BE1019353A3

BE1019353A3 - VIBRATION DAMPER FOR CONTINUALLY SUPPORTED RAIL BARS WITH AN ELASTIC COAT WITH A PREFORMED PART FITTED WITH AN INTEGRATED STRIP.

Info

Publication number: BE1019353A3
Application number: BE2010/0328A
Authority: BE
Original assignee: Cdm N V
Priority date: 2010-05-28
Filing date: 2010-05-28
Publication date: 2012-06-05
Also published as: EP2390412A2

Abstract

Trillingsdemper met een elastische mantel voor continu ondersteunde spoorstaven die ingebed zijn in een spoorwegbedding, waarbij de elastische mantel minstens een voorgevormd deel (1,2) bevat dat een balk (11,21) bevat die zich aan een zijde van de spoorstaaf (3) in een laterale holte (7) uitstrekt volgens de lengterichting van deze laatste, een elastische strip (12,22) bevat die zich onder de spoorvoet (5) uitstrekt, een elastisch scharnierstuk (10,20) bevat dat de balk (12,21) verbindt met de strip (12,22) en een gleuf (14,24) vertoont die zich uitstrekt volgens de lengterichting over nagenoeg de volledige lengte van het deel (1,2) en waarin de spoorvoet (5) zich minstens gedeeltelijk uitstrekt, waarbij de gleuf (14,24) elastisch wordt vervormd om de elastische strip (12,22) tegen de spoorvoet (5) op te spannen.Vibration damper with an elastic sleeve for continuously supported rails embedded in a railway bed, the elastic sleeve including at least one preformed part (1,2) containing a beam (11,21) located on one side of the rail (3) in a lateral cavity (7) extending along the longitudinal direction of the latter, comprising an elastic strip (12,22) extending below the track foot (5), an elastic hinge piece (10,20) containing the beam (12,21) ) connects to the strip (12,22) and has a slot (14,24) which extends in the longitudinal direction for almost the entire length of the part (1,2) and in which the track foot (5) extends at least partially, wherein the slot (14, 24) is elastically deformed to tension the elastic strip (12, 22) against the track foot (5).

Description

Trillingsdemper voor continu ondersteunde spoorstaven met een elastische mantel met een voorgevormd deel voorzien van een geïntegreerde stripVibration damper for continuously supported rails with an elastic jacket with a preformed part with an integrated strip

De uitvinding heeft betrekking op een trillingsdemper met een elastische mantel voor continu ondersteunde spoorstaven die ingebed zijn in een spoorwegbedding, waarbij de spoorstaven een spoorkop en een spoorvoet vertonen die met elkaar verbonden zijn door middel van een spoorlichaam met twee zijden die elk een laterale holte vertonen die zich over de volledige lengte van de spoorstaaf uitstrekt tussen de spoorkop en de spoorvoet.The invention relates to a vibration damper with an elastic sheath for continuously supported rails embedded in a railway bed, wherein the rails have a rail head and a rail foot which are connected to each other by means of a rail body with two sides each having a lateral cavity which extends the full length of the rail between the rail head and the rail foot.

In een operationele toestand strekt de elastische mantel zich uit in de spoorwegbedding over nagenoeg de volledige lengte van de spoorstaaf en sluit deze nauw aan op deze spoorstaaf. Hierbij is de spoorstaaf nagenoeg volledig omhuld, maar is minstens de bovenzijde van de spoorkop vrij zodat een spoorvoertuig zich hierover kan voortbewegen.In an operational state, the elastic sheath extends into the railway bed over substantially the full length of the rail and connects closely to this rail. The rail is hereby almost completely enveloped, but at least the top of the rail head is free so that a rail vehicle can move over it.

Aldus bevat de elastische mantel minstens één voorgevormd deel dat een balk en een elastische strip bevat die met elkaar verbonden zijn door een elastisch schamierstuk dat eveneens integraal deel uitmaakt van dit voorgevormd deel. In de operationele toestand strekt de balk zich uit aan een zijde van de spoorstaaf in een laterale holte volgens de lengterichting ervan, terwijl de elastische strip zich uitstrekt onder de spoorvoet. Verder vertoont dit voorgevormd deel een gleuf die zich uitstrekt volgens de lengterichting over nagenoeg de volledige lengte van het voorgevormd deel, tussen de balk en de strip. In de operationele toestand strekt de spoorvoet zich minstens gedeeltelijk hierin uit.The elastic sheath thus comprises at least one preformed part which comprises a beam and an elastic strip which are connected to each other by an elastic hinge piece which also forms an integral part of this preformed part. In the operational state, the beam extends on one side of the rail in a lateral cavity along its longitudinal direction, while the elastic strip extends below the rail foot. Furthermore, this preformed part has a slot that extends along the length direction over substantially the full length of the preformed part, between the beam and the strip. In the operational state, the rail foot extends at least partially in this.

De elastische mantel zorgt ervoor dat de spoorstaaf op zijn plaats wordt gehouden in een geul in de spoorwegbedding, welke bij voorkeur uit beton bestaat. Zo wordt de spoorstaaf door de elastische mantel ingeklemd in deze geul en zijn hierbij, bij voorkeur, geen bijkomende bevestigingsmiddelen vereist voor het bevestigen van de spoorstaven aan de spoorwegbedding. De elastische mantel ondersteunt de spoorstaaf over nagenoeg de volledige lengte en isoleert de spoorstaaf van de rest van de spoorwegbedding.The elastic sheath ensures that the rail is held in place in a channel in the railway bed, which preferably consists of concrete. For example, the rail is clamped into this channel by the elastic sheath and, preferably, no additional fastening means are required for fastening the rails to the railroad bed. The elastic sheath supports the rail over almost the full length and isolates the rail from the rest of the railway bed.

Volgens de huidige stand van de techniek worden dergelijke elastische mantels zodanig gevormd dat de binnenzijde ervan, bij voorkeur, nagenoeg volledig aansluit op de spoorstaaf. Verder dient de buitenzijde van de mantel nauw aan te sluiten op een geul in de spoorwegbedding zodat deze mantel verhindert dat de spoorstaaf rechtstreeks contact maakt met de spoorwegbedding. Deze continue elastische mantels worden tegen de spoorstaaf geklemd, waarna deze in een betonnen spoorwegbedding worden ingebed. Alternatief worden deze mantels met behulp van kleefstof aan elkaar en/of aan de spoorstaven gekleefd. Mogelijk kan de elastische mantel ook gevormd worden doordat het elastisch materiaal in een mal rond de spoorstaaf wordt gegoten.According to the current state of the art, such elastic jackets are formed such that the inside thereof, preferably, fits almost completely with the rail. Furthermore, the outside of the casing must be closely connected to a trench in the railway bed so that this casing prevents the rail from making direct contact with the railway bed. These continuous elastic jackets are clamped against the rail, after which they are embedded in a concrete railway bed. Alternatively, these jackets are glued to each other and / or to the rails with the help of adhesive. The elastic sheath may also be formed by pouring the elastic material into a mold around the rail.

Tijdens de installatie van de spoorweg dient de elastische mantel steeds nauw aan te sluiten tegen de spoorstaaf. Door het gewicht van de elastische mantel kan deze bijvoorbeeld loskomen zodat een open ruimte ontstaat tussen de mantel en de spoorstaaf. Zo kan door het gewicht van de mantel deze aan de onderzijde van de spoorvoet doorbuigen waarbij deze loskomt van de spoorvoet.During the installation of the railroad, the elastic jacket must always be close to the rail. Due to the weight of the elastic sheath it can, for example, come loose so that an open space is created between the sheath and the rail. The weight of the jacket means that it can bend on the underside of the track foot, releasing it from the track foot.

Ter bevestiging van de mantel met de spoorstaaf in de spoorwegbedding wordt beton rond de omklede spoorstaven gestort. Het risico bestaat dat de mantel niet voldoende aansluit op de spoorstaaf zodat ongewenste open ruimten worden gevormd.To attach the jacket with the rail in the railway bed, concrete is poured around the dressed rails. There is a risk that the jacket does not connect sufficiently to the rail so that unwanted open spaces are formed.

Dit probleem stelt zich in het bijzonder bij een elastische mantel die rond de spoorstaaf wordt aangebracht zonder bijkomende bevestigingsmiddelen zoals kleefstof of klemmiddelen.This problem arises in particular with an elastic jacket which is arranged around the rail without additional fastening means such as adhesive or clamping means.

De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen door een trillingsdemper en een werkwijze voor te stellen die toelaten om op een eenvoudige wijze een trillingsdempende mantel aan te brengen op de spoorstaven en deze vervolgens in te bedden in beton zonder dat het gebruik van kleefmiddelen is vereist of zonder dat afzonderlijke klemmiddelen dienen te worden geplaatst en/of te worden verwijderd. Hierbij kan de mantel eenvoudig aangebracht worden op een site waar de spoorweg wordt aangelegd.The invention seeks to remedy these disadvantages by proposing a vibration damper and a method that allow a vibration-damping jacket to be applied to the rails in a simple manner and subsequently embedded in concrete without the use of adhesives being required or without that separate clamping means must be placed and / or removed. The sheath can easily be installed on a site where the railway is being laid.

De uitvinding stelt hierbij een elastische mantel voor waarmee bij de installatie van een spoorstaaf in de spoorwegbedding wordt vermeden dat de elastische mantel loskomt van de spoorstaaf. Meer in het bijzonder wordt een elastische mantel voorgesteld waarmee bij de installatie van een spoorstaaf wordt vermeden dat een open ruimte ontstaat tussen de onderzijde van de spoorvoet en een daaronder geplaatste elastische strip van de elastische mantel.The invention here proposes an elastic jacket with which, when installing a rail in the railway bed, it is prevented that the elastic jacket is released from the rail. More in particular, an elastic sheath is proposed with which, when installing a rail, it is avoided that an open space is created between the underside of the rail foot and an elastic strip of the elastic sheath placed below.

Tot dit doel is de elastische mantel van de trillingsdemper volgens de uitvinding zodanig ontworpen dat in de operationele toestand de gleuf van het voorgevormd deel van de mantel elastisch is vervormd en dat hierbij de hoogte van de gleuf groter is dan in een ontspannen toestand wanneer deze gleuf niet is vervormd, zoals opgeëist in de hieraan toegevoegde conclusies.For this purpose, the elastic sheath of the vibration damper according to the invention is designed such that in the operational state the slit of the preformed part of the sheath is elastically deformed and that the height of the slit is hereby greater than in a relaxed state when this slit has not been distorted, as claimed in the appended claims.

Doelmatig is in de operationele toestand, wanneer de gleuf elastisch is vervormd, de strip over een hoek geroteerd die 3° tot 30°, bij voorkeur 5° tot 15°, bedraagt ten opzichte van de ontspannen toestand, wanneer de gleuf niet is vervormd.Conveniently, in the operational state, when the slot is elastically deformed, the strip is rotated through an angle that is 3 ° to 30 °, preferably 5 ° to 15 °, relative to the relaxed state, when the slot is not deformed.

Bij voorkeur is de hoogte van de gleuf in een niet elastisch vervormde toestand nagenoeg constant.The height of the slot is preferably substantially constant in a non-elastically deformed state.

Op een voordelige wijze is de elastische strip voorzien van een uitsparing met daarin een elastische zool die in de operationele toestand aansluit op de spoorvoet.The elastic strip is advantageously provided with a recess with an elastic sole which connects to the track foot in the operational state.

Op een zeer voordelige wijze bevat in de operationele toestand de elastische mantel minstens twee voorgevormde delen die zich elk aan een zijde van de spoorstaaf tegenover elkaar uitstrekken, waarbij de elastische strippen van deze twee delen vrije uiteinden vertonen die op elkaar aansluiten onder de spoorvoet.In a very advantageous manner, in the operational state, the elastic sheath comprises at least two preformed parts which extend opposite each other on one side of the rail, the elastic strips of these two parts having free ends which connect to each other under the rail foot.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het bekleden van een spoorstaaf met een trillingsdemper bestaande uit een elastische mantel waarbij het voorgevormd deel wordt vervaardigd met een gleuf waarvan in een niet elastisch vervormde toestand de hoogte in minstens een gedeelte van de gleuf kleiner is dan de dikte van een gedeelte van de spoorvoet dat zich erin uitstrekt, en waarbij, wanneer de elastische mantel nauw aansluitend op de spoorstaaf is aangebracht, de gleuf elastisch wordt vervormd en de strip tegen de onderzijde van de spoorvoet wordt geduwd.The invention also relates to a method for coating a rail with a vibration damper consisting of an elastic sheath wherein the preformed part is manufactured with a slot whose height in at least a portion of the slot in a non-elastically deformed condition is less than the thickness of a portion of the rail foot extending therein, and wherein, when the elastic sheath is closely fitted to the rail, the slot is elastically deformed and the strip is pushed against the underside of the rail foot.

Volgens een voordelige werkwijze wordt de gleuf elastisch vervormd door de elastische strip ten opzichte van de balk over een hoek te roteren die 3° tot 30°, bij voorkeur 5° tot 15°, bedraagt.According to an advantageous method, the slot is elastically deformed by rotating the elastic strip with respect to the beam through an angle which is 3 ° to 30 °, preferably 5 ° to 15 °.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een concrete uitvoeringsvorm van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.Other details and advantages of the invention will be apparent from the following description of a concrete embodiment of the method and the device according to the invention; this description is only given as an example and does not limit the scope of the protection claimed; the reference numerals used hereinafter refer to the attached figures.

Figuur 1 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een trillingsdemper met een elastische mantel volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding in een ontspannen toestand, waarbij de elastische mantel niet elastisch is vervormd.Figure 1 is a schematic representation of a cross-section of a vibration damper with an elastic sheath according to a first embodiment of the invention in a relaxed state, the elastic sheath not being elastically deformed.

Figuur 2 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een spoorstaaf met een trillingsdemper met een elastische mantel in operationele toestand volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals in de figuur 1, waarbij de spoorstaaf is omhuld met de elastische mantel die elastisch is vervormd.Figure 2 is a schematic representation of a cross-section of a rail with a vibration damper with an elastic jacket in operational condition according to the first embodiment of the invention, as in Figure 1, wherein the rail is encased in the elastic jacket which is elastically deformed.

Figuur 3 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een trillingsdemper met een elastische mantel volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding in een ontspannen toestand, waarbij de elastische mantel niet elastisch is vervormd.Figure 3 is a schematic representation of a cross-section of a vibration damper with an elastic sheath according to a second embodiment of the invention in a relaxed state, wherein the elastic sheath is not elastically deformed.

Figuur 4 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een spoorstaaf die is omhuld met een elastische mantel volgens de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals in de figuur 3.Figure 4 is a schematic representation of a cross-section of a rail that is encased in an elastic sheath according to the second embodiment of the invention, as in Figure 3.

Figuur 5 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een trillingsdemper met een elastische mantel volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding in een ontspannen toestand, waarbij de elastische mantel niet elastisch is vervormd.Figure 5 is a schematic representation of a cross-section of a vibration damper with an elastic sheath according to a third embodiment of the invention in a relaxed state, wherein the elastic sheath is not elastically deformed.

Figuur 6 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een spoorstaaf die is omhuld met een elastische mantel volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals in de figuur 5.Figure 6 is a schematic representation of a cross-section of a rail that is encased in an elastic sheath according to the third embodiment of the invention, as in Figure 5.

Figuur 7 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een trillingsdemper met een elastische mantel volgens een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding in een ontspannen toestand, waarbij de elastische mantel niet elastisch is vervormd.Figure 7 is a schematic representation of a cross-section of a vibration damper with an elastic sheath according to a fourth embodiment of the invention in a relaxed state, the elastic sheath not being elastically deformed.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.In the various figures, the same reference numerals refer to the same or analogous elements.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een trillingsdemper die een elastische mantel omvat voor een in een spoorwegbedding ingebedde spoorstaaf, waarbij de bovenzijde van de spoorkop nagenoeg overeenkomt met de bovenzijde van de spoorwegbedding en waarbij de spoorstaven continu ondersteund worden door de elastische mantel. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een continue elastische mantel voor spoorstaven die een spoorkop en een spoorvoet vertonen die met elkaar verbonden zijn door middel van een spoorlichaam dat twee zijden vertoont met aan elke zijde een laterale holte die zich over de volledige lengte van de spoorstaaf uitstrekt tussen de spoorkop en de spoorvoet. De elastische mantel is zodanig ontworpen dat deze de spoorstaaf nagenoeg volledig omhult en daarbij de spoorkop vrij laat zodat een spoorvoertuig hierover zich kan voortbewegen. Aldus is de spoorstaaf door de mantel volledig geïsoleerd ten opzichte van de spoorwegbedding. Het elastisch materiaal van deze mantel is verder voldoende stijf zodat deze de spoorstaaf continu ondersteunt en ervoor zorgt dat de spoorstaaf op zijn plaats wordt gehouden in een geul in de spoorwegbedding wanneer een spoorvoertuig zich over deze spoorstaaf voortbeweegt. Dergelijke elastische materialen zijn reeds gekend bij de vakman en kunnen bijvoorbeeld bestaan uit rubber of gerecycleerd rubber.The invention generally relates to a vibration damper comprising an elastic sheath for a rail embedded in a railway bed, the top of the rail head substantially corresponding to the top of the rail bed and wherein the rails are continuously supported by the elastic sheath. In particular, the invention relates to a continuous elastic sheath for rails that have a rail head and a rail base that are connected to each other by means of a rail body that has two sides with a lateral cavity on each side extending the full length of the rail. rail extends between the track head and the rail foot. The elastic jacket is designed in such a way that it surrounds the rail almost completely and thereby leaves the rail head free so that a rail vehicle can move on it. Thus, the rail is completely insulated by the jacket from the railway bed. The elastic material of this jacket is further sufficiently rigid so that it continuously supports the rail and ensures that the rail is held in place in a trench in the railway bed when a rail vehicle moves over this rail. Such elastic materials are already known to the person skilled in the art and can for instance consist of rubber or recycled rubber.

De elastische mantel is zodanig gevormd dat de binnenzijde ervan, bij voorkeur, nagenoeg volledig aansluit op de spoorstaaf. De buitenzijde van de elastische mantel sluit verder nauw aan op de geul in de spoorwegbedding. De elastische mantel verhindert dat de spoorstaaf rechtstreeks contact maakt met de spoorwegbedding.The elastic sheath is shaped such that the inside thereof, preferably, fits almost completely with the rail. The outside of the elastic sheath also fits closely to the channel in the railway bed. The elastic jacket prevents the rail from making direct contact with the railroad bed.

Bij voorkeur wordt het materiaal van de mantel gekozen zodat de mantel zowel voor een demping van trillingen zorgt alsook voor een elektrische isolatie van de spoorstaven.The material of the casing is preferably chosen so that the casing ensures both vibration damping and electrical insulation of the rails.

Volgens de uitvinding wordt de elastische mantel voorgevormd zodat deze nagenoeg perfect kan aansluiten op de spoorstaven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de elastische eigenschappen van de mantel. Zo wordt de voorgevormde mantel zodanig vervaardigd dat deze is voorzien van, bijvoorbeeld, een gleuf en een voorgebogen of geplooide strip, die elastisch worden vervormd om de spoorstaaf minstens gedeeltelijk te omsluiten en waarbij deze elastische vervorming minstens gedeeltelijk behouden blijft wanneer de mantel de spoorstaaf omhult. Door de elastische vervorming spant de mantel tegen of rond de spoorstaaf. Dit laat toe om de mantel eenvoudig op de spoorstaaf te bevestigen zonder dat gebruik moet gemaakt worden van bijkomende klem- of kleefmiddelen. De installatie van de spoorweg wordt hierdoor vereenvoudigd. De elastische mantel volgens de uitvinding heeft eveneens het voordeel dat deze kan worden opgebouwd uit slechts twee delen.According to the invention, the elastic jacket is preformed so that it can connect almost perfectly to the rails. Use is made of the elastic properties of the jacket. The preformed jacket is thus manufactured such that it is provided with, for example, a slot and a pre-bent or pleated strip, which are elastically deformed to at least partially enclose the rail and this elastic deformation is at least partially retained when the jacket encloses the rail . Due to the elastic deformation, the mantle straps against or around the rail. This makes it possible to simply attach the jacket to the rail without having to use additional clamping or adhesive means. This simplifies the installation of the railroad. The elastic sheath according to the invention also has the advantage that it can be constructed from only two parts.

Een concrete eerste uitvoeringsvorm van de trillingsdemper volgens de uitvinding is schematisch weergegeven in de figuren 1 en 2. Deze trillingsdemper bestaat uit een elastische mantel die opgebouwd is uit een eerste deel 1 en een tweede deel 2. Deze elastische delen 1 en 2 zijn voorgevormd en aangepast om nauw aan te sluiten tegen een spoorstaaf. De vorm van het eerste deel 1 is hierbij aangepast om aan te sluiten tegen een zijde 19 van de spoorstaaf terwijl de vorm van het tweede deel 2 is aangepast om aan te sluiten tegen de tegenovergestelde zijde 29 van de spoorstaaf.A concrete first embodiment of the vibration damper according to the invention is schematically shown in figures 1 and 2. This vibration damper consists of an elastic sheath which is composed of a first part 1 and a second part 2. These elastic parts 1 and 2 are preformed and adapted to fit snugly against a rail. The shape of the first part 1 is here adapted to fit against one side 19 of the rail while the shape of the second part 2 is adapted to fit against the opposite side 29 of the rail.

Deze delen 1 en 2 kunnen worden vervaardigd door op zich gekende werkwijzen. Hierbij kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een mal waarin een mengsel van rubberkorrels met polyurethaan onder druk en verhoogde temperatuur wordt uitgehard. Aldus kunnen de delen 1 en 2 elk uit één stuk worden vervaardigd. De vorm van de mal komt hierbij overeen met de vorm van het deel in een niet vervormde ontspannen toestand.These parts 1 and 2 can be manufactured by methods known per se. Use can for instance be made here of a mold in which a mixture of rubber granules with polyurethane is cured under pressure and at elevated temperature. Parts 1 and 2 can thus be manufactured in one piece. The shape of the mold here corresponds to the shape of the part in a non-deformed relaxed state.

In een operationele toestand is de elastische mantel van de trillingsdemper bevestigd aan een spoorstaaf en wordt deze spoorstaaf hiermee nagenoeg volledig omhuld.In an operational state, the elastic jacket of the vibration damper is attached to a rail and this rail is almost completely enveloped by it.

Hierbij blijft de bovenzijde 3 van de spoorkop 4 vrij zodat een spoorvoertuig zich over de spoorkop 4 kan voortbewegen. Op deze wijze isoleert de elastische mantel de spoorstaaf van de rest van de spoorwegbedding.The upper side 3 of the track head 4 hereby remains free, so that a rail vehicle can travel over the track head 4. In this way, the elastic jacket insulates the rail from the rest of the railway bed.

Bij voorkeur is de spoorstaaf verzonken in de spoorwegbedding zodat de bovenzijde 3 van de spoorstaaf nagenoeg gelijk komt met de bovenzijde van de spoorwegbedding welke, bijvoorbeeld, de bovenzijde van een bestrating kan zijn.The rail is preferably sunk into the railroad bed so that the top 3 of the rail comes almost flush with the top of the rail bed which can, for example, be the top of a pavement.

Het eerste deel 1 van de mantel bevat een eerste balk 11 waarvan de vorm zodanig is dat deze de laterale holte 7 tussen de spoorvoet 5 en de spoorkop 4 nagenoeg volledig kan opvullen en nauw kan aansluiten tegen het spoorlichaam 6, de bovenzijde 18 van de spoorvoet 5 en de onderzijde 8 van de spoorkop 4.The first part 1 of the casing comprises a first beam 11, the shape of which is such that it can fill the lateral cavity 7 between the track foot 5 and the track head 4 almost completely and can closely fit against the track body 6, the top side 18 of the track foot 5 and the underside 8 of the track head 4.

In de operationele toestand strekt deze balk 11 zich uit in een laterale holte 7 van deze spoorstaaf volgens de lengterichting van de spoorstaaf.In the operational state, this beam 11 extends into a lateral cavity 7 of this rail in the longitudinal direction of the rail.

Het eerste deel 1 bevat verder een eerste strip 12 die integraal deel uitmaakt van dit eerste deel 1. De strip 12 vertoont een vrij uiteinde 13 en bakent een gleuf 14 af tussen de stip 12 en de balk 11. Deze gleuf 14 strekt zich uit over nagenoeg de volledige lengte van het eerste deel 1.The first part 1 further comprises a first strip 12 which forms an integral part of this first part 1. The strip 12 has a free end 13 and defines a slot 14 between the dot 12 and the beam 11. This slot 14 extends over almost the full length of the first part 1.

De strip 12 is verbonden met de balk 11 via een schamierstuk 10 dat eveneens integraal deel uitmaakt van het eerste deel 1.The strip 12 is connected to the beam 11 via a hinge piece 10 which is also an integral part of the first part 1.

Bij voorkeur zijn de balk 11, het schamierstuk 10 en de strip 12 vervaardigd uit één stuk in hetzelfde elastisch materiaal.Preferably the beam 11, the hinge piece 10 and the strip 12 are made of one piece in the same elastic material.

In een ontspannen toestand van de trillingsdemper is het eerste deel 1 niet elastisch vervormd en vertoont de gleuf 14 een bepaalde hoogte A. Bij voorkeur is de hoogte A van de gleuf 14 nagenoeg constant over de volledige gleuf 14 in de ontspannen toestand. Verder neemt bij voorkeur in de operationele toestand deze hoogte A van de gleuf 14 toe vanaf het scharnierpunt 10 naar het vrij uiteinde 13 toe.In a relaxed state of the vibration damper, the first part 1 is not elastically deformed and the slot 14 has a certain height A. Preferably, the height A of the slot 14 is substantially constant over the entire slot 14 in the relaxed state. Furthermore, in the operational state, this height A of the slot 14 preferably increases from the pivot point 10 to the free end 13.

Het tweede deel 2 van de mantel, volgens deze eerste uitvoeringsvorm, bevat een tweede balk 21 waarvan de vorm zodanig is dat deze de laterale holte 7 tussen de spoorvoet 5 en de spoorkop 4 nagenoeg volledig kan opvullen en nauw kan aansluiten tegen het spoorlichaam 6 aan de zijde 29 van de spoorstaaf tegenover de zijde 19 van de spoorstaaf waarop de eerste balk 11 van het eerste deel 1 aansluit.The second part 2 of the casing, according to this first embodiment, comprises a second beam 21, the shape of which is such that it can fill the lateral cavity 7 between the track foot 5 and the track head 4 almost completely and close closely to the track body 6. the side 29 of the rail opposite the side 19 of the rail to which the first beam 11 of the first part 1 connects.

De spoorstaaf wordt met de mantel van de trillingsdemper bekleed door de delen 1 en 2 tegenover elkaar tegen de spoorstaaf aan te brengen volgens de lengterichting van de spoorstaaf. Bij voorkeur kunnen een aantal van deze delen 1 en 2 aansluitend op elkaar volgens de lengterichting van de spoorstaaf worden aangebracht om zo de volledige spoorstaaf met de mantel te bekleden. Aldus zouden de delen 1 en 2 een lengte kunnen vertonen van 1 tot 2 meter.The rail is coated with the sleeve of the vibration damper by placing the parts 1 and 2 opposite each other against the rail in the longitudinal direction of the rail. Preferably, a number of these parts 1 and 2 can be arranged adjacent to each other along the lengthwise direction of the rail so as to cover the entire rail with the jacket. Parts 1 and 2 could thus have a length of 1 to 2 meters.

Bij het aanbrengen van het eerste deel 1 op de spoorstaaf, wordt dit deel 1 elastisch vervormd. Meer bepaald wordt de gleuf 14 elastisch vervormd door deze open te trekken zodat deze over de spoorvoet 5 kan worden aangebracht. Een uiteinde 17 van de spoorvoet 5 wordt in de gleuf 14 geschoven totdat deze de gleuf 14 nagenoeg volledig opvult. Het eerste deel 1 zal terug nijgen naar de initiële elastisch niet-vervormde ontspannen toestand zodat de gleuf 14 zich terug zal sluiten en de strip 12 tegen de onderzijde 28 van de spoorvoet 5 aandrukt.When applying the first part 1 to the rail, this part 1 is elastically deformed. In particular, the slot 14 is elastically deformed by pulling it open so that it can be arranged over the track foot 5. An end 17 of the track foot 5 is slid into the slot 14 until it almost completely fills the slot 14. The first part 1 will lean back to the initial elastically non-deformed relaxed state so that the slot 14 will close again and press the strip 12 against the underside 28 of the track foot 5.

Bij het opentrekken van de gleuf 14 scharniert de strip 12 ten opzichte van de balk 11 over een as in het schamierstuk 10 die zich uitstrekt volgens de lengterichting van het deel 1. Hierdoor is ten opzichte van de ontspannen toestand de strip 12 in de operationele toestand geroteerd over een hoek die 5° tot 15° bedraagt. Aldus is de hoogte A van de gleuf 14 ter hoogte van het vrij uiteinde 13 van de strip 12 groter in de operationele toestand dan in de ontspannen toestand.When the slot 14 is pulled open, the strip 12 pivots relative to the beam 11 about an axis in the hinge piece 10 which extends in the longitudinal direction of the part 1. As a result, the strip 12 is in the operational state relative to the relaxed state. rotated through an angle that is 5 ° to 15 °. Thus, the height A of the slot 14 at the free end 13 of the strip 12 is greater in the operational state than in the relaxed state.

Doordat de spoorvoet 5 zich in de gleuf 14 bevindt, blijft in deze operationele toestand het eerste deel 1 met de strip 12 elastisch vervormd.Because the track foot 5 is located in the slot 14, the first part 1 with the strip 12 remains elastically deformed in this operational state.

In de operationele toestand strekt, volgens deze eerste uitvoeringsvorm, de strip 12 zich uit onder de spoorvoet 5 over de volledige breedte van deze spoorvoet 5, van het een uiteinde 17 van de spoorvoet 5 tot een ander uiteinde 27 van de spoorvoet 5. Het uiteinde 13 van de strip 12 sluit hierbij aan tegen het tweede deel 2 van de mantel. Bij voorkeur is het tweede deel 2 voorzien van een groef 9 en is het uiteinde 13 van de strip 12 voorzien van een overeenkomstige tand die in deze groef 9 past. Aldus wordt het eerste deel 1 verbonden met het tweede deel 2.In the operational state, according to this first embodiment, the strip 12 extends below the rail foot 5 over the full width of this rail foot 5, from one end 17 of the rail foot 5 to another end 27 of the rail foot 5. The end 13 of the strip 12 here connects to the second part 2 of the jacket. The second part 2 is preferably provided with a groove 9 and the end 13 of the strip 12 is provided with a corresponding tooth which fits into this groove 9. The first part 1 is thus connected to the second part 2.

Een concrete tweede uitvoeringsvorm van de trillingsdemper volgens de uitvinding is schematisch weergegeven in de figuren 3 en 4. Deze uitvoeringsvorm verschilt hoofdzakelijk van de eerste uitvoeringsvorm doordat het tweede deel 2 van de mantel eveneens een strip 22 bevat die integraal deel uitmaakt van dit tweede deel 2.A concrete second embodiment of the vibration damper according to the invention is shown schematically in Figures 3 and 4. This embodiment differs essentially from the first embodiment in that the second part 2 of the casing also comprises a strip 22 which forms an integral part of this second part 2. .

Deze tweede strip 22 vertoont een vrij uiteinde 23 en bakent een tweede gleuf 24 af tussen de stip 22 en de balk 21. Deze gleuf 24 strekt zich uit over nagenoeg de volledige lengte van het tweede deel 2.This second strip 22 has a free end 23 and defines a second slot 24 between the dot 22 and the beam 21. This slot 24 extends over substantially the full length of the second part 2.

De strip 22 is verbonden met de balk 21 via een schamierstuk 20 dat eveneens integraal deel uitmaakt van het tweede deel 2.The strip 22 is connected to the beam 21 via a hinge piece 20 which is also an integral part of the second part 2.

Zoals bij het eerste deel 1 zijn, bij voorkeur, de balk 21, het schamierstuk 20 en de strip 22 vervaardigd uit één stuk in hetzelfde elastisch materiaal.As with the first part 1, the beam 21, the hinge piece 20 and the strip 22 are preferably made of one piece in the same elastic material.

In de operationele toestand is de eerste gleuf 14 van het eerste deel 1 over een uiteinde 17 van de spoorvoet 5 geplaatst terwijl de tweede gleuf 24 van dit tweede deel 2 over het andere uiteinde 27 van de spoorvoet 5 is geplaatst.In the operational state, the first slot 14 of the first part 1 is placed over one end 17 of the rail foot 5 while the second slot 24 of this second part 2 is placed over the other end 27 of the rail foot 5.

Zoals ook in de eerste uitvoeringsvorm wordt, wanneer de spoorvoet 5 zich in de gleuf 14 en 24 bevindt, deze gleuf 14 en 24 elastisch vervormd. De hoogte A van de gleuf 14 en 24 is hierbij gelijk aan de dikte C van het gedeelte van de spoorvoet 5 dat zich in de gleuf 14 en 24 bevindt. Aldus neemt de hoogte A van de gleuf 14 en 24 af naar het uiteinde 17 en 27 van de spoorvoet 5 toe, aangezien de dikte C van de spoorvoet 5 afneemt naar het uiteinde 17 en 27 van de spoorvoet 5 toe.As in the first embodiment, when the track foot 5 is in the slots 14 and 24, this slot 14 and 24 is elastically deformed. The height A of the slot 14 and 24 is here equal to the thickness C of the portion of the track foot 5 that is located in the slot 14 and 24. Thus, the height A of the slit 14 and 24 decreases to the end 17 and 27 of the rail foot 5, since the thickness C of the rail foot 5 decreases to the end 17 and 27 of the rail foot 5.

Verder sluiten de uiteinden 13 en 23 van de strippen 12 en 22 van twee tegenover elkaar geplaatste delen 1 en 2 aan op elkaar aan de onderzijde 28 van de spoorvoet 5.Furthermore, the ends 13 and 23 of the strips 12 and 22 of two opposite parts 1 and 2 connect to each other on the underside 28 of the rail foot 5.

Deze uiteinden 13 en 23 zijn bij voorkeur voorzien van een overlapping zodat deze nauw op elkaar kunnen aansluiten. Eventueel kunnen deze ook voorzien worden van een tand- en groefverbinding.These ends 13 and 23 are preferably provided with an overlap so that they can fit closely together. Optionally, these can also be provided with a tongue and groove connection.

Een concrete derde uitvoeringsvorm van de trillingsdemper volgens de uitvinding is schematisch weergegeven in de figuren 5 en 6. Deze derde uitvoeringsvorm verschilt hoofdzakelijk van de tweede uitvoeringsvorm doordat een uitsparing 30 is voorzien in de strippen 12 en 22 voor een elastische zool 31. Deze uitsparing 30 strekt zich uit tot in de gleuf 14 en 24 over de volledige lengte van de mantel. De elastische zool 31 wordt tussen de onderzijde 28 van de spoorvoet 5 en de strippen 12 en 22 aangebracht. Deze zool 31 sluit nauw aan op de onderzijde 28 van de spoorvoet 5 en kan in functie van de te voorziene belasting van de spoorstaaf en de gewenste trillingdemping worden gekozen.A concrete third embodiment of the vibration damper according to the invention is schematically shown in Figures 5 and 6. This third embodiment differs essentially from the second embodiment in that a recess 30 is provided in the strips 12 and 22 for an elastic sole 31. This recess 30 extends into slots 14 and 24 over the full length of the jacket. The elastic sole 31 is arranged between the underside 28 of the track foot 5 and the strips 12 and 22. This sole 31 fits closely to the underside 28 of the track foot 5 and can be selected in function of the foreseeable load of the rail and the desired vibration damping.

Aan de buitenzijde 15 en 25 van de elastische mantel zijn de delen 1 en 2 voorzien van ribben 32 die zorgen voor een goede hechting van de mantel aan een betonnen verharding, die rond de mantel met de spoorstaaf kan worden aangebracht voor de bevestiging van de spoorstaaf in de spoorwegbedding.On the outside 15 and 25 of the elastic sheath the parts 1 and 2 are provided with ribs 32 which ensure a good adhesion of the sheath to a concrete pavement, which can be arranged around the sheath with the rail for fixing the rail in the railway bed.

Verder is ter hoogte van het schamierstuk 10 en 20 aan de binnenzijde van de gleuf 14 en 24 een inkeping 33 voorzien. Deze inkeping 33 laat toe om ter hoogte hiervan de mantel open te snijden dwars door het schamierstuk 10 en 20 om zo, bijvoorbeeld, de spoorstaaf terug te kunnen verwijderen. Mogelijk kunnen meerdere van deze inkepingen 33 voorzien worden.Furthermore, a notch 33 is provided on the inside of the slots 14 and 24 at the height of the hinge piece 10 and 20. This notch 33 makes it possible to cut open the casing at the height thereof through the hinge pieces 10 and 20 so as to be able to remove the rail again, for example. It is possible that several of these notches 33 can be provided.

Een dergelijke inkeping 33 bevindt zich in de operationele toestand ter hoogte van de uiteinden 17 en 27 van de spoorvoet 5. Deze inkeping 33 kan de elastische vervorming die nodig is om de spoorvoet in de gleuf 14 en 24 in te brengen eveneens vergemakkelijken. Zo kan deze elastische vervorming hoofdzakelijk rond de inkeping 33 in het schamierstuk 10 en 20 plaatsvinden.Such a notch 33 is in the operational condition at the ends 17 and 27 of the track foot 5. This notch 33 can also facilitate the elastic deformation required for introducing the track foot into the slots 14 and 24. This elastic deformation can thus mainly take place around the notch 33 in the hinge piece 10 and 20.

Een concrete vierde uitvoeringsvorm van de trillingsdemper volgens de uitvinding is schematisch weergegeven in de figuur 7. Deze vierde uitvoeringsvorm verschilt hoofdzakelijk van de tweede uitvoeringsvorm doordat in de operationele toestand de balken 11 en 12 van de delen 1 en 2 zich niet uitstrekken tot tegen de onderzijde 8 van de spoorkop 4. Mogelijk kunnen hierbij bijkomende balken 16 en 26 voorzien worden die de laterale holten 7 verder opvullen tot tegen de spoorkop 4.A concrete fourth embodiment of the vibration damper according to the invention is schematically shown in Figure 7. This fourth embodiment differs essentially from the second embodiment in that in the operational state the beams 11 and 12 of the parts 1 and 2 do not extend up to the underside 8 of the track head 4. Possibly, additional beams 16 and 26 can be provided that further fill the lateral cavities 7 against the track head 4.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het bekleden van een spoorstaaf met een trillingsdemper bestaande uit een elastische mantel met minstens een voorgevormd deel.The invention also relates to a method for covering a rail with a vibration damper consisting of an elastic jacket with at least one preformed part.

Hierbij wordt dit voorgevormd deel in één keer gevormd in een mal. Hiertoe wordt het materiaal in de mal uitgehard zodat de balk, het schamierstuk en de strip uit één stuk elastisch materiaal wordt verkregen. De vorm van de mal komt hierbij overeen met de vorm van het deel in een niet vervormde ontspannen toestand. Bij voorkeur is de voorziene uitsparing van de gleuf iets kleiner dan het deel van de spoorvoet dat in de operationele toestand in de gleuf wordt geplaatst. Ook is bij voorkeur ten opzichte van de operationele toestand de strip in de mal enigszins gekanteld naar de balk.This preformed part is formed in one mold in one go. For this purpose, the material in the mold is cured so that the beam, the hinge piece and the strip are obtained from one piece of elastic material. The shape of the mold here corresponds to the shape of the part in a non-deformed relaxed state. Preferably, the provided recess of the slot is slightly smaller than the part of the track foot that is placed in the slot in the operational state. The strip in the mold is also tilted slightly towards the beam relative to the operational state.

Bij installatie van het voorgevormde deel op de spoorstaaf wordt de strip gebogen zodat de gleuf wordt geopend. Aldus omsluit het voorgevormd deel met de gleuf de spoorvoet minstens gedeeltelijk en wordt de gleuf elastisch vervormd zodat de strip tegen de onderzijde van de spoorvoet wordt gespannen. De elastische strip wordt hierbij over een hoek geroteerd die 3° tot 30°, bij voorkeur 5° tot 15°, bedraagt. Dit zorgt ervoor dat tijdens de installatie van de spoorstaaf met de elastische mantel de strip steeds goed tegen de spoorvoet gedrukt blijft.When the preformed part is installed on the rail, the strip is bent so that the slot is opened. Thus the preformed part with the slot encloses the track base at least partially and the slot is elastically deformed so that the strip is tensioned against the underside of the track base. The elastic strip is hereby rotated through an angle which is 3 ° to 30 °, preferably 5 ° to 15 °. This ensures that during the installation of the rail with the elastic sheath the strip always remains well pressed against the rail foot.

De uitvinding heeft tenslotte eveneens betrekking op een werkwijze voor het installeren en inbedden van een spoorstaaf op een site voor een spoorweg en voor het vervaardigen van een spoorwegbedding met ingebedde continu ondersteunde spoorstaven.Finally, the invention also relates to a method for installing and embedding a rail on a railway site and for manufacturing a rail bed with embedded continuously supported rails.

De werkwijze laat toe om de spoorstaven in een juiste positie te plaatsen en daarna de verharding van het spoorbed rondom de spoorstaven te gieten tot nagenoeg dezelfde hoogte als de bovenzijde 3 van de spoorkop 4.The method allows to place the rails in a correct position and then to cast the hardening of the rail bed around the rails to substantially the same height as the top 3 of the rail head 4.

Bij een werkwijze volgens de uitvinding worden niet-beklede spoorstaven via de spoorkop 4 opgehangen boven een ondergrond door middel van een installatiebrug, zodat het spoorlichaam 6 en de spoorvoet 5 vrij toegankelijk zijn, niet weergegeven in de figuren. De spoorstaaf wordt hierbij in een gewenste positie geplaatst op de site. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de bovenzijde van op elkaar aansluitende spoorstaven in eenzelfde vlak liggen, of worden m.a.w. opeenvolgende op elkaar aansluitende spoorstaven uitgelijnd. Verder wordt eveneens ervoor gezorgd dat de afstand tot een ernaast gelegen spoorstaaf en de hoogte ten opzichte van deze ernaast gelegen spoorstaaf correct is, zodat deze samen de sporen van een spoorweg vormen. De spoorstaaf wordt bijgevolg eveneens uitgelijnd ten opzichte van een ernaast gelegen spoorstaaf.In a method according to the invention, uncovered rails are suspended via the rail head 4 above a surface by means of an installation bridge, so that the rail body 6 and the rail foot 5 are freely accessible, not shown in the figures. The rail is hereby placed in a desired position on the site. Hereby it is ensured that the top side of connecting rails are in the same plane, or, in other words, successive connecting rails are aligned. Furthermore, it is also ensured that the distance to an adjacent rail and the height relative to this adjacent rail is correct, so that together they form the tracks of a railroad. The rail is consequently also aligned with an adjacent rail.

Een eerste deel 1 van de elastische mantel wordt tegen een zijde 19 van de spoorstaaf aangebracht. Op een analoge wijze, wordt een tweede deel 2 van de elastische mantel tegen een tegenovergestelde zijde 29 van de spoorstaaf aangebracht. Hierbij strekken het eerste deel 1 en het tweede deel 2 zich uit aan weerszijden van de spoorstaaf over bij voorkeur nagenoeg de volledige lengte van deze spoorstaaf. Bij voorkeur vullen de balken 11 en 22 van deze eerste en tweede delen 1 en 2 de laterale holten 7 volledig op en steunen zij op de bovenzijde 18 van de spoorvoet 5.A first part 1 of the elastic jacket is arranged against a side 19 of the rail. In an analogous manner, a second part 2 of the elastic sheath is arranged against an opposite side 29 of the rail. The first part 1 and the second part 2 here extend on either side of the rail, preferably over substantially the full length of this rail. Preferably the beams 11 and 22 of these first and second parts 1 and 2 completely fill the lateral cavities 7 and support them on the upper side 18 of the track foot 5.

Verder wordt hierbij de gleuf 14 en 24 van de delen 1 en 2 elastisch vervormd en over de uiteinden 17 en 27 van de spoorvoet 5 gebracht. Hiertoe worden de elastische strips 12 en 22 gebogen of worden deze geroteerd over het scharnierstuk 10 en 20. Bij voorkeur wordt eveneens een elastische zool 31 tegen de onderzijde van de spoorvoet 5 aangebracht tussen de elastische strips 12 en 22 en de spoorvoet 5.Furthermore, the groove 14 and 24 of the parts 1 and 2 are elastically deformed and brought over the ends 17 and 27 of the track foot 5. To this end, the elastic strips 12 and 22 are bent or rotated over the hinge pieces 10 and 20. Preferably, an elastic sole 31 is also arranged against the underside of the track foot 5 between the elastic strips 12 and 22 and the track foot 5.

De elastische strips 12 en 22 drukken hierbij de zool 31 tegen de spoorvoet 5. De delen 1 en 2 blijven minstens gedeeltelijk elastisch vervormd zodat deze over de spoorvoet 5 spannen. Bij voorkeur wordt op deze wijze de elastische mantel aan de spoorstaaf bevestigd zonder dat hierbij bijkomende kleefmiddelen of klemmen vereist zijn.The elastic strips 12 and 22 hereby press the sole 31 against the rail foot 5. The parts 1 and 2 remain at least partially elastically deformed so that they tension over the rail foot 5. The elastic sheath is preferably secured in this manner to the rail without additional adhesives or clamps being required.

De uiteinden 13 en 23 van de strippen sluiten bij voorkeur op elkaar aan. Hiertoe kunnen deze uiteinden in verstek worden uitgevoerd of vertonen deze een zogenaamde tand- en groefverbinding.The ends 13 and 23 of the strips preferably connect to each other. To this end, these ends can be made in absentia or have a so-called tongue and groove connection.

Mogelijk bestaat de mantel uit meerdere analoge eenheden die op een analoge wijze in eikaars verlengde rond de spoorstaaf worden aangebracht. Aldus wordt nagenoeg de volledige lengte van de spoorstaaf bekleed met de mantel.Possibly the casing consists of several analog units that are arranged in an analogous manner in line with each other around the rail. Thus, almost the entire length of the rail is covered with the jacket.

Tot slot wordt materiaal van het spoorwegbed rond de met de elastische mantel omhulde spoorstaaf aangebracht. Dit materiaal kan bijvoorbeeld beton zijn dat na uitharden een geul vormt waarin de omhulde spoorstaaf is bevestigd. Hierbij wordt, bij voorkeur, materiaal van het spoorwegbed aangebracht tot de bovenzijde van het spoorwegbed nagenoeg op dezelfde hoogte komt als de bovenzijde 3 van de spoorkop 4.Finally, material from the railway bed is placed around the rail wrapped in the elastic sheath. This material may, for example, be concrete which, after curing, forms a trench in which the encased rail is secured. In this case, material from the railway bed is preferably applied until the top side of the railway bed reaches practically the same height as the top side 3 of the track head 4.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven werkwijze en de in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvormen. Zo kunnen de verschillende kenmerken van deze uitvoeringsvormen onderling gecombineerd worden. Zo kan de eerste uitvoeringsvorm eveneens voorzien worden van een elastische zool die aansluit op de onderzijde van de spoorvoet.The invention is of course not limited to the method described above and the embodiments represented in the accompanying figures. The various features of these embodiments can thus be combined with each other. The first embodiment can thus also be provided with an elastic sole which connects to the underside of the track foot.

Claims

Method for covering a rail (3) with a vibration damper consisting of an elastic jacket with preformed parts (1, 2) for continuously supported rails that are embedded in a railway bed and which have a rail head (4) and a rail foot (5) ) which are connected to each other by means of a track body (6) and have a lateral cavity (7) on either side that extends over the entire length of the rail between the track head (4) and the track foot (5), the preformed parts (1,2) are closely fitted to the rail over almost the entire length of the rail so that the jacket surrounds the rail almost completely and thereby leaves at least one top of the rail head (4) free so that a rail vehicle can move on it wherein at least one preformed part (1, 2) of the elastic sheath is made which - comprises a beam (11, 21) that connects to the rail in a lateral cavity (7), - contains an elastic strip (12, 22) which connects to the underside (28) of the track foot (5), - contains an elastic hinge piece (10, 20) connecting the beam (11,21) to the strip (12, 22) and - has a slot (14, 24) extending between the beam (11, 21) and the strip (12, 22) along the longitudinal direction over substantially the full length of the part (1, 2) and in which the rail foot (5) extends at least partially, characterized in that the preformed part (1,2) is manufactured with a slot (14, 24) whose height (A) in at least a portion of the slot in an elastically non-deformed state ( 14, 24) is smaller than the thickness (C) of a portion of the track foot (5) extending therein when the preformed part (1,2) is closely fitted to the rail, the slot (14, 24) is elastically deformed and the strip (12, 22) is tensioned against the underside (28) of the track foot (5).

Method according to claim 1, wherein the slot (14, 24) is elastically deformed by rotating the elastic strip (12, 22) relative to the beam (11, 21) through an angle (a) that is 3 ° to 30 °, preferably 5 ° to 15 °.

Method according to one of claims 1 or 2, wherein the elastic strip (12, 22) is provided with an elastic sole (30) which extends over the entire length of the jacket in a recess (31) and which is against the bottom (28) of the rail foot (5) is tensioned.

Method according to one of claims 1 to 3, wherein the rail is encased with at least two preformed parts (1,2) which are arranged opposite each other on either side of the rail.

A method according to claim 4, wherein the elastic strips (12, 22) of said preformed parts (1, 2) overlap each other under the track foot (5).

Method according to one of claims 1 to 5, wherein - the rail is suspended via the rail head (4) so that the rail body (6) and the rail foot (5) are freely accessible, - the rail is encased in the elastic jacket with at least one preformed part (1, 2) which is elastically deformed to at least partially clamp the rail foot (5), and wherein material of the railway bed is arranged around the rail covered with the elastic jacket, after which this material hardens and forms a trench wherein the encased rail is attached.

A vibration damper with an elastic sheath for continuously supported rails embedded in a railway bed, the rails having a rail head (4) and a rail foot (5) connected to each other by means of a rail body (6) and on either side have a lateral cavity (7) extending over the full length of the rail between the rail head (4) and the rail foot (5), wherein in an operational state the elastic sheath in the rail bed extends over almost the full length of the rail , tightly connects to the rail and encloses it substantially completely, leaving at least one top side (3) of the rail head (4) free so that a rail vehicle can travel over it, the elastic jacket containing at least one preformed part (1,2) includes a beam (11, 21) which, in the operational state, extends on a side (19, 29) of the rail into a lateral cavity (7) along the longitudinal direction of the latter comprises an elastic strip (12, 22) which, in the operational state, extends below the track foot (5), contains an elastic hinge piece (10, 20) connecting the beam (11, 21) to the strip (12, 22) has a slot (14, 24) which extends in the longitudinal direction over substantially the full length of the part (1, 2) and in which in the operational state the track foot (5) extends at least partially, characterized in that in the operationally, the slot (14, 24) is elastically deformed and the height (A) of the slot (14, 24) is larger in at least a part of it than in a relaxed state when this slot (14, 24) is not deformed whereby the strip (12, 22) is tensioned against the rail foot in the operational state.

Vibration damper according to claim 7, wherein in the operational state the strip (12, 24) is rotated through an angle (a) which is 3 ° to 30 °, preferably 5 ° to 15 °, relative to the relaxed state when the slot (14, 24) is not deformed.

Vibration damper according to one of claims 7 or 8, wherein in the operational state the height (A) of the slot (14) is at least 1 to 2 times greater than if the slot (14) is not elastically deformed.

The vibration damper according to any of claims 7 to 9, wherein said height (A) of the slot (14) is substantially constant in a non-elastically deformed state.

Vibration damper according to one of claims 7 to 10, wherein the elastic strip (12, 22) is provided with a recess (30) with an elastic sole (31) therein that connects to the track foot (5) in the operational state.

A vibration damper according to any one of claims 7 to 11, wherein in the operational state the elastic jacket comprises at least two preformed parts (1, 2) which each extend opposite one another on one side of the rail.

Vibration damper according to claim 12, wherein in the operational state the strips (12, 22) of the two opposite preformed parts (1,2) have free ends (13, 23) which connect to each other.

The vibration damper according to claim 13, wherein the free ends (13, 23) of the strips (12, 22) are provided with an overlap and / or a tongue and groove connection.

The vibration damper according to any of claims 7 to 14, wherein the slot (14, 24) is provided with a notch extending into the hinge piece (10, 20).