BE1019408A5 - Gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine d3 glycoside bij melkgevende dieren. - Google Patents

Gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine d3 glycoside bij melkgevende dieren. Download PDF

Info

Publication number
BE1019408A5
BE1019408A5 BE2010/0340A BE201000340A BE1019408A5 BE 1019408 A5 BE1019408 A5 BE 1019408A5 BE 2010/0340 A BE2010/0340 A BE 2010/0340A BE 201000340 A BE201000340 A BE 201000340A BE 1019408 A5 BE1019408 A5 BE 1019408A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
composition
dihydroxyvitamin
glycoside
leaves
stomach
Prior art date
Application number
BE2010/0340A
Other languages
English (en)
Inventor
Maurice Verschaeve
Original Assignee
Emma Nutrition
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Emma Nutrition filed Critical Emma Nutrition
Application granted granted Critical
Publication of BE1019408A5 publication Critical patent/BE1019408A5/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/70Carbohydrates; Sugars; Derivatives thereof
    • A61K31/7028Compounds having saccharide radicals attached to non-saccharide compounds by glycosidic linkages
    • A61K31/7032Compounds having saccharide radicals attached to non-saccharide compounds by glycosidic linkages attached to a polyol, i.e. compounds having two or more free or esterified hydroxy groups, including the hydroxy group involved in the glycosidic linkage, e.g. monoglucosyldiacylglycerides, lactobionic acid, gangliosides
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K33/00Medicinal preparations containing inorganic active ingredients
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K36/00Medicinal preparations of undetermined constitution containing material from algae, lichens, fungi or plants, or derivatives thereof, e.g. traditional herbal medicines
    • A61K36/18Magnoliophyta (angiosperms)
    • A61K36/185Magnoliopsida (dicotyledons)
    • A61K36/81Solanaceae (Potato family), e.g. tobacco, nightshade, tomato, belladonna, capsicum or jimsonweed
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K45/00Medicinal preparations containing active ingredients not provided for in groups A61K31/00 - A61K41/00
    • A61K45/06Mixtures of active ingredients without chemical characterisation, e.g. antiphlogistics and cardiaca
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/0012Galenical forms characterised by the site of application
    • A61K9/0053Mouth and digestive tract, i.e. intraoral and peroral administration
    • A61K9/0068Rumen, e.g. rumen bolus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P3/00Drugs for disorders of the metabolism
    • A61P3/02Nutrients, e.g. vitamins, minerals

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Natural Medicines & Medicinal Plants (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Diabetes (AREA)
  • Physiology (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Obesity (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Alternative & Traditional Medicine (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op het gebruik van bladeren bevattende 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside voor het bereiden van een samenstelling voor éénmalige perorale toediening met een soortelijk gewicht van tenminste 1,25 kg/l die een vertraagde vrijgave van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bewerkstelligt, ter voorkoming van een symptoom gekozen uit een verminderde eetlust, verlamming van beide bij een dier na baring.

Description

Gebruik van 1.25-dihvdroxvvitamine D3 glvcoside bii melkgevende dieren.
Hypocalcémie is een stofwisselingsziekte die vooral voorkomt bij melkproducerende dieren zoals koeien, melkkoeien, schapen, geiten, maar ook bij paarden. De ziekte komt voornamelijk voor bij oudere hoog productieve melkkoeien, die reeds meerdere malen gekalfd hebben. Alhoewel hypocalcémie zich hoofdzakelijk voordoet als subklinische hypocalcémie in de vroege postpartum fase en in de lactatieperiode enkele weken na het kalven, kan de periode waarin zij zich manifesteert variëren van een aantal weken vóór tot een aantal weken na het kalven. De lactatiecyclus van een melkkoe vangt onmiddellijk na het kalven aan en strekt zich over ongeveer 10 maanden van het jaar uit.
Eerste symptomen van hypocalcémie zijn een verlies van mentale alertheid en verlaagde eetlust. Veranderingen kunnen optreden binnen relatief korte tijdspanne van enkele minuten, tot een langere tijdspanne van enkele uren. Snelle behandeling van het dier is aangeraden om de respons te verbeteren. Ernstige gevallen van hypocalcémie zijn bekend als oorzaak van kalvingsparese of melkkoorts die kan gaan tot paralyse, voornamelijk aan de achterkant van het dier, en kan zelfs leiden tot het sterven van het dier.
Het optreden van hypocalcémie wordt toegeschreven aan een te laag calciumgehalte in het bloed, wat zich vooral rondom de periode van het kalven voordoet. In die periode is de hoeveelheid Ca nodig voor biestproductie veel groter dan de in het bloed beschikbare hoeveelheid, verkregen door opname via de darmen en mobilisatie vanuit de botten. Gedurende de droogstand, d.i. een periode van ongeveer twee maanden voorafgaand aan het kalven waarin het dier niet gemolken wordt, is de lactatie minimaal en is de Ca-behoefte duidelijk lager. De koe is dan in staat voldoende calcium op te nemen uit de darm. Gedurende deze droge periode blijft de behoefte aan calcium voor het onderhoud van het metabolisme en de groei van de foetus vrij beperkt (< 30 g), terwijl de hoeveelheid calcium in normale voeding aanzienlijk hoger ligt. Als een gevolg hiervan, reageert het lichaam van het dier door de gastrointestinale absorptie van calcium te verminderen. De excretie van hormonen verantwoordelijk voor een actief calcium transport vanuit het darmkanaal en voor mobilisatie vanuit de beenderen naar het bloed (parathyroïd hormoon, 1,25-Dihydroxy-Vitamine D) gebeurt daardoor eveneens in een minimale mate gedurende deze periode. Rond het kalven wordt lactatie geïnduceerd en neemt de calciumbehoefte aanzienlijk toe.. Melkproductie kent dan een piek 4 tot 6 weken na het kalven. Grote hoeveelheden calcium worden uit het bloed naar de melkklier gevoerd, waardoor de hoeveelheid calcium in het bloed sterk afneemt. Indien de concentratie onder 1.8 mMol/l komt, kunnen sommige koeien symptomen van hypocalcémie vertonen. Het begin van de lactatie stelt het evenwicht in de Ca-huishouding behoorlijk op de proef en ondanks hormonale regulering, die de activering van vitamine D afhankelijke mechanismen tot gevolg, heeft, treedt bij elke koe in bepaalde mate een tekort aan Ca (hypocalcémie) op. Hypocalcémie treedt meestal binnen de 72 uur na kalving op. De meeste koeien bezitten een natuurlijk afweermechanisme, dat hen in staat stelt om onafhankelijk van de calcium opname via de voeding, voldoende calcium toevoer te voorzien door opname uit de darm en resorptie uit het skelet. Echter bij 5-20 % van de koeien wordt herstel van het Ca- evenwicht niet bereikt door tussenkomst van het parathyreoid hormoon en zij krijgen melkziekte of hypocalcémie.
Bij koeien die aan hypocalcémie leiden, kunnen algemeen drie ziektestadia worden herkend
Ziektestadium 1: Geen typische symptomen Geobserveerde tekenen die echter pas opvallen bij observeren gedurende ongeveer 1 uur: gebrek aan eetlust, prikkelbaarheid, onrustigheid, zwakte, gewichtsverschuiving en het verschuiven van de achterste poten, de koe vertoont een slechte coördinatie van de bewegingen, trillen van de spieren, en beven, afkoelen van de grote spiergroepen van het dier, voornamelijk een koude achterhand (of achterkant) van het dier.
Ziektestadium 2: duurt 1 tot 12 uur. De koeien kunnen niet rechtstaan, maar liggen neer met de poten onder het lichaam, kop zijdelings gedraaid naar romp. De getroffen dieren ogen sloom en lusteloos. Het spijsverteringsstelsel is inactief, de hartslag verhoogt naar waarden boven de 100 slagen per minuut (bpm) en de lichaamstemperatuur verlaagt.
Ziektestadium 3: Een verder verlies van bewustzijn (finaal: coma) wordt geobserveerd. Een verdere verhoging van de hartslag tot waarden die 120 bpm kunnen bereiken en een verdere verlaging van de lichaamstemperatuur. Onbehandelde koeien kunnen sterven binnen de 12u na de start van de eerste klinische symptomen.
Diverse methoden werden ontwikkeld voor het behandelen van hypocalcémie. Voorbeelden zijn o.a. intraveneuze (IV) toediening van calcium, dat op korte termijn herstel geeft; IV toedienen van een Ca/Mg infuus de dag na het kalven; het injecteren van een synthetische vitamine D bereiding om Ca-opname in de darm te stimuleren, wat ondanks zijn goede resultaten toch door vele landen verboden wordt; het via de muil toedienen van vitamine D2 of de toediening via een injectie in de spieren van vitamine D3 of dihydrotachysterol. Nadeel is dat deze stoffen nog gemetaboliseerd moeten worden en dat ze niet stabiel zijn in organisch milieu. Ook is het zo dat slechts een klein gedeelte van de toegediende stoffen wordt omgezet in het actieve metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine D3, waardoor zeer grote hoeveelheden moeten worden toegediend alvorens een therapeutische concentratie van het actieve metaboliet wordt opgebouwd. Een andere methode richt zich op het sturen van de anion-kation balans van het rantsoen in de laatste weken voor het kalven. Hoog anionische rantsoenen die voornamelijk chloride en zwavel bevatten, lijken in staat te zijn het percentage melkziekte te verminderen, doordat zij de pH van het bloed verlagen en aldus de opnamen van Ca uit de botten en voeder verhogen.
EP1162890 beschrijft een werkwijze voor het voorkomen van hypocalcémie bij een melkgevend dier, waarbij gedurende tenminste een gedeelte van de droge periode voer wordt toegediend dat een effectieve hoeveelheid bevat van een verbinding, die absorptie van calcium uit drinkwater en/of uit het rantsoen van het dier vermindert door het binden van het vrije calcium dat zich in het maagdarmkanaal bevindt. Doordat het vrije calcium niet door het dier geabsorbeerd kan worden, wordt het natuurlijke calciumregulerende afweermechanisme gestimuleerd. Voorbeelden van geschikte calcium bindende verbindingen zijn oxaalzuur, natrium oxalaat, fytinezuur, een fytaat, minerale klei, zeolieten, en andere. Deze methode vergt echter een strikte organisatie en goede voeding van de droogstaande koeien.
Gerloff, et al., "Dry Cow Feeding and Metabolie Problems", 46th Minnesota Nutritional Conference and Monsanto Technical Symposium, September 16-18, 1985 suggereren om overmatige inname van calcium en fosfor te vermijden in de periode voorafgaand aan het kalven, ter voorkoming van melkkoorts. Jorgensen, N. A., "Combatting Milk Fever , Journal of Dairy Science, Vol. 57, No. 8, 1973, pp. 933-944 geeft een overzicht van bekende methoden voor het behandelen van melkkoorts. Als voorbeelden worden genoemd prepartale diëten met een laag calciumgehalte, die de calcium/fosfor verhouding reguleren, het toedienen van zure voeding, het prepartum toedienen van minerale zuren of ammonium chloride, dagelijkse toediening van 90 tot 100 g. calciumchloride gedurende een korte periode, het prepartum toedienen van grote doses vitamine D of 25-hydroxycholecalciferol. Howard, Ed., "Current Veterinary Therapy I: Food Animal Practice", W. B. Saunders Co., Philadelphia, 1981, pp. 340-343 beschrijft het antepartum toedienen van vitamine D2 en een vitamine D3 metaboliet antepartum ter vermindering van het voorkomen of optreden van melkkoorts. Ook het oraal toedienen van 90 tot 100 g calciumchloride gedurende twee of drie dagen antepartum wordt beschreven.
Uit US-A-4.931.290 is het bekend om het risico op melkkoorts na het kalven te verlagen door het dier na het kalven, iedere 8-16 uur, een orale dosis toe te dienen van een effectieve hoeveelheid van (1) een in water oplosbaar calcium zout, (2) een effectieve hoeveelheid van een complexeermiddel voor het complexeren van fosfor tot een niet in water oplosbaar fosfor complex, en (3) ongeveer 17 mg magnesium of een equivalent metaal. Toediening van Ca en binding van fosfor in een onoplosbaar complex hebben het effect dat de serum calcium concentraties op een niveau gehouden worden dat ernstige melkkoorts voorkomt. De dosering kan eveneens vitamine D3 bevatten. De dosis wordt toegediend in de vorm van een poeder, tablet, capsule of bolus. Voorgesteld wordt om de eerste drie doseringen toe te dienen in de eerste 30 uur na het kalven, zoals onmiddellijk na het kalven en na 12 en 24 uur, en typisch gevolgd door additionele doseringen 36, 48, en 72 uur na het kalven. De herhaalde toediening na het kalven benadeelt echter het comfort en welzijn van het dier en vereist een intensieve controle door de veeteler. Een bijkomend nadeel is dat het vitamine D3 onvoldoende gemetaboliseerd wordt.
US 2006/270640 beschrijft de transvaginale toediening van 1[alpha]-hydroxyvitamine D3 of 1,25-dihydroxyvitamine D3 voor het behandelen van hypocalcémie, in het bijzonder voor het behandelen van aandoeningen als intrapartum astasia, wat een belangrijke doodsoorzaak voor koeien vormt. Daar waar vitamine D, A, en E eerder vetoplosbaar zijn, kan alleen een bijzonder vitamine D derivaat in voldoende mate uit de vagina geabsorbeerd worden om melkkoorts te voorkomen. Echter, deze methode is oncomfortabel voor het dier.
In “Using Solanum glaucophyllum as a source of 1,25-dihydroxyvitamine D to prevent hypocalcemia in dairy cows", Horst et al., Acta vet; scand. Suppl. 98-2003, wordt hypocalcémie bestreden met gelatine bolussen bevattende bladeren van Solanum glaucophyllum (Sg). De gelatine bolussen werden toegediend aan koeien die reeds een dieet kregen waarin een lagere kation-anion balans voorkwam. Bolussen gemaakt uit gelatine hebben de eigenschap dat ze relatief snel oplossen in de maag, en hun actieve ingrediënten doorgaans vrijgeven binnen een periode van 12 uur. Solanum glaucuphyllum (Sg) is een plant die hoge hoeveelheden aan 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bevat. In deze publicatie worden verschillende experimenten met deze gelatinebolussen beschreven. De uiteindelijke conclusie is dat de beste resultaten werden verkregen door middel van een gefaseerde toediening van de Solanum glaucophyllum bladeren. Hierbij werd 5 dagen prepartum tot 7 dagen postpartum dagelijks een bolus toegediend bevattende 2 g Sg, vanaf dag 8 tot dag 14 werd dagelijks een bolus bevattende 1g Sg toegediend, en van dag 15-21 bevatte de dagelijkse bolus nog 0.5 g. Hoewel met deze methode goede resultaten werden verkregen, is de methode onaangenaam voor het dier gezien dit dagelijks een bolus toegediend kreeg, en voor de verzorger van de dieren, gezien de dagelijkse toediening van de bolussen een arbeidsintensieve bezigheid is, en daarenboven de dag van prepartum moeilijk juist te voorspellen is.
Alhoewel diverse middelen en methoden ontwikkeld werden voor het voorkomen en het behandelen van hypocalcémie, is er nog steeds een behoefte aan een middel dat in staat is op efficiënte wijze hypocalcémie te verhelpen, zowel in de vroege fase waar hypocalcémie zich manifesteert als verminderde eetlust, als in de latere fase waar zich verlammingsverschijnselen kunnen voordoen. Bovendien is er nood om een zo groot mogelijk comfort aan het dier en aan de verzorger te verschaffen.
Het doel van deze uitvinding bestaat er daarom in bij een melk producerend dier een symptoom te voorkomen gekozen uit verminderde eetlust, verlamming of een combinatie van beide, in de periode na het kalven of baren van jonge dieren, op een wijze die een optimaal comfort aan het dier en aan de verzorger verschaft. Het voorkomen of vermijden van deze effecten is van groot belang voor melkveehouders zowel qua werk- als emotionele belasting, alsook op commercieel gebied, aangezien zij de melkproductie door de dieren sterk beïnvloeden.
Dit wordt volgens deze uitvinding bereikt door gebruik van bladeren afkomstig van planten bevattende 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside voor het bereiden van een samenstelling voor éénmalige perorale toediening in de vorm van een tablet of een bolus ter voorkoming van een symptoom gekozen uit een verminderde eetlust, verlamming of een combinatie van beide bij een dier na kalving, waarbij genoemde samenstelling bevat: - een stof of materiaal dat in de maag langzaam wordt ontbonden of fysisch erodeert, in welke stof of materiaal de bladeren zijn ingekapseld, waardoor een vertraagde vrijgave van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside wordt bewerkstelligd, waarbij de stof of het materiaal gekozen is uit de groep - één of meer metalen of metaalverbindingen zodanig dat de samenstelling een soortelijk gewicht verkrijgt waardoor ze na opname in de maag, naar de bodem van de maag zakt, en daar aanwezig blijft.
Bij voorkeur zijn de bladeren afkomstig van Solanum glaucophyllum. De uitvinder heeft namelijk vastgesteld dat 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside ook bij orale toediening, vrijwel onmiddellijk in het bloed wordt opgenomen. Glycoside wordt metabolisch afgesplitst in het maag-darmstelsel waarna het 1,25-dihydroxyvitamine D3 biologisch beschikbaar is bij het dier om voor een verhoogde intestinale calciumopname door het bloed te zorgen. Het biologisch effect van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside treedt korte tijd na inname op en zorgt ervoor dat het natuurlijk afweermechanisme van het dier kort na inname gestimuleerd wordt. 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside wordt gemetaboliseerd door afsplitsing van het glycoside en gaat direct naar de darm waar het door het bloed kan worden opgenomen, in tegenstelling tot vitamine D3 als dusdanig. Door de samenstelling toe te dienen voorafgaand aan lactatie, op een tijdstip waar het dier nog een goede eetlust heeft en het Ca-tekort zich nog niet stelt, heeft het dier de mogelijkheid een goede weerstand op te bouwen, zodat het risico op het optreden een verlaagde eetlust en verlammingsverschijnselen geassocieerd met hypocalcémie na de kalving geminimaliseerd kan worden in een vroeg stadium. De vertraagde vrijgave van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside verzekert dat de optimale gastro-intestinale Ca-opname over een langere periode gespreid wordt. Dit is van belang aangezien het verlies van eetlust en verlammingsverschijnselen zich ook in een iets later stadium kunnen voordoen, d.w.z. enkele dagen tot enkele weken na het kalven. De samenstelling van deze uitvinding kan op iedere gewenste wijze peroraal toegediend worden, maar wordt bij voorkeur met een schietmechanisme via de muil toegediend om veilig te stellen dat ze direct in de maag belandt.
De samenstelling van deze uitvinding heeft bij voorkeur een soortelijk gewicht van tenminste ongeveer 1,25 kg/l waardoor ze na opname in de maag, naar de bodem van de maag zakt, in het bijzonder naar de bodem van de netmaag of pens, en daar aanwezig blijft, bij minimaal risico op vermenging met het voer dat herkauwd wordt. Aldus wordt optimale afgifte van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside aan de darm gegarandeerd. Bij voorkeur echter heeft de samenstelling een soortelijk gewicht dat ten minste 1,5 kg/l bedraagt, met meer voorkeur tenminste 1,75 kg/l. Een dergelijk hoog soortelijk gewicht kan bijvoorbeeld verkregen worden door het toevoegen van één of meer metalen of metaalverbindingen aan de samenstelling. Voorbeelden van geschikte metalen zijn ijzer, ijzeroxiden of andere ijzer verbindingen. Deze vertonen minimaal risico op intoxicatie. Ook andere metalen of metaalverbindingen kunnen gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld zinkpoeder, koperpoeder maar hun concentratie dient zodanig gekozen te worden dat intoxicatie voorkomen wordt. Bij voorkeur wordt ongeveer 20-60 gew.% metaalpoeder aan de samenstelling volgens de huidige uitvinding toegediend, meer bij voorkeur ongeveer 25-55 gew.% metaalpoeder, meer bij voorkeur ongeveer 30-50 gew.% metaalpoeder, meer bijvoorkeur ongeveer 35-45 gew.% metaalpoeder, met de meeste voorkeur ongeveer 40 % metaalpoeder. Bij voorkeur is het metaalpoeder ijzerpoeder.
Doordat de actieve stof vertraagd uit de samenstelling wordt vrijgesteld kan door adequate keuze van de dosering van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, volstaan worden met één enkele dosering. Dankzij de vertraagde afgifte die bereikt wordt doordat het materiaal van de bolus langzaam wordt ontbonden of fysisch erodeert, wordt een gelijkaardig effect bereikt als bij een gefaseerde toediening van bladeren die 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bevatten, maar dan wel met één enkele toediening. Het feit dat één enkele perorale toediening volstaat, verhoogt het comfort van het dier en de verzorger aanzienlijk. De vertraagde afgifte wordt niet enkel bereikt door het materiaal van de bolus dat langzaam erodeert, maar ook doordat het 1,25-dihydroxyvitamine D3 gebonden is aan een glycoside structuur, die in het metabolisme van de koe eerst enzymatisch moet worden afgesplitst en doordat het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside eerst nog moet worden vrijgesteld uit de bladeren.
Het afsplitsen van de glycosidegroep duurt in de pensflora bijvoorbeeld nog gemiddeld 8-12 uur. Hierdoor wordt het 1,25-dihydroxyvitamine D3 vrijgesteld. Dit 1,25-dihydroxyvitamine D3 komt dan beschikbaar voor opname binnen de 15 min - 6 uur. Door deze afsplitsing van het glycoside wordt de afgifte van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 nog verder vertraagd.
Door het feit dat de actieve stof 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside nog in de bladeren omvat zit, wordt een nog verdere vertraagde afgifte van de actieve stof verkregen, wat een verder voordeel vormt voor de werking van de samenstelling voor éénmalige toediening.
Uiteindelijk wordt hierdoor een samenstelling met een stabiele vertraagde afgifte bekomen die ongeveer 10-12 dagen aanhoudt, waarbij de afgifte naar het einde toe vermindert. Door deze vermindering op het einde wordt gewenning aan het product vermeden, waardoor er meestal geen terugval-effect zal optreden bij het stopzetten van de behandeling, en als dusdanig wordt de fysiologische toestand van het dier optimaal gehouden. Een dergelijke vertraagde afgifte met vermindering naar het einde toe, is op dit moment niet gekend voor een geneesmiddel voor hypocalcémie met een éénmalige toediening, en biedt aldus grote voordelen zowel voor het dier als voor de verzorger. Door de éénmalige toediening en de vertraagde werking wordt de melkgift na de bevalling, alsook een goede conditie van het dier, verzekerd. De bijschildklier kan ook langzaam op gang komen en zijn productie van het parathyroïdhormoon hervatten, waardoor het volledige biologische proces verloopt zoals het hoort.
Daar waar de bekende technieken erop gericht zijn de Ca-concentratie in het bloed op te drijven of Ca-productie te stimuleren tijdens de droge periode, en zodoende ingrijpen in de Ca/Mg metabolisme van het dier, wat ongewenste neveneffecten met zich mee kan brengen, is deze uitvinding erop gericht een meer efficiënte benutting mogelijk te maken van het natuurlijk in de darm via de voeding voldoende aanwezige vrije Ca, zonder dat zij substantieel ingrijpt in het Ca/Mg metabolisme. Dit is een belangrijk voordeel omdat veranderende Ca/Mg concentraties aanleiding kunnen geven tot onder meer het optreden van krampen.
Het in de samenstelling van deze uitvinding gebruikte 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside kan synthetisch bereid worden maar is bij voorkeur afkomstig van de plant Solanum glaucophyllum. Het wordt bij voorkeur verkregen door bereiding van de bladeren van Solanum glaucophyllum, in het bijzonder door standaardisering van het gehalte 1,25-dihidroxyivitamine D3 glycoside afkomstig van Solanum glaucophyllum. Hierbij worden grote loten van bladeren van Solanum glaucophyllum grondig vermalen en vermengd, waarna de exacte gemiddelde concentratie aan 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside wordt bepaald, die door de grondige vermenging geldt voor de gehele hoeveelheid. Hierna kunnen kleine hoeveelheden van deze gemalen bladeren worden afgewogen om met vrij goede precisie een bepaalde specifieke hoeveelheid aan 1,25- dihydroxyvitamine D3 glycoside per dosis (of bolus) te verkrijgen. Op deze manier kan een constante en accurate hoeveelheid aan 1,25- dihydroxyvitamine D3 glycoside in de bolus worden verzekerd. Dit Solanum glaucophyllum mengsel van bladerendeeltjes bevattende 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside is commercieel beschikbaar als een samenstelling die doorgaans ongeveer 20 ppm 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside (20 mg per kg) bevat.
Om het toedienen te vergemakkelijken en het comfort van het dier zo groot mogelijk te houden wordt de samenstelling bij voorkeur toegediend in de vorm van een poeder, granulaat, tablet, pil, bolus of gelatine bolus, waarbij het gebruik van de bolus de voorkeur geniet.
In geval de samenstelling als een bolus, tablet, pil of gelatine bolus toegediend wordt, wordt deze bij voorkeur via de muil toegediend gebruikmakend van een schietinrichting zodat zeker gesteld wordt dat de samenstelling in de netmaag of pens terecht komt, en het risico op herkauwen minimaal gehouden wordt. Door zijn hoge dichtheid, blijft de bolus na inname onderaan in de netmaag of pens liggen met gering risico op herkauwen en wordt het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside vertraagd vanuit de netmaag of pens vrijgesteld. De pens is de eerste maag met een inhoud van ongeveer 200 liter. Normaal gezien zal de bolus in deze maag blijven liggen, hoewel de bolus zich in bepaalde gevallen ook naar de tweede maag, de netmaag, kan verplaatsen. Of de bolus in de netmaag of in de pens blijft liggen, maakt voor de werking zo goed als geen verschil uit. Omwille van de fysiologische structuur van de magen van herkauwers zoals bij de koe, is het zeer onwaarschijnlijk dat de bolus zich naar een derde maag zal verplaatsen. Indien de bolus zou geregurteerd en herkauwd worden door het dier is het nog niet problematisch daar de koe het voedsel herkauwt in kleine stukjes en deze kleine stukjes terecht zouden komen in de bodem van de netmaag of pens en daar verder desintegreren.
De uitvinder heeft namelijk vastgesteld dat de bolus door zijn hoge dichtheid, na inname, onderaan in de netmaag of pens blijft liggen, met een gering risico dat de bolus terug naar de muil wordt gebracht tijdens het herkauwen en daarenboven veel sneller dan voorzien het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside uit de bladeren zou vrijstellen. Het gewicht en de afmetingen van de bolus kunnen binnen brede grenzen gevarieerd worden, maar worden bij voorkeur afgestemd op het gewicht van het dier, zodanig dat één enkele toediening volstaat.
De aan het dier toegediende dosis 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bedraagt bij voorkeur tenminste 460 pg, bij voorkeur tenminste 550 pg. Deze dosis is zodanig gekozen dat de hoeveelheid toegediend 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside voldoende is om het preventieve effect te bereiken. Deze dosis is zodanig gekozen dat de hoeveelheid toegediend 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside voldoende is om te bereiken dat de hoeveelheid Ca die dagelijks uit het maagdarmstelsel geresorbeerd wordt, ten minste een deel van de normale dagelijkse hoeveelheid bedraagt, bij voorkeur ten minste de normale dagelijkse hoeveelheid. Een dosering van 450 tot 500 pg verdeeld over minimum 10 dagen resulteert in een gemiddelde afgifte van maximaal 50 pg per dag. Indien extracten van Solanum glaucophyllum worden gebruikt in plaats van de bladeren, of indien synthetische 1,25-dihydroxyvitamine D3 wordt toegediend, wordt de afgifte minder vertraagd, wat nadelig is. Er is geen biologische afsplitsing van het glycoside. Indien er geen vertraagde afgifte is, of een minder vertraagde afgifte, wordt het venster voor de therapeutische toediening immers zeer smal bij een eenmalige toediening. De actieve stof zal veel sneller afgegeven worden dan bij de vertraagde afgifte. Hierdoor zal de bolus op een bepaald exact tijdstip voor de kalving moeten toegediend worden wat precies moet bepaald zijn. Indien dit niet gebeurt, loopt men het risico dat de actieve stof te vroeg of te laat wordt vrijgegeven. Gezien de bevalling echter moeilijk precies te bepalen is, is de kans zeer groot dat een dergelijke bolus niet op het juiste ogenblik wordt toegediend. In dit geval of in het geval er accidenteel toch iets fout zou gaan in de vertraagde afgifte van de actieve stof uit de samenstelling en een grotere hoeveelheid van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside in éénmaal vrijkomt, zijn er weliswaar geen directe negatieve gevolgen voor het dier, maar zal het beschermende effect mogelijks wel gedeeltelijk of geheel verdwijnen.
Vertraagde vrijgave van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside wordt bereikt door inkapselen van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, in een materiaal of een stof die in de maag langzaam wordt ontbonden of fysisch erodeert. Daartoe nuttige verbindingen worden gekozen uit de groep van een vet, bijvoorbeeld castor olie die geheel of gedeeltelijk gehard kan zijn door hydrogeneren, of een derivaat van een vet, maar ook een proteïne, een polysaccharide, een cellulose, een gom, een glycol en derivaten van deze verbindingen kunnen geschikt gebruikt worden. Castor olie die werd gehydrogeneerd en heel sterk gecomprimeerd werkt gewoonlijk een 10 tot 12 dagen lang. Belangrijk is dat de hydrolyse snelheid van de stof laag genoeg ligt, om een vertraagde vrijgave van de actieve stof, te kunnen verzekeren. Ook belangrijk is dat het smeltpunt van de stof vrij hoog ligt, bij voorkeur rond of boven de 88°C. Dit is ook van belang bij de productie van de samenstelling, gezien de stof in een gesmolten toestand met de bladeren en de andere ingrediënten wordt gemengd. Een voorkeuruitvoeringsvorm van een dergelijk proces wordt hieronder verder beschreven. Bij voorkeur wordt volledig gehydrogeneerde castor olie gebruikt. Deze stof is uitermate geschikt voor het produceren van een samenstelling voor vertraagde afgifte van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, gezien de optimale snelheid waarmee het materiaal fysisch erodeert. Deze stof kan ook zeer goed gecomprimeerd worden in combinatie met bijvoorbeeld ijzerpoeder, wat gebruikt wordt om de samenstelling te verzwaren. Bij voorkeur wordt naast de castor olie eveneens magnesium stearaat toegevoegd, als glijmiddel bij het comprimeren van de samenstelling. Indien gewenst kan de samenstelling met het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside in een membraan zijn ingekapseld, bijvoorbeeld een membraan van de voorvermelde verbindingen of een kunststoffolie die in de maag biologisch afbreekbaar is, zoals een polyester, bijvoorbeeld polylactid acid. De verbindingen die vertraagde vrijgave van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside sturen, worden bij voorkeur zodanig gekozen dat vrijgave doorgaat gedurende een periode van tenminste 3 dagen, bij voorkeur tenminste 5 dagen. Vrijgave zal meestal stoppen binnen een termijn van 20 dagen na toediening, bij voorkeur binnen een termijn van 10 dagen.
Bij voorkeur worden ook de vorm en de grootte van de bolus bepaald in functie van het materiaal of de stof gekozen voor de bolus, zodanig dat de hierboven vermelde termijnen van vrijgave van de actieve stof worden verkregen. In een voorkeuruitvoeringsvorm van de bolus waarin als langzaam eroderend materiaal geharde of gehydrogeneerde castor olie met wat magnesiumstearaat is gebruikt, kan de bolus bijvoorbeeld een lengte hebben van 80 mm met een dikte en een breedte van telkens 25 mm, liefst met afgeronde vormen en/of hoeken om het risico op kwetsuren te verminderen.
De samenstelling kan verder eveneens 1,25-dihydroxy vitamine D3 glycoside metabolieten bevatten.
De samenstelling van deze uitvinding is bij voorkeur bedoeld voor perorale toediening, bij voorkeur kort vóór het kalven maar voldoende lang vóór het kalven om optimale Ca-opname te garanderen zo lang een verhoogde Ca-behoefte bestaat. Bij voorkeur wordt de samenstelling of bolus toegediend minstens 1 dag vóór het kalven, met meer voorkeur 1 à 2 dagen voor het kalven.
In een nuttige uitvoeringsvorm bevat de samenstelling van deze uitvinding toeslagstoffen die het effect van de samenstelling kunnen ondersteunen of verbeteren, zoals bijvoorbeeld andere vitamines of derivaten daarvan, bijvoorbeeld vitamine A, B12, C D, E, K, niacine, thiamine, choline, biotine, foliumzuur, ribovlavine, pantotheen zuur, één of meer mineralen, bijvoorbeeld cobalt, koper, mangaan, seleen, zink, of een drager voor het 1,25-dihydroxyvitamine D3. Gebruik van een drager kan nuttig zijn bij het verbeteren van de dispergeerbaarheid in de overige componenten van de samenstelling. Voorbeelden van geschikte dragermaterialen zijn voedingsvezels, kelp.
De samenstelling van deze uitvinding is geschikt voor gebruik bij melk producerende dieren, bij voorbeeld koeien, schapen, geiten, paarden, ezels enz.
Deze uitvinding heeft eveneens betrekking op het gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside voor het bereiden van een samenstelling met een soortelijk gewicht van tenminste 1,25 kg/l die een vertraagde vrijgave van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bewerkstelligt, voor het verhogen van intestinale calcium opname door bloed van een dier na en rond het kalven.
Een ander aspect van de uitvinding heeft betrekking op het gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, bevattende samenstelling zoals hierboven beschreven, ter voorkoming van een symptoom gekozen uit een verminderde eetlust, verlamming of een combinatie van beide bij een dier na kalven.
Nog een ander aspect van de uitvinding heeft betrekking op het gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bevattende samenstelling zoals hierboven beschreven, voor het verhogen van intestinale calciumopname door bloed van een dier na kalven.
De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstelling, in een vorm geschikt voor perorale toediening in de vorm van een tablet of bolus, voor het voorkomen van een symptoom gekozen uit verminderde eetlust of verlammingsverschijnselen of een combinatie daarvan geassocieerd na kalving bij een dier, die bladeren van planten bevat met in die bladeren ten minste 460 pg, bij voorkeur tenminste 550 pg 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, alsook een stof of materiaal bevat dat in de maag langzaam wordt ontbonden of fysisch erodeert, in welke stof of materiaal de bladeren zijn ingekapseld, waarbij de stof of het materiaal gekozen is uit de groep van een vet of een derivaat daarvan, bijvoorbeeld een zeep of een stearaat, een proteïne, een polysacharide, een cellulose, een gom, een glycol, en derivaten van deze verbindingen die nuttig zijn voor het vertraagd vrijgeven van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, en daarbij één of meer metalen of metaalverbindingen zodanig dat de samenstelling een soortelijk gewicht verkrijgt waardoor ze na opname in de maag, naar de bodem van de maag zakt, en daar aanwezig blijft.
Het vetderivaat is bij voorkeur castor olie, bij voorkeur ten minste gedeeltelijk, maar liefst hoog tot volledig gehydrogeneerde of geharde castor olie.
Nuttige samenstellingen nemen meestal de vorm aan van een granulaat, korrels, een tablet, een pil, een bolus, een gelatine of een voormengsel met andere nuttige stoffen. Nuttige samenstellingen kunnen eveneens de vorm hebben van een poeder, granulaat of pil of bolus opgenomen in een verpakking die bij voorkeur poreus is om enerzijds diffusie van het maagsap naar de inhoud van het zakje voor het oplossen van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside mogelijk te maken, en anderzijds diffusie van het opgeloste 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside naar buiten toe mogelijk te maken.
De samenstelling kan verder andere nuttige ingrediënten bevatten zoals bijvoorbeeld tenminste één ander vitamine of mineraal, bij voorbeeld vitamine A, B12, C, E, K, niacine, thiamine, choline, biotine, foliumzuur, ribovlavine, pantotheen zuur, één of meer mineralen, bijvoorbeeld cobalt, koper, mangaan, seleen, zink, of een drager voor het 1,25-dihydroxyvitamine D3.
De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de onderstaande voorbeelden.
De natuurlijke glycoside vorm van 1,25-dihydroxyvitamine D3 zoals deze in voorkeuruitvoeringsvorm wordt gebruikt, biedt een unieke stabiliteit en wateroplosbare eigenschappen voor een verhoogde activiteit. Deze vorm is ook hitteresistent tot 100 °C.
Deze voorkeuruitvoeringsvorm van een bolus laat toe één enkele behandeling toe te dienen, kort voor het kalven. Een langdurige afgifte van het actieve ingrediënt gedurende een periode van 10-12 dagen komt overeen met een gefaseerde toediening, zoals deze in de stand van de techniek wordt beschreven. In de stand van de techniek moeten echter verschillende gelatinebolusen worden toegediend, die het actieve ingrediënt gedurende een periode van ongeveer 12 uur vrijgeven, terwijl de huidige uitvinding een zelfde effect bereikt met één enkele bolus.
VOORBEELD.
Alvorens de bolus te produceren worden de bladeren van Solanum glaucophyllum gemalen en gestandaardiseerd. Hiermee wordt bedoeld dat de bladeren in grote hoeveelheden gemalen en gemengd worden, tot één uniform lot. Hierna wordt zo accuraat mogelijk bepaald wat de gemiddelde concentratie van het in de bladeren aanwezige 1.25- dihydroxyvitamine D3 is. Uitgaande van deze concentratie doseert men dan het 1,25-dihydroxyvitamine D3 in individuele porties, door een welbepaalde hoeveelheid aan gemalen bladeren af te wegen en ook weer te vermengen. Gezien de grondige vermenging en vermaling van het lot bladeren, kan men ervan uit gaan dat de concentratie aan 1,25-dihydroxyvitamine D3 in het mengsel vrij constant is, waardoor ook de afgewogen dosissen van de bladeren een zelfde en vooraf gekende hoeveelheid aan 1,25-dihydroxyvitamine D3 zullen bevatten.
In een poreus nylon zakje met poriën van 37 pm werd een bolus gebracht met een gewicht van 70,2 g, die bereid werd uit onder andere 18,4 g gehydrogeneerde castor olie (bekomen onder de merknaam Cutina® HR PH van COGNIS en 23,3 g Panbonis® toegeleverd door HERBONIS. Dit was een samenstelling van gemalen en gestandaardiseerde Solanum glaucophylum bladeren, die gemiddeld 20 ppm 1.25- dihydroxyvitamine D3 glycoside bevatte. Deze bolus kwam overeen met een gemiddelde dagelijkse vrijgave van 38-46 pg van het actieve ingrediënt 1.25- dihydroxyvitamine D3 glycoside, over 10-12 dagen. Verder bevatte de bolus 27,6 g ijzerpoeder en 0,9 g magnesiumstearaat. Het ijzerpoeder heeft enkel een functie als ballast en dient om te bolus te verzwaren zodat deze blijft liggen op de bodem van de maag van het dier. Het magnesiumstearaat is een component dat samen met de castor olie dient als glijmiddel om het bekomen poeder te kunnen comprimeren.
Bij de productie van de bolus zelf werd het ijzerpoeder gemengd met de Sonanum glaucophyllum bladeren en verhit tot 85°C. De gehydrogeneerde castor olie (E498) werd eveneens verhit tot boven zijn smeltpunt van 88 °C. E498 is het E-nummer van castor olie. Onder E-nummers wordt verstaan een lijst van additieven, die door de Europese Unie worden toegestaan in voor humane consumptie geschikte levensmiddelen Vervolgens werden deze producten samen gemengd bij deze hoge temperatuur. Na een grondige vermenging, werd het mengsel afgekoeld tot 15°C. Het mengsel van Sonanum glaucophyllum bladeren, ijzerpoeder en castor olie werd afgekoeld tot 15°C, waarna het vervolgens fijn werd gemalen tot een poedervorm. Hierna werd het magnesium stearaat (E571) toegevoegd en met de rest vermengd.
Het uiteindelijke mengsel werd tot een bolus geperst in een zware compressiemachine, met een matrijs in de vorm van een bolus en dit met de juiste en vereiste compressie druk.. De samenstelling van de bolus had een soortelijk gewicht van 1,75 kg/l. De samenstelling werd sterk geperst tot een in hoofdzaak cilindervormige bolus met een lengte van 80 mm, een dikte van maximum 25 mm, liever ongeveer 23 mm en een breedte van 25 mm, met afgeronde uiteinden.
Een analyse van de samenstelling van de bolus leverde de resultaten in gewichtseenheden gegeven in tabel 1.
Tabel 1.
Figure BE1019408A5D00191
Het zakje met de bolus werd in de pens gehangen van 15 koeien, die reeds minimum 3 keer gekalfd hadden, en dus een verhoogd risico liepen op het optreden van hypocalcémie, verlies van eetlust en verlammingsverschijnselen. Elke dag op hetzelfde tijdstip werd het zakje uit de pens verwijderd, gespoeld met water en gewogen na uitlekken.
Gedurende de eerste 4 dagen werd vastgesteld dat het gewicht van de bolus toenam door absorptie van pensvocht. Na deze periode nam het gewicht terug af. De bolus was nagenoeg volledig geresorbeerd na 14 dagen. De evolutie van het gewicht van de bolus in functie van de tijd is in tabel 3 weergegeven.
Bij geen enkele van de koeien werd een verlies aan eetlust vastgesteld, ook verlammingsverschijnselen traden niet op. De Ca bloedconcentraties in de periode voorafgaand aan het kalven en ten minste 2 dagen na het kalven bleven stabiel. Het effect op de bloedparameters werd gemeten bij 9 koeien die voordien al 3 en meer keren gekalfd hadden. In tabel 2 wordt het calciumgehalte in het bloed van de koeien getoond bij een eerste bloed staalname bij toepassing van de bolus 1-2 dagen voor het kalven en van een tweede bloed staalname 24 uur na het kalven. Koe 1 en 2 kregen geen bolus toegediend. Als optimaal calciumgehalte voor het bloedplasma van melkkoeien wordt 2,2 mmol/l Ca aangenomen.
Tabel 2.
lil. w _]_ —|—
Figure BE1019408A5D00201
I ' ‘
Koe 2 werd na de 2e staalname behandeld, omdat ziekteverschijnselen zoals een beginnende verlamming werden geobserveerd. Bij deze koe werd 24u na deze behandeling een Ca-gehalte van 2,93 mmol/l gemeten in het bloed.
In tabel 3 wordt de kinetiek van de bolus weergegeven. Hierbij wordt het gewicht van de bolus getoond in functie van het aantal dagen dat de bolus in de pens aanwezig is. Figuur 1 toont grafisch het verloop van het gewicht van de bolus (m) uitgedrukt in gram in functie van het aantal dagen (N) dat de bolus in de pens aanwezig was.
Bolus kinetiek en desintegratie in de pens:
Tabel 3
Figure BE1019408A5D00202
Figure BE1019408A5D00211
Uit deze experimenten is duidelijk aantoonbaar dat de bolus volgens de huidige uitvinding de calciumconcentratie in het bloed doet stijgen, waardoor de frequentie van het optreden van hypocalcémie zal worden verminderd.

Claims (15)

1. Gebruik van bladeren afkomstig van planten bevattende 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside voor het bereiden van een samenstelling voor éénmalige perorale toediening in de vorm van een tablet of een bolus ter voorkoming van een symptoom gekozen uit een verminderde eetlust, verlamming of een combinatie van beide bij een dier na baring of kalving, waarbij genoemde samenstelling bevat: - een stof of materiaal dat in de maag langzaam wordt ontbonden of fysisch erodeert, in welke stof of materiaal de bladeren zijn ingekapseld, waardoor een vertraagde vrijgave van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside wordt bewerkstelligd, waarbij de stof of het materiaal gekozen is uit de groep van een vet of een derivaat daarvan, een proteïne, een polysacharide, een cellulose, een gom, een glycol en derivaten van deze verbindingen die nuttig zijn voor het vertraagd vrijgeven van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, en - één of meer metalen of metaalverbindingen zodanig dat de samenstelling een soortelijk gewicht verkrijgt waardoor ze na opname in de maag, naar de bodem van de maag zakt, en daar aanwezig blijft.
2. Gebruik volgens conclusie 1 waarbij de bladeren afkomstig zijn van Solanum glaucophyllum.
3. Gebruik volgens conclusie 1 of 2, waarbij de samenstelling een soortelijk gewicht heeft van tenminste 1,5 kg/l.
4. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 3, waarbij in de samenstelling voor éénmalige toediening tenminste een hoeveelheid bladeren bevattende 0,460 mg 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside als een enkele dosis aan het dier wordt toegediend.
5. Gebruik volgens conclusie 4, waarbij de hoeveelheid bladeren 0,550 mg 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bevat.
6. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot 4, waarbij de samenstelling een ten minste gedeeltelijk geharde of gehydrogeneerde castor olie bevat.
7. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 6, waarbij de samenstelling bedoeld is voor toediening ten minste 1 dag voorafgaand aan het kalven, bij voorkeur 1 of 2 dagen voorafgaand aan het kalven.
8. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 7, waarbij de samenstelling verder één of meer componenten bevat gekozen uit de groep van vitamine A, B12, C, E, K, niacine, thiamine, choline, biotine, foliumzuur, ribovlavine, pantotheen zuur, één of meer mineralen, gekozen uit de groep van cobalt, koper, mangaan, seleen, zink.
9. Samenstelling voor het voorkomen van een symptoom gekozen uit verminderde eetlust of verlammingsverschijnselen of een combinatie daarvan geassocieerd na baring of kalving bij een dier die, in een vorm geschikt voor perorale toediening in de vorm van een tablet of bolus, bladeren van planten bevat met in die bladeren tenminste 0,460 mg 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, alsook een stof of een materiaal bevat dat in de maag langzaam wordt ontbonden of fysisch erodeert, in welke stof of materiaal de bladeren zijn ingekapseld, waarbij de stof of het materiaal gekozen is uit de groep van een vet of een derivaat daarvan, een proteïne, een polysacharide, een cellulose, een gom, een glycol en derivaten van deze verbindingen die nuttig zijn voor het vertraagd vrijgeven van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, en daarbij één of meer metalen of metaalverbindingen zodanig dat de samenstelling een soortelijk gewicht verkrijgt waardoor ze na opname in de maag, naar de bodem van de maag zakt, en daar aanwezig blijft.
10. Samenstelling volgens conclusie 9 waarbij de bladeren tenminste 0,550 mg 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside bevatten.
11. Samenstelling volgens conclusie 9 of 10, waarin een vetderivaat is gekozen en waarbij het vetderivaat een ten minste gedeeltelijk geharde of gehydrogeneerde castor olie is.
12. Samenstelling volgens één van de conclusies 9-11, waarbij de samenstelling is opgenomen in een verpakking die poreus is.
13. Samenstelling volgens één der conclusies 9- 12, waarin de samenstelling in de vorm van een bolus is.
14. Samenstelling volgens één der conclusies 9- 13, waarbij de samenstelling daarbij nog tenminste één vitamine of mineraal bevat.
15. Gebruik ter voorkoming van een symptoom gekozen uit een verminderde eetlust, verlamming of een combinatie van beide bij een dier na baring, van een samenstelling voor éénmalige perorale toediening in de vorm van een tablet of een bolus, de samenstelling bevattende - bladeren afkomstig van planten bevattende 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, - een stof of materiaal dat in de maag langzaam wordt ontbonden of fysisch erodeert waardoor een vertraagde vrijgave van 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside wordt bewerkstelligd, in welke stof of materiaal de bladeren zijn ingekapseld, waarbij de stof of het materiaal gekozen is uit de groep van een vet of een derivaat daarvan, een proteïne, een polysacharide, een cellulose, een gom, een glycol en derivaten van deze verbindingen die nuttig zijn voor het vertraagd vrijgeven van het 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside, en - één of meer metalen of metaalverbindingen zodanig dat de samenstelling een soortelijk gewicht verkrijgt waardoor ze na opname of toediening in de maag, naar de bodem van de maag zakt, en daar aanwezig blijft.
BE2010/0340A 2009-06-10 2010-06-03 Gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine d3 glycoside bij melkgevende dieren. BE1019408A5 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900354 2009-06-10
BE200900354 2009-06-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019408A5 true BE1019408A5 (nl) 2012-07-03

Family

ID=41466883

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0340A BE1019408A5 (nl) 2009-06-10 2010-06-03 Gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine d3 glycoside bij melkgevende dieren.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019408A5 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0482947A1 (en) * 1990-10-25 1992-04-29 Castex Products Limited Pellet comprising a magnesium manganese alloy
US5869083A (en) * 1995-02-01 1999-02-09 Porter; William Leslie Bolus for supplying biologically beneficial substances to ruminant animals
WO2009129818A1 (en) * 2008-04-21 2009-10-29 Herbonis Ag Preparation and use of a plant extract from solanum glaucophyllum with an enriched content of 1,25-dihydroxyvitamin d3 glycosides and quercetin glycosides
WO2010143101A1 (en) * 2009-06-10 2010-12-16 Emma®Nutrition Use of 1,25-dihydroxyvitamine d3 glycoside in lactating animals.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0482947A1 (en) * 1990-10-25 1992-04-29 Castex Products Limited Pellet comprising a magnesium manganese alloy
US5869083A (en) * 1995-02-01 1999-02-09 Porter; William Leslie Bolus for supplying biologically beneficial substances to ruminant animals
WO2009129818A1 (en) * 2008-04-21 2009-10-29 Herbonis Ag Preparation and use of a plant extract from solanum glaucophyllum with an enriched content of 1,25-dihydroxyvitamin d3 glycosides and quercetin glycosides
WO2010143101A1 (en) * 2009-06-10 2010-12-16 Emma®Nutrition Use of 1,25-dihydroxyvitamine d3 glycoside in lactating animals.

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
HORST RL ET AL: "Using Solanum Glaucophyllum as a Source of 1,25-dihydroxyvitamin D to Prevent Hypocalcemia in Dairy Cows", ACTA VETERINARIA SCANDINAVICA, BIOMED CENTRAL LTD, LO, vol. 44, no. Suppl 1, 31 March 2003 (2003-03-31), pages P67, XP021026562, ISSN: 1751-0147, DOI: 10.1186/1751-0147-44-S1-P67 *
SCHLÖTTERER-WIESER: "Untersuchungen zum Einsatz eines Vitamin D-haltigen Pflanzenproduks von Solanum glaucophyllum zur Prävention der hypocalcämischen Gebärparese des Rindes", 31 March 2010, TIERÄRZLICHENEN FAKULTÄT DER LMU MÜNCHEN, München, pages: 1 - 157, XP002617707 *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE60212964T2 (de) Zusammensetzungen zur behandlung von tierischen krankheiten und syndromen mit transferfaktor
JP5566026B2 (ja) 動物の雄の生殖能力を改善するための25−ヒドロキシビタミンd3の使用
JP2003500445A (ja) 栄養補助物
JP2005522230A (ja) 食品の栄養含量を高めるための組成物
TWI448248B (zh) 25-羥基維他命d3於改善動物生命力之用途
AU2011336145C1 (en) Galenic composition suitable for administration to a non-human animal, uses thereof, and associated methods
US20040156882A1 (en) Method and composition for feeding mammals
TW200803865A (en) Composition containing riboflavin and sesamins
EP2440213B1 (en) Use of 1,25-dihydroxyvitamine D3 glycoside in lactating animals
JP5346433B2 (ja) 家畜用飼料
DK178786B1 (en) Use of zinc and copper gluconate in the treatment of methicillin-resistant staphylococcus aureus
BE1019408A5 (nl) Gebruik van 1,25-dihydroxyvitamine d3 glycoside bij melkgevende dieren.
KR101203023B1 (ko) 칼슘 결핍증 예방 및/또는 치료용 제제
DE60023119T2 (de) Zusammensetzungen zur verabreichung eines cyclooxygenase-2-hemmers an tiere
JP7066888B2 (ja) 反芻家畜の乳量及び乳脂肪含量増加方法
EP2887820B1 (en) Potassium containing preparation, process for the production thereof and use thereof
JP5399395B2 (ja) カワラヨモギを含有する家畜の産乳量増加用組成物
AU2004228786A1 (en) Oral administration form for veterinary use
TR201808808T4 (tr) Geviş getiren hayvanlarda hipokalsemi tedavisi için terkip.
US20190000758A1 (en) Animal feed bolus and methods for manufacturing the same
JP3878011B2 (ja) 家畜用乳房炎予防剤
JP7444707B2 (ja) 家畜の初乳品質改善剤及び方法
JP2005328803A (ja) 活力促進・老化防止食品及びその製造方法
CN105663144A (zh) 一种动物用脂溶性维生素水性制剂及其制备方法、使用方法
WO2000021388A1 (en) Improving immune function