BE1019947A3 - CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER. - Google Patents

CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER. Download PDF

Info

Publication number
BE1019947A3
BE1019947A3 BE2010/0588A BE201000588A BE1019947A3 BE 1019947 A3 BE1019947 A3 BE 1019947A3 BE 2010/0588 A BE2010/0588 A BE 2010/0588A BE 201000588 A BE201000588 A BE 201000588A BE 1019947 A3 BE1019947 A3 BE 1019947A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cassette
lid
image
component
clamping component
Prior art date
Application number
BE2010/0588A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Britsom Dirk Van
Den Broecke Stefaan Van
Kris Vandermeulen
Pottelberghe Peter Van
Original Assignee
Dymo Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dymo Nv filed Critical Dymo Nv
Application granted granted Critical
Publication of BE1019947A3 publication Critical patent/BE1019947A3/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J15/00Devices or arrangements of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, specially adapted for supporting or handling copy material in continuous form, e.g. webs
    • B41J15/04Supporting, feeding, or guiding devices; Mountings for web rolls or spindles
    • B41J15/044Cassettes or cartridges containing continuous copy material, tape, for setting into printing devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J3/00Typewriters or selective printing or marking mechanisms characterised by the purpose for which they are constructed
    • B41J3/407Typewriters or selective printing or marking mechanisms characterised by the purpose for which they are constructed for marking on special material
    • B41J3/4075Tape printers; Label printers

Landscapes

  • Printers Characterized By Their Purpose (AREA)
  • Impression-Transfer Materials And Handling Thereof (AREA)

Abstract

Er wordt voorzien in een cassette voor een etikettenprinter. De etikettenprinter bevat ten minste één voorraad printmedium en een behuizing waarin het genoemde een beeld ontvangende medium wordt ontvangen. De etikettenprinter bevat voorts een deksel dat is geregeld in gebruik om te bewegen tussen een eerste en een tweede positie en een klemmende component om het genoemde printmedium te omklemmen. De klemmende component is geregeld om een eerste modus te hebben waarin het genoemde printmedium is omklemd en een tweede modus waarin het genoemde printmedium van de genoemde voorraad kan worden weggetrokken. De modus van de klemmende component wordt gecontroleerd door het deksel.A cassette for a label printer is provided. The label printer comprises at least one supply of print medium and a housing in which said image-receiving medium is received. The label printer further comprises a lid that is controlled in use to move between a first and a second position and a clamping component to clamp said printing medium. The clamping component is arranged to have a first mode in which said printing medium is clamped and a second mode in which said printing medium can be pulled away from said stock. The mode of the clamping component is controlled by the lid.

Description

CASSETTE VOOR GEBRUIK IN EEN ETIKETTEN PRINTERCASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een cassette om te worden gebruikt in een etikettenprinter, op een etikettenprinter, en op een combinatie van een cassette en een etikettenprinter.The present invention relates to a cassette for use in a label printer, to a label printer, and to a combination of a cassette and a label printer.

Een etiketten printer bevat in het algemeen een printkop die wordt gecontroleerd om te printen op een een beeld ontvangend medium of op een hulpstof in de vorm van een continu steunblad waarop voorgesneden etiketten zijn voorzien. Het een beeld ontvangende medium wordt in het algemeen geleverd in de cassette die wordt opgenomen in een een cassette opnemend dok van de etikettenprinter.A label printer generally includes a print head which is checked for printing on an image receiving medium or on an aid in the form of a continuous backing sheet on which pre-cut labels are provided. The image-receiving medium is generally supplied in the cassette which is recorded in a cassette recording dock of the label printer.

Sommige cassettes zijn op een zodanige wijze geregeld dat het een beeld ontvangende medium uit de cassette wordt getrokken naar een printzone, gedefinieerd door een printkop en een degel van de etikettenprinter. Het printen op het een beeld ontvangende medium geschiedt in de printzone. In sommige cassettes is een printzone voorzien om ten minste een deel van de printkop of de degel te herbergen. Sommige cassettes kunnen een opening hebben die het een beeld ontvangende medium de mogelijkheid biedt om de behuizing van de cassette te verlaten aan één zijde van de printzone, zich door de printzone uit te strekken, en vervolgens de cassette volledig te verlaten aan de andere zijde van de printzone.Some cassettes are arranged in such a way that the image-receiving medium is pulled from the cassette to a print zone defined by a print head and a platen of the label printer. Printing on the image receiving medium is done in the print zone. In some cassettes, a print zone is provided to accommodate at least a portion of the print head or platen. Some cassettes may have an opening that allows the image-receiving medium to exit the housing of the cassette on one side of the print zone, extend through the print zone, and then completely exit the cassette on the other side of the print zone.

Sommige cassettes bevatten eveneens een inktlint. Het inktlint kan dan eveneens door deze printzone passeren, daarbij een soortgelijke weg volgend als het een beeld ontvangende medium.Some cassettes also contain an ink ribbon. The ink ribbon can then also pass through this printing zone, following a path similar to that of the image receiving medium.

Als de cassette zich buiten de etikettenprinter bevindt, kan het een beeld ontvangende medium slap worden als gevolg van de gebruiker die aan de tape trekt, of door de algemene bewegingen van de cassette. Dit is ongewenst: wanneer de cassette in de etikettenprinter wordt gebracht, kan deze slapte de kwaliteit negatief beïnvloeden. In sommige gevallen kan het een beeld ontvangende medium helemaal terug in de cassette zijn gegaan, zodat printen onmogelijk wordt.If the cassette is outside the label printer, the image-receiving medium may become weak due to the user pulling on the tape or due to the general movements of the cassette. This is undesirable: when the cassette is inserted into the label printer, this weakness can negatively influence the quality. In some cases, the image-receiving medium may have gone all the way back into the cassette, making printing impossible.

In overeenstemming met een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt voorzien in een cassette voor een etikettenprinter die bevat: ten minste één voorraad van het printmedium, een behuizing waarin het genoemde een beeld ontvangende medium wordt ontvangen, een deksel dat is geregeld om in gebruik te bewegen tussen eerste en tweede posities, en een klemmende component om het genoemde printmedium te omklemmen, waarbij de genoemde klemmende component is geregeld om een eerste modus in te nemen waarin het genoemde printmedium wordt omklemd en een tweede modus waarin het genoemde een beeld ontvangënde medium van de genoemde voorraad kan worden weggetrokken, waarbij de modus van de klemmende component wordt gecontroleerd door het deksel.In accordance with a first aspect of the present invention, there is provided a cassette for a label printer which comprises: at least one supply of the print medium, a housing in which said image-receiving medium is received, a cover which is arranged to be used in use moving between first and second positions, and a clamping component to clamp said print medium, said clamping component being arranged to take a first mode in which said print medium is clamped and a second mode in which said image receiving medium of said stock can be withdrawn, the mode of the clamping component being controlled by the lid.

In overeenstemming met een tweede aspect wordt voorzien in een etikettenprinter die bevat: een een cassette opnemend dok voor het opnemen van een cassette; een printkop en een degel die ten minste ten dele zijn voorzien in het genoemde een cassette opnemende dok; en een mechanisme voor de bediening van het deksel van de cassette dat ten minste ten dele is voorzien in het genoemde een cassette opnemende dok, voor het omklemmen en bewegen van een deksel van een cassette wanneer de genoemde cassette zich in het een cassette opnemende dok bevindt.In accordance with a second aspect, a label printer is provided that includes: a cassette-receiving dock for recording a cassette; a printhead and a platen that are at least partially provided in said cassette-receiving dock; and a mechanism for operating the cover of the cassette which is at least partially provided in said cassette-receiving dock, for clamping and moving a lid of a cassette when said cassette is in the cassette-receiving dock .

Hierna worden, uitsluitend bij wijze van voorbeeld, enkele uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarbij: figuur 1 een dwarsdoorsnede toont van een cassette in overeenstemming met één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 2 een perspectief zicht toont van de cassette van figuur 1; figuur 3 een deel van de cassette van figuur 1 toont met meer details; figuur 4 een perspectief zicht toont van een ontgrendelend mechanisme in een etikettenprinter voor het ontgrendelen van een deksel van de cassette van figuur 1; figuur 5 een zicht op een dwarsdoorsnede toont van het ontgrendelende mechanisme van figuur 4, langs de lijn F - F van figuur 4; figuur 6 een perspectief zicht toont van een een cassette opnemend dok in de etikettenprinter; figuur 7 een dwarsdoorsnede toont van een deel van de etikettenprinter, die het ontgrendelende mechanisme toont vóór de cassette van figuur 1 in het een cassette opnemende dok is ingebracht; figuur 8 een dwarsdoorsnede toont van het deel van de etikettenprinter dat in figuur 7 wordt getoond en de cassette van figuur 1 wanneer de cassette is ingebracht; figuur 9 een dwarsdoorsnede toont van het deel van de etikettenprinter dat in figuur 7 wordt getoond en de cassette van figuur 1, met het deksel van de cassette in een ontgrendelde configuratie; figuur 10 een dwarsdoorsnede toont van het deel van de etikettenprinter dat in figuur 7 wordt getoond en de cassette van figuur 1, met het deksel van de cassette in een open positie; figuur 11 een perspectief zicht toont van de cassette van figuur 1, waarbij het deksel in open positie staat; figuur 12 de onderkant toont van het deel van het deksel dat in figuur 11 met A werd aangeduid; figuur 13 schematisch delen van een etikettenprinter toont; figuur 14 een opengewerkt zicht van een cassette toont; figuur 15 een de degel vergrendelende component toont, evenals het deksel waar de de degel vergrendelende component zich bevindt in een vergrendelde positie waarbij de degelroller is vergrendeld; figuur 16 de de degel vergrendelende component van figuur 15 toont in een ontgrendelde positie zodat de degel zich kan bewegen; figuur 17 een perspectief zicht toont van de onderkant van het een cassette opnemende dok dat de de degel vergrendelende component toont in de ontgrendelende positie; figuur 18 in detail de interactie toont tussen de de degel vergrendelende component met de degel ondersteunende component in de vergrendelende positie; figuur 19 een zicht toont van de onderkant van het deksel van de cassette; figuur 20a een vergroot zicht toont van de klemmende component van de cassette in een klemmende positie; en figuur 20b een vergroot zicht toont van de klemmende component van de cassette in de niet-klemmende positie.Hereinafter, by way of example only, some embodiments of the present invention are described with reference to the accompanying drawings, wherein: Figure 1 shows a cross-section of a cassette in accordance with one embodiment of the present invention; Figure 2 shows a perspective view of the cassette of Figure 1; Figure 3 shows a part of the cassette of Figure 1 with more details; Figure 4 shows a perspective view of an unlocking mechanism in a label printer for unlocking a lid of the cartridge of Figure 1; Figure 5 shows a cross-sectional view of the release mechanism of Figure 4, along the line F - F of Figure 4; Figure 6 shows a perspective view of a cassette receiving dock in the label printer; Figure 7 shows a cross-section of a portion of the label printer showing the unlocking mechanism before the cassette of Figure 1 is inserted into the cassette receiving dock; Figure 8 shows a cross-section of the part of the label printer shown in Figure 7 and the cassette of Figure 1 when the cassette is inserted; Figure 9 shows a cross-section of the part of the label printer shown in Figure 7 and the cassette of Figure 1, with the cover of the cassette in an unlocked configuration; Figure 10 shows a cross-section of the part of the label printer shown in Figure 7 and the cassette of Figure 1, with the lid of the cassette in an open position; Figure 11 shows a perspective view of the cassette of Figure 1, with the lid in the open position; Figure 12 shows the underside of the part of the lid that is designated A in Figure 11; Figure 13 schematically shows parts of a label printer; Figure 14 shows a cut-away view of a cassette; Figure 15 shows a platen locking component, as well as the lid where the platen locking component is located in a locked position with the platen roller locked; Figure 16 shows the platen locking component of Figure 15 in an unlocked position so that the platen can move; Figure 17 shows a perspective view of the bottom of the cassette-receiving dock showing the platen locking component in the unlocking position; Figure 18 shows in detail the interaction between the platen locking component with the platen supporting component in the locking position; Figure 19 shows a view of the bottom of the cassette cover; Figure 20a shows an enlarged view of the clamping component of the cassette in a clamping position; and Figure 20b shows an enlarged view of the clamping component of the cassette in the non-clamping position.

In de figuren verwijzen gelijke numerieke referenties steeds naar gelijke componenten.In the figures, identical numerical references always refer to identical components.

De cassette die wordt getoond in de figuren is geregeld om plaats te bieden aan één of meerdere voorraden van een printmedium. Het printmedium kan een inktlint zijn en/of kan een een beeld ontvangend medium zijn. Een een beeld ontvangend medium kan zich bevinden in de vorm van een een beeld ontvangende tape met een bovenste een beeld ontvangende laag om het beeld te ontvangen, en een verwijderbare steunende laag die is bevestigd aan de bovenste een beeld ontvangende laag door middel van een laag kleefstof op een zodanige wijze dat, nadat het beeld is afgedrukt, de steunende laag kan worden verwijderd en de een beeld ontvangende laag op een oppervlak kan worden gekleefd. Deze een beeld ontvangende tape kan continu worden toegevoerd. Dienovereenkomstig kan de cassette worden gebruikt in een etikettenprinter die een snijmechanisme bevat om een lengte van de een beeld ontvangende tape af te snijden nadat het beeld werd afgedrukt.The cassette shown in the figures is arranged to accommodate one or more stocks of a print medium. The print medium can be an ink ribbon and / or can be an image receiving medium. An image-receiving medium may be in the form of an image-receiving tape with an upper image-receiving layer to receive the image, and a removable backing layer attached to the upper image-receiving layer by means of a layer adhesive in such a way that, after the image is printed, the backing layer can be removed and the image-receiving layer can be adhered to a surface. This image-receiving tape can be supplied continuously. Accordingly, the cassette can be used in a label printer that includes a cutting mechanism to cut a length of the image-receiving tape after the image has been printed.

Als een andere mogelijkheid kan het een beeld ontvangende medium een continue steunende laag bevatten terwijl de een beeld ontvangende laag zich bevindt in de vorm van vooraf gesneden etiketten. In dit voorbeeld kan het etiket worden geprint om daarna van de steunende laag te worden gepeld. Als een andere mogelijkheid kunnen de etiketten aan elkaar zijn verbonden zonder steunende laag. De etiketten kunnen van elkaar worden gescheiden door middel van lijnen die aanduiden waar een gebruiker zou moeten snijden, of door middel van perforaties.Alternatively, the image-receiving medium may contain a continuous backing layer while the image-receiving layer is in the form of pre-cut labels. In this example, the label can be printed and then peeled off the backing layer. Alternatively, the labels may be connected to each other without a backing layer. The labels can be separated from each other by lines that indicate where a user should cut, or by perforations.

Zoals vermeld kan de cassette een een beeld ontvangend medium of een inktlint bevatten. In sommige uitvoeringsvormen kan de cassette een een beeld ontvangend medium en een inktlint bevatten.As mentioned, the cassette may contain an image receiving medium or an ink ribbon. In some embodiments, the cassette may contain an image receiving medium and an ink ribbon.

Sommige cassettes kunnen worden gebruikt met een thermische etikettenprinter waarbij een beeld wordt gegenereerd door het activeren van een thermische printkop tegen het inktlint op een zodanige wijze dat inkt van het inktlint op een te printen zone op het een beeld ontvangende medium wordt overgebracht.Some cassettes can be used with a thermal label printer where an image is generated by activating a thermal print head against the ink ribbon in such a way that ink is transferred from the ink ribbon to a printing zone on the image receiving medium.

Opgemerkt moet worden dat, in sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, waarbij de cassette enkel de behuizing vormt van een beeld ontvangend medium, het een beeld ontvangende medium zich kan bevinden in de vorm van een direct thermisch een beeld ontvangend medium. Een direct thermisch een beeld ontvangend medium is dusdanig, dat een beeld kan worden gevormd direct op of binnen het direct thermisch een beeld ontvangend medium door een thermische printkop, zonder dat daarbij een inktlint vereist is.It should be noted that, in some embodiments of the present invention, wherein the cassette merely forms the housing of an image-receiving medium, the image-receiving medium may be in the form of a direct thermal image-receiving medium. A direct thermal image receiving medium is such that an image can be formed directly on or within the direct thermal image receiving medium by a thermal print head, without thereby requiring an ink ribbon.

Opgemerkt moet worden dat, in een andere uitvoeringsvorm, de cassette enkel de behuizing kan vormen van een een beeld ontvangend medium. Een inktlint kan worden ondergebracht in aan afzonderlijke cassette.It should be noted that, in another embodiment, the cassette can only form the housing of an image receiving medium. An ink ribbon can be accommodated in a separate cassette.

Andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen verschillende structuren van een een beeld ontvangend medium vertonen. Bij wijze van voorbeeld kan in sommige uitvoeringsvormen na het printen een beschermende laag op het geprinte oppervlak worden aangebracht. In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een beschermende laag op het een beeld ontvangend oppervlak worden aangebracht en geschiedt het printen door de beschermende laag. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt een beeld aangebracht op een oppervlak van een een beeld ontvangend medium en wordt daarna het een beeld ontvangende medium aan de steunende laag gehecht, met het geprinte beeld op de zijde van het een beeld ontvangende medium dat aan de steunende laag is gehecht. In sommige uitvoeringsvormen is het mogelijk dat er geen steunende laag is. Deze uitvoeringsvormen kunnen een laag kleefstof vertonen. In sommige uitvoeringsvormen kan er geen kleefstof zijn. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de mogelijke structuur van het een beeld ontvangende medium en uiteraard zijn nog andere structuren mogelijk.Other embodiments of the present invention may exhibit different structures of an image receiving medium. For example, in some embodiments, after printing, a protective layer may be applied to the printed surface. In other embodiments of the present invention, a protective layer can be applied to the image-receiving surface and printing is through the protective layer. In yet another embodiment, an image is applied to a surface of an image-receiving medium and then the image-receiving medium is adhered to the backing layer, with the printed image on the side of the image-receiving medium attached to the backing layer is attached. In some embodiments, it is possible that there is no backing layer. These embodiments may exhibit a layer of adhesive. In some embodiments, there can be no adhesive. These are just a few examples of the possible structure of the image-receiving medium and of course other structures are possible.

In sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een specifieke etikettenprinter worden geregeld om een reeks verschillende cassettes op te nemen, die elk de behuizing vormen van verschillende een beeld ontvangende media en/of inktlinten. De een beeld ontvangende media kunnen van elkaar verschillen qua type en/of breedte. De cassettes kunnen verschillen qua dikte op basis van de afmetingen van de erin ondergebrachte een beeld ontvangende media.In some embodiments of the present invention, a specific label printer can be arranged to receive a series of different cassettes, each of which forms the housing of different image-receiving media and / or ink ribbons. The image receiving media may differ from each other in terms of type and / or width. The cassettes may differ in thickness based on the dimensions of the image-receiving media accommodated therein.

Het gebruik van een thermische printkop werd hiervoor vermeld. Opgemerkt moet worden dat andere uitvoeringsvormen verschillende printtechnologieën kunnen gebruiken zoals inkjet of om het even welke andere geschikte printtechniek.The use of a thermal printhead has been mentioned above. It should be noted that other embodiments may use different printing technologies such as inkjet or any other suitable printing technique.

Sommige cassettes en etikettenprinters in overeenstemming met de onderhavige uitvinding worden hierna beschreven, daarbij verwijzend naar de bijgevoegde figuren.Some cassettes and label printers in accordance with the present invention are described below, with reference to the accompanying figures.

Eerst in het bijzonder verwijzend naar figuur 1, beschikt de cassette 2 over een behuizing 4. De behuizing 4 is geregeld om een voorraad van een een beeld ontvangend medium 6 en een inktlint 8 te bevatten. Het inktlint 8 is voorzien op een spoel voor de toevoer van inktlint 12 en wordt, zo het in gebruik is, opgenomen door de opwikkelspoel voor het inktlint 10. Het een beeld ontvangende medium 6 en het inktlint 8 zijn geregeld om elkaar te overlappen tussen een printkop 22 die drukt tegen een roteerbare degel 24. De printkop 22 en de degel kunnen worden opgemerkt in figuur 6.Referring in particular to Figure 1, the cassette 2 has a housing 4. The housing 4 is arranged to hold a supply of an image-receiving medium 6 and an ink ribbon 8. The ink ribbon 8 is provided on a spool for supplying ink ribbon 12 and, if in use, is received by the take-up reel for the ink ribbon 10. The image-receiving medium 6 and the ink ribbon 8 are arranged to overlap one another between a printhead 22 which presses against a rotatable platen 24. The printhead 22 and the platen can be seen in Figure 6.

In deze uitvoeringsvorm is de printkop 22 vastgemaakt in zijn positie en is de beweegbare degel niet enkel in staat om rond zijn as te roteren maar om tevens te bewegen tussen een niet-printende positie waarin de degel op een afstand wordt gehouden van de printkop, en een printende positie waarin de degel 24 tegen de printkop 22 drukt. Opgemerkt moet worden dat in andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding de degel vast in positie kan zijn, zodat hij bij wijze van voorbeeld enkel kan bewegen rond zijn as en de printkop beweegt tussen een printende en een niet-printende positie. In nog een andere uitvoeringsvorm kunnen zowel de printkop 22 als de degel 24 zijn geregeld om de één naar de ander te bewegen, zodat zij bij wijze van voorbeeld kunnen bewegen van een niet-printende positie naar een printende positie.In this embodiment, the printhead 22 is fixed in its position and the movable platen is not only able to rotate about its axis but also to move between a non-printing position in which the platen is kept at a distance from the printhead, and a printing position in which the platen 24 presses against the printhead 22. It should be noted that in other embodiments of the present invention, the platen can be fixed in position, so that it can only move about its axis, for example, and the print head moves between a printing and a non-printing position. In yet another embodiment, both the print head 22 and the platen 24 can be controlled to move one to the other so that they can move from a non-printing position to a printing position by way of example.

De printkop 22 is geregeld om, wanneer de cassette in het een cassette opnemende dok zit, te worden opgenomen in een printzone 16 in de cassette. Deze printzone is zichtbaar in de figuren 1 en 2. De printkop 22 is geregeld om te worden opgenomen in de printzone 16 waarbij het een beeld ontvangende medium en het inktlint elkaar overlappen tussen de printkop 22 en de degel 24. Een printzone wordt bijgevolg voorzien tussen de printkop 22 en de degel 24.The printhead 22 is arranged to, when the cassette is in the cassette-receiving dock, be included in a print zone 16 in the cassette. This print zone is visible in Figures 1 and 2. The print head 22 is arranged to be received in the print zone 16 with the image receiving medium and the ink ribbon overlapping each other between the print head 22 and the platen 24. A print zone is therefore provided between the printhead 22 and the platen 24.

Het inktlint 8 wordt genomen van de spoel voor de toevoer van inktlint 12 en wordt, na door de printzone te zijn gepasseerd, opgenomen door de opwikkelspoel voor het inktlint 10. Zoals kan worden vastgesteld in figuur 2, vertoont de behuizing van de cassette een eerste opening 20 die is uitgelijnd met de spoel voor de toevoer van inktlint. Deze eerste opening is voorzien op de onderkant van de cassette en is geregeld om een eerste component 25 op te nemen die is voorzien in het een cassette opnemende dok. De onderkant van de cassette vertoont een tweede opening 18 die is uitgelijnd met de opwikkelspoel voor het inktlint 10. Deze tweede opening 18 is geregeld om een tweede component 26 op te nemen die is voorzien in het een cassette opnemende dok. Deze eerste en tweede componenten 25 en 26 omklemmen de spoel voor de toevoer van inktlint 12 en de opwikkelspoel voor het inktlint 10. Eén of beide omklemmende componenten 25 en 26 kunnen op een zodanige wijze worden aangedreven dat zij het inktlint 8 voorwaarts en/of in omgekeerde richting bewegen.The ink ribbon 8 is taken from the reel for supplying ink ribbon 12 and, after passing through the printing zone, is taken up by the take-up reel for the ink ribbon 10. As can be seen in Fig. 2, the housing of the cassette has a first aperture 20 aligned with the ink ribbon supply spool. This first opening is provided on the bottom of the cassette and is arranged to receive a first component 25 which is provided in the cassette receiving dock. The bottom of the cassette has a second opening 18 which is aligned with the take-up reel for the ink ribbon 10. This second opening 18 is arranged to receive a second component 26 provided in the cassette-receiving dock. These first and second components 25 and 26 clamp the reel for supplying ink ribbon 12 and the take-up reel for the ink ribbon 10. One or both of the clamping components 25 and 26 can be driven in such a way that they feed the ink ribbon 8 forward and / or in move in the opposite direction.

Een deksel 28 is voorzien op een dekselkant 30 van de cassette 2. De dekselkant 30 is één van de vier zijden die zich uitstrekken tussen een bovenste oppervlak 31 en een onderste oppervlak 29. Deze vier zijden zijn evenwijdig met de assen die worden gedefinieerd door de eerste en tweede componenten en de as rond dewelke de voorraad van het een beeld ontvangende medium 104 en de voorraad van het inktlint 12 roteren. De zijde van het deksel 30 is de zijde met een opening 33 door dewelke het een beeld ontvangende medium 6 en het inktlint de cassette 2 verlaten. De zijde van het deksel 30 is de zijde die in het algemeen de printzone definieert en die (met het deksel 28) een uitgang 35 van de cassette definieert. Het deksel 28 is geregeld om te bewegen langs het vlak van de zijde 30 tussen een gesloten positie, die wordt getoond in figuur 2, en een open positie, die wordt getoond in figuur 11. Het deksel is bijgevolg geregeld om te bewegen in het vlak van zijde 30, in de richting van de pijl B. Het deksel 28 is geregeld om heen-en-weer te bewegen langs de lengterichting van de zijde 30.A lid 28 is provided on a lid side 30 of the cassette 2. The lid side 30 is one of the four sides extending between an upper surface 31 and a lower surface 29. These four sides are parallel to the axes defined by the first and second components and the axis about which the stock of the image-receiving medium 104 and the stock of the ink ribbon 12 rotate. The side of the lid 30 is the side with an opening 33 through which the image-receiving medium 6 and the ink ribbon leave the cassette 2. The side of the lid 30 is the side that generally defines the print zone and which (with the lid 28) defines an output 35 of the cassette. The lid 28 is controlled to move along the plane of the side 30 between a closed position shown in Figure 2 and an open position shown in Figure 11. The lid is therefore controlled to move in the plane from side 30, in the direction of the arrow B. The lid 28 is arranged to move back and forth along the longitudinal direction of the side 30.

Wanneer het deksel 28 zich bevindt in de gesloten positie, zijn het een beeld ontvangende medium 6 en het inktlint 8 naast de printzone 16 bedekt en bijgevolg beschermd van blootstelling aan vreemde voorwerpen. Wanneer het deksel 28 open is, zoals getoond in figuur 11, zijn het een beeld ontvangende medium 6 en het inktlint 8 blootgesteld zodat de degel 24 in contact kan komen met het een beeld ontvangende medium 6 wanneer dit tegen de printkop 22 wordt gedrukt, zodat kan worden geprint.When the lid 28 is in the closed position, the image-receiving medium 6 and the ink ribbon 8 next to the printing zone 16 are covered and thus protected from exposure to foreign objects. When the cover 28 is open, as shown in Figure 11, the image-receiving medium 6 and the ink ribbon 8 are exposed so that the platen 24 can come into contact with the image-receiving medium 6 when it is pressed against the printhead 22, so that can be printed.

De beweging van het deksel 28 zal nu met meer bijzonderheden worden beschreven. Hierbij verwijzen wij naar figuur 3 die een deel van de cassette 2 van figuur 1 weergeeft met meer details. Het deksel 30 heeft een opening 32. De opening 32 is geregeld, wanneer het deksel 28 in zijn gesloten positie is, om een vergrendelend uitsteeksel 34 van de cassette 2 te omklemmen. Het uitsteeksel 34 omklemt de opening 32 in het deksel 28 waarin het is opgenomen, en belet zo dat het deksel 28 wordt geopend wanneer de cassette 2 zich buiten de etikettenprinter bevindt. Het uitsteeksel kan tevens trap 36 van het deksel 28 omklemmen, wanneer opgenomen in opening 32.The movement of the lid 28 will now be described in more detail. We hereby refer to figure 3 which shows a part of the cassette 2 of figure 1 with more details. The lid 30 has an opening 32. The opening 32 is controlled when the lid 28 is in its closed position to clamp a locking protrusion 34 of the cassette 2. The protrusion 34 encloses the opening 32 in the lid 28 in which it is received, and thus prevents the lid 28 from being opened when the cassette 2 is outside the label printer. The protrusion can also clamp step 36 of the lid 28 when received in opening 32.

Het uitsteeksel 34 is voorzien op een nagenoeg vlakke component 38 die zich in het algemeen evenwijdig met de kant van het deksel 30 uitstrekt. De component 38 is gemaakt uit een veerkrachtig materiaal, zodat hij in het algemeen in de in figuur 3 weergegeven positie wordt geduwd. Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kan de component 38 zelf worden ondersteund of gemonteerd op een zodanige wijze dat het uitsteeksel 34 in de in figuur 3 weergegeven positie wordt geduwd. In dit scenario kan de component 38 relatief stijf zijn. Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kan het uitsteeksel 34 zelf bestaan uit een veerkrachtig materiaal.The protrusion 34 is provided on a substantially flat component 38 which generally extends parallel to the side of the lid 30. The component 38 is made of a resilient material so that it is generally pushed into the position shown in FIG. As a further possibility or in addition, the component 38 itself may be supported or mounted in such a way that the protrusion 34 is pushed into the position shown in Figure 3. In this scenario, the component 38 can be relatively stiff. As an alternative or additional possibility, the protrusion 34 itself may consist of a resilient material.

De component 38 wordt aan één einde 101 ondersteund op het einde van de kant van het deksel 30, verwijderd van de uitgang 35 van de cassette. De component 38 is geregeld om eveneens een klemmende werking ten opzichte van het een beeld ontvangende medium uit te oefenen. De component 38 is, op het einde 100 tegenover het ondersteunde einde 101, geregeld om te drukken tegen een geleidende stijl 102. Het een beeld ontvangende medium wordt uit de tapevoorraad 104 getrokken en passeert tussen het einde 100 van de component 38 en de geleidende stijl 102 wanneer geen omklemming van het een beeld ontvangende medium 6 wordt geboden. Dit wordt vergroot getoond in figuur 20b. Wanneer de component 38 een omklemmende kracht levert, wordt het een beeld ontvangende medium 6 geklemd tussen de component 38 en de geleidende stijl 102. Dit wordt vergroot getoond in figuur 20a.The component 38 is supported at one end 101 on the end of the side of the lid 30, remote from the output 35 of the cassette. The component 38 is arranged to also exert a clamping action with respect to the image-receiving medium. The component 38 is, at the end 100 opposite the supported end 101, arranged to press against a conductive post 102. The image receiving medium is pulled out of the tape stock 104 and passes between the end 100 of the component 38 and the conductive post 102 when no clamping of the image-receiving medium 6 is offered. This is shown enlarged in Figure 20b. When the component 38 provides a clamping force, the image-receiving medium 6 is clamped between the component 38 and the conductive post 102. This is shown enlarged in Figure 20a.

De component 38 is zo geregeld om een eerste omklemmende modus en een tweede omklemmende modus in te nemen. In de eerste omklemmende modus van figuur 20a is de component 38 geregeld om te drukken tegen de geleidende stijl 102, om het een beeld ontvangende medium 6 te klemmen tussen het einde 100 van de component 38 en de geleidende stijl 102. In de tweede omklemmende modus van figuur 20b is de component 38 nog steeds in contact met het een beeld ontvangende medium 6 maar de eventueel door de component 38 uitgeoefende kracht is gereduceerd zodat het een beeld ontvangende medium 5 uit de voorraad 104 kan worden getrokken. In de tweede omklemmende modus bieden de component 38 en de geleidende stijl 102 een geleidende functie voor het een beeld ontvangende medium 6 wanneer het een beeld ontvangende medium 6 uit de voorraad 104 wordt getrokken.The component 38 is controlled so as to assume a first encapsulating mode and a second encapsulating mode. In the first clamping mode of Figure 20a, the component 38 is arranged to press against the conductive post 102, to clamp the image-receiving medium 6 between the end 100 of the component 38 and the conductive post 102. In the second clamping mode 20b, the component 38 is still in contact with the image-receiving medium 6, but the force possibly exerted by the component 38 is reduced so that the image-receiving medium 5 can be pulled out of the supply 104. In the second encapsulating mode, the component 38 and the conductive post 102 provide a conductive function for the image-receiving medium 6 when the image-receiving medium 6 is pulled out of the supply 104.

In een andere uitvoeringsvorm is er in de tweede omklemmende modus geen contact tussen de component 38 en het een beeld ontvangende medium 6, of een beperkt contact.In another embodiment there is no contact between the component 38 and the image-receiving medium 6, or a limited contact, in the second encapsulating mode.

Wij verwijzen nu naar figuur 14 die een opengewerkt zicht van een cassette 2 volgens deze uitvinding toont. De cassette 2 bevat een eerste gedeelte 202 en een tweede gedeelte 204. Het eerste gedeelte 202 en het tweede gedeelte 204 definiëren de behuizing 4 van de cassette.We now refer to Figure 14 which shows a cut-away view of a cassette 2 according to the present invention. The cassette 2 comprises a first part 202 and a second part 204. The first part 202 and the second part 204 define the housing 4 of the cassette.

De cassette 2 is geregeld om de voorraad van het een beeld ontvangende medium 6 onder te brengen. Zoals kan worden vastgesteld, is het een beeld ontvangende medium 6 voorzien op een spoel 212. De spoel 212 is geregeld met betrekking tot spoelomklemmende componenten 216, voorzien in het eerste gedeelte 202. Soortgelijke spoelomklemmende componenten kunnen worden voorzien in het tweede gedeelte 204. Deze spoelomklemmende componenten 216 zijn geregeld om te passen binnen de spoel 212 om de spoel 212 in de cassette 2 te positioneren. De spoelomklemmende componenten 216 zijn gepositioneerd op een zodanige wijze dat de spoel met het een beeld ontvangende medium 212 op haar plaats wordt gehouden maar de spoel 212 is geregeld om te roteren rond de spoelomklemmende componenten 216. In een andere uitvoeringsvorm is het een beeld ontvangende medium niet voorzien op een spoel maar rond zichzelf gewikkeld.The cassette 2 is arranged to house the stock of the image-receiving medium 6. As can be determined, the image-receiving medium 6 is provided on a coil 212. The coil 212 is arranged with respect to coil-enclosing components 216, provided in the first portion 202. Similar coil-enclosing components can be provided in the second portion 204. This spool-enclosing components 216 are arranged to fit within the spool 212 to position the spool 212 in the cassette 2. The coil clamping components 216 are positioned in such a way that the coil with the image-receiving medium 212 is held in place but the coil 212 is arranged to rotate around the coil-clamping components 216. In another embodiment, the image-receiving medium is not provided on a spool but wrapped around itself.

De cassette 2 is eveneens voorzien van het deksel 28. De component 38 heeft het eerste vergrendelende uitsteeksel 34 dat is geregeld om de opening 32 van het deksel 32 te omklemmen om het deksel in de gesloten positie te houden. De cassette 2 heeft eveneens een subsamenstel 214 dat de opwikkelspoel voor het inktlint 10 en de spoel voor de toevoer van inktlint 12 ondersteunt.The cassette 2 is also provided with the lid 28. The component 38 has the first locking protrusion 34 which is arranged to clamp the opening 32 of the lid 32 to hold the lid in the closed position. The cassette 2 also has a sub-assembly 214 that supports the take-up spool for the ink ribbon 10 and the spool for the supply of ink ribbon 12.

Nu verwijzen wij naar de figuren 4, 5 en 6 die delen van de etikettenprinter tonen die zijn geregeld om het ontgrendelen van de dekselcomponent 28 te veroorzaken. In het bijzonder toont figuur 6 een een cassette opnemend dok 40. Aan de zijde 42 van het een cassette opnemende dok 40, die naar het deksel 28 is gericht, bevindt zich een ontgrendelend mechanisme 50 om het deksel 28 te ontgrendelen. Een perspectiefzicht van dit mechanisme wordt getoond in figuur 4, terwijl een dwarsdoorsnede van dit mechanisme längs de lijn F - F wordt getoond in figuur 5. Het ontgrendelende mechanisme 50 vertoont een schuivende component 52 die is geregeld om te bewegen ten opzichte van een behuizing 60. De schuivende component 52 is geconfigureerd om te bewegen in de richting van de pijl C. Deze richting is evenwijdig met de lengteas van het deksel 28. De schuivende component 52 beweegt in dezelfde voorwaartse en terugkerende richtingen als het deksel 28. De behuizing 60 is vast van positie in de tapeprinter en beweegt niet.We now refer to Figures 4, 5 and 6 which show parts of the label printer that are controlled to cause the lid component 28 to be unlocked. In particular, Figure 6 shows a cassette-receiving dock 40. On the side 42 of the cassette-receiving dock 40 facing the lid 28, there is an unlocking mechanism 50 for unlocking the lid 28. A perspective view of this mechanism is shown in Figure 4, while a cross-section of this mechanism is shown along the line F - F in Figure 5. The unlocking mechanism 50 has a sliding component 52 which is controlled to move relative to a housing 60 The sliding component 52 is configured to move in the direction of the arrow C. This direction is parallel to the longitudinal axis of the lid 28. The sliding component 52 moves in the same forward and reverse directions as the lid 28. The housing 60 is fixed position in the tape printer and does not move.

De schuivende component 52 vertoont een opening 53 door dewelke een ontgrendelende component 54 steekt. Wanneer het ontgrendelende mechanisme 50 zich in het een cassette opnemende dok bevindt, steekt de ontgrendelende component 54 door de opening en strekt hij zich uit tot in het een cassette opnemende dok. De ontgrendelende component 54 is geregeld om het ontgrendelen van het deksel 28 in de cassette 2 te controleren. De ontgrendelende component 54 wordt geduwd naar de positie waarin de ontgrendelende component 54 door de opening 53 steekt. Dit kan worden gerealiseerd als gevolg van het materiaal waaruit de ontgrendelende component bestaat en/of als gevolg van de wijze waarop de ontgrendelende component 54 wordt ondersteund. De ontgrendelende component 54 kan afzonderlijk zijn van een hoofdlichaam 55 van de schuivende component 52. De ontgrendelende component 54 is geregeld om te worden gemonteerd op het hoofdlichaam 55 van de schuivende component 52. De ontgrendelende component 54 kan bestaan uit hetzelfde materiaal als het hoofdlichaam 55, of uit een ander materiaal.The sliding component 52 has an opening 53 through which an unlocking component 54 extends. When the unlocking mechanism 50 is in the cassette receiving dock, the unlocking component 54 protrudes through the opening and extends into the cassette accommodating dock. The unlocking component 54 is controlled to control the unlocking of the lid 28 in the cassette 2. The unlocking component 54 is pushed to the position in which the unlocking component 54 extends through the opening 53. This can be realized as a result of the material of which the unlocking component consists and / or as a result of the way in which the unlocking component 54 is supported. The unlocking component 54 may be separate from a main body 55 of the sliding component 52. The unlocking component 54 is arranged to be mounted on the main body 55 of the sliding component 52. The unlocking component 54 may consist of the same material as the main body 55 , or from another material.

De wisselwerking van het deksel 28 van de cassette 2 en het een cassette opnemende dok 40 van de etikettenprinter worden hierna met meer details beschreven.The interaction of the lid 28 of the cassette 2 and the dock 40 of the label printer are described in more detail below.

Daarbij verwijzen wij naar figuur 7 die het ontgrendelende mechanisme 50 toont, en in het bijzonder de ontgrendelende component 54 die zich uitstrekt tot in het een cassette opnemende dok 40. Figuur 7 toont het een cassette opnemende dok 40 vóór een cassette in het een cassette opnemende dok 40 is ingébracht. Bij het inbrengen van de cassette 2 wijkt de ontgrendelende component 54 af in de richting van de pijl D, die zodanig is dat hij zich niet langer uitstrekt tot in het een cassette opnemende dok. De zone achter het ontgrendelende mechanisme 50 van de etikettenprinter vertoont een opening 57. Deze opening 57 is geconfigureerd op een zodanige wijze dat wanneer de ontgrendelende component 54 wordt bewogen in de richting van de pijl D, ten minste een deel van de ontgrendelende component 54 in deze opening 57 kan worden opgenomen. De schuivende component bevindt zich in zijn initiële positie en het hoofdlichaam van de schuivende component wordt niet bewogen. De ontgrendelende component 54 is zodanig / is op een zodanige wijze gemonteerd dat de ontgrendelende component 54 voldoende flexibel is zodat die kan bewegen in de richting van de pijl D.Reference is made to Figure 7, which shows the unlocking mechanism 50, and in particular the unlocking component 54, which extends into the cassette 40 docking station. Figure 7 shows the cassette 40 docking in front of a cassette in the cassette accommodating a cassette. dock 40 has been introduced. When inserting the cassette 2, the unlocking component 54 deviates in the direction of the arrow D, which is such that it no longer extends into the dock accommodating a cassette. The zone behind the unlocking mechanism 50 of the label printer has an opening 57. This opening 57 is configured in such a way that when the unlocking component 54 is moved in the direction of the arrow D, at least a portion of the unlocking component 54 in this opening 57 can be received. The sliding component is in its initial position and the main body of the sliding component is not moved. The unlocking component 54 is mounted / mounted in such a way that the unlocking component 54 is sufficiently flexible for it to move in the direction of the arrow D.

Nu verwijzen wij naar figuur 8. Deze toont dat de cassette 2 werd ingebracht in het een cassette opnemende dok 40 maar nog niet volledig werd opgenomen. De cassette 2 kan bij wijze van voorbeeld voor twee derde zijn opgenomen. De ontgrendelende component 54 wordt getoond als uitgestoken tot in de opening 57 van de etikettenprinter. Dit inbrengen van de cassette 2 beweegt de ontgrendelende component 54 uit het een cassette opnemende dok 40 op een zodanige wijze dat de cassette 2 in het een cassette opnemende dok 40 kan worden ingebracht. In tegenstelling tot figuur 7 wordt de cassette nu gedeeltelijk weergegeven.We now refer to Figure 8. This shows that the cassette 2 was inserted into the dock 40 accommodating a cassette but was not yet fully recorded. The cassette 2 can be recorded for two-thirds by way of example. The unlocking component 54 is shown as extended into the opening 57 of the label printer. This insertion of the cassette 2 moves the unlocking component 54 from the cassette 40 dock 40 in such a way that the cassette 2 can be inserted into the cassette 40 dock 40. In contrast to Figure 7, the cassette is now partially shown.

Nu verwijzen wij naar figuur 9. De cassette 2 is nu volledig in het een cassette opnemende dok 40 opgenomen. De ontgrendelende component 54 is terug bewogen naar de positie waarin de ontgrendelende component 54 uitsteekt tot in het een cassette opnemende dok 40. Omdat de cassette zich nu in het een cassette opnemende dok 40 bevindt, is de ontgrendelende component 54 nu echter uitgelijnd met de opening 32 van het deksel 28. De ontgrendelende component 54 is dan ook geregeld om uit te steken door de opening 32 om het vergrendelende uitsteeksel 34 te bewegen in een richting naar het binnenste van de cassette 2 en weg van het deksel 28. Het vergrendelende uitsteeksel 34 omklemt niet langer de opening van het deksel 32, en het deksel 28 kan worden bewogen. De ontgrendelende component 54 is nu evenwel in omklemming met het deksel 32 zodat, wanneer de schuivende component 32 wordt bewogen, het deksel 28 mee met de schuivende component 52 zal bewegen.We now refer to Figure 9. The cassette 2 is now fully incorporated in the dock 40 accommodating a cassette. The unlocking component 54 has been moved back to the position in which the unlocking component 54 protrudes into a dock 40 accommodating a cassette. However, since the cassette is now in the cassette 40 docking station, the unlocking component 54 is now aligned with the opening 32 of the cover 28. The unlocking component 54 is therefore arranged to protrude through the opening 32 to move the locking projection 34 in a direction toward the interior of the cassette 2 and away from the cover 28. The locking projection 34 the opening of the lid 32 is no longer clamped, and the lid 28 can be moved. However, the unlocking component 54 is now clamped with the cover 32 so that when the sliding component 32 is moved, the cover 28 will move along with the sliding component 52.

Opgemerkt moet worden dat op dit ogenblik het een beeld ontvangende medium 6 nog steeds omklemd is. Een deksel 80 van het een cassette opnemende dok 40 is in figuur 9 nog steeds volledig open.It should be noted that at this time the image-receiving medium 6 is still clamped. A cover 80 of the dock 40 accommodating a cassette is still completely open in FIG.

Vooraleer te beginnen met het trekken aan de ontgrendelende component 54 op het deksel 28 in opening 32, moet worden nagegaan of de ontgrendelende component 54 niet beweegt tot in de opening 57. Met het oog daarop zijn de afmetingen van de opening 32 in het deksel 28 zodanig dat de ontgrendelende component 54 eerst kan bewegen over een zodanige afstand dat de ontgrendelende component 54 niet beweegt tot in de opening 57 vooraleer hij in interactie treedt met de zijde van de opening 32 om aan het deksel 28 te trekken. Dit garandeert dat de ontgrendelende component 54 niet tot in de opening 57 beweegt wanneer deze begint te trekken aan het deksel 28.Before starting to pull on the unlocking component 54 on the lid 28 in opening 32, it must be checked whether the unlocking component 54 does not move into the opening 57. For this purpose, the dimensions of the opening 32 are in the lid 28 such that the unlocking component 54 can first move over such a distance that the unlocking component 54 does not move into the opening 57 before it interacts with the side of the opening 32 to pull on the lid 28. This ensures that the unlocking component 54 does not move into the opening 57 as it begins to pull on the lid 28.

Hierbij verwijzen wij naar figuur 12 die toont dat het deksel 28 van de cassette 2 wordt bewogen naar de open positie. Het deksel 28 bevindt zich niet volledig in de open configuratie. De tape wordt nog steeds omklemd aangezien in de lengte verlopende ribben 110 van het deksel 28 nog steeds in interactie zijn met uitsteeksel 112 op component 38. De ontgrendelende component 54 is dus in omklemming met de opening 32 van het deksel. Dienovereenkomstig wordt, wanneer de schuivende component 52 in de richting van de pijl E wordt bewogen, ook het deksel 28 van de cassette 2 bewogen in de richting van de pijl E. Door deze beweging beweegt het deksel 28 langs het vlak van zijde 30, uit het een cassette opnemende dok 40 en in het lichaam van de etikettenprinter. Het deksel 28 wordt bewogen in de richting weg van de printzone van de cassette 2 en bijgevolg, wanneer in de open positie een deel van het deksel van de cassette zal worden opgenomen in de etikettenprinter maar buiten het een cassette opnemende dok 40.We hereby refer to figure 12 which shows that the cover 28 of the cassette 2 is moved to the open position. The lid 28 is not completely in the open configuration. The tape is still clamped because longitudinal ribs 110 of the lid 28 are still interacting with protrusion 112 on component 38. The unlocking component 54 is thus clamped with the opening 32 of the lid. Accordingly, when the sliding component 52 is moved in the direction of the arrow E, the cover 28 of the cassette 2 is also moved in the direction of the arrow E. By this movement, the cover 28 moves along the plane of side 30, out the dock 40 accommodating a cassette and into the body of the label printer. The lid 28 is moved in the direction away from the print zone of the cassette 2 and, consequently, when in the open position a part of the lid of the cassette will be received in the label printer but outside the dock 40 accommodating a cassette.

Opgemerkt moet worden dat de schuivende component wordt geleid door de behuizing 60 waarvan de afmetingen dusdanig zijn dat deze het schuivende mechanisme de mogelijkheid biedt om te bewegen in de richting van de pijl C. De behuizing 60 definieert een paar geleidingsrails 62 die de beweging van de schuivende component 52 geleiden. De schuivende component vertoont overeenkomstig gevormde trapvormige componenten 64 die de geleidingsrail 62 omklemmen zodat de schuivende component 52 is geregeld om te bewegen in een gedefinieerd pad. De beweging van de schuivende component 52 kan mechanisch worden gecontroleerd of kan worden gecontroleerd door een motor.It should be noted that the sliding component is guided through the housing 60, the dimensions of which are such that it allows the sliding mechanism to move in the direction of the arrow C. The housing 60 defines a pair of guide rails 62 that control the movement of the sliding component 52. The sliding component has correspondingly shaped stepped components 64 that clamp the guide rail 62 so that the sliding component 52 is controlled to move in a defined path. The movement of the sliding component 52 can be mechanically controlled or controlled by a motor.

In één uitvoeringsvorm wordt de beweging van de schuivende component 52 mechanisch gecontroleerd door het deksel 80 van het een cassette opnemende dok 40. Wanneer het deksel 80 van het een cassette opnemende dok 40 zich sluit, wordt de schuivende component 52 bewogen in de richting van de pijl C. In één uitvoeringsvorm wordt de schuivende component 52 mechanisch gekoppeld aan het deksel van het een cassette opnemende dok 80 zodat, wanneer het deksel van het een cassette opnemende dok 40 wordt gesloten, het deksel 28 van de cassette 2 open is. Op dezelfde wijze wordt, wanneer het deksel van het een cassette opnemende dok 80 open is, het deksel 28 van de cassette 2 gesloten.In one embodiment, the movement of the sliding component 52 is mechanically controlled by the lid 80 of the cassette-receiving dock 40. When the lid 80 of the cassette-receiving dock 40 closes, the sliding component 52 is moved toward the arrow C. In one embodiment, the sliding component 52 is mechanically coupled to the lid of the cassette-receiving dock 80 so that when the lid of the cassette-receiving dock 40 is closed, the lid 28 of the cassette 2 is open. Similarly, when the cover of the cassette-receiving dock 80 is open, the cover 28 of the cassette 2 is closed.

Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend beweegt de schuivende component 52 tegen de kracht van een veer 66 of aan andere duwende component. De veer 66 bevindt zich binnen in de etikettenprinter en zit niet in het een cassette opnemende dok 40. In één uitvoeringsvorm bevindt de veer 66 zich in de etikettenprinter achter de schuivende component 52 en de behuizing 60. De veer 66 is op een zodanige wijze geplaatst dat zij de schuiver 52 duwt naar de positie die is weergegeven in figuur 6 en die overeenkomt met het deksel 28 van de cassette 2 in gesloten positie. Dienovereenkomstig wordt, wanneer het deksel 80 van het een cassette opnemende dok 40 wordt geopend, het deksel 28 van de cassette 2 gedwongen naar de gesloten positie door de schuivende component 52, waarbij de schuivende component 52 wordt bewogen door de duwende veer 66.As another possibility or additionally, the sliding component 52 moves against the force of a spring 66 or other pushing component. The spring 66 is located inside the label printer and is not in the cassette 40 docking station. In one embodiment, the spring 66 is located in the label printer behind the sliding component 52 and the housing 60. The spring 66 is positioned in such a manner that it pushes the slider 52 to the position shown in Figure 6 and which corresponds to the lid 28 of the cassette 2 in the closed position. Accordingly, when the cover 80 of the cassette-receiving dock 40 is opened, the cover 28 of the cassette 2 is forced to the closed position by the sliding component 52, the sliding component 52 being moved by the pushing spring 66.

In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan de beweging van het deksel 28 worden veroorzaakt door een motor. De motor kan worden gecontroleerd op een zodanige wijze dat, wanneer de printer klaar is om te printen, de schuivende component 52 wordt bewogen naar de open positie.In another embodiment of the present invention, the movement of the lid 28 can be caused by a motor. The motor can be controlled in such a way that when the printer is ready to print, the sliding component 52 is moved to the open position.

In figuur 12 wordt het deksel 80 van het een cassette opnemende dok 40 bewogen naar de gesloten positie maar heeft het de volledig gesloten positie nog niet bereikt. Op dit punt wordt het een beeld ontvangende medium 6 nog steeds omklemd tussen het eind van de component 38 en de geleidende stijl 102. De in figuur 19 getoonde binnenkant van het deksel 28 van de cassette 2 heeft een paar geleidende oppervlakken 110 voorzien door een paar ribben 111 die zich uitstrekken langs het deel van de lengte van het deksel 28. De geleidende oppervlakken 110 treden in interactie met een klemmend uitsteeksel 112 van de component 38. Het klemmende uitsteeksel 112 kan worden voorzien op elke geschikte plek en in de uitvoeringsvorm die in de figuren wordt getoond is het klemmende uitsteeksel 112 voorzien naast het vergrendelende uitsteeksel 34, aan de kant van het vergrendelende uitsteeksel 34 ver naar het einde 101 van de component 38. Wanneer het klemmende uitsteeksel 112 inwerkt tegen het geleidende oppervlak 110 wordt het einde 100 van de component 38 tegen de stijl 102 gedrukt met voldoende kracht, zodat het een beeld ontvangende medium 6 wordt geklemd. Als het deksel 28 van de recipiënt 2 wordt bewogen van de open positie naar de zo goed als gesloten positie, werkt het klemmende uitsteeksel 112 in tegen het geleidende oppervlak om te klemmende kracht voor het een beeld ontvangende medium 6 te leveren.In Figure 12, the lid 80 of the cassette 40 docking station 40 is moved to the closed position but has not yet reached the fully closed position. At this point, the image-receiving medium 6 is still clamped between the end of the component 38 and the conductive post 102. The inside of the lid 28 of the cassette 2 shown in Figure 19 has a pair of conductive surfaces 110 provided by a pair ribs 111 extending along the portion of the length of the lid 28. The conductive surfaces 110 interact with a clamping protrusion 112 of the component 38. The clamping protrusion 112 can be provided at any suitable location and in the embodiment provided in In the figures, the clamping protrusion 112 is provided adjacent to the locking protrusion 34, on the side of the locking protrusion 34 far to the end 101 of the component 38. When the clamping protrusion 112 acts against the conductive surface 110, the end 100 becomes the component 38 is pressed against the post 102 with sufficient force so that the image-receiving medium 6 is clamped. As the lid 28 of the receptacle 2 is moved from the open position to the substantially closed position, the clamping protrusion 112 acts against the conductive surface to provide clamping force for the image-receiving medium 6.

Wij verwijzen nu naar figuur 10 die de regeling toont wanneer het deksel van het een cassette opnemende dok 80 volledig gesloten is en naar figuur 20b die een deel van de cassette 2 toont met de klem in een niet klemmende positie. In één uitvoeringsvorm volgens deze uitvinding wordt het klemmen van het een beeld ontvangende medium 6 enkel stopgezet wanneer het deksel 80 van het een cassette opnemende dok 40 volledig gesloten is. In figuur 10 en 20b werd het klemmen van het een beeld ontvangende medium 6 beëindigd. Zoals kan worden gezien in figuur 20b is het klemmende uitsteeksel 112 bewogen van een hellend oppervlak 116 in de richting van het deksel 28 van de cassette 2 en weg van de voorraad 104 van het een beeld ontvangende medium. De functie hiervan is dat dit het klemmende uitsteeksel 112 de mogelijkheid biedt om de druk te reduceren die wordt uitgeoefend door het einde 100 van de veerkrachtige component 38 tegen de geleidende stijl 102 zodat het een beeld ontvangende medium 6 niet langer omklemd wordt en uit d voorraad 104 kan worden getrokken.We now refer to Figure 10 which shows the control when the cover of the cassette-receiving dock 80 is fully closed and to Figure 20b which shows part of the cassette 2 with the clamp in a non-clamping position. In one embodiment of the present invention, the clamping of the image-receiving medium 6 is only stopped when the cover 80 of the cassette 40 dock 40 is completely closed. In FIGS. 10 and 20b, the clamping of the image-receiving medium 6 was terminated. As can be seen in Figure 20b, the clamping protrusion 112 is moved from an inclined surface 116 toward the lid 28 of the cassette 2 and away from the supply 104 of the image-receiving medium. The function of this is that this allows the clamping protrusion 112 to reduce the pressure exerted by the end 100 of the resilient component 38 against the conductive post 102 so that the image-receiving medium 6 is no longer clamped and out of stock 104 can be drawn.

Zoals kan worden gezien in figuur 19, bevat de onderkant van het deksel een rib 160 die de maximale afstand definieert waarmee het deksel 28 kan worden bewogen in de richting van de opening. Deze rib 160 trekt zich uit in de breedte van de cassette 2. Eens het vergrendelende uitsteeksel 34 uit de opening 32 wordt getild en het deksel 28 wordt bewogen, drukt het vergrendelende uitsteeksel op de binnenkant van het deksel 28. De rib 160 aan de binnenkant van het deksel 289 is in interactie met het vergrendelende uitsteeksel 34 wanneer het deksel 28 zich in de maximale geopende positie bevindt, zoals kan worden vastgesteld in figuur 20b. De binnenkant van het deksel 28 heeft eveneens een paar evenwijdige longitudinale geleidingsrails 110 die de beweging van het vergrendelende uitsteeksel 34 geleiden om zo ook de beweging van het deksel28 te geleiden.As can be seen in Figure 19, the bottom of the lid includes a rib 160 defining the maximum distance that the lid 28 can be moved toward the opening. This rib 160 extends into the width of the cassette 2. Once the locking protrusion 34 is lifted out of the opening 32 and the lid 28 is moved, the locking protrusion presses on the inside of the lid 28. The rib 160 on the inside of the lid 289 interacts with the locking protrusion 34 when the lid 28 is in the maximum open position, as can be seen in Figure 20b. The inside of the lid 28 also has a pair of parallel longitudinal guide rails 110 which guide the movement of the locking protrusion 34 so as to also guide the movement of the lid 28.

De beweging van het deksel 28 is eveneens geregeld om een de degelroller vergrendelende component 400 te controleren, zoals zal worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 15 tot 18. De de degelroller vergrendelende component 400 is geregeld om een eerste einde 402 te hebben. Het eerste einde 402 is geregeld om te worden geactiveerd door het deksel 28. Wanneer het deksel 28 zich bevindt in de gesloten positie, bevindt het eerste einde 402 van de de degelroller vergrendelende component 400 zich in een positie waardoor de de degelroller vergrendelende component 400 de degel 24 belet om te worden bewogen in de richting van de printkop 22. De de degelroller vergrendelende component 400 wordt gemonteerd op een zodanige wijze dat hij wentelt rond een wentelpunt 404. Het wentelpunt 404 ligt tussen het eerste einde 402 en een tweede einde 406 van de de degelroller vergrendelende component 400.The movement of the lid 28 is also controlled to control a platen roller locking component 400, as will be described with reference to FIGS. 15 to 18. The platen roller locking component 400 is controlled to have a first end 402. The first end 402 is controlled to be activated by the lid 28. When the lid 28 is in the closed position, the first end 402 of the platen roller locking component 400 is in a position whereby the platen roller locking component 400 platen 24 prevents movement in the direction of the print head 22. The platen roller locking component 400 is mounted in such a way that it rotates about a turning point 404. The turning point 404 is between the first end 402 and a second end 406 of the platen roller locking component 400.

Figuur 15 toont het eerste einde 402 in de positie waardoor de degeiroller het bewegen wordt belet door het tweede einde 406. Het eerste einde 402 is geregeld om uit te steken tot in het deel van de etikettenprinter dat het deksel 28 pneemt wanneer het deksel 28 zich bevindt in de open positie.Fig. 15 shows the first end 402 in the position preventing the roller from moving through the second end 406. The first end 402 is arranged to protrude into the part of the label printer that covers the lid 28 when the lid 28 moves is in the open position.

Aanvankelijk, zoals getoond in de figuren 18 en 15, omklemt het tweede einde 406 een stop 405 van een de degel ondersteunende component 408. Aangezien het tweede einde 406 de stop 405 omklemt, wordt de degelroller belet om te bewegen in de richting van de printkop 22.Initially, as shown in Figures 18 and 15, the second end 406 clamps a stopper 405 of the platen supporting component 408. Since the second end 406 clamps the stopper 405, the platen roller is prevented from moving toward the printhead 22.

Nu verwijzen wij naar figuren 16 en 17 die het deksel 28 in de open positie tonen. Zoals kan worden vastgesteld heeft het deksel 28 het eerste einde 402 bewogen in de richting van de pijl M, weg van de ruimte die het deksel 28 herbergt wanneer dit zich in de open positie bevindt. Wanneer het deksel 28 het eerste einde 402 beweegt in de richting van de pijl M, wordt het tweede einde 406 bewogen in de richting van de pijl N, dat wil zeggen in een richting tegengesteld aan die van de pijl M, om het wentelpunt 404.We now refer to Figures 16 and 17 which show the lid 28 in the open position. As can be seen, the lid 28 has moved the first end 402 in the direction of the arrow M, away from the space that the lid 28 accommodates when it is in the open position. When the lid 28 moves the first end 402 in the direction of the arrow M, the second end 406 is moved in the direction of the arrow N, i.e. in a direction opposite to that of the arrow M, about the turning point 404.

Wanneer het deksel het eerste einde 402 heeft bewogen in de richting van de pijl M, wordt het tweede einde 406 bewogen naar de positie die wordt weergegeven in de figuren 16 en 17. Het tweede einde 406 wordt bewogen in de richting van de pijl N, waar geen contact meer wordt gemaakt met de stop 405 van de de degel ondersteunende component 408. Bijgevolg kan de degel 24 dan bewegen in de richting van de printkop 22. Wanneer het deksel 28 is geopend, kan de degel 24 dus bewegen in de richting van de printkop 22. Wanneer het deksel 28 gesloten is of wanneer er geen cassette 2 aanwezig is, wordt de de degel ondersteunende component 408 door de stop 405 belet om te bewegen.When the lid has moved the first end 402 in the direction of the arrow M, the second end 406 is moved to the position shown in Figures 16 and 17. The second end 406 is moved in the direction of the arrow N, where contact is no longer made with the plug 405 of the platen supporting component 408. Consequently, the platen 24 can then move in the direction of the print head 22. When the lid 28 is opened, the platen 24 can therefore move in the direction of the print head 22. When the lid 28 is closed or when no cassette 2 is present, the platen supporting component 408 is prevented by the stop 405 from moving.

De de degel vergrendelende component 400 wordt geduwd in de positie waarin de de degel ondersteunende component 408 het bewegen wordt belet.The platen locking component 400 is pushed into the position in which the platen supporting component 408 is prevented from moving.

Nu verwijzen wij naar figuur 13 die de algemene kringloop toont voor de controle van de etikettenprinter. Er is een microprocessor chip 300. In de praktijk kan er ook meer dan één chip zijn. Deze chip wordt schematisch weergegeven als hebbende een uitleesgeheugen 302, een verwerkend gedeelte 301 en geheugencapaciteit met willekeurige toegang, schematisch aangeduid als RAM 304, en een extern geheugen 330. Dit is echter slechts bij wijze van voorbeeld en verschillende geheugen- eri verwerkende regelingen kunnen worden gebruikt in andere uitvoeringsvormen. De microprocessor chip(s) is (zijn) geregeld om informatie over de etiketten te krijgen van een invoertoestel zoals een toetsenbord. Als een andere mogelijkheid dan wel bijkomend kan het toestel voor de gegevensinvoer een aanraakscherm en/of een gegevenspoort (bijvoorbeeld een USB-poort) bevatten, geregeld om informatie te verkrijgen van een pc of soortgelijk.We now refer to Figure 13 which shows the general cycle for checking the label printer. There is a microprocessor chip 300. In practice, there can also be more than one chip. This chip is schematically represented as having a read-out memory 302, a processing section 301 and memory capacity with random access, schematically referred to as RAM 304, and an external memory 330. However, this is only by way of example and various memory-er processing arrangements can be used in other embodiments. The microprocessor chip (s) is (are) arranged to receive information about the labels from an input device such as a keyboard. As another possibility or additionally, the data input device may include a touch screen and / or a data port (e.g., a USB port) arranged to obtain information from a PC or the like.

De microprocessor chip(s) 300 is (zijn) geregeld om gegevens uit te voeren om een beeldscherm 310 aan te sturen door middel van een beeldschermbesturingsprogramma 309. Het beeldscherm kan een te printen etiket weergeven (of een deel daarvan) en/of een bericht voor een gebruiker. Het beeldscherm kan bij wijze van voorbeeld een Icd-scherm zijn, of een aanraakscherm. De mogelijkheid om het beeldscherm aan te sturen kan worden voorzien als element van de microprocessor chip(s).The microprocessor chip (s) 300 is (are) arranged to output data to control a display 310 by means of a display control program 309. The display can display a label to be printed (or a part thereof) and / or a message for a user. The display may, for example, be an LCD screen or a touch screen. The ability to control the display can be provided as an element of the microprocessor chip (s).

De microprocessor chip(s) is (zijn) eveneens geregeld om gegevens uit te voeren ter besturing van de printkop 22 zodat etiketgegevens worden geprint op het een beeld ontvangende medium 6 om zo een etiket te vormen.The microprocessor chip (s) is also arranged to output data to control the print head 22 so that label data is printed on the image-receiving medium 6 to form a label.

De microprocessor chip(s) kan (kunnen) eveneens een motor 307 controleren voor het aansturen van het een beeld ontvangende medium 6.The microprocessor chip (s) may also be able to control a motor 307 for driving the image-receiving medium 6.

Tot slot kan (kunnen) de microprocessor chip(s) 300 ook een snijmechanisme 358 controleren om mogelijk te maken dat een lengte van de tape wordt afgesneden. In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan als andere mogelijkheid worden voorzien in een manuele snijmachine.Finally, the microprocessor chip (s) 300 can also control a cutting mechanism 358 to allow a length of the tape to be cut. In other embodiments of the present invention, another manual cutting machine may be provided.

In één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de etikettenprinter een standalone printer. Deze standalone printer kan onafhankelijk werken of kan worden aangesloten om informatie te ontvangen van een pc. In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de etikettenprinter een pc-printer zijn en in dat geval kunnen het toetsenbord en het beeldscherm worden weggelaten aangezien gegevens kunnen worden ingevoerd en weergegeven op de pc. De pc fungeert dan als een invoertoestel voor de printer.In one embodiment of the present invention, the label printer is a stand-alone printer. This stand-alone printer can work independently or can be connected to receive information from a PC. In other embodiments of the present invention, the label printer can be a PC printer and in that case the keyboard and display can be omitted since data can be entered and displayed on the PC. The PC then acts as an input device for the printer.

De onderhavige uitvinding kan om het even welke kenmerk of combinatie van kenmerken bevatten zoals die in deze tekst werden besproken, impliciet dan wel expliciet, of om het even welke veralgemening daarvan, zonder beperking van het toepassingsgebied van enige van de vermelde conclusies. Gelet op de hiervoor vermelde beschrijving zal het voor de mensen uit het vak duidelijk zijn dat verschillende aanpassingen kunnen worden aangebracht binnen het toepassingsgebied van de uitvinding zoals door de conclusies gedefinieerd.The present invention may include any feature or combination of features as discussed in this text, implicitly or explicitly, or any generalization thereof, without limiting the scope of any of the claims mentioned. In view of the foregoing description, it will be apparent to those skilled in the art that various modifications may be made within the scope of the invention as defined by the claims.

Claims (20)

1. Een cassette voor een etikettenprinter die bevat: ten minste één voorraad van het printmedium; een behuizing waarin het genoemde een beeld ontvangende medium wordt ontvangen; een deksel dat is geregeld om in gebruik te bewegen tussen eerste en tweede posities; en een klemmende component om het genoemde printmedium te omklemmen, waarbij de genoemde klemmende component is geregeld om een eerste modus te hebben waarin het genoemde printmedium wordt omklemd en een tweede modus waarin het genoemde een beeld ontvangende medium van de genoemde voorraad kan worden weggetrokken, waarbij de modus van de klemmende component wordt gecontroleerd door het deksel.A cassette for a label printer comprising: at least one supply of the print medium; a housing in which said image-receiving medium is received; a lid that is controlled to move between first and second positions in use; and a clamping component to clamp said print medium, said clamping component being controlled to have a first mode in which said print medium is clamped and a second mode in which said image-receiving medium can be pulled away from said stock, wherein the mode of the clamping component is controlled by the cover. 2. Een cassette volgens conclusie 1, waarbij het deksel op een zodanige wijze is geregeld dat, wanneer het deksel zich in een eerste positie bevindt, het deksel is geconfigureerd om het genoemde een beeld ontvangende medium te bedekken op een printlocatie van de genoemde cassette.A cassette according to claim 1, wherein the cover is arranged in such a way that when the cover is in a first position, the cover is configured to cover said image-receiving medium at a print location of said cassette. 3. Een cassette volgens conclusie 1 of 2, waarbij het genoemde deksel op een zodanige wijze is geregeld dat, wanneer het deksel zich in een tweede positie bevindt, het deksel is geconfigureerd om het genoemde een beeld ontvangende medium bloot te geven op een printlocatie van de genoemde cassette.A cassette according to claim 1 or 2, wherein said cover is arranged in such a way that when the cover is in a second position, the cover is configured to expose said image-receiving medium at a print location of said cassette. 4. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde klemmende component zich in de eerste modus bevindt wanneer het deksel zich in de eerste positie bevindt, en in de tweede modus wanneer het deksel zich in de tweede positie bevindt.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said clamping component is in the first mode when the lid is in the first position, and in the second mode when the lid is in the second position. 5. Een cassette volgens conclusie 4, waarbij de genoemde klemmende component zich in de eerste modus bevindt wanneer het deksel wordt bewogen van de eerste positie naar de tweede positie.A cassette according to claim 4, wherein said clamping component is in the first mode when the cover is moved from the first position to the second position. 6. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde cassette een gedeelte bevat met hetwelk de genoemde klemmende component samenwerkt.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said cassette comprises a portion with which said clamping component cooperates. 7. Een cassette volgens conclusie 6, waarbij het genoemde printmedium is geconfigureerd om te passeren tussen de klemmende component en het genoemde gedeelte.A cassette according to claim 6, wherein said printing medium is configured to pass between the clamping component and said portion. 8. Een cassette volgens conclusie 6 of 7, waarbij het genoemde gedeelte vast is bevestigd.A cassette according to claim 6 or 7, wherein said portion is fixed. 9. Een cassette volgens om het even welke van de conclusies 6 tot 8, waarbij het genoemde gedeelte een stijl bevat.A cassette according to any of claims 6 to 8, wherein said portion comprises a post. 10. Een cassette volgens om het even welke van de conclusies 6 tot 9, waarbij in de eerste modus de genoemde klemmende component is geconfigureerd om op dit gedeelte in te werken op een zodanige wijze dat het genoemde printmedium wordt omklemd en in de tweede modus de genoemde klemmende component is geconfigureerd om mogelijk te maken dat het printmedium worden getrokken tussen de klemmende component en dat gedeelte.A cassette according to any of claims 6 to 9, wherein in the first mode said clamping component is configured to act on this portion in such a way that said printing medium is clamped and in the second mode the said clamping component is configured to allow the print medium to be drawn between the clamping component and that portion. 11. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde klemmende component is geconfigureerd om een eerste positie te hebben in de eerste modus en een tweede, verschillende, positie in de tweede modus.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said clamping component is configured to have a first position in the first mode and a second, different, position in the second mode. 12. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde klemmende component een veerkrachtige component bevat.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said clamping component comprises a resilient component. 13. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde klemmende component naar de eerste modus wordt gedwongen.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said clamping component is forced to the first mode. 14. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij het genoemde deksel een controleoppervlak vertoont dat de klemmende component naar zijn eerste positie dwingt.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said cover has a control surface that forces the clamping component to its first position. 15. Een cassette volgens conclusie 14 waarbij, wanneer het deksel zich bevindt in de tweede positie, het controleoppervlak niet in contact is met de genoemde klemmende component.A cassette according to claim 14 wherein, when the cover is in the second position, the control surface is not in contact with said clamping component. 16. Een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies, waarbij de genoemde ten minste ene voorraad van het printmedium ten minste één bevat van een een beeld ontvangend medium en een inktlint.A cassette according to any of the preceding claims, wherein said at least one supply of the print medium contains at least one of an image receiving medium and an ink ribbon. 17. Een cassette volgens conclusie 14 of 15 waarbij het controleoppervlak het oppervlak is van ten minste één rib aan een binnenkant van het deksel.A cassette according to claim 14 or 15, wherein the control surface is the surface of at least one rib on an inside of the lid. 18. Een cassette volgens conclusie 17 of 15 waarbij het controleoppervlak het oppervlak is van twee ribben aan een binnenkant van het deksel.A cassette according to claim 17 or 15, wherein the control surface is the surface of two ribs on an inside of the lid. 19. Een etikettenprinter in combinatie met een cassette volgens om het even welke van de vorige conclusies.A label printer in combination with a cassette according to any of the preceding claims. 20. Een etiketten printer die bevat: een een cassette opnemend dok voor het opnemen van een cassette; een printkop en degel die ten minste ten dele zijn voorzien in het genoemde een cassette opnemende dok; en een mechanisme voor de bediening van het deksel van de cassette dat ten minste ten dele is voorzien in het genoemde een cassette opnemende dok, voor het omklemmen en bewegen van een deksel van een cassette wanneer de genoemde cassette zich in het een cassette opnemende dok bevindt.A label printer comprising: a cassette receiving dock for recording a cassette; a printhead and platen provided at least in part in said cassette-receiving dock; and a mechanism for operating the cover of the cassette which is at least partially provided in said cassette-receiving dock, for clamping and moving a lid of a cassette when said cassette is in the cassette-receiving dock .
BE2010/0588A 2010-04-28 2010-10-06 CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER. BE1019947A3 (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB201007070 2010-04-28
GB201007070A GB201007070D0 (en) 2010-04-28 2010-04-28 Cassette for use in a label printer

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019947A3 true BE1019947A3 (en) 2013-03-05

Family

ID=42270946

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0588A BE1019947A3 (en) 2010-04-28 2010-10-06 CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1019947A3 (en)
GB (1) GB201007070D0 (en)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7212637A (en) * 1971-09-17 1973-03-20
US4884159A (en) * 1986-11-05 1989-11-28 Tdk Corporation Braking arrangement in a magnetic tape cassette
JPH09109500A (en) * 1995-10-18 1997-04-28 Dainippon Printing Co Ltd Cassette
GB2311765A (en) * 1996-04-01 1997-10-08 Esselte Nv Tape holding case
JP2002127533A (en) * 2000-10-23 2002-05-08 Dainippon Printing Co Ltd Thermal transfer ribbon cassette
EP2246197A1 (en) * 2009-04-28 2010-11-03 Dymo Cassette for use in a label printer

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7212637A (en) * 1971-09-17 1973-03-20
US4884159A (en) * 1986-11-05 1989-11-28 Tdk Corporation Braking arrangement in a magnetic tape cassette
JPH09109500A (en) * 1995-10-18 1997-04-28 Dainippon Printing Co Ltd Cassette
GB2311765A (en) * 1996-04-01 1997-10-08 Esselte Nv Tape holding case
JP2002127533A (en) * 2000-10-23 2002-05-08 Dainippon Printing Co Ltd Thermal transfer ribbon cassette
EP2246197A1 (en) * 2009-04-28 2010-11-03 Dymo Cassette for use in a label printer

Also Published As

Publication number Publication date
GB201007070D0 (en) 2010-06-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8469615B2 (en) Cassette for use in a label printer
US7712984B2 (en) Hybrid printer
KR102069414B1 (en) Print and ribbon cartridge
US6414704B1 (en) Printer installable in small space
JP3431697B2 (en) Printing tape making equipment
US6152623A (en) Tape printing apparatus and tape holding cases
RU2412059C2 (en) Belt printing device
JPH11116108A (en) Recording device
CN107020848B (en) Ink ribbon, ink ribbon cartridge, and printer
BE1019947A3 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
BE1020019A5 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
EP0891871B1 (en) Print Cartridge
US11541670B2 (en) Ribbon cartridge
US6764237B2 (en) Printer with cutter device
JP6145375B2 (en) Thermal printer
BE1019946A3 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
BE1020169A5 (en) CASSETTE FOR USE IN A LABEL PRINTER.
JP2022015865A (en) cartridge
JP2005028640A (en) Printer device
JP2005028622A (en) Printer
JPH11314813A (en) Printer device

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20121031