BE1019429A3 - Voedingsapparaat voor een veldhakselaar. - Google Patents
Voedingsapparaat voor een veldhakselaar. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1019429A3 BE1019429A3 BE2010/0454A BE201000454A BE1019429A3 BE 1019429 A3 BE1019429 A3 BE 1019429A3 BE 2010/0454 A BE2010/0454 A BE 2010/0454A BE 201000454 A BE201000454 A BE 201000454A BE 1019429 A3 BE1019429 A3 BE 1019429A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- cable
- power supply
- supply device
- feed roller
- assemblies
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F29/00—Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
- A01F29/09—Details
- A01F29/10—Feeding devices
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Threshing Machine Elements (AREA)
Abstract
Een voedingsapparaat voor een hakselaar wordt getoond met de bovenste en onderste invoerrolsamenstellingen gemonteerd in een raam, waarbij de bovenste invoerrolsamenstelling (120) beweegbaar in het raam (18) gemonteerd is om de scheiding tussen de twee samenstellingen te variëren en door veren (55) in de richting van de onderste invoerrolsamenstelling gedrukt wordt om zo een drukkracht uit te oefenen op gewasmateriaal dat tussen de bovenste en onderste invoerrolsamenstellingen passeert. Het voedingsapparaat omvat verder een stop voor het beperken van neerwaartse beweging van de bovenste invoerrolsamenstelling om zo tot een minimum scheiding tussen de twee invoerrolsamenstellingen in te stellen. Volgens de uitvinding bevat de stop een kabel (90, 91, 92 en 93), bevestigd aan het ene einde aan de bovenste invoerrolsamenstelling en aan het andere uiteinde aan het raam.
Description
VOEDINGSAPPARAAT VOOR EEN VELDHAKSELAAR
Toepassingsgebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op hakselaars, en meer in het bijzonder op een voedingsapparaat gebruikt voor het toevoeren van gewasmateriaal naar een roterende snijkop.
Stand van de techniek
Een hakselaar is meestal uitgerust met een voorzetapparaat dat het gewas van het veld opneemt en het toelevert aan de inlaat van een voorste eenheid van de hakselaar. De voorste eenheid bestaat uit een voedingsapparaat en een hakseleenheid voor het hakselen van het gewas, waarbij de laatste gevormd wordt door een snijkop met messen en een stationair tegenmes.
Om een goede hakselkwaliteit te verwezenlijken, d.w.z. verhakseling van het gewasmateriaal tot een constante snijlengte, moet een effen mat van het gewasmateriaal met een constante snelheid naar de snijkop toegevoerd worden. Het gehakselde materiaal gaat vervolgens in een blaaseenheid met schoepen, die het opgooit in een lostuit voor opvang in een kar of container.
Gewoonlijk wordt de mat van het gewasmateriaal gevormd tussen vaste onderste invoerrollen en beweegbare bovenste invoerrollen, welke gemonteerd zijn voor verticale verplaatsing binnen de voorste eenheid. De bovenste invoerrollen worden neerwaarts gedwongen door een paar veren voor de compressie van het inkomende gewasmateriaal. Een stop moet voorzien worden om interferentie te voorkomen van de bovenste en onderste invoerrollen op ogenblikken dat er geen materiaal toegevoerd wordt aan de hakselaar en de bovenste rollen in hun laagste stand staan. Verder mogen de assen van de invoerrollen die passeren door openingen in de behuizing van de invoerrollen, geen contact maken met de randen van de openingen, wat onnodige slijtage van de componenten zou veroorzaken. Vandaar dat een ondersteunende boord onder deze assen niet gebruikt kan worden voor het beperken van het neerwaarts bereik van de invoerrollen.
Het is bekend aanslagen op het raam van de voeding te voorzien onder de lagerhuizen of de tandwielkasten van de bovenste invoerrollen om laatstgenoemde op voldoende afstand van de onderste invoerrollen tegen te houden. Deze aanslagen kunnen voorzien zijn van rubberen bumpers om de neerwaartse beweging van de invoerrollen dempend op te vangen. Als alternatief kunnen bumpers voorzien zijn op de lagerhuizen of tandwielkasten.
In dé praktijk dienen de vlakke oppervlakken van de aanslagen met regelmatige tussenpozen gereinigd te worden om de oorspronkelijke minimale afstand tussen de bovenste en onderste invoerrollen te behouden. Als dit niet gebeurt, belet de accumulatie van vrijbewegend gewasmateriaal en vuil op de aanslagen dat de bovenste invoerrollen terugkeren naar hun oorspronkelijke laagste stand. Onder deze omstandigheden zijn de invoerrollen niet langer in staat om een regelmatige stroom van gewasmateriaal aan de snijkop toe te leveren zodra het toevoerdebiet afneemt en de dikte van de mat tussen de invoerrollen dienovereenkomstig vermindert. Bijgevolg is de snijkop op een onregelmatige wijze belast en kan geen constante snijlengte gerealiseerd of behouden worden.
Alternatieve oplossingen voor dit probleem van de beperking van de neerwaartse beweging van de bovenste invoerrollen zijn beschreven in EP 1342403, waar een moer, aangebracht op een geleidingsstang doorheen een veer die de bovenste invoerrollen naar beneden drukt, gebruikt wordt als stop en in EP 1872649, die een telescopische veergeleider voorstelt met een stop die de beweging van de delen van de geleidingsbuis beperkt.
Doel van de uitvinding
De onderhavige uitvinding beoogt een goedkopere oplossing te bieden voor het probleem van het inperken van de bovenste invoerrollen in een voedingsapparaat van een hakselaar, welke oplossing toelaat positief de dichtste positie van de beweegbare invoerrollen bij de stationaire invoerrollen te bepalen door een stop die niet lijdt onder een ophoping van vuil of losbewegend gewasmateriaal.
Samenvatting van de uitvinding
Volgens de onderhavige uitvinding is er voorzien in een voedingsapparaat voor een hakselaar met bovenste en onderste invoerrolsamënstellingen gemonteerd in een raam, waarbij de bovenste invoer-rolsamenstelling beweegbaar gemonteerd is in het raam om de scheiding tussen de twee samenstellingen te variëren en naar de onderste invoerrol-samenstelling toe gedrukt wordt om zo een drukkracht uit te oefenen op gewasmateriaal dat passeert tussen de bovenste en onderste invoerrolsamen- stellingen, en waarbij het voedingsapparaat verder een stop omvat voor het beperken van neerwaartse beweging van de bovenste invoerrolsamenstelling om zo een minimum afscheiding tussen de twee invoerrolsamen-stellingen in te stellen, daardoor gekenmerkt dat de stop een kabel bevat, bevestigd aan het ene einde aan de bovenste invoerrolsamenstelling en aan het andere einde aan het raam.
De kabel is bij voorkeur een gewonden metalen kabel gevormd uit gewikkelde draadstrengen.
Op voordelige wijze heeft de kabel een vaste lengte, waarbij enige vereiste aanpassing van de minimale afstand tussen de twee invoerrolsamen-stellingen verwezenlijkt wordt door het variëren van de positie van de bevestigingspunten van de kabel op het raam en/of de bovenste invoerrolsamenstelling.
Om overmatige spanning op de kabel te voorkomen kunnen metalen ogen aangebracht worden op elk uiteinde van de kabel. De ogen mogen op hun plaats gehouden worden op een conventionele wijze, zoals door een lus van de kabel rond het oog te leggen en dan het vrije uiteinde van de kabel te krimpen.
Om zijdelings uitknikken van de kabel te voorkomen kunnen de ogen zo aangebracht zijn op de losse kabels dat ze in een zelfde vlak liggen.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de begeleidende tekeningen, waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht is van een gekende hakselaar, bevattende een voorste eenheid gemonteerd op een hoofdraam en een apparaat voor het verzamelen van gewas;
Figuur 2 een vergroot zijaanzicht is van de voorste eenheid met een bovenste en onderste invoerrolsamenstelling en een gedeelte van het hoofdraam;
Figuur 3 een voorste perspectiefzicht is vanaf één zijde van een bovenste invoerrolsamenstelling van een voedingsapparaat volgens de uitvinding;
Figuur 4 een perspectiefzicht is vanaf de andere zijde van de samenstelling afgebeeld in Figuur 3; en
Figuur 5 een zijaanzicht is van de samenstelling van Figuur 3.
Gedetailleerde beschrijving van de geprefereerde uitvoerinqsvorm(en)
Het is te begrijpen dat, doorheen deze beschrijving, termen als "voor", "achter", "voorwaarts", "achterwaarts", "omhoog", "omlaag", enz. woorden zijn die gekozen werden omwille van hun bruikbaarheid en niet opgevat mogen worden als beperkende termen.
Figuur 1 toont een hakselaar met een hoofdraam 1 waaraan grondrakende tractiewielen 2 en stuurwielen 3 gemonteerd zijn. De hakselaar wordt weergegeven uitgerust met een gewasverzamelapparaat, in de vorm van een voorzetapparaat voor rijgewas 10, geschikt voor het oogsten van maïs, maar dat kan vervangen worden door een conventioneel zwad-opraapapparaat of een een conventioneel maaibalkvoorzetapparat, afhankelijk van het soort gewas dat geoogst moet worden. Gewoonlijk bevat het voorzetapparaat 10 voor rijgewassen een voorzetraam 12, dat een veelheid van gewasrijeenheden 14 draagt, welke in staat zijn maïsstengels van het veld te oogsten en dezelfde naar achteren te brengen naar een vijzel 16, die op zijn beurt het gewasmateriaal toelevert aan de beet van een voedingsapparaat geïnstalleerd in een voorste eenheid van de hakselaar.
Zoals weergegeven in Figuur 2 bevat het voedingsapparaat een onderste invoerrolsamenstelling 17, gevormd door een voorste onderste invoerrol 26, en een gladde achterste onderste invoerrol 27, en een bovenste invoerrolsamenstelling 19, gevormd door een voorste bovenste invoerrol 20 en een achterste bovenste invoerrol 21. De onderste invoerrollen 26, 27 zijn roteerbaar gemonteerd in een onderste voedingsraam 24 gelast op een dwarsbalk 32 van een snijkopraam 34, en de bovenste invoerrollen 20, 21 zijn gemonteerd in het bovenste voedingsraam 18, Waar het voorzetapparaat voor rijgewas 10 aan beveiligd is.
De invoerrollen 20, 21, 26 en 27 roteren om het gewasmateriaal toe te voeden langs een gewastoevoerpad gedefinieerd tussen de onderste en bovenste invoerrolsamenstellingen 17, 19 naar een snijkop 36 toe, die een veelheid van messen 37 bevat, die een cilindervormige omtreksvorm óf profiel genereren wanneer de snijkop 36 rond zijn as 39 draait. De messen 37 werken samen met een vast tegenmes 38 om het gewasmateriaal op lengte te snijden en het te projecteren in de beet van een set tegendraaiende gewaskneuzer-rollen 44, die alle korrels kraken die mogelijks achterbleven in het gehakseld materiaal en het geheel toeleveren aan een blazerrotor 49 die geïnstalleerd is binnen een blazerbehuizing 48, bevestigd aan verticale balken 51 van het hoofdraam 1. De blazerrotor 49 bevat uit een veelheid van schoepen 50, die het materiaal naar boven gooien door de blazeruitlaat in een lostuit 52 (Figuur 1), die verplaatst kan worden door een gebruiker om het gesneden gewasmateriaal naar vereiste te richten, gewoonlijk in een transportwagen die naast of achter de hakselaar beweegt.
De as 39 van de snijkop is draaibaar gemonteerd op een paar snijkopsteunen 40 met een algemeen driehoekige vorm, bevestigd aan de verticale raambalken 51. De snijkopsamenstelling, bevattende het snijkopraam 34, het onderste voedingsraam 24 en het bovenste voedingsraam 18, is gemonteerd voor kantelbeweging rond de zelfde as 39. De positie van deze samenstelling ten opzichte van het hoofdraam 1 wordt geregeld door een paar hydraulische cilinders 41, die met behulop van van pennen 42 gemonteerd zijn tussen de dwarsbalk 32 van het snijkopraam 34 en het hoofdraam 1.
Het bovenste voedingsraam 18 bevat linker- en rechterzijplaten 53, elk met twee wezenlijk verticale openingen 54 waardoor zich de assen van de bovenste invoerrollen 20, 21 uitstrekken . De uiteinden van deze assen worden opgenomen in lagerhuizen 58, die beweegbaar aan het bovenste voedingsraam 18 gekoppeld zijn door linkse en rechtse stellen van krukarmen 56 en lastarmen 57. De krukarmen 56 zijn gemonteerd voor draaiende beweging naar een voorste gedeelte 60 van het bovenste voedingsraam 18, dat aansluit op de uitgang, van het voorzetapparaat voor rijgewassen 10. Het achterste uiteinde van iedere arm 56 is draaibaar gekoppeld aan de lastarm 57, waarvan de onderkant draaibaar gemonteerd is aan het lagerhuis 58.
Elke lastarm 57 bevat een voorwaarts uitstrekkend been 62 waaraan het boveneind van een spiraalveer 55 gemonteerd is, waarvan het ondereind draaibaar gemonteerd is aan de zijkanten van het voorste gedeelte 60 van het bovenste invoerrolraam 18. De veren 55 dwingen de lastarmen 57, de lagerhuizen 58 en de bovenste invoerrollen 20, 21 neerwaarts naar het gewastoevoerpad en naar achteren naar de snijkop 36.
Een eerste bewegingsdemper 64 is geïnstalleerd tussen het voorste gedeelte van het lagerhuis 58, in de buurt van de voorste bovenste invoerrol 20, en het voorwaarts uitstrekkend been 62 van de lastarm 57. Een andere demper 65 is gemonteerd tussen het achterste gedeelte van het lagerhuis 58, in de nabijheid van het achterste bovenste invoerrol 21, en een steun gelast op de bovenkant van het bovenste voedingsraam 18. Beide dempers 64, 65 kunnen hydraulische schokdempers zijn die onderscheiden dempingskarakteristieken hebben bij verlenging en inkorting.
Het ondereind van het voorste gedeelte 60 bevat een paar gevorkte uitsteeksels 66, die passen over een dwarse cilindrische balk 67 van het onderste voedingsraam 24. De gevorkte uitsteeksels 66 zijn draaibaar bevestigd aan de balk 67 door middel van pennen 69. De bovenkant van het bovenste voedingsraam 18 wordt tegen het snijkopraam 34 gehouden door een paar oogbouten 70, bevestigd aan de zijkanten van dit laatste raam 34.
De hakselaar getoond in de Figuren 1 en 2 is bekend uit EP 0872171 en diens beschrijving is hierin opgenomen om een beter inzicht in de achtergrond van de onderhavige uitvinding te bieden. Voor de onderhavige uitvinding volstaat het inzicht dat het voedingsapparaat een bovenste invoerrolsamen-stelling met rollen 20 en 21 heeft, die gesteund is op een raam 18 en naar beneden gedwongen wordt door veren in de richting van de onderste invoerrollen 26 en 27.
Enige vorm van stop is nodig om de neerwaartse beweging van de bovenste invoerrolsamenstelling te beperken wanneer er geen gewas door het voedingsapparaat passeert. EP 0872171 stelt voor de spanning in een continue riem die de bovenste invoerrollen aandrijft, te gebruiken om de beweging te beperken. Een alternatief voorstel was het gebruik van een moer op een geleidingsstang die door de veer 55 gaat, maar dit was storend voor de bestuurder omdat de stangen op en neer bewogen wanneer gewas door het voedingsapparaat passeert. Nog ander voorstel was het gebruik van telescopisch inschuifbare geleidingsstangen binnen de veren 55 en het voorzien van stops om de maximale verlenging van de geleidingsstangen te beperken. Het laatste voorstel bleek te kostelijk.
In de Figuren 3, 4 en 5 wordt een voeding getoond volgens de onderhavige uitvinding waarin aan onderdelen met dezelfde functie zoals reeds beschreven met verwijzing naar Figuur 1 en 2, dezelfde referentiecijfers toegewezen zijn; deze zullen niet nader beschreven worden.
De bovenste invoerrolsamenstelling, die met 120 aangeduid is in Figuren 3 en 4, heeft twee invoerrollen waarvan alleen de voorste invoerrol 20 zichtbaar is in Figuren 3 en 4, en een paar lagerhuizen 158. De invoerrolsamenstelling 120 is zoals voorheen gemonteerd op een raam 18. De lagerhuizen 158 van de bovenste invoerrollen 20, 21 worden aan hun vooreind naar beneden gedwongen door veren 55 en aan hun achtereind door bijkomende schroefveren 75. Volgens onderhavige uitvinding bevatten de stops die gebruikt worden om de neerwaartse beweging van de bovenste invoerrolsamenstelling 120 te beperken, vier kabels 90, 91, 92 en 93. De kabels 90 en 92 zijn verbonden met het vooreind van het invoerrolsamenstelling 120 en hebben dezelfde lengte, de ene als de andere. In de onderhavige uitvoeringsvorm zijn ze naast de voorste veren 55 gemonteerd en verbinden ze de vooreinden van de lagerhuizen 158 met drukplaten 95, die zich uitstrekken van de zijkanten van het bovenste voedingsraam 18. De kabels 91 en 93 anderzijds, die op het achtereind van de invoerrolsamenstelling aangesloten zijn, hebben ook dezelfde lengte, de ene als de andere, maar zijn korter dan de kabels 90 en 92. In de onderhavige uitvoeringsvorm zijn de kabels 91 en 93 gelegen naast de achterste veren 75 en verbinden ze het achtereind van de lagerhuizen 158 met verdere drukplaten 97, die zich uitstrekken van de bovenste achterzijde van de bovenste voedingsraam 18. Dezelfde voorste en achterste drukplaten 95, 97 houden ook de bovenkant van de voorste en achterste veren 55, 75, respectievelijk.
Elk van de kabels is gevormd uit gewonden metalen draden, bij voorkeur van roestvrij staal. De kabels hebben allemaal een vaste lengte en zijn voorzien van metalen ogen. Zoals het best te zien is in Figuur 4, zijn de ogen traanvormig en zijn ze op de kabel gehouden door het einde van de kabel te krimpen nadat dit rond het oog gelegd is.
Vier kabels zijn nodig om ervoor te zorgen dat de bovenste invoerrollen op de juiste hoogte rusten aan beide zijden van het raam 18 en dat de juiste afstand tot stand komt tussen zowel de voorste invoerrollen en de achterste invoerrollen.
Om de minimale afstand tussen de invoerrolsamenstellingen aan te passen, kunnen de uiteinden van de kabels aangebracht zijn over haken of vastgezet zijn aan andere houders, bijvoorbeeld door schroeven 101, 103, die zelf verstelbaar gemonteerd zijn op het raam 18 van de bovenste invoerrolsamenstelling.
Als er geen gewasmateriaal in de hakselaar toegevoerd wordt, is de positie van de beweegbare invoerrollen 20, 21 bepaald door de lengte van de gespannen kabels 90 tot 93. Wanneer gewasmateriaal toegevoerd wordt door het voorzetapparaat 10, zal het tot een effen mat samengedrukt worden onder werking van de veren 55, 75 en de invoerrollen 20, 21. Deze laatste kunnen omhoog komen wanneer de hoogte van de gewasmat toeneemt, terwijl de spanning in de kabels verslapt. Als de ogen in hetzelfde vlak geschikt zijn, evenwijdig aan de zijwanden van het bovenste voedingsraam 18, zullen de verslapte kabels niet uit dit vlak knikken en dus interferentie voorkomen met de componenten van de aandrijflijnen.
De verticale beweging van de invoerrollen 20, 21 wordt niet op enigerlei wijze belemmerd door de mogelijke verontreiniging van de ophangstructuur door losbewegend gewasmateriaal. Ophoping van vuil daarop heeft geen invloed op het strekken of verslappen van de kabels 90 tot 93. Bovendien is de ruimte onder de behuizing 158 vrij van stootpunten of andere oppervlakken waarop gewasmateriaal anders kon ophopen en het de vrij verticaal bereik van de rollen beperken.
Het gebruik van kabels om de minimale afstand tussen de invoerrolsamenstellingen in te stellen kan ook toegepast worden in voedingseenheden die uitgerust zijn met andere types transportmiddelen ter vervanging van de invoerrollen.
Claims (8)
1. Een voedingsapparaat voor een hakselaar met bovenste en onderste invoerrolsamenstellingen gemonteerd in een raam, waarbij de bovenste invoerrolsamenstelling (120) beweegbaar gemonteerd is in het raam (18) om de scheiding tussen de twee samenstellingen te variëren en naar de onderste invoerrolsamenstelling toe gedrukt wordt om zo een drukkracht uit te oefenen op gewasmateriaal dat passeert tussen de bovenste en onderste invoerrolsamenstellingen; en het voedingsapparaat verder een stop omvat voor het beperken van neerwaartse beweging van de bovenste invoerrolsamenstelling om zo een minimum scheiding tussen de twee invoerrolrolsamenstellingen in te stellen, daardoor gekenmerkt dat de stop een kabel (90, 91, 92, 93) bevat, bevestigd met het ene uiteinde aan de bovenste invoerrolsamenstelling en met het andere uiteinde aan het raam.
2. Een voedingsapparaat volgens conclusie 1, waarbij de kabel een gewonden metalen kabel is, gevormd uit gewikkelde draadstrengen.
3. Een voedingsapparaat volgens conclusie 2, waarbij dé draden van roestvrij staal zijn.
4. Een voedingsapparaat volgens enige voorgaande conclusie, waarin de kabel een vaste lengte heeft en aanpassing van de minimale afstand tussen de twee invoerrolsamenstellingen verwezenlijkt wordt door het variëren van de positie van het bevestigingspunt van de kabel op het raam en/of de bovenste invoerrolsamenstelling.
5. Een voedingsapparaat volgens enige voorgaande conclusie, waarin metalen ogen worden aangebracht zijn op elk uiteinde van de kabel.
6. Een voedingsapparaat volgens conclusie 5, waarin de ogen op hun plaats gehouden worden door een lus van de kabel rond het oog the leggen en dan het vrije uiteinde van de kabel te krimpen.
7. Een voedingsapparaat volgens conclusie 5 of 6, waarin de metalen ogen aangebracht worden op de uiteinden van een losse kabel op een zodanige wijze dat zij in een zelfde vlak liggen.
8. Een voedingsapparaat volgens enige voorgaande conclusie waarin twee kabels (90, 92, 91, 93) voorzien zijn aan elke kant van de bovenste invoerrolsamenstelling.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2010/0454A BE1019429A3 (nl) | 2010-07-22 | 2010-07-22 | Voedingsapparaat voor een veldhakselaar. |
EP20110175023 EP2409563B1 (en) | 2010-07-22 | 2011-07-22 | In-feed apparatus for a forage harvester |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2010/0454A BE1019429A3 (nl) | 2010-07-22 | 2010-07-22 | Voedingsapparaat voor een veldhakselaar. |
BE201000454 | 2010-07-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1019429A3 true BE1019429A3 (nl) | 2012-07-03 |
Family
ID=43836861
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2010/0454A BE1019429A3 (nl) | 2010-07-22 | 2010-07-22 | Voedingsapparaat voor een veldhakselaar. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2409563B1 (nl) |
BE (1) | BE1019429A3 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1021155B1 (nl) | 2013-07-03 | 2016-01-08 | Cnh Industrial Belgium Nv | Oogstmachine voor gebruik in de landbouw |
DE102017111172A1 (de) | 2017-05-22 | 2018-11-22 | Claas Saulgau Gmbh | Einzugswerk |
CN109168671B (zh) * | 2018-10-02 | 2022-07-08 | 临沂博锐动力机械有限公司 | 一种农业用碎草机 |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3985306A (en) * | 1975-08-15 | 1976-10-12 | Sperry Rand Corporation | Facilitating easy access to a shearbar on a forage harvester |
US4821494A (en) * | 1985-12-05 | 1989-04-18 | Hay & Forage Industries | Crop harvester having conditioning zone provided with enlarged end regions |
EP0872171A1 (en) * | 1997-03-27 | 1998-10-21 | New Holland Belgium N.V. | Feeder means for a forage harvester |
EP1342403A1 (de) * | 2002-03-09 | 2003-09-10 | CNH Belgium N.V. | Federsystem für die oberen Einzugswalzen in Häckslern |
EP1872649A1 (en) * | 2006-06-29 | 2008-01-02 | CNH Belgium N.V. | Spring system for a feeder roller of a harvester |
-
2010
- 2010-07-22 BE BE2010/0454A patent/BE1019429A3/nl not_active IP Right Cessation
-
2011
- 2011-07-22 EP EP20110175023 patent/EP2409563B1/en active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3985306A (en) * | 1975-08-15 | 1976-10-12 | Sperry Rand Corporation | Facilitating easy access to a shearbar on a forage harvester |
US4821494A (en) * | 1985-12-05 | 1989-04-18 | Hay & Forage Industries | Crop harvester having conditioning zone provided with enlarged end regions |
EP0872171A1 (en) * | 1997-03-27 | 1998-10-21 | New Holland Belgium N.V. | Feeder means for a forage harvester |
EP1342403A1 (de) * | 2002-03-09 | 2003-09-10 | CNH Belgium N.V. | Federsystem für die oberen Einzugswalzen in Häckslern |
EP1872649A1 (en) * | 2006-06-29 | 2008-01-02 | CNH Belgium N.V. | Spring system for a feeder roller of a harvester |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2409563B1 (en) | 2013-03-20 |
EP2409563A1 (en) | 2012-01-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1023925B1 (nl) | Toevoertoestel voor maaidorser | |
EP3308624B1 (en) | Combine feeder house gauge wheels | |
US8656832B2 (en) | Round baler having lateral guides for the compression belt | |
BE1020180A3 (nl) | Maaidorser met messenrol. | |
CA2774547C (en) | Combine header with crop compression rollers | |
JP3202400U (ja) | 圧縮梱包機及び圧縮梱包する方法 | |
US9764327B2 (en) | Conveying arrangement with knives which can be pivoted vertically and shifted laterally | |
BE1020227A3 (nl) | Opraapeenheid met beweegbaar windscherm. | |
BE1019429A3 (nl) | Voedingsapparaat voor een veldhakselaar. | |
EP0872171B1 (en) | Feeder means for a forage harvester | |
US2829481A (en) | Forage harvester | |
US8646250B2 (en) | Combination driven and idler snap rolls for corn header | |
JP6525830B2 (ja) | 脱穀装置 | |
US20120042623A1 (en) | Dual Idler Rolls for Corn Header | |
US20120055133A1 (en) | Offset Snap Rolls for Corn Header | |
EP0797914B1 (en) | Feeder means for a forage harvester | |
CA2808800C (en) | Combination driven and idler snap rolls for corn header | |
CN108076792A (zh) | 玉米收割机 | |
RU2267903C2 (ru) | Агрегат для измельчения растительной поросли и механизм стыковки с адаптерами | |
JP3431974B2 (ja) | 普通形コンバインの刈刃装置 | |
EP0941652B1 (en) | Removable front unit for a forage harvester | |
BE1022891B1 (nl) | Systeem voor het klemmen van de dorskorf van een oogstmachine | |
US20120055132A1 (en) | Smooth Idler Roll for Corn Header | |
GB2142222A (en) | Comminution apparatus |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200731 |