BE1019681A5 - Gebruik van enkelvoudige aminozuren in lage concentraties voor het beinvloeden van de levensprocessen van gewassen. - Google Patents

Gebruik van enkelvoudige aminozuren in lage concentraties voor het beinvloeden van de levensprocessen van gewassen. Download PDF

Info

Publication number
BE1019681A5
BE1019681A5 BE2011/0566A BE201100566A BE1019681A5 BE 1019681 A5 BE1019681 A5 BE 1019681A5 BE 2011/0566 A BE2011/0566 A BE 2011/0566A BE 201100566 A BE201100566 A BE 201100566A BE 1019681 A5 BE1019681 A5 BE 1019681A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
crops
composition
use according
amino acids
growth
Prior art date
Application number
BE2011/0566A
Other languages
English (en)
Inventor
Koen Quaghebeur
Original Assignee
Globachem
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Globachem filed Critical Globachem
Application granted granted Critical
Publication of BE1019681A5 publication Critical patent/BE1019681A5/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N37/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids
    • A01N37/44Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids containing at least one carboxylic group or a thio analogue, or a derivative thereof, and a nitrogen atom attached to the same carbon skeleton by a single or double bond, this nitrogen atom not being a member of a derivative or of a thio analogue of a carboxylic group, e.g. amino-carboxylic acids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N43/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds
    • A01N43/64Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds having rings with three nitrogen atoms as the only ring hetero atoms
    • A01N43/647Triazoles; Hydrogenated triazoles
    • A01N43/6531,2,4-Triazoles; Hydrogenated 1,2,4-triazoles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N37/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids
    • A01N37/06Unsaturated carboxylic acids or thio analogues thereof; Derivatives thereof
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N37/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids
    • A01N37/36Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids containing at least one carboxylic group or a thio analogue, or a derivative thereof, and a singly bound oxygen or sulfur atom attached to the same carbon skeleton, this oxygen or sulfur atom not being a member of a carboxylic group or of a thio analogue, or of a derivative thereof, e.g. hydroxy-carboxylic acids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N37/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids
    • A01N37/44Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids containing at least one carboxylic group or a thio analogue, or a derivative thereof, and a nitrogen atom attached to the same carbon skeleton by a single or double bond, this nitrogen atom not being a member of a derivative or of a thio analogue of a carboxylic group, e.g. amino-carboxylic acids
    • A01N37/46N-acyl derivatives
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N43/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds
    • A01N43/48Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds having rings with two nitrogen atoms as the only ring hetero atoms
    • A01N43/501,3-Diazoles; Hydrogenated 1,3-diazoles
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F11/00Other organic fertilisers
    • C05F11/10Fertilisers containing plant vitamins or hormones

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Preparation Of Compounds By Using Micro-Organisms (AREA)
  • Acyclic And Carbocyclic Compounds In Medicinal Compositions (AREA)
  • Coloring Foods And Improving Nutritive Qualities (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een samenstelling in lage doseringen bevattende enkelvoudige L-aminozuren, daarbij inbegrepen hun precursoren en nog biologisch actieve metabolieten, voor het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen, zoals bijvoorbeeld de groei ervan, waarbij de totale hoeveelheid aan enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling ten minste o.5 g/hectare bedraagt en ten hoogste 250 g/hectare, en waarbij de L-aminozuren gekozen worden uit de groep van glutamine, asparagine, asparaginezuur, histidine, lysine en combinaties daarvan met elkaar en/of met arginine en/of met glutaminezuur.

Description

Gebruik van enkelvoudige aminozuren in lage concentraties voor het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen.
Deze uitvinding heeft betrekking op het gebruik in kleine hoeveelheden en doseringen van bepaalde enkelvoudige L-aminozuren voor het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen.
Aminozuren vormen de bouwstenen van proteïnen, en komen dan ook in grote hoeveelheden vrij voor in de natuur. Zeer vaak worden ze ook toegevoegd aan formulaties en samenstellingen om de groei en de productie van plantaardige gewassen te stimuleren. Zo worden ze opgenomen in formulaties bevattende meststoffen, plantenvoeding, maar ook in pesticidesamenstellingen. In deze samenstellingen kunnen de aminozuren in hun enkelvoudige vorm aanwezig zijn, in de vorm van proteïnen, of als polypeptiden in proteïne hydrolysaten.
Aminozuren worden om verschillende reden aan planten toegevoegd. In combinatie met meststoffen wordt gesteld dat ze de opname ervan kunnen verbeteren, en mengsels van verschillende aminozuren en/of polypeptiden worden vaak toegevoegd als stikstof(N)-bron voor de gewassen. Alle aminozuren bevatten immers minstens één N-atoom. Meestal worden aminozuren dus als voeding aan planten toegediend. In deze context worden aminozuren algemeen in relatief grote hoeveelheden op de gewassen aangebracht..
In US 2008/0194407 worden hoog stikstofhoudende chelaten van metalen met aminozuren of andere stikstofhoudende stoffen ingezet als bladvoeding voor planten. De gebruikte dosering aan metalen is aanzienlijk, waardoor ook de aminozuurresten in hoge doseringen worden ingezet.
In EP1241149 wordt een methode beschreven om een meststof voor planten te maken via hydrolysatie van eiwitten. Meer specifiek worden dierlijke eiwitten gebruikt afkomstig van slachtafval. Door gebruik te maken van protease enzymen worden deze eiwitten afgebroken, en zodoende wordt een mengsel verkregen dat kan gebruikt worden als een meststof'voor planten. Dit mengsel zal een willekeurige samenstelling hebben van ) verschillende soorten enkelvoudige aminozuren, di-, tri- en polypeptiden die alle als voedingsstof voor planten kunnen functioneren.
Een exacte samenstelling van dergelijke proteïnehydrolysaten is uiteraard zeer moeilijk te bepalen. Men kan stellen dat deze mengsels een zeer groot aantal soorten aminozuren in gebonden en ongebonden toestand bevatten, en dit in zeer hoge concentraties. Volgens EP
1 - c 1241149 is de concentratie aan L-aminozuren een belangrijk kenmerk voor het gebruik als mest of meststof, omdat het bruikbare bouwstenen zijn voor de synthese van enzymes en proteïnes. Dergelijke mengsels kunnen een goede werking vertonen wat betreft het verhogen van de opbrengst van gewassen, hoewel deze werking enkel te wijten is aan de voedende functie van de aminozuren en polypeptiden in kwestie, bv. als stikstofbron, of hun functie als grondstof. Deze goede resultaten zijn geenszins het gevolg van een werking als actieve stof, bijvoorbeeld doo.rdat deze het metabolisme van de plant zou beïnvloeden of een functie als plantengroeiregulator zou uitoefenen, etc.
In EP926113 wordt verder een biostimulant beschreven die bestaat uit een combinatie van stikstof, kalium en fosfor-bronnen en plantengroeiregulatoren die verder aminozuren bevat. Deze biostimulant verhoogt de efficiëntie van klassieke bemesting.
US 2004/0209777 A1 beschrijft het inzetten van een samenstelling die proline bevat voor de kwaliteitsverhoging van fruit en bessen, door de bloembotvorming te verbeteren en het suikergehalte te verhogen.
Ook Caronia, A et al, in “Influence of L-proline on Citrus sinensis fruit quality”, International Society for Horticultural Science, beschrijft het inzetten van proline in herhaalde behandelingen ter verbetering van de stressbestendigheid en stikstof absorptie van de sinaasappelbomen, en van de organoleptische kenmerken van de sinaasappelen.
Kim, Y.H. et al, in “Abscisic acid and proline improve desiccation tolérance and increase fatty acid content of celery somatic embryos”, Plant Cell, Tissue and Organ Culture (1991), beschrijft het inzetten van abscisinezuur met proline, en dit om in vito proeven het kiemen van plantenembryo’s te beïnvloeden.
Ook Rahagopal, V, in “Effect of abscisic acid with glutamate on the production of prûline in barley leaves", Plat Biochemical Journal (1981), beschrijft het inzetten van abscisinezuur en/of glutamaat bij in vitro proeven om het gehalte aan proline te verhogen.
DE 2217896 beschrijft het gebruik van het zwavelhoudende aminozuur methionine als groeiregulator voor planten.
In RU 2337544 wordt het gebruik van glycine beschreven op een veld waarop suikerbieten zijn gezaaid, om de verdedigingsmechanismes van de planten te activeren, de synthese te bevorderen, opbrengst en suikergehalte te verhogen, en de weerstand tegen ziektes te verhogen.
DD 248 499 A1 beschrijft het inzetten van N-ethylglycine voor de stimulatie van de opbrengst van tomatenplanten.
In EP1124419 wordt een samenstelling beschreven bevattende glutaminezuur, steeds in combinatie met glycolzuur, aangebracht in een draagmedium waarbij dit draagmedium een pesticide, fungicide of calcium nitraat is. Dit mengsel zou de productiviteit van planten verhogen. Voor wat betreft de concentratie van het glutaminezuur en het glycolzüur wordt een zeer breed bereik vermeld, gaan.de van 0,5 ppm tot 2500 ppm. Bij 500 ppm aan glutaminezuur werd slechts een klein effect verkregen, en de combinatie met glycolzuur wordt gesteld als een vereiste om een goed effect te verkrijgen.
Wang L. et al in “Promotion of L-glutamic acid on anthocyanin accumulation of Fuji apples”, Guoshu Guaïei Zazhishe (2006) beschrijft het gebruik van glutaminezuur in relatief hoge dosis als een precursor voor 5-aminolevulinezuur, en dit noodzakelijkerwijs meer dan 5 weken voor de pluk, om de kleuring van Fuji appels te verhogen.
In GB 955685 worden aminozuren ingezet om de stimulerende werking van het plantenhormoon 2,4-dichlorophenoxy azijnzuur op de enzymactiviteit te verhogen, en daardoor een betere groei te verkrijgen. Daarbij wordt glutaminezuur steeds ingezet samen met methionine. De toegevoegde aminozurenwordt een enzymatische werking toegeschreven.
JP 2001199812 stelt het gebruik voor van glutaminezuur of een zout ervan in een samenstelling met uracil en proline om bloeminductie te versnellen en groeistimulatie te verkrijgen. In het voorbeeld wordt niet glutaminezuur maar glycine ingezet.
CN 101352165 beschrijft het gebruik van een samenstelling die naast vooral suikers en fosfaat meststof ook abscisinezuur, glutaminezuur en phenyl alanine bevat, en dit om met hoge dosering de kleuring van peren te verbeteren.
WO 00/25582 beschrijft het inzetten van een samenstelling van (poly)glycolzuur en glutaminezuur om de opbrengst te verhogen van planten. Een -test met enkel glutaminezuur leverde geen noemenswaardige verbetering over de cohtroletest.
WO 2005/102047 beschrijft het inzetten van het magnesium zout van dihydrojasmonzuur om de' tolerantie te verhogen tegen abiotische stress condities, zoals hoge temperaturen en lage vochtigheid. In de samenstellingen werd soms L-arginine toegevoegd.
Geen van deze voorgaande publicaties beschrijft echter het gebruik van zeer lage doseringen aan L-aminozuren voor het beïnvloeden van de levensprocessen van planten. Alle voorgaande publicaties beschrijven ofwel het gebruik van aminozuren, polypeptiden, etc. als meststof of als stikstofbron, waarbij de aminozuren in zeer grote hoeveelheden op de planten of in de bodem worden aangebracht, ofwel worden de aminozuren beschreven in combinatie met andere actieve stoffen of pesticiden.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het doel van deze uitvinding bestaat er daarom in om een samenstelling te verschaffen voor het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen en die daarbij een zo laag mogelijk risico voor mens en natuur met zich mee brengt.
Dit doe! wordt bereikt door het gebruik van een samenstelling bevattende enkelvoudige L-aminozuren voor het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen, waarbij de totale hoeveelheid aan enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling op de gewassen ten minste 0,5 g/hectare bedraagt en ten hoogste 250 g/hectare, en waarbij de L-aminozuren gekozen worden uit de groep van glutamine, asparagine, histidine, en combinaties daarvan met elkaar en/of met arginine en/of met glutaminezuur en/of met asparaginezuur en/of met lysine.
Verrassenderwijs heeft de uitvinder nu vastgesteld dat deze zeer lage doseringen aan deze gekozen enkelvoudige L-aminozuren toch een zeer sterke invloed kunnen uitoefenen op de levensprocessen van de behandelde gewassen. Deze lage doseringen van 0.5g/hectare tot maximaal 250 g/hectare beïnvloeden de levensprocessen van de gewassen, en doorgaans op een zodanige wijze dat de opbrengst van de gewassen sterk wordt verhoogd. Ook kan de kleuring worden gestimuleerd, de rijping worden beïnvloed, en/of de kwaliteit van de vruchten en/of zaden van land- en tuinbouwgewassen worden gestimuleerd of verbeterd. De effecten die de L-aminozuren hebben op de planten is bovendien zodanig sterk dat ze niet kunnen verklaard worden door het N-gehalte van de aminozuren. De L-aminozuren fungeren in de samenstelling volgens de huidige uitvinding dus niet als N-bron of als voedingsstof van betekenis voor de behandelde gewassen. Zo komt een behandeling met 250 g/ha aan glutamine overeen met een toevoer van slechts ongeveer 47.9 gram stikstof per hectare. Dit is verwaarloosbaar klein in vergelijking met de normale bladvoeding bemesting die gewoonlijk wordt toegediend, en waarvan de stikstoftoedieningen ten minste 500 gram per ha bedragen, of in vergelijking met bodembemestingen waarbij ze doorgaans nog veel hoger liggen, in het bereik van 30 tot 200 kilogram stikstof per hectare. Het is dus duidelijk dat de gekozen L-aminozuren een regulerende en stimulerende functie uitoefenen op het metabolisme van de planten indien ze in deze lage doseringen worden aangebracht. De gekozen L-aminozuren fungeren in de samenstelling volgens de huidige uitvinding dus als actieve stof.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDIING
Bepaalde precursoren en nog biologisch actieve metabolieten van enkelvoudige L-aminozuren kunnen in het metabolisme van de plant gelijkaardige effecten teweeg brengen, ook indien ze in deze lage doseringen worden aangebracht. De gekozen enkelvoudige L-aminozuren per se kunnen hiermee dus eventueel worden vervangen of worden aangevuld. De vakman zal in staat zijn te bepalen welke precursoren en/of nog biologisch actieve metabolieten van deze enkelvoudige L-aminozuren kunnen worden gebruikt. Er wordt echter de voorkeur aan gegeven de gekozen enkelvoudige L-aminozuren zelf te gebruiken, en niet de nog biologisch actieve metabolieten of de precursoren ervan.
Hierbij worden de nog biologisch actieve metabolieten gedefinieerd als deze metabolieten van de gekozen enkelvoudige L-aminozuren die het totale gehalte van deze aminozuren met ten minste 20%, bij voorkeur ten minste 25%, en bij meer voorkeur ten minste 30% doen toe- of afnemen.
Erg verrassend is daarbij dat de effecten al kunnen worden bereikt zonder toevoeging van stoffen die gekend staan als plantenhormoon, d.i. met de gekozen L-aminozuren op zich.
De verhoogde opbrengst van de gewassen wordt door twee verschillende factoren beïnvloed. De uitvinder heeft namelijk vastgesteld dat door het aanbrengen van de gekozen enkelvoudige L-aminozuren op de gewassen, de vruchtzetting zeer sterk wordt beïnvloed, waardoor er dus meer vruchten op de gewassen aanwezig zijn. Anderzijds heeft de uitvinder vastgesteld dat ook de vruchten zelf in verhouding groter worden na een toepassing van de samenstelling volgens de huidige uitvinding. Bij toepassing op fruitbomen zullen er bijvoorbeeld meer vruchten op de bomen aanwezig zijn, die bovendien dikwijls minstens even groot zullen zijn als deze van fruitbomen waarop een vergelijkende controlesamenstelling zonder actieve stof werd aangebracht, of in veel gevallen zelfs groter. Bij erg grote verhoging in het aantal vruchten, kan de maat ervan dan weer integendeel iets inboeten, maar niet meer dan wat kan worden verklaard door het hogere aantal vruchten. De totale vruchtopbrengst wordt in elk geval verhoogd door de behandeling volgens de uitvinding. In graangewassen zullen de korrels in de aren bijvoorbeeld in aanzienlijk hoger aantal voorkomen of aanzienlijk groter worden door het aanbrengen van de samenstelling volgens de huidige uitvinding en eveneens zal het aantal aren per oppervlakte-eenheid stijgen.
De uitvinder heeft bovendien verrassend vastgesteld dat deze opbrengstverhogende werking zowel voor monocotyle als voor dicotyle gewassen geldt. Bijgevolg kän de opbrengst van zowat alle economisch belangrijke landbouwgewassen met deze uitvinding worden verbeterd, wat een belangrijk voordeel vormt.
Naast de verhoogde opbrengst van de gewassen biedt de huidige uitvinding verder het voordeel dat ook de kwaliteit van de gewassen sterk wordt verhoogd. Zo blijkt dat de behandelde gewassen een hoger suikeren een hoger proteïnegehalte hebben. Eveneens blijkt de samenstelling bij de lage doseringen aan L-aminozuren mogelijks ook een invloed te hebben op de kleur en/of de rijping van de opbrengst. Bij fruit blijkt dat ook de kleur van de vruchten intenser kan zijn na toepassing van de samenstelling volgens de huidige uitvinding. Deze bijkomende effecten kunnen worden beïnvloed door secundaire factoren zoals het toepassingstijdstip, de aard van het gewas, en dergelijke.
Zonder zich tot deze theorie te willen beperken, meent de uitvinder dat de gekozen enkelvoudige L-aminozuren die in grote hoeveelheden enkel een functie als voedingsstof hebben, bij het aanbrengen in zeer lage hoeveelheden een invloed kunnen hebben op de synthese of werking van bepaalde endogene plantengroeiregulatoren, vergelijkbaar met een hormonale invloed, en waardoor de levensprocessen van één en/of meerjarige mono- of dicotyle planten worden beïnvloed en deze uitwendig observeerbare effecten of verschijnselen worden bewerkstelligd.
Verder is het zeer belangrijk dat de totale hoeveelheid « aan gekozen L-aminozuren binnen het hierboven vermelde bereik blijft. Een samenstelling waarbij één specifiek enkelvoudig aminozuur zich bij het aanbrengen van de samenstelling in een dosering tussen 0.5 tot 250 g per hectare bevindt, maar waarbij er verder andere van de gekozen enkelvoudige L-aminozuren aanwezig zijn zodanig dat de totale dosering aan gekozen enkelvoudige L-aminozuren de 250 g per hectare ver overschrijdt, zal dus mogelijks niet het beoogde effect verkrijgen. De werking van de gekozen L-aminozuren als actieve stof kan in een dergelijk geval dus verdwijnen. Indien in dit geval toch een groeistimulerend effect wordt bereikt, zal dit voornamelijk te wijten zijn aan de functie van de aminozuren als N-bron en/of als plantenvoeding.
Bij voorkeur bedraagt de totale hoeveelheid aan gekozen enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling ten minste 1 g/hectare en maximaal 50 g/hectare.
In dit lage doseringbereik worden doorgaans de beste resultaten verkregen, en wordt de groei van de gewassen in vele gevallen optimaal gereguleerd. Meer specifiek wordt de groei van de vruchten en de zaden sterk gestimuleerd, en is de opbrengst van de gewassen erg hoog.
Zoals hierboven reeds werd beschreven, heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van een samenstelling van de gekozen enkelvoudige L-aminozuren voornamelijk voor het beïnvloeden van de groei van gewassen. Het beïnvloeden van gewassen kan variëren naargelang de gebruikte dosering van de gekozen enkelvoudige L-aminozuren die op de gewassen wordt aangebracht, en verschillende vormen van beïnvloeding zijn mogelijk.
Zo heeft deze uitvinding meer specifiek betrekking op het gebruik van de hierboven vermelde samenstelling voor het afremmen van de vegetatieve groei van gewassen, waarbij de totale hoeveelheid aan gekozen enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling ten minste 1 g/hectare bedraagt en maximaal 30 g/hectare.
Indien de gekozen L-aminozuren in een dergelijke hoeveelheid op de gewassen worden aangebracht, wordt een duidelijk groeiremmend effect waargenomen. Dit groeiremmend effect heeft enkel betrekking op de vegetatieve groei van de planten, zijnde de groei van de scheut. Dit is meestal de groei van het groene gedeelte van de planten, en is geenszins te verwarren met de groei van de vruchten of de zaden, ook wel generatieve groei genoemd, die geenszins wordt afgeremd.
In deze doseringen kan de samenstelling volgens de huidige uitvinding dus eveneens worden gebruikt als een groeiremmer. Dit kan bijvoorbeeld het additionele voordeel met zich meebrengen dat de gewassen minder snel moeten worden gesnoeid, minder snel zullen legeren, etc... Ook zullen door de verminderde bladgroei, de vruchten en zaden een verbeterde toegang tot zonlicht en beluchting verkrijgen, wat de kwaliteit en de opbrengst eveneens ten goede kan komen. Zo zullen vruchten· die dankzij de verminderde bladgroei een verhoogde dosis zonlicht ontvangen, een intensere kleur vertonen en zal hun proteïne en suikergehalte eveneens worden verhoogd.
Het dient verder te worden opgemerkt dat indien de vegetatieve groei wordt afgeremd, dus de groei in longitudinale richting van de plant en in hoofdzaak de groei van de groene gedeeltes van de plant, dat dan de generatieve groei van de plant, zijnde groei van de vruchten en van de zaden, sterk wordt gestimuleerd. Dit kan verklaard worden doordat binnen in de plant waarschijnlijk het evenwicht van de vegetatieve naar de generatieve groei verschuift. Meer energie en voedingsstoffen worden dus naar de voortplantingsorganen van de plant gestuurd, waardoor er meer en/of grotere vruchten en zaden zullen worden gevormd. Zoals hierboven reeds vermeld werd, heeft het verkregen groeiremmend effect dus geenszins betrekking op de groei van de vruchten en zaden, en de verhoogde opbrengst en vruchtzetting die hierboven werden besproken vinden nog steeds plaats bij deze zeer lage doseringen.
Bij voorkeur wordt de samenstelling volgens de uitvinding, in het geval deze wordt gebruikt voor het afremmen van de vegetatieve groei van gewassen zoals hierboven beschreven, ten minste 2 maal op de gewassen aangebracht, met daarbij bij voorkeur een interval hanterend van ten minste 1 dag of 2 dagen en ten hoogste 6 weken, bij meer voorkeur van ten minste 3 of 4 dagen en ten hoogste 5 weken, nog bij voorkeur ten minste 5 of 6 dagen en ten hoogste 4 weken, en bij nog meer voorkeur een interval van ten minste 1 week en ten hoogste 3 weken. De genoemde intervallen zijn zeer gepast voor akkerbouwgewassen, en kunnen tot ten hoogste 2 weken inkorten. Bij bomen, en zeker bij fruitbomen, mag het interval doorgaans wat langer zijn, bij voorkeur van 1 tot 3 weken, tussen de twee behandelingen.
De uitvinder heeft vastgesteld dat indien de samenstelling ten minste twee maal wordt aangebracht met dit interval, er een zeer goede remming van de vegetatieve groei wordt verkregen. Bij voorkeur wordt de samenstelling 2 keer aangebracht. Eventueel kan de samenstelling ook meer dan 2 keer worden aangebracht, waarbij bij voorkeur telkens het hierboven vermelde interval wordt gehanteerd.
Uiteraard wordt de uitvinding hierdoor niet beperkt en er wordt niet uitgesloten dat er voor verschillende gekozen enkelvoudige L-aminozuren eveneens al een goede beïnvloeding wordt verkregen indien de samenstelling slechts éénmalig wordt aangebracht.
Verder heeft de uitvinding eveneens betrekking op het gebruik van de hierboven beschreven samenstelling voor het stimuleren van de groei van land- en tuinbouwgewassen, waarbij de totale hoeveelheid aan gekozen enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling ten minste 30 g/hectare bedraagt en maximaal 100 g/hectare.
In deze context wordt met groei zowel de vegetatieve als de generatieve groei bedoeld. In dit doseringbereik, dat iets hoger ligt dan het hierboven vermelde bereik voor het afremmen van de vegetatieve groei, heeft de uitvinder vastgesteld dat de volledige groei van de gewassen wordt gestimuleerd. De planten zullen dus een algemeen verbeterde groei kennen. De opbrengst van de gewassen en de vruchtzetting zullen nog steeds worden verbeterd, maar we hebben ondervonden dat ook de scheut en het groene gedeelte van de plant een verbeterde groei vertonen.
De vakman zal zelf in staat zijn te bepalen in welke hoeveelheid of dosering de behandeling voor een specifiek gewas optimaal is. Indien de vakman tot doel heeft enkel de opbrengst van een gewas te verbeteren, en indien het hierbij voordelen oplevert de vegetatieve groei te beperken, brengt hij de gekozen enkelvoudige L-aminozuren beter aan in de hierboven vermelde totale hoeveelheden van 1 tot 30 g/hectare. Indien voor bepaalde gewassen echter een algemeen verbeterde groei wordt beoogd, waarbij het wenselijk is eveneens de groei van de scheut en het groene plantgedeelte te stimuleren, worden bij voorkeur hoeveelheden gebruikt van 30 tot 100 g/hectare.
Indien de samenstelling gebruikt wordt voor het stimuleren van de algemene groei van gewassen zoals hierboven beschreven, wordt de samenstelling bij voorkeur éénmalig op de gewassen aangebracht.
Bij een éénmalige behandeling wordt een goede stimulatie van zowel de vegetatieve als dé generatieve groei verkregen.
Een éénmalige behandeling met de gekozen enkelvoudige L-aminozuren is in het algemeen voldoende voor het stimuleren van de groei en draagt daarom de voorkeur, hoewel dit geen strikte voorwaarde is. Het is mogelijk dat de algemene groei eveneens kan worden gestimuleerd door de samenstelling meerdere malen aan te brengen. De vakman is in staat om, afhankelijk van het gebruikte L-aminozuur, de gewassen, en het beoogde doel, etc. te bepalen of de samenstelling één of meerdere malen moet wordt aangebracht.
De gekozen L-aminozuren zijn gekozen uit de groep van L-aminozuren bevattende een N-atoom in de R-groep, de zure vormen van L-aminozuren bevattende een N-atoom in de R-groep en combinaties hiervan. Hierbij wordt met de R-groep bedoeld een zijgroep die in vele gevallen voorkomt op de gewoonlijke koolwaterstofverbinding tussen de amino groep (H2N-) aan het ene uiteinde en de zuurgroep (-COOH) aan het andere uiteinde van het aminozuur.
Al deze geprefereerde aminozuren bezitten dus een N-atoom in hun R-groep (of zijketen van het aminozuur) behalve de aminozuren die als R-groep een zure vorm hebben van een R-groep bevattende een N-atoom, bijvoorbeeld glutaminezuur en asparaginezuur.
Bij voorkeur bevat de samenstelling in hoofdzaak geen meervoudige peptiden. We ondervonden dat meervoudige peptiden in eerste instantie niet dezelfde groeiregulerende effecten vertonen als de gekozen enkelvoudige L-aminozuren, zelfs niet in kleine doseringen. Het opnemen van meervoudige peptiden zoals polypeptiden of Oligopeptiden biedt dus blijkbaar weinig of geen meenwaarde aan de samenstelling. Wel is het mogelijks zo dat het opnemen van meervoudige peptiden een negatieve impact heeft op de werking van andere aanwezige actieve stoffen. Ook is het moeilijk te controleren of bij de meervoudige peptiden geen enkelvoudige aminozuren zitten, of dat er later mogelijks enkelvoudige aminozuren van kunnen afgesplitst worden waardoor de totale dosering aan gekozen enkelvoudige aminozuren toch onbedoeld kan stijgen. Hierdoor wordt het moeilijker een bepaalde specifieke dosering aan de gekozen enkelvoudige L-aminozuren te garanderen waardoor ook de werking van de samenstelling volgens de huidige uitvinding niet meer zo gemakkelijk en nauwkeurig kan geregeld en gegarandeerd worden. Om deze redenen bevat de samenstelling bij voorkeur in hoofdzaak geen meervoudige peptiden.
Bij het behandelen met één enkel aminozuur kon soms worden opgemerkt dat de sterkte van de response op één bepaald aminozuur een bimodaal patroon kon vertonen in functie van de hoogte van de dosering. De ligging van de pieken van het patroon, d.i. bij welke concentraties de sterkste effecten konden worden opgetekend, en de ligging van het dal tussen de twee pieken, d.i. het bereik waarin de response dan weer terug wat minder was, blijken echter afhankelijk te zijn van de keuze van het aminozuur en van het levensproces dat men wenst te beïnvloeden. Zo vertoonde een behandeling met histidine een hogere response in een bereik van 0.5-5 g/ha alsook in een bereik van 15-250 g/ha, in vergelijking met de response in het tussenliggende bereik van 5-15 g/ha.
In een voorkeuruitvoeringsvorm van de huidige uitvinding bevat de samenstelling verder nog S-abscisinezuur of één van zijn zouten.
S-abscisinezuur is een plantenhormoon dat van nature in planten, voorkomt. S-abscisinezuur onderdrukt de werking van andere groeistimulerende plantenhormonen en is algemeen gekend als een natuurlijke groeiremmer. Samen met de groeibevorderende plantenhormonen zoals auxines, gibberellines en cytokininen, reguleert abscisinezuur verouderingsprocessen, bladval, en heeft het vooral een groeiremmend effect op de vegetatieve groei. Zoals hierboven reeds vermeld, is dit de groei van de scheut van de plant, dus de groei in de longitudinale richting en meestal de groei van het groene plantgedeelte. De werking van S-abscisinezuur heeft dus enkele overeenkomsten met de hierboven beschreven werking van de gekozen enkelvoudige L-aminozuren in zeer lage doseringen. Eveneens zal de generatieve groei, d.i. de groei van vruchten en zaden, worden gestimuleerd bij een vermindering van de vegetatieve groei door een verschuiving van een evenwicht in de plant. S-abscisinezuur kan dus dankzij zijn groeiremmend effect eveneens een opbrengstverhogend effect hebben op gewassen. Meer specifiek zal de grootte van de vruchten en zaden worden verhoogd, en zal de vruchtzetting van gewassen eveneens worden bevorderd.
De uitvinder heeft nu verrassend vastgesteld dat S-abscisinezuur een synergetisch effect vertoont in combinatie met de lage dosering aan de gekozen enkelvoudige aminozuren. Dit effect overtreft het resultaat dat zou kunnen worden kunnen verwacht worden door de combinatie van de effecten teweeg gebracht door dezelfde doseringen van de gekozen enkelvoudige aminozuren en S-abscisinezuur, indien deze apart worden aangebracht.
De samenstelling volgens de uitvinding bevat bij voorkeur ook een groeiregulerende stof A die gekozen is- uit de groep van gibberelline-synthese Inhibitoren, precursoren voor plantenhormonen, of combinaties daarvan.
De uitvinder heeft vastgesteld dat er een verder synergetisch effect kan plaatsvinden tussen deze groeiregulerende stoffen A en het hierboven beschreven effect van opbrengst verhoging dat veroorzaakt wordt door het S-abscisinezuur. Indien naast het S-abscisinezuur dus ook één van deze groeiregulerende stoffen A aan de samenstelling met de gekozen enkelvoudige L-aminozuren wordt toegevoegd, zal een nog sterker verhoogde opbrengst van de gewassen worden verkregen.
Bij voorkeur is de groeiregulerende stof een gibberelline-synthese inhibitor gekozen uit de groep van trinexapac-ethyl, paclobutrazol, uniconazol-P, chloromequat-CI, mepiquat-CI, 2-isopropyl-4-dimethylamino-5-methylfenyi-1-piperidinecarboxylaat methyl chloride (ook gekend als “AMO-1618”), etcyclacis, ancymidol, flurprimidol, prohexadione-Ca, daminozide, 16,17-dihydorgas, chlorpropham en combinaties van twee of meerdere hiervan. Meer bij voorkeur wordt trinexapac-ethyl gebruikt.
Deze groeiregulerende stoffen A vertonen allen een sterke inhiberende werking op de gibberelline-synthese, en een sterk synergetisch effect met het effect van abscisinezuur en/of de gekozen enkelvoudige L-aminozuren, waardoor de opbrengst van landbouwgewassen i.
bijkomend aanzienlijk kan worden verhoogd.
In een verdere voorkeuruitvoeringsvorm van deze uitvinding is de groeiregulerende stof A een precursor voor een plantenhormoon gekozen uit ethefon, 1-aminocyclopropaan-1-carbonzuur (ACC) en combinaties daarvan.
Ethefon en ACC zijn beiden precursoren voor het plantenhormoon ethyleen. Precursoren voor ethyleen in combinatie met abscisinezuur en/of de gekozen enkelvoudige L-aminozuren vertonen een verrassend synergetisch effect dat de opbrengst van de gewassen zeer ten goede komt. Uiteraard kunnen andere precursoren voor ethyleen ook gebruikt worden in de huidige uitvinding.
De huidige uitvinding is hier echter geenszins toe beperkt. Iedere andere precursor voor een plantenhormoon of inhibitor voor de synthese van gibberellines die door de vakman geschikt geacht wordt, kan eveneens worden gebruikt.
In een verdere voorkeuruitvoeringsvorm bevat de samenstelling volgens de uitvinding verder een pesticide gekozen uit de groep van herbiciden, insecticiden, fungiciden, bactericiden, nematiciden, algiciden, molluskiciden, rodenticiden, viruciden, stoffen die resistentie in planten induceren, biologische controle agenten zoals virussen, bacteriën, nematoden, schimmels en andere micro-organismen, afweermiddelen voor vogels en dieren, plantengroei regulatoren, of een combinatie van twee of meer hiervan.
Indien een samenstelling volgens de huidige uitvinding eveneens pesticiden bevat, zal deze samenstelling, naast een opbrengstverhogend effect eveneens een functie als bestrijdingsmiddel omvatten. Verschillende soorten ongedierte zoals insecten, bacteriële ziektekiemen en dergelijke kunnen de opbrengst van gewassen nefast beïnvloeden en kunnen zelfs leiden tot het afsterven van de gewassen. Indien de’samenstelling volgens de huidige uitvinding enkel een opbrengst verhogend effect in de planten teweeg brengt, bestaat dus nog steeds de mogelijkheid dat dit effect teniet zou worden gedaan ten gevolge van een dergelijke ongedierte plaag. Daarom kan het nuttig zijn pesticiden aan de samenstelling toe te voegen. De samenstelling zal hierbij een groeiregulerend effect combineren met een effect van bestrijding van ongedierte. Doordat de actieve stoffen die deze twee verschillende effecten tot stand brengen in één en dezelfde samenstelling aanwezig zijn, zal dus slechts één samenstelling op de gewassen moeten aangebracht worden. Dit betekent een aanzienlijke tijd- en dus ook geldbesparing voor de landbouwer in kwestie. Hierbij moet worden opgemerkt dat een verlaagde vegetatieve groei op zichzelf al de kans op aantasting door ziekten en plagen met zich brengt. In bepaalde gevallen kan dit effect al tenminste gedeeltelijk bereikt worden door de toepassing volgens de huidige uitvinding.
In een specifieke voorkeuruitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is het pesticide een fungicide gekozen uit de groep van de triazolen, en combinaties hiervan.
De uitvinder heeft verrassend vastgesteld dat fungiciden gekozen uit de groep van de triazolen naast een schimmelbestrijdend effect eveneens de groeibeïnvloedende werking van de gekozen enkelvoudige L-aminozuren kunnen versterken. Het toevoegen van dergelijke fungiciden uit de groep van de triazolen biedt dus twee belangrijke additionele voordelen.
Deze triazolen worden bij voorkeur gekozen uit de groep van epoxiconazool, triadimenool, própiconazool, metconazool, cyproconazool, tebuconazool, flusilazool, difenoconazool, penconazool, paclobutrazool, prothioconazool, en combinaties van twee of meerdere hiervan. De triazolen worden bij voorkeur gekozen volgens het te behandelen gewas. Zo zijn epixiconazool, propiconazool, tebuconazool eerder aangewezen bij granen, metconazool, tebuconazool bij bijvoorbeeld koolzaad, en is difenoconazool eerder aangewezen in de fruitteelt.
De samenstelling volgens de huidige uitvinding is hier echter geenszins toe beperkt en alle andere triazolen die door de vakman geschikt geacht worden, kunnen eveneens gebruikt worden.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding, bevat de samenstelling nog één of meerdere actieve stoffen die het eigen verdedigingsmechanisme van de plant verhogen. Naast hun basisresistentie bezitten planten ook het vermogen om hun weerstand tegen specifieke infecties te verhogen in reactie op inductie door micro-organismen van buitenuit. Men onderscheidt daarin systemisch verworven resistentie (Systemic Acquired Resistence of SAR) en systemisch geïnduceerde resistentie (Induced Systemic Resistance of ISR). Bij SAR is het inducerend micro-organisme wel ziekteverwekkend of pathogeen, bij ISR is dat niet het geval. Bij voorkeur voegt men hiervoor stoffen toe die deze mechanismes bevorderen, zoals jasmijnzuur, ethyljasmonaat of een ander precursor voor ethyleen die de ISR reactie beïnvloeden, of salicylzuur en/of chitosan, of een andere stof die het SAR mechanisme beïnvloedt. De uitvinders hebben vastgesteld dat deze actieve stoffen ook een groeiremmend effect kunnen brengen.
In verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding bevat de samenstelling verder één of meer oppervlakte-actieve stoffen.
Bij voorkeur worden de oppervlakte-actieve stoffen gekozen uit de groep van de calcium alkylsulfonaten, geëthoxyleerde castor olie, geëthoxyleerde alcoholen, glycolen of polyolen, polyoxygeëthyleerde alkyl fenolen, polyoxygeëthyleerde vetzuuralcoholen en/of vetzuuramines, vetzuur alcohol polyglycol ether sulfaten, alkyl sulfonaten of alkylaryl sulfonaten en dispergeermiddelen, geëthoxyleerde sorbitan esters en Siloxanen, of een mengsel van twee of meerdere hiervan.
Oppervlakte-actieve stoffen zijn stoffen die de oppervlaktespanning van een waterig mengsel kunnen verlagen. In samenstellingen die op planten dienen aangebracht , te worden kunnen ze verschillende functies uitoefenen. Zo kunnen ze de oplosbaarheid van de actieve stoffen in het meestal water gebaseerde mengsel verhogen. Verder zullen ze vaak een functie van uitvloeier vervullen. Doordat de oppervlaktespanning van het mengsel erdoor wordt verlaagd, zullen hydrofobe oppervlakken sneller kunnen worden bevochtigd. Het toevoegen van een uitvloeier kan dus leiden tot een betere verdeling van bijvoorbeeld de spuitvloeistof, en voor een betere bevochtiging van de bespoten gewassen.
Verder kunnen oppervlakte-actieve stoffen fungeren als adjuvanten. Hierbij verhogen ze de opname van de actieve stof door de plant. De hierboven beschreven functies van de oppervlakte-actieve stoffen zorgen ervoor dat er minder actieve stof dient gedoseerd te worden zonder dat de werking van de actieve stof hierdoor wordt beïnvloed. Dit zorgt enerzijds voor een economisch voordeel en zorgt er bovendien voor dat de impact op het milieu verlaagd wordt.
Verder kan de samenstelling één of meerdere UV-filterende stoffen bevatten.
Indien zonlicht invalt op de samenstelling zou dit een voortijdige inactivatie van de actieve stoffen met zich mee kunnen brengen. Om dit te voorkomen, worden uit voorzorg bij voorkeur één of enkele UV-filterende stoffen toegevoegd. Verschillende geschikte UV-filters zijn gekend door de vakman.
In een verdere uitvoeringsvorm bevat de samenstelling verder een anti-schuimmiddel.
Bij voorkeur wordt het^anti-schuimmiddel gekozen uit.de groep van silica, polydialkylsiloxanen, fluoroalkylfosfine zuren of zouten hiervan, of een mengsel van twee of meerdere hiervan.
In een verdere uitvoeringsvorm bevat de samenstelling verder een meststof.
De samenstelling volgens de huidige uitvinding zal de levensprocessen van de gewassen beïnvloeden, waardoor de opbrengst , verhoogd wordt. Indien in de samenstelling verder een meststof aanwezig is, wordt verzekerd dat de planten over voldoende voedingsstoffen beschikken om deze groei mogelijk te maken, waardoor de opbrengst nog verder verhoogd kan worden.
Bij voorkeur wordt de samenstelling aangebracht in een formulering gekozen uit de groep van poeders, wateroplosbare poeders, in water dispergeerbare poeders, granulaten, suspensieconcentraten, emulgeerbare concentraten, geconcentreerde emulsies, suspoemulsies, gecoate granulaten, microcapsules, tabletten, wateroplosbare concentraten of combinaties van twee of meerdere hiervan.
Bij voorkeur wordt de samenstelling met water verdund.
Een samenstelling die met water verdund kan worden, kan in een geconcentreerde vorm met een klein volume verkocht worden in de handel. Deze vorm kan dan worden opgelost of worden gemengd met water tot een groter volume dat uiteindelijk op de planten kan worden aangebracht. Een waterige verdunning kan zeer eenvoudig op de planten worden aangebracht, en garandeert ook een gelijkmatige verdeling van de actieve stoffen op de gewassen, waardoor ook een constante concentratie en een gelijkmatig gespreide dosering van de actieve stoffen bij het aanbrengen wordt gegarandeerd. Dit laatste vormt binnen de context van de huidige uitvinding een belangrijk voordeel, gezien de werking van de actieve stoffen concentratie-en/of doserings-afhankelijk is.
Bij voorkeur wordt de samenstelling op de gewassen aangebracht door sproeien of vernevelen.
Door sproeien of vernevelen kan een uniforme en gelijkmatige verdeling van de samenstelling op de gewassen worden verkregen.
Bij voorkeur worden de gewassen gekozen uit de groep van één en meerjarige mono- of dicotyle gewassen.
De samenstelling volgens de huidige uitvinding kan zowel gebruikt worden op gewassen die monocotyl zijn als op dicotyle gewassen, en vertoont op beide groepen planten een goede werking.
Bij voorkeur worden de gewassen gekozen uit fruitbomen, graangewassen, koolzaad, bieten, aardappelen, en eventuele combinaties hiervan.
Deze landbouwgewassen vertonen een sterk verhoogde opbrengst na toepassing van de samenstelling volgens de huidige uitvinding.
Verder heeft deze uitvinding betrekking op een gebruik zoals hierboven beschreven waarbij het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen wordt gekozen uit het verhogen van de opbrengst van gewassen, het verhogen van de vruchtzetting van gewassen of van het aantal vruchten of zaden, het verhogen van de vrucht- of korrelgrootte van gewassen, de vruchtmaat of de diameter van vruchten of zaden, het verbeteren van de kleur of kleuring van de vruchten, het beïnvloeden van de rijping van gewassen, het verhogen van het proteïne- of eiwitgehalte van vruchten of zaden, het verhogen van de totale opbrengst, het verhogen van de opbrengst van een eerste pluk, het verhogen van de opbrengst van gekleurd fruit bij een eerste pluk, het verkorten van de verlengenis van scheuten, en combinaties hiervan.
Het effect van kleuring kan daarbij afhankelijk zijn van het gebruikte aminozuur en het tijdstip van toepassing. Bij vegetatieve groeiremming zullen het eerder de lagere doseringen tot 30 g/ha zijn die onrechtstreeks een betere kleuring zullen geven. Voor latere toepassingen, zoals vlak voor de pluk, waarbij geen groeiremming meer bewerkstelligd of beoogd wordt, kan het zijn dat de beste dosis hoger zal liggen, ook weer enigszins, afhankelijk van het aminozuur. Ook moet hierbij een verschil gemaakt worden tussen rijping en kleuring. Deze overweging geldt voornamelijk voor kleuring. Voor rijping gelden naargelang het gewas, tijdstip en aminozuur mogelijks andere voorkeurdoseringen.
De gekozen enkelvoudige L-aminozuren brengen in de planten een fysiologische reactie op gang die een uiterlijke invloed heeft, voornamelijk op de plantgroei. In de beschrijving hierboven werd deze reactie zeer algemeen beschreven als het beïnvloeden van de levensprocessen, bijvoorbeeld de groei, van gewassen. Er werd reeds gezegd dat dit beïnvloeden onder meer een verhoogde opbrengst van de gewassen, een verhoogde vruchtzetting, verbeterde kleur van de vruchten, etc. met zich mee brengt. Al de hiervoor opgesomde verschijnselen zijn eveneens geassocieerd met de fysiologische respons van de planten op de lage doseringen van de gekozen L-aminozuren. De uitvinding heeft dan ook betrekking op alle gebruiken of werkwijzen die tot doel hebben één van deze verschijnselen in planten op te wekken door het gebruik van lage doseringen aan de gekozen L-aminozuren.
In de hierboven vermelde beschrijving van de uitvinding worden de hoeveelheden van de toe te dienen stoffen vermeld in g/hectare. Dit duidt de hoeveelheid aan waarmee de stoffen worden aangebracht op de gewassen. Bij voorkeur worden de stoffen aangebracht in een waterige oplossing waarbij bij voorbeeld voor een gemakkelijke omrekening ongeveer 1000 liter van deze oplossing wordt aangebracht op een perceel van 1 hectare. Dit betekent dus bv. dat een samenstelling waarbij de gekozen L-aminozuren in een hoeveelheid van 50 g per hectare worden aangebracht, zich in een waterige oplossing bevindt in een concentratie van 50 ppm. In de praktijk kan een andere hoeveelheid water per hectare worden gebruikt, en moet de omrekening naar de gewenste concentratie daarvoor worden aangepast. Zo zal bij een gebruik van slechts 200 liter per hectare, wat ook ongeveer 200 kg water betekent, een behandeling bedoeld voor 50 g per hectare een concentratie moeten hanteren van 50g op 200 kg of ongeveer 250 ppm gewicht.
De uitvinding wordt nu verder geïllustreerd aan de hand van de volgende voorbeelden.
Voorbeeld 1: Verbetering van de kleuring bij appel.
Dit experiment werd uitgevoerd op volwassen appelbomen van de variëteit Jonagold (mutant King). De bespuitingen werden uitgevoerd met een rugnevelaar aan 300 liter water/ha. De gebruikte spuitvloeistof bevatte bij de eerste test 300 ppm wt aan glutamine en in de tweede test met de gespreide behandeling telkens 150 ppm gewicht aan glutamine. Verder bevatte de spróeivloeistof nog oppervlakteactieve stoffen en een UV filter.
Het verbeteren van de kleuring bij Jonagold is een zeer belangrijk voordeel voor de teler. Enkel goed gekleurde vruchten behalen een goede prijs. Daarnaast is het ook belangrijk om deze gekleurde vruchten zo vroeg mogelijk te oogsten omdat dan de vruchtkwaliteit (hardheid, uitstalleven, bewaarmogelijkheden) veel beter is. Hoe meer vruchten men in de eerste plukgang kan oogsten hoe beter. Als er meer vruchten in de eerste pluk kunnen geoogst ^worden zullen bovendien ook de overblijvende, nog niet gekleurde vruchten gemakkelijker kleuren en dus van een betere kwaliteit zijn.
Ten slotte zal het vroeger kunnen oogsten van de vruchten ook een belangrijke positieve invloed hebben op de bloembotkwaliteit van het daaropvolgend jaar. Vruchten die lang moeten blijven hangen verlagen immers doorgaans de productie van het volgende jaar aanzienlijk..
De appelen van de bomen in het testveld werden in 3 keer geoogst. Glutamine werd ingezet als actieve stof, in een eerste test 2 weken voor de vermoedelijke eerste plukdatum, en in de tweede test eerst 2 weken en dan nog eens 1 week voor de vermoedelijke plukdatum. De gehanteerde doseringen zijn hieronder weergegeven. Bij de oogst werden de totale opbrengst, de kilo’s gekleurd fruit die men in de eerste pluk kon oogsten, en het gemiddeld vruchtgewicht op de totale oogst (in gram per appel vrucht) bepaald. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 1, en zijn vergeleken met een controle zonder behandeling.
Tabel 1
Figure BE1019681A5D00221
De totale oogst werd door de behandelingen niet of nauwelijks beïnvloed. Deze toepassing van de uitvinding is gericht op kleuring, niet op de vruchtzetting, welke door het late tijdstip van de behandeling niet meer beïnvloed wordt. Belangrijker is dat de behandelingen leidden tot een verhoging van de nuttige opbrengst bij de eerste pluk, wat het meest waardevolle gedeelte van de totale oogst uitmaakt. De éénmalige behandeling verkreeg een effect dat nog relatief bescheiden was, maar het effect bij de gespreide behandeling was meer uitgesproken. Een verhoging van 5% of 1 kg is interessant, maar zou nog gedeeltelijk verklaard kunnen worden door de iets lagere opbrengst, omdat met minder vruchten aan de zelfde plant de vruchten makkelijker kleuren. Het effect van de dubbele behandeling is echter niet te verklaren door de iets lagere opbrengst of door natuurlijke variatie. Een verschil van 3 kg of 10 % maakt voor de fruitteler een belangrijk verschil. Hij heeft daardoor meer kwaliteitsfruit, dat hij langer kan bewaren. Dit zal ook resulteren in een betere kleuring van de 2 en 3de pluk, en- in een betere bloembotkwalitéit het jaar nadien.
Voorbeeld 2 : Verbetering van de kleuring bij appel
In een experiment gelijkaardig als in voorbeeld 1 op Jonagold werd glutamine 2 maal toegepast, de eerste maal 14 dagen voor de pluk en vervolgens enkele dagen voor de pluk. De dosis van de behandeling bedroeg dit keer 2 keer 15 g/ha (iedere keer met een concentratie van 50 ppm gewicht in een verneveling van telkens 300 liter water per ha). Het % eerste pluk werd bepaald en is weergegeven in Tabel 2, in vergelijking met een controletest zonder behandeling.
Tabel 2
Figure BE1019681A5D00231
Net zoals in voorbeeld 1 geeft een dubbele behandeling van glutamine een toename in eerste pluk van rond de 10 % in absolute percent en met betrekking tot het gewicht van de totale oogst. Jonagold haalt gemakkelijk een opbrengst van 60 ton/ha. Een verhoging van ca 10 % van het percentage eerste pluk betekent dus een verhoging met doorgaans ten minste 6 ton/ha van het deel van de oogst met de hoogste kwaliteit en dat de hoogste waarde biedt voor de teler.
Voorbeeld 3 : Verhoging van zowel de opbrengst als de kleuring bij appel.
Dit experiment werd uitgevoerd op volwassen appelbomen van de variëteit Jonagold, mutant Jonagored. In tegenstelling tot de twee voorgaande proeven ligt de nadruk hier voornamelijk op de verhoging van de opbrengst. Om dit te bereiken moeten de behandelingen veel vroeger in het seizoen starten. De dosis is hierbij lager dan in de twee vorige toepassingen omdat het doel hier vruchtzetting en groeiremming is, in plaats van kleuring. Men zou kunnen volstaan met twee behandelingen, bij aanvang van het groeiseizoen, maar meerdere toepassingen gespreid over het ganse groeiseizoen geeft een zekerder resultaat. De toepassingen werden in deze test gestart rond het einde van de bloei en werden om de 7 à 14 dagen herhaald, afhankelijk van de weersomstandigheden. Er werd 7 x in totaal behandeld, meer precies op 24 april, 7 mei, 14 mei, 20 mei, 9 juni, 16 juni en op 24 juni. De bespuitingen werden uitgevoerd met een rugnevelaar.
Glutamine, telkens aan een concentratie van 50 ppm gewicht in 300 liter water/ha, en dus een dosering van 15 g/ha, werd zowel apart toegepast als in combinatie met S-abscisinezuur (ABA).' Bij de combinatietest, werd ABA toegediend bij de 2 eerste bespuitingen van het seizoen, en telkens aan een concentratie van 3.3 ppm in de 300 I water/ha spuitvloeitstof, wat overeenkomt met een dosering van 1.0 g/ha aan ABA. Op het einde van het seizoen werd de verlengenis van de scheuten gemeten en het aantal vruchten per boom bepaald. Vlak na het einde van de bespuitingen, op 25 juni, werd tevens de gemiddelde vruchtdiameter bepaald. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 3.
Tabel 3
Figure BE1019681A5D00241
Uit dit experiment blijkt duidelijk dat glutamine de vruchtzetting verhoogt, te zien aan het aantal vruchten per boom, en dat dit effect nog sterker is in combinatie met ABA. De vruchtmaat zelf wordt hierdoor blijkbaar helemaal niet beïnvloed. De scheutlengte is met glutamine alleen al merkbaar, maar bij de combinatie zeer sterk geremd.
Glutamine alleen geeft in deze proef een verhoging van 14 vruchten per boom. De plantdichteid van een standaard boombaard is ongeveer 1714 bomën/ha. Dit betekent, aan 5 appels per kilo, dat dit een meeropbrengst oplevert van bijna 5000 kg/ha, wat aanzienlijk is. De combinatie van beide producten geeft een nog veel hogere meeropbrengst van meer dan 9900 kg/ha, of méér dan het dubbele van de behandeling met enkel glutamine. Het voordeel van de groeiremming is voor de fruitteler niet alleen dat hij gemakkelijker een meeropbrengst haalt, maar ook betekent dit een arbeidsbesparing tijdens de wintersnoei en een luchtiger boom, wat positief is voor een betere kleuring van het fruit en voor het vermijden van ziektes.
Uit deze proef blijkt dat glutamine aan verschillende dosissen een gunstig groeiremmend effect kan hebben . wanneer het herhaaldelijk wordt toegepast aan lage dosis.
Voorbeeld 4 : Verbetering van de kleuring bij appel
In dit experiment werd glutamine 4 dagen voor de pluk toegepast op een perceel Jonagored, en dit in een concentratie van 8.3 ppm gewicht in 300 l/ha, wat dus overeenkomt met een dosering van 2.5 g/ha aan glutamine. In onderstaande tabel 4 wordt het % 1ste pluk weergegeven.
Tabel 4
Figure BE1019681A5D00251
Een behandeling enkele dagen voor de pluk aan zeer lage dosis verhoogt ook in deze proef duidelijk het percentage eerste pluk.
Voorbeeld 5 : Groeiremming bij tarwe
Dit experiment werd uitgevoerd in vier herhalingen op zaailingen van tarwe. Per herhaling werden zes zaailingen in een potje uitgezaaid en opgevolgd. Wanneer de zaailingen ca 15 cm hoog waren werden ze éénmalig behandeld met de volgende behandelingen en na 10 dagen werd de groeitoename gemeten. De dosis wordt weergegeven in g/ha waarbij de omrekening vanuit de concentratie gebeurde aan een gebruik van 300 l/ha. De resultaten zijn weergegeven in tabel 5.
Tabel 5
Figure BE1019681A5D00261
Uit deze proef kan men afleiden dat histidine in zeer lage hoeveelheid een groeiremmende werking heeft op tarwe. Dit effect is blijkbaar ook ietwat dosisafhankelijk. Bij nog verdere proefnemingen met enkel histidine werd opgemerkt dat de sterkte van het effect een bimodaal patroon vertoont in functie van de dosering, in die zin dat de response bij ongeveer 10 g/ha minder was dan deze bij de testen met de lagere (2 g/ha) en de hogere (100 g/ha) doseringen opgenomen in de tabel. Deze vaststelling kon worden bevestigd wanneer deze proeven werden overgedaan, zodat het blijkbaar geen artifact betreft.
De combinatie van histidine met trinexapac-ethyl laat een synergetisch effect zien.
Voorbeeld 6 : Groeiremming bij gerst
Dit experiment werd uitgevoerd in vier herhalingen op zaailingen van gerst. Per herhaling werden zes zaailingen in een potje uitgezaaid en opgevolgd. Wanneer de zaailingen ca 15 cm hoog waren werden ze éénmalig behandeld met de volgende behandelingen en na 8 dagen werd de groeitoename gemeten. De dosis wordt weergegeven in g/ha waarbij de omrekening vanuit de concentratie gebeurde aan een gebruik van 300 l/ha. De resultaten zijn weergegeven in tabel 6.
Tabel 6
Figure BE1019681A5D00271
In deze proef is ook duidelijk het versterkend effect van een zeer lage dosis glutamine op de groeiremming van tebuconazool te zien.
Nu de uitvinding hierboven volledig is beschreven, zal het door de vakman worden begrepen dat de uitvinding kan worden uitgevoerd binnen een brede waaier van parameters binnen wat is beschreven in de volgende conclusies, zonder daarom af te wijken van de geest en de omvang van de uitvinding. De vakman zal hebben begrepen dat de uitvinding in zijn algemeenheid, zoals ze wordt bepaald in de conclusies, ook andere uitvoeringsvormen omvat die in dit document niet specifiek zijn weergegeven.

Claims (27)

1. Gebruik van een samenstelling bevattende enkelvoudige L-aminozuren voor het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen, waarbij de totale hoeveelheid aan enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling op de gewassen ten minste 0,5 g/hectare bedraagt en ten hoogste 250 g/hectare, en waarbij de enkelvoudige L-aminozuren gekozen worden uit de groep van glutamine, asparagine, histidine, en combinaties daarvan met elkaar en/of met arginine en/of met glutaminezuur en/of met asparaginezuur en/of met lysine.
2. Gebruik volgens conclusie 1 waarbij het beïnvloeden van de levensprocessen van gewassen wordt gekozen uit het verhogen van de opbrengst van gewassen, het verhogen van de vruchtzetting van gewassen of van het aantal vruchten of zaden, het verhogen van de vrucht-of korrelgrootte van gewassen, de vruchtmaat of de diameter van vruchten of zaden, het verbeteren van de kleur of kleuring van de vruchten, het beïnvloeden van de rijping van gewassen, het verhogen van het proteïne- of eiwitgehalte van vruchten of zaden, het verhogen van de totale opbrengst, het verhogen van de opbrengst, van een eerste pluk, het verhogen van de opbrengst van gekleurd fruit bij een eerste pluk, het verkorten van de verlengenis van scheuten, en combinaties hiervan!
3. Gebruik volgens conclusie 1 of 2 waarbij de totale hoeveelheid aan de gekozen enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling ten minste 1 g/hectare bedraagt en maximaal 50 g/hectare.
4. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies voor het afremmen vah de vegetatieve groei van gewassen, waarbij de totale hoeveelheid aan de gekozen enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling ten minste 1 g/hectare bedraagt en maximaal 30 g/hectare.
5. Gebruik volgens conclusie 4 voor het afremmen van de groei van gewassen waarbij de samenstelling ten minste 2 maal pp de gewassen wordt aangebracht met daarbij bij voorkeur een interval hanterend van ten minste 1 dag en ten hoogste 6 weken, bij meer voorkeur een interval van ten minste 1 week en ten hoogste 3 weken.
6. Gebruik volgens één van de conclusies 1 tot 2 voor het stimuleren van de groei van land- en tuinbouwgewassen, waarbij de totale hoeveelheid aan de gekozen enkelvoudige L-aminozuren bij het aanbrengen van de samenstelling ten minste 30 g/hectare bedraagt en maximaal 100 g/hectare.
7. Gebruik volgens conclusie 6 voor het stimuleren van de groei van gewassen, waarbij de samenstelling éénmalig op de gewassen wordt aangebracht.
8. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling in hoofdzaak geen meervoudige peptiden bevat.
9. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling verder S-abscisinezuur of één van zijn zouten bevat.
10. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling verder een groeiregulerende stof bevat gekozen uit de groep van gibberelline-synthese Inhibitoren, precursoren voor plantenhormonen, of combinaties daarvan
11. Gebruik volgens conclusie 10, waarbij de groeiregulerende stof een gibberelline-synthese inhibitor is gekozen uit de groep van trinexapac-ethyl, paclobutrazol, uniconazol-P, chloromequat-CI, mepiquat-CI, 2-isopropyl-4-dimethylamino-5-methylfenyl-1-piperidine- carboxylaat methyl chloride (ook gekend als “AMO-1618”), etcyclacis, ancymidol, flurprimidol, prohexadione-Ca, daminozide, 16,17-dihydorgas, chlorprofam en combinaties van twee of meerdere hiervan.
12. Gebruik volgend conclusie 10 waarbij de groeiregulerende stof een precursor voor een plantenhormoon is gekozen uit ethefon, 1-aminocyclopropaan-1-carbonzuur (ACC) en combinaties daarvan.
13. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een pesticide omvat gekozen uit de groep van herbiciden, insecticiden, fungiciden, bactericiden, nematiciden, algiciden, molluskiciden, rodenticiden, viruciden, stoffen die .resistentie in planten induceren, biologische controle agenten zoals virussen, bacteriën, nematoden, schimmels en andere micro-organismen, afweermiddelen voor vogels en dieren, plantgroei regulatoren, of een combinatie van twee of meer hiervan.
14. Gebruik volgens conclusie 13 waarbij het pesticide een fungicide is gekozen uit de groep van de triazolen, en combinaties hiervan.
15. Gebruik volgens conclusie 14 waarbij het pesticide een fungicide is gekozen uit de groep van epoxiconazool, triadimenool, propiconazool, metconazool, cyproconazool, tebuconazool, flusilazool, difenoconazool, penconazool, epoxiconazool, paclobutrazool, prothioconazool, en combinaties van twee of meerdere hiervan.
16. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling nog één of meerdere actieve stoffen omvatten die het eigen verdedigingsmechanisme van de plant verhogen, bij voorkeur jasmijnzuur, ethyljasmonaat of salicylzuur.
17. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder één of meer oppervlakte-actieve stoffen bevat.
18. Gebruik volgens conclusie 19 waarbij de oppervlakte-actieve stof gekozèn wordt uit de groep van de calciumalkylsulfonaten, geëthoxyleerde castor olie, geëthoxyleerde alcoholen of glycolen of polyolen, polyoxygeëthyleerde alkyl fenolen, polyoxygeëthyleerde vetzuuralcoholen en vetzuuramines, vetzuur alcohol polyglycol ether sulfaten, alkyl sulfonaten of alkylaryl sulfonaten en dispergeermiddelen, geëthoxyleerde sorbitan esters en siloxanen, of een mengsel van twee of meerdere hiervan.
19. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling verder één of meerdere UV-filterende stoffen bevat.
20. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een anti-schuimmiddel bevat.
21. Gebruik volgens conclusie 20, waarbij het anti-schuimmiddel gekozen wordt uit de groep van silica, polydialkylsiloxanen, fluoroalkylfosfine zuren of zouten hiervan, of een mengsel van twee of meerdere hiervan.
22. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een meststof bevat.
23. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling wordt aangebracht in een formulering gekozen uit de groep van poeders, wateroplosbare poeders, in water dispergeerbare poeders, granulaten,. suspensieconcentraten, emulgeerbare concentraten, geconcentreerde emulsies, suspoemulsies, gecoate granulaten, microcapsules, tabletten, wateroplosbare concentraten of combinaties van twee of meerdere hiervan.
24. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling met water verdund wordt.
25. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de samenstelling op de gewassen wordt aangebracht door sproeien of vernevelen.
26. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies waarbij de gewassen worden gekozen uit de groep van één of meerjarige mono- of dicotyle gewassen.
27. Gebruik volgens conclusie 26 waarbij de gewassen worden gekozen uit fruitbomen, graangewassen, koolzaad, bieten, aardappelen, en eventuele combinaties hiervan.
BE2011/0566A 2010-09-23 2011-09-23 Gebruik van enkelvoudige aminozuren in lage concentraties voor het beinvloeden van de levensprocessen van gewassen. BE1019681A5 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201000569 2010-09-23
BE201000569 2010-09-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019681A5 true BE1019681A5 (nl) 2012-09-04

Family

ID=43903836

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0566A BE1019681A5 (nl) 2010-09-23 2011-09-23 Gebruik van enkelvoudige aminozuren in lage concentraties voor het beinvloeden van de levensprocessen van gewassen.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US20130303377A1 (nl)
EP (1) EP2618664B1 (nl)
BE (1) BE1019681A5 (nl)
BR (1) BR112013006599A2 (nl)
DK (1) DK2618664T3 (nl)
ES (1) ES2513595T3 (nl)
PL (1) PL2618664T3 (nl)
WO (1) WO2012038936A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113278661A (zh) * 2021-06-16 2021-08-20 通辽梅花生物科技有限公司 一种提高谷氨酸产量的发酵培养基和发酵方法

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104135862B (zh) * 2012-02-13 2016-01-13 先正达参股股份有限公司 植物生长调节
CN102816002B (zh) * 2012-07-19 2014-07-30 甘朝生 纳米碳生物菌肥在糖心苹果培育上的应用及其制备方法
JP6018874B2 (ja) * 2012-10-18 2016-11-02 雪印種苗株式会社 植物成長調整剤
CN103553770B (zh) * 2013-10-21 2016-02-03 张喜梅 一种含有有机微生物的生态肥料及其生产方法
ES2958853T3 (es) * 2014-02-28 2024-02-15 Ajinomoto Kk Procedimiento para aumentar el contenido de aminoácido en las plantas
FR3033473B1 (fr) * 2015-03-11 2017-04-28 Bio3G Composition a usage agricole pour stimuler le metabolisme azote des plantes comprenant un extrait d'algue du genre laminaria et de l'acide glutamique, procedes et utilisations correspondant
CN105016865A (zh) * 2015-07-08 2015-11-04 襄汾县科农种植专业合作社 一种葡萄丰产剂
US10781145B2 (en) * 2015-07-16 2020-09-22 Bryan D. Evans Compositions for enhancing plant nutrient uptake and method of their use
EP3332644A1 (en) * 2016-12-06 2018-06-13 Arevo AB Use of growth enhancing compositions comprising at least one basic l-amino acid
WO2021168024A1 (en) * 2020-02-18 2021-08-26 Ethox Chemicals, Llc Alkylamine ethoxylates as adjuvants and compatibilizers for plant biostimulants
US20230127060A1 (en) * 2021-10-21 2023-04-27 Panoptic Ag Solutions LLC Urea cycle augmenting composition and methods of use
US20230172203A1 (en) * 2021-12-07 2023-06-08 Panoptic Ag Solutions LLC Plant metabolism promoting compositions and methods of use
WO2024076525A1 (en) * 2022-10-03 2024-04-11 Valent Biosciences Llc 1-amino-1-cyclopropanecarboxylic acid and methyl jasmonate mixtures and uses thereof

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB955685A (en) * 1960-03-04 1964-04-15 Jeremiah Forster Twomey Enzyme forming plant stimulating composition
JPS5632961B2 (nl) * 1972-12-25 1981-07-31
WO2000025582A1 (en) * 1998-10-29 2000-05-11 Emerald Bioagriculture Corporation Method for increasing plant productivity using glutamic acid and glycolic acid
JP2001199812A (ja) * 2000-01-14 2001-07-24 Koyama Hightech Kenkyusho:Kk 植物成長促進剤
US20040209777A1 (en) * 2001-08-02 2004-10-21 Hiroshi Gemma Agents for improving the qualities of fruits/grains
US20080194407A1 (en) * 2007-02-14 2008-08-14 Ashmead H Dewayne High nitrogen containing chelate compositions suitable for plant delivery
CN101352165A (zh) * 2008-05-26 2009-01-28 辽宁石油化工大学 一种促进南果梨果实着色的制剂及配制方法

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7204905A (nl) 1971-12-29 1973-07-03
DD248499A1 (de) 1984-12-19 1987-08-12 Berlin Chemie Veb Mittel zur stimulierung pflanzlicher wachstums- und entwicklungsprozesse
KR19990063068A (ko) 1997-12-24 1999-07-26 장연수 작물용 생물 자극형 비료 및 그의 사용방법
SE524965C2 (sv) * 2000-05-15 2004-11-02 Holmen Ab Användning av ett kväveinnehållande näringsmedel för uppbyggnad av växter
ITTO20010237A1 (it) 2001-03-15 2002-09-15 Lapitalia S P A Procedimento per la preparazione di un idrolizzato proteico utile perl'impiego come fertilizzante.
GB0409011D0 (en) 2004-04-23 2004-05-26 Biofutures Pi Ltd Chemical compounds and use thereof in agriculture
EP2120549A4 (en) * 2007-01-31 2012-01-11 Valent Biosciences Corp USE OF ABSIC ACID FOR IMPROVED GROWTH CONTROL
RU2337544C1 (ru) 2007-05-31 2008-11-10 Государственное научное учреждение Российский научно-исследовательский институт сахарной промышленности Россельхозакадемии Способ стимуляции роста и развития корнеплодов сахарной свеклы
JP5781306B2 (ja) * 2007-12-20 2015-09-16 スヴェトリー・テクノロジーズ・アーベー 根の生長および菌根の生長を増進するためのl−アミノ酸含有肥料の使用

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB955685A (en) * 1960-03-04 1964-04-15 Jeremiah Forster Twomey Enzyme forming plant stimulating composition
JPS5632961B2 (nl) * 1972-12-25 1981-07-31
WO2000025582A1 (en) * 1998-10-29 2000-05-11 Emerald Bioagriculture Corporation Method for increasing plant productivity using glutamic acid and glycolic acid
JP2001199812A (ja) * 2000-01-14 2001-07-24 Koyama Hightech Kenkyusho:Kk 植物成長促進剤
US20040209777A1 (en) * 2001-08-02 2004-10-21 Hiroshi Gemma Agents for improving the qualities of fruits/grains
US20080194407A1 (en) * 2007-02-14 2008-08-14 Ashmead H Dewayne High nitrogen containing chelate compositions suitable for plant delivery
CN101352165A (zh) * 2008-05-26 2009-01-28 辽宁石油化工大学 一种促进南果梨果实着色的制剂及配制方法

Non-Patent Citations (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
A. CARONIA ET AL.: "Influence of L-proline on Citrus sinensis (L) fruit quality.", ACTA HORTICULTURAE, no. 884 (Proc.XIth Int. Symp.on Bioregulators, 2009), 1988, pages 423 - 426 *
DATABASE BIOSIS [online] BIOSCIENCES INFORMATION SERVICE, PHILADELPHIA, PA, US; 2002, ATTOA G E ET AL: "Effect of some amino acids and sulphur fertilizers on growth and chemical composition of Iberis amara L. plant", XP002667113, Database accession no. PREV200400471538 *
DATABASE CAPLUS [online] CHEMICAL ABSTRACTS SERVICE, COLUMBUS, OHIO, US; 17 February 2011 (2011-02-17), A. CARONIA, G. GUGLIUZZA & P. INGLESE: "Influence of L-proline in Citrus sinensis (L.) ('New Hall' and 'Tarocco Scire') fruit quality", XP002635512, retrieved from STN accession no. 2011:203733 Database accession no. 2011:203733 *
DATABASE CAPLUS [online] CHEMICAL ABSTRACTS SERVICE, COLUMBUS, OHIO, US; 1982, V. RAJAGOPAL: "Effect of abscisic acid with glutamate on the production of proline in barley leaves", XP002635516, retrieved from STN accession no. 1982:612799 Database accession no. 1982:612799 *
DATABASE CAPLUS [online] CHEMICAL ABSTRACTS SERVICE, COLUMBUS, OHIO, US; 1991, Y. H. KIM & J. JANICK: "Abscisic acid and proline improve desiccation tolerance and increase fatty acid content of celery somatic embryos", XP002635515, retrieved from STN accession no. 1991:424270 Database accession no. 1991:424270 *
DATABASE CAPLUS [online] CHEMICAL ABSTRACTS SERVICE, COLUMBUS, OHIO, US; 2007, L. WANG, Z. WANG, Z. LI & Y. ZHU: "Promotion of L-glutamic acid on anthrocyanin accumulation in Fuji apples.", XP002635511, retrieved from STN accession no. 2007:651854 Database accession no. 2007:651854 *
DATABASE WPI Week 198135, Derwent World Patents Index; AN 1981-63554D, XP002667112 *
DATABASE WPI Week 200170, Derwent World Patents Index; AN 2001-609446, XP002635510 *
DATABASE WPI Week 200925, Derwent World Patents Index; AN 2009-E91123, XP002635514 *
EGYPTIAN JOURNAL OF HORTICULTURE, vol. 29, no. 1, 2002, pages 17 - 37, ISSN: 1110-0206 *
H. G. ASHOK KUMAR ET AL: "Effect of sugars and amino acids on androgenesis of Cucumis sativus", PLANT CELL, TISSUE AND ORGAN CULTURE, vol. 78, 1 January 2004 (2004-01-01), pages 201 - 208, XP055016533 *
L. WANG ET AL.: "Promotion of L-glutamic acid on anthocyanin accumulation in Fuji apples.", GUOSHU XUEBAO, vol. 23, no. 2, 2006, pages 157 - 160, C2 *
MAJEROWICZ N ET AL: "Growth and nitrogen metabolism of Catasetum fimbriatum (orchidaceae) grown with different nitrogen sources", ENVIRONMENTAL AND EXPERIMENTAL BOTANY, ELSEVIER, vol. 44, no. 3, 1 November 2000 (2000-11-01), pages 195 - 206, XP027289264, ISSN: 0098-8472, [retrieved on 20001101] *
PARRADO ET AL: "Production of a carob enzymatic extract: Potential use as a biofertilizer", BIORESOURCE TECHNOLOGY, ELSEVIER BV, GB, vol. 99, no. 7, 8 February 2008 (2008-02-08), pages 2312 - 2318, XP022472753, ISSN: 0960-8524, DOI: 10.1016/J.BIORTECH.2007.05.029 *
V. RAJAGOPAL: "Effect of abscisic acid with glutamate on the production of proline in barley leaves", PLANT BIOCHEMICAL JOURNAL, vol. 8, no. 2, 1981, pages 89 - 92 *
Y. H. KIM & J. JANICK: "Abscisic acid and proline improve desiccation tolerance and increase fatty acid content of celery somatic embryos", PLANT, CELL, TISSUE AND ORGAN CULTURE, vol. 24, no. 2, 1991, pages 83 - 89 *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113278661A (zh) * 2021-06-16 2021-08-20 通辽梅花生物科技有限公司 一种提高谷氨酸产量的发酵培养基和发酵方法
CN113278661B (zh) * 2021-06-16 2022-12-02 通辽梅花生物科技有限公司 一种提高谷氨酸产量的发酵培养基和发酵方法

Also Published As

Publication number Publication date
PL2618664T3 (pl) 2014-12-31
US20130303377A1 (en) 2013-11-14
DK2618664T3 (da) 2014-10-13
EP2618664A1 (en) 2013-07-31
WO2012038936A1 (en) 2012-03-29
ES2513595T3 (es) 2014-10-27
BR112013006599A2 (pt) 2016-06-21
EP2618664B1 (en) 2014-07-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019681A5 (nl) Gebruik van enkelvoudige aminozuren in lage concentraties voor het beinvloeden van de levensprocessen van gewassen.
BE1019682A5 (nl) Gebruik van een samenstelling voor het verhogen van de opbrengst van gewassen.
EP0831699B1 (en) Improving the yield of plants
JP5775539B2 (ja) 除草剤へのストレス耐性を改善するためのプロリンの使用
JP2021530426A (ja) 新規の農業的な組成物
MX2013002976A (es) Composiciones sinergicas que comprenden etefona y saflufenacilo o ciclanilida y saflufenacilo.
CN112825861A (zh) 一种复配农药除草剂
JP2022097560A (ja) 植物の灌水量の低減剤、及び植物の灌水量を低減する方法
JP2014503498A (ja) 植物成長増強混合物及び該混合物の適用方法
CN113811185A (zh) 用于改善植物健康效果的焦谷氨酸和脲酶抑制剂的组合
JP7237019B2 (ja) 植物の健康への効果を改善するためのピログルタミン酸とストロビルリン系殺菌剤との組み合わせ
US10058097B2 (en) Methods to increase corn productivity
RU2811689C1 (ru) Композиция для повышения роста, развития растений и качества продукции сельскохозяйственных культур
RU2779305C2 (ru) Пестицид и агрохимикат на основе ионов серебра и ионов меди в хелатной форме
JPH08104602A (ja) 植物の生体防御増強剤
Vercelli et al. Link to this full text: http://hdl. handle. net/2318/1636056
Ofosu-Anim et al. Effect of Biozyme TF on yield and quality of tomato (Lycopersicon esculentum)
CN111602664A (zh) 一种包含杀菌活性组合物的缓释性水稻苗床处理剂及其应用
JPH04202103A (ja) 有用植生保護育成用組成物
Praba et al. IMPROVING THE YIELD OF BRINJAL BY APPLICATION OF BIOREGULATOR AND CHEMICALS
Darshan CORRELATION ANALYSIS OF HORTICULTURAL TRAITS OF APRICOT AS INFLUENCED BY PHYTO BIO-STIMULANTS
MXPA97009960A (en) Improvement in plan production
HU197654B (en) Method for yield-increasing treating and/or natural rejuvenaling leafy species of tree particularly oak forests