BE1019946A3 - CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER. - Google Patents

CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER. Download PDF

Info

Publication number
BE1019946A3
BE1019946A3 BE2010/0587A BE201000587A BE1019946A3 BE 1019946 A3 BE1019946 A3 BE 1019946A3 BE 2010/0587 A BE2010/0587 A BE 2010/0587A BE 201000587 A BE201000587 A BE 201000587A BE 1019946 A3 BE1019946 A3 BE 1019946A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cassette
aligning components
cassette according
component
receiving
Prior art date
Application number
BE2010/0587A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Den Broecke Stefaan Van
Kris Vandermeulen
Britsom Dirk Van
Pottelberghe Peter Van
Original Assignee
Dymo Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dymo Nv filed Critical Dymo Nv
Application granted granted Critical
Publication of BE1019946A3 publication Critical patent/BE1019946A3/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J3/00Typewriters or selective printing or marking mechanisms characterised by the purpose for which they are constructed
    • B41J3/407Typewriters or selective printing or marking mechanisms characterised by the purpose for which they are constructed for marking on special material
    • B41J3/4075Tape printers; Label printers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J15/00Devices or arrangements of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, specially adapted for supporting or handling copy material in continuous form, e.g. webs
    • B41J15/04Supporting, feeding, or guiding devices; Mountings for web rolls or spindles
    • B41J15/044Cassettes or cartridges containing continuous copy material, tape, for setting into printing devices

Landscapes

  • Printers Characterized By Their Purpose (AREA)
  • Electronic Switches (AREA)

Abstract

Een cassette voor een etikettenprinter bevattende een voorraad van een een beeld ontvangend medium; en een paar uitlijnende componenten die zijn geregeld om het genoemde een beeld ontvangende medium daartussen te geleiden en die zijn geconfigureerd om, in gebruik, in te klemmen met een printinrichting van een etikettenprinter.A cartridge for a label printer containing a supply of an image receiving medium; and a pair of alignment components arranged to guide said image receiving medium therebetween and configured, in use, to clamp with a label printer printing device.

Description

CASSETTE VOOR GEBRUIK IN EEN ETIKETTENPRINTERCASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een cassette om te worden gebruikt in een etikettenprinter, op een etikettenprinter, en op een combinatie van een cassette en een etikettenprinter.The present invention relates to a cassette for use in a label printer, to a label printer, and to a combination of a cassette and a label printer.

Een etiketten printer bevat in het algemeen een printkop die wordt gecontroleerd om te printen op een een beeld ontvangend medium of op een hulpstof in de vorm van een continu steunblad waarop voorgesneden etiketten zijn voorzien. Het een beeld ontvangende medium wordt in het algemeen geleverd in een cassette die wordt opgenomen in een een cassette opnemend dok van de etikettenprinter.A label printer generally includes a print head which is checked for printing on an image receiving medium or on an aid in the form of a continuous backing sheet on which pre-cut labels are provided. The image-receiving medium is generally supplied in a cassette which is recorded in a cassette recording dock of the label printer.

Om goede printresultaten te verkrijgen, moet de cassette correct worden geplaatst ten opzichte van het een cassette opnemende dok. Wanneer de cassette in het een cassette opnemende dok wordt gebracht maar niet correct wordt uitgelijnd, kan de printkwaliteit slecht zijn, bij wijze van voorbeeld als gevolg van het scheeftrekken van het beeld ten opzichte van het een beeld ontvangende medium of van het uitoefenen van onvoldoende kracht bij het printen.To obtain good print results, the cassette must be positioned correctly with respect to the dock accommodating a cassette. When the cassette is inserted into the cassette-receiving dock but is not correctly aligned, the print quality may be poor, for example, as a result of the skew of the image relative to the image-receiving medium or of exerting insufficient force when printing.

Een ander aspect met betrekking tot het verkrijgen van goede printresultaten is dat, in het geval van een thermale overdracht of direct thermisch printen, de thermische printkop en -degel moet worden gesloten. Soms zijn er stremmingen in de printer zoals overblijfsels van tape, lijm of een ander obstakel zodat de printkop en de degel niet voldoende kunnen worden gesloten. Dit leidt tot een slechte printkwaliteit.Another aspect with regard to obtaining good printing results is that, in the case of a thermal transfer or direct thermal printing, the thermal print head and seal must be closed. Occasionally there are obstructions in the printer such as remnants of tape, glue or other obstacle so that the print head and the platen cannot be closed sufficiently. This leads to poor print quality.

In overeenstemming met één aspect wordt voorzien in een cassette voor een etikettenprinter die bevat: een voorraad van een een beeld ontvangend medium; en een paar uitlijnende componenten die zijn geregeld om het genoemde een beeld ontvangende medium daartussen te geleiden en die zijn geconfigureerd om, in gebruik, in te klemmen met een printinrichting van een etikettenprinter.In accordance with one aspect, there is provided a cassette for a label printer comprising: a stock of an image receiving medium; and a pair of aligning components which are arranged to guide said image-receiving medium therebetween and which are configured, in use, to clamp in with a printer of a label printer.

In overeenstemming met een ander aspect wordt voorzien in, in combinatie, een etikettenprinter en een cassette zoals beschreven in de vorige paragraaf.In accordance with another aspect, there is provided, in combination, a label printer and a cassette as described in the previous paragraph.

In overeenstemming met een ander aspect wordt voorzien in een etikettenprinter bevattende een een cassette opnemend dok, geconfigureerd om een cassette op te nemen; een printinrichting die in de genoemde een cassette opnemende dok is aangebracht, waarbij de genoemde printinrichting middelen bevatten voor het omklemmen van een paar uitlijnende componenten van de genoemde cassette, wanneer de genoemde cassette zich in de genoemde een cassette opnemende dok bevindt.In accordance with another aspect, there is provided a label printer comprising a cassette receiving dock configured to receive a cassette; a printing device disposed in said cassette-receiving dock, said printing device including means for clamping a pair of aligning components of said cassette when said cassette is located in said cassette-receiving dock.

Hierna worden, uitsluitend bij wijze van voorbeeld, enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarbij: figuur 1 een eerste perspectief zicht toont van een cassette in overeenstemming met één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, met een deksel in open positie; figuur 2 een perspectief zicht toont van de cassette van figuur 1, waarbij het deksel in gesloten positie staat; figuur 3 een perspectief zicht toont van een detail van de cassette van figuur 1 uit een andere gezichtshoek zodat een tegenoverliggende zijde van de tape uitlijnende uitsteeksel worden getoond; figuur 4 een schematisch zicht toont van de cassette van figuur 1 in het een cassette opnemende dok met een degel die zich bevindt op een afstand van de cassette en de printkop; figuur 4a een zicht in vogelperspectief is van de cassette van figuur 1 in het een cassette opnemende dok met een degel die zich bevindt op een afstand van de cassette en de printkop; figuur 5 een schematisch zicht toont van de cassette van figuur 1 in het een cassette opnemende dok met de degel die zich bevindt in een printpositie ten opzichte van de cassette en de printkop; figuur 5a een zicht in vogelperspectief is van de cassette van figuur 1 in het een cassette opnemende dok met de degel die zich bevindt in een printpositie ten opzichte van de cassette en de printkop; figuur 6 een vergroot beeld weergeeft van detail A van figuur 4; figuur 7 een vergroot beeld weergeeft van detail B van figuur 5; figuur 8a schematisch een een cassette opnemend dok in de etiketten printer toont;In the following, only by way of example, some embodiments of the invention are described with reference to the accompanying drawings, in which: Figure 1 shows a first perspective view of a cassette in accordance with one embodiment of the present invention, with a lid in the open position ; Figure 2 shows a perspective view of the cassette of Figure 1, with the lid in the closed position; Figure 3 shows a perspective view of a detail of the cassette of Figure 1 from a different angle of view so that an opposite side of the tape aligning protrusion is shown; Figure 4 shows a schematic view of the cassette of Figure 1 in the cassette receiving dock with a platen located at a distance from the cassette and the printhead; Figure 4a is a bird's-eye view of the cassette of Figure 1 in the cassette-receiving dock with a platen located at a distance from the cassette and the printhead; Figure 5 shows a schematic view of the cassette of Figure 1 in the cassette receiving dock with the platen located in a printing position with respect to the cassette and the printhead; Figure 5a is a bird's eye view of the cartridge of Figure 1 in the cartridge-receiving dock with the platen located in a print position relative to the cartridge and the printhead; Figure 6 shows an enlarged view of detail A of Figure 4; Figure 7 shows an enlarged view of detail B of Figure 5; Fig. 8a schematically shows a cassette receiving dock in the label printer;

Figuur 8b schematisch de elementen van een etikettenprinter toont; figuur 9 het binnenste toont van de cassette van figuur 1; figuur 10 een deel van de cassette van figuur 1 toont met meer details; figuur 11 een perspectief zicht toont van een ontgrendelend mechanisme in een etikettenprinter voor het ontgrendelen van een deksel van de cassette van figuur 1; figuur 12 een zicht op een dwarsdoorsnede toont van het ontgrendelende mechanisme van figuur 11, langs de lijn F - F van figuur 11; figuur 13 een dwarsdoorsnede toont van een deel van de etikettenprinter, die het ontgrendelende mechanisme toont vóór de cassette van figuur 1 in het een cassette opnemende dok is ingebracht; figuur 14 een dwarsdoorsnede toont van het deel van de etikettenprinter dat in figuur 8a wordt getoond en de cassette van figuur 1 wanneer de cassette is ingebracht; figuur 15 een dwarsdoorsnede toont van het deel van de etikettenprinter dat in figuur 8a wordt getoond en de cassette van figuur 1, met het deksel van de cassette in een ontgrendelde configuratie; figuur 16 een dwarsdoorsnede toont van het deel van de etikettenprinter dat in figuur 8a wordt getoond en de cassette van figuur 1, met het deksel van de cassette in een open configuratie; en figuur 17 de onderkant van het deksel toont.Figure 8b schematically shows the elements of a label printer; Figure 9 shows the interior of the cassette of Figure 1; Figure 10 shows a part of the cassette of Figure 1 with more details; Figure 11 shows a perspective view of an unlocking mechanism in a label printer for unlocking a lid of the cartridge of Figure 1; Figure 12 shows a cross-sectional view of the unlocking mechanism of Figure 11, taken along the line F - F of Figure 11; Figure 13 shows a cross section of a portion of the label printer showing the unlocking mechanism before the cassette of Figure 1 is inserted into the cassette receiving dock; Figure 14 shows a cross-section of the portion of the label printer shown in Figure 8a and the cartridge of Figure 1 when the cartridge is inserted; Figure 15 shows a cross-section of the portion of the label printer shown in Figure 8a and the cartridge of Figure 1, with the lid of the cartridge in an unlocked configuration; Figure 16 shows a cross-section of the portion of the label printer shown in Figure 8a and the cartridge of Figure 1, with the lid of the cartridge in an open configuration; and Figure 17 shows the bottom of the lid.

In de figuren verwijzen gelijke numerieke referenties steeds naar gelijke componenten.In the figures, identical numerical references always refer to identical components.

De cassette die wordt getoond in de figuren is geregeld om plaats te bieden aan één of meerdere voorraden van een printmedium. Het printmedium kan een inktlint zijn en/of kan een een beeld ontvangend medium zijn. Een een beeld ontvangend medium kan zich bevinden in de vorm van een een beeld ontvangende tape met een bovenste een beeld ontvangende laag om het beeld te ontvangen, en een verwijderbare steunende laag die is bevestigd aan de bovenste een beeld ontvangende laag door middel van een laag kleefstof op een zodanige wijze dat, nadat het beeld is afgedrukt, de steunende laag kan worden verwijderd en de een beeld ontvangende laag op een oppervlak kan worden gekleefd. Deze een beeld ontvangende tape kan continu worden toegevoerd. Dienovereenkomstig kan de cassette worden gebruikt in een etikettenprinter die een snijmechanisme bevat om een lengte van de een beeld ontvangende tape af te snijden nadat het beeld werd afgedrukt.The cassette shown in the figures is arranged to accommodate one or more stocks of a print medium. The print medium can be an ink ribbon and / or can be an image receiving medium. An image-receiving medium may be in the form of an image-receiving tape with an upper image-receiving layer to receive the image, and a removable backing layer attached to the upper image-receiving layer by means of a layer adhesive in such a way that, after the image is printed, the backing layer can be removed and the image-receiving layer can be adhered to a surface. This image-receiving tape can be supplied continuously. Accordingly, the cassette can be used in a label printer that includes a cutting mechanism to cut a length of the image-receiving tape after the image has been printed.

Als een andere mogelijkheid kan het een beeld ontvangende medium een continue steunende laag bevatten terwijl de een beeld ontvangende laag zich bevindt in de vorm van vooraf gesneden etiketten. In dit voorbeeld kan het etiket worden geprint om daarna van de steunende laag te worden gepeld. Als een andere mogelijkheid kunnen de etiketten aan elkaar zijn verbonden zonder steunende laag. De etiketten kunnen van elkaar worden gescheiden door middel van lijnen die aanduiden waar een gebruiker zou moeten snijden, of door middel van perforaties.Alternatively, the image-receiving medium may contain a continuous backing layer while the image-receiving layer is in the form of pre-cut labels. In this example, the label can be printed and then peeled off the backing layer. Alternatively, the labels may be connected to each other without a backing layer. The labels can be separated from each other by lines that indicate where a user should cut, or by perforations.

Zoals vermeld kan de cassette een een beeld ontvangend medium of een inktlint bevatten. In sommige uitvoeringsvormen kan de cassette een een beeld ontvangend medium en een inktlint bevatten.As mentioned, the cassette may contain an image receiving medium or an ink ribbon. In some embodiments, the cassette may contain an image receiving medium and an ink ribbon.

Sommige cassettes kunnen worden gebruikt met een thermische etikettenprinter waarbij een beeld wordt gegenereerd door het activeren van een thermische printkop tegen het inktlint op een zodanige wijze dat inkt van het inktlint op een te printen zone op het een beeld ontvangende medium wordt overgebracht.Some cassettes can be used with a thermal label printer where an image is generated by activating a thermal print head against the ink ribbon in such a way that ink is transferred from the ink ribbon to a printing zone on the image receiving medium.

Opgemerkt moet worden dat, in sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, waarbij de cassette enkel de behuizing vormt van een beeld ontvangend medium, het een beeld ontvangende medium zich kan bevinden in de vorm van een direct thermisch een beeld ontvangend medium. Een direct thermisch een beeld ontvangend medium is dusdanig, dat een beeld kan worden gevormd direct op of binnen het direct thermisch een beeld ontvangend medium door een thermische printkop, zonder dat daarbij een inktlint vereist is.It should be noted that, in some embodiments of the present invention, wherein the cassette merely forms the housing of an image-receiving medium, the image-receiving medium may be in the form of a direct thermal image-receiving medium. A direct thermal image receiving medium is such that an image can be formed directly on or within the direct thermal image receiving medium by a thermal print head, without thereby requiring an ink ribbon.

Opgemerkt moet worden dat, in een andere uitvoeringsvorm, de cassette enkel de behuizing kan vormen van een een beeld ontvangend medium. Een inktlint kan worden ondergebracht in aan afzonderlijke cassette.It should be noted that, in another embodiment, the cassette can only form the housing of an image receiving medium. An ink ribbon can be accommodated in a separate cassette.

Andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen verschillende structuren van een een beeld ontvangend medium vertonen. Bij wijze van voorbeeld kan in sommige uitvoeringsvormen na het printen een beschermende laag op het geprinte oppervlak worden aangebracht. In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een beschermende laag op het een beeld ontvangend oppervlak worden aangebracht en geschiedt het printen door de beschermende laag. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt een beeld aangebracht op een oppervlak van een een beeld ontvangend medium en wordt daarna het een beeld ontvangende medium aan de steunende laag gehecht, met het geprinte beeld op de zijde van het een beeld ontvangende medium dat aan de steunende laag is gehecht. In sommige uitvoeringsvormen is het mogelijk dat er geen steunende laag is. Deze uitvoeringsvormen kunnen een laag kleefstof vertonen. In sommige uitvoeringsvormen kan er geen kleefstof zijn. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de mogelijke structuur van het een beeld ontvangende medium en uiteraard zijn nog andere structuren mogelijk.Other embodiments of the present invention may exhibit different structures of an image receiving medium. For example, in some embodiments, after printing, a protective layer may be applied to the printed surface. In other embodiments of the present invention, a protective layer can be applied to the image-receiving surface and printing is through the protective layer. In yet another embodiment, an image is applied to a surface of an image-receiving medium and then the image-receiving medium is adhered to the backing layer, with the printed image on the side of the image-receiving medium attached to the backing layer is attached. In some embodiments, it is possible that there is no backing layer. These embodiments may exhibit a layer of adhesive. In some embodiments, there can be no adhesive. These are just a few examples of the possible structure of the image-receiving medium and of course other structures are possible.

In sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een specifieke etikettenprinter worden geregeld om een reeks verschillende cassettes op te nemen, die elk de behuizing vormen van verschillende een beeld ontvangende media en/of inktlinten. De een beeld ontvangende media kunnen van elkaar verschillen qua type en/of breedte. De cassettes kunnen verschillen qua dikte op basis van de afmetingen van de erin ondergebrachte een beeld ontvangende media.In some embodiments of the present invention, a specific label printer can be arranged to receive a series of different cassettes, each of which forms the housing of different image-receiving media and / or ink ribbons. The image receiving media may differ from each other in terms of type and / or width. The cassettes may differ in thickness based on the dimensions of the image-receiving media accommodated therein.

Het gebruik van een thermische printkop werd hiervoor vermeld. Opgemerkt moet worden dat andere uitvoeringsvormen verschillende printtechnologieën kunnen gebruiken zoals inkjet of om het even welke andere geschikte printtechniek.The use of a thermal printhead has been mentioned above. It should be noted that other embodiments may use different printing technologies such as inkjet or any other suitable printing technique.

Sommige cassettes in overeenstemming met de onderhavige uitvinding worden hierna beschreven, daarbij verwijzend naar de figuren 1 tot en met 9. Eerst in het bijzonder verwijzend naar de figuren 1 en 2, beschikt de cassette 2 over een behuizing 4. De behuizing 4 vertoont een rechthoekige, kubusvormige vorm. De behuizing heeft een eerste oppervlak 6 en een tweede oppervlak 8. Het eerste oppervlak 6 en het tweede oppervlak 8 zijn de grotere oppervlakken van de behuizing 4 en zijn tegenover elkaar gelegen. Eén van de beide oppervlakken (het eerste oppervlak 6 of het tweede oppervlak 8) is geregeld om te zijn gericht tegen en/of in contact te zijn met een overeenkomstig oppervlak van een een cassette opnemend dok in een etikettenprinter.Some cassettes in accordance with the present invention are described below, with reference to Figures 1 to 9. First referring in particular to Figures 1 and 2, the cassette 2 has a housing 4. The housing 4 has a rectangular , cubic shape. The housing has a first surface 6 and a second surface 8. The first surface 6 and the second surface 8 are the larger surfaces of the housing 4 and are opposite each other. One of the two surfaces (the first surface 6 or the second surface 8) is arranged to be directed against and / or in contact with a corresponding surface of a cassette receiving dock in a label printer.

De behuizing heeft eveneens een eerste zijde 10, een tweede zijde 12, een derde zijde 14 en een vierde zijde 16. Deze zijden strekken zich uit tussen het eerste oppervlak 6 en het tweede oppervlak 8. De eerste zijde 10 ligt tegenover de tweede zijde 12 en de derde zijde 14 ligt tegenover de zijde 16. In gebruik is het tweede oppervlak 8 geregeld om gericht te zijn tegen de bodem van het een cassette opnemende dok van de etikettenprinter.The housing also has a first side 10, a second side 12, a third side 14 and a fourth side 16. These sides extend between the first surface 6 and the second surface 8. The first side 10 is opposite the second side 12 and the third side 14 is opposite the side 16. In use, the second surface 8 is arranged to be directed against the bottom of the cassette printer dock.

Het tweede oppervlak 8 is geregeld om twee openingen 24a en 24b te hebben die zijn geregeld om resp. schachten 326 en 328 van de etikettenprinter op te nemen (zie figuur 8a). Eén van de schachten is verbonden met een opwikkelspoel voor het inktlint en de andere van deze schachten zal worden verbonden met de toevoer van het inktlint. Eén van deze schachten, of allebei, kan worden aangedreven door de etiketten printer. Een eerste inktlintspoel 26a (zie figuur 9) steekt uit van de opening 24a. Op soortgelijke wijze steekt een tweede inktlintspoel 26b (zie figuur 9) uit van de tweede opening 24b. Eén van deze inktlintspoelen is een spoel voor de toevoer van inktlint en de andere van deze inktlintspoelen is een opwikkel-spoel voor het inktlint. In het weergegeven voorbeeld is de tweede inktlintspoel 26b de toevoerspoel en is de eerste inktlintspoel 26a de opwikkelspoel.The second surface 8 is controlled to have two openings 24a and 24b which are controlled to receive shafts 326 and 328 from the label printer (see Figure 8a). One of the shafts is connected to a take-up reel for the ink ribbon and the other of these shafts will be connected to the supply of the ink ribbon. One of these shafts, or both, can be powered by the label printer. A first ink ribbon spool 26a (see Figure 9) protrudes from the opening 24a. Similarly, a second ink ribbon spool 26b (see Figure 9) protrudes from the second opening 24b. One of these ink ribbon spools is an ink ribbon supply spindle and the other of these ink ribbon spools is an ink ribbon take-up spool. In the example shown, the second ink ribbon spool 26b is the supply spool and the first ink ribbon spool 26a is the take-up spool.

De cassette 2 heeft een deksel 28. Het deksel 28 steekt uit van de vierde zijde 16 van de cassette. Het deksel is geregeld om te bewegen tussen een open positie zoals wordt getoond in figuur 1 en een gesloten positie zoals wordt getoond in figuur 2. In het weergegeven voorbeeld heeft het deksel 28 nagenoeg dezelfde afmetingen als de vierde zijde 16. Het deksel is geregeld om te schuiven in een vlak evenwijdig met de vierde zijde 16 en in een richting die zich uitstrekt langs de lengte van de vierde zijde. Wanneer het deksel zich bevindt in de open positie, zoals getoond in figuur 1, komt een een beeld ontvangend medium 15 bloot te liggen. Het deksel is open wanneer de cassette zich in de etikettenprinter bevindt, en is gesloten wanneer de cassette uit de etikettenprinter is verwijderd.The cassette 2 has a cover 28. The cover 28 projects from the fourth side 16 of the cassette. The lid is arranged to move between an open position as shown in Figure 1 and a closed position as shown in Figure 2. In the example shown, the lid 28 has substantially the same dimensions as the fourth side 16. The lid is arranged to to slide in a plane parallel to the fourth side 16 and in a direction that extends along the length of the fourth side. When the lid is in the open position, as shown in Figure 1, an image receiving medium 15 is exposed. The lid is open when the cassette is in the label printer, and is closed when the cassette is removed from the label printer.

Opgemerkt moet worden dat aangrenzend aan het bloot liggende een beeld ontvangende medium een printzone 18 ligt die wordt gedefinieerd binnen de cassette 2 en die in gebruik is geregeld om ten minste een deel op te nemen van het printmechanisme van de etikettenprinter. Dit wordt hierna beschreven aan de hand van figuur 8.It should be noted that adjacent to the exposed image-receiving medium is a print zone 18 which is defined within the cassette 2 and which is controlled in use to receive at least a portion of the print mechanism of the label printer. This is described below with reference to Figure 8.

De cassette heeft een eerste uitlijnende component 200 en een tweede uitlijnende component 202. De eerste uitlijnende component 200 en de tweede uitlijnende component 202 zijn aangebracht aan het einde van de vierde zijde 16, aangrenzend aan de tweede zijde 12. De uitlijnende componenten 200 en 202 zijn voorzien aan één zijde van de printzone en het deksel is, wanneer het open is, voorzien aan de daartegenover liggende zijde van de printzone 18.The cassette has a first alignment component 200 and a second alignment component 202. The first alignment component 200 and the second alignment component 202 are provided at the end of the fourth side 16, adjacent the second side 12. The alignment components 200 and 202 are provided on one side of the print zone and the cover, when open, is provided on the opposite side of the print zone 18.

De uitlijnende componenten zijn geregeld op een zodanige wijze dat er tussen beide een afstand is, zodat het een beeld ontvangende medium 15 wordt geleid tussen de eerste uitlijnende component 200 en de tweede uitlijnende component 202. Bijgevolg is d in het algemeen van dezelfde afmeting of lichtjes groter dan de breedte van de een beeld ontvangende tape.The aligning components are controlled in such a way that there is a distance between them so that the image-receiving medium 15 is guided between the first aligning component 200 and the second aligning component 202. Consequently, d is generally of the same size or slightly greater than the width of the image-receiving tape.

De uitlijnende componenten 200 en 202 zijn eveneens geregeld om een uitlijnende functie uit te oefenen ten behoeve van het deksel 16. In het bijzonder heeft het deksel 28 een einde 13a dat in gesloten positie naast de tweede zijde 12 ligt. Het einde vertoont een oppervlak met een hoek dat glooit van de top van het deksel 16 naar onderen naar het een beeld ontvangende medium. Het einde 13a heeft een eerste uitsparing 13b en een tweede uitsparing 13c op resp. hoeken van het einde 13a. De breedte van het einde 13a van het deksel komt in het algemeen overeen met de breedte d en het einde 13a van het deksel wordt opgenomen tussen de uitlijnende componenten 200 en 202. De uitsparingen 13b en 13c zijn gevormd op een zodanige wijze dat zij de resp. uitlijnende componenten 200 en 202 omklemmen.The aligning components 200 and 202 are also controlled to perform an aligning function for the lid 16. In particular, the lid 28 has an end 13a that lies in the closed position adjacent to the second side 12. The end has a surface with an angle that slopes from the top of the lid 16 down to the image-receiving medium. The end 13a has a first recess 13b and a second recess 13c on resp. corners of the end 13a. The width of the end 13a of the lid generally corresponds to the width d and the end 13a of the lid is received between the aligning components 200 and 202. The recesses 13b and 13c are formed in such a way that they . aligning aligning components 200 and 202.

Wij verwijzen in dit verband naar figuur 3 die de delen van de uitlijnende componenten 200 en 202 tonen die zijn geregeld om de uitsparingen 13b en 13c te omklemmen. Elke uitsparing 13b en c heeft een eerste oppervlak 13e dat zich bevindt aan de zijde van het einde 13a van het deksel, evenwijdig met de vlakken van de eerste en tweede oppervlakken van de cassette. Elk eerste oppervlak 13 omklemt een overeenkomstige binnenzijde 204c van de eerste en tweede uitlijnende componenten. De binnenzijde 204c van elk van de uitlijnende componenten is in het algemeen evenwijdig met de oppervlakken 6 en 8.We refer in this regard to Figure 3 which shows the parts of the aligning components 200 and 202 which are controlled to clamp the recesses 13b and 13c. Each recess 13b and c has a first surface 13e located on the side of the end 13a of the cover, parallel to the surfaces of the first and second surfaces of the cassette. Each first surface 13 encloses a corresponding inner side 204c of the first and second aligning components. The inside 204c of each of the aligning components is generally parallel to the surfaces 6 and 8.

Elke uitsparing heeft een tweede oppervlak 13f dat glooiend naar onderen loopt, evenwijdig met het einde 13a. Het tweede oppervlak 13f van elke uitsparing is geregeld om te klemmen tegen een overeenkomstige een hoek vertonende wand 204d van de resp. uitlijnende component.Each recess has a second surface 13f that slopes downwards, parallel to the end 13a. The second surface 13f of each recess is arranged to clamp against a corresponding angled wall 204d of the resp. aligning component.

Opgemerkt moet worden dat in de uitvoeringsvorm die is getoond, en zoals in het bijzonder duidelijk kan worden vastgesteld in figuur 3, het deksel 28 een gereduceerde dikte vertoont in de zone van de uitsparing 13c, op een zodanige wijze dat de onderkant 13g van de uitsparing evenwijdig is met het vlak van het deksel en rust op een overeenkomstig oppervlak 204e van de resp. uitlijnende componenten. In profiel, gezien van de zijde van het deksel, definieert de uitsparing een als een V gevormd profiel dat worden opgenomen in een overeenkomstige V-vorm van de resp. uitlijnende componenten.It should be noted that in the embodiment shown, and as can be seen particularly clearly in Figure 3, the lid 28 has a reduced thickness in the area of the recess 13c, in such a way that the bottom 13g of the recess is parallel to the plane of the lid and rests on a corresponding surface 204e of the resp. aligning components. In profile, viewed from the side of the lid, the recess defines a profile formed as a V which is received in a corresponding V-shape of the resp. aligning components.

Bijgevolg functioneren de uitlijnende componenten om het deksel 28 naar de correcte gesloten positie te geleiden. Opgemerkt moet worden dat in sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding het deksel naar de gesloten positie wordt geduwd wanneer de cassette uit de etikettenprinter is, en het deksel naar de open positie wordt geduwd wanneer de cassette in de etikettenprinter wordt geduwd.Consequently, the aligning components function to guide the lid 28 to the correct closed position. It should be noted that in some embodiments of the present invention, the lid is pushed to the closed position when the cassette is out of the label printer, and the lid is pushed to the open position when the cassette is pushed into the label printer.

De uitlijnende componenten 200 en 202 vervullen nog een andere functie. In het bijzonder, wanneer de cassette in een etikettenprinter wordt geladen, zijn de uitlijnende componenten geregeld om te garanderen dat een degelroller 210 zich in de correcte oriëntatie voor het printen bevindt ten opzichte van de cassette en de printkop.The aligning components 200 and 202 fulfill another function. In particular, when the cassette is loaded into a label printer, the aligning components are arranged to ensure that a platen roller 210 is in the correct orientation for printing relative to the cassette and the printhead.

In sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is een printkop 212 geregeld om een beeld te printen op een een beeld ontvangend medium. De printkop 212 is geplaatst in de printzone 18 van de cassette. De printkop 212 is geregeld om te worden vastgemaakt in positie en de degel 210 wordt verplaatst van een eerste positie (zie figuren 4 en 4a), waar de degel op een afstand wordt gehouden van de printkop, naar een tweede positie (zie figuren 5 en 5a), waar de degel 210 tegen de printkop drukt met het een beeld ontvangende medium en het inktlint daartussen. Figuren 4 en 4a tonen de degel en de printkop in een van elkaar gehouden positie, terwijl figuren 5 en 5a de degel en de printkop in de printpositie tonen.In some embodiments of the present invention, a print head 212 is arranged to print an image on an image receiving medium. The print head 212 is placed in the print zone 18 of the cassette. The print head 212 is arranged to be secured in position and the platen 210 is moved from a first position (see Figures 4 and 4a), where the platen is kept at a distance from the print head, to a second position (see Figures 5 and 5a), where the platen 210 presses against the print head with the image receiving medium and the ink ribbon therebetween. Figures 4 and 4a show the platen and the printhead in a position held apart, while Figures 5 and 5a show the platen and the printhead in the print position.

Zoals kan worden gezien in de figuren 4 tot 7, is de degel 210 gemonteerd op een de degel ondersteunende component 214. De de degel ondersteunende component 214 bevat een houder 215. De houder heeft bovenste en onderste einden resp. 217a en 217b. De degel 210 is roteerbaar gemonteerd tussen de bovenste en onderste einden resp. 217a en 217b. De houder heeft een zijgedeelte 217c dat uitsteekt tussen de bovenste en onderste einden 217a en 217b van de houder. Het zijgedeelte heeft een eerste deel voor het inklemmen van de uitlijnende component 220 en een tweede deel voor het inklemmen van de uitlijnende component 222. De eerste uitlijnende component 200 is op een zodanige wijze geregeld dat, wanneer de degel zich bevindt in de printpositie ten opzichte van de printkop, de eerste uitlijnende component 200 wordt opgenomen in het eerste deel voor het inklemmen van de uitlijnende component 220. Op soortgelijke wijze wordt de tweede uitlijnende component 202 opgenomen in het tweede deel voor het inklemmen van de uitlijnende component 222. Omdat de uitlijnende componenten 200 en 202 worden opgenomen in de resp. delen voor het inklemmen van de uitlijnende componenten 220 en 222, kan worden gegarandeerd dat bij het printen een correcte uitlijning bestaat tussen de cassette en het printmechanisme zodat de goede printkwaliteit kan worden gerealiseerd. In het bijzonder kan het optreden van scheeftrekkingen worden vermeden.As can be seen in Figures 4 to 7, the platen 210 is mounted on a platen supporting component 214. The platen supporting component 214 includes a container 215. The container has upper and lower ends, respectively. 217a and 217b. The platen 210 is rotatably mounted between the upper and lower ends resp. 217a and 217b. The holder has a side portion 217c that protrudes between the upper and lower ends 217a and 217b of the holder. The side portion has a first portion for clamping the aligning component 220 and a second portion for clamping the aligning component 222. The first aligning component 200 is controlled in such a way that when the platen is in the printing position with respect to of the printhead, the first aligning component 200 is included in the first portion for clamping the aligning component 220. Similarly, the second aligning component 202 is included in the second portion for clamping the aligning component 222. Because the aligning component components 200 and 202 are included in the resp. parts for clamping the aligning components 220 and 222, it can be guaranteed that correct printing exists between the cassette and the printing mechanism so that good print quality can be achieved. In particular, the occurrence of skews can be avoided.

In één uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de zijde van de houder 217c een oppervlak 236, voorzien tussen de eerste en de tweede delen voor het inklemmen van de uitlijnende componenten 200 en 202. Het oppervlak 236 is geregeld om het een beeld ontvangende medium te geleiden in samenwerking met het overeenkomstige oppervlak 231 op de vierde zijde 16 tussen de eerste en de tweede uitlijnende component. Terwijl de uitlijnende componenten 200 en 202 worden opgenomen in de overeenkomstige delen voor het inklemmen van de uitlijnende componenten 220 en 222, wordt de een beeld ontvangende tape geleid door een pad dat wordt gedefinieerd door het oppervlak 230 van de houder, oppervlak 231 van de cassette en de uitlijnende componenten 200 en 202. Het oppervlak 236 van de houder leidt de tape evenwijdig met oppervlak 231 van de cassette.In one embodiment of the invention, the side of the holder 217c comprises a surface 236 provided between the first and second parts for clamping the aligning components 200 and 202. The surface 236 is arranged to guide the image-receiving medium in cooperation with the corresponding surface 231 on the fourth side 16 between the first and second aligning components. While the aligning components 200 and 202 are included in the corresponding parts for clamping the aligning components 220 and 222, the image-receiving tape is guided through a path defined by the surface 230 of the holder, surface 231 of the cassette and the aligning components 200 and 202. The surface 236 of the container guides the tape parallel to surface 231 of the cassette.

In één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding vertonen één of beide van de delen voor het opnemen van de uitlijnende componenten een paar afzonderlijke elektrische contacten 224. De overeenkomstige of allebei de uitlijnende componenten 200 en 202 zijn elk voorzien van een elektrisch contact 226 (zie figuur 1). Het elektrische contact 226 is geregeld om de kringloop te sluiten tussen de resp. paren elektrische contacten 224. Dit sluit een kringloop 6 die schematisch wordt weergegeven in figuur 6. De kringloop heeft bij wijze van voorbeeld een stroom- of spanningsbron 228. Ook een detector 230 bevindt zich in het circuit. Wanneer het contact 226 zich uitstrekt tussen de beide contacten 224, detecteert de detector 230 dat de kringloop werd gesloten door een spanning of stroom te detecteren en voorziet hij in een controle-output. Deze controle-output kan naar een controller 232 worden geleid. In één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding belet de controller 232 dat de etikettenprinter begint te printen tot wanneer hij het detectiesignaal heeft gekregen van de detector 230 dat aangeeft dat de cassette correct in het een cassette opnemende dok werd ingevoerd. In sommige uitvoeringsvormen laat de controller enkel toe dat wordt geprint wanneer een met beide uitlijnende componenten verbonden signaal wordt gedetecteerd. Een andere mogelijkheid is dat een signaal van om het even welke van de detectoren kan worden gebruikt om te controleren of kan worden geprint. Als een andere mogelijkheid kan worden voorzien in een enkelvoudig detectiecircuit waarbij er één elektrisch contact is in elke uitlijnende component die een deel krijgt, en de detectiekringloop detecteert of een geleidend spoor op de cassette tussen de uitlijnende componenten 200 en 202 de kringloop sluit.In one embodiment of the present invention, one or both of the parts for receiving the aligning components exhibit a pair of separate electrical contacts 224. The corresponding or both aligning components 200 and 202 are each provided with an electrical contact 226 (see Figure 1). ). The electrical contact 226 is controlled to close the circuit between the resp. pairs of electrical contacts 224. This closes a circuit 6 which is schematically shown in Figure 6. The circuit has, for example, a current or voltage source 228. A detector 230 is also located in the circuit. When the contact 226 extends between the two contacts 224, the detector 230 detects that the circuit has been closed by detecting a voltage or current and provides a control output. This control output can be routed to a controller 232. In one embodiment of the present invention, the controller 232 prevents the label printer from printing until it has received the detection signal from the detector 230 indicating that the cassette has been correctly inserted into the cassette-receiving dock. In some embodiments, the controller allows printing only when a signal associated with both aligning components is detected. Another possibility is that a signal from any of the detectors can be used to check or can be printed. Alternatively, a single detection circuit may be provided in which there is one electrical contact in each aligning component that receives a portion, and the detecting circuit detects whether a conductive track on the cassette closes the aligning circuit between the aligning components 200 and 202.

In sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt een detectieregeling verbonden met elk van de uitlijnende componenten opnemende delen en wordt de kringloop gedeeld door beide detectieregelingen.In some embodiments of the present invention, a detection control is connected to each of the aligning component-receiving parts and the cycle is divided by both detection controls.

Opgemerkt moet worden dat in sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding deze detectieregeling kan worden weggelaten.It should be noted that in some embodiments of the present invention, this detection control can be omitted.

In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een ander detectiemechanische worden gebruikt.In other embodiments of the present invention, a different detection mechanical can be used.

In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen andere mechanismen worden gebruikt om te detecteren of de uitlijnende componenten zijn opgenomen binnen het overeenkomstige de uitlijnende componenten opnemende deel. Bij wijze van voorbeeld kunnen de de uitlijnende componenten opnemende delen een mechanische schakelaar bevatten die wordt geschakeld wanneer de uitlijnende componenten zich in positie bevinden en werden opgenomen door de de uitlijnende componenten opnemende delen.In other embodiments of the present invention, other mechanisms may be used to detect whether the aligning components are included within the corresponding portion accommodating the aligning components. By way of example, the parts receiving the aligning components may include a mechanical switch that is switched when the aligning components are in position and received by the parts receiving the aligning components.

In een andere uitvoeringsvorm kan gebruik worden gemaakt van een optische regeling. Bij wijze van voorbeeld kan de uitlijnende component worden geregeld om een optisch pad te blokkeren tussen een lichtbron, bijvoorbeeld een led, en een overeenkomstige detector, wanneer de uitlijnende component wordt opgenomen in het overeenkomstige uitlijnende deel.In another embodiment, use can be made of an optical control. By way of example, the aligning component can be controlled to block an optical path between a light source, for example an LED, and a corresponding detector, when the aligning component is included in the corresponding aligning part.

In de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen worden de uitlijnende componenten 200 en 202 beschreven als opgenomen in overeenkomstige de uitlijnende componenten opnemende delen waarbij de detectieregeling is verbonden met de uitlijnende componenten en de de uitlijnende componenten opnemende delen. In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan de detectieregeling worden voorzien op oppervlak 236. Dit oppervlak 236 kan worden voorzien van een mechanisme om te detecteren wanneer de tape of het een beeld ontvangende medium ermee in contact is. Dit mechanisme kan om het even welk geschikt mechanisme zijn en kan bij wijze van voorbeeld een drukschakelaar bevatten, zoals een mechanisch geactiveerde drukschakelaar. Dit kan voorkomen naast de hiervoor beschreven detectiemechanismen, of in de plaats daarvan.In the embodiments described above, the aligning components 200 and 202 are described as being included in corresponding parts accommodating the aligning components, the detection control being connected to the aligning components and the parts receiving the aligning components. In another embodiment of the present invention, the detection control can be provided on surface 236. This surface 236 can be provided with a mechanism for detecting when the tape or the image-receiving medium is in contact with it. This mechanism may be any suitable mechanism and may include, for example, a pressure switch, such as a mechanically activated pressure switch. This may occur in addition to the detection mechanisms described above, or in its place.

In de hiervoor beschreven mechanismen werd een detectie-mechanisme beschreven als voorzien in elk van de uitlijnende componenten opnemende delen. In één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het detectiemechanisme worden voorzien in slechts één van de de uitlijnende componenten opnemende delen.In the aforementioned mechanisms, a detection mechanism has been described as providing for each of the aligning component receiving parts. In one embodiment of the present invention, the detection mechanism may be provided in only one of the parts receiving the aligning components.

Etikettenprinters in overeenstemming met de onderhavige uitvinding kunnen worden gebruikt met een set cassettes met verschillende breedtes. De verschillende breedtes van de cassettes kunnen bijgevolg verschillend brede een beeld ontvangende media bevatten. Dat wil zeggen dat de cassettes een verschillende afstand vertonen tussen de uitlijnende componenten van de cassette aangezien de breedte van de tape die voorbij de uitlijnende componenten komt, verschillend is. Voor kleinere breedtes van tape bevinden de uitlijnende componenten zich dichter bij elkaar terwijl voor grotere breedtes van tape de uitlijnende componenten verder van elkaar zijn verwijderd. Dienovereenkomstig zijn in één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding de de uitlijnende componenten opnemende delen op een zodanige wijze gepositioneerd en gedimensioneerd dat de de uitlijnende componenten opnemende delen in staat zijn om de uitlijnende componenten van cassettes van verschillende breedte op te nemen. In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn verschillende paren uitlijnende componenten voorzien voor elk of voor een subset van de verschillende afstanden tussen de uitlijnende componenten. In één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt de positie van de uitlijnende componenten in de de uitlijnende componenten opnemende delen gedetecteerd door de etikettenprinter en voorziet de etiketten printer van informatie over de breedte van het een beeld ontvangende medium.Label printers in accordance with the present invention can be used with a set of cassettes of different widths. The different widths of the cassettes may therefore contain different-wide image-receiving media. That is, the cassettes exhibit a different distance between the aligning components of the cassette since the width of the tape that passes beyond the aligning components is different. For smaller widths of tape, the aligning components are closer to each other, while for larger widths of tape, the aligning components are further apart. Accordingly, in one embodiment of the present invention, the parts receiving the aligning components are positioned and dimensioned such that the parts receiving the aligning components are capable of receiving the aligning components of cassettes of different widths. In another embodiment of the present invention, different pairs of aligning components are provided for each or for a subset of the different distances between the aligning components. In one embodiment of the present invention, the position of the aligning components in the portions receiving the aligning components is detected by the label printer and the label printer provides information across the width of the image receiving medium.

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding werden beschreven met een beweegbaar deksel. Opgemerkt moet worden dat andere uitvoeringsvormen dit beweegbaar deksel 28 niet hebben.Embodiments of the present invention have been described with a movable cover. It should be noted that other embodiments do not have this movable lid 28.

In een andere uitvoeringsvorm van de cassette zijn de uitlijnende componenten geregeld om de printkop te omklemmen waar de printkop is geregeld om te bewegen.In another embodiment of the cassette, the aligning components are arranged to clamp on the printhead where the printhead is arranged to move.

Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kunnen de uitlijnende componenten op de cassette openingen zijn in de plaats van uitsteeksels.As another possibility or additionally, the aligning components on the cassette may be openings instead of protrusions.

Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kunnen de uitlijnende componenten op een andere plek op de cassette zijn voorzien. Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend worden gebruikt om vast te stellen of enige geschikte component van de etikettenprinter of van de cassette zelf die beweegt ten opzichte van de cassette nadat de cassette is ingebracht zich in de correcte positie ten opzichte van de cassette bevindt. Bij wijze van voorbeeld kan de component een deksel van een een cassette opnemend dok zijn waarbij dit deksel naar de cassette toe beweegt nadat de cassette is ingebracht. Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen worden gebruikt om vast te stellen of het deksel zich op een correcte positie bevindt ten opzichte van de cassette.As another possibility or additionally, the aligning components may be provided at a different location on the cassette. Embodiments of the present invention may be used as an alternative or additional means to determine whether any suitable component of the label printer or of the cassette itself moving relative to the cassette after the cassette is inserted is in the correct position relative to of the cassette. By way of example, the component may be a lid of a cassette receiving dock with this lid moving toward the cassette after the cassette is inserted. Embodiments of the present invention can be used to determine whether the lid is in a correct position with respect to the cassette.

Wij verwijzen nu naar figuur 8a. Het een cassette opnemende dok 40 beschikt over een vaste printkop 212 en een degel 210. De degel 210 is geregeld om roteerbaar te kunnen zijn rond zijn as. De degel is ook geregeld om beweegbaar te zijn in de richting van de printkop 212. De printkop 212 is geregeld om te worden opgenomen in de printzone 18 van de cassette. Het een beeld ontvangende medium en het inktlint zijn geregeld om elkaar te overlappen tussen de printkop 212 en de degel 210. De printzone wordt bijgevolg gedefinieerd tussen de printkop 212 en de degel 210.We now refer to Figure 8a. The cassette 40 docking station has a fixed print head 212 and a platen 210. The platen 210 is arranged to be rotatable about its axis. The platen is also arranged to be movable in the direction of the print head 212. The print head 212 is arranged to be received in the print zone 18 of the cassette. The image receiving medium and the ink ribbon are arranged to overlap each other between the print head 212 and the platen 210. The print zone is therefore defined between the print head 212 and the platen 210.

In deze uitvoeringsvorm is de printkop 212 vast in zijn positie en is de degel beweegbaar. In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding evenwel, kan de degel vast zijn in positie zijn, zodat hij bij wijze van voorbeeld enkel kan bewegen rond zijn as wanneer de printkop beweegt tussen een printende en een niet-printende positie. In nog een andere uitvoeringsvorm, kunnen zowel de printkop als de degel zijn geregeld om de één naar de ander te bewegen, zodat zij bij wijze van voorbeeld kunnen worden bewogen van een niet-printende positie naar een printende positie.In this embodiment, the print head 212 is fixed in its position and the platen is movable. However, in other embodiments of the present invention, the platen may be fixed in position so that it can only move about its axis, for example, when the printhead moves between a printing and a non-printing position. In yet another embodiment, both the printhead and the platen can be arranged to move one to the other so that they can be moved from a non-printing position to a printing position by way of example.

Eveneens voorzien in het een cassette opnemende dok is een eerste inktlintcomponent 326 en een tweede inktlintcomponent 328. De eerste inktlintcomponent 326 is geregeld om de spoel voor de toevoer van inktlint te omklemmen terwijl de tweede inktlintcomponent 328 is geregeld om de opwikkelspoel voor het inktlint te omklemmen. Eén of beide inktlintcomponenten kunnen op een zodanige wijze worden aangedreven dat zij het inktlint voorwaarts en/of in omgekeerde richting bewegen.Also provided in the cassette receiving dock is a first ink ribbon component 326 and a second ink ribbon component 328. The first ink ribbon component 326 is arranged to clamp the ink ribbon supply spool while the second ink ribbon component 328 is arranged to clamp the ink ribbon take-up spool . One or both of the ink ribbon components can be driven in such a way that they move the ink ribbon forward and / or in the reverse direction.

Zoals kan worden vastgesteld, beschikt het een cassette opnemende dok over een deksel 80 dat de beweging van de degel in de richting van de printkop controleert. Wanneer het deksel 80 open is, zijn de degel en de printkop gescheiden zodat een cassette op eenvoudige wijze kan worden ingevoerd. Wanneer het deksel is gesloten, wordt de degel evenwel in de richting van de printkop bewogen.As can be seen, the cassette receiving dock has a cover 80 which controls the movement of the platen in the direction of the print head. When the lid 80 is open, the platen and the print head are separated so that a cassette can be easily inserted. However, when the lid is closed, the platen is moved toward the print head.

De beweging van het deksel van de cassette zal nu met meer bijzonderheden worden beschreven. Wij verwijzen nu naar figuur 10. Het deksel 28 heeft een opening 32. De opening 32 is geregeld, wanneer het deksel in zijn gesloten positie is, om een vergrendelend uitsteeksel 34 van de cassette te omklemmen. Het uitsteeksel 34 omklemt de opening 32 in het deksel waarin het is opgenomen, en belet zo dat het deksel wordt geopend wanneer de cassette zich buiten de etikettenprinter bevindt. Het uitsteeksel 34 is voorzien op een nagenoeg vlakke component 38 die zich in het algemeen evenwijdig met het deksel uitstrekt. De component 38 is gemaakt uit een veerkrachtig materiaal, zodat hij in het algemeen in de in figuur 10 weergegeven positie wordt geduwd. Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kan de component 38 zelf worden ondersteund of gemonteerd op een zodanige wijze dat het uitsteeksel 34 in de in figuur 10 weergegeven positie wordt geduwd. In dit scenario kan de component 38 relatief stijf zijn. Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kan het uitsteeksel zelf bestaan uit een veerkrachtig materiaal..The movement of the cassette cover will now be described in more detail. We now refer to Figure 10. The cover 28 has an opening 32. The opening 32 is controlled when the cover is in its closed position to clamp a locking protrusion 34 of the cassette. The protrusion 34 encloses the opening 32 in the cover in which it is received, and thus prevents the cover from being opened when the cassette is outside the label printer. The protrusion 34 is provided on a substantially flat component 38 which generally extends parallel to the lid. The component 38 is made of a resilient material so that it is generally pushed into the position shown in FIG. As a further possibility or in addition, the component 38 itself may be supported or mounted in such a way that the protrusion 34 is pushed into the position shown in Figure 10. In this scenario, the component 38 can be relatively stiff. As an alternative or additional feature, the protrusion itself may consist of a resilient material.

Nu verwijzen wij naar de figuren 8, 11 en 12 die delen van de etiketten printer tonen die zijn geregeld om het ontgrendelen van de dekselcomponent te veroorzaken. In het bijzonder toont figuur 8a een een cassette opnemend dok 40. Aan de zijde 42 van het een cassette opnemende dok, die naar het deksel is gericht, bevindt zich een ontgrendelend mechanisme 50 om het deksel te ontgrendelen. Een perspectiefzicht van dit mechanisme wordt getoond in figuur 11, terwijl een dwarsdoorsnede van dit mechanisme langs de lijn F - F wordt getoond in figuur 12. Het ontgrendelende mechanisme 50 vertoont een schuivende component 52 die is geregeld om te bewegen ten opzichte van een behuizing 60. De schuivende component 52 is geconfigureerd om te bewegen in de richting van de pijl C. Deze richting is evenwijdig met de lengteas van het deksel. De schuivende component 52 beweegt in dezelfde voorwaartse en terugkerende richtingen als het deksel. De behuizing 60 is vast van positie in de tapeprinter en beweegt niet.We now refer to Figures 8, 11 and 12 which show parts of the printer labels that are arranged to cause the lid component to be unlocked. In particular, Figure 8a shows a cassette receiving dock 40. On the side 42 of the cassette receiving dock facing the cover, there is an unlocking mechanism 50 for unlocking the cover. A perspective view of this mechanism is shown in Figure 11, while a cross-section of this mechanism is shown along the line F - F in Figure 12. The unlocking mechanism 50 has a sliding component 52 that is controlled to move relative to a housing 60 The sliding component 52 is configured to move in the direction of the arrow C. This direction is parallel to the longitudinal axis of the lid. The sliding component 52 moves in the same forward and reverse directions as the lid. The housing 60 is fixed in position in the tape printer and does not move.

De schuivende component 52 vertoont een opening 53 door dewelke een ontgrendelende component 54 steekt. Wanneer het ontgrendelende mechanisme 50 zich in het een cassette opnemende dok bevindt, steekt de ontgrendelende component 54 door de opening 53 en strekt hij zich uit tot in het een cassette opnemende dok 40. De ontgrendelende component 54 is geregeld om het ontgrendelen van het deksel 28 in de cassette te controleren. De ontgrendelende component wordt geduwd naar de positie waarin de ontgrendelende component door de opening 53 steekt. Dit kan worden gerealiseerd als gevolg van het materiaal waaruit de ontgrendelende component bestaat en/of als gevolg van de wijze waarop de ontgrendelende component 54 wordt ondersteund. De ontgrendelende component 54 kan afzonderlijk zijn van het hoofdlichaam 55 van de schuivende component. De ontgrendelende component 54 is geregeld om te worden gemonteerd op het hoofdlichaam 55 van de schuivende component. De ontgrendelende component 54 kan bestaan uit hetzelfde materiaal als het hoofdlichaam 55, of uit een ander materiaal.The sliding component 52 has an opening 53 through which an unlocking component 54 extends. When the unlocking mechanism 50 is in the cassette-receiving dock, the unlocking component 54 extends through the opening 53 and extends into the cassette-receiving dock 40. The unlocking component 54 is arranged to unlock the lid 28 in the cassette. The unlocking component is pushed to the position in which the unlocking component extends through the opening 53. This can be realized as a result of the material of which the unlocking component consists and / or as a result of the way in which the unlocking component 54 is supported. The unlocking component 54 can be separate from the main body 55 of the sliding component. The unlocking component 54 is arranged to be mounted on the main body 55 of the sliding component. The unlocking component 54 may consist of the same material as the main body 55, or of a different material.

De wisselwerking van het deksel van de cassette en het een cassette opnemende dok van de etikettenprinter worden hierna met meer details beschreven.The interaction of the lid of the cassette and the dock of the label printer accommodating a cassette are described in more detail below.

Daarbij verwijzen wij naar figuur 13 die het ontgrendelende mechanisme 50 toont, en in het bijzonder de ontgrendelende component 54 die zich uitstrekt tot in het een cassette opnemende dok 40. Figuur 13 toont het een cassette opnemende dok vóór een cassette in het een cassette opnemende dok is ingebracht. Bij het inbrengen van de cassette wijkt de ontgrendelende component 54 af in de richting van de pijl D, zodat de ontgrendelende component zich niet langer uitstrekt tot in het een cassette opnemende dok. De schuivende component bevindt zich in zijn initiële positie en het hoofdlichaam van de schuivende component is niet bewogen. De zone achter het ontgrendelende mechanisme 50 van de etikettenprinter vertoont een opening 57 (getoond in figuur 14). Deze opening 57 is geconfigureerd op een zodanige wijze dat wanneer de ontgrendelende component 54 wordt bewogen in de richting van de pijl D, ten minste een deel van de ontgrendelende component 54 in deze opening 57 kan worden opgenomen. De ontgrendelende component 54 is zodanig / is op een zodanige wijze gemonteerd dat de ontgrendelende component 54 voldoende flexibel is zodat die kan bewegen in de richting van de pijl D.Reference is made to Figure 13, which shows the unlocking mechanism 50, and in particular the unlocking component 54, which extends into the cassette-receiving dock 40. Figure 13 shows the cassette-receiving dock in front of a cassette in the cassette-receiving dock has been introduced. When the cassette is inserted, the unlocking component 54 deviates in the direction of the arrow D, so that the unlocking component no longer extends into the dock accommodating a cassette. The sliding component is in its initial position and the main body of the sliding component is not moved. The area behind the unlocking mechanism 50 of the label printer has an opening 57 (shown in Figure 14). This opening 57 is configured in such a way that when the unlocking component 54 is moved in the direction of the arrow D, at least a part of the unlocking component 54 can be received in this opening 57. The unlocking component 54 is mounted / mounted in such a way that the unlocking component 54 is sufficiently flexible for it to move in the direction of the arrow D.

Nu verwijzen wij naar figuur 14. Deze toont dat de cassette werd ingebracht in het een cassette opnemende dok maar nog niet volledig werd opgenomen in het een cassette opnemende dok. De cassette kan bij wijze van voorbeeld voor twee derde zijn opgenomen. De ontgrendelende component 54 wordt getoond als uitgestoken tot in de opening 57 van de etikettenprinter. Dit inbrengen van de cassette beweegt de ontgrendelende component 54 uit het een cassette opnemende dok op een zodanige wijze dat de cassette in het een cassette opnemende dok kan worden ingebracht. In deze positie duwt de ontgrendelende component 54 op het buitenste oppervlak van het deksel 28. In tegenstelling tot figuur 13 wordt de cassette nu gedeeltelijk weergegeven.We now refer to Figure 14. This shows that the cassette was inserted in the cassette-receiving dock but was not yet fully incorporated in the cassette-receiving dock. The cassette can be recorded for two thirds by way of example. The unlocking component 54 is shown as extended into the opening 57 of the label printer. This insertion of the cassette moves the unlocking component 54 from the cassette-receiving dock in such a way that the cassette can be inserted into the cassette-receiving dock. In this position, the unlocking component 54 presses on the outer surface of the lid 28. Unlike FIG. 13, the cassette is now partially shown.

Nu verwijzen wij naar figuur 15. De cassette is nu volledig in het een cassette opnemende dok opgenomen. De ontgrendelende component 54 is terug bewogen naar de positie waarin de ontgrendelende component 54 uitsteekt tot in het een cassette opnemende dok. Omdat de cassette zich nu in het een cassette opnemende dok bevindt, is de ontgrendelende component 54 nu echter uitgelijnd met de opening 32 van het deksel 28. De ontgrendelende component 54 is dan ook geregeld om uit te steken door de opening 32 om het vergrendelende uitsteeksel 34 te bewegen in een richting naar het binnenste van de cassette en weg van het deksel. Het vergrendelende uitsteeksel 34 omklemt niet langer de opening van het deksel 32, en het deksel kan worden bewogen. De ontgrendelende component 54 is nu evenwel in omklemming met het deksel 32 zodat, wanneer de schuivende component 32 wordt bewogen, het deksel 28 mee met de schuivende component zal bewegen.We now refer to figure 15. The cassette is now fully incorporated in the dock accommodating a cassette. The unlocking component 54 has been moved back to the position in which the unlocking component 54 protrudes into the dock accommodating a cassette. However, since the cassette is now in the cassette-receiving dock, the unlocking component 54 is now aligned with the opening 32 of the lid 28. The unlocking component 54 is therefore arranged to protrude through the opening 32 around the locking projection 34 to move in a direction toward the interior of the cassette and away from the cover. The locking protrusion 34 no longer encloses the opening of the lid 32, and the lid can be moved. However, the unlocking component 54 is now clamped with the lid 32 so that when the sliding component 32 is moved, the lid 28 will move along with the sliding component.

Vooraleer te beginnen met het trekken aan de ontgrendelende component op het deksel 32, moet worden nagegaan of de ontgrendelende component niet beweegt tot in de opening 57. Met het oog daarop zijn de afmetingen van de opening 32 in het deksel zodanig dat de ontgrendelende component 54 eerst kan bewegen over een zodanige afstand dat de ontgrendelende component niet beweegt tot in de opening 57 vooraleer hij in interactie treedt met de zijde van de opening 32 om aan het deksel te trekken. Dit garandeert dat de ontgrendelende component 54 niet tot in de opening 57 beweegt wanneer deze begint te trekken aan het deksel.Before starting to pull on the unlocking component on the lid 32, it must be checked whether the unlocking component does not move into the opening 57. To that end, the dimensions of the opening 32 in the lid are such that the unlocking component 54 can first move over such a distance that the unlocking component does not move into the opening 57 before it interacts with the side of the opening 32 to pull on the lid. This ensures that the unlocking component 54 does not move into the opening 57 as it begins to pull on the lid.

Nu verwijzen wij naar figuur 16 die toont dat het deksel van de cassette zich nu in de open configuratie bevindt, terwijl de cassette zich bevindt in het een cassette opnemende dok. De ontgrendelende component 54 is dus in omklemming met de opening 32 van het deksel. Dienovereenkomstig wordt, wanneer de schuivende component in de richting van de pijl E wordt bewogen, ook het deksel bewogen in de richting van de pijl E. Door deze beweging beweegt het deksel langs het vlak van zijde 30, uit het een cassette opnemende dok en in de etikettenprinter. Het deksel wordt bewogen in de richting weg van de printzone van de cassette en bijgevolg, wanneer in de open positie een deel van het deksel van de cassette zal worden opgenomen buiten het een cassette opnemende dok, in de etikettenprinter.Referring now to Figure 16, which shows that the cassette cover is now in the open configuration, while the cassette is in the cassette receiving dock. The unlocking component 54 is thus clamped with the opening 32 of the lid. Accordingly, when the sliding component is moved in the direction of the arrow E, the cover is also moved in the direction of the arrow E. By this movement, the cover moves along the plane of side 30, from the dock accommodating a cassette and into the label printer. The cover is moved in the direction away from the print zone of the cassette and, consequently, when in the open position a part of the cover of the cassette will be received outside the dock accommodating a cassette, in the label printer.

Opgemerkt moet worden dat de schuivende component wordt geleid door de behuizing 60 waarvan de afmetingen dusdanig zijn dat deze het schuivende mechanisme de mogelijkheid biedt om te bewegen in de richting van de pijl C (zie figuur 11). De behuizing 60 definieert een paar geleidingsrails 62 die de beweging van de schuivende component 52 geleidt. De schuivende component vertoont overeenkomstig gevormde trapvormige componenten 64 die de geleidingsrail omklemmen zodat de schuivende component is geregeld om te bewegen in een gedefinieerd pad. De beweging van de schuivende component kan mechanisch worden gecontroleerd of kan worden gecontroleerd door een motor.It should be noted that the sliding component is guided through the housing 60, the dimensions of which are such that it allows the sliding mechanism to move in the direction of the arrow C (see Figure 11). The housing 60 defines a pair of guide rails 62 that guide the movement of the sliding component 52. The sliding component has correspondingly shaped stepped components 64 that clamp the guide rail so that the sliding component is controlled to move in a defined path. The movement of the sliding component can be mechanically controlled or controlled by a motor.

In één uitvoeringsvorm wordt de beweging van de schuivende component mechanisch gecontroleerd door een deksel 80 van het een cassette opnemende dok. Wanneer het deksel 80 van het een cassette opnemende dok zich sluit, wordt de schuivende component 52 bewogen in de richting van de pijl C. In één uitvoeringsvorm wordt de schuivende component 52 mechanisch gekoppeld aan het deksel 28 zodat, wanneer het deksel 80 van het een cassette opnemende dok wordt gesloten, het deksel 28 van de cassette open is. Op dezelfde wijze wordt, wanneer het deksel 80 van het een cassette opnemende dok open is, het deksel 28 van de cassette gesloten.In one embodiment, the movement of the sliding component is mechanically controlled by a cover 80 of the cassette receiving dock. When the lid 80 of the cassette receiving dock closes, the sliding component 52 is moved in the direction of the arrow C. In one embodiment, the sliding component 52 is mechanically coupled to the lid 28 so that when the lid 80 of the cassette receiving dock is closed, the lid 28 of the cassette is open. Similarly, when the lid 80 of the cassette receiving dock is open, the lid 28 of the cassette is closed.

Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend beweegt de schuivende component tegen de kracht van een veer of aan andere duwende component. De veer bevindt zich binnen in de etikettenprinter en zit niet in het een cassette opnemende dok. In één uitvoeringsvorm bevindt de veer zich in de etiketten printer achter de schuivende component en de behuizing, buiten het een cassette opnemende dok. De veer is op een zodanige wijze geplaatst dat zij de schuiver duwt naar de positie die is weergegeven in figuur 8a en die overeenkomt met het deksel van de cassette in gesloten positie. Dienovereenkomstig wordt, wanneer het deksel 80 van het een cassette opnemende dok wordt geopend, het deksel 28 van de cassette gedwongen naar de gesloten positie door de schuivende component 52, waarbij de schuivende component wordt bewogen door de duwende veer.As another possibility or additionally, the sliding component moves against the force of a spring or other pushing component. The spring is inside the label printer and is not in the cassette-receiving dock. In one embodiment, the spring is located in the label printer behind the sliding component and the housing, outside the cassette receiving dock. The spring is positioned in such a way that it pushes the slider to the position shown in Figure 8a and which corresponds to the cover of the cassette in the closed position. Accordingly, when the cover 80 of the cassette receiving dock is opened, the cover 28 of the cassette is forced to the closed position by the sliding component 52, the sliding component being moved by the pushing spring.

In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan de beweging van het deksel 28 worden veroorzaakt door een motor. De motor kan worden gecontroleerd op een zodanige wijze dat, wanneer de printer klaar is om te printen, de schuivende component 52 wordt bewogen naar de open positie.In another embodiment of the present invention, the movement of the lid 28 can be caused by a motor. The motor can be controlled in such a way that when the printer is ready to print, the sliding component 52 is moved to the open position.

Nu verwijzen wij naar figuur 17 die de onderkant van het deksel 28 toont. Een deel van het deksel wordt opgenomen in de etikettenprinter, buiten het een cassette opnemende dok, wanneer het deksel 28 zich bevindt in de open positie. Dit deel van het deksel 28 bevindt zich op het tegenovergestelde einde aan het deel van het deksel 28 dat het inktlint en het een beeld ontvangende medium bedekt. In de weergegeven uitvoeringsvorm is voorzien in een EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory) 70. De EEPROM is geplaatst op een PCB (printed circuit board) 71 dat door middel van warmte aan de binnenkant van het deksel 28 is bevestigd. Deze EEPROM kan informatie opslaan over de printcassette die kan worden gebruikt om de parameters van de etikettenprinter te controleren. Uitsluitend bij wijze van voorbeeld bevatten deze parameters één of meerdere van: informatie over het een beeld ontvangende medium, de afmetingen van het etiketmedium, zo het een beeld ontvangende medium zich bevindt in de vorm van aparte etiketten: informatie met betrekking tot de aparte etiketten, informatie over de kleur van het een beeld ontvangende medium, informatie over het materiaal van het een beeld ontvangende medium, de kleur van het inktlint, informatie ter controle van de energie van de printkop, informatie ter controle van de druk van de printkop, sjablooninformatie met betrekking tot het een beeld ontvangende medium, hoeveelheid die werd verbruikt van het een beeld ontvangende medium, overblijvende hoeveelheid van het een beeld ontvangende medium, of om het even welke nuttige informatie.We now refer to Figure 17 which shows the bottom of the lid 28. A portion of the lid is received in the label printer, outside the cassette receiving dock, when the lid 28 is in the open position. This portion of the lid 28 is located at the opposite end to the portion of the lid 28 that covers the ink ribbon and the image receiving medium. In the embodiment shown, an EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory) 70 is provided. The EEPROM is placed on a PCB (printed circuit board) 71 which is attached to the inside of the cover 28 by means of heat. This EEPROM can store information about the print cartridge that can be used to check the parameters of the label printer. By way of example only, these parameters include one or more of: information about the image-receiving medium, the dimensions of the label medium, if the image-receiving medium is in the form of separate labels: information relating to the separate labels, information about the color of the image-receiving medium, information about the material of the image-receiving medium, the color of the ink ribbon, information to check the energy of the print head, information to check the pressure of the print head, template information with with respect to the image-receiving medium, amount consumed from the image-receiving medium, residual amount of the image-receiving medium, or any useful information.

Om de EEPROM 70 te lezen, is de etikettenprinter voorzien van contacten met daarmee overeenkomstige contacten 73 op de PVB 71 waarop de EEPROM 70 is gemonteerd om de EEPROM de mogelijkheid te bieden om te lezen.To read the EEPROM 70, the label printer is provided with contacts with corresponding contacts 73 on the PVB 71 on which the EEPROM 70 is mounted to allow the EEPROM to read.

Zoals kan worden gezien in figuur 17, bevat de onderkant van het deksel een rib 160 die de maximale afstand definieert waarmee het deksel kan worden bewogen in de richting van de opening. Deze rib strekt zich uit in de breedte van de cassette. Eens het vergrendelende uitsteeksel 34 uit de opening 32 wordt getild en het deksel wordt bewogen, drukt het vergrendelende uitsteeksel op de binnenkant van het deksel. De rib 160 aan de binnenkant van het deksel is in interactie met het vergrendelende uitsteeksel 34 wanneer het deksel zich in de maximale geopende positie bevindt. De binnenkant van het deksel heeft eveneens een paar evenwijdige longitudinale geleidingsrails die de beweging van het vergrendelende uitsteeksel 34 geleiden om zo ook de beweging van het deksel te geleiden.As can be seen in Figure 17, the bottom of the lid includes a rib 160 defining the maximum distance that the lid can be moved toward the opening. This rib extends in the width of the cassette. Once the locking protrusion 34 is lifted out of the opening 32 and the lid is moved, the locking protrusion presses on the inside of the lid. The rib 160 on the inside of the lid interacts with the locking protrusion 34 when the lid is in the maximum open position. The inside of the lid also has a pair of parallel longitudinal guide rails which guide the movement of the locking protrusion 34 so as to also guide the movement of the lid.

Opgemerkt moet worden dat in deze uitvoeringsvorm een EEPROM werd gebruikt. Evenwel kan om het even welke werkwijze om informatie te leveren worden gebruikt. Bij wijze van voorbeeld kan worden voorzien in een RF (radio frequency)-tag, een streepjescode of een patroon van contacten dat informatie levert in de vorm van bij wijze van voorbeeld een binaire code; één of meerdere schakelstukken.It should be noted that an EEPROM was used in this embodiment. However, any method of providing information can be used. For example, an RF (radio frequency) tag, a barcode, or a pattern of contacts may be provided that provides information in the form of, for example, a binary code; one or more link pieces.

Nu verwijzen wij naar figuur 8b die de algemene kringloop toont voor de controle van de etikettenprinter. Er is een microprocessor chip 300. In de praktijk kan er ook meer dan één chip zijn. Deze chip wordt schematisch weergegeven als hebbende een uitleesgeheugen 302, een verwerkend gedeelte 301 en geheugencapaciteit met willekeurige toegang, schematisch aangeduid als RAM 304. Dit is echter slechts bij wijze van voorbeeld en verschillende geheugen- en verwerkende regelingen kunnen worden gebruikt in andere uitvoeringsvormen. De microprocessor chip(s) is (zijn) geregeld om informatie over de etiketten te krijgen van een invoertoestel zoals een toetsenbord 330. Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kan het toestel voor de gegevensinvoer een aanraakscherm en/of een gegevenspoort (bijvoorbeeld een USB-poort) bevatten, geregeld om informatie te verkrijgen van een pc of soortgelijk.We now refer to Figure 8b which shows the general cycle for checking the label printer. There is a microprocessor chip 300. In practice, there can also be more than one chip. This chip is schematically represented as having a read-out memory 302, a processing section 301 and memory capacity with random access, schematically referred to as RAM 304. However, this is only by way of example and different memory and processing controls can be used in other embodiments. The microprocessor chip (s) is (are) arranged to receive information about the labels from an input device such as a keyboard 330. As an alternative or in addition, the data input device may have a touch screen and / or a data port (e.g. a USB port), arranged to obtain information from a PC or similar.

De microprocessor chip(s) 300 is (zijn) geregeld om gegevens uit te voeren om een beeldscherm 310 aan te sturen door middel van een beeldschermbesturingsprogramma 309. Het beeldscherm kan een te printen etiket weergeven (of een deel daarvan) en/of een bericht voor een gebruiker.The microprocessor chip (s) 300 is (are) arranged to output data to control a display 310 by means of a display control program 309. The display can display a label to be printed (or a part thereof) and / or a message for a user.

Het beeldscherm kan bij wijze van voorbeeld een Icd-scherm zijn, of een aanraakscherm. De mogelijkheid om het beeldscherm aan te sturen kan worden voorzien als element van de microprocessor chip(s).The display may, for example, be an LCD screen or a touch screen. The ability to control the display can be provided as an element of the microprocessor chip (s).

De microprocessor chip(s) is (zijn) eveneens geregeld om gegevens uit te voeren ter besturing van de printkop 212 zodat etiketgegevens worden geprint op het een beeld ontvangende medium om zo een etiket te vormen.The microprocessor chip (s) is also arranged to output data to control the print head 212 so that label data is printed on the image-receiving medium to form a label.

De microprocessor chip(s) kan (kunnen) eveneens een motor 307 controleren voor het aansturen van het een beeld ontvangende medium.The microprocessor chip (s) may also be able to control a motor 307 for driving the image-receiving medium.

Tot slot kan (kunnen) de microprocessor chip(s) ook eeri snijmechanisme 358 controleren om mogelijk te maken dat een lengte van de tape wordt afgesneden. In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan als andere mogelijkheid worden voorzien in een manuele snijmachine.Finally, the microprocessor chip (s) can also check a cutting mechanism 358 to allow a length of the tape to be cut. In other embodiments of the present invention, another manual cutting machine may be provided.

In één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de etiketten printer een standalone printer. Deze standalone printer kan onafhankelijk werken of kan worden aangesloten om informatie te ontvangen van een pc. In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de etikettenprinter een pc-printer zijn en in dat geval kunnen het toetsenbord en het beeldscherm worden weggelaten aangezien gegevens kunnen worden ingevoerd en weergegeven op de pc. De pc fungeert dan als een invoertoestel voor de printer.In one embodiment of the present invention, the label printer is a stand-alone printer. This stand-alone printer can work independently or can be connected to receive information from a PC. In other embodiments of the present invention, the label printer can be a PC printer and in that case the keyboard and display can be omitted since data can be entered and displayed on the PC. The PC then acts as an input device for the printer.

De onderhavige uitvinding kan om het even welke kenmerk of combinatie van kenmerken bevatten zoals die in deze tekst werden besproken, impliciet dan wel expliciet, of om het even welke veralgemening daarvan, zonder beperking van het toepassingsgebied van enige van de vermelde conclusies. Gelet op de hiervoor vermelde beschrijving zal het voor de mensen uit het vak duidelijk zijn dat verschillende aanpassingen kunnen worden aangebracht binnen het toepassingsgebied van de uitvinding zoals door de conclusies gedefinieerd.The present invention may include any feature or combination of features as discussed in this text, implicitly or explicitly, or any generalization thereof, without limiting the scope of any of the claims mentioned. In view of the foregoing description, it will be apparent to those skilled in the art that various modifications may be made within the scope of the invention as defined by the claims.

Claims (26)

1. Een cassette voor een etikettenprinter die bevat: een voorraad van een een beeld ontvangend medium; en een paar uitlijnende componenten die zijn geregeld om het genoemde een beeld ontvangende medium daartussen te geleiden en die zijn geconfigureerd om, in gebruik, in te klemmen met een printinrichting van een etikettenprinter.A cassette for a label printer comprising: a stock of an image receiving medium; and a pair of aligning components which are arranged to guide said image-receiving medium therebetween and which are configured, in use, to clamp in with a printer of a label printer. 2. Een cassette volgens conclusie 1, waarbij de genoemde cassette een behuizing bevat met eerste en tweede tegenover elkaar liggende oppervlakken en eerste, tweede, derde en vierde zijden die zich uitstrekken tussen de genoemde eerste en tweede oppervlakken.A cassette as claimed in claim 1, wherein said cassette comprises a housing with first and second opposite surfaces and first, second, third and fourth sides extending between said first and second surfaces. 3. Een cassette volgens conclusie 2, waarbij de genoemde uitlijnende componenten zijn voorzien op één van de genoemde zijden.A cassette according to claim 2, wherein said aligning components are provided on one of said sides. 4. Een cassette volgens conclusie 2 of 3, waarbij de genoemde uitlijnende componenten zijn geregeld om uit de genoemde ene zijde uit te steken.A cassette according to claim 2 or 3, wherein said aligning components are arranged to protrude from said one side. 5. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde uitlijnende componenten zijn voorzien aangrenzend aan een uitgang voor het genoemde een beeld ontvangende medium uit de genoemde cassette.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said aligning components are provided adjacent to an output for said image receiving medium from said cassette. 6. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde cassette een printzone bevat die in gebruik is geconfigureerd om een printinrichting op te nemen van een etikettenprinter.A cassette as claimed in any one of the preceding claims, wherein said cassette comprises a printing zone that is in use configured to receive a printing device from a label printer. 7. Een cassette volgens conclusie 6, waarbij de genoemde uitlijnende componenten zijn voorzien, aangrenzend aan de genoemde printzone.A cassette according to claim 6, wherein said aligning components are provided adjacent to said printing zone. 8. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde printinrichting één van een degel, een de degel ondersteunende component, een printkop en een de printkop ondersteunende component bevat.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said printing device comprises one of a platen, a platen supporting component, a print head, and a component supporting the print head. 9. Een cassette volgens conclusie 8, waarbij de genoemde printinrichting een paar de uitlijning ondersteunende opnemende componenten bevat, gevormd om de genoemde resp. uitlijnende componenten op te nemen.A cassette according to claim 8, wherein said printing device comprises a pair of the alignment supporting recording components formed around said resp. to include aligning components. 10. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, bevattende middelen voor het activeren van een detector in een etikettenprinter wanneer de genoemde uitlijnende componenten in staat van omklemming verkeren met een printinrichting.A cassette according to any of the preceding claims, comprising means for activating a detector in a label printer when said aligning components are in a clamping state with a printing device. 11. Een cassette volgens conclusie 10, waarbij de genoemde middelen voor het activeren van een detector zijn voorzien op of bij ten minste één van de genoemde uitlijnende componenten.A cassette according to claim 10, wherein said means for activating a detector is provided on or at at least one of said aligning components. 12. Een cassette volgens conclusie 10 of 11, waarbij de genoemde middelen voor het activeren een elektrisch contact bevatten.A cassette according to claim 10 or 11, wherein said means for activating comprises an electrical contact. 13. Een cassette volgens conclusie 10 of 11, waarbij de genoemde middelen middelen bevatten voor het activeren van ten minste één schakelaar.A cassette according to claim 10 or 11, wherein said means comprises means for activating at least one switch. 14. Een cassette volgens conclusie 10 of 11, waarbij de genoemde middelen middelen bevatten voor het onderbreken van een lichtpad.A cassette according to claim 10 or 11, wherein said means comprises means for interrupting a light path. 15. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, bevattende een beweegbare component met een eerste open positie en een tweede gesloten positie.A cassette according to any of the preceding claims, comprising a movable component with a first open position and a second closed position. 16. Een cassette volgens conclusie 15, waarbij de genoemde uitlijnende componenten zijn geregeld om in contact te komen met de genoemde beweegbare component.A cassette according to claim 15, wherein said aligning components are arranged to come into contact with said movable component. 17. Een cassette volgens conclusie 15, waarbij de genoemde beweegbare component eerste en tweede uitlijning omklemmende delen bevat voor het omklemmen van de genoemde eerste en tweede uitlijnende componenten.A cassette according to claim 15, wherein said movable component includes first and second alignment clamps for clamps said first and second alignment components. 18. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarin de genoemde beweegbare component een deksel bevat, voorzien op één van de genoemde zijden, beweegbaar tussen een eerste positie waarin het genoemde printmedium wordt blootgesteld voor printing en een tweede positie waarin het genoemde printmedium wordt beschermd.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said movable component comprises a cover provided on one of said sides, movable between a first position in which said printing medium is exposed for printing and a second position in which the said print medium is protected. 19. Een cassette volgens conclusie 18, waarin het genoemde deksel, wanneer het zich bevindt in de genoemde tweede positie, in omklemming is met de genoemde uitlijnende componenten.A cassette according to claim 18, wherein said cover, when it is in said second position, is clamped with said aligning components. 20. Een cassette volgens conclusie 19, waarbij één van het genoemde deksel en de genoemde cassette een opening bevat en de andere van het genoemde deksel en de genoemde cassette een uitsteeksel bevat, waarbij de genoemde opening en het genoemde uitsteeksel met elkaar kunnen worden omklemd om het deksel te vergrendelen in één van de genoemde eerste en tweede posities.A cassette according to claim 19, wherein one of said cover and said cassette contains an opening and the other of said cover and said cassette comprises a protrusion, said opening and said protrusion being clampable together locking the lid in one of said first and second positions. 21. Een cassette volgens conclusie 20, waarbij het genoemde uitsteeksel is geconfigureerd om te worden bewogen tussen een eerste uitgestoken positie waarin het genoemde uitsteeksel in de genoemde opening is ingeklemd, en een tweede uitgestoken positie waarin het genoemde uitsteeksel niet in de genoemde opening is ingeklemd zodat het genoemde deksel kan worden bewogen van één van de genoemde eerste en tweede posities naar de andere van de genoemde eerste en tweede posities.A cassette according to claim 20, wherein said protrusion is configured to be moved between a first extended position in which said protrusion is clamped in said opening, and a second extended position in which said protrusion is not clamped in said opening so that said cover can be moved from one of said first and second positions to the other of said first and second positions. 22. In combinatie, een etikettenprinter en een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies.22. In combination, a label printer and a cassette according to any of the preceding claims. 23. Een etikettenprinter die bevat: een een cassette opnemend dok voor het opnemen van een cassette; een printinrichting die in het genoemde een cassette opnemende dok is aangebracht, waarbij de genoemde printinrichting middelen bevatten voor het omklemmen van een paar uitlijnende componenten van de genoemde cassette, wanneer de genoemde cassette zich in het genoemde een cassette opnemende dok bevindt.A label printer comprising: a cassette receiving dock for receiving a cassette; a printing device disposed in said cassette-receiving dock, said printing device comprising means for clamping a pair of aligning components of said cassette when said cassette is located in said cassette-receiving dock. 24. Een printer volgens conclusie 23, bevattende detectiemiddelen om te detecteren of de genoemde uitlijnende componenten in staat van omklemming verkeren met de genoemde printinrichting.A printer according to claim 23, comprising detection means for detecting whether said aligning components are in a clamping condition with said printing device. 25. Een printer volgens conclusies 23 of 24, waarbij de genoemde printinrichting wordt gecontroleerd op een zodanige wijze dat de genoemde printinrichting bij afwezigheid van de genoemde uitlijnende componenten die de genoemde printinrichting omklemmen, het printen wordt belet.A printer according to claim 23 or 24, wherein said printing device is controlled in such a way that said printing device is prevented from printing in the absence of said aligning components that enclose said printing device. 26. Een printer volgens om het even welke van de conclusies 23 tot 25, waarbij de genoemde printinrichting die is geconfigureerd voor het omklemmen van het paar genoemde uitlijnende componenten één van een degel, een de degel ondersteunende component, een printkop en een de printkop ondersteunende component bevat.A printer according to any of claims 23 to 25, wherein said printing device configured to clamp the pair of said aligning components one of a platen, a platen supporting component, a printhead and a printhead supporting component.
BE2010/0587A 2010-04-28 2010-10-06 CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER. BE1019946A3 (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB201007082A GB201007082D0 (en) 2010-04-28 2010-04-28 Cassette for use in a label printer
GB201007082 2010-04-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019946A3 true BE1019946A3 (en) 2013-03-05

Family

ID=42270957

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0587A BE1019946A3 (en) 2010-04-28 2010-10-06 CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1019946A3 (en)
GB (1) GB201007082D0 (en)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2002127533A (en) * 2000-10-23 2002-05-08 Dainippon Printing Co Ltd Thermal transfer ribbon cassette
EP1707395A1 (en) * 2005-03-30 2006-10-04 Brother Kogyo Kabushiki Kaisha Tape cassette
WO2007057779A2 (en) * 2005-10-25 2007-05-24 Dymo Tape printing apparatus
GB2459531A (en) * 2008-04-29 2009-11-04 Dymo Nv Label printer having cassette engagement detection means
EP2246197A1 (en) * 2009-04-28 2010-11-03 Dymo Cassette for use in a label printer
EP2415611A1 (en) * 2009-03-31 2012-02-08 Brother Kogyo Kabushiki Kaisha Tape unit and tape cassette

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2002127533A (en) * 2000-10-23 2002-05-08 Dainippon Printing Co Ltd Thermal transfer ribbon cassette
EP1707395A1 (en) * 2005-03-30 2006-10-04 Brother Kogyo Kabushiki Kaisha Tape cassette
WO2007057779A2 (en) * 2005-10-25 2007-05-24 Dymo Tape printing apparatus
GB2459531A (en) * 2008-04-29 2009-11-04 Dymo Nv Label printer having cassette engagement detection means
EP2415611A1 (en) * 2009-03-31 2012-02-08 Brother Kogyo Kabushiki Kaisha Tape unit and tape cassette
EP2246197A1 (en) * 2009-04-28 2010-11-03 Dymo Cassette for use in a label printer

Also Published As

Publication number Publication date
GB201007082D0 (en) 2010-06-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2246197B1 (en) Cassette for use in a label printer
US7712984B2 (en) Hybrid printer
WO2013039139A1 (en) Tape cassette and printed label-making system
US7563044B2 (en) Identifying compatible combination for a thermal printer
BE1019946A3 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
CN107020848B (en) Ink ribbon, ink ribbon cartridge, and printer
CA2673397C (en) Printing apparatus
JP2796021B2 (en) Printing device
BE1020019A5 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
US6092946A (en) Tape printing apparatus and tape holding case with a sliding switch
BE1019947A3 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
BE1020169A5 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
US11465424B2 (en) Printing device having RFID reader free from external force
WO2008078201A2 (en) Printing apparatus
JP2021151716A (en) Printing device and pair of first cassette and second cassette
CN112140751A (en) Box
JP2008257284A (en) Recording medium identification device
JP2004164355A (en) Bankbooks dealing device
JP2008103038A (en) Optical disk duplicate device

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20121031