vastgehouden kan worden, waarbij toch dit ringvormig gedeelte toch de mogelijkheid gegeven wordt om zich bij het inbrengen van de pen open te zetten. De beide benen van de U-vormig geplooide haarspeldvorm mogen immers tegen de binnenzijde van de huls rusten, waarbij het ringvormig gedeelte van de veer zich nog steeds kan openzetten. Zowel de schotelveer als de haarspeldvormig geplooide draadveer kan op een welbepaalde positie in de lengterichting van de huls geblokkeerd worden, bijvoorbeeld door middel van een deksel waarmee de achterzijde van de huls afgesloten wordt, zodanig dat dit geen bron van speling van de pen in de huls kan vormen. Het dakzeil kan door toepassing van dergelijke veren dus nagenoeg zonder speling tegen de buitenzijde van de loopwagen vastgemaakt worden.
Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een loopwagen volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt echter alleen als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de beschermingsomvang, zoals bepaald door de conclusies, te beperken. De in de beschrijving aangegeven verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgevoegde tekeningen waarin:
Figuur 1 een perspectiefzicht weergeeft op een deel van het dak van een trailer met een dakrail, een daarop aangebrachte loopwagen en een daarbovenop bevestigd dakzeil;
Figuur 2 eenzelfde zicht is als figuur 1 waarbij evenwel het dakzeil van de loopwagen verwijderd werd;
Figuur 3 een perspectiefzicht op de onderzijde van de loopwagen uit de vorige figuren weergeeft;
Figuur 4, op grotere schaal doch eveneens in perspectief, een uiteengenomen zicht weergeeft op de bevestigingsmiddelen die aan de binnenzijde van de loopwagen voor het bevestigen van het dakzeil voorzien zijn;
Figuur 5 een dwarsdoorsnede doorheen het in figuren 1 to 3 weergegeven deel van het dak weergeeft, dit ter plaatse van de bevestigingsmiddelen, waarbij voor de duidelijkheid niet alle doorsneden gearceerd werden;
Figuur 5A op grotere schaal een detail van figuur 5 weergeeft, meer bepaald van de bevestigingsmiddelen en de vergrendelmiddelen waarmee het dakzeil op de loopwagen vastgemaakt is;
Figuren 6 en 6A analoog zijn aan figuren 5 en 5A doch betrekking hebben op een alternatieve uitvoeringsvorm van de bevestigingsmiddelen; en
Figuur 7 een uiteengenomen zicht van deze alternatieve bevestigingsmiddelen is, analoog aan het uiteengenomen zicht van figuur 4.
De uitvinding heeft algemeen betrekking op een loopwagen 1 voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen. Aangezien het in de praktijk meestal om trailers gaat, wordt in de hierna volgende beschrijving enkel nog naar trailers verwezen. Het zal echter duidelijk zijn dat deze beschrijving eveneens betrekking heeft op schuifdaken van vrachtwagens aangezien die identiek zijn aan die van trailers;
In figuren 1 en 2 wordt een deel van een dergelijk schuifdak weergegeven. Het schuifdak bevat op de eerste plaats twee dakprofielen 2 met rails voor de loopwagens 1. De loopwagens 1 zijn in de dwarsrichting van de trailer door middel van daktogen 3 twee aan twee aan elkaar bevestigd. In de langsrichting van de trailer zijn de opeenvolgende loopwagens 1 meestal ook aan elkaar bevestigd, meestal door platen die in het midden kunnen plooien en die er voor zorgen dat ook het dakzeil 4, dat door deze platen, de loopwagens 1 en de daktogen 3 gedragen wordt, bij het openen van het schuifdak correct geplooid wordt. Deze plooibare platen of andere plooimechanismes zijn op zich bekend en werden niet in de figuren weergegeven.
De loopwagens 1 hebben een metalen gestel 5, dat meestal uit een metaalplaat vervaardigd wordt, en dat een nagenoeg vertikaal gedeelte 6 vertoont en een nagenoeg horizontaal gedeelte 7 (waarop het uiteinde van één van de daktogen 3 gemonteerd is). Het gestel 5 heeft een buitenzijde die voorzien is voor het ondersteunen van het dakzeil 4 en een daartegenover gelegen binnenzijde. Op de binnenzijde van het vertikaal gedeelte 6 van het gestel 5 zijn twee achter elkaar geplaatste vertikale loopwieltjes 8 gemonteerd. Deze vertikale loopwieltjes 8 lopen beide in een eerste rail 9 van het dakprofiel 2 en ondersteunen de loopwagen 1. Om de afstand tussen de dakprofielen 2 constant te houden, en om te vermijden dat de vertikale loopwieltjes 8 niet in de rail 9 zouden blijven, is er op de binnenzijde van het horizontaal gedeelte 7 van het gestel 5 een horizontaal loopwieltje 10 gemonteerd. Dit horizontaal loopwieltje 10 loopt in een tweede rail 11 van het dakprofiel waarin het tussen twee vertikale loopvlakken van deze rail 11 gevat is. Het horizontaal loopwieltje 11 verhindert dus een verplaatsing van de loopwagen 1 in een richting dwars op het dakprofiel 2.
De uitvinding heeft nu in het bijzonder betrekking op de vastmaakmiddelen die op de loopwagen 1 voorzien zijn voor het daarop vastmaken van het dakzeil 4. Deze vastmaakmiddelen bevatten, enerzijds, bevestigingsmiddelen 12 die aan de binnenzijde van het gestel 5 tegen het vertikaal gedeelte 6 daarvan bevestigd zijn en, anderzijds, vergrendelmiddelen 13 die doorheen een gat 14 in de naar beneden omgeplooide rand van het dakzeil 4 in de bevestigingsmiddelen 12 vergrendeld kunnen worden voor het vastleggen van het dakzeil 4.
Zoals duidelijk te zien is in figuur 4, bevatten de bevestigingsmiddelen 12 een metalen huls 15 die aan de binnenzijde van het gestel 5, op het vertikaal gedeelte 6 daarvan, bevestigd is en een metalen veer 16 die in die metalen huls 15 opgesloten zit en die een opendrukbaar ringvorming gedeelte 19 vertoont. Voor het opsluiten van de veer 16 is de achterzijde van de metalen huls 15 door middel van een deksel 17 afgesloten. Dit deksel 17 kan op de huls 15 vastgeschroefd of vastgelast zijn doch de voorkeur wordt gegeven aan een deksel 17 dat op de huls gefelst is.
De huls 15 is in een gat 18 in het vertikaal gedeelte 6 van het gestel 5 bevestigd. Dit kan door een verdund uiteinde van deze huls 15 in dit gat 18 vast te schroeven, zoals weergegeven in figuur 5A, of door dit uiteinde in dit gat 18 vast te felsen, zoals weergegeven in figuur 6A. Andere manieren van bevestigen zijn ook mogelijk zoals het vastlassen of vastklinken van de huls 15 in het gat 18.
De vergrendelmiddelen 13 bevatten een metalen pen 20. Een eerste uiteinde van die pen 20 vertoont een kop 21 terwijl een tweede uiteinde 22 van die pen 20 conisch gevormd is. Tussen beide uiteinden is de pen 20 voorzien van ten minste één omtreksgroef 23.De pen 20 is voorzien om met haar conisch gevormd uiteinde 22 in de huls 15, doorheen het ringvormig gedeelte 19 van de metalen veer 16 gedrukt te worden. Hierbij wordt dit ringvormig gedeelte 19 door het conisch gevormd uiteinde 22 van de pen 20 opengedrukt. Voor het vergrendelen van het dakzeil 4 dient de pen 20 dan nog verder in de huls 15 gedrukt te worden totdat de omtreksgroef 23 in de pen 20 ter hoogte van het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16 komt zodanig dat dit ringvormig gedeelte 19 in de omtreksgroef 23 van de pen 20 vastklikt. Vanaf dat ogenblik is het niet meer mogelijk om de pen 20 nog terug uit de huls 15 te trekken en is het dekzeil 4 aldus aan de loopwagen 1 vergrendeld.
In de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 5 wordt de metalen veer 16 gevormd door een veerdraad (zie in het bijzonder figuur 4). Deze veerdraad is vooreerst geplooid in de vorm van een haarspeld, dus met in het midden een haarspeldbocht. Deze haarspeldvorm is dan verder U-vormig geplooid, waarbij de basis van de U-vorm het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16, dat voorzien is om in de omtreksgroef 23 van de pen 20 vast te klikken, vormt.
De aldus geplooide veer 16 wordt via het achterste uiteinde van de huls 15 in deze huls ingebracht, met het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16 naar voor gericht. De veer 16 is zodanig geplooid dat de beide benen 24 van de veer tegen de binnenzijde van de huls 15 rusten, waarbij bij voorkeur de vrije uiteinden van beide benen 24 in deze huls 15 vastgeklemd zitten. Ter plaatse van het ringvormig gedeelte van de veer is de diameter van de veer wat kleiner zodanig dat dit ringvormig gedeelte 19 zich kan openzetten wanneer de pen 20 daarin geduwd wordt.
Het deksel 17 dat het achterste uiteinde van de huls 15 afsluit drukt bij voorkeur tegen de veer 16, in het bijzonder tegen de vrije uiteinden van de benen 24 daarvan, zodanig dat de veer in de axiale richting in de huls 15 vastzit. Op die manier ontstaat aldus geen speling op de in die veer 16 ingebrachte pen 20. Aan de voorzijde van de huls 15 vertoont deze een naar binnen gerichte rand 25 waartegen de voorzijde van de veer 16, in het bijzonder het ringvormig gedeelte 19 daarvan, rust. Deze naar binnen gerichte rand 25 is bij voorkeur schuin gericht. Op die manier wordt bekomen dat wanneer op de in de veer 16 vastgeklikte pen 20 een trekkracht uitgeoefend wordt, het ringvormig gedeelte 19 niet alleen naar de rand 25 toe getrokken wordt, maar dat bovendien die schuine rand 25 het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16 nog steviger in de omtreksgroef 23 van de pen drukt. Op die manier is het dus totaal onmogelijk om de pen 20 uit de huls 15 te trekken. Door de aanwezigheid van de huls 15, is het ook niet mogelijk om op één of andere manier het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16 open te drukken.
Een belangrijk kenmerk van de pen 20 is ten slotte nog dat de daarin aangebrachte omtreksgroef 23 de pen 20 toelaat van in het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16, dat in deze groef 23 vastgeklikt is, rond haar langsas rond te draaien. Dit kan doordat de groef 23 voldoende diep is of doordat de bodem daarvan afgerond is en bij voorkeur cirkelvormig is. Wanneer men zou trachten om de pen 20 uit de loopwagen te boren, zal de pen 20 op die manier met de boor meedraaien waardoor het volledig uitboren van de pen 20 onmogelijk wordt. Het zal dus niet mogelijk zijn om een beschadigde pen 20, waarvan bijvoorbeeld de kop 21 afgeslepen werd om het dakzeil 4 te kunnen openen, te vervangen door een nieuwe pen 20.
In figuren 6 en 7 is een variante uitvoeringsvorm van de bevestigingsmiddelen 12 weergegeven. Deze bevestigingsmiddelen 12 bevatten eveneens de huls 15 die nu evenwel over een grotere afstand tegen de pen 20 aansluit om deze optimaal te geleiden. De haarspeldvormig geplooide draadveer is verder vervangen door een ringvormige schotelveer 26. Deze schotelveer 26 heeft een buitenste concaaf randgedeelte 27 dat naar de achterzijde van de huls 15 gericht is, dus naar het deksel 17 dat het achterste uiteinde daarvan afsluit. De schotelveer 26 heeft verder nog een binnenste concaaf randgedeelte 28, dat het ringvormig gedeelte 19 van de veer 26 vormt en dat tegen de pen 20 klemmend tegen de pen aansluit. Dit binnenste concaaf randgedeelte 28 is naar de voorzijde van de huls 15 gericht. Het draagt ertoe bij dat de pen 20 eenvoudig in het gat in deze schotelveer 26 gedrukt kan worden doch dat de pen 20 vervolgens niet meer opnieuw uit deze schotelveer 26 getrokken kan worden, ten minste niet wanneer het binnenste ringvormig gedeelte 19 van de schotelveer 26 in de omtreksgroef 23 in de pen 20 vastgeklikt is. Bij het uitoefenen van een trekkracht op deze pen 20 zal deze de schotelveer 26 immers niet kunnen opendrukken maar zal deze eerder nog verder dicht drukken.
In figuur 6A is ten slotte nog te zien dat er in de pen 20 meerdere omtreksgroeven 23 voorzien kunnen worden. De randen van deze omtreksgroeven 23 die zich aan de zijde van het conisch gevormde uiteinde 22 van de pen 20 bevinden zijn bij voorkeur recht, om aldus te verhinderen dat de pen 20 terug uit de veer 16 getrokken kan worden, terwijl de randen van deze groeven 23 die zich aan de zijde van de kop 21 van de pen 20 bevinden bij voorkeur afgeschuind zijn. Op die manier kan de pen 20, zelfs wanneer het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16 zich reeds in één van de eerste omtreksgroeven 22 bevindt, verder in de veer 16 gedrukt worden totdat het ringvormig gedeelte 19 van de veer 16 zich in een volgende omtreksgroef 23, die zich dichter bij de kop 21 van de pen 20 bevindt, vastklikt. Op die manier is het dus steeds mogelijk om het dakzeil 4 tussen de kop 21 van de pen 20 en de zijkant van loopwagen 1 vast te klemmen.
In de figuren is in het dakzeil 4 enkel een gat 14 voor de pen 20 voorzien. Om uitrafelen of inscheuren van het dakzeil 4 ter plaatse van dit gat 14 te voorkomen, is dit in de praktijk echter nog met een metalen omranding verstevigd. Verder is tussen de kop 21 van de pen 20 en het dakzeil 4 een eenvoudige, platte sluitring 29 aangebracht. Eventueel kan deze complexer gevormd zijn en kan hij zich bijvoorbeeld gedeeltelijk tot in het gat in het dakzeil uitstrekken om het risico op inscheuren nog verder te beperken.

Claims (10)

1. Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen met: - een dakzeil (4); - daktogen (3) voor het ondersteunen van het dakzeil, welke daktogen aan beide uiteinden voorzien zijn van een loopwagen (1) met ten minste twee nagenoeg vertikale loopwieltjes (8) en ten minste één nagenoeg horizontaal loopwieltje (10); en - dakprofielen (2) met een eerste rail (9) voor de vertikale loopwieltjes (8) van de loopwagens (1) en met een tweede rail (11) voor de horizontale loopwieltjes (10) van de loopwagens, waarbij genoemde loopwagen - een gestel (5) bevat met een nagenoeg vertikaal gedeelte (6) en een nagenoeg horizontaal gedeelte (7), welk gestel een buitenzijde heeft die voorzien is voor het ondersteunen van genoemd dakzeil (4) en een binnenzijde die tegenover genoemde buitenzijde gelegen is, waarbij het horizontaal gedeelte (7) van het gestel (5) voorzien is om op een uiteinde van één van genoemde daktogen (3) gemonteerd te worden; - ten minste twee van genoemde vertikale loopwieltjes (8) die op het vertikaal gedeelte (6) van het gestel (5), aan de binnenzijde daarvan, gemonteerd zijn, - ten minste één van genoemde horizontale loopwieltjes (10) dat op het horizontaal gedeelte (7) van het gestel (5), eveneens aan de binnenzijde daarvan, gemonteerd is; en - vastmaakmiddelen voor het aan de loopwagen (1) vastmaken van het dakzeil (4), welke vastmaakmiddelen bevestigingsmiddelen (12) bevatten die aan het vertikale gedeelte (6) van het gestel (5) bevestigd zijn en vergrendelmiddelen (20) die doorheen een gat (14) in de naar beneden omgeplooide rand van het dakzeil (4) in genoemde bevestigingsmiddelen (12) vergrendeld kunnen worden voor het vastleggen van het dakzeil (4), daardoor gekenmerkt dat genoemde bevestigingsmiddelen (12) een metalen huls (15) bevatten die aan de binnenzijde van het gestel (5), op het vertikaal gedeelte (6) daarvan, bevestigd is en een metalen veer (16) die in genoemde metalen huls (15) opgesloten zit en die ten minste een opendrukbaar ringvormig gedeelte (19) bevat, en dat genoemde vergrendelmiddelen een metalen pen (20) bevatten met een eerste uiteinde dat een kop (21) vertoont en een tweede uiteinde (22) dat conisch gevormd is, waarbij de pen (20) tussen beide uiteinden voorzien is van ten minste één omtreksgroef (23) en waarbij de pen voorzien is om met haar conisch gevormd tweede uiteinde (22) in genoemde huls (15), doorheen het ringvormig gedeelte (19) van de metalen veer (16) gedrukt te worden, zodanig dat het conisch gevormde uiteinde (22) het ringvormig gedeelte (19) van de metalen veer (16) open drukt, waarbij dit ringvormig gedeelte (19) van de veer (16) voorzien is om verder over de pen (20) te schuiven en om zodoende in de omtreksgroef (23) van de pen (20) vast te klikken om aldus te verhinderen dat de pen (20) terug uit de huls (15) getrokken kan worden.
2. Loopwagen volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de pen ten minste twee omtreksgroeven bevat, waarbij ten minste de omtreksgroef die zich het dichtst aan het conisch gevormde tweede uiteinde van de pen bevindt één schuine kant vertoont zodanig dat de pen verder in het ringvormig gedeelte van de veer gedrukt kan worden totdat dit ringvormig gedeelte van de veer in de volgende omtreksgroef vast klikt.
3. Loopwagen volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat genoemde veer een ringvormige schotelveer is.
4. Loopwagen volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat genoemde veer gevormd wordt door een veerdraad.
5. Loopwagen volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de genoemde veerdraad geplooid is in de vorm van een haarspeld, welke haarspeldvorm verder U-vormig geplooid is, waarbij de basis van de U-vorm genoemd ringvormig gedeelte van de veer vormt.
6. Loopwagen volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de beide benen van de U-vormig geplooide haarspeldvorm tegen de binnenzijde van de huls rusten.
7. Loopwagen volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat het ringvormig gedeelte van de veer tegen een naar binnen gerichte rand van de huls rust terwijl ten minste één van de benen van de U-vormig geplooide haarspeldvorm tegen een deksel, dat de huls aan de andere zijde afsluit, rust.
8. Loopwagen volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat genoemde naar binnen gerichte rand van de huls schuin gericht is om het ringvormig gedeelte van de veer in de omtreksgroef van de pen te drukken wanneer op die pen een trekkracht uitgeoefend wordt in de vergendelde positie van de pen.
9. Loopwagen volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat genoemde huls in een gat in het vertikaal gedeelte van het gestel van de loopwagen bevestigd is, in het bijzonder door de huls in dit gat vast te schroeven, vast te lassen, vast te felsen of vast te klinken.
10. Loopwagen volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de omtreksgroef in de pen voorzien is om, wanneer het ringvormig gedeelte van de veer in deze groef vastgeklikt is, de pen toe te laten van rond haar langsas te draaien.
BE201200447A 2012-06-29 2012-06-29 Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen. BE1020771A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200447A BE1020771A3 (nl) 2012-06-29 2012-06-29 Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen.
ES13174134.0T ES2531490T3 (es) 2012-06-29 2013-06-27 Carro para un techo de tráiler o camión
EP13174134.0A EP2679423B1 (en) 2012-06-29 2013-06-27 Carriage for a roof of a trailer or truck
PL13174134T PL2679423T3 (pl) 2012-06-29 2013-06-27 Wózek do dachu przyczepy lub samochodu ciężarowego

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200447 2012-06-29
BE201200447A BE1020771A3 (nl) 2012-06-29 2012-06-29 Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020771A3 true BE1020771A3 (nl) 2014-04-01

Family

ID=48669828

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200447A BE1020771A3 (nl) 2012-06-29 2012-06-29 Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2679423B1 (nl)
BE (1) BE1020771A3 (nl)
ES (1) ES2531490T3 (nl)
PL (1) PL2679423T3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2014183739A1 (de) 2013-05-17 2014-11-20 European Trailer Systems Gmbh Befestigungseinrichtung für eine plane

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102013008578B3 (de) * 2013-05-17 2014-07-31 Edscha Trailer Systems Gmbh Befestigungseinrichtung für eine Plane
EP3006240A1 (en) 2014-10-07 2016-04-13 Versus-Invest System with tensioning strap runners for suspending a curtain of a curtain-sided vehicle
CN109177851B (zh) * 2018-09-19 2023-11-28 苏州江南航天机电工业有限公司 重型设备运输装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3209284A1 (de) * 1982-03-13 1983-09-15 Karl 6969 Hardheim Hock Vorrichtung zur loesbaren verbindung zweier zusammengesteckter bauteile
US20050207866A1 (en) * 2002-05-02 2005-09-22 Attanasio Gerard E Structural fasteners and components thereof
EP2218602A1 (de) * 2009-02-17 2010-08-18 Schmitz Cargobull AG Schiebeplanenaufbau eines Nutzfahrzeugs

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3209284A1 (de) * 1982-03-13 1983-09-15 Karl 6969 Hardheim Hock Vorrichtung zur loesbaren verbindung zweier zusammengesteckter bauteile
US20050207866A1 (en) * 2002-05-02 2005-09-22 Attanasio Gerard E Structural fasteners and components thereof
EP2218602A1 (de) * 2009-02-17 2010-08-18 Schmitz Cargobull AG Schiebeplanenaufbau eines Nutzfahrzeugs

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2014183739A1 (de) 2013-05-17 2014-11-20 European Trailer Systems Gmbh Befestigungseinrichtung für eine plane
RU2633820C2 (ru) * 2013-05-17 2017-10-18 Юропиен Трейлер Системс Гмбх Крепежное приспособление для тента

Also Published As

Publication number Publication date
EP2679423B1 (en) 2014-12-03
PL2679423T3 (pl) 2015-05-29
EP2679423A1 (en) 2014-01-01
ES2531490T3 (es) 2015-03-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020771A3 (nl) Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen.
US8919853B2 (en) Integrated step and grab-handle system for tailgates
US10538150B2 (en) Flexible tonneau cover assembly
EP1853446A2 (fr) Panneau interieur de porte d'automobile muni d'un pare-soleil
EP2335956B1 (fr) Dispositif d'occultation, véhicule et procédé de fabrication correspondants
CN108463391B (zh) 运输车
EP1784312B1 (fr) Vehicule automobile comprenant une porte coulissante et des moyens pour retenir la porte coulissante en cas d'impact
EP3647093B1 (fr) Dispositif vitré d'un véhicule avec patin de guidage démontable, porte, véhicule et procédé de montage correspondants
FR2726512A1 (fr) Toit ouvrant de vehicule a plusieurs panneaux
NL1030215C2 (nl) Verbeterd bodemframe voor een nestbare rolcontainer.
EP2692561B1 (fr) Dispositif de fermeture d'un compartiment d'un véhicule de transport de marchandises
FR3060471A1 (fr) Vehicule leger comportant un hayon arriere
BE1021948B1 (nl) Loopwagen voor een schuifdak van een trailer of vrachtwagen
FR2903051A3 (fr) Vehicule automobile pourvu d'un dispositif de maintien empechant la chute d'objets a l'ouverture du coffre
EP1902880A1 (fr) Dispositif d'occultation à patins équipés de moyens de rappel, et véhicule automobile correspondant
BE1021988B1 (nl) Sluitsysteem
EP3233585B1 (fr) Support d'enrouleur de ceinture de sécurité arrière d'un véhicule automobile
NL1014953C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
US10245992B2 (en) Loading ramp assembly and a movable cargo transport including the loading ramp assembly
EP1826740B1 (en) Mounting system for a panel
NL2003053C2 (nl) Inrichting voor het weergeven van informatie op een wegvoertuig.
EP1923270A1 (fr) Ensemble de masquage pour un pavillon de véhicule automobile, et véhicule automobile associé
FR2861027A1 (fr) Bache de fermeture de vehicules
EP1798082A2 (fr) Agencement d'un rideau pare-soleil sur une porte de véhicule automobile
WO2016198768A1 (fr) Remorque semi articulée destinée à être attelée à un véhicule tracteur et ensemble attelé comprenant une telle remorque