BE1020542A3

BE1020542A3 - Regelbaar schoengestel.

Info

Publication number: BE1020542A3
Application number: BE2012/0020A
Authority: BE
Inventors: Ming-Te Chen
Original assignee: Chen Ming Te
Priority date: 2011-01-12
Filing date: 2012-01-11
Publication date: 2013-12-03
Also published as: JP2014504926A; RO129140A2; HUP1300732A2; CA2824245A1; NL2008094C2; SG191913A1; NL2008094A; GB201314161D0; EE201300028A; SK500322013A3; SA112330164B1; CN103458743A; MA34899B1; RS20130298A1; US20110174749A1; FI20135757A; LU92247B1; ES2449643A2; ZA201306006B; RU2013137374A

Description

Regelbaar schoengestel Vakgebied van de uitvinding

De onderhavige, uitvinding’ .heef.t_b.et.r.e.kking- op—een--:-----—— regelbaar schoengestel, en meer in het bijzonder, op een regelbaar schoengestel met een bovenste deel dat . scharnierend verbonden is met een onderste deel, waarbij de hoekafstand tussen de twee delen instelbaar is.

Achtergrond van de uitvinding

Een traditionele manier om schoenen op te slaan in winkels omvat doorgaans een I-vormig gestel waarbij slechts · één schoen ondersteund is op het gestel en de andere schoen opgeslagen is achterin de winkel. Wanneer de klanten deze schoenen willen passen, moet de winkelbediende de juiste schoen vinden die overeenstemt met de schoen die geplaatst is op het I-vormig gestel en hierdoor gaat veel wachttijd . verloren. Wanneer de schoenen thuis opgeslagen, worden, worden de schoenen in dozen opgeslagen die in de kast op elkaar worden gestapeld. Hierbij is tijd nodig om de dozen te verwijderen en om de gewenste doos te nemen om de schoenen eruit te halen. Indien de schoenen opgeslagen worden op een lang gestel, dan is veel ruimte nodig om dit groot gestel te monteren. De traditionele manieren voor het opslaan van schoenen voldoen niet aan de vereisten van mensen die in de steden wonen.

De onderhavige uitvinding heeft als doel een schoengestel te verschaffen dat weinig ruimte inneemt en regelbaar· is voor schoenen met verschillende afmetingèn.

Samenvatting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een regelbaar schoengestel en omvat een bovenste deel met een eerste oppervlak, en een eerste scharnierend gedeelte. Een stopplaat strekt zich uit vanaf het eerste oppervlak. Het eerste scharnierend gedeelte heeft een daardoor gevormd gat.

Een onderste .deel heeft een tweede oppervlak en een tweede·* - —- -scharnierend gedeelte met een uitstekend deel dat scharnierend koppelbaar is met het gat van het eerste scharnierend gedeelte. Een regelinrichting is verbonden tussen het bovenste en het onderste deel.

De onderhavige uitvinding zal beter begrepen worden uit de volgende beschrijving wanneer deze gelezen wordt in samenhang met de tekeningen in bijlage die, zuiver ter illustratie, een voorkeursuitvoeringsvorm in overeenstemming met de onderhavige uitvinding tonen.

Korte beschrijving van de tekeningen

Figuur 1 is een opengewerkt aanzicht dat de eerste uitvoeringsvorm van het schoengestel volgens de onderhavige uitvinding toont;

Figuur 2 is een opengewerkt aanzicht dat de tweede uitvoeringsvorm van het schoengestel vólgens de onderhavige uitvinding toont;.

Figuur 3 is een opengewerkt aanzicht dat de derde uitvoeringsvorm van het schoengestel volgens de onderhavige uitvinding toont;

Figuur 4 is een opengewerkt aanzicht dat de vierde uitvoeringsvorm van het schoengestel volgens de onderhavige uitvinding toont;

Figuur 5 is een opengewerkt aanzicht dat de zesde uitvoeringsvorm van het schoengestel volgens de onderhavige uitvinding te tonen;

Figuur 6 is een opengewerkt aanzicht dat de zevende uitvoeringsvorm van het schoengestel volgens de onderhavige uitvinding toont; en

Figuur 7 is een opengewerkt aanzicht dat de achtste uitvoeringsvorm van het schoengestel volgens de onderhavige uitvinding toont.

Gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm

Verwijzend naar figuur 1 omvat het regelbaar schoengestel van de onderhavige uitvinding een bovenste deel 1 met een eerste oppervlak 11 en een eerste scharnierend gedeelte 13, en een stopplaat 12 strekt zich loodrecht uit vanaf een onderkant van het eerste oppervlak zodanig dat wanneer een schoen op het eerste oppervlak 11 gezet wordt, de stopplaat 12 verhindert dat het schoen van het eerste oppervlak glijdt wanneer het eerste deel 1 onder een hoek georiënteerd is. Het eerste scharnierend gedeelte 13 heeft een daardoor gevormd gat 131 dat scharnierend verbonden is met een tweede deel 2. Het bovenste deel 1 heeft een uitsparing 14 die gevormd is in een zijkant daarvan en een steun 141 steekt uit vanaf de uitsparing 14 om verbonden te worden met een regelstang 3 om de positie van het eerste deel 1 in te stellen.

Het onderste deel 2 heeft een tweede oppervlak 21 voor het daarop plaatsen van een schoen en een tweede scharnierend gedeelte 22 strekt zich loodrecht.uit vanaf een onderkant van het tweede oppervlak 21. Het tweede scharnierend gedeelte 22 heeft een uitstekend deel 221 dat scharnierend gekoppeld is met het gat 131 van het eerste . ·/' scharnierend gedeelte 13. De zijkant.van het tweede oppervlak 21 van het tweede deel is uitgelijnd met het tweede scharnierend gedeelte 22, en een flens 23 strekt zich uit vanaf het tweede oppervlak 21. De flens 23 heeft een opening 231 en de regelstaaf 3 is verbonden met de opening 231.

Een regelinrichting omvat de regelstaaf 3 die een gebogen staaf is en is verbonden tussen het bovenste en onderste deel 1, 2. De regelstaaf 3 omvat een positioneringsgedeelte 31 met een geleideqroef 311.en __________- -.......

meerdere nokken 312. De steun 141 van het eerste deel 1 is beweegbaar in de geleidegroef 311 en gekoppeld met één van de nokken 312 om de gewenste hoekafstand in te stellen tussen het bovenste en onderste deel 1, 2. Een scharnierpunt ·.

32 strekt zich uit vanaf de regelstaaf 3 en is scharnierend gekoppeld met de opening 231 van de flens 23 van het tweede deel 2. Het scharnierpunt 32 omvat een vergrote kop 321 ’ zodanig dat wanneer het scharnierpunt 32 gekoppeld is met de opening 231, het scharnierpunt 32 niet gescheiden wordt van . de flens 23 van het tweede deel 2.

De eerste en tweede oppervlakken 11, 21 zijn gelegen in verschillende vlakken, zodanig dat de twee schoenen geplaatst kunnen worden op respectievelijk het eerste en tweede oppervlak 11, 21. Dit spaart ruimte in een horizontale richting. Het bovenste deel 1 is scharnierend ten opzichte van het tweede deel 2, en de regelstaaf 3 stelt de hoekafstand in tussen het bovenste en het onderste deel 1, 2 zodanig dat de verschillende types schoenen geplaatst ·' kunnen worden op het bovenste en onderste deel 1, 2. De steun 141 is schuifbaar in de geleidegroef 311 van de regelstaaf 3 en gekoppeld met één van de nokken 312 zodanigi dat de gebruiker gemakkelijk de relatieve standen van de bovenste en onderste delen 1, 2 kan regelen.

Het gat 131 van het bovenste deel 1 en het uitstekend deel 221 van het onderste deel 2 kunnen verwisseld worden ten opzichte van elkaar, hetgeen betekent dat het eerste scharnierend gedeelte 13 van het bovenste deel 1 een uitstekend deel en het tweede scharnierend gedeelte 22 van het onderste deel 2 een gat is. Op gelijkaardige wijze kunnen het scharnierpunt 32 van de regelstaaf 3 en de flens 23 van het onderste deel 2 met elkaar verwisseld worden.

De tweede uitvoeringsvorm in figuur 2 is gebaseerd op de eerste uitvoeringsvorm. De belangrij kste wij ziging.is—dat ---------- meerdere positioneringsgaten 132 gelegen zijn rond het gat 131, en dat meerdere verdikkingen 222 gelegen zijn rond het uitstekend deel 221. Het uitstekend deel 221 is scharnierend gekoppeld met het gat 131 en de verdikkingen 222 zijn gekoppeld met de positioneringsgaten 132. Opnieuw kunnen de positioneringsgaten 132 en de verdikkingen 222 verwisseld worden met elkaar.

De derde uitvoeringsvorm in figuur.3 is gebaseerd op dé, eerste en tweede uitvoeringsvormen. De belangrijkste wijziging is dat het tweede scharnierend gedeelte 22 met een gat 223 en een cirkelvormige flens 2231 zich uitstrekt vanaf een omtrek van het gat 223. De cirkelvormige flens 2231 heeft schroefdraad 2232 die gevormd is in een buitenomtrek daarvan. Een binnenkap 224 heeft een buisvormig gedeelte met ........

een doorgang 2241 die daardoor gevormd is en richels 2242 zijn gevormd op een buitenomtrek van het buisvormig gedeelte. De binnenkap 224 is via schroefdraad verbonden met de schroefdraad 2232 van de cirkelvormige flens 2231. Een buitenkap 225 heeft een uitgespaard gedeelte 2251 en meerdere opnamegroeven 2252 zijn gevormd in een binnenomt.rek daarvan. Het buisvormig gedeelte van de binnenkap 224 is gekoppeld met het uitgespaard gedeelte 2251 en de richels 2242 zijn gekoppeld mét de opnamegroeven 2252. Een veer 226 is gelegen tussen de doorgang 2241 en het uitgespaard gedeelte 2251. De buitenkap 225 houdt hét bovenste deel 1 vast wanneer de eerste en tweede scharnierende gedeeltes 13, 22 met elkaar zijn gekoppeld. Bij het uitregelen drukt de gebruiker de buitenkap 225 op het bodemdeel 2 om het bovenste deel te scharnieren in een gewenste stand en de buitenkap 225 wordt losgelaten om de relatieve standen van het bovenste en onderste deel 1, 2 in te stellen.

De vierde uitvoeringsvorm in figuur 4 is gebaseerde op de eerste, tweede en derde uitvoeringsvormen—De--------—:---------- belangrijkste wijziging is dat het tweede scharnierend gedeelte 22 een uitsparing 223 heeft en meerdere koppelgroeven 2233 gevormd zijn in een binnenomtrek van.de uitsparing 223. De binnenkap 224 heeft meerdere koppelribben 2243 die gevormd zijn in een buitenomtrek daarvan en de koppelribben 2243 zijn gekoppeld met de koppelgroeven 2233.

De buitenkap 225 heeft een uitgespaard gedeelte 2251 en meerdere opnamegroeven 2252 zijn gevormd in een binnenomtrek daarvan.

De richels 2242 van de binnenkap 224 en de opnamegroeven 2252 van de buitenkap 225 zijn getoond in figuren 3 en 4 en kunnen met elkaar verwisseld worden. Dit : betekent dat de binnenkap 224 opnamegroeven kan hebben en dat de buitenkap 225 koppelribben kan hebben die gekoppeld .. .

zijn met de opnamegroeven. De binnenomtrek van de uitsparing 223 van het bodemdeel 2 in figuur 4 en de buitenomtrek van 1 de binnènkap 224 kunnen met elkaar verwisseld worden om met elkaar gekoppeld te worden.

De zesde tot achtste uitvoeringsvormen zijn getoond in figuren 5 tot 7, waarbij de belangrijkste wijziging is dat de steun 141 en de regelstaaf 3 verwijderd zijn, en dat het bovenste deel sterk genoeg is om het gewicht van de schoen te ondersteunen, zodanig dat de steun 141 en de regelstaaf 3 niet nodig zijn.

Hoewel uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding · getoond en beschreven werden, zal de vakman begrijpen dat verdere uitvoeringsvormen mogelijk zijn zonder het gestel van de uitvinding te verlaten.

Claims

1. Regelbaar schoengestel omvattende: ee_n_bovenste deel_met een ..eerste, oppervlak_en„een__________- - eerste scharnierend gedeelte, een stopplaat die zich uitstrekt vanaf het eerste oppervlak, waarbij het eerste scharnierend gedeelte een daardoor gevormd gat heeft, en een onderste deel met een tweede oppervlak en een tweede scharnierend gedeelte, waarbij het tweede scharnierend gedeelte een uitstekend deel heeft dat scharnierend gekoppeld is in het gat van het eerste scharnierend' gedeelte.

2. Gestel volgens conclusie 1, waarbij een regelinrichting verbonden is tussen het bovenste en onderste deel.

3. Gestel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de regelinrichting een regelstaaf omvat.

4. Gestel volgens conclusie 2 of 3, waarbij het bovenste deel (1) een uitsparing gevormd in een zijkant daarvan heeft en waarbij een steun zich uitstrekt vanaf dé uitsparing, waarbij het onderste deel een flens heeft op een zijkant daarvan, de flens een opening heeft, en de . . regelstaaf verbonden is met de opening. - - . -

5. Regelbaar schoëngestel omvattende: een bovenste deel met een eerste oppervlak en een eerste scharnierend gedeelte, een stopplaat die zich uitstrekt vanaf het eerste oppervlak, waarbij het eerste scharnierend gedeelte een daardoor gevormd gat heeft en meerdere positióneringsgaten gelegen rond dit gat, en een onderste deel met een tweede oppervlak en een tweede scharnierend gedeelte, waarbij het tweede scharnierend gedeelte een uitstekend deel heeft en meerdere verdikkingen gelegen rond het uitstekend deel, welk uitstekend deel scharnierend gekoppeld is met het gat en welke verdikkingen gekoppeld zijn met de positioneringsgaten.

6. Gestel _ volgens_conc_lus.ie_._5,. _waarbij.„e.en—_____________________________ - regelinrichting verbonden tussen het bovenste en onderste deel.

7. Gestel volgens conclusie 6, waarbij de regelinrichting een regelstaaf omvat.

8. Gestel volgens conclusie 6 of 7, waarbij het bovenste deel een in een zijkant daarvan gevormde uitsparing omvat en waarbij een steun zich uitstrekt vanaf de uitsparing, waarbij het bovenste deel op een zijkant daarvan een flens heeft, de flens een opening heeft, en de regelstaaf verbonden is met de opening.

9. Regelbaar schoengestel omvattende: een bovenste deel met een eerste oppervlak en eén eerste scharnierend gedeelte, een stopplaat die zich . uitstrekt vanaf het eerste oppervlak, welk eerste scharnierend gedeelte een daardoor gevormd gat heeft en meerdere positioneringsgaten gelegen rond het gat, en een onderste deel met een tweede, oppervlak en een tweede scharnierend gedeelte, welk tweede scharnierend gedeelte een gat heeft en een cirkelvormige flens die zich uitstrekt vanaf een omtrek van het gat, waarbij de cirkelvormige flens schroefdraad heeft die gevormd is in een buitenomtrek daarvan; een binnenkap met een buisvormig gedeelte met een daardoor gevormde doorgang, en met richels gevormd op een buitenomtrek van het buisvormig gedeelte; een buitenkap met een uitgespaard gedeelte en meerdere opnamegroeven gevormd in een binnenomtrek daarvan, waarbij buisvormig gedeelte van de binnenkap gekoppeld is met het uitgespaard gedeelte en de richels gekoppeld zijn met de opnamegroeven, en een veer gelegen tussen de doorgang en het uitgespaard gedeelte. _________________ _________ . _____________________________— . -

10. Gestel volgens conclusie 9, waarbij een regelinrichting verbonden is tussen het bovenste en onderste deel.

11. Gestel volgens conclusie 9 of 10, waarbij de regelinrichting een regelstaaf omvat.

12. Gestel volgens conclusie 11, waarbij het bovenste deel een in een zijkant daarvan gevormde uitsparing omvat en waarbij en een steun zich uitstrekt vanaf de uitsparing, waarbij het onderste deel op een zijkant daarvan een flens heeft, de flens een opening heeft en de regelstaaf verbonden is met de opening.

13. Gestel volgens conclusie 11 of 12, waarbij het bovenste deel een in een zijkant daarvan gevormde uitsparing omvat, en een steun zich uitstrekt vanaf de uitsparing, waarbij het onderste deel op een zijkant daarvan een flens heeft, de flens een opening heeft en de regelstaaf verbonden, is met de opening.

14. Regelbaar schoengestel omvattende: een bovenste déél met een eerste oppervlak en een eerste scharnierend gedeelte, een stopplaat die zich uitstrekt vanaf het eerste oppervlak, waarbij het eerste scharnierend gedeelte een daardoor gat gevormd heeft en meerdere positioneringsgaten gelegen rond het gat, en een onderste deel met een tweede 'oppervlak en een tweede scharnierend gedeelte, welk tweede scharnierend gedeelte een uitsparing en meerdere in een binnenomtrek van de uitsparing gevormde koppelgroeven heeft; een binnenkap met meerdere koppelribben gevormd in een buitenomtrek daarvan en een buisvormig gedeelte gelegen bij een centrum van de binnenkap, met een doorgang gevormd in het buisvormig gedeelte en richels gevormd op een buitenomtrek van het buisvormig gedeelte; een buitenkap met een uitqespaard gedeelte en meerdere _____ opnamegroeven gevormd in een binnenomtrek daarvan, waarbij het buisvormig gedeelte van de binnenkap gekoppeld is met het uitgespaard gedeelte en de richels gekoppeld zijn met de opnamegroeven, en een veer gelegen tussen de doorgang en het uitgespaard gedeelte.

15. Gestel volgens conclusie 14, waarbij de doorgang vervangen is door opnamegroeven en het uitgespaard gedeelte richels.omvat.

16. Gestel volgens conclusie 14 of 15, waarbij een regelinrichting verbonden is. tussen het bovenste en onderste deel.

17. Gestel volgens conclusie 16, waarbij een ....... regelinrichting een regelstaaf omvat.

18. Gestel volgens conclusie 16, waarbij het bovenste deel een in een zijkant daarvan gevormde uitsparing omvat en een steun zich uitstrekt vanaf de uitsparing, waarbij het onderste deel op een zijkant daarvan een flens heeft, de flens een opening heeft en de regelstaaf verbonden is met de opening.