BE1019764A4 - Bagagehouder voor gebruik op een fiets. - Google Patents

Description

Bagagehouder voor gebruik op een flets

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bagagehouder voor gebruik op een fiets, in het bijzonder een houder voor plaatsing op een bagagedrager van een fiets.

Het gebruik van bagagehouders, in het bijzonder boodschappenmanden op fietsen is alom bekend. Van oudsher werden manden toegepast die aan het fietsstuur gehaakt konden worden, en meer recent is het gebruikelijk daartoe al dan niet geëigende houders zoals kratten of kisten op een bagagedrager van een fiets te bevestigen. Sommige daarvan zijn door middel van een uitsparing in hun bodem geschikt gemaakt om onbeoogd zijwaarts schuiven tegen te gaan.

Een probleem is echter de bevestiging van dergelijke houders aan de fiets. De toegepaste manden, kratten en kisten zijn veelal te groot om onder de snelbinders van een fiets aangebracht te worden, doordat de snelbinders daartoe niet lang genoeg zijn, of onvoldoende rek hebben, en in de gevallen waarin dit wel lukt, zitten zij tijdens het beladen en ontladen van de mand met goederen vaak in de weg.

Bij het gebruik van een zogenaamde spin gelden dezelfde nadelen, en daarnaast neigen elastieken van een spin zich door hun gladde oppervlak tijdens gebruik te verplaatsen.

Daarnaast zijn “permanente” bevestigingen bekend, maar deze hebben onder andere het nadeel dat de bagagehouder niet eenvoudig van de fiets verwijderd kan worden, en dus overgeladen moet worden van de houder naar bijvoorbeeld een boodschappentas.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding de bovengenoemde nadelen althans gedeeltelijk te ondervangen, danwel een bruikbaar alternatief te verschaffen voor de bekende bagagehouders.

De uitvinding verschaft daartoe een bagagehouder voor gebruik op een fiets, omvattende een houder voor de bagage, welke houder een door één of meer zijwanden en een bodem afgebakende opnameruimte voor de bagage omvat, alsook een bodem, waarbij de tenminste éne zijwand voorzien is van tenminste twee in hoofdzaak aan elkaar overliggende bevestigingsmiddelen voor een snelbinder.

Gedacht kan worden aan houders met een willekeurige vorm, waarbij houders met een in hoofdzaak rond, ovaal, vierkant of rechthoekig bovenaanzicht gebruikelijk zijn. Teneinde de plaatsing op een bagagedrager mogelijk te maken kan de bodem voorzien zijn van ten minste een vlak gedeelte. Wanneer er een in hoofdzaak rechthoekige houder wordt toegepast kunnen de bevestigingsmiddelen aan tegenover elkaar liggende zijden voorzien zijn. Wanneer de houder rond of ovaal is kunnen zij zodanig worden aangebracht dat er aan weerszijden van de houder een snelbinder mee kan worden verbonden.

Het ten minste ene bevestigingsmiddel kan geschikt zijn voor een vaste met de fiets verbonden snelbinder, of voor een zogenaamde “spin”, een aan weerszijden van een haak voorzien elastiek. Het ten minste éne bevestigingsmiddel kan bijvoorbeeld een uitkraging omvatten, voor het daar omheen bevestigen van de snelbinder.

Een dergelijke uitkraging kan op verschillende wijzen worden vervaardigd. In een eenvoudige uitvoeringsvorm kunnen zij worden voorzien door het aanbrengen van een paar op onderlinge afstand aangebrachte inkepingen in de van de bodem afgekeerde zijde van de zijwand. Tussen de beide openingen ontstaat dan een lip waarom de snelbinder gehaakt of gelust kan worden.

Eveneens is het mogelijk om de uitkraging te vormen door middel van het aanbrengen van een uitsparing in een vlak van de zijwand. Door een in hoofdzaak omgekeerde U-vorm uit te sparen ontstaat een naar boven uitstekende uitkraging, waarom de snelbinder geslagen kan worden.

In een verdere uitvoeringsvorm kan het bevestigingsmiddel gevormd worden door het verschaffen van een uitkraging die in een L of U vorm naar buiten uitstrekt vanaf de wand. Een dergelijke uitvoeringsvorm vereenvoudigt het aanbrengen van de snelbinder, in het bijzonder wanneer de houder helemaal volgeladen is. Daarnaast vereist een dergelijke constructie niet dat de snelbinder getordeerd wordt, hetgeen het op de fiets aanbrengen van de houder vereenvoudigt, en onbeoogd losraken voorkomt.

In een verdere uitvoeringsvorm is de uitkraging in een zodanig verdiept deel van de zijwand aangebracht, dat deze zich slechts binnen de contour van de bagagehouder uitstrekt. Hierdoor zijn de bagagehouders stapelbaar of nestbaar, hetgeen bijvoorbeeld het etaleren ervan in een winkel vereenvoudigt. Daarnaast vallen ook de snelbinders in de gemonteerde toestand binnen de contouren van de houder, hetgeen de kans op het achter de snelbinder blijven hangen of per ongeluk losstoten ervan verkleint.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de bagagehouder volgens de uitvinding twee of meer bevestigingsmiddelen per zijwand, aangebracht op verschillende hoogten.

Hierdoor kan deze worden toegepast met een verscheidenheid aan standaard op fietsen aanwezige snelbinders. Wanneer er een weinig rekbare snelbinder aanwezig is kan er van een relatief laag aangebracht - of het onderste - bevestigingsmiddel gebruik gemaakt worden, wanneer er een rekbare snelbinder aanwezig is, of een zware belading van de bagagehouder daarom vraagt, van een relatief hoog aangebracht - of het bovenste - bevestigingsmiddel.

Om verschuiven van de bagagehouder ten gevolge van de trekkracht van de snelbinders, of optrek- en rembewegingen tijdens het rijden tegen te gaan, kan de onderwand voorzien zijn van een frictiemiddel, voor het tegengaan van verschuiving van de bagagehouder ten opzichte van een bagagedrager. Een dergelijk frictiemiddel kan een uitkraging omvatten, een oppervlakte-relief, of een element met een verhoogde frictie, zoals een rubber.

Voor het tegengaan van zijwaartse verschuiving tijdens het fietsen kan de bagagehouder in de bodem een uitsparing omvatten, voor het daarin opnemen van een bagagerek van een fiets. Ook kan er een uitsparing voor opname van een bagageklem zijn aangebracht.

De bagagehouder kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit kunststof spuitgietwerk, en daarbij integraal voorzien zijn van een bevestigingsmiddel voor een fietsverlichting.

Voorts kan er bijvoorbeeld voorzien zijn in een waterdichte behuizing, voorzien van een afdekmiddel, zoals een klep.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de navolgende figuren, waarin: - Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een bagagehouder volgens de onderhavige uitvinding toont; - Figuur 2 een zijaanzicht van een bagagehouder volgens de onderhavige uitvinding toont; - Figuur 3 de bagagehouder volgens de uitvinding in gemonteerde toestand toont; - Figuur 4 een alternatieve uitvoeringsvorm van de bagagehouder toont; en - Figuren 5a, 5b een zijaanzicht en doorsnede van een stapel bagagehouders tonen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een bagagehouder 1 volgens de onderhavige uitvinding. De bagagehouder omvat een door vier zijwanden 2-5 en een bodem 6 afgebakende opnameruimte voor de bagage, waarbij in het getoonde voorbeeld twee paren van twee aan elkaar overliggend aangebrachte bevestigingsmiddelen 7, 8 en 9,10 voor bevestiging aan een snelbinder zijn voorzien. De bodem van de bagagehouder is voorzien van een inkeping 11, waarmee deze stabiel op de bagagedrager van een fiets kan worden geplaatst. Uit de illustratie blijkt dat de bodem 6 niet beperkt is tot een enkel vlak, maar in zijn algemeenheid beschouwd dient te worden als een deel waarop de bagage rust ter ondersteuning. Ter besparing van gewicht en materiaal zijn er in de zijwand van de houder optionele openingen 12 aangebracht.

De mand is verder voorzien van hengsels 13, 14, waarmee deze opgetild kan worden voor gebruik wanneer deze zich niet op een fiets bevindt.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de bagagehouder 1 uit figuur 1. Getoond is hoe de bagagehouder 1 geplaatst is op een bagagedrager 17 van een fiets, waarbij de snelbinders 15 en 16 om de respectievelijke bevestigingsmiddelen 9 en 7 zijn aangebracht. In de praktijk zijn er veelal slechts 2 snelbinders aanwezig, waarbij het om redenen van stabiliteit voor de hand ligt er één aan een voorkant, en één aan een achterkant van de houder te plaatsen, wanneer deze zich op de bagagedrager 17 van de fiets bevindt. Deze hoeven niet noodzakelijkerwijs op gelijke hoogte te worden aangebracht.

Figuur 3 toont twee voorbeelden van op bagagedragers aangebrachte bagagehouders. In het eerste voorbeeld 18 is de bagagehouder door middel van snelbinders 15,16 gekoppeld met respectievelijke bevestigingsmiddelen 9, 8. In het tweede voorbeeld 19 zijn de snelbinders 21, 22 gekoppeld met de bevestigingsmiddelen 7, 8.

Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm 20 van een bagagehouder volgens de onderhavige uitvinding. De houder 20 is gesloten, dat wil zeggen, niet voorzien van uitsparingen ter gewichtsbesparing, teneinde waterdicht te zijn. De omgekeerd U-vormige uitsparingen 24, 25 vormen bevestigingsmiddelen voor snelbinders. Indien waterdichtheid gewenst is, kan er aan de binnenzijde van de houder een afdichting gemaakt zijn. Naast de bevestigingsmiddelen 24, 25, welke geschikt zijn voor flexibele of althans bandvormige snelbinders, zijn er opnameruimten 29-32 voorzien voor een snelbinder in de vorm van een op het bagagerek van een fiets voorziene bagageklem 28. De bagagehouder 20 omvat voorts een klep 23, voor het afsluiten van de bagagehouder ten behoeve van het drooghouden van de bagage. Ook zijn er lippen 26, 27 voorzien, waarop een fietslicht geplaatst kan worden.

Figuren 5a, 5b tonen een stapel 33 bagagehouders 1 volgens de onderhavige uitvinding. Doordat de binnen- en buitenmaten van de bagagehouder gedeeltelijk vormsluitend zijn gekozen kunnen de bagagehouders eenvoudig gestapeld worden, wat expositie ervan in een winkel vereenvoudigt. Figuur 5a toont een vooraanzicht van de stapel 33, terwijl figuur 5b een doorsnede toont.

Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn er vele variaties mogelijk, die alle geacht worden te vallen onder de beschermingsomvang van de navolgende conclusies. In het bijzonder zij nog opgemerkt dat de in afzonderlijke voorbeelden en uitvoeringsvormen 1,20 getoonde maatregelen al dan niet in combinatie gebruikt kunnen worden, en al dan niet tussen de uitvoeringsvormen uitwisselbaar zijn.

Claims (15)

1. Bagagehouder voor gebruik op een fiets, omvattende: een door één of meer zijwanden en een bodem afgebakende opnameruimte voor de bagage, waarbij - de tenminste éne zijwand voorzien is van tenminste twee in hoofdzaak aan elkaar overliggend aangebrachte bevestigingsmiddelen voor een snelbinder.

2. Bagagehouder volgens conclusie 1, waarbij het ten minste éne bevestigingsmiddel een uitkraging omvat, voor het daar omheen bevestigen van de snelbinder.

3. Bagagehouder volgens conclusie 2, waarbij de uitkraging gevormd wordt door een paar op onderlinge afstand aangebrachte inkepingen in de van de bodem afgekeerde zijde van de zijwand.

4. Bagagehouder volgens conclusie 2, waarbij de uitkraging is gevormd door middel van een uitsparing in een vlak van de zijwand.

5. Bagagehouder volgens conclusie 2, waarbij de uitkraging zich in een L of U vorm naar buiten uitstrekt vanaf de wand.

6. Bagagehouder volgens conclusie 5, waarbij de uitkraging in een zodanig verdiept deel van de zijwand is aangebracht, dat de uitkraging zich slechts binnen de contour van de bagagehouder uitstrekt.

7. Bagagehouder volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende twee of meer bevestigingsmiddelen per zijwand, aangebracht op verschillende hoogten.

8. Bagagehouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de onderwand is voorzien van een frictiemiddel, voor het tegengaan van verschuiving van de bagagehouder ten opzichte van een bagagedrager.

9. Bagagehouder volgens conclusie 8, waarbij het frictiemiddel een uitkraging, een oppervlakte-relief, of een element met een verhoogde frictie omvat.

10. Bagagehouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de bodem een uitsparing omvat, voor het daarin opnemen van een bagagerek van een fiets.

11. Bagagehouder volgens conclusie 10, omvattende een uitsparing voor opname van een bagageklem.

12. Bagagehouder volgens één van de voorgaande conclusies, vervaardigd uit kunststof spuitgietwerk.

13. Bagagehouder volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een bevestigingsmiddel voor een fietsverlichting.

14. Bagagehouder volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een waterdichte behuizing, voorzien van een afdekmiddel, zoals een klep.

15. Bagagehouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de binnen- en buitencontour van de bagagehouder ten minste gedeeltelijk vormsluitend zijn, zodanig dat de bagagehouders stapelbaar is met identieke bagagehouders.